DE EVOLUTIE VAN DE TAALVAARDIGHEDEN VAN TURKSE MEERTALIGE KINDEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE EVOLUTIE VAN DE TAALVAARDIGHEDEN VAN TURKSE MEERTALIGE KINDEREN"

Transcriptie

1 DE EVOLUTIE VAN DE TAALVAARDIGHEDEN VAN TURKSE MEERTALIGE KINDEREN Aantal woorden: Elise Ryckaert Stamnummer: Promotor: Dr. Evelien D Haeseleer Copromotor: Prof. Dr. Kristiane Van Lierde Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Logopedische en Audiologische Wetenschappen Academiejaar:

2

3 Voorwoord Na meer dan een jaar intensief te werken, is het eindelijk zo ver. Met trots dien ik deze masterproef in. Al heb ik dit eindresultaat niet alleen bereikt. Hier sta ik graag stil bij de mensen die me geholpen hebben. Allereerst zou ik graag mijn promotor, Dr. E. D Haeseleer, bedanken voor de kritische adviezen en de vele suggesties. Ook bedank ik van harte mijn copromotor, Prof. Dr. K. Van Lierde. Vervolgens dank ik de personen die deelnamen aan dit onderzoek. Het gaat hierbij zowel om de directeurs en zorgleerkrachten die de tijd namen om mij te helpen, de ouders van de kinderen en tenslotte de kinderen zelf voor hun deelname en gastvrijheid. Verder wil ik graag mijn ouders oprecht bedanken om mij gedurende vier jaar steeds te steunen en in mij te blijven geloven. Zonder hen was het niet mogelijk geweest om deze studies en masterproef aan te vangen en mooi af te ronden. Daarnaast dank ik mijn vriend en vriendinnen, die me steeds een duwtje in de rug gaven in moeilijke periodes en voor de nodige ontspanning zorgden. Tenslotte wil ik mijn dank betuigen aan iedereen die deze masterproef nagelezen heeft, namelijk mijn (co)promotor, mijn ouders, mijn vriend, mijn grootvader en enkele vriendinnen. Bedankt! I

4

5 Inhoudstafel Voorwoord... I Inhoudstafel... III Lijst van de gebruikte tabellen en figuren... V Abstract... VII Nederlands abstract... VII Engels abstract... VIII Inleiding... 1 Problemen en verschillen... 2 Taalgedrag... 5 Beïnvloedende factoren... 5 Turks... 8 Evolutiestudie... 9 Doelstellingen van dit onderzoek... 9 Methode Participanten Inclusie- en exclusiecriteria Studie van de evolutie van de taal- en spraakvaardigheden Methode Resultaten Taaltest Articulatie Beïnvloedende factoren Discussie Conclusie Referenties Appendices Appendix 1: Vragenlijst Appendix 2: Informed consent Appendix 3: Woordenlijst Plaatjes Benoemtest (Van Borsel, 1996) Appendix 4: Figuren III

6

7 Lijst van de gebruikte tabellen en figuren Tabel 1: Beschrijving van de groepen uit het huidige onderzoek Tabel 2: Beschrijving van de groepen uit de evolutiestudie Tabel 3: Afgenomen subtests van de CELF-4-NL Tabel 4: Afgenomen Indexscores Tabel 5: Subtests bij de Indexscores Tabel 6: Overzicht van de percentielscores van de resultaten van de CELF-4-NL uit het huidige onderzoek Tabel 7: Overzicht van de evolutie van de percentielscores van de resultaten van de CELF-4-NL Tabel 8: Overzicht van de fonologische processen uit het huidige onderzoek Tabel 9: Overzicht van de fonetische processen uit het huidige onderzoek Tabel 10: Overzicht van de evolutie van de spraakvaardigheden Tabel 11: Overzicht van de resultaten over de generatie Tabel 12: Overzicht van de resultaten over de leeftijd waarop het kind voor het eerst naar school ging Tabel 13: Overzicht van de resultaten over het aantal broers en zussen Tabel 14: Overzicht van de resultaten over de plaats in de kinderrij Tabel 15: Overzicht van de resultaten over het beroep van de ouders Tabel 16: Overzicht van de resultaten over het opleidingsniveau van de ouders Tabel 17: Overzicht van de resultaten over het brabbelen Tabel 18: Overzicht van de resultaten over de uiting van de eerste woorden Tabel 19: Overzicht van de resultaten over de resultaten op school Tabel 20: Overzicht van de resultaten over de hulp bij het huiswerk Tabel 21: Overzicht van de resultaten over de taalvaardigheden bij de Turkse gezinnen Tabel 22: Overzicht van de resultaten over het taalgebruik bij de meertalige Turks- Nederlandse kinderen Tabel 23: Overzicht van de mogelijke beïnvloedende factoren op resultaten van de percentielscores van de Indexscores van de CELF-4-NL Figuur 1: Overzicht van de evolutie van de percentielscores van de Kernscore van de CELF-4-NL Figuur 2: Overzicht van de evolutie van de percentielscores van de Receptieve Taal Index van de CELF-4-NL V

8 Figuur 3: Overzicht van de evolutie van de percentielscores van de Expressieve Taal Index van de CELF-4-NL Figuur 4: Verdeling van de percentielscores van de Kernscore van de CELF-4-NL bij de meertalige Turks-Nederlandse groep op basis van de thuistaal Figuur 5: Verdeling van de percentielscores van de Expressieve Taal Index van de CELF-4-NL bij de meertalige Turks-Nederlandse groep op basis van het beroep van de moeder Figuur 6: Verdeling van de percentielscores van de Expressieve Taal Index van de CELF-4-NL bij de meertalige Turks-Nederlandse groep op basis van de thuistaal VI

9 Abstract Nederlands abstract Inleiding: Uit de literatuur blijkt dat meertalige kinderen een achterstand hebben op eentalige kinderen op vlak van taalvaardigheden. Het doel van deze studie is om de taal- en spraakvaardigheden bij kinderen van het geboortejaar 2007 na te gaan, alsook de evolutie over drie jaar te bekijken en enkele beïnvloedende factoren op de taalvaardigheden bij meertalige Turks-Nederlandse kinderen te onderzoeken. Methode: 25 meertalige Turks-Nederlandse en 25 Vlaamse kinderen uit het geboortejaar 2007, die in of rondom Gent wonen, werden onderzocht. Acht van de meertalige Turks-Nederlandse en dertien van de Vlaamse kinderen deden mee aan het onderzoek van Smet (2014), en maken nu deel uit van de huidige proefgroep en van de evolutiestudie. Bij alle kinderen werden een taaltest, de CELF-4-NL, en een articulatieonderzoek, de Plaatjes Benoemtest, afgenomen. Resultaat en conclusie: De algemene taalvaardigheden, het taalbegrip en de taalproductie zijn significant lager bij de meertalige Turks-Nederlandse kinderen dan bij de Vlaamse kinderen. Qua spraakvaardigheden komen de substitutie van /s/ naar /ᶴ/ en /ᵧ/ naar /g/ significant vaker voor bij de meertalige Turks-Nederlandse groep, alsook de /v/-/w/-verwarring. Uit het evolutieonderzoek blijkt dat er geen significant verschil is in de taalvaardigheden (algemeen, taalbegrip en -productie) bij zowel de meertalige Turks-Nederlandse als de Vlaamse groep. De achterstand blijft bestaan, maar wordt niet groter of kleiner. Op vlak van articulatie komt het rotacisme non-vibrans significant vaker voor bij de meertalige Turks-Nederlandse kinderen. Enkel de thuistaal heeft een invloed op de algemene taalvaardigheden. De taalproductie wordt beïnvloed door het beroep van de moeder en door de thuistaal. Trefwoorden: Nederlandse taalvaardigheid, Nederlandse spraakvaardigheid, beïnvloedende factoren, Turks-Nederlandse meertaligen VII

10 Engels abstract Introduction: The literature shows that multilingual children have a language delay. The purpose of this study is to investigate the language and speech skills of children born in 2007, as well as to measure the evolution over three years and to investigate some influencing factors in language skills in multilingual Turkish-Dutch children. Method: 25 multilingual Turkish Dutch and 25 Flemish children born in 2007, who live in or around Ghent, were examined. Eight of the multilingual Turkish-Dutch and thirteen of the Flemish children participated in the research of Smet (2014) and are now part of the current trial group and the evolutionary study. From all children a language test, the CELF-4-NL, and an articulation study, the Picture Naming Test, were taken. Outcome and conclusion: The general language skills, language comprehension and language production are significantly lower in the multilingual Turkish-Dutch children compared to Flemish children. In terms of speech skills, the substitution of /s/ to /ᶴ/ and /ᵧ/ to /g/ significant occurs more often in the multilingual Turkish-Dutch group, as well as the /v/-/w/ confusion. The follow-up study shows that there is no significant difference in language skills (general, language comprehension and production) in both the multilingual Turkish-Dutch and Flemish groups. The delay remains, but does not increase or decrease. In terms of speech skills, non-vibrant rotacism occurs significantly more often in the multilingual Turkish-Dutch children at the age of approximately nine years. In general language skills, only the home language has an influence. Language production is influenced by the occupation of the mother and the home language. Keywords: Dutch language proficiency, Dutch speaking skills, influencing factors, Turkish-Dutch multilingualism VIII

