Notulen vergadering: 13 november 2006, uur, Boscotondo

Transcriptie

1 Notulen vergadering: 13 november 2006, uur, Boscotondo Commissie S Aanwezig: Voorzitter: Cie.griffier: Leden: Portefeuille: Adviseurs: Notuliste: Afwezig: L. den Breejen C.G.H.J. Dahmen H.F.J. Bekkers (SDH-OH), S. van de Brug (VVD), J.F.C. Damen (VVD), R.S. Groenendal (PVDA), mevr. M.M. de Leeuw (CDA), mevr. E.R.M. Neef (PVDA), A.J. Pellemans (PVDA), mevr. A.M. Raaijmakers (CDA), mevr. D.J.E. van Sambeeck (D66), A. Spruijt (SP), mevr. G. van den Waardenburg (CDA), M.G.M. van Wetten (HH), mevr. N. van der Zanden (SP) C.J. Boetzkes, J.F. Boetzkes, S.H. Yeyden J. Bongaarts, mevr. J. van Meer, mevr. I. van de Ven, mevr. H. Wingens mevr. N. Marcus H.M.J.M. van Dijk (SDH-OH), R. van der Made (GL), T.J. van Mullekom (HA), C.J.M. Vereijken (HB), mevr. E.P.W. de Voogd (HSP) 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Mevrouw De Voogd en de heren Van Dijk, Van der Made, Van Mullekom en Vereijken zijn afwezig. De commissie heeft de volgende stukken ontvangen: Brief inzake Filmhuis d.d. 31 oktober 2006 Uitnodiging debat inzake Plato op 1 december 2006 Brief inzake Toetrederskorting d.d. 27 oktober 2006 De volgende extra data worden voor de commissie S in 2007 vastgelegd: 29 januari werkbezoek 26 maart werkbezoek 4 juni werkbezoek 25september Subsidieprogramma Jeugd, Zorg en Welzijn (i.p.v. 27 september) 12 oktober excursie 29 oktober werkbezoek 26 november wekbezoek 2. Vaststellen ontwerpagenda 13 november 2006 De ontwerpagenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Vaststellen notulen van de vergadering van 9 oktober 2006 en het verslag van het werkbezoek op 30 oktober oktober 2006 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 30 oktober 2006 Blz. 3, WMO, betoog mevrouw Raaijmakers (CDA): armoedebeleid moet zijn ouderenbeleid. Het verslag wordt met inachtneming van het bovenstaande vastgesteld. commissie Samenleving Blz. 1

2 Maatschappelijke Ondersteuning en Dienstverlening 4. Verordening inkomensondersteunende regelingen De heer Spruijt (SP) heeft niets tegen bundeling van de maatregelen, maar plaatst vraagtekens bij alweer een overdracht naar het college. Mevrouw Van Sambeeck (D66) vindt bundeling een goede ontwikkeling. Gesproken wordt over eventuele toekomstige tegemoetkomingen in kostensoorten. Kunnen nieuwe kostensoorten alleen in genoemde situatie worden toegevoegd of zijn er vanuit bijv. het lokaal beleid ook nog mogelijkheden? De heer Bekkers (SDH-OH) vraagt aan hoeveel ingediende bezwaren tegemoet wordt gekomen. Ook hij plaatst vraagtekens bij het delegeren naar het college. Wethouder Boetzkes geeft aan dat de overdracht naar het college puur effectiviteit betreft. Mevrouw Wingens licht toe dat in principe ook inkomensondersteunende regelingen vanuit lokale beleidsontwikkelingen kunnen worden toegevoegd. Tegemoetkoming aan de aantallen reizigers heeft betrekking op een contract dat in SRE verband is afgesloten. Het betreft tegemoetkoming aan cliënten uit de regio, omdat in Helmond geen problemen zijn opgetreden. Er zijn hooguit 10 bezwaren uit de hele regio. Als dit niet wordt aangepast, kan niet tegemoet gekomen worden aan deze serieuze en praktische bezwaren. De heer Spruijt (SP) en de heer Bekkers (SDH-OH) vinden het woord effectiviteit kort door de bocht. De commissie geeft, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel en biedt dit als hamerstuk aan de raad aan. 5. Educatieve agenda De voorzitter ligt toe dat deze educatieve agenda nog geen kaderstellend document is. Kaderstelling komt t.z.t. terug bij uitgewerkte onderdelen. De commissie kan wel haar visie geven. Punt 4 van de notitie spreekt van vaststelling door de commissie S. Dat is niet juist en wordt gecorrigeerd. Mevrouw Van de Ven reikt een notitie uit ter verduidelijking van de relatie integraal jeugdbeleid en educatieve agenda. Zij licht deze notitie kort toe. De heer Bekkers (SDH-OH) vindt het prima dat de inventarisatie gemaakt is. Hij geeft de wethouder mee er voor te zorgen dat er voldoende geld voor beschikbaar komt. Mevrouw Van Sambeeck (D66) is van mening dat er sprake is van een minimale ambitie. Zorgteams en onderwijsachterstanden zijn ook belangrijke onderwerpen i.h.k.v. het integraal jeugdbeleid, maar wil Helmond vooruitgang boeken met haar jeugd dan zal ook gesproken moeten worden over innovatieve ontwikkelingen, over kansen in kennis, over stimuleren van en investeren in jongeren. Is het college bereid vanuit een sterke ambitie onderwerpen op de educatieve agenda te plaatsen? D66 mist het thema analfabetisme. Het is breed bekend dat veel schoolverlaters getypeerd worden als functioneel analfabeet. Wellicht kan dit onderwerp aan het overzicht toegevoegd worden. Mevrouw Neef (PVDA) geeft aan dat een goede sociale structuur voor de jeugd meer omvat dan onderwijs en de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het gaat ook over opvoeders, instellingen en buurtpartijen. Dat roept de vraag op of gemeente en onderwijs de hoofdpartners zijn, of dat ook gekeken moet worden naar de wezenlijke partijen die een toegevoegde waarde hebben in het realiseren van de zorgstructuur rondom de jeugd. Gemeente en schoolbesturen zouden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de verbinding voor- en vroegschoolse activiteiten. PVDA pleit ervoor al bij aanvang ook SWH, HOP en andere betrokken partijen hierbij breed in te zetten. In de zorg voor een jeugdsignaleringssysteem wordt de rol van de gemeente nadrukkelijk opgenomen. Waarom moet de gemeente zo n systeem onderhouden? In andere gemeenten is een samenwerking van GGD s verantwoordelijk voor de opzet en uitvoering van zo n systeem, en betalen zij dit uit eigen middelen. Mevrouw Raaijmakers (CDA) noemt een aantal zaken die opvallen in de uitgereikte notitie. Bij zorgteam primair onderwijs staat geen datum. Bij professionalisering peuterspeelzaalwerk staat april 2007 genoemd, terwijl dit naar verwachting in december besproken zou worden. Zij vraagt of de definitieve educatieve agenda met definitieve data hier terugkomt, en zo ja, wanneer. CDA wenst een uitgebreidere uitwerking van de onderwerpen. Het concept dat nu voorligt is te summier. De doelen moeten gesplitst kunnen worden in korte en lange termijn. De agenda zou aangevuld moeten worden met een sterkte-zwakte-analyse en kansen-bedreigingen, en alle geldstromen die samenhangen met de producten moeten compleet zijn. Wethouder Boetzkes geeft aan dat hier beschreven staat wat er op dit moment is. Als de commissie aanvullingen heeft, dan verneemt hij dat graag. Analfabetisme kan een goede toevoeging zijn en hij neemt commissie Samenleving Blz. 2

