Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;"

Transcriptie

1 Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER GOETSCHALCKX DANNY MET BETREKKING TOT EEN SLACHTKIPPENBEDRIJF, GELEGEN TE 2321 HOOGSTRATEN (MEER), BEEKSESTRAAT ZN. De deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage en hoofdstuk 3 van het decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM); Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 29 november 2011 ingediend door de heer Goetschalckx Danny, wonende Hal 7 in 2322 Hoogstraten, strekkende tot het verkrijgen van een milieuvergunning om een slachtkippenbedrijf, gelegen Beeksestraat zn in 2321 Hoogstraten (Meer), kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 3-D-58a, te exploiteren, omvattend: 2 stallen met in totaal plaatsen voor slachtkippen (2x slachtkippen) (9.3.1.c d); de opslag van liter mazout in 2 bovengrondse tanks, elk met een inhoudsvermogen van liter( b); de opslag van 20 m³ dierlijke mest (gier) (28.2.c.1); een grondwaterwinning op een diepte van 180 tot 200 m met een maximaal opgepompt debiet van 24 m³/dag en m³/jaar (53.8.2); Vlarem-rubricering volgens aanvrager: c d b 28.2.c ; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 31 oktober 2011 en werd vervolledigd op 29 november 2011; op het feit dat op datum van 12 december 2011 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Koningin Elisabethlei Antwerpen 1 T F

2 2 / 20 Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek d.d. 20 januari 2012 waaruit blijkt dat er 1 bezwaarschrift werd ingediend met betrekking tot volgende aspecten: Tegen de stedenbouwkundige vergunning werd beroep aangetekend bij de deputatie. Stankoverlast. Waardevermindering van de omliggende gronden door mest- en stankoverlast en aantrek insecten. Vernietiging van het panoramische zicht. De ligging tegen een natuurgebied. De nabijheid van de Mark Geluidsoverlast in een rustig gebied. De gronden liggen in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied en worden thans als akkerland gebruikt. De aflevering van een vergunning heeft een zware impact op het milieu. De aanvrager exploiteert thans een melkveebedrijf op een andere locatie. De aanvraag voor een slachtkippenbedrijf gebeurt niet in het kader van nieuw op te richten gebouwen die noodzakelijk zijn voor en kunnen worden ingeschakeld in het bestaande landbouwbedrijf. Het perceel ligt vlak aan de Nederlandse grens en de aanvraag voor een vergunning wordt uit puur winstbejag ingediend, omdat zodoende grond met vergunning zou kunnen worden aangeboden voor verkoop. Op de plannen is ten voorlopige titel een woonst voorzien. Ook Nederlandse landbouwers hebben hiervoor belangstelling omdat zij in eigen land niet meer terechtkunnen. Eventueel kan de aanvrager ook dit bedrijf opstarten en zijn melkveebedrijf waar de stallen al maanden leegstaan, afstoten en verkopen; Gelet op het gunstig advies d.d. 30 januari 2012 van het college van burgemeester en schepenen van Hoogstraten; op volgende elementen uit dit advies: 1. In het kader van het openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ingediend. Gelet op volgende aspecten uit dit bezwaarschrift: a) de bezwaarindiener is bevreesd voor: - stankoverlast en waardevermindering van omliggende gronden door mest- en stankoverlast en aantrek insecten; - vernietiging van het panoramisch uitzicht; - nabijheid van de Mark; - geluidsoverlast in een rustig gebied. b) Op dit moment baat de aanvrager een melkveebedrijf uit op een andere locatie. De aanvraag wordt uit winstbejag ingediend om zodoende de grond met vergunning te kunnen aanbieden voor verkoop, of om het oude melkveebedrijf af te stoten en te verkopen. c) De bezwaarindiener wenst te beletten dat het akkerlandschap wordt opgegeven voor industriële kippenkwekerijen. De evaluatie ten gronde van het bezwaarschrift zal gebeuren door de deputatie. Wel kan gesteld worden dat: de ruimtelijke inpasbaarheid zal blijken uit de beslissing in verband met het bouwberoep; geluidsoverlast, stankoverlast en overlast van insecten tot een aanvaardbaar niveau moeten worden beperkt; waardevermindering van de omliggende gronden, aanvraag uit winstbejag zijn geen milieutechnisch gegevens. 2. Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar luidt: gunstig onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat: a) de vergunde groenschermen effectief worden uitgevoerd; b) het beroep van de derde niet wordt ingewilligd door de deputatie, en vergunning wordt verleend door de uitspraak. 3. Gelet op volgende elementen uit het advies van de milieudienst: a) De aanvraag betreft de exploitatie van een nieuw slachtkippenbedrijf voor dieren. De aanvrager baat momenteel een landbouwbedrijf uit op Hal (melkvee). In de aanvraag

3 3 / 20 wordt gesteld dat uitbreiding op deze locatie niet mogelijk is. Het houden van slachtkippen is - zelfs op een andere locatie - goed combineerbaar met het houden van melkkoeien. b) MER-screening - De inrichting paalt aan natuurgebied. De aanvraag heeft betrekking op een activiteit die opgenomen is in bijlage II van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 en die tevens onder het toepassingsgebied valt van de omzendbrief LNE 2011/1. - Het aantal dieren blijft net onder de grens van de bijlage I van de MER-richtlijn. Het aanvraagdossier bevat geen passende beoordeling in verband met de MER-plicht. c) Watertoets - Het aanvraagdossier stelt dat de inrichting niet gelegen is in overstromingsgevoelig gebied. Dit is niet correct. - Het aanvraagdossier bevat geen passende beoordeling in verband met de ligging in overstromingsgevoelig gebied. d) De kippen zullen worden gehuisvest in 2 nieuw op te richten kippenstallen. Deze stallen zijn ammoniakemissiearm uitgevoerd met het systeem P-6.4 (stalsysteem met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar). e) Er wordt van uitgegaan dat de exploitant start met de exploitatie na het verkrijgen van de nutriëntenemissierechten. f) De stalmest wordt direct afgevoerd bij het buitenrijden van de mest. g) Mazout wordt opgeslagen in 2 bovengrondse, dubbelwandige tanks. h) Opslag kadavers gebeurt in een gekoelde kadaveropslag. i) Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd. Het reinigingswater van de stallen wordt opgevangen in citernes en uitgespreid op cultuurgronden overeenkomstig de regels van het mestdecreet. j) Hemelwater wordt opgevangen in een ondergrondse regenwateropvang van liter. Dit water wordt aangewend voor laagwaardige toepassingen zoals het reinigen van de stallen. De regenwateropvang loopt over naar een infiltratievoorziening achteraan de stallen. De infiltratievoorziening wordt ingericht als moeraszone omzoomd met struiken. k) De AOW zal advies verlenen over de gevraagde grondwaterwinning. Het is aangewezen het advies van de ter zake deskundige dienst te volgen. l) Het aanvraagdossier stelt dat een beplantingsplan zal opgemaakt worden door de provinciale diensten van de Hooibeekhoeve. Dit plan zal afwijken van het groenscherm opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning. Een aanpassing van de stedenbouwkundige vergunning is dan vereist. 4. Er wordt een gunstig advies verleend op voorwaarde dat: a) de deputatie oordeelt dat er geen MER vereist is. Is er een passende beoordeling nodig? b) uit bijkomende gegevens in verband met de watertoets blijkt dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de aangevraagde verandering; c) het beroep van de derde niet wordt ingewilligd door de deputatie en vergunning wordt verleend door de uitspraak; d) het groenscherm effectief wordt aangelegd (en vergund indien afwijkend van de huidige stedenbouwkundige vergunning); Gelet op het gunstig advies d.d. 15 december 2011 van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar van Hoogstraten; op volgende elementen uit dit advies: 1. Het goed ligt, volgens het van kracht zijnde gewestplan, in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende plan. 2. De volgende stedenbouwkundige beslissingen zijn mij bekend: 10 oktober 2011: het bouwen van twee kippenstallen (nieuw landbouwbedrijf). Tegen deze beslissing werd door een derde beroep ingesteld bij de deputatie. Er is hierover nog geen uitspraak gekend.