11 Inleiding Migratie is een essentieel onderdeel van de mensheid, iedere persoon heeft een migratieachtergrond (Draulans, 2016; Durluyn, 2017). Tegenwoordig heeft de maatschappij een multicultureel karakter, waarbij de Turkse groep de grootste immigrantenpopulatie in Europa is (Crul, 2008). Wanneer de balans voor België opgemaakt wordt, is de Turkse bevolkingsgroep prominent aanwezig (De Vroome, Verkruten, & Martinovic, 2014; Kaya & Kentel, 2007). In 2010 waren er immigranten in België. Dit staat in groot contrast met de metingen in 1952, namelijk immigranten (FOD Economie, 2013). In Gent vertegenwoordigen de immigranten 14,0% van het totaal aantal inwoners. De meesten zijn afkomstig uit Bulgarije, Turkije, Nederland, Slovakije en Polen. Er is een verschil qua geslacht: 14,9% van de Gentse mannen versus 13,2% van de Gentse vrouwen. Wat de leeftijd betreft zijn er meer kinderen dan ouderen: 15,1% van de 0- tot 5-jarigen tegenover 2,0% van de 80+ ers is immigrant (Agentschap-voor-binnenlands-bestuur, 2016). Turkse immigranten zijn minder goed geïntegreerd dan Marokkaanse immigranten (De Vroome et al., 2014; Kaya & Kentel, 2007). Op het Nederlandse grondgebied houden Turkse immigranten vast aan de etnische waarden en normen (Dagevos & Gijsberts, 2007; Extra & Yagmur, 2010), maar niet aan de taal. Ze gebruiken het Nederlands vaker dan Marokkaanse immigranten (Extra & Yagmur, 2010). Dit wordt ontkracht door andere onderzoekers (De Bot & Weltens, 1997; Ersanalli, 2010; Yagmur, 2004), die vonden dat Turkse immigranten vasthouden aan de etnische cultuur én de moedertaal. Het politieke en culturele gedrag van onder andere Turkse ouders op het Nederlandse grondgebied bepaalt de taalvaardigheden van hun kinderen (Driessen & Smit, 2007). De taalvaardigheden van de tweede taal bij immigranten spelen een belangrijke rol op de arbeidsmarkt (Shields & Price, 2002), in de sociale contacten met de inheemse populatie (Stevens & Ishizawa, 2007; Stevens & Swicegood, 1987) en in de taalverwerving van hun kinderen (Alba, Logan, Lutz, & Stults, 2002). In deze maatschappij is quasi iedereen twee- of meertalig (Love & Ansaldo, 2010). De meeste Turks-Nederlandse tweetaligen verwerven de taal sequentieel (Blom, 2010; Scheele, Leseman, & Mayo, 2010). Deze tweetaligen ondervinden minder problemen met het verwerven van de Nederlandse tweede taal dan simultaan tweetaligen. De simultaan tweetaligen ervaren meer moeite met het onderscheiden van de talen 1

12 (Janssen & Bosman, 2004). Bij jonge tweetaligen is er vaak sprake van code-switching (Bialystok, 2007). Tweetalige families ondergaan minder blootstelling aan beide talen aangezien ze de taalinput moeten verdelen over twee talen (Hoff et al., 2012). Jonge tweetalige immigrantenkinderen lopen daarom achter in de moedertaal en in de tweede taal (Ivanova & Costa, 2008; Leseman & van den Boom, 1999; Oller & Eilers, 2002; Treffers- Daller, Özsoy, & van Hout, 2007; Uccelli & Paez, 2007). Problemen en verschillen Semantiek Turks-Nederlandse tweetaligen hebben een significant lagere woordenschatkennis dan de eentalige inheemse kinderen (Boerma, Leseman, Timmermeister, Wijnen, & Blom, 2016). Aangezien het onderwijs in Vlaanderen in het Nederlands gegeven wordt (Bollen & Baten, 2010), is het belangrijk dat immigranten een goede Nederlandse taalproductie en -begrip hebben. De meeste immigrantenkinderen in België hebben aan het begin van de kleuterschool amper contact gehad met de Nederlandse taal. Zo beginnen ze met een achterstand van een half jaar tot een jaar ten opzichte van de inheemse Vlaamse kinderen (Driessen, 1996). In de kleuterschool is Nederlands niet dominant bij tweetaligen (Appel & Vermeer, 1998; Droop & Verhoeven, 2003; Verhallen & Schoonen, 1993), maar het wordt dominant na enkele jaren blootstelling op school (Extra, Mol, & De Ruiter, 2001). In de kleuterschool spreken Turks-Nederlandse meertaligen voornamelijk Turks (Verhoeven, 1996), waardoor ze zowel in de kleuterschool als erna een lagere woordenschatkennis van het Nederlands dan eentaligen hebben (Dagevos, Gijsbers, & Van Praag, 2003; Mayo & Leseman, 2008). Voornamelijk de receptieve (Blom, Kuntay, Messer, Verhagen, & Leseman, 2014), maar ook de expressieve Nederlandse taal is aangetast (Vermeer, 2000). De passieve Nederlandse woordenschat van Turks-Nederlandse kinderen verbetert vanaf het vierde levensjaar (Leseman, 2000; Mayo & Leseman, 2008; Secada, 1991). Ondanks de verbetering geraken Turkse immigranten steeds meer achter op de eentalige Nederlandse kinderen in de lagere school (Dagevos et al., 2003; Tesser & Iedema, 2001; Verhoeven & Vermeer, 1989) op vlak van woordenschat (Bialystok, 2010; Duursma, Romero- Contreras, Szuber, Proctor, & Snow, 2007; Janssen, Bosman, & Leseman, 2013; Leseman & Van Tuijl, 2007; Oller & Eilers, 2002; Scheele et al., 2010; Verhallen & Schoonen, 1998; Verhoeven & Vermeer, 2002), de leesvaardigheden (De Glopper, 2

13 Boogaard, Damhuis, & Van den Berg, 1990; Duursma et al., 2007; Leseman & Van Tuijl, 2007; Leseman, 2000) en schrijfvaardigheden (Verheyden, Van den Branden, Rijlaarsdam, Van den Bergh, & De Maeyer, 2010). Dit laatste ten gevolge van de transparantie van het Turks (de mate waarin de schrijfwijze en de uitspraak overeenkomen). In tegenstelling tot het Nederlands is Turks één van de meest transparante talen (Bosman, Vonk, & van Zwam, 2006; Durgunoglu, 2006). De beperkte woordenschat leidt tot een achterstand in het begrijpend en technisch lezen in het eerste en tweede leerjaar (Verhoeven, 2000). De achterstand in taalvaardigheden vergroot bij Turkse kinderen van het tweede leerjaar naar het vierde leerjaar toe (Driessen, Van der Slik, & De Bot, 2002). Morfosyntaxis Turks-Nederlandse tweetaligen hebben een aangetaste morfologie en syntaxis (Boerma et al., 2016). Typisch bij immigranten is de overgeneralisatie of omissie van het lidwoord (Aissati, Boumans, Cornips, Dorleijn, & Nortier, 2005; Cornips, 2002, 2004, 2008; Cornips & De Rooij, 2003; Muysken, 1984; Snow, Van Eeden, & Muysken, 1981). De oorzaak hiervan is dat er in het Turks geen lidwoorden bestaan. In de plaats hiervan gebruikt men een naamval (de accusatief)(lewis, 2000). De werkwoordvervoegingen zijn eveneens verschillend bij kinderen van etnische minderheden. De plaats en de vervoeging van het werkwoord in de hoofdzin is meestal correct (Blom, de Jong, Orgassa, Baker, & Weerman, 2013; Blom & Polisenska, 2006; Blom & Vasic, 2011; De Jong, Orgassa, & Cavus, 2007). Toch gebruiken Turks- Nederlandse tweetaligen regelmatig betekenisloze hulpwerkwoorden, wat de zinnen minder complex maakt (bijvoorbeeld gaan + infinitief )(Cornips, 2000; Julien, 2008). In het Turks moet nieuwe informatie verplicht voor het werkwoord komen, terwijl dit in het Nederlands flexibeler is en de meertaligen hier dus amper fouten tegen maken (Van Rijswijk, 2016). Tenslotte gebruiken Turks-Nederlandse tweetaligen minder complexe types van bijzinnen (Yilmaz, 2011). Fonologie Uit de literatuur blijkt dat de mate van beheersing van de moedertaal de taalvaardigheden in de tweede taal beïnvloedt (Dustmann, 1994; Van Rijswijk, 2016; Van Tubergen & Wierenga, 2011). Een voorbeeld hiervan is de fonotaxis (de aanvaardbare foneemcombinaties in een taal)(sebastian-galles & Bosch, 2002). Ook is de fonotactische kennis een voorspeller van de woordenschat van kinderen in de 3