3 dit mee voor bespreking met het onderwijsveld. HOP en SWH worden en zijn uiteraard betrokken bij de voor- en vroegschoolse activiteiten. Het verschil is dat zij er niet verantwoordelijk voor zijn. Mevrouw Neef (PVDA) merkt op dat het hier om samenhang gaat, over rollen, bevoegdheden en taken, en om de doorgaande lijn voor- en vroegschools. Het is handig dit verder uit te werken in de educatieve agenda. Meepraten en meedenken is anders dan betrokken zijn. Wethouder Boetzkes neemt dit mee. Behandeling professionalisering peuterspeelzaalwerk was gepland voor december. Bij de begrotingsbehandeling is afgesproken, dat in het eerste kwartaal 2007 een voorstel wordt voorgelegd aan de partners en in april aan de raad. De gemeente betaalt in eerste instantie voor het op elkaar aansluiten van jeugdzorgsystemen. Mevrouw Van de Ven licht toe dat de definitieve educatieve agenda in het eerste kwartaal aan de commissie wordt voorgelegd. De deelprojecten staan daar los van en komen terug op het moment dat ze daar rijp voor zijn. Zorgteams primair onderwijs zijn een taak van het onderwijs en moeten in 2008 gerealiseerd zijn. De rol van de gemeente is er voor te zorgen dat de teams deelnemen in de zorgadviesdienst. De doelen verder splitsen in korte en lange termijn is een goede aanvulling. Een sterkte-zwakte-analyse komt terug in de beleidsstukken over de diverse onderwerpen. De commissie ontvangt een definitieve agenda met onderdelen die definitief zijn of in de ontwerpfase zitten. Is een onderdeelnotitie gereed en neemt de raad daarover een besluit, dan wordt dit in de agenda aangepast. Het is een dynamisch stuk waarin constant samenvattingen van beleid gemaakt worden om een totaaloverzicht te krijgen. Mevrouw Raaijmakers (CDA) geeft aan dat zij bedoelt, dat bij het voorleggen van een onderwerp aan de commissie tevens een sterkte-zwakte-analyse en kansen-bedreigingen zichtbaar moeten zijn. Op deze manier kan de commissie de Helmondse situatie beoordelen. De heer Groenendal (PVDA) merkt op dat in de laatste raadsvergadering aan de orde is geweest dat een visie geformuleerd zou worden voor onderwijs. Hij ziet dit nergens in de educatieve agenda terug. Wethouder Boetzkes geeft aan dat de visievorming meegenomen wordt als de educatieve agenda terugkomt in de commissie. Volgens de heer Groenendal (PVDA) ging het om een visie over het gehele onderwijs in relatie tot het jeugdbeleid. Hij is van mening dat dit aan de educatieve agenda vooraf gaat. In tweede instantie merkt de heer Van Wetten (HH) op dat het functioneel analfabetisme ook genoemd wordt in het aanvullingspunt 1 inzake GSB III. Hij ziet graag de relatie met dat onderdeel en hetgeen hier besproken wordt. Mevrouw Van Sambeeck (D66) zou het goed vinden als vanuit het college de ambitie geformuleerd wordt door de lat van de educatieve agenda hoger te leggen. D66 wil zeker een bijdrage leveren en mist o.a.: kenniscirculatie, ICT en technologie, toptalent in Helmond. Mevrouw Raaijmakers (CDA) onderschrijft deze onderwerpen. CDA heeft er moeite mee, dat straks op basis van niet uitgewerkte informatie toch prioriteit aan onderwerpen gegeven moet worden. Raadsleden moeten hun visie op onderwijs geven op basis van deze summiere uitwerking. De heer Groenendal (PVDA) geeft aan dat het ook om politieke items in de educatieve agenda gaat. PVDA vindt van belang: hoe wordt segregatie (zwarte scholen) voorkomen; de verbinding tussen vroeg- en voorschools naar basisschool naar voortgezet onderwijs; vernieuwende elementen onderwijs zoals cultuuronderwijs en weekendonderwijs; wijze betrokkenheid ouders. Het gaat om discussievoering over actuele politieke zaken, waarin de raad richting kan geven. Wethouder Bethlehem licht toe dat GSB gaat om geld en geldstromen. De inhoud volgt vanuit onderwijs en educatieve agenda. Er is sprake van automatische afstemming. Het zijn geen aparte agenda s, waarbij de GSB agenda afwijkt van de educatieve agenda. Wethouder Boetzkes neemt de genoemde suggesties van D66 en PVDA mee. Gevreesd wordt dat de raad keuzes moet maken op basis van summiere informatie. De onderwerpen zullen echter voldoende gerijpt zijn om een goede keuze te kunnen maken. Mevrouw Raaijmakers (CDA) geeft aan dat hier gesproken wordt over onderwijs en de Helmondse kinderen. Bij sommige onderdelen ontbreekt achtergrondinformatie. Toch moet de raad voor de komende 3 jaar prioriteit aangeven over al deze onderwerpen. Eerst wordt de concept agenda en vervolgens de definitieve agenda ontvangen. In loop van de tijd volgt per onderwerp pas een nadere analyse. De prioriteiten heeft de raad dan al moeten stellen. CDA vindt het van groot belang achtergrondinformatie te hebben voordat de raad deze prioriteit kan geven. De heer Groenendal (PVDA) ondersteunt dit. Het gaat om een goed beeld van de situatie zodat de raad hierop kan sturen. Met de huidige werkwijze ontstaat er geen goed totaaloverzicht. commissie Samenleving Blz. 3

