MEMO. 30 juni 2014 Pagina 1 van 9. Datum 30 juni Windkracht. Van. Pondera Consult. Aanvulling MER Windpark Wieringermeer.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MEMO. 30 juni 2014 Pagina 1 van 9. Datum 30 juni Windkracht. Van. Pondera Consult. Aanvulling MER Windpark Wieringermeer."

Transcriptie

1 MEMO Datum 30 juni 2014 Aan Windkracht Van Pondera Consult Betreft Aanvulling MER Windpark Wieringermeer Bijlagen Bijlage 1 van Antea (Beoordeling schuifruimte inpassingsplan in relatie tot veiligheid) Bijlage 2 van Bureau Waardenburg 1. Inleiding Het MER met bijbehorende bijlagen voor Windpark Wieringermeer is opgesteld (versie 30 juni 2014). Dit is gebeurd ten behoeve van het (voor) ontwerp rijksinpassingsplan en de benodigde vergunningaanvragen. Tegelijkertijd is het (voor) ontwerp inpassingsplan opgesteld en daarin wordt een bepaalde flexibiliteit voorgesteld. Deze flexibiliteit is gewenst om verschillende turbinetypes te kunnen realiseren. In deze notitie wordt ingegaan wat de mogelijk extra milieueffecten zijn van deze flexibiliteit ten opzichte van de effectbeschrijving van het voorkeursalternatief uit het MER. Dan gaat het om de volgende flexibiliteit: 1. Per turbinelijn wordt een zone bestemd voor windenergie. Turbineposities kunnen 42,5 meter in alle windrichtingen verschuiven. Dit kan niet afzonderlijk van elkaar, ook de onderlinge afstand is geregeld in het inpassingsplan. 2. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bij een aantal lijnen 1-2 turbines minder te plaatsen en de overige windturbines optimaal over de lijn te verdelen. Dat betekent dat er in totaal minder windturbines worden gerealiseerd en dat turbines op een andere plek op de lijn kunnen komen te staan. Dat is van toepassing op de volgende lijnen: o Meest westelijke deel Noordboog (posities 5-9, 4 of 5 turbines) o Deel Ulketocht (4 of 5 turbines) o Deel Kleitocht (8 tot 10 turbines) (uitgezonderd de verlengde kleitocht nrs ) o Deel Waterkaaptocht (4 of 5 turbines) (uitgezonderd nr 6) o Deel Oudelandertocht (8 of 9 turbines) (uitgezonderd nr. 00) o Deel Groettocht (6 of 7 turbines) o 2 lijnen van ECN (alleen een maximum aantal genoemd in inpassingsplan, mogen er dus ook minder zijn). Daarnaast zijn enkele (kleine) wijzigingen doorgevoerd in het inpassingsplan ten opzichte van het MER. Redenen daarvoor zijn divers, maar zijn bijvoorbeeld om wiekoverslag op percelen te voorkomen. Het gaat dan om de volgende aanpassingen: 1. Voor de poldermolenlocatie A7-oost is een afwijkende positie bepaald in het inpassingsplan dan waar in het MER vanuit is gegaan. Het betreft een verschuiving van 53 meter in zuidelijke richting, om overdraai over de A7 en volkstuinen te voorkomen; 30 juni 2014 Pagina 1 van 9

2 2. Turbine RB-06 (Robbenoordbos) is 20 meter naar het noorden verplaatst ten opzichte van uitgangspunt MER; 3. De hele lijn van de Oudelandertocht (= meest zuidelijke lijn in de Wieringermeer) is circa 10 meter naar het noorden verplaatst. 4. Daarnaast is OT-10, OT-11 en OT-12 verschoven vanwege verschuiving van OT-13 en derhalve een gelijkmatigere verdeling van de tussenafstand. Het gaat om een verschuiving van 9 meter voor OT-10 in noordwestelijke richting, 21 meter voor OT-11 in noordwestelijke richting, 38 meter in noordwestelijke richting voor OT-12 en 55 meter in westelijke richting voor OT-13; 5. Turbine OW-01 is 7 meter verplaatst in noordoostelijke richting. 6. De turbines op de Groettocht zijn 3 meter in zuidwestelijke richting verplaatst. Per milieuthema zal hierna worden ingegaan wat de eventuele extra milieugevolgen zijn van de voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen. De flexibiliteit is beoordeeld, waarbij al het uitgangspunt is meegenomen van de verschuivingen van de hiervoor genoemde punten 1 tot en met Geluid Voor de geluidbelasting is in het MER een windturbinetype doorgerekend (Nordex N117), waarbij gesteld is dat ook andere windturbinetypes gerealiseerd kunnen worden die een gelijke of mindere geluidbelasting veroorzaken. De daadwerkelijk optredende geluidbelasting is dus afhankelijk van het te realiseren windturbinetype en windturbinetypen die meer geluid produceren dan de Nordex N117 zijn dan niet toegestaan. De voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen leiden niet tot andere conclusies aangaande het voorkeursalternatief en de onderlinge vergelijking van alternatieven wat betreft geluid. Globaal komt het erop neer dat bij een verschuiving van turbines richting woningen de belasting wat kan toenemen en wanneer turbines verder van woningen worden geplaatst de belasting wat afneemt. Het is echter ondoenlijk om alle mogelijkheden die ontstaan vanwege deze flexibiliteit kwantitatief te duiden. Er zijn namelijk een veelheid aan mogelijke opstellingen denkbaar, zoals bijvoorbeeld een opstelling waarin twee lijnen ieder 42,5 meter dichter bij elkaar komen, waardoor de geluidbelasting op woningen tussen die lijnen groter wordt, maar ook dat deze lijnen juist beide 42,5 meter verder van elkaar af komen te liggen, waardoor de belasting juist zal afnemen. Uitgangspunt is dat aan de geluidnorm (van L den=47db en L night=41 db) wordt voldaan, indien nodig met mitigerende maatregelen. Om toch meer (kwantitatief) inzicht te geven zijn van een aantal scenario s bepaald welk verschil in geluidbelasting kan ontstaan op de gevel van woningen van derden door de maximale verschuiving van 42,5 meter: Voor 1 solitaire windturbine zonder beïnvloeding van andere windturbines, bijvoorbeeld de Poldermolen, neemt de geluidbelasting toe (dichterbij) of af (verder weg) met circa 1 db; Voor 5 windturbines in een lijn zonder beïnvloeding van andere windturbines, bijvoorbeeld WK-01 tot en met WK-05, neemt de geluidbelasting toe of af met circa 0,7 db; Voor 10 windturbines in een lijn zonder beïnvloeding van andere windturbines, bijvoorbeeld OT-04 tot en met OT-13, neemt de geluidbelasting toe of af met circa 0,6 db; 30 juni 2014 Pagina 2 van 9

