Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Transcriptie

1 Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ddj. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA DE SCHANSHOEVE MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN TE 2491 BALEN (OLMEN), KLAASHOEVENWEG 1, EN OVER DE MELDING VAN EEN INRICHTING VAN DE DERDE KLASSE. De deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 13 februari 2009 ingediend door de bvba De Schanshoeve, gevestigd Klaashoevenweg 1 te 2491 Balen (Olmen) strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een varkensbedrijf, gelegen te 2491 Balen (Olmen), Klaashoevenweg 1, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 3-B-559c, 3-B-560d, 3-B-560e, 3-B-558h, 3- B-557b, 3-B-562a, te veranderen als volgt : wijziging van de standplaatsen van varkens en uitbreiding van voornoemde standplaatsen met 16 zeugen, 314 andere varkens en 48 opfokzeugen tot een totaal van standplaatsen voor varkens (9.4.1.c d.1); wijziging door het verplaatsen van de opslag van kg zwavelzuur ( b); uitbreiding van de mestopslag met 750 m³ tot een totale mestopslag van m³ (28.2.c.2). Gelet op het feit dat volgende klasse 3-inrichting wordt gemeld: verplaatsen van één bovengrondse mazouttank van l ( b). Vlaremrubricering volgens aanvrager: c d b b 28.2.c.2; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: besluit d.d. 10 mei 1195 van het college van burgemeester en schepenen houdende vergunning voor het exploiteren van een grondwaterwinning voor een termijn verstrijkend op 1 januari 2019; besluit met kenmerk MLAV1/ d.d. 12 oktober 2006 van de deputatie houdende vergunning voor het verder exploiteren na verandering door toevoeging, wijziging en uitbreiding van een varkenshouderij voor een termijn verstrijkend op 12 oktober 2026; Koningin Elisabethlei Antwerpen 1 T F

2 2 / 9 besluit met kenmerk MLAV1/ d.d. 7 maart 2008 van de deputatie houdende vergunning voor het veranderen door uitbreiding van de grondwaterwinning horende bij een varkenshouderij voor een termijn verstrijkend op 1 januari 2019; besluit met kenmerk MLAV1/ d.d. 2 oktober 2008 van de deputatie houdende vergunning voor het veranderen door toevoeging, wijziging en uitbreiding van een varkenshouderij voor een termijn verstrijkend op 12 oktober 2026; ontvangstmelding d.d. 7 januari 2009 door de deputatie, kenmerk MLOV/08-146, van de melding van overname van een varkenshouderij vergund op naam van Wellens Johan door bvba De Schanshoeve; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 13 februari 2009; op het feit dat op datum van 27 februari 2009 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 9 april 2009 waaruit blijkt dat er 1 schriftelijke opmerking werd ingediend door nv Elia; Gelet op het gunstig advies dd. 8 april 2009 van het college van burgemeester en schepenen van Balen (kenmerk MD.LFR ); Gelet op het gunstig advies dd. 29 april 2009 van de afdeling van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), bevoegd voor Milieuvergunningen (AMV) (kenmerk AMV/A/09/4868); op volgende elementen uit dit advies : 1. Het voorwerp van onderhavige aanvraag betreft in hoofdzaak de wijziging en uitbreiding van een varkensbedrijf. 2. De uit te breiden inrichting ligt niet in een waterwingebied, beschermingszone of kwetsbare zone. 3. Een wijziging van de standplaatsen van varkens en uitbreiding van voornoemde standplaatsen met 16 zeugen, 314 andere varkens en 48 opfokzeugen tot een totaal van standplaatsen voor varkens, waarvan 344 zeugen, 2 beren, andere varkens en 122 opfokzeugen wordt aangevraagd. Vergund Aangevraagd Stal vleesvarkens 534 vleesvarkens Stal 2 40 vleesvarkens 0 Stal vleesvarkens 400 vleesvarkens Stal zeugen, 74 jonge zeugen en 2 beren 280 zeugen, 122 jonge zeugen en 2 beren Stal vleesvarkens 1936 vleesvarkens en 64 zeugen 4. Een ontheffingsaanvraag tot het opstellen van een MER werd aanvaard op 28 april 2008 voor een termijn van vier jaar voor 328 zeugen, 2 beren, andere varkens en 74 opfokzeugen. Nu wordt een bijkomende uitbreiding met 16 zeugen, 314 andere varkens en 48 opfokzeugen aangevraagd. In het dossier is een verklaring van de dienst MER toegevoegd dat de uitbreiding niet MER-plichtig is. 5. De reeds vergunde nieuwe vleesvarkensstal (stal 5) wordt herschikt en uitgebreid. De stallen 1 en 5 zijn voorzien van een chemisch luchtwassysteem S-2 en stal 4 (zeugenstal + kraamstal) is tevens een ammoniakemissiearme stal: systeem V-3.5. (groepshuisvestingsysteem, zonder strobed en met schuine putwanden in het mestkanaal) voor de zeugenstal en systeem V-2.6. (mestpan met water- en mestkanaal onder kraamhok) voor de kraamhokken. Op het