4 Mevrouw Van de Ven geeft aan dat deze prioriteiten gesteld zijn op basis van wettelijke taken, collegeprogramma en lopende afspraken. Het is een concept waaraan hard gewerkt wordt. Bij een nieuw onderwerp kan niet alles voorgelegd worden. Een sterkte-zwakte-analyse voor alle onderwerpen voor 1 april 2007 is niet haalbaar. Op basis van inhoud en kennis van de Helmondse samenleving moet een keuze gemaakt worden. Mevrouw Van Meer gaat in op het integraal jeugdbeleid. Vanuit deze vastgestelde visie richt het onderwijs zich voor de 13- op opvoedingsondersteuning. Voor de 13+ legt het onderwijs zich toe op de binding met de stad en het eventueel interveniëren in risicosituaties. Het schema geeft de link aan tussen onderwijs en het integraal jeugdbeleid. Op basis hiervan wordt de educatieve agenda verder uitgewerkt. De commissie wordt in december/januari uitgebreid geïnformeerd over het 13- beleid en over het 13+ beleid. En de commissie ontvangt een uitnodiging voor een bijeenkomst op 31 januari 2007 om mee te denken over de verdere invulling van het 13+ beleid. De heer Groenendal (PVDA) vraagt of onderwijsbeleid ondergeschikt is aan integraal jeugdbeleid, en wat de relatie met het nieuwe onderwijsbeleid is dat tijdens de begrotingsbehandeling is gevraagd. Mevrouw Van Meer legt uit dat het integraal jeugdbeleid is vastgesteld door de raad. Het onderwijs levert hier een bijdrage in om de vastgestelde doelen te bereiken. Wethouder Boetzkes noemt de motie van CDA tijdens de begrotingsbehandeling. Deze motie betreft niet alleen onderwijshuisvesting. Mevrouw Raaijmakers (CDA) geeft aan dat CDA door wil gaan op de ingediende motie en raadsbreed over onderwijs wil praten om prioriteiten te kunnen stellen. Dat is breder dan de educatieve agenda en integraal jeugdbeleid. Mevrouw De Leeuw (CDA) vult aan dat het een het ander niet hoeft te bijten. De extra informatie is geen irreële vraag. De motie is duidelijk en CDA verwacht een creatieve uitwerking van het college. Eventuele opties kunnen met de commissie gedeeld worden. De heer Groenendal (PVDA) adviseert dat separaat aan het integraal jeugdbeleid nog een visie over onderwijs komt. PVDA ondersteunt de motie. 1. Informatievoorziening: De commissie heeft behoefte aan meer achtergrondinformatie over de onderwerpen op de educatieve agenda en vastgestelde kaders van het integraal jeugdbeleid t.b.v. een goede prioriteitstelling. De informatieverstrekking en de huidige werkwijze acht de commissie te summier. 2. Onderwijsvisie: De commissie wijst expliciet op de bij de begrotingsbehandeling door het college overgenomen motie (CDA) m.b.t. de gewenste brede onderwijsvisie. 3. Verbreding: De commissie vraagt m.b.t. 13+ beleid en educatieve agenda aandacht voor wensen en onderwerpen zoals verwoord in de vergadering. De commissie verwacht dat de educatieve agenda en het 13+ beleid zichtbaar wordt uitgewerkt zodat afweging kan plaatsvinden en prioriteiten kunnen worden gesteld. Werk en Inkomen 6. Evaluatieverslag Wet Werk en Bijstand 2005 (De heer Damen arriveert.) De heer Van Wetten (HH) geeft aan dat het jaarverslag en de accountantsverklaring separaat van dit voorstel door deze commissie zijn behandeld. HH had het prettiger gevonden als dit tegelijk had plaatsgevonden. Bij de reïntegratieactiviteiten valt op dat ruim 12% niet-gemotiveerd is of weigert. Wat wordt gedaan om dit percentage omlaag te brengen? Zijn sancties een effectief middel en worden die toegepast? Een deel van de werklozen heeft een fase 4 indicatie. Een intensivering van reïntegratie van deze groep ligt voor de hand. Welke middelen wil het college hiervoor inzetten? Het werkdeel WWB kent een overschot van 3,8 miljoen. Op blz. 23 wordt 1,5 miljoen genoemd. Hoe is dit verschil te verklaren? Is er een vervolgaanvraag ingediend voor het innovatieprogramma Werk en Bijstand? Er zijn een aantal activiteiten en projecten gestart. Daarnaast zijn er instanties die reïntegratieactiviteiten uitvoeren. Door wie worden deze activiteiten die plaatsvinden op hetzelfde vlak gecoördineerd en vindt er overlap plaats? Er zijn goede resultaten bereikt met de huisbezoeken. HH wil deze graag continueren. Behandeling van het Deltaplan Reïntegratie Arbeidsmarkt in de commissie MO&E is toegezegd. HH verzoekt deze ook in de commissie S te behandelen. commissie Samenleving Blz. 4

5 De heer Bekkers (SDH-OH) merkt op dat in 2006 een daling van de verstrekkingen via de Bijzondere Bijstand verwacht wordt. Is daar al iets over bekend? Mevrouw Van Sambeeck (D66) vindt het verslag over 2005 erg laat beschikbaar. Subsidie is toegekend voor schuldhulpverlening over Zij constateert dat er weinig mee is gebeurd. Zijn nu eind 2006 nog producten te verwachten? Het is jammer als met deze subsidie voor zo n belangrijk onderwerp niet meer bereikt is. Mevrouw Van der Zanden (SP) vindt ook het verslag erg laat beschikbaar. Zij constateert een afname van 10 ID-banen. In de nota staat dat zoveel mogelijk gesubsidieerde banen naar reguliere en gefinancierde banen worden omgezet. In de brief aan de raadsleden in oktober 2006 wordt gemeld dat de resultaten op dit gebied positief zijn. SP vraagt duidelijkheid over dit positieve verloop. Bij schuldhulpverlening worden de activiteiten genoemd die de afgelopen periode zijn ondernomen. In 2004 richtte men zich op inventarisatie en nu is gestart met een voorlichtingsprogramma. SP vraagt zich af wat er met het geld gebeurd is en vindt het jammer daar niets over terug te zien terwijl er wachtlijsten zijn. Bij de bijzondere bijstand vallen de hoge percentages afwijzingen op bij langdurigheidtoeslag en de categoriale bijstand voor chronisch zieken. In beide categorieën zijn mensen gericht aangeschreven. Hoe is het mogelijk dat er zoveel afwijzingen zijn? Uit de resultaten van de reïntegratietrajecten valt op dat een groot percentage geplaatst wordt op of naar sociale activering. Zitten deze mensen dan nog in een zorgtraject of niet? Opvallend zijn ook de percentages van niet-gemotiveerden. Wat wordt met deze grote groep gedaan? Er is een forse toename van het aantal opgelegde maatregelen. Waar zit dit in? De heer Groenendal (PVDA) merkt op dat de wethouder laatst heeft aangegeven dat er geld over is in het werkdeel en inkomensdeel. Er wordt 2 keer 10% gereserveerd. Waarom wordt er zoveel geld gereserveerd terwijl voorgaande jaren steeds veel geld over