3 Voor 10 windturbines in een lijn met beïnvloeding andere windturbines van parallelle lijn, zeg als voorbeeld (KT-01 tot en met KT-10) en (UT-08 tot en met UT-12 en WT-01 tot en met WT-05), neemt de geluidbelasting toe of af met circa 1 db. Een mitigatie van circa 0,6 tot circa 1 db betekent voor een lijn turbines (van het type Nordex N117/3000 die in het MER in de berekeningen is gebruikt) globaal respectievelijk mode 5 en mode 7 instelling in de nacht voor globaal een 3-tal turbines. Dat betekent dat de turbines minder geluid produceren dan wanneer deze instellingen niet worden gebruikt, maar dat er ook minder elektriciteit wordt opgewekt. Indien in een lijnopstelling 1 of 2 turbines minder worden gerealiseerd, waarbij de turbines gelijkmatig worden verdeeld over de lijn, dan neemt de geluidbelasting af met ten hoogste circa 1 db. Geconcludeerd kan worden is dat de geluidbelasting zowel toe- als af kan nemen met 0,6 tot 1 db, wanneer turbines respectievelijk dichterbij of verder van woningen worden gerealiseerd. Bij het realiseren van 1 of 2 turbines minder in een lijnopstelling, dan neemt de geluidbelasting af met ten hoogste circa 1 db. Uiteindelijk zal bij de omgevingsvergunningaanvraag per specifiek windturbinetype en met een specifieke windturbinepositie exact uitgerekend worden welke geluidbelasting optreedt. 3. Slagschaduw De voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen leiden niet tot andere conclusies aangaande het voorkeursalternatief en de onderlinge vergelijking van alternatieven wat betreft slagschaduw. Wel kan bij verschuiving van 42,5 meter van de turbines de slagschaduwduur bij woningen van derden veranderen en het is niet voor geheel Wieringermeer aan te geven om hoeveel uur dat gaat. Dat heeft namelijk te maken met de exacte positionering van de turbine en de exacte positionering van de woning. Over het algemeen geldt dat wanneer een turbine dichterbij een woning wordt geplaatst de slagschaduwhinder zal toenemen en andersom, wanneer een turbine verder van een woning af wordt geplaatst, de slagschaduwhinder zal afnemen. Maar dat hoeft niet per definitie, omdat de slagschaduwduurcontour een grillig beeld geeft en er een hogere slagschaduwduur op locaties kan optreden die verder van de windturbine zijn gelegen. In de praktijk zullen turbines voorzien worden van een stilstandvoorziening, die ervoor zorgt dat wanneer er meer dan de toegestane duur 1 slagschaduwhinder optreedt, de turbine wordt stilgezet. Dus wanneer door verschuiving van maximaal 42,5 meter meer slagschaduwhinder optreedt, dan zal er bij overschrijding van de toegestane slagschaduwduur meer stilstand benodigd zijn. Dat geldt andersom ook: wanneer er minder slagschaduwhinder optreedt, dan zal er bij overschrijding van de toegestane slagschaduwduur minder (of geen) stilstand benodigd zijn. Indien in een lijnopstelling 1 of 2 turbines minder worden gerealiseerd, waarbij de turbines gelijkmatig worden verdeeld over de lijn, dan neemt de totale slagschaduwhinder af. 1 In de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, of Rarim, is voorgeschreven dat windturbines voorzien moeten worden van een automatische stilstand voorziening indien slagschaduw optreedt ter plaatse van gevoelige objecten, voor zover 1) de afstand tussen de woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen minder dan 12 maal de rotordiameter bedraagt en 2) gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag slagschaduw kan optreden. 30 juni 2014 Pagina 3 van 9

4 Geconcludeerd kan worden is dat de slagschaduwhinder zowel toe- als af kan nemen. Bij het realiseren van 1 of 2 turbines minder in een lijnopstelling, dan neemt de totale slagschaduwhinder af. Uiteindelijk zal bij de omgevingsvergunningaanvraag per specifiek windturbinetype en met een specifieke windturbinepositie worden bepaald welke slagschaduwhinder wordt veroorzaakt en hoe dit gemitigeerd kan worden, zodat nooit meer dan de wettelijk toegestane slagschaduwhinder kan optreden. 4. Ecologie De voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen leiden niet tot andere conclusies aangaande het voorkeursalternatief (=variant 1 met inbegrip van mitigerende maatregelen, zie MER) en de onderlinge vergelijking van alternatieven wat betreft ecologie. Zie hiervoor ook bijlage 2. Hieronder wordt een samenvatting van deze bijlage gegeven. 4.1 Natuurbeschermingswet 1998 Minder turbines op enkele lijnen en een evenredige verdeling van deze turbines over de lijn leidt tot een vergroting van de onderlinge afstand. In relatie tot aanvaringsslachtoffers van vogels zal dit leiden tot een iets kleiner negatief effect dan in het MER is voorspeld voor variant 1. Door de realisatie van een kleiner aantal turbines dan getoetst in het MER voor variant 1, zal ook het verstorende effect van het windpark voor lokaal foeragerende of rustende vogels iets kleiner zijn. Mitigerende maatregelen zijn nog steeds noodzakelijk om significant negatieve effecten op het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden IJsselmeer en Waddenzee met zekerheid uit te kunnen sluiten. Verplaatsing van de turbines binnen 42,5 meter heeft geen gevolgen voor de bepaling en beoordeling van effecten zoals opgenomen in de passende beoordeling voor variant 1 bij het MER Windpark Wieringermeer. 4.2 Flora- en faunawet De mogelijke realisatie van minder windturbines op enkele lijnen heeft geen gevolgen voor de conclusies zoals opgenomen in de natuurtoets bij het MER Windpark Wieringermeer. De realisatie van een kleiner aantal turbines dan getoetst voor variant 1 in de natuurtoets bij het MER Windpark Wieringermeer, zal leiden tot een iets kleiner aantal aanvaringsslachtoffers van vogels en vleermuizen dan voorspeld voor variant 1. Dit leidt echter niet tot andere conclusies ten aanzien van mitigerende maatregelen of wijzigingen in de randvoorwaarden bij de uitvoering. In de natuurtoets is aangegeven dat er bij variant 1 zeven turbines binnen 200 meter van gebieden staan met een hoog of middelmatig risico op vleermuisslachtoffers. Voor die turbines wordt mitigatie voorzien (door deze turbines stil te zetten op risicovolle momenten). Twee turbines nabij het Amstelmeer (NB-02 en UT-01) liggen net buiten 200 meter van een gebied met een hoog risico op vleermuisslachtoffers en verschuiving van deze turbines in de richting van het Amstelmeer leidt ertoe dat ze binnen de risicozone voor vleermuizen komen te staan, waardoor ook voor deze turbines mitigatie toegepast zal moeten worden. Om het risico op het aantal vleermuisslachtoffers niet te verhogen wordt geadviseerd om ook deze twee turbines niet in de richting van het Amstelmeer te verplaatsen. 30 juni 2014 Pagina 4 van 9