3 3 / 9 uitvoeringsplan toegevoegd aan het dossier staat voor de zeugenstal ammoniakemissiearm stalsysteem V-3.1 aangeduid. Een aangepast plan van de zeugenstal is per bezorgd waarop stalsysteem V-3.5. staat ingetekend i.p.v. systeem V-3.1. In de ontheffingsaanvraag van 28 april 2008 staat ook systeem V-3.5. voor deze zeugenstal. 6. Omdat het de uitbreiding van een varkenshouderij betreft met verhoging van de varkenseenheden zijn de verbod- en afstandsregels van toepassing. In functie van de conceptie van de stallen, de verluchting ervan alsmede de mestopslag overeenkomstig de gehanteerde technische criteria volgens het dossier, geldt in dit geval een afstandsregel tot geurhindergevoelige gebieden van 350 m. Hieraan kan worden voldaan. 7. Een bijkomende mestopslag van 750 m³ wordt voorzien om te komen tot een totale mestopslag van m³. Diersoort # dier-plaatsen Opslagcapa-citeit mengmest per dierplaats in m³ (6 maanden) Totaal mengmest in m³ (6 maanden) Vleesvarkens op rooster , Kweekvarkens in kraamhokken 90 2,3 207 Zeugen en beren op rooster 256 2,0 512 Jonge zeugen 122 1,0 122 Biggen tot 10 weken ,2 331,2 Totaal 3.468,2 Totaal mengmest 9 maanden 5.202,3 Gelet op bovenstaande berekening kan gesteld worden dat er een voldoende opslag voor dierlijke mengmest in de inrichting voorzien wordt. 8. Wat betreft stofemissie wordt opwaaiend stof beperkt doordat alle oppervlakken die bereden of gebruikt worden, verhard zijn en tijdens het vullen van de silo s steeds gebruik wordt gemaakt van een stofzak aan de ontluchtingsbuis. Verder is er reductie van stof en geur door de chemische luchtwasser. 9. De opslag van kg (96%) zwavelzuur in een bovengrondse dubbelwandige polyestertank van 15 m³ wordt verplaatst. Ook de opvang van de spuistroom wordt verplaatst. De opvang van de spuistroom zal niet in een citerne gebeuren, maar er wordt een opslag voorzien onder de ruimte waar de chemische luchtwasser komt. 10. Volgende klasse 3-inrichting wordt gemeld: verplaatsen van één bovengrondse enkelwandige mazouttank van l van onder het afdak achter de mengkeuken naar de loods. De bovengrondse tank is ingekuipt en voorzien van een overvulbeveiligingssysteem. 11. Van de klasse 3-inrichting dient akte genomen te worden, maar mag enkel geëxploiteerd worden indien voldaan wordt aan de voorwaarden van Vlarem II. 12. Aspect Europese Vogel- en Habitatrichtlijngebieden: De inrichting ligt binnen een straal van 700 m van het habitatrichtlijngebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor ; Nog geen subadvies ontvangen van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het advies wordt geacht gunstig te zijn; Gelet op het gunstig advies dd. 24 april 2009 van het Agentschap RO-Vlaanderen (ARO) (kenmerk 8.00/13003/ ); op volgende elementen uit dit advies : 1. De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28/07/1978) gelegen in een agrarisch gebied.