was? Hij is benieuwd of bij de Voorjaarsnota een overzicht te verwachten is waar het vrijkomende geld aan besteed wordt. Geven ingediende bezwarenschriften informatie over wat de dienst beter kan doen, en wordt daar iets aan gedaan? Bij de reïntegratie was sprake van niet-openbare aanbestedingen. Waren er andere aanbieders bij betrokken? Is dat niet het geval, dan is er eigenlijk sprake van subsidiëring. Uit de uitstroomcijfers van reïntegratiebedrijven wordt niet duidelijk of deze mensen na verloop van tijd weer werkloos worden. Zijn daar gegevens over? De eerste resultaten van het hoogwaardig handhaven zijn bemoedigend. Er kan sprake zijn van fouten door de dienst en opgespoorde fouten bij het doorgeven van informatie. Fouten door de dienst moeten worden voorkomen en het signaleren hiervan is zowel bemoedigend als een advies beter werk te leveren. Gesproken wordt over ten onrechte betaalde uitkering. Komen deze mensen vervolgens weer in de schuldsanering? Wellicht moet daar op andere wijze mee worden omgegaan. Bij het innovatieprogramma Werk en Bijstand worden beleidsadviezen en methodische handleidingen genoemd. Is daar al iets over bekend? Het verslag geeft op een aantal punten beoogde resultaten aan. Dit betreffen echter handelingen en geen resultaten. Deze handelingen zijn niet te meten. Dat moet slimmer geformuleerd worden. Mevrouw Van den Waardenburg (CDA) geeft aan dat ondanks dat al 1 jaar gebruik gemaakt wordt van de diensten van Matchcare hierover geen cijfers terug te vinden zijn. Wat zijn de kosten hiervan en is als gevolg van hun bemiddeling de uitstroom van de ID-banen toegenomen? Hoe is de verhouding tussen kosten en resultaat? Wat is de reden dat Agens bij de reïntegratieactiviteiten lager scoort bij het vinden van reguliere banen dan alle andere bedrijven? De resultaten zijn slechts enigszins hoger dan de resultaten die cliënten zelf behalen bij sociale activiteiten. Bij de fraudebestrijding wordt gekeken naar de mogelijkheid werkprocessen van UVW, CWI en gemeente op elkaar af te stemmen. Wordt hierbij geen gebruik gemaakt van de gegevens van de Belastingdienst? Waarom wordt ondanks aanzienlijke kostenverhogingen en geringe resultaten toch gebruik gemaakt van de Incasso-unie? Wethouder Yeyden vindt de opmerking dat het verslag laat beschikbaar is terecht. Dat zal in de toekomst veranderen. De raad heeft recht op een tijdige ontvangst van dergelijke verslagen. Mevrouw Van Sambeeck (D66) vraagt of voor de ontvangst van dergelijke rapporten een bepaalde termijn is af te spreken. Wethouder Yeyden vindt het een goede zaak deze afspraken met elkaar te maken. De verslagen zijn gebonden aan procedures en hij zal de commissie informeren over de haalbare termijnen. Cliënten die een traject ingaan en door niet-gemotiveerdheid uitvallen, worden gekort op hun uitkering. Dat geldt ook als zij niet voldoen aan de richtlijnen voor het doen van sollicitaties. Per individu is afhankelijk welke sancties opgelegd worden. Sanctionering is een duidelijk beleid van de gemeente, ook op het gebied van handhaving. De heer Groenendal (PVDA) heeft vernomen dat een 20%-sanctie vaak als collectieve maatregel wordt opgelegd, en dat is in strijd met maatwerk per individu. Het gaat er niet om milder met sancties om te gaan, maar om maatwerk. Soms hebben mensen door omstandigheden iets niet gedaan, en niet omdat ze dat expres zijn vergeten. De heer Pellemans (PVDA) vult aan dat een sanctie van 5% of een waarschuwing mogelijk zijn, maar niet opgelegd worden. Hij vraagt daar eens naar te kijken. commissie Samenleving Blz. 5

6 Mevrouw Van der Zanden (SP) merkt op dat de gemeente vanaf de invoering van de WWB vrij is uitkeringen af te stemmen en sancties af te stemmen op een passend percentage. Wethouder Yeyden beaamt dit. De boodschap van de commissie om meer maatwerk te leveren ook op het gebied van sancties is duidelijk. Mevrouw Raaijmakers (CDA) is van mening dat als over dit soort zaken beslissingen genomen moeten worden, de commissie hierover alle achterliggende informatie dient te ontvangen. De heer Groenendal (PVDA) geeft aan slechts gevraagd te hebben naar de bevestiging of maatwerk geleverd wordt. Dat is zo en toegezegd is daar nog eens goed naar te kijken gezien de signalen uit het veld. Het beleid hoeft daarvoor niet veranderd te worden. De heer Van Wetten (HH) merkt op dat er nu discussie ontstaat over maatregelen. Hij wil eerst antwoord op zijn vraag wat er gebeurd met de cliënten die reïntegratietrajecten weigeren. Wethouder Yeyden geeft aan dat deze categorie mensen gesanctioneerd is. De heer Van Wetten (HH) geeft aan dat dit nergens uit het verslag blijkt. Hij zou dit graag gestaafd willen zien. Dat geldt ook voor hetgeen hier ingebracht wordt door de PVDA. De heer Groenendal (PVDA) legt uit dat de PVDA hier niet spreekt over de weigeraars. Het gaat om mensen die door omstandigheden formulieren niet goed hebben ingevuld en niet om mensen die willens en wetens fraude plegen of niet solliciteren. PVDA is het ermee eens dat de laatstgenoemden aangepakt worden. Wethouder Yeyden zegt HH antwoord toe op de vraag wat gebeurd is met de mensen die niet-gemotiveerd uit een traject zijn gestapt. Hij vervolgt dat in het beleid gekozen is voor preventieve handhaving. Dat betekent dat ook huisbezoeken worden afgelegd waarin duidelijk naar de situatie wordt gekeken voordat iemand een traject ingaat. Het bedrag genoemd bij punt 6.3 is ingezet voor de schuldhulpverlening. Er is geen geld over. Concreet resultaat hiervan is dat de wachttijd voor budgetbeheer en schuldhulpverlening nu 3 maanden is en de nagestreefde wachttijd van maximaal 2 maanden bijna bereikt is. Door Werk en Inkomen wordt informatie gegeven over schuldhulpverlening en cursussen Omgaan met geld. Het innovatieprogramma, samen met de gemeente Weert ingezet, is in volle gang. Met veel bedrijven zijn contracten afgesloten. Deze contracten houden in dat bedrijven die opdrachten van de gemeente aannemen, 10% van hun aan te nemen