14 moedertaal en in de tweede taal. Zo faciliteert een brede kennis hiervan het leren van een woord. Dit is echter niet aanwezig bij Turks-Nederlandse kinderen voor hun tweede taal (Messer, Leseman, Boom, & Mayo, 2010). Er is geen verschil in foneembewustzijn tussen Turks-Nederlandse kinderen en eentalige Nederlandse kinderen (Janssen et al., 2013), al vertonen tweetaligen een beter foneembewustzijn in het Turks dan in het Nederlands (Janssen et al., 2013; Van der Leij, Bekebrede, & Kotterink, 2010). Pragmatiek De pragmatische vaardigheden van de moedertaal ontwikkelen zich onbewust door de blootstelling aan de socioculturele omgeving. In de tweede taal is er meer individuele controle, maar ook de socioculturele omgeving speelt onbewust een rol (Kecskes, 2015). Bij jonge Turks-Nederlandse tweetaligen is er geen verschil op pragmatisch vlak, zoals de narratieve vaardigheden (Boerma et al., 2016; Nicoladis & Genesee, 1996). Articulatie Tweetaligen met Nederlands als tweede taal hebben het vaak moeilijk met klanken die in de eerste taal niet voorkomen. Meestal gebruiken ze de moedertaalklanken bij de productie van de tweede taal, waardoor zij een ander accent hebben dan de autochtone bevolking (Pronk-Boerma, 2003). In het Turks zijn er consonanten die in het Nederlands niet bestaan, zoals ç als /tᶴ/ en ş als /ᶴ/. Andere grafemen worden verschillend uitgesproken in het Turks, zoals v als /w/, g als /ᵞ/ en y als /j/ (Koopman, 1982). Er is ook een verschil in de vocalen. De Nederlandse taal omvat 16 klinkers, de Turkse taal slechts acht. Daarnaast zijn er in het Nederlands drie hoogtegraden, tegenover slechts twee in het Turks. Verder is er in het Turks geen verschil tussen lange en korte klinkers. Bij Turks-Nederlandse tweetaligen is er voornamelijk verwarring tussen klinkers met één hoogtegraad verschil (hoog-midden (/i:/-/ɪ/), midden-laag (/ɪ/-/ɛ/)). Ook is er veel verwarring tussen lange en korte klinkers. Er treedt nooit verwarring op bij klinkers met een verschillende vernauwingsplaats (/i:/-/y/, /ɪ/-/oe/)(Van Heuven, 2007). Intonatie en stem Bij Turks-Nederlandse tweetaligen daalt de toonhoogte niet aan het einde van de zin, in tegenstelling tot autochtone Nederlandse personen. Daarnaast spreken meertalige Turks-Nederlandse vrouwen hoger in het Nederlands dan de autochtone vrouwen. Meertalige Turks-Nederlandse mannen spreken lager dan de autochtone mannen (Van Rijswijk, 2016). 4

15 Taalgedrag De communicatie tussen de meeste immigrantenkinderen en hun ouders verloopt in het Turks. Op school, met vrienden en met broers en zussen daarentegen spreekt men Nederlands (Cornips, 2008; Dagevos et al., 2003; De Corte & Van Keymeulen, 2014; De Gendt, 2014; Derks & Slembrouck, 2009; Neels, 2004; Snieder & Van Tuijl, 2008; Yagmur, 2009). De eerste en tweede generatie immigranten identificeert zich meer met de eigen etnische cultuur dan met die van het gastland (Phinney, Horenczyk, Liebkind, & Vedder, 2001). Elke generatie beschouwt de Turkse taal als een kernculturele waarde (Extra & Yagmur, 2010). Over het algemeen gebruikt de eerste generatie immigranten de etnische taal meer dan de tweede generatie (Hakuta & D'Andrea, 1992). Tweetalige jongeren staan over het algemeen positiever tegenover de Nederlandse taal dan ouderen (De Corte & Van Keymeulen, 2014). Turkse immigranten met een lagere beheersing van de Nederlandse taal, spreken minder Nederlands in communicatie met de partner en de kinderen. Zo spreekt 50% van de Turkse immigranten bijna nooit Nederlands met de partner (Dagevos et al., 2003). Beïnvloedende factoren Het geslacht heeft een effect op de taal- en schrijfvaardigheden. Vrouwelijke tweetaligen met Nederlands als tweede taal (onder andere Turken) scoren beter dan mannen (Van der Slik, van Hout, & Schepens, 2015). Al op de leeftijd van vijf jaar hebben Turks-Nederlandse meisjes een betere woordenschat (Simons & Christis, 2009). Ook in het derde leerjaar hebben zij betere taalvaardigheden. Dit verschil neemt naar het zesde leerjaar verder toe (Van der Slik, Driessen, & De Bot, 2006). Het verschil in taalvaardigheden bij Turks-Nederlandse tweetaligen wordt niet bevestigd in andere onderzoeken (Altinkamis & Agirdag, 2014; Driessen, 1996; Smet, 2014). Turks- Nederlandse vrouwen zijn ook meer gemotiveerd om een tweede taal te leren (Derks & Slembrouck, 2009) en ze hebben een positievere attitude tegenover een nieuwe taal (Bacon & Finnemann, 1992; De Corte & Van Keymeulen, 2014; Gardner & Lambert, 1972; Van de Gaer, Pustjens, Van Damme, & De Munter, 2006). Verder is de leeftijd van de moeder belangrijk. Hoe ouder de moeder van Turkse tweetalige kinderen, hoe beter de taalvaardigheden van het Nederlands (Snieder & Van Tuijl, 2008). 5

16 Vervolgens heeft de leeftijd van migratie en duur van verblijf een invloed. Hoe jonger Turks-Nederlandse tweetaligen aankomen in het gastland en hoe langer men hier verblijft, hoe beter de beheersing van de tweede taal (Beenstock, Chiswick, & Repetto, 2001; Bleakley & Chin, 2004, 2010; Mesh, 2003; Miranda & Zhu, 2013; Snieder & Van Tuijl, 2008; Sweetman & Van Ours, 2014; Van Tubergen & Kalmijn, 2009; Van Tubergen & Wierenga, 2011). Dit wordt tegengesproken in andere studies bij Turks- Nederlandse tweetaligen (Driessen, 2004; Yilmaz, 2011). Daarnaast speelt de concentratie van de etnische minderheidsgroep een rol. Leerlingen in klassen met een hoge concentratie Turkse immigranten hebben minder goede taalvaardigheden dan studenten in klassen met een lage concentratie aan immigranten (Van der Slik et al., 2006). De sociale identiteit en integratie hebben ook een invloed. Hoe meer men de Turkse identiteit aanneemt en waardeert, hoe minder men de gasttaal zal spreken en omgekeerd. De Nederlandse taalprestaties van kinderen zijn beter wanneer de ouders goed geïntegreerd zijn (Oomens, Driessen, & Scheepers, 2003). Broers en zussen spelen vanaf de geboorte een cruciale rol in de blootstelling aan het Nederlands (Hazen, 2002; Milroy & Wei, 1995). Bij Turks-Nederlandse tweetaligen is hier niets over bekend. Bij andere talen werden wel studies uitgevoerd. Hoe meer broers en zussen een kind heeft, hoe lager de taalvaardigheden van de tweede taal. De eerstgeborene heeft betere taalvaardigheden in de tweede taal (Keller, Troesch, & Grob, 2015). Dit wordt tegengesproken in een andere studie, waaruit blijkt dat oudere broers en zussen de tweede taal vaker gebruiken in communicatie met jongere broers en zussen dan met andere huisleden, waardoor jongere kinderen betere taalvaardigheden van de tweede taal hebben (Bridges & Hoff, 2014). Verder speelt ook de verblijfsduur een rol. Hoe langer Turkse families in het Nederlandse gastland wonen, hoe beter de taalvaardigheden (Oomens et al., 2003). Dit wordt tegengesproken door Driessen (2004) in een studie bij Turks-Nederlandse tweetaligen. De locatie van de lagere school (eentalige of meertalige buurt en school) is een belangrijke factor op vlak van het Nederlandse grammaticaal geslacht: hoe vaker er Nederlands gesproken wordt, hoe correcter het grammaticale geslacht (Cornips, 2008). 6

17 De generatie heeft een invloed op de taal- en cognitieve vaardigheden bij Turks-Duitse tweetaligen (Duits is net zoals Nederlands een Germaanse taal)(becker, 2011). De eerste generatie Turks-Nederlandse tweetaligen is meestal analfabeet en communiceert enkel in de moedertaal (Verhoeven, 1996). De Turken van de tweede en derde generatie vinden hun Nederlandse taalvaardigheden beter dan hun Turkse taalvaardigheden en vinden het ook belangrijker om het Nederlands goed te beheersen (Altinkamis & Agirdag, 2014; De Corte & Van Keymeulen, 2014; Yagmur & Akinci, 2003). Een volgende belangrijke factor is de socio-economische status (SES). Turks- Nederlandse families hebben een lagere SES dan eentaligen (Blom et al., 2014). Tweetalige Turks-Nederlandse families met een hogere SES gebruiken vaker de tweede taal (Altinkamis & Agirdag, 2014; Arriagada, 2005; Dixon, Wu, & Daraghmeh, 2012; Hart & Risley, 1995), wat leidt tot een uitgebreidere woordenschat alsook betere taal-, lees- en schrijfvaardigheden (De Houwer, 2007; Duursma et al., 2007; Hoff, 2006; Oller & Eilers, 2002; Patterson & Pearson, 2004; Pearson, Fernandez, Lewedeg, & Oller, 1997). Kinderen uit families met een hogere SES zijn vaak opgevoed in meer stimulerende thuisomgevingen, bijvoorbeeld met meer leesactiviteiten, meer beschikbare en lexicaal betere boeken (Bradley & Corwyn, 2002; Crosnoe et al., 2010; Demir-Vegter, Aarts, & Kurvers, 2014; Evans, 2004; Guo & Harris, 2000; Hart & Risley, 1995; Hindman & Morrison, 2012; Hoff, 2006; Korat, Klein, & Segal-Drori, 2007). Daarnaast gebruiken ouders uit een hogere sociale klasse meer zeldzame woorden en uitdrukkingen en spreken vaker de standaardtaal (Labov, 2001). Kinderen uit families met een lagere SES hebben minder goede taalvaardigheden, omdat er minder economische en leermiddelen beschikbaar zijn. Ze doen ook minder aan gedeeld boeklezen (Dixon et al., 2012; Hoff, 2003). Het schoolsucces van Turks-Nederlandse kinderen wordt deels bepaald door het opleidingsniveau van de ouders (Driessen et al., 2002; Oomens et al., 2003). Het opleidingsniveau van de moeder is de belangrijkste factor bij het ontwikkelen van de woordenschat van de tweede taal (Quiroz, Snow, & Zhao, 2010). Moeders kregen namelijk meer blootstelling aan het Nederlands tijdens hun opleiding (Prevoo et al., 2014). Wanneer de moeder een hogere SES heeft, spreekt ze meer Nederlands tegen haar kinderen en zorgt ze voor meer leesinput (Hoff et al., 2012; Mancilla-Martinez & Lesaux, 2011; Prevoo et al., 2014; Quiroz et al., 2010). 7