5 Voor turbine NB-09 nabij de Wiertocht geldt min of meer het tegenovergestelde. Deze turbine staat net binnen 200 meter van een gebied met een middelmatig risico op vleermuisslachtoffers. Wanneer deze turbine meer dan 10 meter richting west-noordwest wordt verplaatst zal deze buiten de risicozone voor vleermuisslachtoffers vallen en is de in de natuurtoets geadviseerde en doorgerekende mitigatie niet langer noodzakelijk. Turbine RB-02 valt binnen 200 meter van een gebied met een hoog risico op vleermuisslachtoffers. De turbine maakt echter onderdeel uit van een strook waarbinnen eventueel ook minder turbines kunnen worden geplaatst. Wanneer een turbine minder wordt geplaatst, dan worden de overige turbines op een grotere onderlinge afstand gepositioneerd. Wanneer dit het geval is, zou ervoor gekozen kunnen worden om deze meest noordelijke windturbine van de lijn meer dan 70 meter naar het zuiden te verplaatsen, zodat deze buiten de zone met een hoog risico op vleermuisslachtoffers komt te staan, waardoor mitigatie door middel van een stilstandvoorziening voor deze turbine niet langer noodzakelijk is. Voor de overige turbines leidt de flexibiliteit van het inpassingsplan niet tot veranderingen in de plaatsing binnen of juist buiten (200 meter van) een gebied met een hoog of middelmatig risico op vleermuisslachtoffers. Voor de overige soorten en overige effecten op vleermuizen en vogels heeft verplaatsing van 42,5 meter of binnen de lijnen geen gevolgen voor de bepaling en beoordeling van effecten, zoals opgenomen in de natuurtoets bij het MER Windpark Wieringermeer en dus ook niet op de randvoorwaarden bij de uitvoering. 4.3 EHS Verplaatsing van turbines binnen de schuifruimte zoals voorzien in het inpassingsplan leidt niet tot andere effecten op de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS dan die zijn beschreven in de passende beoordeling bij het MER Windpark Wieringermeer. 4.4 Weidevogelleefgebieden Verplaatsing van turbines binnen de schuifruimte zoals voorzien in het inpassingsplan leidt niet tot andere effecten op weidevogelleefgebieden dan die zijn beschreven in de passende beoordeling bij het MER Windpark Wieringermeer. 5. Archeologie en cultuurhistorie Voor de aspecten archeologie en cultuurhistorie zorgen de voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen niet voor andere effecten en kunnen de conclusies gehandhaafd blijven. Dat betekent dat op voorhand niet is uitgesloten dat het gebied waarin grondroerende werkzaamheden gepland zijn, archeologische waarden bezitten. 6. Landschap Het inpassingsplan voor Windpark Wieringermeer wijkt op enkele punten af van hetgeen in het MER als uitgangspunt is gehanteerd. Hieronder worden deze afwijkingen benoemd en wordt per afwijking ingegaan op het landschappelijke effect daarvan ten opzichte van de in het MER beoordeelde varianten. In algemene zin kan worden gesteld dat de voorgestelde wijzigingen met name meer mogelijkheden bieden voor mitigerende maatregelen ten gunste van het effect op landschap. 30 juni 2014 Pagina 5 van 9

6 6.1 Schuifruimte van 42,5 meter De voorgestelde verschuivingen van lijnopstellingen in zijn geheel sorteren nauwelijks een landschappelijk effect. Alleen op het laagste schaalniveau kan het zijn dat dit enig effect sorteert ten opzichte van lokale landschapselementen of -structuren, maar dit kan zowel positief als negatief zijn en is derhalve als neutraal beoordeeld. De verschuiving van de lijnopstelling langs de Groettocht moet samen met de verschuiving van turbine OW-01 worden beoordeeld. Uitgaande van de aanname dat de positionering van deze twee samen meer dan in de MERvarianten in één lijn ligt, betekent dit een positief effect, met name op het laagste schaalniveau. Het effect van het vergroten van de schuifruimte per turbine heeft eveneens een positief landschappelijk effect, mits ook hier per lijnopstelling wordt vastgehouden aan de opstelling van alle turbines in één lijn en met een onderling vergelijkbare afstand. Het vergroten van deze schuifruimte zonder deze voorwaarden vergroot namelijk de kans op zichtbare en herkenbare verspringingen binnen de lijn, wat een negatief landschappelijk effect zou sorteren. Ook dit effect speelt met name op het laagste schaalniveau. 6.2 Mogelijkheid voor minder windturbines in specifieke lijnopstellingen Voor een aantal lijnopstellingen biedt het inpassingsplan de mogelijkheid minder turbines per lijnopstelling te hanteren. Dit kan ook betekenen dat het totale aantal nieuwe turbines lager uit zal vallen dan in variant 1 uit het MER. Het afnemen van het totale aantal turbines heeft in algemene zin een positief landschappelijk effect. Bovendien wordt de waarneembare samenhang binnen lijnopstellingen en tussen lijnopstellingen door deze wijziging niet wezenlijk aangetast. De wijziging houdt niet in dat het aantal turbines per lijnopstelling onder het minimum komt om nog als lijnopstelling te worden herkend. 6.3 Enkele wijzigingen voor specifieke turbines De Poldermolen kan als een stand-alone turbine getypeerd worden. Het landschappelijke effect van de voorgestelde verschuiving is zeer gering en zal zich beperken tot een effect op het laagste schaalniveau. Met het oog op mitigatie biedt op dit niveau de afstemming van de turbinepositie op de as van de Oom Keesweg en de rand van de beplanting langs de sportvelden van Wieringerwerf kansen voor een zorgvuldige landschappelijke inpassing. De verschuiving met 20 meter van de meest noordelijke turbine van de lijnopstelling bij het Robbenoordbos lijkt weinig tot geen landschappelijk effect te sorteren, anders dan wat meer gelijkmatige tussenafstanden en een evenwichtigere verdeling van de turbines binnen de lijn. Dit effect zal vooral op het middelste en in mindere mate hoogste schaalniveau waarneembaar zijn en kan als licht positief worden beoordeeld. Dit geldt ook voor de voorgestelde verschuivingen binnen de lijnopstelling langs de Oudelandertocht. De verschuiving van turbine OW-01 hangt nauw samen met de voorgestelde verschuiving van de lijnopstelling langs de Groettocht. Bij de inpassing dienen beide als één geheel te worden beschouwd. Bij de positionering van de turbines dient plaatsing in één lijn met onderling vergelijkbare afstanden te worden nagestreefd om een zo positief mogelijk effect te sorteren op het middelste en in mindere mate het hoogste schaalniveau (zie ook de opmerkingen over de Groettocht-opstelling hierboven). 30 juni 2014 Pagina 6 van 9