4 4 / De gevraagde bouwwerken en constructies zijn stedenbouwkundig vergund. Er is echter een beroep ingesteld bij de deputatie. Mijn advies is afhankelijk van de uitspraak over dit beroepsschrift. 4. De groenaanplantingen, zoals opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning, dienen effectief uitgevoerd te worden; Gelet op het gunstig advies d.d. 10 februari 2012 van de afdeling van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), bevoegd voor Milieuvergunningen (AMV) (kenmerk AMV/A/11/7936); op volgende elementen uit dit advies: 1. Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij. Er wordt vergunning gevraagd voor het exploiteren van 2 stallen voor samen slachtkippen. 2. De slachtkuikens worden in één grote ruimte ondergebracht wanneer zij 1 dag oud zijn. Normaal worden de slachtrijpe dieren na 42 dagen van het bedrijf afgevoerd. De dieren worden niet meer omgehokt, zodat bij de aanvang van de toom dezelfde dierbezetting in aantal m² wordt aangehouden. Gedurende de periode tussen 2 afmestronden ligt de stal één week leeg; de mest wordt dan afgevoerd, de stal gekuist en ontsmet om tenslotte opnieuw ingestrooid te worden. 3. De stallen zullen worden voorzien van ammoniakemissiearm systeem P-6.4 (stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar). De ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het drogen en verwarmen van de meststrooisellaag door middel van een warmtewisselaar. De wisselaar zorgt ervoor dat er warme ventilatielucht vanuit de stal verse lucht opwarmt via één of meer warmtewisselaars. De opgewarmde verse ventilatielucht wordt midden bovenin de stal in 1 of 2 richtingen uitgeblazen. Vervolgens wordt deze lucht door circulatieventilatoren vermengd met warme lucht bovenin de stal en naar één of beide staluiteinden gestuwd. Via de topgevelwand wordt de lucht terug over de strooisellaag geleid. Door het mengen van de stallucht wordt een gelijkmatige temperatuur in de gehele stal bereikt en wordt de mest-strooisellaag gedroogd en de kooldioxide bij de dieren verdreven. De emissiefactor zal 0,021 kg NH 3 per dierplaats en per jaar bedragen, dus kg NH 3/jaar. Een traditioneel stalsysteem zorgt voor een productie van 0,08 NH 3-emissie/dier/jaar, of kg NH 3/jaar. 4. Volgens de gegevens van de aanvraag komt men voor de inrichting aan 210 waarderingspunten. Gelet op artikel van Vlarem II betekent dit een minimale afstand van 250 m tot aan de in dit artikel aangegeven gebieden. Hieraan is voldaan; het eerste hindergevoelige gebied ligt op meer dan 1 km. 5. De mazout zal worden opgeslagen in 2 dubbelwandige tanks van elk liter. 6. De gevraagde opslag van 20 m³ gier betreft kuiswater van de stallen en kan geschrapt worden uit de aanvraag. 7. Grondwaterwinning: a) Het gewonnen grondwater zal worden aangewend als drinkwater voor de dieren. De berekening van het benodigde debiet kan op volgende manier gebeuren: mestkippen aan 0,072 m³/jaar/dier = m³/jaar b) Het regenwater zal worden opgevangen in een ondergrondse regenwateropvang van liter. Het zal worden gebruikt als kuiswater voor de stallen. c) Voor wat betreft het effect van deze grondwaterwinning op het grondwaterpeil in de omgeving van de inrichting wordt verder verwezen naar het advies van de afdeling Water van VMM. 8. De omgeving van het bedrijf is zeer dun bebouwd. Binnen een straal van ca. 300 m liggen 2 landbouwbedrijven en 1 particuliere woning. In de overheersende windrichting is geen enkele woning gelegen. Het advies van het agentschap voor Natuur en Bos werd ontvangen op 27 januari Op basis van de gegevens in het dossier is het agentschap van oordeel dat de oprichting en

5 5 / 20 uitbating van het nieuwe mestkippenbedrijf geen betekenisvolle negatieve impact zal hebben op de natuurwaarden in de nabijgelegen natuurgebieden. Gezien het bedrijf gelegen is in een landschappelijk waardevolle omgeving, dient wel voldoende aandacht te worden besteed aan de groene inkleding van de bedrijfsgebouwen en het bedrijfsterrein. De aanplantingen dienen te gebeuren met streekeigen groen. AMV verwijst hiervoor naar de bijzondere voorwaarde in de bouwvergunning van het college van burgemeester en schepenen van Hoogstraten. De omgeving is zeer licht bebouwd (zie boven) en er zijn geen habitatrichtlijngebieden en dergelijke op minder dan 1 km. Gelet op de ligging en de voorzieningen die getroffen worden om de hinder naar de omgeving toe te beperken, kan gesteld worden dat het aangevraagde project niet valt onder de mer-regelgeving. 9. GPBV-evaluatie Door de exploitatie van stalplaatsen voor slachtkippen in de zin van rubriek d is de inrichting geklasseerd als GPBV-bedrijf. Voor deze bedrijfssector wordt gebruikgemaakt wordt van de BREF Intensive Rearing of Poultry and Pigs die dateert van juli 2003 en van de BBT-studie Veeteelt die dateert van februari Er is ook een GPBV-checklist Veeteelt op basis van deze BREF opgesteld. De prioritaire milieu-items voor de Vlaamse veeteeltsector zijn: water en afvalwater, nutriëntenemissies en, geur en stof. Overige milieuaandachtspunten zijn: energie, afval, chemicaliën, geluid en trillingen. a) Afvalstoffen (productieafval, ander bedrijfsafval, verpakkingsafval, voorkoming, ) - In de BREF wordt volgende BBT aangehaald voor het reduceren van afval: afvalstromen minimaliseren en volgens de meest aangewezen opties afvoeren. - De dieren worden goed verzorgd waardoor ziekte en sterfte zoveel mogelijk beperkt wordt. Hoe minder sterfte, hoe minder kadavers dienen te worden afgevoerd. De drinkgelegenheden zijn zo uitgevoerd dat er zo weinig mogelijk water wordt vermorst, waardoor de hoeveelheid geproduceerde mest wordt gereduceerd. De kadavers worden binnen 24 u opgehaald door de firma Rendac. Deze afvalstoffen worden ofwel vernietigd, ofwel dienen ze als grondstof voor verdere verwerking indien dit wettelijk toegelaten en economisch haalbaar is. Landbouwfolies, oude metalen en autobanden worden elk jaar afgevoerd naar het containerpark. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat overeenkomstig het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer het ontstaan van afvalstoffen wordt voorkomen; waar dit niet gebeurt, moeten die stoffen nuttig worden toegepast of aangewend worden als secundaire grondstof of, wanneer dat technisch en economisch onmogelijk is, zodanig worden verwijderd dat milieueffecten worden voorkomen of beperkt. - Naast artikel 43ter in Vlarem I zijn er tevens de algemene voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd naar het beheer van afvalstoffen (afdeling 4.1.6). - Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd voor het milieucompartiment afvalstoffen. b) Lucht & geur - In de BREF worden volgende BBT aangehaald voor het reduceren van de emissies van nutriënten naar water, bodem en lucht: optimaliseren van stallen en/of mestopslagplaatsen binnen de bedrijfslocatie; toepassen van ammoniakemissiearme stalsystemen. - Bij Danny Goetschalckx worden de nieuwe stallen voorzien van ammoniakemissiearm systeem P-6.4 (stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar). De ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het drogen en verwarmen van de meststrooisellaag door middel van een warmtewisselaar. De wisselaar zorgt ervoor dat er warme ventilatielucht vanuit de stal verse lucht opwarmt via één of meer warmtewisselaars. De opgewarmde verse ventilatielucht wordt midden bovenin de stal in