werknemers uit het WWB bestand halen. De Arbeidsmakelaar begeleidt mensen van werk naar werk. Als ontslagen bij een bedrijf dreigen, wordt geprobeerd deze mensen te begeleiden bij het vinden van ander werk. Gewerkt wordt aan een evaluatie die in de commissie aan de orde zal komen. Op basis hiervan zal bekeken worden hoe dit verder verlengd moet worden. Afspraak is dat de ID-banen afgebouwd zouden worden. Daar wordt aan gewerkt. Een van de activiteiten is de inschakeling van Matchcare. De kosten hiervan zijn Hiermee is de totale dienstverlening van Matchcare ingekocht. Mevrouw Van der Zanden (SP) interrumpeert dat Matchcare indiceert. De vraag blijft open wie de bemiddeling doet. Wethouder Yeyden legt uit dat zij naast indicering ook de competenties van de mensen met een ID-baan in kaart brengen. De bemiddeling verloopt via de reguliere kanalen. Het geld dat resteert uit het inkomensdeel kan vrij besteedbaar ingezet worden. Richtlijn is een reserve in te bouwen en de gemeente heeft het belangrijk gevonden twee keer 10% te reserveren. Hij verwacht deze reserves de komende jaren nodig hebben. Op dit moment daalt de werkloosheid en nemen de uitkeringsgerechtigden af. Als dit weer toeneemt is de reserve hard nodig. Het resultaat van het ene jaar is het meetpunt voor middelen voor het komend jaar. Reserves moet opgebouwd worden voor het moment dat werkloosheid toeneemt en voor tegenvallers in de uitstroom van uitkeringsgerechtigden. Mevrouw Neef (PVDA) merkt op dat Helmond een aardig werkloosheidpercentage heeft. Het inkomensdeel is vrij besteedbaar. Het geld kan wel opgepot worden, maar het is beter met die ene 10% een echt daadkrachtig aanpak neer te zetten en te investeren in mensen. De heer Damen (VVD) vindt het antwoord van de wethouder tegenstrijdig. Enerzijds moeten reserves gekweekt worden omdat er meer werklozen komen, anderzijds propageert hij het werkloosheidspercentage snel omlaag te willen halen. Hij is benieuwd wat de wethouder gaat doen om het percentage omlaag te brengen om die reserves niet te hoeven aanvragen en op te bouwen. Wethouder Yeyden probeert de systematiek uit te leggen. Het is natuurlijk de intentie de werkloosheid af te laten nemen en mensen uit bijstand te laten stromen. Hij is het ermee eens nu te investeren om mensen aan een baan te helpen. Op dit moment zijn daar voldoende middelen voor. Op het moment dat hiervoor geen geld is, zal die reserve aangesproken worden. De gemeente werkt met verschillende reïntegratiebedrijven. De scores van de bedrijven zijn verschillend omdat ze andere doelgroepen of producten hebben. Daarnaast is het ene bedrijf beter dan het andere. Aan het eind van het jaar worden de resultaten met de bedrijven besproken. Op basis daarvan worden nieuwe afspraken gemaakt. commissie Samenleving Blz. 6

7 Mevrouw Van Sambeeck (D66) vraagt of te concluderen is, dat eind 2005 gesprekken met de bedrijven zijn geweest, waarbij op basis van de resultaten nieuwe afspraken voor 2006 zijn gemaakt. Of moet dit gesprek nog plaatsvinden nu dit verslag er ligt? Wethouder Yeyden geeft aan dat dat gesprek al gevoerd is, en tussendoor ook gesprekken plaatsvinden. Casemanagers maken per persoon en traject afspraken met een maximumbudget dat gezamenlijk vastgesteld wordt. Dat wordt met elkaar geëvalueerd. Het antwoord op de vraag of fraudebestrijding afgestemd wordt met de Belastingdienst gaat hij na. De Incasso-unie is onderdeel van handhaving. Daarom wordt van het bedrijf gebruikgemaakt. Het draaideureffect is lastig meetbaar. Op het moment iemand langer als 6 maanden werkt, komt hij niet rechtstreeks terug in de bijstand maar loopt de weg eerst langs UWV. In het Werkplein wordt gewerkt aan de afstemming van de processen waarbij meer inzichtelijk moet worden hoe het draaideureffect uitpakt, ook op het gebied van de reïntegratietrajecten. De heer Groenendal (PVDA) vraagt wanneer daar gegevens over komen. Wethouder Yeyden geeft aan dat eerst gezamenlijk de criteria vastgesteld moeten worden voor wat het draaideureffect is en welke periode acceptabel is, om vervolgens daarop te meten en registeren. Dan kan hij de commissie daarover verslag doen. Als dat de wens van de commissie is, dan zal hij criteria laten opstellen in het jaarverslag van Mevrouw Van der Zanden (SP) vindt het van belang deze cijfers te weten. Het heeft ook te maken met de kwaliteit van de reïntegratietrajecten en bedrijven. Het gaat over duurzame uitstroom, een toekomst voor mensen. Elk half jaar terugkomen in de bijstand is geen goede toekomst. Wethouder Yeyden zegt toe met een voorstel te komen waarin gezamenlijk wordt vastgesteld wat de commissie in toekomstige evaluatieverslagen terug wil zien. Mevrouw De Leeuw (CDA) geeft aan dat CDA niet de behoefte heeft te brainstormen over wat in het verslag WWB moet komen. Samen met de hier genoemde aanvullingen volstaat het verslag verder prima. Wethouder Yeyden geeft aan dat bij bezwaren die veelvuldig voorkomen de afdeling nagaat of hier verbeteringen mogelijk zijn. Het antwoord op de vraag hoeveel mensen fraude plegen die uiteindelijk in de schuldhulpverlening belanden gaat hij na. Over de daling van de verstrekkingen bijzondere bijstand in 2006 kan hij nog geen indicatie geven. Bespreking van het Deltaplan Reïntegratie Arbeidsmarkt in deze commissie is aan de commissie en voorzitter zelf. In tweede instantie vraagt mevrouw Van der Zanden (SP) of de wethouder een wachtlijst van 2 maanden voor de schuldhulpverlening acceptabel vindt. Zij herhaalt de vragen waarop zij nog geen antwoord heeft gekregen. De heer Pellemans (PVDA) verwijst naar de eerder uitgereikte brief inzake de toetrederskorting. Het is vreemd dat de gemeente hierover geen informatie meer kan leveren. De gemeente moet gedurende een aantal jaren over deze gegevens kunnen beschikken. In de tabel op blz. 12 staat dat 64 mensen een reguliere baan hebben gekregen. Als dat ook in eerdere jaren het geval was, dan hebben deze mensen een fiks bedrag van de belasting tegoed. Hij