7 7. Waterhuishouding en bodem Voor de aspecten waterhuishouding en bodem zorgen de voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen niet voor andere effecten en kunnen de conclusies gehandhaafd blijven. Uitgangspunt daarbij is dat windturbines niet in leggerwatergangen worden geplaatst. Wel kan het voorkomen dat een turbine nabij een secundaire waterloop of greppel (niet vermeld in de legger) wordt gesitueerd. Indien het geval, zal ter plekke van de turbine de secundaire waterloop of greppel verlegd dienen te worden om de gewenste afwatering in stand te houden. Wanneer er minder turbines worden gerealiseerd, dan is het te verharden oppervlak ook minder, hetgeen tot een minder grote compensatieopgave leidt. De schuifruimte waarin turbines kunnen worden geplaatst kunnen uiteindelijk tot een wat ander verhard oppervlak leiden, doordat de toegangsweg langer of korter zal moeten zijn. Per turbine gaat het om +/- 42,5 meter. Conclusies in het MER kunnen gehandhaafd blijven. De gevolgen van een mogelijke verschuiving van windturbines nabij primaire waterkeringen wordt hierna onder veiligheid beschreven. 8. Veiligheid Voor het aspect veiligheid zorgen de voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen mogelijk voor andere effecten. In bijlage 1 heeft Antea onderzocht in hoeverre de flexibiliteit en aanpassingen leiden tot knelpunten. Er is uitgegaan van een worstcase benadering, hetgeen wil zeggen dat turbines in de schuifruimte worden getoetst wanneer deze zo dicht mogelijk tot objecten worden gerealiseerd. Uit de beoordeling volgt dat 24 turbinelocaties, welke in de oorspronkelijke beoordeling die in het MER is opgenomen en waarbij geen knelpunten optraden, door de flexibiliteit van inpassingsplan tot knelpunten (kunnen) leiden. Maatregelen zijn mogelijk om deze knelpunten op te lossen. Voor 23 van deze 24 locaties geldt dat de schuifruimte de mogelijkheid biedt om windturbines dichter bij de ondergrondse gastransportleidingen te positioneren. Dit is op te lossen door: 1. De schuifruimte bij deze turbines dusdanig aan te passen dat de afstand tussen turbine en gasleiding altijd minimaal de High Impact Zone (HIZ) is; of 2. Door in het inpassingsplan een regeling op te nemen dat binnen de schuifruimte windturbines zijn toegestaan, mits de HIZ niet over de gasleiding valt. Voor één turbine geldt vervolgens nog dat de schuifruimte tot gevolg heeft dat een turbine in de kernzone van een primaire waterkering kan worden gebouwd. Dit is op te lossen door de schuifruimte bij deze windturbine (NB-01) te beperken tot de rand van de kernzone. Tot slot geldt dat de positie van de poldermolen zodanig is aangepast dat er geen overdraai meer kan plaatsvinden over de A7. Wel zou de schuifruimte bij de poldermolen aangepast moeten worden om niet alsnog met deze schuifruimte overdraai te hebben, dan wel om een voorwaarde voor realisatie op te nemen in het inpassingsplan dat geen overdraai plaatsvindt over A7 (of daarvoor toestemming verkregen dient te worden van Rijkswaterstaat). 9. Ruimtegebruik Voor het aspect ruimtegebruik zorgen de voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen niet voor andere effecten en kunnen de conclusies gehandhaafd blijven. Voor de straalpaden die nu in de Wieringermeer aanwezig zijn (zie MER) geldt dat zij, ook met de schuifruimte van 42,5 meter, niet worden gehinderd door de te installeren windturbines. Ook in de strook van het straalpad 30 juni 2014 Pagina 7 van 9