6 6 / 20 1 of 2 richtingen uitgeblazen. Vervolgens wordt deze lucht door circulatieventilatoren vermengd met warme lucht bovenin de stal en naar één of beide staluiteinden gestuwd. Via de topgevelwand wordt de lucht terug over de strooisellaag geleid. Door het mengen van de stallucht wordt een gelijkmatige temperatuur in de gehele stal bereikt en wordt de mest-strooisellaag gedroogd en de kooldioxide bij de dieren verdreven. De emissiefactor zal 0,021 kg NH 3 per dierplaats en per jaar bedragen. Een traditioneel stalsysteem zorgt voor een productie van 0,080 NH 3-emissie/dier/jaar. - Volgens de gegevens van de aanvraag komt men voor de inrichting aan 210 waarderingspunten. Gelet op artikel van Vlarem II betekent dit een minimale afstand van 250 m tot aan de in dit artikel aangegeven gebieden. Hieraan is voldaan; het eerste hindergevoelige gebied ligt op meer dan 1 km. Het agentschap voor Natuur en Bos stelt dat de oprichting en uitbating van het nieuwe mestkippenbedrijf geen betekenisvolle negatieve impact zal hebben op de natuurwaarden in de nabijgelegen natuurgebieden. Gezien het bedrijf gelegen is in een landschappelijk waardevolle omgeving, dient wel voldoende aandacht te worden besteed aan de groene inkleding van de bedrijfsgebouwen en het bedrijfsterrein. De aanplantingen dienen te gebeuren met streekeigen groen. - Alle stallen hebben een uitstoot van minstens 0,5 m boven de nok, zonder pet en de mest wordt na iedere ronde afgevoerd, er wordt geen mest opgeslagen op de inrichting. - De kadaveropslag zal gekoeld worden. Er wordt gebruikgemaakt van een stofzak aan de ontluchtingsbuis bij het vullen van de silo s. - Naast de algemene voorwaarden van Vlarem II met voorwaarden inzake de hygiëne, risico- en hinderbeheersing (afdeling 4.1.3) zijn er de sectorale voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd met betrekking tot constructievoorschriften voor stallen en mestopslagplaatsen, met betrekking tot de ligging van pluimveestallen, met betrekking tot de beperking van milieuhinder (voorkoming van geur- en stofhinder, dierlijke mest en algemene milieuhygiënische maatregelen) en met betrekking tot bestaande stallen en mestopslagplaatsen. - Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er een bijzondere voorwaarde in verband met het groenscherm in de milieuvergunning dient opgelegd te worden voor het milieucompartiment lucht en geur. c) Geluid en trillingen - Over geluid wordt in de BREF o.a. het volgende vermeld: voorafgaand werd er niet veel aandacht geschonken aan geluidshinder, dit zou wel eens kunnen veranderen aangezien het platteland populairder wordt en geluidshinder meer relevant wordt. Er worden enkele voorstellen gedaan om geluidsemissies te reduceren: plannen van activiteiten in bedrijfslokalen, gebruikmaken van natuurlijke barrières, toepassen van geluidsarme apparatuur, opvragen van technische metingen van apparaten, opvragen van extra geluidsvermindering metingen. - Specifieke maatregelen ter voorkoming/beperking van hinder door geluid en trillingen in de veehouderij kwamen niet aan de orde in het kader van de BBT-studie. - Bij Danny Goetschalckx wordt bij het uitvoeren van de verschillende activiteiten en de keuze van de geluidsproducerende toestellen en hun inplanting rekening gehouden om de geluidsoverlast voor omwonenden te voorkomen. De ligging van de nabijgelegen woningen is ten opzichte van het bedrijf van die aard dat normaal gezien geen geluidshinder optreedt. Geluidshinder afkomstig van de dieren is verwaarloosbaar en wordt door het toepassen van automatische rantsoenering tot een minimum beperkt. De stallen zijn geïsoleerd. - Voor geluid en trillingen dient voldaan te worden aan de voorwaarden en geluidsrichtwaarden van Vlarem II. d) Energie (energieverbruik, thermisch-, elektrisch-, beperking, ) - In de BREF worden volgende BBT aangehaald voor het reduceren van energie: opstellen van een energiebalans; gebruikmaken van natuurlijke ventilatie waar mogelijk;

7 7 / 20 optimaliseren van het ontwerp van het ventilatiesysteem in mechanische geventileerde stallen; regelmatig controle en reiniging van leidingen en ventilatoren in mechanisch geventileerde stallen; isoleren van pluimveestallen in gebieden met een lage omgevingstemperatuur. - Een klimaatunit zorgt ervoor dat minder warmtetoevoer noodzakelijk is. Om warmte te sparen wordt een deel inkomende lucht verwarmd door uitgaande lucht. Dit systeem wordt toegepast op het moment dat er een warmtevraag is in de stallen en bij lage ventilatiedebieten. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat de energie op doelmatige wijze wordt gebruikt. Naast artikel 43ter in Vlarem I zijn er tevens de algemene voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd naar de hygiëne, risico- en hinderbeheersing (afdeling 4.1.3) en naar de meet- en registratieverplichtingen (afdeling 4.1.4). - Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd voor het milieucompartiment energie. e) Grondstoffenverbruik - Wat betreft de grondstoffen, staat er in de BREF niets vermeld. - Specifieke maatregelen ter beperking van het chemicaliëngebruik in de veehouderij kwamen niet aan de orde in het kader van deze BBT-studie. - Het gebruik van desinfecteermiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt. Het voederverbruik wordt beperkt door het gebruik van aangepaste voedertechnieken met lage vermorsingsgraad. Het waterverbruik zal geregistreerd worden door een debietmeter. Er is regenwateropvang voor de reiniging van de stallen. f) Water Verbruik - Het meeste water wordt gebruikt voor drinkwater en voor reinigingswater van stallen en machines. - In de BREF worden volgende BBT aangehaald voor het reduceren van waterverbruik: een waterbalans opmaken; grof vuil verwijderen door droog reinigen; goed gebruikmaken van drinkwatervoorzieningen; gebruikmaken van alternatieve waterbronnen; gebruikmaken van hogedrukreinigers na elke productie; afvalwater dat mestdeeltjes bevat opvangen en uitrijden op het land. - Op het bedrijf worden volgende waterbronnen gebruikt: Grondwater: m³/jaar als drinkwater voor de dieren; Regenwater: afkomstig van het dak de stallen. Het wordt opgevangen in een ondergrondse regenwateropvang van liter en gebruikt voor de reiniging van de stallen. Er wordt gebruikgemaakt van een hogedrukreiniger. Lozing - Er komt geen lozing van afvalwater voor op het bedrijf. Reinigingswater van de stallen wordt opgevangen in daartoe opgerichte opvangputten met een opslagcapaciteit van elk 10 m³. Deze waters worden in toepassing van het mestdecreet op cultuurgronden gebracht. Naast de algemene voorwaarden van Vlarem II met voorwaarden inzake de hygiëne, risicoen hinderbeheersing (afdeling 4.1.3) en de meet- en registratieverplichtingen (afdeling 4.1.4), zijn er de sectorale voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd inzake de algemene milieuhygiënische maatregelen (artikel ), inzake afvalwater (artikel en artikel ) en de voorwaarden met betrekking tot het toezicht (artikel ).