4 4 / 9 2. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van ene goedgekeurd plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. 3. De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende plan, zoals hoger omschreven. 4. De laatste gekende stedenbouwkundige vergunning bij R-O Antwerpen betreft het bouwen van een varkensstal en dateert van 10/09/ De milieuvergunning voorziet in een wijziging en uitbreiding door: a) de aanpassing van de stalindeling; b) verhoging van het aantal dieren; c) extra mestopslag; d) verplaatsing luchtwasser en opslag zwavelzuur en spuistroom; e) verplaatsing van één mazouttank. 6. De exploitatie gebeurt binnen hoofdzakelijk vergunde landbouwbedrijfsgebouwen. Het inplantingplan geeft noch een weergave van de afstanden tot de perceelsgrenzen, noch de afstand tussen de onderlinge constructies. Ook werden de vereiste groenschermen niet weergegeven. De historiek van de stedenbouwkundige vergunningen toont aan dat de aanleg van een groenscherm in het verleden meermaals een voorwaarde heeft uitgemaakt voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en bijgevolg dient te worden gerealiseerd. 7. Mijn advies is principieel gunstig, mits de realisatie en instandhouding van de groenschermen opgelegd in de verleende bouwvergunningen en stedenbouwkundige vergunningen; Gelet op het feit dat de aanvrager bijkomende gegevens heeft toegestuurd met brief van 27 april 2009; Gelet op het horen van mevrouw A. Lauwerysen en de heer P. Herijgers, adviseurs van DLV, namens de exploitant, door de Provinciale Milieuvergunningscommissie dd. 5 mei 2009; Gelet op het gunstig advies dd. 5 mei 2009 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies : 1. Horen van partijen Mevrouw A. Lauwerysen en de heer P. Herijgers, adviseurs van DLV, worden gehoord namens de exploitant. De voorzitter deelt mee dat de adviezen gunstig zijn en dat de dienst MER verklaard heeft dat de uitbreiding niet MER-plichtig is. Mevrouw Lauwerysen vult aan dat het geen drastische uitbreiding betreft ten opzichte van wat reeds vergund is. 2. Omschrijving en rubrieken De omschrijving en rubrieken werden correct aangevraagd en kunnen behouden blijven. 3. Stedenbouwkundige verenigbaarheid De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen in agrarisch gebied en is principieel in overeenstemming met dit plan. De exploitatie gebeurt binnen hoofdzakelijk vergunde landbouwbedrijfsgebouwen. Het ARO verleent een gunstig advies, mits de realisatie en instandhouding van de groenschermen opgelegd in de verleende bouwvergunningen en stedenbouwkundige vergunningen. De PMVC stelt voor bovenstaande opmerking van het ARO over het groenscherm op te nemen in de overwegingen van het besluit. 4. Openbaar onderzoek bezwaren Er werden geen bezwaren ontvangen, wel is er één opmerking ontvangen van nv Elia Asset m.b.t. hoogspanningsmasten e.d. De PMVC stelt voor om in de overwegingen van het besluit op te nemen dat de exploitant contact dient op te nemen met de nv Elia Asset zodat onderling overeengekomen kan worden hoe voldaan kan worden aan de voorschriften. 5. Milieutechnische evaluatie

