voorzitter: A.M.E. van Vugt-Toonen, burgemeester raadsgriffier: A. Boer

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD CULEMBORG Vastgesteld Verslag van de openbare informerende vergadering van de raad van de gemeente Culemborg, gehouden op woensdag 13 oktober 2004 om uur in de raadzaal van het stadhuis. voorzitter: A.M.E. van Vugt-Toonen, burgemeester raadsgriffier: A. Boer raadsleden: wethouders: afwezig met bericht: A. Pin, VVD H.J.B. Bakker, VVD J.C.J. van Zutphen, CDA C.N. van den Bosch, CDA R.A. Weijers, CDA P.H. Oosterlaak, SP C.A. Staats, SP T.J. Heemskerk, SP S.E. Kroeze, SP C.P. Romijn, PvdA A.W. Sliedrecht, PvdA J.P.A. Spithoven, PvdA H.M.M. Giesbertz, PvdA J.H. Greeven, GroenLinks V. Buitenhuis, GroenLinks H.H. van Alphen, D66 J.A.G. Burger, SP J.G. Ton-Verrijp, CDA J.G. Marringa, wethouder PvdA C.F. Jonker, VVD B. Vermolen, VVD H.L. Wichgers, VVD J.P.M. Roefs, VVD A.J. Vermet, CDA De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. 1. Vaststellen van de orde van de vergadering. Zonder beraadslaging wordt de door de voorzitter voorgestelde orde van de vergadering vastgesteld. Notulen van de raadsvergadering van 13 oktober

2 2. Mededelingen en ingekomen stukken. De voorzitter zegt toe dat eventuele technische vragen bij agendapunt 4 schriftelijk worden beantwoord. 3. Spreekrecht burgers. De heer Goessens namens het Museum Elisabeth Weeshuis: Voor het volgende jaar is ,00 uitgetrokken voor een professioneel onderzoek naar de verbetermogelijkheden van het museum. Het bestuur van het museum steunt het onderzoek. Waarom een onderzoek? In Culemborg hoort een cultuurhistorisch museum. Culemborg is een stad met een rijke geschiedenis en in een dergelijke stad hoort een museum dat aandacht besteedt aan de historie. De huidige vaste opstelling op de eerste etage is bijna tien jaar oud en dient te worden gemoderniseerd. De opstelling voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Daarnaast hebben het bestuur en de conservator een duidelijke visie op de toekomst van het museum. Wat wil het bestuur? Er moet een nieuwe vaste opstelling komen. Jaarlijks moet een aantrekkelijke wisseltentoonstelling worden gehouden. Het museum wil ook meedoen aan culturele evenementen. Met de vaste opstelling kan het museum inspelen op de recente ontwikkelingen binnen de geschiedenis en het onderwijs. Er zal sprake moeten zijn van een vraaggestuurde opstelling. De nieuwe opstelling wordt gefaseerd aangepakt. Dat betekent ieder jaar een tentoonstelling over een bepaald tijdvak, zoals dat ook binnen het onderwijs wordt gegeven. Op die manier kan er de komende jaren een nieuwe vaste opstelling ontstaan. Een belangrijk thema daarbij is Culemborg meubelstad. Deze bepaalde industriële ontwikkeling is kenmerkend voor de stad. Een vaste opstelling die aan de huidige didactische eisen voldoet heeft een belangrijke functie en zal veel scholieren trekken. Indien er in de toekomst de mogelijkheid aanwezig is om uit te breiden, bijvoorbeeld omdat de bibliotheek naar een andere locatie gaat, kan een gedeelte van het museum over de jeugdzorg worden ingericht. Gedacht kan worden aan een nationaal weeshuismuseum. De culturele evenementen zijn belangrijk voor het museum en komen jaarlijks terug. Jaarlijks wordt met andere organisaties samengewerkt. Een cultureel evenement kan niet worden georganiseerd zonder een duidelijk fundament in de vorm van een goed museum. Doelgroepen zijn de scholieren van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs in Culemborg. Het museum probeert ook de burgers en de toeristen te bereiken. Toeristen kunnen alleen met een samenhangend beleid naar Culemborg worden gehaald. De infrastructuur voor toerisme moet dan op orde zijn. De financiering van beleidsvoorstellen is van belang. Het onderzoek moet inzicht geven in de incidentele en de jaarlijkse exploitatiekosten. Het bestuur hoopt voor de incidentele kosten subsidie van de provincie en het rijk te ontvangen. In de miljoenennota wordt bijvoorbeeld 10 miljoen extra uitgetrokken voor erfgoededucatie. Voor de jaarlijkse exploitatie zal ook de gemeente een steentje moeten bijdragen. Het bestuur gaat uit van een 70:30 verhouding. Dat betekent 70% subsidie van de overheid en 30% andere inkomsten, bijvoorbeeld van entreeheffing, commerciële activiteiten en sponsoring. Waarom het onderzoek? Deze ideeën moeten door professionals worden getoetst en uitgewerkt. Notulen van de raadsvergadering van 13 oktober