8 8 / 20 Hieruit blijkt dat er geen extra bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd. g) Bodem - In de BREF worden verschillende BBT aangehaald voor het reduceren van de emissies van nutriënten naar water, bodem en lucht. Hiervoor wordt terug verwezen naar het compartiment lucht en geur. - De opslag van gevaarlijke producten moeten voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 5.17 van Vlarem II. Hierin worden de nodige maatregelen getroffen naar verontreiniging van de bodem, zoals dubbelwandige bovengrondse houders met lekdetectie of enkelwandige houders in inkuipingen. Hier wordt aan voldaan. - De vloeren van alle stallen worden gebouwd uit duurzame en degelijke materialen, volgens een code van goede praktijk. Zij worden niet uitgerust met overstorten of afleidingskanalen en zijn vloeistofdicht. - Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd voor het milieucompartiment bodem. h) Preventie tegen ongevallen - De stallen en gebouwen zijn niet toegankelijk voor derden. Bezoekers dienen zich aan te melden bij de bedrijfsleider om de stallen te mogen betreden. Het dragen van bedrijfseigen kledij of aangepaste beschermingskledij is verplicht. De bedrijfsterreinen zullen verhard worden. Er zullen op strategische plaatsen brandblusapparaten voorzien worden in samenspraak met de brandweer. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat de nodige maatregelen worden getroffen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan te beperken. - Artikel 22 van het milieuvergunningendecreet stelt daarenboven: De exploitant van een inrichting is verplicht de milieuvoorwaarden na te leven. Ongeacht de verleende vergunning moet hij steeds de nodige maatregelen treffen om schade, hinder en zware ongevallen te voorkomen en, om bij ongeval de gevolgen ervan voor de mens en het leefmilieu zo beperkt mogelijk te houden. i) Preventieve maatregelen tegen verontreiniging - De inrichting, de dieren en de naaste omgeving worden in een goede hygiënisch verantwoorde toestand gehouden. Een degelijke watertoevoer is verzekerd. Doeltreffende bestrijdingsmaatregelen worden getroffen ter voorkoming van ongedierte zoals ratten, muizen en insecten. Om besmettelijke ziektes te voorkomen wordt het maximale aantal dieren in elke stal begrensd volgens de landbouwtechnische normen, dit door het type en de grootte van de stal. Besmettelijke ziektes worden voorkomen door de krengen onmiddellijk af te zonderen van de gezonde. Het landbouwterrein zal in een nette en verzorgde staat worden gehouden. - Naast bovenstaande maatregelen zijn er de specifieke maatregelen die vermeld worden in ieder milieucompartiment. - Buiten de algemene en sectorale voorwaarden inzake preventieve maatregelen, die in Vlarem opgelegd zijn, staat in Vlarem I artikel 43ter vermeld dat alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging worden getroffen, met name door toepassing van de beste beschikbare technieken. - Hieruit blijkt dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd. j) Maatregelen bij abnormale bedrijfsomstandigheden - In de BREF wordt aangehaald om een noodprocedure voor onvoorziene emissies en incidenten te voorzien. - In de algemene voorwaarden van Vlarem II worden voorwaarden opgelegd inzake de hygiëne, risico- en hinderbeheersing (afdeling 4.1.3). - Hieruit blijkt dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd. k) Maatregelen bij stopzetting

9 9 / 20 - Daar de vergunning voor een periode van 20 jaar gevraagd wordt, is van een eventuele stopzetting van het bedrijf momenteel geen sprake is. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat bij de definitieve stopzetting van de activiteiten de nodige maatregelen worden getroffen om het gevaar van verontreiniging te voorkomen en het exploitatieterrein weer in een bevredigende toestand te brengen. - Naast artikel 43ter in Vlarem I zijn er tevens de algemene voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd naar het buiten gebruik stellen van installaties (afdeling 4.1.6). - Hieruit kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd; Gelet op het gunstig advies d.d. 3 februari 2012 van de afdeling Operationeel Waterbeheer van de VMM (AOW) (kenmerk WAT/A/GW1/2961/vl); op volgende elementen uit dit advies: 1. De aanvraag betreft de vergunning voor de aanleg van een nieuwe grondwaterwinning. De grondwaterwinning bestaat uit 1 winningsput die op een diepte van m grondwater onttrekt uit het zand van Berchem (HCOV-code: 0254). 2. Het grondwater wordt hoofdzakelijk aangewend voor de drinkwatervoorziening van dieren en als reinigingswater voor de stallen. Rekening houdend met de gemiddelde gebruikswaarden voor veeteelt, inclusief reinigingswater en water voor huishoudelijk gebruik, zoals gepubliceerd door het bestuur Land- en Tuinbouw van het ministerie van Landbouw (1990) en de brochure Melkveehouderij van VMM (2006), kan het verbruik worden geraamd op m³/jaar, waarvan m³/jaar voor hoogwaardige toepassingen. Opgevangen hemelwater wordt ingezet als reinigingswater voor stallen. Het aangevraagde debiet is bijgevolg realistisch. 3. In toepassing van de richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten werd voor de grondwaterwinning met een debiet van m³/jaar op een niet-relevante afstand van speciale beschermingszones en andere kwetsbare gebieden, vastgesteld dat er geen aanzienlijk effect op het grondwater te verwachten is zodat er geen MER vereist is. 4. Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd voor deze aanvraag onderzocht of er een schadelijk effect door de grondwaterwinning wordt veroorzaakt. Er werd vastgesteld dat het schadelijk effect op het grondwatersysteem beperkt is en dat gunstig kan worden geadviseerd; Gelet op het feit dat de AOW in het kader van de watertoets enkel heeft geadviseerd over de aspecten die verband houden met de grondwaterwinning en niet over de overige aspecten van de aanvraag; Gelet op het gunstig advies van de Watering De Beneden Mark d.d. 14 december 2011 in het kader van de watertoets; op volgende elementen uit dit advies: 1. Het perceel paalt niet rechtstreeks aan waterloop nr Beekse Venloop van 3 de categorie, het perceel watert er naar af. 2. Het perceel is niet gelegen in een effectief of recent overstroomd gebied, noch in de beekvallei, een nat of een laaggelegen of overstroombaar gebied volgens de watertoetskaart de overstromingskaarten. Het perceel is wel gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. 3. Door de ligging in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied is bijzondere aandacht vereist voor het gescheiden houden van mest en kuiswater van grond- en oppervlaktewater, zoniet komen de bescherming, verbetering of het herstel van oppervlaktewater- en grondwaterlichamen in het gedrang, alsook het voorkomen en verminderen van de verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater. 4. Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren, worden naast de algemene wettelijke voorwaarden nog volgende specifieke voorwaarden voorgesteld: a) voldoende en aangepaste infiltratie- en/of buffervoorziening aanleggen;