18 Over het algemeen hebben de Turkse immigranten een significant lager opleidingsniveau in vergelijking met de inheemse Nederlandse bevolking (Martinez, Groeneveld, & Kruisbergen, 2002; Tesser, Merens, Van Praag, & Iedema, 1999). In de periode van steeg het aantal immigranten (waaronder Turken) met een diploma van het secundair onderwijs en daalde het aantal immigranten met enkel een diploma lager onderwijs. Er is echter een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen: 60% van de Turkse vrouwen heeft een diploma lager onderwijs, tegenover 43% van de mannen. Anderzijds is het aantal Turkse vrouwen dat volledig ongeschoold is beduidend hoger dan de mannen. Een ander verschil is te zien in de leeftijd: jongeren hebben een hoger diploma (en minder vaak geen diploma) dan oudere immigranten. Ook is de tweede generatie hoger opgeleid dan de eerste (Dagevos et al., 2003). Scheele et al. (2010) heeft een andere visie en ziet geen relatie tussen SES en taalinput of woordenschat bij Turks-Nederlandse tweetaligen. Turks De Turkse moedertaal verandert door het contact met de Nederlandse taal (Dogruoz & Gries, 2012; Scheele et al., 2010). In de tweede en derde generatie Turkse immigranten is er een verschil in de Turkse taalvaardigheden. De oorzaak is een incomplete moedertaalverwerving wegens een vroege blootstelling aan de tweede taal in het gastland (Larmouth, 1974; Montrul, 2002, 2004a, 2004b, 2008; Polinsky, 1997; Silva- Corvalán, 1996). Bij de Turks-Nederlandse tweetaligen is er aanvankelijk geen verschil in de syntactische vaardigheden, maar in een later stadium wel (Dogruoz & Backus, 2007). Deze effecten variëren met de leeftijd waarop de tweetaligheid start en dus de verminderde moedertaalinput (Montrul, 2008). De oorzaak hiervan is een verminderde variëteit in de moedertaal, een snelle omwisseling van de moedertaal naar de tweede taal, minder gebruik van de moedertaal en minder scholing in de moedertaal (Köpke, 2002; Montrul, 2002, 2005, 2008; Rothman, 2007). Kinderen uit een etnische minderheidsgroep die in een familie met een lage SES opgroeien, hebben amper ondersteuning bij de moedertaalverwerving en ontwikkelen zo weinig complexe moedertaalvaardigheden (Genesee, Paradis, & Crago, 2004; Leseman & van den Boom, 1999; Pearson, 2007). 8

19 Evolutiestudie Drie jaar geleden nam Smet (2014) een onderzoek af bij 25 kinderen van etnische minderheden. Deze kinderen werden op basis van leeftijd en geslacht gematcht met autochtone Vlaamse kinderen. Uit het onderzoek bleek dat de immigranten gemiddeld percentielen lager scoorden op de Kernscore van de CELF-IV-NL dan de autochtone kinderen. Bij de Receptieve Taal Index is het verschil percentielscores en bij de Expressieve Taal Index percentielscores. De taalvaardigheden waren zowel receptief en expressief significant lager tegenover de autochtone Vlaamse kinderen. Op vlak van articulatie (fonetisch en fonologisch) was er geen significant verschil. Er waren echter drie articulatiefouten die enkel voorkwamen bij de Turkse kinderen. Zo werd /g/ harder uitgesproken, was er een /v/-/w/-verwarring en werd /s/ als /ş/ uitgesproken. Het geslacht bleek geen invloed te hebben op de algemene taalvaardigheden, het taalbegrip en de taalproductie. De thuistaal bleek wel een beïnvloedende factor te zijn: immigranten die thuis zowel Nederlands als Turks spraken, hadden een significant hogere score dan degene die enkel Turks spraken. Doelstellingen van dit onderzoek Over het algemeen is er reeds veel geweten over de taalvaardigheden bij Turks- Nederlandse tweetaligen. De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat tweetaligen een taalachterstand hebben tegenover eentaligen. Er zijn slechts enkele onderzoeken die tweetaligheid in het Nederlandse taalgebied nagaan en indien dit gebeurt, is dit voornamelijk in Nederland. De taal- en spraakvaardigheden werden quasi nooit met een gestandaardiseerde test beoordeeld. Over de evolutie van de taalvaardigheden is ook weinig geweten. Op basis hiervan werden volgende onderzoeksvragen opgesteld: 1. Wat is het niveau van de taal- en spraakvaardigheden, gemeten met de CELF-4-NL en de Plaatjes Benoemtest, bij meertalige Turks-Nederlandse kinderen uit het geboortejaar 2007 in de buurt van Gent, vergeleken met Vlaamse kinderen? 2. Wat is de evolutie van de taal- en spraakvaardigheden, gemeten met de CELF-4- NL en de Plaatjes Benoemtest, bij meertalige Turks-Nederlandse kinderen uit het geboortejaar 2007 in de buurt van Gent die drie jaar geleden ook met dezelfde testen onderzocht werden, vergeleken met Vlaamse kinderen die eveneens toen onderzocht werden? 9

20 3. Wat zijn de beïnvloedende factoren op de resultaten van de CELF-4-NL bij de meertalige Turks-Nederlandse kinderen uit het geboortejaar 2007 in de buurt van Gent, vergeleken met Vlaamse kinderen? Hypothesen De hypothese bij de eerste onderzoeksvraag is dat de meertalige Turks-Nederlandse kinderen een achterstand zullen hebben ten opzichte van de Vlaamse kinderen. Aangezien ze thuis ook Turks spreken en twee talen beheersen, zullen ze niet hetzelfde talige niveau hebben als de Vlaamse kinderen. Aangezien alle meertalige Turks- Nederlandse kinderen regelmatig met het Turks in contact komen, zal dit vermoedelijk een invloed hebben op de spraakvaardigheden. Daarom is de hypothese dat de consonanten die enkel in het Turks bestaan of een andere foneem-grafeemkoppeling hebben vaker zullen voorkomen dan bij de Vlaamse kinderen. De kans bestaat dat er enkele Gentse dialectinvloeden zullen optreden. Bij de tweede onderzoeksvraag is de hypothese dat de meertalige Turks-Nederlandse kinderen inderdaad een evolutie gemaakt zullen hebben en hun achterstand deels ingehaald zullen hebben. De oorzaak hiervan is dat de kinderen ondertussen al enkele jaren langer contact hebben met de Nederlandse taal en ook op school gedetailleerder hiermee bezig geweest zijn, aangezien ze nu reeds in het vierde leerjaar zitten (in tegenstelling tot het eerste leerjaar in het vorige onderzoek). Op vlak van articulatie zullen de meertalige Turks-Nederlandse kinderen waarschijnlijk enkele dialectinvloeden overnemen wegens intensiever contact met de Vlaamse uitspraak (rotacisme nonvibrans, dikke /l/, posterieure klanken, ). Bij de derde onderzoeksvraag is de hypothese dat vooral de socio-economische status (waaronder het beroep en de opleiding van de ouders) een invloed zal hebben op de resultaten bij de meertalige Turks-Nederlandse kinderen. De leeftijd zal ook een invloed hebben: hoe ouder, hoe beter de taalvaardigheden. De generatie is waarschijnlijk ook een beïnvloedende factor: kinderen van de eerste generatie kwamen minder in contact met de Nederlandse taal en hun ouders beheersen de taal ook minder goed. De gebruikte taal thuis, op de speelplaats en in de woonomgeving heeft vermoedelijk ook een invloed: wanneer de kinderen thuis enkel Turks spreken, hebben ze minder de gelegenheid om met het Nederlands in contact te komen en zullen de taalvaardigheden daarom minder goed zijn dan bij kinderen die ook regelmatig Nederlands spreken. Het aantal broers en zussen zal een invloed hebben: hoe groter 10

21 het gezin, hoe slechter de taalvaardigheden aangezien er minder één-op-ééninteracties plaatsvinden tussen de kinderen en de ouders. De plaats in de kinderrij zou ook een invloed moeten hebben: oudere kinderen hebben betere taalvaardigheden, aangezien ze reeds vaker in contact kwamen met het Nederlands. Ook het geslacht zal een invloed hebben, waardoor de meisjes nu betere scores zouden moeten hebben. 11

22 Methode Participanten In totaal namen er vijftig personen deel aan het onderzoek, waarvan 25 kinderen met een Turkse origine en 25 kinderen van Vlaamse afkomst. Deze kinderen komen uit 18 scholen: 9 scholen voor de meertalige Turks-Nederlandse kinderen en 9 scholen voor de Vlaamse kinderen. Van de meertalige Turks-Nederlandse scholen zijn er vijf een concentratieschool. In een concentratieschool zitten veel allochtone en weinig autochtone kinderen. Op geen enkele school werden Vlaamse en meertalige Turks- Nederlandse kinderen getest. Er waren enkele inclusie- en exclusiecriteria voor deze personen (zie verder). In tabel 1 worden beide groepen beschreven. Er is een significant verschil tussen de leeftijd van de Turkse kinderen en die van de Vlaamse kinderen (p = 0,001). Wat betreft het geslacht verschillen de groepen niet significant (p = 0,690). Tabel 1: Beschrijving van de groepen uit het huidige onderzoek Turkse kinderen (n=25) Vlaamse kinderen (n=25) Geslacht Meisjes: 14/25 (56%) Jongens: 11/25 (44%) Meisjes: 14/25 (56%) Jongens: 11/25 (44%) Leeftijdsrange [107 maanden; 118 maanden] [8;11 jaar, 9;10 jaar] [109 maanden; 121 maanden] [9;1 jaar, 10;1 jaar] Leeftijd Gemiddelde: 114,08 maanden (9,51 jaar)(sd 3,148) Mediaan: 115 maanden (9,58 jaar) Gemiddelde: 115,32 maanden (9,61 jaar)(sd 3,660) Mediaan: 116 maanden (9,67 jaar) Thuistaal Turks en Nederlands: 16/25 (64%) Enkel Turks: 9/25 (36%) Nederlands: 25/25 (100%) Generatie Gemiddelde: 1,88e generatie (SD 0,881) Niet van toepassing Mediaan: 2e generatie N = aantal kinderen, SD= standaarddeviatie 12