5 5 / 9 De PMVC volgt de gunstige adviezen. De PMVC adviseert om in de overwegingen van het besluit op te nemen dat het mestdecreet veronderstelt dat de exploitant over de nodige nutriëntenemissierechten beschikt alvorens hij kan exploiteren. 6. Watertoets Uit de toepassing van de beoordelingsschema s m.b.t. de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft de invloed op het watersysteem, zodanig dat geen bijkomend wateradvies vereist is, en dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid. 7. Termijn De vergunning kan verleend worden voor een termijn eindigend op 12 oktober 2026 met een termijn voor ingebruikname van 3 jaar. Er kan akte genomen worden van de gemelde klasse 3-inrichting. 8. Voorwaarden a. Algemene voorwaarden algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) b. Sectorale voorwaarden dieren: hoofdstuk 5.9 opslag van gevaarlijke producten algemene bepalingen: afdeling opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling c. Bijzondere voorwaarden: geen; Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied van het gewestplan Herentals-Mol, waarvoor de voorschriften voor agrarisch gebied van toepassing zijn; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de in de verleende bouwvergunningen en stedenbouwkundige vergunningen opgelegde groenschermen gerealiseerd en in stand gehouden moeten worden; Overwegende dat voor de evaluatie van de elementen die de aanvrager heeft aangebracht tijdens het horen door de PMVC, kan verwezen worden naar het advies van de PMVC; Overwegende dat de exploitant contact dient op te nemen met de nv Elia Asset zodat onderling overeengekomen kan worden hoe voldaan kan worden aan de voorschriften; Overwegende dat het mestdecreet veronderstelt dat de exploitant over de nodige nutriëntenemissierechten beschikt alvorens hij kan exploiteren; Overwegende dat de omschrijving m.b.t. rubriek 9 specifieker uitgedrukt dient te worden, nl. aanvulling met een overzicht van de aantallen dieren per categorie na verandering en de term andere varkens van toepassing te stellen op het totaal van vleesvarkens en opfokzeugen; dat tevens de omschrijving m.b.t. rubriek b specifieker uitgedrukt dient te worden, nl. het vermelden van het waterinhoudsvermogen van de zwavelzuurtank;

6 6 / 9 Overwegende dat voor het overige de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat uit de toepassing van de in artikel 3 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 vermelde beoordelingsschema s blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft invloed op het watersysteem; dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 12 oktober 2026; B E S L U I T : ARTIKEL 1 - Voorwerp 1 Aan de, gevestigd Klaashoevenweg 1 te 2491 Balen (Olmen) wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een varkensbedrijf, gelegen te 2491 Balen (Olmen), Klaashoevenweg 1, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 3-B-559c, 3-B-560d, 3-B-560e, 3-B-558h, 3-B-557b, 3-B-562a te veranderen door wijziging en uitbreiding als volgt : wijziging van de standplaatsen voor varkens en uitbreiding van voornoemde standplaatsen met plaatsen voor 16 zeugen, 362 andere varkens (314 vleesvarkens en 48 opfokzeugen) tot een totaal van standplaatsen voor varkens, waarvan 344 zeugen en andere varkens (2.870 vleesvarkens en 122 opfokzeugen) (9.4.1.c d.1); wijziging door het verplaatsen van de bovengrondse houder van 15 m³ voor de opslag van kg zwavelzuur ( b); uitbreiding van de mestopslag met 750 m³ tot een totale mestopslag van m³ (28.2.c.2). 2 Akte wordt genomen van de volgende klasse 3-inrichting: verplaatsen van één bovengrondse mazouttank van l ( b). Vlarem-rubricering: c d b b c.2 ARTIKEL 2 Koppeling aan de bouwvergunning 1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning als bedoeld in art. 43 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, of een stedenbouwkundige vergunning als bedoeld in art. 99, 1, 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, vereist is en deze bouw- of stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouw- of stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend of is

7 7 / 9 geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouw- of stedenbouwkundige vergunning te melden aan de deputatie bij ter post aangetekende zending. 2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouw- of stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 3 De bouw- of stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. 4 Deze geschorste bouw- of stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3 Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : 1. Algemene: algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) 2. Sectorale: dieren: hoofdstuk 5.9 opslag van gevaarlijke producten algemene bepalingen: afdeling opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling Bijzondere: geen De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de website van de provincie Antwerpen, via onderstaande link : nde/recente_wijzigingen ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn: 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer:

8 8 / 9 a) Deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouw- of stedenbouwkundige vergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouw- of stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan. 2. die eindigt op 12 oktober 2026, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunning dd. 12 oktober ARTIKEL 6 - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7-1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 8 - Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, in zitting van 20 mei Aanwezig: de heer L. Helsen, voorzitter, de heren J. Geuens, K. Helsen, M. Wellens, mevrouw I. Verhaert, de heer B. De Nijn, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter,

9 9 / 9 Danny Toelen Ludo Helsen