8 dat in het vigerende bestemmingsplan is opgenomen worden geen turbines geplaatst. Turbine OT-02 ligt exact op de grens van deze bestemde strook, waardoor verschuiving van deze turbine met 42,5 meter naar het westen toe ertoe leidt dat de turbine wel in deze strook terecht komt. Een oplossing hiervoor is om geen schuifruimte van turbine OT-02 naar het westen toe te staan. Daarnaast kan op voorhand, zonder onderzoek door TNO, niet worden aangegeven wat de exacte consequentie is van de schuifruimte voor de radar. Dit zal in een volgende fase door Defensie op basis van onderzoek van TNO dienen te worden bepaald. In het algemeen kan wel worden gezegd dat de schuifruimte waarschijnlijk niet bepalend is, maar het aantal turbines wel. Dit kunnen er eventueel dus minder worden. 10. Elektriciteitsopbrengst Voor het aspect elektriciteitsopbrengst zorgen de voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen in principe niet voor andere effecten en kunnen de conclusies gehandhaafd blijven. Wel zal het zo zijn dat, wanneer er een turbine minder wordt geplaatst, de elektriciteitsopbrengst minder zal zijn uitgaande van turbines met min of meer hetzelfde vermogen. Uiteindelijk kunnen er in totaal 12 turbines minder worden geplaatst. Dat staat gelijk aan een elektriciteitsopbrengst van ongeveer MWh per jaar (uitgaande van een Nordex N117 met een opbrengst van MWh (zie tabel 13.3 in het MER), hetgeen neerkomt op circa MWh/jaar per turbine). Hierbij moet worden aangemerkt dat de elektriciteitsopbrengst erg afhankelijk is van welk type windturbine geplaatst gaat worden. De reden dat niet kan worden uitgesloten dat op enkele lijnstukken 1 of 2 turbines minder worden gerealiseerd is dat turbinefabrikanten eisen stellen aan de onderling aan te houden afstand in verband met de onderlinge beïnvloeding van de windturbines en er dus turbinefabrikanten kunnen zijn die een grotere onderlinge afstand eisen. In dat geval zal de elektriciteitsopbrengst per turbine wat hoger kunnen zijn. 11. Conclusie De voorgestelde flexibiliteit en aanpassingen zorgen niet voor wezenlijk andere milieu-effecten. De conclusies van het MER kunnen gehandhaafd blijven. De mogelijkheid om op een aantal lijnen minder windturbines te realiseren heeft één nadelig effect en voor de rest positieve effecten. Het nadeel is dat minder elektriciteit kan worden opgewekt, maar met minder windturbines zijn effecten op geluidbelasting, slagschaduwhinder, ecologie, landschap en eventueel ook veiligheid minder. De bandbreedte van 42,5 meter per turbine leidt ook nergens tot wezenlijk andere effecten, behalve voor veiligheid en ecologie. Hierbij bestaan de volgende aandachtspunten: Voor geluid wordt geconcludeerd dat de geluidbelasting zowel toe- als af kan nemen met 0,6 tot 1 db, wanneer turbines respectievelijk dichterbij of verder van woningen worden gerealiseerd met 42,5 meter. Bij het realiseren van 1 of 2 turbines minder in een lijnopstelling, dan neemt de geluidbelasting af met ten hoogste circa 1 db. Uiteindelijk zal bij de omgevingsvergunningaanvraag per specifiek windturbinetype en met een specifieke windturbinepositie exact uitgerekend worden welke geluidbelasting optreedt. Voor slagschaduw wordt geconcludeerd dat de slagschaduwhinder zowel toe- als af kan nemen als gevolg van de schuifruimte van 42,5 meter. Bij het realiseren van 1 of 2 turbines minder in een lijnopstelling, dan neemt de totale slagschaduwhinder af. Uiteindelijk zal bij de omgevingsvergunningaanvraag per specifiek windturbinetype en 30 juni 2014 Pagina 8 van 9

9 met een specifieke windturbinepositie worden bepaald welke slagschaduwhinder wordt veroorzaakt en hoe dit gemitigeerd kan worden, zodat nooit meer dan de wettelijk toegestane slagschaduwhinder kan optreden. Ecologie: om het risico op het aantal vleermuisslachtoffers niet te verhogen wordt geadviseerd om enkele turbines te verplaatsen (of minder schuifruimte te bieden). Geadviseerd wordt om zoveel mogelijk buiten 200 meter te blijven van gebieden met een hoog of middelmatig risico op vleermuisslachtoffers, door: o de turbines NB-02 en UT-01 niet in de richting van het Amstelmeer te verplaatsen. o turbine NB-09 >10 meter richting west-noordwest te verplaatsen, zodat deze buiten de risicozone voor vleermuisslachtoffers valt; o turbine RB-02 >70 meter naar het zuiden te verplaatsen, wanneer de lijn waarin RB-02 ligt met een turbine minder wordt gerealiseerd. Landschap: in algemene zin kan worden gesteld dat de voorgestelde wijzigingen met name meer mogelijkheden bieden voor mitigerende maatregelen ten gunste van het effect op landschap. Veiligheid: voor 23 van deze 24 locaties geldt dat de schuifruimte de mogelijkheid biedt om windturbines dichter bij de ondergrondse gastransportleidingen te positioneren. Dit is op te lossen door: o De schuifruimte bij deze turbines dusdanig aan te passen dat de afstand tussen turbine en gasleiding altijd minimaal de High Impact Zone (HIZ) is; of o Door in het inpassingsplan een regeling op te nemen dat binnen de schuifruimte windturbines zijn toegestaan, mits de HIZ niet over de gasleiding valt. Voor één turbine geldt vervolgens nog dat de schuifruimte tot gevolg heeft dat een turbine in de kernzone van een primaire waterkering kan worden gebouwd. Dit is op te lossen door de schuifruimte bij deze windturbine (NB-01) te beperken tot de rand van de kernzone. Ook de schuifruimte bij de poldermolen dient aangepast te worden om overdraai te voorkomen, dan wel om een voorwaarde voor realisatie op te nemen in het inpassingsplan dat geen overdraai plaatsvindt over A7 (of daarvoor toestemming verkregen dient te worden van Rijkswaterstaat). Ruimtegebruik: turbine OT-02 ligt exact op de grens van een bestemde strook voor een straalpad, waardoor verschuiving van deze turbine met 42,5 meter naar het westen toe ertoe leidt dat de turbine wel in deze strook terecht komt. Een oplossing hiervoor is om geen schuifruimte van turbine OT-02 naar het westen toe te staan. Daarnaast kan op voorhand, zonder onderzoek door TNO, niet worden aangegeven wat de exacte consequentie is van de schuifruimte voor de radar. Dit zal in een volgende fase door Defensie op basis van onderzoek van TNO dienen te worden bepaald. 30 juni 2014 Pagina 9 van 9

10 Beoordeling schuifruimte inpassingplan in relatie tot veiligheid nummer datum 14 mei 2014 aan Sergej van de Bilt Ponder consult van Tom van der Linde Jeroen Eskens Antea Group Antea Group kopie project MER Windpark Wieringermer projectnummer betreft Beoordeling schuifruimte inpassingplan irt veiligheid Inleiding Voor het windpark Wieringermeer zijn in de milieu effect rapportage twee varianten beoordeeld. Het onderdeel veiligheid van deze beoordeling is opgenomen in de rapportage Externe veiligheid windturbines Wieringermeer: onderbouwing tbv MER en Rijksinpassingsplan v.3.5 (Antea Group, april 2014). Gekozen is voor variant 1. In het inpassingplan worden echter enkele wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van hetgeen dat in de milieu effect rapportage is beoordeeld. In deze aanvullende notitie is beoordeeld in hoeverre deze wijzigingen invloed hebben op de oorspronkelijke beoordeling. Wijzigingen In het inpassingplan worden meerdere wijzigingen doorgevoerd. De wijzigingen welke van invloed zijn op het onderdeel veiligheid betreffen: turbines krijgen een schuifruimte van 42,5 meter in alle richtingen; verschuivingen locaties aan de Oudelandertocht; verschuivingen locaties aan de Groettocht; verschuiving Poldermolenlocatie. Overige wijzigingen in het inpassingplan hebben geen effect op gebied van veiligheid en zijn niet meegenomen in deze aanvullende beoordeling. NB: Met de schuifruimte van de turbines krijgt het inpassingplan meer flexibiliteit. Qua veiligheid betekent dit dat turbines zowel dichterbij als verderaf van aanwezige objecten (met name gasleidingen) in de omgeving kunnen worden geplaatst. Hier kan dus zowel een positief als een negatief effect van uit gaan. In deze aanvullende beoordeling is uitgegaan van de worstcase invulling van de schuifruimte in het inpassingplan.