23 De testen werden thuis (47 kinderen: 24 meertalige Turks-Nederlandse kinderen en 23 Vlaamse kinderen) of op school (3 kinderen: 1 meertalig Turks-Nederlands kind en 2 Vlaamse kinderen) afgenomen, afhankelijk van de voorkeur van de ouders en afhankelijk van de directies van de scholen. Aan de ouders werd eveneens een vragenlijst voorgelegd. Aanvankelijk was het de bedoeling om dezelfde kinderen uit het onderzoek van drie jaar geleden te testen, maar wegens beperkte interesse werden er ook andere kinderen gezocht. De kinderen werden gerekruteerd via s naar de scholen die reeds deelnamen aan de voorgaande studie, via contact met andere scholen in en rond het Gentse, via sociale media en via snowballsampling. Inclusie- en exclusiecriteria Meertalige Turks-Nederlandse kinderen: Het kind moet van Turkse origine zijn en moet in of rondom Gent (Gent-centrum, Wondelgem, Mariakerke, Zomergem, Sint- Amandsberg, Oostakker) wonen. De voorouders moeten dus in Turkije geboren zijn en de Turkse taal als moedertaal en thuistaal hebben. De kinderen moeten minstens 2 jaar contact gehad hebben met het Nederlands. Bij de kinderen moet er thuis minstens Turks (en eventueel Nederlands) gesproken worden. Daarnaast moet elk kind geboren zijn in Er moet sprake zijn van een normale begaafdheid zonder verstandelijke beperking, visuele beperking of gehoorstoornis. De kinderen mogen eveneens niet prematuur geboren zijn. Ook mogen ze niet gedubbeld hebben in de lagere school. Vlaamse kinderen: Het kind moet van Vlaamse origine zijn en moet in of rondom Gent (Gent-centrum, Oostakker en Lochristi) wonen. De voorouders moeten dus in België geboren zijn en de Nederlandse taal als moedertaal en thuistaal hebben. Daarnaast moet elk kind geboren zijn in Bij de kinderen moet er thuis voltijds Nederlands gesproken worden. Er moet sprake zijn van een normale begaafdheid zonder verstandelijke beperking, visuele beperking of gehoorstoornis. De kinderen mogen eveneens niet prematuur geboren zijn. Ook mogen ze niet gedubbeld hebben in de lagere school. Matching: De Vlaamse kinderen worden gematcht aan de Turkse kinderen. Ze worden gematcht op geslacht en leeftijd (twee maanden jonger of ouder). 13

24 Studie van de evolutie van de taal- en spraakvaardigheden Drie jaar geleden nam Smet (2014) een onderzoek af bij 25 kinderen van etnische minderheden. In de huidige studie wordt de evolutie van de taal- en spraakvaardigheden van 9 meertalige Turks-Nederlandse kinderen en 13 Vlaamse kinderen uit het toenmalige onderzoek bestudeerd. Deze kinderen maken ook deel uit van de huidige studie over het verschil in taal- en spraakvaardigheden. In tabel 2 worden beide groepen beschreven. In dit onderzoek onderzoekt men de evolutie van de taalvaardigheden (Kernscore, Receptieve en Expressieve Taal Index van de CELF- 4-NL) en van de spraakvaardigheden (Plaatjes Benoemtest). Er is geen significant verschil tussen de leeftijd van de Turkse kinderen en die van de Vlaamse kinderen (p = 0,380). Ook qua geslacht verschillen de groepen niet significant (p = 0,262). Tabel 2: Beschrijving van de groepen uit de evolutiestudie Turkse kinderen (n=9) Vlaamse kinderen (n=13) Geslacht Meisjes: 7/9 (78%) Jongens: 2/9 (22%) Meisjes: 7/13 (54%) Jongens: 6/13 (46%) Leeftijdsrange [107 maanden; 115 maanden] [8;11 jaar, 9;7 jaar] [109 maanden; 119 maanden] [9;1 jaar, 9;11 jaar] Leeftijd Onderzoek 3 jaar geleden Gemiddelde: 78,44 maanden (6,54 jaar)(sd 3,09) Mediaan: 79 maanden (6,58 jaar) Huidige onderzoek (o.b.v. n=9) Gemiddelde: 111,89 maanden (9,32 jaar)(sd 2,977) Mediaan: 113 maanden (9,42 jaar) Onderzoek 3 jaar geleden Gemiddelde: 77,84 maanden (6,49 jaar)(sd 4,36) Mediaan: 77 maanden (6,42 jaar) Huidige onderzoek (o.b.v. n=13) Gemiddelde: 113,85 maanden (9,49 jaar)(sd 3,532) Mediaan: 114 maanden (9,5 jaar) Thuistaal Turks en Nederlands: 6/9 (67%) Enkel Turks: 3/9 (33%) Nederlands: 13/13 (100%) Generatie Gemiddelde: 2,22 generatie (SD 0,972) Niet van toepassing Mediaan: 2e generatie N = aantal kinderen, SD = standaarddeviatie 14

25 Methode Het onderzoek en alle documenten werden goedgekeurd door het Ethisch Comité van de Universiteit Gent op 25/10/2016 (2016/1236). Informed consent en informatiebrief Aan de ouders werd een informatiebrief gegeven met alle noodzakelijke informatie omtrent het onderzoek. Hierbij zat een informed consent formulier (zie appendix 2) waarop de ouders hun toestemming gaven om hun kind te laten deelnemen aan het onderzoek. Vragenlijst De vragenlijst (zie appendix 1) diende eveneens door de ouders ingevuld te worden. Deze verzamelde algemene gegevens (geslacht, geboortedatum, generatie, ), sociale gegevens (broers en zussen, opleiding ouders, ), talige gegevens (moedertaal, taal op school, ) en nuttige medische gegevens (prematuriteit, medische problemen, ). Wanneer de ouders het Nederlands niet of nauwelijks beheersten, werden ze bij het invullen bijgestaan door een persoon die beide talen onder de knie heeft (meestal een oudere broer/zus of het kind zelf). Sowieso werden de vragen door de onderzoeker mondeling overlopen in toegankelijker taal (Nederlands), dit om misvattingen te vermijden. Taal De gestandaardiseerde en genormeerde taaltest CELF-4-NL (Clinical Evaluation of Language Fundamentals, 4e editie, Nederlandse versie, 2008) werd afgenomen bij alle kinderen. Deze test is ontwikkeld voor kinderen van 5 tot 18 jaar oud en gaat taal- en communicatieproblemen na. Aan de hand van een vergelijking tussen de behaalde scores met de normscores, kan men zich een goed beeld vormen van het Nederlandse taalniveau van een kind. De duur van de afgenomen subtests is ongeveer 45 minuten tot 1 uur. De algemene Nederlandse taalvaardigheid kan berekend worden op basis van de scores van 4 subtests (Kernscore). Hier berekent men nog twee andere Indexscores, namelijk de Receptieve Taal Index (taalbegrip) en de Expressieve Taal Index (taalproductie). Deze Indexscores geven een specifieker beeld over eventuele Nederlandse taalproblemen. Resultaten kunnen in normscores, percentielscores en leeftijdsequivalenten weergegeven worden. Voor de effectieve start van de test, werden enkele voorbeeldoefeningen gemaakt om na te gaan of het kind de opdracht begreep. 15

26 In tabel 3 worden de afgenomen subtests beschreven en in tabel 4 de afgenomen Indexscores. Tabel 3: Afgenomen subtests van de CELF-4-NL SUBTEST Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV) Zinnen Herhalen (ZH) Zinnen Formuleren (ZF) Definities van Woorden (DW) Woordcategorieën 2 Actieve Woordenschat (AW) Semantische Relaties (SR) Woordstructuur (WS) Zinnen Begrijpen (ZB) OMSCHRIJVING Deze subtest gaat de vaardigheid na om mondeling gegeven aanwijzingen te begrijpen, zich namen en kenmerken van voorwerpen te herinneren en een voorwerp aan te wijzen uit een aantal keuzemogelijkheden. Deze subtest meet de vaardigheid om te luisteren naar gesproken zinnen met toenemende lengte en complexiteit en de vaardigheid om deze zonder veranderingen in semantiek, morfologie of syntaxis na te zeggen. Hierbij wordt de vaardigheid om te spreken met volledige, semantisch en grammaticaal correcte zinnen met toenemende lengte en complexiteit nagegaan. De betekenis van woorden, woorden indelen in categorieën en de link tussen betekenissen zien worden hier getest. De test omvat het begrip van de verbanden tussen verwante woorden en het uitleggen ervan. Dit omvat: Woordcategorieën 2 Totaal (WC 2-T) Woordcategorieën 2 Receptief (WC 2-R) Woordcategorieën 2 Expressief (WC 2-E) Deze subtest gaat de vaardigheid om afbeeldingen van personen, voorwerpen en handelingen te benoemen na. Dit onderdeel gaat na hoe een kind vergelijkingen kan interpreteren in zinnen, hoe men een plaats en richting kan interpreteren, en hoe men tijdsrelaties, volgordes en de lijdende vorm kan interpreteren. De items worden auditief aangeboden. Hierbij onderzoekt men de vaardigheid om de morfologieregels toe te passen en om de juiste voornaamwoorden te gebruiken. In dit onderdeel onderzoekt men de vaardigheid om het doel van gesproken zinnen te begrijpen en de vaardigheid om prenten te selecteren die de betekenis van een zin weergeven. 16