10 10 / 20 b) oppervlaktewater en KAR in open bedding; c) alle nodige voorzorgsmaatregelen om waterschade te voorkomen of om te voorkomen dat er vermenging ontstaat van mest en kuiswater met oppervlakte- en grondwater. 5. Mits naleving van de algemeen wettelijke voorwaarden en de specifieke maatregelen kan een gunstig advies worden gegeven; Gelet op het horen van de heer F. Van Opstal, adviseur bij bvba Well Milieuadvies, namens de exploitant door de Provinciale Milieuvergunningscommissie d.d. 6 maart 2012; Gelet op het gunstig advies d.d. 6 maart 2012 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies: 1. Horen van partijen De heer F. Van Opstal, adviseur van bvba Well Milieuadvies, wordt gehoord namens de exploitant. Een deskundige merkt op dat uit het dossier blijkt dat de exploitant als ammoniakemissiearm stalsysteem heeft gekozen voor het stalsysteem P-6.4. Volgens het ministerieel besluit van 31 mei 2011 tot wijziging van bijlage I van het ministerieel besluit van 19 maart 2004 houdende vaststelling van de lijst van ammoniakemissiearme stalsystemen in uitvoering van artikel en artikel bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 8 juli 2011, bedraagt de ammoniakemissie van dit systeem 0,045 kg NH 3 per dierplaats per jaar. In het aanvraagdossier geeft de exploitant echter aan dat de ammoniakemissie van dit systeem 0,021 kg NH 3 per dierplaats per jaar zal bedragen. De heer F. Van Opstal verduidelijkt dat het bij het dossier gevoegde document met betrekking tot het stalsysteem Nederlandse informatie is die andere, en bétere cijfers hanteert dan in Vlaanderen. Hij benadrukt dat het stalsysteem hoe dan ook voldoet aan de normen die in Vlaanderen worden vooropgesteld. Hij heeft de Nederlandse informatie bij het dossier gevoegd omdat op basis van de cijfers die daarin worden gehanteerd kan worden verondersteld dat men nog beter zou kunnen presteren dan de Vlaamse cijfers over dat systeem aangeven. Hij benadrukt ook dat dit systeem volgens hem ook het voordeel biedt dat het, in vergelijking van systemen met luchtwassers, effectief praktisch haalbaar is en betaalbaar. De deskundige vraagt waarom de exploitant gekozen heeft voor het systeem P-6.4, nu blijkt uit de lijst van stalsystemen zoals die op 8 juli 2011 in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd dat het stalsysteem P-6.3 beter scoort op het vlak van ammoniakemissie. De heer F. Van Opstal merkt op dat het systeem P-6.3 werkt met heaters op petroleum. Dit kost de exploitant meer geld. De deskundige wijst er op dat de exploitant een nieuw slachtkippenbedrijf aanvraagt, waarvan het aantal dieren op zo n stuks na de MER-drempel benadert. Hij verwacht dat de exploitant dan zou kiezen voor een stalsysteem dat beter kan scoren op het vlak van ammoniakemissie. De heer F. Van Opstal stelt dat dit hier wel degelijk het geval zal zijn. Het stalsysteem P-6.3 zal energetisch duurder zijn dan het stalsysteem P-6.4 omdat de warmtebron daar meer moet werken. Een deskundige merkt op dat als de exploitant zou werken met zonnepanelen, een warmtepomp e.d. het stalsysteem P-6.3 eventueel wel interessanter zou kunnen zijn. De heer F. Van Opstal wijst er op dat zonnepanelen of een warmtepomp niet altijd interessant zullen zijn omdat de warmtevraag tijdens de kweekcyclus in een slachtkippenbedrijf in pieken en dalen verloopt. De voorzitter vraagt of de stedenbouwkundige vergunning intussen werd verleend. De heer F. Van Opstal bevestigt dat de stedenbouwkundige vergunning al werd verleend. Daarin werd een groenscherm opgelegd.

11 11 / Mer-screening De aanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage 2 bij de richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. Volgende aangevraagde rubrieken geven aanleiding tot de mer-screening: d De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de omzendbrief LNE 2011/1 milieueffectbeoordeling en vergunningverlening voor bepaalde projecten ten gevolge van het arrest van het Hof van Justitie van 24 maart 2011 (C-435/09, Europese Commissie tegen België) van 22 juli 2011 (BS 31 augustus 2011). De aanvraag werd getoetst aan de criteria van bijlage 2 van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM). Het agentschap voor Natuur en Bos stelt in haar advies dat de oprichting en uitbating van het nieuwe mestkippenbedrijf geen betekenisvolle negatieve impact zal hebben op de natuurwaarden in de nabijgelegen natuurgebieden. Gezien het bedrijf gelegen is in een landschappelijk waardevolle omgeving, dient wel voldoende aandacht te worden besteed aan de groene inkleding van de bedrijfsgebouwen en het bedrijfsterrein. De aanplantingen dienen te gebeuren met streekeigen groen. De AMV verwijst hiervoor naar de bijzondere voorwaarde in de bouwvergunning van het college van burgemeester en schepenen van Hoogstraten. De omgeving is zeer licht bebouwd en er zijn geen habitatrichtlijngebieden of een ander kwetsbaar gebied op minder dan 1 km. Gelet op de ligging en de voorzieningen die getroffen worden om de hinder voor de omgeving te beperken, kan gesteld worden dat het aangevraagde project niet mer-plichtig is. De grondwaterwinning is gelegen op niet-relevante afstand van speciale beschermingszones en andere kwetsbare gebieden, zodat er geen aanzienlijk effect op het grondwater te verwachten is. De inrichting is gelegen op ruime afstand van vogel- of habitatrichtlijngebied of een ander kwetsbaar gebied. De aangevraagde activiteiten zijn van die aard dat voor het project geen aanzienlijke milieugevolgen te verwachten zijn. Bijgevolg is het project niet merplichtig. 3. Omschrijving en rubrieken De PMVC merkt op dat de aanvrager in het aanvraagdossier een foutief postnummer heeft opgegeven van de deelgemeente waar de inrichting is gelegen: het perceel is gelegen in de deelgemeente Meer met postnummer Dit dient zo gecorrigeerd te worden. In de aanvraag werd slechts een diepte bij benadering voor de grondwaterwinning opgegeven. De aanvrager vermeldt een diepte van 180 tot 200 m. De AOW stelt in de zitting dat in het voorwerp voor de duidelijkheid een diepte van 200 m kan worden opgenomen. De omschrijving van het voorwerp kan in die zin aangepast worden. Opslag gier/reinigingswater: De AMV merkt op dat de opslag van 20 m³ gier in feite de opslag inhoudt van reinigingswater van de stallen. Die moet volgens de AMV niet als mestopslag worden beschouwd. De AMV schrapt daarop de opslag van reinigingswater in citernes. De PMVC is van oordeel dat het schrappen van de opslag van reinigingswater onder rubriek 28.2.c.1 correct is aangezien die betrekking heeft op de opslag van dierlijke mest. Het volledig afnemen van het statuut meststof voor het met mestdeeltjes verontreinigde water lijkt evenwel overdreven. Het mestdecreet (Decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen) hanteert immers de volgende definities (artikel 3): - [ ]

12 12 / 20-6 meststof: elke één of meer stikstof- of fosforverbindingen bevattende stof die op het land wordt gebruikt ter bevordering van de gewasgroei, met inbegrip van dierlijke mest, afval van visteeltbedrijven en zuiveringsslib; - 7 kunstmest: elke met een industrieel proces vervaardigde meststof, met inbegrip van het (NH 4) 2SO 4 uit spuiwater; - 8 dierlijke mest: excrementen van vee of een mengsel van strooisel en excrementen van vee, alsook producten daarvan, met inbegrip van champost en van afval van visteeltbedrijven; - [ ] - 13 andere meststoffen: alle meststoffen die noch kunstmest, noch dierlijke mest zijn. Deze meststoffen omvatten onder meer spuistroom en zuiveringsslib; Uitgaande van deze omschrijvingen dient het kuiswater inderdaad niet te worden beschouwd als dierlijke mest, maar als een andere meststof. De PMVC stelt dan ook voor om de opmerking van de AMV in die zin te herformuleren als overweging bij het besluit: Overwegende dat de opslag van reinigingswater in citernes, rekening houdend met de toepasselijke definities zoals opgenomen in artikel 3 van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (mestdecreet) niet wordt beschouwd als de opslag van dierlijke mest; dat het reinigingswater dient te worden beschouwd als een andere meststof; dat zodoende de opslag ervan niet valt onder rubriek 28.2.c.1, doch de bepalingen van het mestdecreet onverkort van toepassing blijven; Voor het overige werden omschrijving en rubrieken correct aangevraagd en kunnen ze behouden blijven. 4. Stedenbouwkundige verenigbaarheid De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvraag is principieel in overeenstemming met de bepalingen van het geldende gewestplan. De PMVC stelt dat de inrichting principieel stedenbouwkundig verenigbaar is. De adviezen van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar en het college van burgemeester en schepenen zijn gunstig op voorwaarde dat: het beroep van de derde niet wordt ingewilligd door de deputatie, en vergunning wordt verleend door de uitspraak; het groenscherm effectief wordt aangelegd (en vergund indien afwijkend van de huidige stedenbouwkundige vergunning). Op 12 januari besliste de deputatie om het beroep dat door meester Ilse Van Noppen, advocate namens de heer Constant Verschueren, werd ingediend tegen het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 oktober 2011 houdende verlenen van de vergunning voor het bouwen van 2 kippenstallen, niet ingewilligd. De stedenbouwkundige vergunning werd daarop verleend. In het deputatiebesluit betreffende het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning wordt eveneens verwezen naar de noodzaak tot landschappelijke inkleding van de inrichting. Er wordt daarbij een beschrijving gegeven van de minimale vereisten waaraan het met dat doel aan te planten groenscherm moet voldoen. In de aanvraag is er sprake van de opmaak van een erfbeplantingsplan indien de vergunning wordt verkregen. Het is onduidelijk in hoeverre in het beplantingsplan rekening kan/zal worden gehouden met de randvoorwaarden die inzake het groenscherm werden ingeschreven in de stedenbouwkundige vergunning. De PMVC stelt voor om gelet op de uitgebrachte adviezen in de overwegingen bij het besluit op te nemen dat de exploitant het noodzakelijke groenscherm effectief dient aan te planten en in stand te houden; dat een aanpassing van de stedenbouwkundige vergunning vereist is, indien het vooropgestelde groenscherm (bijvoorbeeld o.b.v. erfbeplantingsplan Hooibeekhoeve) afwijkt van het groenscherm zoals opgelegd in de huidige stedenbouwkundige vergunning.

