Aan. Onderwerp: Verzoek voor plaatsing op het plan van scholen van een basisschool voor Algemeen Bijzonder Onderwijs in de gemeente Hulst.

Transcriptie

1 Raadsvoorstel agenda nummer Volgnummer rv2008/58 Aan datum 19 mei 2008 portefeuillehouder Wethouder F.A.D. van Driessche De raad van de gemeente Hulst Onderwerp: Verzoek voor plaatsing op het plan van scholen van een basisschool voor Algemeen Bijzonder Onderwijs in de gemeente Hulst. Inleiding Bij brief gedateerd 30 januari 2008, bij ons ingekomen op 31 januari 2008 is door de Stichting Algemeen Bijzonder Onderwijs Zeeuws Vlaanderen (Stichting ABO Zeeuws Vlaanderen) te Hulst op grond van artikel 76 van de Wet op het primair onderwijs een verzoek ingediend voor plaatsing op het plan van scholen van een basisschool op algemeen bijzondere grondslag binnen de gemeentegrenzen van Hulst. Voor de gemeente Hulst geldt een stichtingsnorm van 200 leerlingen, welk aantal leerlingen binnen vijf jaar na aanvang van de bekostiging moet zijn gerealiseerd. De daarop volgende vijftien jaar moet de school worden bezocht door tenminste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor Hulst geldende stichtingsnorm. De aanvraag moet door de gemeente worden getoetst om te kunnen bepalen of de school levensvatbaar is. Het kunnen aantonen van de levensvatbaarheid is van belang omdat met de komst van een nieuwe school investeringen in de huisvesting, deelname aan lokaal onderwijsbeleid en veranderde leerling-stromen zijn gemoeid. Indien met het verzoek wordt ingestemd betekent dit dat de school met ingang van het schooljaar zal starten. Het instemmen met de stichting van een nieuwe school houdt verder in dat als het vereiste aantal leerlingen niet binnen vijf jaar wordt gehaald de bekostiging van de school wordt beëindigd. Jurdisch kader Op grond van artikel 76 van de Wet op het primair onderwijs dient een verzoek tot opneming in het plan van scholen vóór 1 februari van het jaar van vaststelling van het plan van scholen bij de gemeenteraad te worden ingediend. De Wet op het primair onderwijs schrijft in artikel 76 voor, dat het verzoek aan de gemeenteraad moet worden vergezeld door de in artikel 75 vereiste gegevens. De gegevens bestaan onder meer uit een prognose van het aantal te verwachten leerlingen en een beschrijving van het voedingsgebied. Artikel 76 van de Wet op het primair onderwijs geeft in lid 2 onder a. aan, dat indien het verzoek betrekking heeft op een richting waarvoor er in de gemeente nog geen basisonderwijs wordt gegeven, de prognose gegevens moet bevatten met betrekking tot het belangstellingspercentage voor basisonderwijs van die richting in een vergelijkbare gemeente. Bij ministeriële regeling worden modellen vastgesteld voor het verstrekken van de prognose, aldus artikel 75, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs. In de Modelprognose basisonderwijs 2001,