27 Afhankelijk van de leeftijd is er een verschil in de af te nemen testen. Op het moment van de afname waren de kinderen 8 (1), 9 of 10 (1) jaar oud. In tabel 5 wordt een beschrijving gegeven van de subtests die de Kernscore en Indexscores bepalen. Tabel 4: Afgenomen Indexscores INDEXSCORE OMSCHRIJVING Receptieve Taal Index Het kunnen luisteren en auditief begrip worden getest. Expressieve Taal Index De vaardigheid om zich uit te drukken wordt hierbij bekeken. Tabel 5: Subtests bij de Indexscores INDEXSCORE SUBTESTS Kernscore Kinderen jonger van 8 jaar Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV) Woordstructuur (WS) Zinnen Herhalen (ZH) Zinnen Formuleren (ZF) Kinderen van 9 jaar en ouder Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV) Zinnen Herhalen (ZH) Zinnen Formuleren (ZF) Woordcategorieën 2-Totaal (WC 2-T) Receptieve Taal Index Kinderen van 8 jaar Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV) Woordcategorieën 2-Receptief (WC 2-R) Zinsbegrip (ZB) Kinderen van 9 jaar en ouder Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV) Woordcategorieën 2-R (WC 2-R) Semantische Relaties (SR) Expressieve Taal Index Kinderen van 8 jaar Woordstructuur (WS) Zinnen Herhalen (ZH) Zinnen Formuleren (ZF) Woordcategorieën 2-Expressief (WC 2-E) Actieve Woordenschat (AW) 17

28 Kinderen van 9 jaar Zinnen Herhalen (ZH) Zinnen Formuleren (ZF) Woordcategorieën 2-Expressief (WC 2-E) Actieve Woordenschat (AW) Kinderen van 10 jaar Zinnen Herhalen (ZH) Zinnen Formuleren (ZF) Woordcategorieën 2-Expressief (WC 2-E) Definities van Woorden (DW) Articulatie De Plaatjes Benoemtest (Van Borsel, 1996) werd gebruikt om de articulatie te onderzoeken. Deze test omvat 135 ingekleurde prenten, waarbij alle consonanten en consonantenclusters van het Nederlands in elke woordpositie voorkomen. Het kind dient eerst twee voorbeeldprenten te benoemen en daarna 135 doelwoorden. Bij een foutief woord of indien een kind het woord niet onmiddellijk kan oproepen, worden enkele semantische cues gegeven en indien ook dit niet lukt, een fonologische cue. Deze test duurt ongeveer 10 minuten. Fonetische en fonologische fouten werden op het moment van de afname gescoord aangezien enkele Turkse ouders geen toestemming gaven om de test te filmen. Om die reden werden de andere kinderen ook niet gefilmd. Indien een fonetisch of fonologisch proces meer dan één keer voorkwam, werd dit als aanwezig gescoord. Dit laatste is een zeer streng scoringscriterium dat in het onderzoek 3 jaar geleden toegepast werd en nu opnieuw gebruikt wordt om een goede vergelijking te kunnen maken. Hierbij wordt de frequentie van voorkomen niet in kaart gebracht en ook wordt er geen fonetische analyse van de distorsies gemaakt. Statistische analyse Het programma SPSS (Statistical Package for Social Sciences)(versie 24) werd hiervoor gebruikt. Eerst gebeurde de datacleaning. Aan de hand van beschrijvende statistiek worden het gemiddelde, de standaarddeviatie en de mediaan bepaald. Dan werd de normaliteit van de percentielscores van de continue variabelen nagegaan (taaltest en enkele variabelen van de vragenlijst) aan de hand van de Shapiro Wilk test. Het significantieniveau werd bepaald op 0,05. 18

29 Om het verschil na te gaan tussen de meertalige Turks-Nederlandse en Vlaamse kinderen (eerste onderzoeksvraag) werden volgende hypothesetesten gebruikt: de Wilcoxon matched-pairs signed ranks test om een vergelijking te maken tussen beide groepen op vlak van taalvaardigheden (Kernscore, Indexscores en subtests van de CELF-4-NL) en de McNemar test om een vergelijking te maken tussen de twee groepen op vlak van fonetische en fonologische spraakprocessen. Om een antwoord te vinden op de tweede onderzoeksvraag over de evolutie van de spraak- en taalvaardigheden bij de meertalige Turks-Nederlandse en Vlaamse kinderen werd de Wilcoxon matched-pairs signed ranks test gebruikt voor de taalvaardigheden (Kernscore en Indexscores van de CELF-4-NL). De Mann-Whitney-U-test onderzocht de snelheid van de evolutie (vergelijking tussen het verschil in percentielen van de Kernscore en de Indexscores (CELF-4-NL) tussen het huidig en het vorige onderzoek). Tenslotte werd de McNemar test gebruikt om een vergelijking te maken tussen de resultaten van het huidig en het vorige onderzoek van beide groepen op vlak van fonetische en fonologische processen. Om de laatste onderzoeksvraag over de beïnvloedende factoren te kunnen beantwoorden, werden de Wilcoxon matched-pairs signed ranks test, de gepaarde Student s t-test en de Mann-Whitney-U-test (evolutiestudie) gebruikt om een eventueel verschil aan te tonen tussen de meertalige Turks-Nederlandse en de Vlaamse kinderen op vlak van enkele continue variabelen. Om een eventueel verschil in het geslacht tussen de twee groepen aan te tonen, werd de McNemar en Fisher s Exact test (evolutiestudie) gebruikt. De overige categorische nominale variabelen konden niet vergeleken worden, omdat er te weinig participanten per groep waren. Tenslotte werd ook de Kruskal-Wallis test gebruikt om de invloed van een parameter op de Kernscore (normaal verdeeld) bij de meertalige Turks-Nederlandse kinderen na te gaan. 19

30 Resultaten Taaltest Vergelijking taalvaardigheden meertalige Turks-Nederlandse en Vlaamse kinderen In tabel 6 worden de resultaten van de percentielscores van de Indexscores en subtests van de CELF-4-NL weergegeven. Omdat er sprake is van outliers, werd naast het gemiddelde en de standaarddeviatie ook de mediaan meegedeeld. Voor alle Indexscores en alle subtests is er een significant verschil tussen de Turkse en Vlaamse kinderen (p < 0,05). Voor de subtests Definities van Woorden, Woordstructuur en Zinsbegrip kon er geen verschil nagegaan worden aangezien deze testen slechts bij één kind afgenomen werden (te kleine populatie). In appendix 4 worden de verdelingen van de percentielscores van de verschillende subtests weergegeven. Tabel 6: Overzicht van de percentielscores van de resultaten van de CELF-4-NL uit het huidige onderzoek Turkse kinderen Vlaamse kinderen P- N Gem (SD) Med N Gem (SD) Med waarde KS 25 8,69 (9,12) 4, ,99 (25,35) 80,7 < 0,001 RTI 25 9,74 (10,91) 6, ,02 (28,39) 74,8 < 0,001 ETI 25 9,88 (11,70) 5, ,79 (22,92) 78,8 < 0,001 BAV 25 14,28 (11,92) 16, ,12 (25,96) 75,0 < 0,001 ZH 25 11,22 (11,47) 9, ,32 (22,44) 50,0 < 0,001 ZF 25 18,01 (20,80) 16, ,64 (26,93) 84,0 < 0,001 DW 0 / / 1 75,00 (/) 75,0 / WC 2-T 25 17,85 (16,51) 16, ,00 (24,31) 84,0 < 0,001 WC 2-R 25 16,10 (15,47) 16, ,28 (25,50) 75,0 < 0,001 WC 2-E 25 18,12 (15,48) 16, ,24 (25,66) 75,0 < 0,001 AW 25 14,86 (17,54) 9, ,01 (20,07) 84,0 < 0,001 SR 24 17,00 (16,94) 9, ,12 (29,69) 75,0 < 0,001 WS 1 1,00 (/) 1,0 0 / / / ZB 1 2,00 (/) 2,0 0 / / / Gem = gemiddelde, SD = standaarddeviatie, Med = mediaan 20