13 13 / Openbaar onderzoek bezwaren In het kader van het openbaar onderzoek werd er werd 1 bezwaarschrift ingediend met betrekking tot volgende aspecten: Tegen de stedenbouwkundige vergunning werd beroep aangetekend bij de deputatie. Stankoverlast. Waardevermindering van de omliggende gronden door mest- en stankoverlast en aantrek insecten. Vernietiging van het panoramische zicht. De ligging tegen een natuurgebied. De nabijheid van de Mark Geluidsoverlast in een rustig gebied. De gronden liggen in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied en worden thans als akkerland gebruikt. De aflevering van een vergunning heeft een zware impact op het milieu. De aanvrager exploiteert thans een melkveebedrijf op een andere locatie. De aanvraag van een slachtkippenbedrijf gebeurt niet in het kader van nieuw op te richten gebouwen die noodzakelijk zijn en kunnen ingeschakeld worden in het bestaande landbouwbedrijf. Het perceel ligt vlak aan de Nederlandse grens en de aanvraag voor een vergunning wordt uit puur winstbejag ingediend, omdat zodoende grond met vergunning zou kunnen aangeboden worden voor verkoop. Op de plannen is ten voorlopige titel een woonst voorzien. Ook Nederlandse landbouwers hebben hiervoor belangstelling opdat zij in eigen land niet meer terecht kunnen. Eventueel kan de aanvrager ook dit bedrijf opstarten en zijn melkveebedrijf waar de stallen al maanden leeg staan, afstoten en verkopen. De argumenten van het bezwaarschrift worden als volgt geëvalueerd: De deputatie deed op 12 januari 2012 uitspraak over het beroep dat werd aangetekend tegen het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 oktober 2011 houdende verlenen van de vergunning voor het bouwen van 2 kippenstallen. Het beroep werd niet ingewilligd, de vergunning werd verleend. De stallen worden uitgerust met het ammoniakemissiearme stalsysteem P-6.4 (stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar). De emissiefactor zal 0,021 kg NH 3 per dierplaats en per jaar bedragen terwijl een traditioneel stalsysteem zorgt voor een productie van 0,080 NH 3-emissie/dier/jaar. De stallen zijn voorzien van een uitstoot van minstens 0,5 m boven de nok. Er wordt een gekoelde kadaveropslag voorzien en er wordt een bijzondere voorwaarde voorzien voor de aanleg van een groenscherm (zie punt 9.c hierna). De omgeving van het bedrijf is zeer dun bebouwd. Binnen een straal van ca. 300 m liggen 2 landbouwbedrijven en 1 particuliere woning. In de overheersende windrichting is geen enkele woning gelegen. Volgens het agentschap voor Natuur en Bos zal het nieuwe mestkippenbedrijf geen betekenisvolle negatieve impact hebben op de natuurwaarden in de nabijgelegen natuurgebieden. De uitgebrachte adviezen zijn gunstig. Mits de opgelegde voorwaarden stipt worden nageleefd, moet de hinder inzake geluid, geur, insecten, tot een aanvaardbaar niveau beperkt kunnen worden. Een milieuvergunningsaanvraag wordt niet getoetst aan economische argumenten. Waardevermindering is geen milieutechnisch criterium waaraan de milieuvergunningsaanvraag moet getoetst worden. 6. Milieutechnische evaluatie De PMVC stelt dat de bedenkingen die het college van burgemeester en schepenen in zijn advies oppert als volgt kunnen worden weerlegd: Uit de adviezen van de AMV, het agentschap voor Natuur en Bos en van de AOW blijkt dat het project niet mer-plichtig is.

14 14 / 20 De aspecten met betrekking tot de watertoets werden reeds beoordeeld in het kader van de stedenbouwkundige procedures. Hieruit blijkt dat de aangevraagde inrichting geen noemenswaardige impact zal hebben op het watersysteem, mits naleving van de voorwaarden opgenomen in het advies van Watering de Beneden Mark. De PMVC volgt de gunstige adviezen. De PMVC adviseert om in de overwegingen van het besluit op te nemen dat het Mestdecreet veronderstelt dat de exploitant de nodige nutriëntenemissierechten heeft verkregen alvorens hij kan exploiteren. 7. Watertoets Uit de toepassing van de beoordelingsschema s met betrekking tot de watertoets blijkt dat voor de aspecten met betrekking tot de grondwaterwinning naar het Vlarem wordt verwezen. Zoals vermeld in het advies van de AOW werd door haar, onder verwijzing naar artikel 8 van het Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, voor deze aanvraag onderzocht of er een schadelijk effect door de grondwaterwinning wordt veroorzaakt. Er werd vastgesteld dat het schadelijk effect op het grondwatersysteem beperkt is. Uit de toepassing van de beoordelingsschema s met betrekking tot de watertoets blijkt dat de overige gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze mogelijk relevant zijn voor wat betreft de invloed op het watersysteem en dat het wateradvies van de Watering De Beneden Mark en van de afdeling Operationeel Waterbeheer van de VMM vereist is. Het advies van Watering De Beneden Mark is gunstig. Het advies van de AOW met betrekking tot deze aspecten werd niet ontvangen. Artikel 8 3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid stelt dat indien binnen de voorziene termijn geen advies werd ontvangen, aan de adviesvereiste mag worden voorbijgegaan. Hieruit kan mits geen tegenindicaties geconcludeerd worden dat aan de bepalingen van het decreet op integraal waterbeleid voldaan is en dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid. 8. Termijn De vergunning kan verleend worden voor een termijn van 20 jaar vanaf beslissingsdatum met een termijn voor ingebruikname van 3 jaar. 9. Voorwaarden a. Algemene voorwaarden Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) b. Sectorale voorwaarden Dieren: hoofdstuk 5.9 Opslag van gevaarlijke stoffen - algemene bepalingen: afdeling Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling Winning van grondwater: hoofdstuk 5.53 c. Bijzondere voorwaarden Groenscherm: Gelet op het advies van het agentschap voor Natuur en Bos, stelt de AMV volgende bijzondere voorwaarde voor: De groenschermen - zoals ingetekend op het inplantingsplan bij de bouwaanvraag - worden aangeplant in het eerstvolgend plantseizoen. De beplanting moet over een breedte van minimaal 6 m worden uitgevoerd met drie rijen streekeigen hoogstammige bomen met een minimale stamomtrek van 12 cm en met een tussenafstand van 4 m, aangevuld met een dichte onderbegroeiing van streekeigen struiken, zodat een dichte houtkant als zichtscherm kan worden ontwikkeld. De beplanting moet doorlopend en op vakkundige wijze worden onderhouden teneinde zijn afschermende functie optimaal te behouden. De PMVC acht dergelijke, gedetailleerde bijzondere voorwaarde met betrekking tot de