11 Beoordeling Uit de aanvullende beoordeling blijkt dat 24 turbine locaties in de oorspronkelijk beoordeling geen knelpunten scoorden, maar door de wijzigingen van het inpassingspan Wel knelpunten, mitigerende maatregelen mogelijk scoren. Op 23 locaties wordt dit veroorzaakt doordat de schuifruimte tot gevolg heeft dat de windturbines dichter bij de ondergrondse gastransportleidingen kunnen worden geplaatst. Voor alle locaties is dit op twee manieren op te lossen. De eerste manier is de schuifruimte voor de windturbines dusdanig aan te passen dat de afstand tussen turbine en gasleiding altijd minimaal de High Impact Zone (HIZ) is. De tweede manier is door in het inpassingplan een regeling op te nemen dat binnen de schuifruimte windturbines zijn toegestaan, mits de HIZ niet over de gasleidingen valt. Afhankelijk van het uiteindelijk typeturbine wordt dan bepaald dan welke afstand minimaal aangehouden moet worden. Daarnaast heeft in één geval de schuifruimte tot gevolg dat de turbine in de kernzone van een primaire waterkering kan worden gebouwd. Onderstaande tabel 1 bevat een uiteenzetting van de beoordeling per turbinelocatie. Daar waar sprake is van een verandering in negatieve zin, wordt aangegeven welke mitigerende maatregelen mogelijk zijn. Geen knelpunten Wel knelpunten, mitigerende maatregelen mogelijk Wel knelpunten, geen mitigerende maatregelen mogelijk HIZ = High Impact Zone (masthoogte +1/3 rotorblad tov ondergrondse installaties, masthoogte +1/2 rotordiameter tov bovengrondse installaties) RTL = Regionale Transport Leiding (Gasunie) HTL = Hoofd Transport leiding (Gasunie) Tabel 1: effect schuifruimte inpassingplan turbine Oorspronkelijk beoordeling Beoordeling na aanpassing Mitigerende maatregel NB-01 Windturbine geprojecteerd in kernzone primaire waterkering NB-02 NB-03 NB-04 NB-05 NB-06 NB-07 NB-08 NB-09 UT-01 UT-02 Schuifruimte beperken tot de rand van de kernzone;

12 UT-03 UT-04 UT-05 UT-06 UT-07 UT-08 HIZ over RTL UT-09 HIZ over RTL UT-10 HIZ over RTL UT-11 HIZ over RTL UT-12 HIZ over RTL KT-01 KT-02 KT-03 KT-04 KT-05 KT-06 KT-07 KT-08 KT-09 KT-10 KT-11 KT-12 KT-13 WT-01 WT-02 WT-03 HIZ over RTL leiding HIZ over RTL leiding HIZ over HTL leiding WT-04 HIZ over RTL leiding HIZ over RTL leiding HIZ over HTL leiding WT-05 HIZ over RTL leiding HIZ over RTL leiding HIZ over HTL leiding WT-06 HIZ over RTL leiding HIZ over RTL leiding HIZ over HTL leiding WT-07 HIZ over RTL leiding HIZ over RTL leiding HIZ over HTL leiding GT-01 HIZ over HTL leiding GT-02 HIZ over HTL leiding GT-03 HIZ over HTL leiding GT-04 HIZ over HTL leiding GT-05 HIZ over HTL leiding GT-06 HIZ over HTL leiding GT-07 HIZ over HTL leiding OW-01 HIZ over HTL leiding OT-00 Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over RTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de RTL valt. HIZ over RTL is geen verandering tov het mer, zie oorspronkelijke mer beoordeling voor mitigerende maatregel. Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over HTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de HTL valt. Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over HTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de HTL valt.

13 OT-01 HIZ over HTL leiding Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over HTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de HTL valt. OT-02 HIZ over HTL en RTL leiding Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over RTL/HTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de RTL/HTL valt. Turbine geprojecteerd binnen Schuifruimte beperken tot de rand van de belemmeringstrook van de RTL leiding. belemmeringenstrook RTL leiding OT-03 HIZ over HTL leiding OT-04 HIZ over HTL leiding OT-05 HIZ over HTL leiding Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over HTL; OT-06 HIZ over HTL leiding In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de HTL valt. OT-07 HIZ over HTL leiding OT-08 HIZ over HTL leiding OT-09 HIZ over gasstation HIZ over gasstation Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over gasstation; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits de HIZ niet over gasstation valt. HIZ over HTL leiding Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over HTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de HTL valt. OT-10 HIZ over HTL leiding OT-11 HIZ over HTL leiding OT-12 HIZ over HTL leiding OT-13 PR 10-6 over PR 10-6 over bedrijfsbestemming bedrijfsbestemming HIZ over HTL leiding AP-01* HIZ over HTL leiding HIZ over HTL leiding AP-02* HIZ over HTL leiding HIZ over HTL leiding AP-03* HIZ over HTL leiding HIZ over HTL leiding AP-04* AP-05* MT-01 MT-02 MT-03 MT-04 MT-05 WK-01 WK-02 WK-03 WK-04 WK-05 WK-06 WK-07 WK-08 WK-09 Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over HTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de HTL valt. Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met PR 10-6 contour over bedrijfsbestemming; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits de PR 10-6 contour niet over een bedrijfsbestemming valt. Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met HIZ over HTL; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits HIZ niet over de HTL valt. HIZ over RTL is geen verandering tov het mer, zie oorspronkelijke mer beoordeling voor mitigerende maatregel.

14 WK-10 RB-01 RB-02 RB-03 RB-04 RB-05 RB-06 PW1 PW2 PW3 PW4 PW5 PW6 PW7 RW1 RW2 RW3 RW4 RW5 RW6 RW7 RW8 RW9 RW10 Poldermolen Overdraaizone over A7 Overdraaizone over A7 Schuifruimte zodanig aanpassen dat geen turbine mogelijk is met overdraaizone over A7; In planregeling opnemen dat turbines binnen schuifruimte zijn toegestaan, mits geen overdraaizone over A7. * schuifruimte is voor de turbines in het Agriport gebied niet voor handen vanwege de aanwezigheid van bedrijfsbestemmingen, glastuinbouw en gasleidingen.