31 Vergelijking evolutie taalvaardigheden (na drie jaar) bij de meertalige Turks- Nederlandse en Vlaamse kinderen In tabel 7 wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de CELF-4-NL met bijhorende p-waardes voor de meertalige Turks-Nederlandse groep en de Vlaamse groep. Wanneer men de actuele meertalige Turks-Nederlandse kinderen en de meertalige Turks-Nederlandse kinderen drie jaar geleden vergelijkt, blijken de percentielscores niet veranderd (p > 0,05) voor zowel de Kernscore, de Receptieve Taal Index en de Expressieve Taal Index. Ook bij de Vlaamse kinderen is er geen significant verschil (p > 0,05) waarneembaar bij de Kernscore, de Receptieve Taal Index en de Expressieve Taal Index. Uit de hypothesetesten om de snelheid van de evolutie na te gaan blijkt dat er geen significant verschil is tussen het verschil in percentielscores van de Kernscore (p = 0,186), RTI (p = 0,060) en ETI (p = 0,695) tussen de meertalige Turks-Nederlandse en Vlaamse kinderen. In appendix 4 worden de verdelingen van de percentielscores van de verschillende Indexscores van het huidig en vorige onderzoek weergegeven. In figuur 1, 2 en 3 worden de evolutie van de Kernscore, de Receptieve Taal Index en de Expressieve Taal Index van de Vlaamse en Turkse groep weergegeven. Tabel 7: Overzicht van de evolutie van de percentielscores van de resultaten van de CELF-4-NL Gem (SD) Med Gem (SD) Med Verschil P- in gem waarde N=9 Turkse kinderen 3 Turkse kinderen jaar geleden huidige onderzoek KS 7,79 (12,80) 1,6 10,08 (8,64) 5,5 +2,29 0,233 RTI 13,93 (23,47) 2,7 12,36 (11,50) 6,3-1,57 0,575 ETI 6,31 (10,65) 1,2 11,41 (12,53) 6,3 +5,1 0,051 N=13 Vlaamse kinderen 3 Vlaamse kinderen jaar geleden huidige onderzoek KS 65,48 (20,47) 63,1 76,05 (28,60) 89,7 +10,57 0,055 RTI 61,7 (20,18) 60,5 77,78 (28,27) 90,9 +16, ETI 72,04 (20,03) 78,8 74,39 (23,25) 78,8 +2,35 0,075 21

NARRATIEVE VAARDIGHEDEN VAN SUCCESSIEF MEERTALIGE ARABISCH-NEDERLANDSE KINDEREN IN VERGELIJKING MET EENTALIGE KINDEREN: EEN PILOOTSTUDIE

NARRATIEVE VAARDIGHEDEN VAN SUCCESSIEF MEERTALIGE ARABISCH-NEDERLANDSE KINDEREN IN VERGELIJKING MET EENTALIGE KINDEREN: EEN PILOOTSTUDIE VAKGROEP SPRAAK-, TAAL- EN GEHOORWETENSCHAPPEN NARRATIEVE VAARDIGHEDEN VAN SUCCESSIEF MEERTALIGE ARABISCH-NEDERLANDSE KINDEREN IN VERGELIJKING MET EENTALIGE KINDEREN: EEN PILOOTSTUDIE drs. Daelman Julie,

Nadere informatie

De Afname, Indexen en Subtests

De Afname, Indexen en Subtests De Afname, Indexen en Subtests Dé test voor diagnose en evaluatie van taalproblemen bij kinderen van 5 t/m 18 jaar Diagnose stellen Stappenplan om tot diagnose te komen 1. Observatieschaal De Observatieschaal

Nadere informatie

Expressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen

Expressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen Logopedische en Audiologische Expressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen, Eline Geenens, Sarah Parmentier, Kristiane Van Lierde Inleiding - Stelling:

Nadere informatie

Het leren van Engels bij kinderen met TOS

Het leren van Engels bij kinderen met TOS Het leren van Engels bij kinderen met TOS Siméa congres 15-04-2016 Master Thesis Logopediewetenschap Inge Zoutenbier, MSc Onder begeleiding van: Dr. Rob Zwitserlood In een notendop http://auris.instantmagazine.com/auriscomdigit

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Over de hele wereld groeien veel kinderen met een migrantenachtergrond tweetalig op, omdat hun etnische of eerste taal verschilt van de meerderheidstaal, hun tweede taal. De etnische

Nadere informatie

Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels

Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels Judith Rispens J.E.Rispens@uva.nl Margreet van Koert, Patrick Snellings, Nihayra Leona, Maurits van der Molen, & Jurgen Tijms Inhoud ORWELL-project

Nadere informatie

CELF-4-NL & CELF Preschool-2-NL

CELF-4-NL & CELF Preschool-2-NL CELF-4-NL & CELF Preschool-2-NL Clinical Evaluation of Language Fundamentals Sjoerd Pieters Consultant Pearson Basis van de CELF s constructie test modaliteiten: Receptief Expressief -> 5 taaldomeinen

Nadere informatie

Voorwoord. Kwaliteitskringproduct Beschrijvingen bij logopedische onderzoeken KK245 Woerden 2

Voorwoord. Kwaliteitskringproduct Beschrijvingen bij logopedische onderzoeken KK245 Woerden 2 Voorwoord Geachte collega s. Dit kringproduct geeft een beschrijving van de meest gebruikte logopedische tests. Het beschrijft wat de tests / testonderdelen precies inhouden en hoe de scores geïnterpreteerd

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Clinical Evaluation of Language Fundamentals (CELF-4- NL ) 20 augustus 2010.

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Clinical Evaluation of Language Fundamentals (CELF-4- NL ) 20 augustus 2010. Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Clinical Evaluation of Language Fundamentals (CELF-4- NL ) 20 augustus 2010 Review: L.Verlaet, M. D hondt, A. Coussens (Arteveldehogeschool) Invoer: E. v

Nadere informatie

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen Sinds de 2001-editie van het DLE boek zijn de volgende aanvullingen verschenen: - Aanvulling januari 2014 leverbaar - Aanvulling PDF mei 2013 opgenomen in aanvulling januari 2014 - Aanvulling oktober 2012

Nadere informatie

Ga nu aan de slag met de nieuwe CELF-5-NL!

Ga nu aan de slag met de nieuwe CELF-5-NL! Ga nu aan de slag met de nieuwe CELF-5-NL! De CELF-5-NL is de vernieuwde test die het afnemen en scoren eenvoudiger maakt waardoor u tijd kunt besparen. Nieuwe normen (2019) Digitale afname en scoring

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Audiologisch centrum, spraaktaalteam TOS en Meertaligheid Onderwijsdag 25 mei 2016 Maaike Diender, klinisch linguïst Els de Jong, teamleider spraaktaalteam/logo-akoepedist Audiologisch centrum, spraaktaalteam Gehooronderzoek Logopedisch onderzoek

Nadere informatie

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Taalontwikkeling van tweetalige Turkse en Marokkaanse kleuters in Nederland. Masterthesis

Taalontwikkeling van tweetalige Turkse en Marokkaanse kleuters in Nederland. Masterthesis Taalontwikkeling van tweetalige Turkse en e kleuters in Nederland Masterthesis Universiteit Utrecht Masteropleiding Orthopedagogiek Dorenda Snieder, 0428396 Docent: Cathy van Tuijl 22 juni 2008 1 Inleiding

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso colloquium 7 juni 2017 dr. Eef Ameel overzicht de peiling burgerzin en burgerschapseducatie beschrijving van de steekproef

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

CoVaT-CHC Basisversie:

CoVaT-CHC Basisversie: W. Magez CoVaT-CHC Basisversie: toetsing bij allochtone en autochtone leerlingen in de bovenbouw van het lager onderwijs 1 2 COVAT-CHC BASISVERSIE: TOETSING BIJ ALLOCHTONE EN AUTOCHTONE LEERLINGEN IN DE

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Persvoorstelling Resultaten Europees Vreemdetalenonderzoek. 21 juni 2012

Persvoorstelling Resultaten Europees Vreemdetalenonderzoek. 21 juni 2012 Persvoorstelling Resultaten Europees Vreemdetalenonderzoek 21 juni 2012 1 Onderzoeksteam Hoofdpromotor: Rianne Janssen Co-promotoren: Piet Desmet, Sarah Gielen, Liesbet Heyvaert, Peter Lauwers, Ilse Magnus

Nadere informatie

Meertaligheid kan meerwaarde hebben wat moeten we daarvoor doen?

Meertaligheid kan meerwaarde hebben wat moeten we daarvoor doen? Meertaligheid kan meerwaarde hebben wat moeten we daarvoor doen? Paul Leseman 16 juni 2014 Nederlands of de eigen taal? Is meertaligheid goed of slecht? Wat moet je als ouders doen, als jezelf een andere

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar VCLB De Wissel - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Naam: School: Klas: Geboortedatum: Onderzoeksdatum: Kalenderleeftijd: VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar 1. Probleemstelling

Nadere informatie

R. Debbaut. W. Magez. Intelligentiemeting bij kinderen met dyslexie

R. Debbaut. W. Magez. Intelligentiemeting bij kinderen met dyslexie R. Debbaut W. Magez Intelligentiemeting bij kinderen met dyslexie . 2 INTELLIGENTIEMETING BIJ KINDEREN MET DYSLEXIE R. Debbaut & W. Magez (2017) 1. INLEIDING Het samenspel van intelligentie en dyslexie

Nadere informatie

Siméa Nienke Lam de Waal, MA Dr. Annette Scheper

Siméa Nienke Lam de Waal, MA Dr. Annette Scheper Vertelvaardigheid: Kleuters versus kinderen met SLI Siméa 11-04-2013 Nienke Lam de Waal, MA Dr. Annette Scheper Inhoud Waar hebben we het over? Achtergrond Onderzoeksvragen Methode Resultaten Discussie

Nadere informatie

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen. Meest recente versie verschenen in. Nr. Titel Pag.