3 De raad moet weten dat de aannames reëel zijn en dat het museum een goed product levert voor de verstrekte budgetsubsidie. De Culemborger en de toerist moeten kunnen genieten van de oude gebouwen in de stad en van een modern museum. De heer Veling namens Natuur- en Vogelwacht Culemborg: Het college is voornemens om het chemisch bestrijden van onkruid op de verhardingen weer op te pakken. Dat stemt verdrietig. Jarenlang is Culemborg als groene gemeente bekend. Dat imago zal afnemen. Het Waterplan Culemborg is een mooi initiatief dat leidt tot een goede kwaliteit van het water in Culemborg. Opeens is er dan het plan om weer te gaan spuiten met chemische middelen. De gevolgen voor met name het water zijn desastreus. Onderzoek wijst uit dat maar 1% van alle in het Rivierengebied gebruikte middelen op verharding wordt gebruikt. Dat is relatief weinig. Echter, 75% van de in het grondwater aanwezige bestrijdingsmiddelen is afkomstig van de middelen die op de verharding worden gebruikt. Dat is logisch. Het meeste spul spoelt weg over de verharding en komt in het grondwater terecht. De gemeente wil uiteindelijk jaarlijks 1,5 ton bezuinigen. Dat is een aanzienlijk bedrag, maar weegt niet op tegen de milieuschade en de aantasting van de voorbeeldfunctie van de gemeente. Wie houdt de burger tegen als ook de gemeente de spuit hanteert? Een gespoten stukje ziet er netjes uit, maar het is niet schoon. Een dergelijk stukje is vergiftigd. De kreet Culemborg de schoonste stad van Rivierenland kan niet meer worden gehanteerd als de gemeente gaat spuiten. Er zijn alternatieven, zoals het borstelen. Niet alle plekken zijn met borstelen bereikbaar. In de inrichting van de openbare ruimte kunnen maatregelen worden genomen om het onderhoud terug te dringen. Het onkruid schiet omhoog op stukken die weinig bereden of belopen worden. Is het nodig om verharding te hebben waar niet worden gelopen of gereden? De gemeente moet op een creatieve manier duurzaam onderhoud plegen. De raad krijgt via de griffie informatie over het voorkomen van onkruid. De heer Offermans namens het bestuur van De Fransche School: Wat zijn de gevolgen van de bezuinigingen voor de nieuwbouw van De Fransche School? Het bestuur is teleurgesteld. Vier jaar is er hard gewerkt aan een nieuw theater. Dat project dreigt een grote klap te krijgen. Het aantal bezoekers stijgt en het financiële resultaat is positief. Het bestuur is ook heel boos. Steeds is samenwerking gezocht met het gemeentebestuur, maar steeds werden standpunten veranderd en beslissingen teruggedraaid. Het gemeentebestuur is bijna geen betrouwbare partner. Hoe nu verder? Het bestuur van De Fransche School zal de samenwerking blijven zoeken. Het bestuur ziet het als een opdracht om de stad een goed theater te presenteren en zoekt daarom de samenwerking met de gemeente. De inhoud van de samenwerking zal mogelijk veranderen. Het bestuur zal meer zelf het initiatief nemen om nieuwe teleurstellingen te voorkomen. Een volgende keer zal het bestuur nieuw uit te werken plannen presenteren en de raad graag uitnodigen voor een gesprek. Notulen van de raadsvergadering van 13 oktober