wil weten hoeveel mensen daarvoor in aanmerking kwamen, wie dat waren, en of zij een schrijven van de gemeente hebben gehad over deze belastingpremie. De controlerende taak van de raad wordt door deze brief onmogelijk. Dat vindt hij kwalijk. Wethouder Yeyden geeft aan dat de boodschap duidelijk is. Hij nodigt de heer Pellemans uit dit samen op te pakken. Mevrouw Van den Waardenburg (CDA) vraagt hoe het komt dat de Incasso-unie niet echt werkt. Er komen dossiers bij, maar er worden er maar enkele afgewerkt. Wethouder Yeyden licht toe dat de gemeente de fraude opspoort, maar vooraf weet dat er weinig te verhalen is. Er gaat echter ook een preventieve werking van uit. De heer Van de Brug (VVD) vraagt waarom de gemeente wachtlijsten heeft voor de schuldhulpverlening terwijl klanten bij SaldoPlus meteen terecht kunnen. Waarom verwijst de gemeente niet door naar SaldoPlus? Dat kost misschien meer, maar mensen worden wel direct geholpen. Wethouder Yeyden geeft aan dat SaldoPlus een goed initiatief is, maar hun inzet een hele andere is. Zij zitten m.n. aan de voor- en achterkant van het traject. In het collegeprogramma is duidelijk opgenomen dat de wachtlijsten bij schuldhulpverlening en budgetwinkel maximaal 2 maanden mogen zijn. Langere wachtlijsten zijn niet acceptabel. De heer Pellemans (PVDA) is blij dat de wachttijd wordt ingelopen. Gestreefd moet echter worden naar 0 maanden, dan zijn de mensen echt geholpen. Als dat niet lukt, dan moet misschien wel naar SaldoPlus gekeken worden. Mevrouw Raaijmakers (CDA) interrumpeert dat SaldoPlus een onafhankelijke instantie is waar de klant voor alle diensten behoorlijke bedragen moet betalen. Er bestaat een duidelijk verschil met schuldhulpverlening commissie Samenleving Blz. 7

8 en -sanering. SaldoPlus is mogelijk als er een uitspraak is van bewindvoering bij het Kantongerecht. Als de gemeente dit gaat subsidiëren wordt het een heel ander verhaal. Wethouder Yeyden licht toe dat SaldoPlus deskundigheid in wil leren bij de schuldhulpverlening en budgetwinkel. Het vult goed aan, maar op het moment problemen serieus worden komen ze ook bij de gemeente. SaldoPlus is gehuisvest in het Werkplein. Er is een goede uitwisseling en verwijzing. De wens van VVD en PVDA is al werkelijkheid. De aanvragen langdurigheidtoeslag en categoriale bijstand voor chronisch zieken zijn getoetst aan de geldende criteria. Alsnog is geconcludeerd dat men niet aan de criteria voldeed en is men afgeschreven. Mevrouw Van der Zanden (SP) constateert deze mensen dan niet door de gemeente aangeschreven zijn omdat de gemeente vooraf een vermogentoets doet. De heer Pellemans (PVDA) noemt als reden voor afwijzing dat mensen met een schuld van 136 of meer niet in aanmerking komen. Dit schijnt een kromme rijksregeling te zijn. Daar zou wellicht eens naar gekeken moeten worden. Wethouder Yeyden merkt op dat dit zeer technisch is. Als de commissie hier behoefte aan heeft, wil hij de commissie graag van deskundige informatie voorzien. De heer Damen (VVD) stelt voor dat de heer Pellemans hiervoor een commissie-format met de juiste informatie indient bij de griffie. Het antwoord kan dan op papier volgen zodat hier niet in de commissie over gediscussieerd hoeft te worden. De heer Pellemans (PVDA) nodigt geïnteresseerde commissieleden uit samen met ambtenaren deze zaak verder uit te werken. De voorzitter geeft aan dat geïnteresseerden zich kunnen melden. Hij stelt vast dat het daarmee geen zaak meer is van de commissie. Wethouder Yeyden merkt tot slot op dat sommige mensen de sociale activering uitstromen en sommige doorstromen door naar een banenladder of reïntegratietraject met een reguliere baan als doel. Op verzoek van de commissie zal een voorstel voorgelegd worden om gezamenlijk de criteria van het draaideureffect vast te stellen. De commissie kan zich op basis van de stukken en de toelichting ter vergadering verder vinden in dit evaluatieverslag. Kunst - Cultuur 7. Eenmalige marketingimpuls Speelhuis De heer Spruijt (SP) geeft aan dat het voorstel het lopende seizoen betreft. Mag hij daaruit afleiden dat het gaat om de producties die de burger minder interessant vindt? Mevrouw De Leeuw (CDA) vraagt of de marketingimpuls bedacht is door een extern bureau of door de eigen afdeling. De heer Van Wetten (HH) constateert dat de resultaten na afloop gemeten worden. Hij vraagt wat de doelstellingen en de referenties in dit kader zijn. De heer Damen (VVD) merkt op dat al jaren wordt getracht de regio naar t Speelhuis te krijgen. Is daar binnen het reguliere budget geen ruimte voor? Er wordt extra geld gevraagd voor een probleem dat al jaren bestaat. De heer Bekkers (SDH-OH) onderschrijft dat dit probleem al jaren bekend is, maar staat wel achter dit voorstel. Advertenties worden geplaatst in de weekbladen van de dorpen. De Traverse komt ook in de dorpen. Waarom dan nog extra in die bladen adverteren? Mevrouw Neef (PVDA) heeft vernomen dat er begin volgend jaar een marktanalyse komt op basis waarvan een marketingplan en begroting voor de komende jaren wordt gemaakt. Dan wordt ook gesproken over de inhoudelijke programmering. Gekeken moet worden welke programmering en instrumenten geschikt zijn om de gewenste doelgroepen binnen te halen. Het voorstel dat voorligt is nu ad hoc. Wethouder Bethlehem geeft aan dat t Speelhuis al jaren moeite heeft de gebieden rondom Helmond te bereiken. Realisering van een middenzaal in Eindhoven heeft geleid tot een concurrerende programmering met t Speelhuis. De omringende gemeenten creëren in hun centrale wijkhuizen steeds meer podia. Zij bieden vergelijkbare optredens, maar gezien de faciliteit met andere stoelprijzen. Deze 2 onderdelen zorgen voor erg veel concurrentie waardoor Helmond niet de gewenste aantallen in de zalen krijgt. Als het theater destijds niet aangepast was, had Helmond de slag helemaal gemist. t Speelhuis is bezig met een inhaalslag. Nu o.a. Eindhoven aan het verbouwen is, is het een goed moment te kijken of het mogelijk is met een eenmalige impuls meer publiek uit de regio aan te boren. Het is een bestaande wens die al lang leeft, waarvoor binnen het bestaande budget geen ruimte was. De volgende fase is overleg met Eindhoven om de programmering beter op elkaar af te stemmen. commissie Samenleving Blz. 8