15 Ecologie & landschap NOTITIE Pondera Consult b.v. drs. S. van de Bilt Welbergweg PE Hengelo DATUM: 14 mei 2014 ONS KENMERK: / /JonHa UW KENMERK: d.d. 8 mei 2014 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: J.C. Kleyheeg-Hartman MSc. drs. J. van der Winden definitief J. van der Winden Beoordeling effect schuifruimte turbines Windpark Wieringermeer In het MER Windpark Wieringermeer is het effect van drie varianten van Windpark Wieringermeer beoordeeld in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbwet), de Flora- en faunawet (Ffwet), de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en provinciaal beleid (weidevogelleefgebieden). Deze beoordeling is gebaseerd op een destijds beschikbare exacte positie van de turbines. In het inpassingsplan worden de locaties van de turbines van Windpark Wieringermeer echter in stroken voorzien. Hierdoor ontstaat zogenoemde schuifruimte. In deze notitie is het effect van deze schuifruimte in het kader van de Nbwet, Ffwet, EHS en provinciaal beleid beschreven en beoordeeld. Ook eventuele beperkingen van de schuifruimte voortvloeiend uit deze beoordeling zijn in deze notitie beschreven. Uitgangspunten Voor de beoordeling van het effect van de schuifruimte is uitgegaan van de coördinaten zoals in het MER Windpark Wieringermeer getoetst voor variant 1, met de volgende aanpassingen (zie ook s d.d. 12 mei 2014 en 13 mei 2014): - Poldermolenlocatie A7-oost 53 meter naar het zuiden (X: ,6; Y: ,1). - Turbine RB meter naar het noorden. - Hele lijn langs de Oudelandertocht (OT-turbines) ongeveer 10 meter naar het noorden. - Turbine OT-10 9 meter naar het noordwesten. - Turbine OT meter naar het noordwesten. - Turbine OT meter naar het noordwesten. - Turbine OT meter naar het westen. - Turbine OW-01 7 meter naar het noordoosten - Hele lijn langs de Groettocht (GT-turbines) 3 meter naar het zuidwesten. Voor het ECN-testpark is uitgegaan van scenario C+ op de coördinaten zoals aangeleverd per d.d. 12 maart Beoordeling effect schuifruimte in het kader van ecologie 1

16 Het inpassingsplan voorziet de plaatsing van windturbines binnen stroken. Voor enkele van deze stroken geldt de mogelijkheid om minder windturbines te realiseren dan voorzien in variant 1, waarbij de turbines bij een gelijkmatige verdeling op de lijn op een andere positie terecht kunnen komen. Naast de schuifruimte op een lijn binnen de stroken bedraagt de schuifruimte per turbine 42,5 meter in alle windrichtingen. Dit geldt ook voor de turbines die niet binnen een strook zijn voorzien. Natuurbeschermingswet 1998 De mogelijke realisatie van minder windturbines op de voorziene lijnen heeft geen gevolgen voor de conclusies zoals opgenomen in de passende beoordeling bij het MER Windpark Wieringermeer (Kleyheeg et al. 2014). Wanneer er minder turbines op een lijn gerealiseerd worden en deze turbines evenredig over de lijn verdeeld worden, zal ten opzichte van variant 1 zoals getoetst in het MER de afstand tussen de turbines toenemen. In relatie tot aanvaringsslachtoffers van vogels zal dit leiden tot een iets kleiner negatief effect dan in het MER voorspeld voor variant 1. Door de realisatie van een kleiner aantal turbines dan getoetst in het MER voor variant 1, zal ook het verstorende effect van het windpark voor lokaal foeragerende of rustende vogels iets kleiner zijn. Dit neemt echter niet weg dat de mitigerende maatregelen, zoals beschreven in het MER en de PB, noodzakelijk zijn om significant negatieve effecten op het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden IJsselmeer en Waddenzee met zekerheid uit te kunnen sluiten (zie ook de toetsing van varianten 2a en 2b). Verplaatsing van de turbines binnen 42,5 meter van de hierboven beschreven locaties (uitgangspunten) heeft geen gevolgen voor de bepaling en beoordeling van effecten zoals opgenomen in de passende beoordeling bij het MER Windpark Wieringermeer. Flora- en faunawet De mogelijke realisatie van minder windturbines op de voorziene lijnen heeft geen gevolgen voor de conclusies zoals opgenomen in de natuurtoets bij het MER Windpark Wieringermeer (van Vliet et al. 2014). De realisatie van een kleiner aantal turbines dan getoetst voor variant 1 in de natuurtoets bij het MER Windpark Wieringermeer, zal leiden tot een iets kleiner aantal aanvaringsslachtoffers van vogels en vleermuizen dan in de natuurtoets voorspeld voor variant 1. Dit leidt echter niet tot andere conclusies ten aanzien van mitigerende maatregelen of wijzigingen in de randvoorwaarden bij de uitvoering. In de natuurtoets is in het kader van aanvaringsslachtoffers van vleermuizen het effect van mitigatie bepaald (stilzetten van turbines op risicovolle momenten). Daarbij is ervan uitgegaan dat mitigatie wordt toegepast op turbines die binnen 200 meter van gebieden met een hoog, of middelmatig risico op vleermuisslachtoffers staan. In variant 1 betreft dit 7 turbines (5 in/nabij het Robbenoordbos, 1 nabij het Amstelmeer en 1 nabij de Wiertocht). In variant 1 van Windpark Wieringermeer zijn bij het Amstelmeer twee turbines (NB-02 en UT-01) net buiten 200 meter van een gebied met een hoog risico op vleermuisslachtoffers voorzien. Verschuiving van deze turbines richting het Amstelmeer leidt ertoe dat ze binnen de risicozone voor vleermuizen komen te staan, waardoor ook voor deze turbines mitigatie toegepast zal moeten worden. Om het risico op het aantal vleermuis- 2 Beoordeling effect schuifruimte in het kader van ecologie