4 De heer Buitenhuis maakt zich zorgen over de relatie tussen De Fransche School en het gemeentebestuur. Aan die verhouding moet iets worden gedaan. Is De Fransche School in staat om binnen de door de raad vastgestelde financiële marges met creatieve oplossingen te komen? De heer Spithoven informeert naar de locatie en het budget. De heer Offermans zegt dat De Fransche School niet anders kan dan werken binnen de door de gemeente aangegeven marges. De samenwerking met de wethouder is altijd prima geweest en het vertrouwen is aanwezig dat het ook met de raad goed komt. Over het budget heeft De Fransche School nog geen concrete ideeën. Het is prematuur om op dit moment over een locatie van gedachten te wisselen, omdat het bestuur zich hierover nog moet beraden. 4. Opiniërende bespreking van de Programmabegroting. De heer Spithoven deelt mee dat de fractie van de PvdA heeft besloten om de vergadering niet verder bij te wonen. De fractie geeft voorrang aan het bespreken van de brief van het college over het opzeggen van de samenwerking met wethouder Marringa. De fractie voert ook nog telefonisch overleg met de wethouder. De fractie kan zich ook niet voorstellen dat het OSV-dossier gevolgen kan hebben voor de heer Marringa. Hierbij wordt mede in overweging genomen dat bij een volgende begrotingsvergadering er misschien een ander college moet of kan zitten. (de leden van de PvdA-fractie verlaten de raadsvergadering) Na een kort schorsing zegt mevrouw Pin dat de fractie van de VVD het onbetamelijk vindt om de vergadering voort te zetten. De fractie zal de vergadering verlaten. De heer Greeven zegt dat hij begrip heeft voor het gevoel van de fractie van de PvdA, maar de woorden van de heer Spithoven niet geheel kan onderschrijven. Er kunnen nu bestuurlijke vragen worden gesteld over de begroting, terwijl er maar één belangrijke vraag is: hoe nu verder met het bestuur van de stad? Die vraag wordt thans niet beantwoord. Het is dan ook zinvol om de vergadering op dit moment te sluiten. De heer Van Zutphen merkt op dat sprake is van een persoonlijk drama. De fractie van het CDA is benieuwd naar de beweegredenen van het college. Uiteindelijk zal de discussie over het voorval in de raad moeten worden gevoerd. Het is verstandig om thans de vergadering niet voort te zetten. De heer Van Alphen zegt dat hij de woorden van de heer Van Zutphen ondersteunt. Naar buiten toe is er sprake van een slechte beurt. De mensen zullen zich afvragen waar het gemeentebestuur mee bezig is. D66 is zeer benieuwd naar de argumenten van het college. Met nieuw elan zou er meer samenhang komen. Daarin is misschien wel een deuk gekomen. Hoe nu verder? Notulen van de raadsvergadering van 13 oktober

5 De heer Oosterlaak zegt dat de fractie van de SP geen bezwaar heeft tegen het schorsen van de vergadering, gelet op de gang van zaken binnen het college. De fractie is benieuw naar de beweegredenen van het college. De voorzitter zegt dat de situatie zeer moeilijk is en schorst de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november De raad voornoemd, de griffier, de plv. voorzitter, A. Boer H.L. Wichgers Notulen van de raadsvergadering van 13 oktober