9 De heer Damen (VVD) is van mening dat met het reclamebudget een keuze gemaakt moet worden. Als blijkt dat deze keuze niet werkt, dan moet daarbinnen een andere keuze gemaakt worden. Het gaat niet om het geld, maar waar het aan besteed wordt. Hij hoopt niet dat de keuze valt op driehoeksborden in Eindhoven. Deze zijn belabberde kwaliteit. Wethouder Bethlehem deelt deze mening niet. Het budget van t Speelhuis staat ieder jaar flink onder druk. Het is lastig binnen dat budget een programmering neer te zetten met een goede mix tussen grote trekkers en culturele voorstellingen. Hij hoopt aan te tonen wat voor effect deze impuls op bezoekersaantallen heeft. Moet dit uit het bestaande budget, dan betekent dat er minder in Helmondse bladen geadverteerd kan worden. De aanvullende informatie wordt gebruikt voor het vervolg. Er komt nog een totaalplan. De heer Bongaarts licht toe dat bij de nieuwe opstart van t Speelhuis een marketingonderzoek uitgevoerd is. Dat is in 2005 aangevuld met een publieksonderzoek. Het dient als basis voor het nieuwe beleids- en bedrijfplan voor de komende 4 jaren. Begin volgend jaar zal dit aan de commissie worden voorgelegd en zal zijn effecten hebben in 2007/2008. Met deze pilot wordt nu geprobeerd of een deel van het publiek dat t Speelhuis wel of niet terug gehaald kan worden. In de eerste jaren van het theater kwam 30% uit de regio; dit is weggezakt tot bijna 0%. De onderzoeken tonen aan dat er een bereikbare groep zit. Uiteraard kunnen binnen het reguliere budget prioriteiten worden gesteld, maar dan worden de middelen niet in Helmond weggezet. De prioriteit zou moeten blijven liggen bij het vasthouden en binden van het lokale publiek. De functie is dus puur een onderzoeksfunctie. Als blijkt dat het publiek er in feite niet meer zit, dan wordt er geconcentreerd op Helmond. In tweede instantie merkt de heer Spruijt (SP) op dat de populaire voorstellingen al ver uitverkocht zullen zijn. Het is de vraag of mensen op de andere voorstellingen afkomen. Het was logischer deze pilot bij aanvang van het seizoen uit te voeren. Het verschil in de verschijningsdatum van de brochures kan meespelen. Sommige theaters zorgen voor een directe bevestiging bij het bestellen van kaarten. Bij o.a. t Speelhuis duurt dat veel langer. Misschien spreekt aanpassing hiervan meer mensen aan. Overigens is de verbouwing in Eindhoven al bijna afgerond. Wethouder Bethlehem legt uit dat dit natuurlijke moment is aangegrepen. Gewerkt wordt aan de uitwerking en er is nadrukkelijk behoefte aan duidelijkheid of de regio wel of niet beweegt. Als straks blijkt dat dit niet het geval is, dan wordt daar in de toekomst geen rekening meer mee gehouden. De heer Bongaarts beaamt dat het de voorkeur had dit voorstel eerder aan te bieden. Dat heeft te maken met een technische achtergrond. De opmerkingen over het bevestigingssystematiek van t Speelhuis zijn bekend. Het is een nadrukkelijk aandachtspunt bij het nieuwe beleids- en bedrijfsplan. Het nieuwe plan kan uiterlijk in februari verwacht worden. De heer Damen (VVD) geeft aan dat de concurrentie uit de regio nu eenmaal hevig is. In het marketingplan moet een goede keuze gemaakt worden wat wel en wat niet gedaan moet worden. Wethouder Bethlehem betreurt het dat de theatercultuur door diverse ontwikkelingen om zeep wordt geholpen. Of gemeenten moet steeds meer bijleggen of bepaalde voorstellingen zijn gewoon niet meer te krijgen. De heer Damen (VVD) noemt de Scalazaal die ook onder t Speelhuis valt. Er moet echt een gedegen plan komen. Wethouder Bethlehem geeft aan dat Scala m.n. bedoeld is voor speciale producties voor jongeren. De programmering van de Scalazaal wordt vanuit t Speelhuis aangestuurd, hetgeen niet automatisch meer budget betekent. Eerst komt er het nieuwe plan van aanpak, en vervolgens wordt gekeken of dat de komende jaren leidt tot meer mensen. De fractie PVDA maakt een voorbehoud en zal na fractieberaad haar standpunt in de raad bekendmaken. De overige fracties geven, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel. Maatschappelijke Ondersteuning en Dienstverlening Aanvullingspunt 1 Uitbreiding prestatieafspraken GSB III Wethouder Bethlehem licht toe dat de gemeente in een tijdsklem gevangen zit. De aanvraag wordt op grond van cijfers en plannen die voorhanden zijn ingediend, omdat het Rijk nog steeds geen verdeelsleutel heeft vastgesteld. Het Rijk moet daarop voor 1 januari 2007 reageren. Het is een lastige situatie omdat enerzijds geprobeerd wordt een totaalbedrag veilig te stellen op grond van bestaande gegevens, en anderzijds nog een inhoudelijke slag gemaakt moet worden als de bedragen ter beschikking komen. Inhoudelijke accenten van de commissie kan hij alvast meenemen. commissie Samenleving Blz. 9

10 Mevrouw Neef (PVDA) heeft steeds verbinding gezocht met de indicatoren van het MOP. In het eerste voorstel staat dat 75% niet over een startkwalificatie beschikt. Voor de voortijdige schoolverlaters is er een aparte aanpak jeugdwerkloosheid. Wat wordt hieronder geschoven? Gesproken wordt over trajecten voor 960 burgers in totaal 3 jaar. Dat is niet echt een omvangrijke aanpak van de problematiek. Zij mist een analyse van met welke producten en trajecten deze doelgroep het beste geholpen is, wat de effecten en resultaten van de door ROC geleverde diensten zijn geweest en of het logisch is weer bij hen trajecten in te kopen. In het tweede voorstel is het onduidelijk of het nu over voor- of vroegschoolse educatie gaat, of over beide. Afgesproken is dat VVE nog terugkomt in deze commissie. Het MOP streeft naar 7 schakelklassen. Het is nu niet toetsbaar of dit nog een relevante doelstelling is. Het MOP maakt bij onderwijsachterstand ook