2 gepubliceerd in Uitleg Gele Katern nr. 18a van 25 juli 2001 wordt nader ingegaan op de wijze waarop de prognoses door de aanvrager dienen te worden opgesteld. Op grond van artikel 74, lid 1 van de Wet op het primair onderwijs kan de bekostiging van een bijzondere basisschool slechts een aanvang nemen als deze voorkomt op een voor de gemeente van vestiging vastgesteld plan van scholen. Het plan van scholen dient vóór 1 augustus door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Het plan van scholen omvat een periode van drie schooljaren en vermeld in ieder geval welke scholen bij aanvang van de planperiode voor bekostiging in aanmerking komen. Artikel 83 van de Wet op het primair onderwijs geeft aan, dat het vaststellen van een plan van scholen achterwege blijft als er geen verzoeken tot opneming in het plan zijn ingekomen of geen der verzoeken voor inwilliging in aanmerking komt. In de gemeente Hulst is geen algemeen bijzondere basisonderwijs aanwezig. Dit betekent, dat op basis van artikel 76, lid 2 aanhef en onderwijs a. van de Wet op het primair onderwijs in de prognose dient te worden uitgegaan van het belangstellingspercentage voor het basisonderwijs van de richting van de verlangde school in een vergelijkbare gemeente. In de Wet op het primair onderwijs wordt aangegeven, dat de prognose tevens gegevens kan bevatten naar aanleiding van de directe meting. De regeling Modelprognose basisonderwijs 2001 geeft aan dat, indien de te overleggen prognose op basis van de indirecte methode onvoldoende gegevens oplevert voor de bepaling van de behoefte aan een school, er als aanvullende methode tevens gegevens op basis van een directe meting kunnen worden geleverd. In deze regeling is onder IV. Directe meting aangegeven, dat de directe meting: - moet worden uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau; - moet worden uitgevoerd door middel van een schriftelijke enquête; - belangstellingspercentage per voedingsgebied oplevert; - als aanvullende methode is bedoeld; - gebaseerd moet zijn op een representatieve aselecte steekproef uit de onderzoekspopulatie die bestaat uit ouders/verzorgers van kinderen van 0 tot en met 11 jaar, woonachtig in het voedingsgebied van de gewenste school; - de anonimiteit van de ondervraagden garandeert; - moet zijn gericht op de voorkeuren van ondervraagden voor alle richtingen. In de genoemde regeling is letterlijk aangegeven, dat de directe meting als aanvullende methode is bedoeld, voor het geval de indirecte meting onvoldoende gegevens oplevert, en dat het belangstellingspercentage uit een juist uitgevoerde direct meting niet zonder meer in alle gevallen in de plaats komt van het gemeentelijke belangstellingspercentage. De door Stichting ABO Zeeuws aangeleverde gegevens. Vergelijkbare gemeente Door de Stichting Algemeen Bijzonder Onderwijs Zeeuws Vlaanderen is op basis van een indirecte meting een prognose aangeleverd door het bureau Planning Verband Groningen BV (PVG). Er is daarbij de gemeente Gilze en Rijen als vergelijkbare gemeente aangemerkt. Hulst Gilze en Rijen Bevolking Oppervlakte In km² 251,09 65,51 Inwoners 4 t/m 11 jr Stichtingsnorm Opheffingsnorm

3 Volgens het schrijven van PVG moet de referentiegemeente vergelijkbaar zijn met de gemeente Hulst op drie belangrijke factoren; geografische ligging, inwonertal en leerlingdichtheid. PVG geeft aan, dat in ieder geval op twee van de drie factoren Gilze en Rijen vergelijkbaar is: inwonertal en geografische ligging. Het inwonertal is min of meer vergelijkbaar, echter de geografische ligging niet. Gilze en Rijen ligt niet direct aan de grens zoals de gemeente Hulst en kent dus geen uitstroom van leerlingen naar België. Vanuit onze gemeente gaan ongeveer 200 kinderen naar het primair onderwijs in België. Op een totaal van leerlingen is dit een percentage van 7,35 dat niet deelneemt aan het onderwijs in onze gemeente. Een aanzienlijke groep leerlingen kiest dus bewust voor onderwijs buiten de landsgrenzen. Daarnaast is de gemeente Hulst een plattelandsgemeente met vijftien dorpskernen, die over een groot gebied verspreid liggen. De gemeente Gilze en Rijen is een veel compactere gemeente en met aanzienlijk minder kernen. Het aantal inwoners per km² in de twee gemeenten bevestigt dit ook. Het aantal inwoners per km² in de gemeente Hulst ligt op 111 en in de gemeente Gilze en Rijen ligt dit op 390. Bij de vergelijkbaarheid van Hulst en Gilze en Rijen zijn dan ook ernstige kanttekeningen te zetten. Zowel de leerlingdichtheid als de geografische ligging van de referentiegemeente zijn duidelijk niet vergelijkbaar met onze gemeente. Keuze voedingsgebied De nieuw te stichten school voor Algemeen Bijzonder Onderwijs heeft de gehele gemeente Hulst als voedingsgebied. Dit is gelet op het feit, dat het de enige school met deze denominatie is een logische keuze. Uitkomst toetsing indirecte meting De basisschoolleerlingen in de gemeenten Hulst en Gilze en Rijen zijn op 1 oktober 2007 alsvolgt verdeeld over de verschillende denominaties; Hulst Gilze en Rijen Absoluut Procentueel Absoluut Procentueel Protestants Christelijk 81 3,4% 141 5,5% Algemeen Bijzonder ,0% Openbaar 181 7,5% ,6% Rooms-Katholiek ,1% ,9% Totaal % ,0% Volgens de berekening van het aantal leerlingen voor de nieuw te stichten basisschool op algemene bijzondere grondslag gaat PVG uit van een belangstellingspercentage van 14%. Dit komt volgens de berekening van PVG op een start van de basisschool met 364 leerlingen. Hierbij is er vanuit gegaan, dat 5% van de basisgeneratie structureel ander onderwijs zal volgen dan basisonderwijs; het gaat dan vooral om het speciaal onderwijs. In onze gemeente ligt dit genuanceerder, naast het andere basisonderwijs is er in onze gemeente ook een uitstroom van leerlingen richting België. De totaal andere keuze buiten het basisonderwijs in onze gemeente komt daarbij op 11,4% (7,35% naar België en 4,05% naar het speciaal onderwijs). 3