15 15 / 20 aanleg van een groenscherm niet opportuun. In het kader van de stedenbouwkundige vergunning werd reeds een groenscherm opgelegd en de exploitant voorziet de opmaak van een erfbeplantingsplan door de tuin- en landschapsarchitecte van de Hooibeekhoeve, zodat er op termijn mogelijk 3 voorstellen inzake het groenscherm voorliggen, waarvan één of meerdere elementen mogelijk met elkaar in tegenstrijd zijn. Dat geeft niet enkel aanleiding tot discussie, maar het maakt ook dat de exploitant mogelijk een aanvraag zal moeten indienen tot wijziging van de voorwaarden van zowel de bouw- als de milieuvergunning. Voorgesteld wordt derhalve om de aanleg van het groenscherm louter te vermelden in de overwegingen bij het besluit (cf. infra en supra). Het college van burgemeester en schepenen stelt het volgende voor: Het groenscherm moet effectief worden aangelegd zoals het werd opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning. Indien de exploitant een groenscherm wenst aan te leggen conform een erfbeplantingsplan dat door de Hooibeekhoeve werd opgemaakt, dan dient hiervoor een aanpassing van de stedenbouwkundige vergunning verkregen te worden. De PMVC stelt voor om dit in een aparte overweging in het besluit te vermelden (zie ook punt 3 hierboven). De bijzondere voorwaarden van de watering De Beneden Mark: De PMVC is van oordeel dat de bijzondere voorwaarden die de watering De Beneden Mark voorstelt, niet in het kader van de milieuvergunning moeten worden opgelegd. Zij werden bovendien overeenkomstig de geëigende regelgeving opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning die door de deputatie werd afgeleverd op 12 januari Diepte grondwaterwinning: De AOW, hierin gevolgd door de PMVC, meent dat het aangewezen is dat in een bijzondere voorwaarde opgelegd wordt dat zodra de grondwaterwinning is aangelegd, de boorstaat moet worden bezorgd waaruit de juiste diepte van de boorput blijkt. Van zodra de grondwaterwinning is aangelegd, dient de exploitant aan de vergunningverlenende overheid en de AOW de boorstaat te bezorgen waaruit de juiste diepte van de boorput blijkt. Ammoniakemissiearme staluitvoering Naar analogie met eerdere dossiers wordt de ammoniakemissiearme uitvoering van de stallen verankerd in de bijzondere voorwaarden: De pluimveestallen worden uitgevoerd conform het ammoniakemissiearme stalsysteem P-6.4 (stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar). De uitvoering en het gebruik van het ammoniakemissiearme stalsysteem moet volledig gebeuren conform het ministeriële besluit van 31 mei 2011 tot wijziging van bijlage 1 van het ministerieel besluit van 19 maart 2004 houdende vaststelling van de lijst van ammoniakemissiearme stalsystemen. De volgende overwegingen kunnen in dat verband in het besluit worden opgenomen: Overwegende dat het ammoniakemissiearme stalsysteem P-6.4 (stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar) zal worden geïmplementeerd bij de bouw van de pluimveestallen. Overwegende dat het ministeriële besluit van 31 mei 2011 tot wijziging van bijlage 1 van het ministeriële besluit van 19 maart 2004 houdende vaststelling van de lijst van ammoniakemissiearme stalsystemen bepaalde eisen stelt aan de uitvoering en het gebruik van het vermelde systeem; dat uitvoering en gebruik van het ammoniakemissiearme stalsysteem volledig moet gebeuren conform de bepalingen van het vermelde Ministeriële besluit. Overwegende dat de vertegenwoordiger van de exploitant in de zitting verklaard heeft dat de exploitant meent dat het ammoniakemissiearme stalsysteem P-6.4 beter zal presteren dan de vooropgestelde ammoniakemissie per dierplaats per jaar in het Ministerieel besluit van 31 mei 2011 tot wijziging van bijlage I van het ministerieel

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10. Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

AMV/ /1001. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1001. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/000154831/1001 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 29

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ddj. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV GALLIBEL MET BETREKKING TOT EEN GRONDWATERWINNING

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /PISA. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV BAYER ANTWERPEN MET BETREKKING TOT DE MILIEUTECHNISCHE

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0053/KADC/inge BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

MLAV1/ /RP/si

MLAV1/ /RP/si /RP/si OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV SEPPIC BELGIE MET BETREKKING TOT EEN ALKOXYLATIEFABIEK, GELEGEN TE 2070 ZWIJNDRECHT, SCHELDEDIJK 50, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE.

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen Gelet op de mededeling van kleine verandering op 23 september 2011 ingediend door de heer Zaman Jan, Eeckbergstraat 64 te 9170 Sint-Gillisvergadering

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /MV/bd MLAV1/9900000064/MV/bd HOUDENDE VERGUNNING AAN DE N.V. BAYER ANTWERPEN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN CHEMISCH BEDRIJF (XIV-KRACHTCENTRALE MIDDEN), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 507- SCHELDELAAN 420. De

Nadere informatie

MLAV1/0100000089/RTH/vive

MLAV1/0100000089/RTH/vive /RTH/vive OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. VERALU MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN RAMEN EN DEUREN, GELEGEN TE 2580 PUTTE (BEERZEL), KONINGSBAAN 86, EN OVER DE MELDING

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLVER/07-56/mavb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE HEER LEENAERTS JAN MET BETREKKING

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /crbo. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. AGFA-GEVAERT MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING

Nadere informatie

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen MLAV1/0300000171/AK/fs BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER MATHIJSSEN JOHANNES MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kh. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VANHOOF JOZEF MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLVER-2011-0104/ELSL/kadc BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN NV COLOMBUS-HTC, BVBA AFVALSTOFFEN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/08-123/hs. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEREN PIET EN DANNY VERMEIREN MET BETREKKING

Nadere informatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ Vlaamse Regering AMV/00015605/1001/B Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.4.4 van titel II van het VLAREM, ingediend door de bvba DGST, Waterstraat

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/08-420/mavb. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER NOYENS FRANS MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kh/mige. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE HEER VERSTRAELEN GUY MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/lydr. /MV/lydr. OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (SUPER ABSORBER POLYMEER - SAP), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, SCHELDELAAN 600 - HAVEN 725. De bestendige

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /HS/kh. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA VARKENSBEDRIJF MOLENHEIKEN MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHAN ROMBOUTS MET BETREKKING TOT EEN SLACHTKUIKENHOUDERIJ, GELEGEN TE 2960 BRECHT, LEGEHEIDEWEG 11.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHAN ROMBOUTS MET BETREKKING TOT EEN SLACHTKUIKENHOUDERIJ, GELEGEN TE 2960 BRECHT, LEGEHEIDEWEG 11. Besluit /HS/gvda Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHAN ROMBOUTS MET BETREKKING TOT EEN SLACHTKUIKENHOUDERIJ,

Nadere informatie

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B J' Vlaamse Regering : ~............ AMV1000143935/1 004/B Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60. Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING,

Nadere informatie

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26. 2/MLAV1/9300000324/HWM/LO. Milieuvergunningen HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26. De bestendige deputatie van de Provincieraad

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /goep/jdn. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER MATTHYSEN DIRK MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD

Nadere informatie

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; 2/MLAV1/9200000667/KB/ian. Milieuvergunningen HOUDENDE VERGUNNING AAN PELKMANS-VAN BOUWEL JOZEF VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2323 HOOGSTRATEN (WORTEL), LANGENBERG 52A. De bestendige