melding van de verlengde schooldag en versterking van de keten jeugd en onderwijs. Het MOP beoogt dit vanuit GSB middelen te betalen. Komt dit in een voorstel terug of is daar van afgestapt? Naast de algemene doelstelling van onderwijsachterstand kan ook breder gekeken worden naar actuele problemen zoals analfabetisme onder jongeren. Is dat inpasbaar of moet dat buiten de GSB middelen om op de agenda geplaatst worden? Genoemd staat dat de partner het basisonderwijs is, maar er zijn ook schakelklassen voor het voortgezet onderwijs. Er worden bedreigingen genoemd, maar in voorstel staat niet hoe daarmee wordt omgegaan. Mevrouw De Leeuw (CDA) heeft het voorstel niet inhoudelijk beoordeeld omdat het een initiatief is om geld binnen te halen. Het CDA neemt aan dat dit vanzelf terugkomt in deze commissie en hoopt dat zoveel mogelijk geld binnen gehaald wordt. Mevrouw Van der Zanden (SP) merkt op dat bij de voorschoolse educatie afstemming wordt gezocht met relevante partners. Bij deze partners staan o.a. de kinderopvangaanbieders genoemd. Onlangs heeft de raad een brief ontvangen de oudercommissie Up to Four. Zijn zij hierbij betrokken en is er aandacht voor hun probleem? De heer Damen (VVD) citeert het raadsbesluit. Er is sprake van tweespalt. Als het gaat om wat de commissie inhoudelijk belangrijk vindt, dan heeft hij meer informatie nodig dan nu aangeleverd is. Als het gaat om de financiën, dan wil hij deze ook in het raadsbesluit terug zien. Hij mist hier een duidelijk raadsvoorstel waarover besloten moet worden. Wethouder Bethlehem gaat in op de afschaffing van het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA). Het rijksbeleid is veranderd en het geld gaat nu rechtstreeks naar de schoolbesturen. I.h.k.v. de nieuwe regelgeving stelt het Rijk minder geld ter beschikking. Dat roept spanning op. Hij heeft gewaarschuwd voor het mogelijke gevaar dat grote schoolbesturen hun onderwijsachterstandenbegeleiding niet meer inkopen bij de OCGH maar zelf pedagogen in dienst nemen. De gemeente kan geen regie meer voeren voor welke scholen het belangrijk is om extra begeleiding in te zetten. Dat is het Rijk ook verweten. De gemeente heeft om die reden de verwijsindex en moet daarop kunnen sturen. De GGD heeft daarin een faciliterende rol vanuit de jeugdgezondheidszorg. Het Rijk maakt daarin zelf een knip en zorgt voor onduidelijkheid. De beleidswijziging heeft de gemeente verplicht moeten doorvoeren. Vandaar dat het geld toch bij het Rijk wordt aangevraagd, terwijl de totaalbedragen niet bekend zijn. Er is hier in principe geen sprake van nieuw beleid, maar uitvoering van gewijzigd rijksbeleid. Daarop probeert de gemeente nu te anticiperen en vandaar dat de indicatoren uit het MOP gebruikt worden. De cijfers daarin zijn voorlopig ingevuld. In theorie kan het rijk daar geen nee op zeggen. Het antwoord op de vraag over de voortijdige schoolverlaters en jeugdwerkloosheid gaat hij na. In de stukken staat het voorlopige programma van het ROC genoemd bij deelnemers per educatieve activiteit. Er werken veel mensen bij het ROC. Als de gemeente daar geld weghaalt, creëert dit een verlies aan onderwijs, aan faciliteiten binnen de gemeente en een stuk werkloosheid. Er is geen gedwongen winkelnering en de gemeente bepaalt welke producten bij het ROC worden afgenomen voor welke mensen. Dat is een goed systeem. Er is nu sprake van een losse en meer natuurlijke relatie met het ROC. Als de gemeente in een jaar geen mensen aanlevert, dan moet de organisatie van het ROC zo flexibel zijn dat ze dit op kan vangen. M.b.t. de schakelklassen merkt hij op dat De Boog niet meer bestaat en in De Kajuit alleen nog oudere leerlingen zijn. Als Brede Scholen binnen de gehele gemeente weggezet moeten worden, dan is er sprake van een fors bedrag. Dit hoort thuis bij de brede stadsdiscussie over de kwaliteitsverbetering en kwalitatieve invulling van het onderwijs in Helmond. De aanpak van analfabetisme is een uitdaging, zeker bij de huidige jongeren. Het onderwijs reageert op maatschappelijke normen en hecht waarde aan andere eigenschappen. Er is sprake van een ander type kind met een ander type vaardigheden. Mevrouw Van Sambeeck (D66) merkt op dat veel hogere eisen gesteld worden aan de taalvaardigheden in de huidige maatschappij. Mensen zijn functioneel analfabeet. Ze kunnen de informatiestroom waar we afhankelijk van zijn geworden niet meer volgen. commissie Samenleving Blz. 10

11 Wethouder Bethlehem heeft vertrouwen in de jeugd. Iedere tijd kent zijn eigen verschijnselen. Het is interessant te kijken hoe daarop is in te springen en of dat inpasbaar is in het GSB. Dit mag ook buiten de GSB om op de agenda blijven, maar daar kan hij geen uitspraken over doen. Bedrijven blijven uiteraard actief benaderd. Het zit m.n. in het Deltaplan dat nog volgt. Hij neemt de opmerking mee. Met kinderopvangaanbieders vindt afstemming plaats over voorschoolse educatie. Hij gaat ervan uit dat dit ook het geval is met Up to Four. De brief van de oudercommissie is op verzoek van de raad ter advisering voorgelegd aan deze commissie. De commissie geeft, na inzage van de stukken en gehoord de gegeven toelichting, een positief advies inzake dit voorstel en biedt dit als hamerstuk aan de raad aan. 8. Rondvraag De heer Bekkers (SDH-OH) vindt er in principe niets op tegen dat stukken hier uitvoerig besproken worden, maar zou voortaan graag willen streven naar een eindtijdstip van uur. Ter kennisname voorstellen: a. Besluit nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning Helmond 2007 b. Vaststellen accountantsverklaring en verantwoordingen i.v.m. de overgangsregeling kosten ABB bruidschat Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant De commissie neemt deze voorstellen voor kennisgeving aan, maar behoudt zich het recht voor deze eventueel in een later stadium, via het daarvoor verstrekte commissie-format, te plaatsen op de agenda van de commissie. De voorzitter sluit de vergadering om uur. commissie Samenleving Blz. 11