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen. Meest recente versie verschenen in. Nr. Titel Pag. A A1 Taal Taal Algemeen A1.1 Taalschaal A1.1 DLE Boek editie 2015 A1.2 Taalschaal Taalschaal 1 A1.1 DLE Boek editie 2015 Taalschaal Taalschaal 2 A1.2 DLE Boek editie 2015 Taaltoets Alle Kinderen groep

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

CHC Werkdocument Benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML tussen 2 en 7 jaar

CHC Werkdocument Benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML tussen 2 en 7 jaar CHC Werkdocument Benadering het zeer lage IQ Talige personen met vermoedelijke ML tussen 2 en 7 jaar Naam: Onderzoeksdatum: School: Geboortedatum: Klas: CL: CL in maanden: CL*: START met plaatjes concepten

Nadere informatie

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming 1. Referentie Referentie Janssen, R., Rymenans R. (2009). Beginsituatie van leerlingen in het eerste leerjaar B van het secundair onderwijs (OBPWO 06.00). Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS)

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Commissie Onderwijs Vlaams Parlement 2 juni 2016 Promotoren: Prof. Dr. Piet Van Avermaet (UGent) Prof. Dr. Mieke Van Houtte (UGent) Prof. Dr. Stef Slembrouck

Nadere informatie

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Afasie bij kinderen met epilepsie. Symposium 'Verworven kinderafasie,

Afasie bij kinderen met epilepsie. Symposium 'Verworven kinderafasie, Afasie bij kinderen met epilepsie Symposium 'Verworven kinderafasie, 13-01-2017 Afasie bij kinderen met epilepsie Epilepsiesyndromen en achteruitgang op gebied van taal/ afasie 3 casussen; aard en verloop

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar

Nadere informatie

Kans verkeken! Statistisch redeneren bij universiteitsstudenten vóór en na een inleidende cursus statistiek.

Kans verkeken! Statistisch redeneren bij universiteitsstudenten vóór en na een inleidende cursus statistiek. Kans verkeken! Statistisch redeneren bij universiteitsstudenten vóór en na een inleidende cursus statistiek. Greet Peters, Stijn Vanhoof, & Patrick Onghena Statistisch redeneren De manier waarop mensen

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

CHC - Werkdocument benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML boven 7 jaar

CHC - Werkdocument benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML boven 7 jaar CHC - Werkdocument benadering het zeer lage IQ Talige personen met vermoedelijke ML boven 7 jaar Naam: School: Klas: CL in maanden: Onderzoeksdatum: Geboortedatum: CL: CL*: Gf: Vloeiende intelligentie

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie

Nadere informatie

Taal en Connector Ability

Taal en Connector Ability Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties

Nadere informatie

Taaltests. Limitatieve lijst RIZIV Preverb Fonologie Lexicon Semantiek Morfologie Syntaxis Prag Leeftijd Normen uitgave

Taaltests. Limitatieve lijst RIZIV Preverb Fonologie Lexicon Semantiek Morfologie Syntaxis Prag Leeftijd Normen uitgave Taaldiagnostiek in Nederland en Vlaanderen: meerwaarde van de Renfrew Taalschalen Nederlandse Aanpassing (RTNA) Inge Zink Taaldiagnostiek Nederlandse taalgebied Taaltests Limitatieve lijst RIZIV Preverb

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid

Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid In te vullen door: school (leerkracht/ib er) in overleg met ouders, eventueel met iemand die als tolk kan fungeren. Als er bij kinderen voor wie Nederlands

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Visie Taalstimulering en meertaligheid Kind en Gezin

Visie Taalstimulering en meertaligheid Kind en Gezin Visie Taalstimulering en meertaligheid Kind en Gezin VLOR studiedag 3 februari 2012 Taal = hot item Arme peuters ook taalarm (16/03/2009) Steeds minder baby s met Nederlands als thuistaal geboren (4/12/2010)

Nadere informatie

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0 Persoonsgegevens Naam Geslacht Man Nationaliteit Nederlandse Voorkeurshand Rechtshandig School/Instituut Basisonderwijs Groep/Leerjaar 2 Onderzoeker Paul Vraagstelling (1) ADHD jjjj mm dd Onderzoeks datum

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Wat is meertaligheid. Wat is meertaligheid. Enkele begrippen. Meertaligheid in cijfers

Wat is meertaligheid. Wat is meertaligheid. Enkele begrippen. Meertaligheid in cijfers Kinderen en hun ouders ondersteunen in het proces van meertalige taalontwikkeling Focus op de thuistaal Hilde De Smedt Wat is meertaligheid Individuen worden MEERTALIG genoemd als ze de competentie hebben

Nadere informatie

Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017

Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017 Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017 Kinderen met TOS zijn slimme kinderen die moeite hebben met praten en vertellen, en met

Nadere informatie

SIGNALERING VAN KINDEREN MET EEN TAALACHTERSTAND

SIGNALERING VAN KINDEREN MET EEN TAALACHTERSTAND SIGNALERING VAN KINDEREN MET EEN TAALACHTERSTAND Simea, 19 april 2018 Conja Adriaanse, Karin Wiefferink & Noëlle Uilenburg 1 AAN HET EINDE HEBBEN JULLIE Meer kennis over de vroegsignalering (door de JGZ)

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Agrammatische Broca-afasie wordt meestal veroorzaakt door een hersenbeschadiging in (de omgeving) van het gebied van Broca (Brodmann s areas 44 en 45). Hierdoor krijgt de patiënt

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

De TestWijzer. Een overzicht van diagnostisch instrumentarium voor spraak-taalonderzoek bij kinderen in de leeftijd 0;6-15;11 jaar

De TestWijzer. Een overzicht van diagnostisch instrumentarium voor spraak-taalonderzoek bij kinderen in de leeftijd 0;6-15;11 jaar De TestWijzer Een overzicht van diagnostisch instrumentarium voor spraak-taalonderzoek bij kinderen in de leeftijd 0;6-15;11 jaar Drs. R. Crielaard en drs. E.Hofsteede-Botden In dit artikel wordt de achtergrond

Nadere informatie

Leidt voorlezen tot meer leesplezier?

Leidt voorlezen tot meer leesplezier? Leidt voorlezen tot meer leesplezier? Een quasi-experimenteel onderzoek in het zesde leerjaar van het basisonderwijs Annick De Vylder Peter Van Petegem 1 2 Belang van GRAAG lezen GRAAG lezen goed lezen

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Meertaligheid: misverstanden en vooroordelen

Meertaligheid: misverstanden en vooroordelen MEERTALIGHEID: DEFINITIES MEERTALIGHEID: MISVERSTANDEN EN VOOROORDELEN WEERLEGD Team Taal en meertaligheid Perfecte beheersing van de verschillende talen Het afwisselend kunnen gebruiken van meer dan één

Nadere informatie

Allochtoon talent aan het werk

Allochtoon talent aan het werk Allochtoon talent aan het werk Ethnische verschillen in posities op de arbeidsmarkt van recent afgestudeerden VFO Studiedag dr. Steven Lenaers 13 november 2008 Inhoud I. Onderzoeksthema II. Methodologie

Nadere informatie

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen Loes Vandenbroucke & Noël Clycq Oprit 14 onderzoek Doel: Verklaren van (problematische) schoolloopbanen

Nadere informatie

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation

Nadere informatie

Titel: Belemmert het dialect de verwerving van de Nederlandse woordenschat? 1

Titel: Belemmert het dialect de verwerving van de Nederlandse woordenschat? 1 Nuutsbreef van Veldeke Limburg Titel: Belemmert het dialect de verwerving van de Nederlandse woordenschat? 1 Auteurs: Leonie Cornips, Kirsten van den Heuij en Ryanne Francot De context van het onderzoek

Nadere informatie

Examen G0N34 Statistiek

Examen G0N34 Statistiek Naam: Richting: Examen G0N34 Statistiek 7 juni 2010 Enkele richtlijnen : Wie de vragen aanneemt en bekijkt, moet minstens 1 uur blijven zitten. Je mag gebruik maken van een rekenmachine, het formularium

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

De woordenschat van. Turks-Nederlandse en Marokkaans- Nederlandse kinderen. Het verschil in woordenschat tussen

De woordenschat van. Turks-Nederlandse en Marokkaans- Nederlandse kinderen. Het verschil in woordenschat tussen 14-7-2017 De woordenschat van Turks-Nederlandse en Marokkaans- Nederlandse kinderen Het verschil in woordenschat tussen Turks-Nederlandse en Marokkaans- Nederlandse kinderen en de invloed van taalstatus,

Nadere informatie

De uitdagingen van etnische diversiteit in het onderwijs. Prof. dr. Orhan Agirdag

De uitdagingen van etnische diversiteit in het onderwijs. Prof. dr. Orhan Agirdag De uitdagingen van etnische diversiteit in het onderwijs Prof. dr. Orhan Agirdag Uitdagingen Ongelijkheid Schoolsegregatie Multicultureel onderwijs Meertaligheid Uitdagingen Ongelijkheid Schoolsegregatie

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid

Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid 170185/1536 April 2017 Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid In te vullen door: school (leerkracht/ib er) in overleg met ouders, eventueel met iemand die als tolk kan fungeren. Als er

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014 Evy Visch-Brink Dutch version CAT Comprehensive Aphasia Test, 2004 Kate Swinburn, Gillian Porter, David Howard CAT-NL, 2014 Evy Visch-Brink, Dorien

Nadere informatie

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Taalstoornissen Primair: specifieke taalontwikkelingsstoornissen (SLI) Secondair: niet-specifiek

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Problemen in de spraak- en taalontwikkeling consensus, signalering & follow-up

Problemen in de spraak- en taalontwikkeling consensus, signalering & follow-up Problemen in de spraak- en taalontwikkeling consensus, signalering & follow-up Margreet Luinge & Margot Visser-Bochane Lectoraat Kind, Taal & Ontwikkeling Overzicht lezing Achtergrond Onderzoeksopzet Ervaringen

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Een kind heeft recht op een stevig fundament.

Een kind heeft recht op een stevig fundament. Overgangsprotocol groep 1 - groep 2 groep 3 Inleiding Ooit was er een zelfstandige kleuterschool naast een zelfstandige lagere school. In die tijd werd het begrip schoolrijpheid gebruikt waarmee de mate

Nadere informatie