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ddj. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA DE SCHANSHOEVE MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/000157671/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan

Nadere informatie

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002 ...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/00062161/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, eerste zin, van

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLVER/08-100/jdn. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV FINA ANTWERP OLEFINS MET BETREKKING

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001 VLAAMSE REGERING AMV/000151017/1001 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG TOT AFWIJKING VAN ARTIKEL 5.9.2.1BIS, 1 EN 2, VAN TITEL 11 VAN

Nadere informatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/00024402/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door Temur Irfan voor een brandstofbevoorradingsstation

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt, Hilde Bruggeman, leden Albert De Smet, provinciegriffier

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals ^ \ Vlaamse Regering AMV/000119824/1007 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2,1, van titel II van het VLAREM ingediend door Luc en Yves Van Caeneghem,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0042/GVDA/age BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

MLAV1/ /RP/bd

MLAV1/ /RP/bd /RP/bd OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. MONSANTO EUROPE MET BETREKKING TOT DE BUTVAR SOLVENT AFDELING, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 627 - SCHELDELAAN 460. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /MIGE Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER STIJN VAN DER VELDEN MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ AMV/000143915/1002 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door nv Belgomine voor een tankstation gelegen

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLAV1/08-292/hs-mavb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA KLAASEN FRANK MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

)"1 = Vlaamse Regering :~~"= , " AMV/ /1000

)1 = Vlaamse Regering :~~= ,  AMV/ /1000 ,n,-, " Vlaamse Regering :~~"= )"1 = AMV/000157095/1000 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.32.10.2, 1, 1,

Nadere informatie

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, m rin AMV'00060090'1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel 11 van het VLAREM ingediend door nv Van De Velde voor een tankstation

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /ES. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /NVD Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE LV MARTENS MARIA MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA MARPA MET BETREKKING TOT EEN LEGKIPPENBEDRIJF,

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie Directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

AMV/00066448/1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/00066448/1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/00066448/1012 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen, van

Nadere informatie

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. ~ AMV/ /1001 Vlaamse Regering :~~~= :n- ',.. "~ ~ = AMV/000156706/1001 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van de artikelen 5.17.2.1,

Nadere informatie

Vlaamse Regering ::J..~-

Vlaamse Regering ::J..~- Vlaamse Regering ::J..~-..~tr Ij' AMV/000136715/1004 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel

Nadere informatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/00026203/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, van titel II van het VLAREM ingediend door Michel en Fabio Lefever, Gerzenstraat

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000 VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/00068315/1000 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER HET BEROEP AANGETEKEND TEGEN DE BESLISSING NR. D/PMVC/05L07/05262

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /vcsa. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VAN DE LOCHT - VAN GESTEL GUY MET BETREKKING

Nadere informatie

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2010.13.V5 Systeembeschrijving van Juli 2015 Stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar Vleeskuikens, (groot-)

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID Omgeving

VLAAMSE OVERHEID Omgeving 56044 BELGISCH STAATSBLAD 12.07.2018 MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Omgeving [C 2018/31391] 28 MEI 2018. Ministerieel besluit tot wijziging van bijlage I bij het ministerieel besluit van 19 maart 2004

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem 4a Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem 4a Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2010.13.V2 Systeembeschrijving van oktober 2011 Stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar Vleeskuikens, (groot-)

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /gvda. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER EN MEVROUW VERBRUGGEN-BERTELS MET BETREKKING

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016 Besluit B-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg p r o v i n D i r e c t i e Ruimte D i e n s t Milieuvergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op de melding d.d. 2013-01-30 van overname door Haesen-Roebben lv, Diepestraat 8, 3620 Lanaken

Nadere informatie

AMV/000157025/1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

AMV/000157025/1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW, AMV/000157025/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, 2, derde lid, van titel 11 van het VLAREM ingediend door David Quarem, Tessenderlosesteenweg

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0029/ELSL/mben BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

MLVER/9800000164/PAG/sdv

MLVER/9800000164/PAG/sdv MLVER/9800000164/PAG/sdv HOUDENDE GEDEELTELIJKE AKTENEMING VAN EEN MELDING VAN N.V. EEG SLACHTHUIS VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2800 MECHELEN, SLACHTHUISLAAN 1. De bestendige deputatie

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2. Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /gvda. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLVER-2014-0052/KRHO-MB Dienst Milieuvergunningen Departement Leefmilieu BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV UMICORE MET BETREKKING

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN. Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /gvda. BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, 34013/110/1/W/1 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag DEVAMIX / B.S.V. Beneluxlaan(S) 201 8530 Harelbeke tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-03022009 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHANNES VAN DEN BROEK MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN TE 2330 MERKSPLAS, STRIKKEWEG Z/N.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHANNES VAN DEN BROEK MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN TE 2330 MERKSPLAS, STRIKKEWEG Z/N. Besluit /kadc. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHANNES VAN DEN BROEK MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /kh. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV POLLO MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEBEDRIJF, GELEGEN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ES. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /GOEP. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN MERTENS DIRK & THOMAS MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, VLAAMSE REGERING BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG INGEDIEND DOOR DE NV TIMCAL BELGIUM, APPELDONKSTRAAT 173, 2830

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /HS/gvda. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV AGRIVA MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2012-0034/SAPI/age BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ddj. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA GESUPORC MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg p r o v i n D i r e c t i e Ruimte D i e n s t Milieuvergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op de melding d.d. 2011-05-17 (bij het provinciebestuur ingekomen op 2011-07-12) van overname

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VAN OPSTAL HERMAN MET BETREKKING TOT EEN LEGKIPPENHOUDERIJ,

Nadere informatie

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, 36008/127/1/W/1 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag VANDEMOORTELE IZEGEM, Prins Albertlaan 12 8870 te Izegem tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLVER-2012-0014/SAPI-mb BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV INEOS MANUFACTURING BELGIUM

Nadere informatie

AMV/ /1004. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV/ /1004. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, AMV/00035702/1004 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie Limburg van 12 mei

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen straat en nummer Dorpsstraat 99 postnummer en gemeente 2940 Stabroek

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; MLVER/0300000006/gvda - ak OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 januari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 januari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 januari 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Bioremediering wetgeving Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (EU 2009/128) Vlaanderen: Vlarem -

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kadc. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV KEMPENHOF MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEBEDRIJF,

Nadere informatie

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Middels dit bezwaarschrift wens ik bezwaar in te dienen tegen de voormelde milieuvergunningsaanvraag op gronde van volgende

Nadere informatie

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.); MLVER/9600000236/JVDM/bd HOUDENDE AKTENEMING VAN EEN MELDING VAN NV GRALEX VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2070 ZWIJNDRECHT, KRUIBEEKSESTEENWEG 227. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-26062008 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; J" Vlaamse Regering. -... AMV/000/150708/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de

Nadere informatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VERHAEGEN MITCH MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ, GELEGEN TE 2440 GEEL, ROERDOMPSTRAAT ZN.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VERHAEGEN MITCH MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ, GELEGEN TE 2440 GEEL, ROERDOMPSTRAAT ZN. Besluit /sb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VERHAEGEN MITCH MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ,

Nadere informatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig Marc De Buck, wnd. voorzitter Besluit van de Bestendige Deputatie Alexander Vercamer, Ivan Verleyen, Frans Van Gaeveren, Jean-Pierre Van Der Meiren, Carina

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen aanwezig Alexander Vercamer, Wnd. voorzitter Besluit van de Deputatie Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt, Hilde Bruggeman, leden

Nadere informatie

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT BIJLAGE 3. Meldingsformulier inzake de exploitatie van een klasse 3 inrichting, de verandering van een inrichting of de overname van een inrichting door een andere exploitant (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen vergadering van 01 december 2011 aanwezig Denys André, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander De Buck Marc Hertog Peter Dauwe Jozef Couckuyt Eddy

Nadere informatie