4 Rekeninghoudend met het voorgaande, dient er van een basisgeneratie uitgegaan te worden van (11,4% van 2.719) leerlingen. Als men hierop het eerder genoemde percentage van 14% loslaat, wordt tot een schoolomvang gekomen van 337 leerlingen bij aanvang van de nieuwe basisschool. Als men de huidige denominatie opbouw van de gemeente Hulst, confronteert met de denominatie opbouw van de gemeente Gilze en Rijen komt men tot een aantal opmerkelijke verschillen. Het gaat dan voornamelijk om de belangstellingspercentages van de verschillende in beide gemeenten aanwezige schoolrichtingen. In de gemeente Gilze en Rijen is de belangstelling voor het rooms-katholiek onderwijs het grootst en wel goed voor een percentage van 66%. In de gemeente Hulst is de belangstelling voor het rooms-katholiek onderwijs eveneens het grootst, maar met een belangstellingspercentage van 89, ligt dit aanmerkelijk hoger. Het openbaar onderwijs heeft in onze gemeente momenteel een belangstellingspercentage van 7,5%. In de gemeente Gilze en Rijen heeft het openbaar onderwijs een belangstellingspercentage van 14,6%. Het openbaar onderwijs kent in de gemeente Gilze en Rijen duidelijk een grotere belangstelling dan in onze gemeente. Dit is in mindere mate ook het geval bij het protestants christelijk onderwijs. In de gemeente Hulst is er een belangstellingspercentage van 3,4% en in de referentiegemeente Gilze en Rijen 5,5%. Zoals eerder opgemerkt is het belangstellingspercentage voor het Algemeen Bijzonder Onderwijs te Gilze en Rijen momenteel 14%. Het gaat om de Jena-planschool De Kring in de kern Rijen. Het meest opvallende aan deze richting van onderwijs is, dat kinderen van verschillende leeftijden samen in een groep werken. Overigens de nieuw te stichten basisschool voor algemeen bijzonder basisonderwijs in onze gemeente is geen Jenaplan school. Er wordt bij de berekening van de omvang van het aantal potentiële leerlingen voor de nieuw te stichten basisschool in onze gemeente onverkort gebruik gemaakt van het belangstellingspercentage van 14% uit de gemeente Gilze en Rijen. Gelet op het feit, dat de plaatselijke situaties van onze gemeente en de gemeente Gilze en Rijen niet te vergelijken zijn, een onterecht uitgangspunt. Op basis van de volgende argumenten is de gemeente Gilze en Rijen dan ook niet vergelijkbaar; De Leerlingdichtheid is duidelijk anders; De geografische ligging is duidelijk anders; De uitstroom naar België moet meegenomen worden in de berekening; De duidelijk afwijkende huidige verdeling van de leerlingen over de verschillende denominaties tussen de gemeenten Hulst en Gilze en Rijen. Naar het oordeel van het college zijn de resultaten van de indirecte meting dan ook niet maatgevend voor onze gemeente omdat de gemeente Gilze en Rijen op basis van de bovenstaande argumenten- niet als vergelijkbare gemeente mag worden gehanteerd voor het berekenen van het belangstellingspercentage van de nieuw te stichten basisschool voor algemeen bijzonder onderwijs. Rekeninghoudend met het voorgaande stellen wij voor: Niet in te stemmen met het verzoek van de Stichting Algemeen Bijzonder Onderwijs Zeeuwsch-Vlaanderen tot opneming van een algemeen bijzondere basisschool op het plan van scholen gemeente Hulst omdat uit de toetsing van het bij het verzoek overgelegde gegevens blijkt, dat de gemeente Gilze en Rijen geen vergelijkbare gemeente 4

5 is, waardoor het verzoek niet voldoet aan het gestelde in artikel 76 lid 2 onder a. van de Wet op het primair onderwijs; Conform artikel 83 van de Wet op het primair onderwijs geen plan van scholen vast te stellen omdat het ingekomen verzoek van de Stichting Algemeen Bijzonder Onderwijs Zeeuwsch-Vlaanderen niet voor inwilliging in aanmerking komt en er geen andere verzoeken zijn ingekomen. Burgemeester en Wethouders van Hulst, De Secretaris, De Burgemeester, Bijlage(n): Onderliggende stukken (map leeskamer): verzoek Stichting Algemeen Bijzonder Onderwijs Zeeuwsch-Vlaanderen. 5