17 slachtoffers niet te verhogen adviseren wij dan ook om deze twee turbines niet in de richting van het Amstelmeer te verplaatsen. Voor de turbine nabij de Wiertocht geldt min of meer het tegenovergestelde (turbine NB- 09). Deze turbine staat net binnen 200 meter van de Den Oeversche Vaart, en dus net binnen 200 meter van een gebied met een middelmatig risico op vleermuisslachtoffers. Wanneer deze turbine >10 meter richting west-noordwest wordt verplaatst (van de Den Oeversche Vaart af) zal deze buiten de risicozone voor vleermuisslachtoffers vallen en is de in de natuurtoets geadviseerde en doorgerekende mitigatie niet langer noodzakelijk. Turbine RB-02 is op ca. 130 meter van de rand van het Robbenoordbos gepland. Daarmee valt de turbine (ruim) binnen 200 meter van een gebied met een hoog risico op vleermuisslachtoffers. Deze turbine maakt echter onderdeel uit van een strook waarbinnen eventueel ook minder turbines geplaatst zouden kunnen worden. Wanneer dit het geval is zou ervoor gekozen kunnen worden om deze meest noordelijke turbine van de lijn >70 meter naar het zuiden (van het Robbenoordbos af) te verplaatsen, zodat hij buiten de zone met een hoog risico op vleermuisslachtoffers komt te staan, waardoor mitigatie door middel van een stilstandsvoorziening voor deze turbine niet langer noodzakelijk is. Voor de overige turbines van Windpark Wieringermeer leidt verplaatsing binnen de schuifruimte van het inpassingsplan niet tot veranderingen in de plaatsing binnen of juist buiten (200 meter van) een gebied met een hoog of middelmatig risico op vleermuisslachtoffers. Voor de overige soorten en overige effecten op vleermuizen en vogels heeft verplaatsing van de turbines binnen 42,5 meter van de hierboven beschreven locaties (uitgangspunten) of binnen de stroken zoals voorzien in het inpassingsplan, geen gevolgen voor de bepaling en beoordeling van effecten zoals opgenomen in de natuurtoets bij het MER Windpark Wieringermeer en dus ook niet op de beschreven randvoorwaarden bij de uitvoering. Ecologische Hoofdstructuur Verplaatsing van turbines binnen de schuifruimte zoals voorzien in het inpassingplan leidt niet tot andere effecten op de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS dan die beschreven in de passende beoordeling bij het MER Windpark Wieringermeer (Kleyheeg et al. 2014). Provinciaal beleid Verplaatsing van turbines binnen de schuifruimte zoals voorzien in het inpassingplan leidt niet tot andere effecten op weidevogelleefgebieden dan die beschreven in de passende beoordeling bij het MER Windpark Wieringermeer (Kleyheeg et al. 2014). Beoordeling effect schuifruimte in het kader van ecologie 3

18 Literatuur Kleyheeg, J.C., M. van der Valk, K.L. Krijgsveld & J. van der Winden, Passende beoordeling Windpark Wieringermeer. Toetsing in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en overige gebiedsbescherming. Rapport Bureau Waardenburg, Culemborg. van Vliet, F., M. van der Valk, M. Boonman, K.D. van Straalen, J.C. Kleyheeg & J. van der Winden, Natuurtoets Windpark Wieringermeer. Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet. Rapport Bureau Waardenburg, Culemborg. Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met J.C. Kleyheeg-Hartman Akkoord voor uitgave: Teamleider Bureau Waardenburg bv drs. J. van der Winden Paraaf: Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Pondera Consult b.v. Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001: Beoordeling effect schuifruimte in het kader van ecologie

NOTITIE AANPASING TURBINEPOSITIE UT-01

NOTITIE AANPASING TURBINEPOSITIE UT-01 NOTITIE AANPASING TURBINEPOSITIE UT-01 Datum 17-12-2014 Aan Windkracht Wieringermeer Van Sergej van de Bilt, Pondera Consult Betreft Aanpassing turbinepositie UT-01 Projectnummer 714029 1. Inleiding Windkracht

Nadere informatie

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s NOTITIE Datum 30 november 2015 Aan Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV Van Pondera Consult Betreft Berekeningen aanvullende scenario s Projectnummer 714068 Samenvatting In het MER voor Windpark De

Nadere informatie

MER Windpark Den Tol. 13 april Pondera Consult Eric Arends

MER Windpark Den Tol. 13 april Pondera Consult Eric Arends MER Windpark Den Tol 13 april 2011 Pondera Consult Eric Arends 1 Inhoud 1. Waarom een milieueffectrapportage? 2. Wat wordt onderzocht in een milieueffectrapport (MER) 3. Beoordeling van de mogelijke effecten

Nadere informatie

Windpark Wieringermeer

Windpark Wieringermeer Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer

Nadere informatie

Geluid. De norm: 47 db L den

Geluid. De norm: 47 db L den Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk

Nadere informatie

30 januari e bijeenkomst klankbordgroep

30 januari e bijeenkomst klankbordgroep 30 januari 2019 4 e bijeenkomst klankbordgroep 30 januari 2019 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 3, stand van zaken en planning Pondera Consult: 2. Bespreken milieu effecten windturbines Ecologie Landschap

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Twee groepen Omwonenden Windpark Weert

Twee groepen Omwonenden Windpark Weert Twee groepen Omwonenden Windpark Weert Stand van zaken Windpark Weert 1 februari 2018 Joost van der Stappen Laurens van Zelst Projectupdate Windpark Weert Agenda 1. Algemene Stand van Zaken: Samenwerking

Nadere informatie

ANALYSE MOGELIJKHEDEN WINDENERGIE LOCATIE N59 I.R.T EXTERNE VEILIGHEID

ANALYSE MOGELIJKHEDEN WINDENERGIE LOCATIE N59 I.R.T EXTERNE VEILIGHEID ANALYSE MOGELIJKHEDEN WINDENERGIE LOCATIE N59 I.R.T EXTERNE VEILIGHEID Datum Van B. Vogelaar Pondera Consult Betreft Analyse van de mogelijkheden voor plaatsing van windturbines in plangebied langs de

Nadere informatie

Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West

Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West April 2016 Start Besluit overheden uitvoeren Milieu-effectstudie (MES) Onderzoeksopzet Milieu-effectstudie door bureau Witteveen + Bos September

Nadere informatie

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Door: Bram Konneman Datum: 31 December 2012 Projectnummer: WIENL12093 Ecofys 2012 in opdracht van: Eneco Wind B.V. ECOFYS Netherlands

Nadere informatie

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:

Nadere informatie

MILIEUEFFECTRAPPORTAGE WINDPARK WIERINGERMEER. Windkracht Wieringermeer. Definitief juni 2014

MILIEUEFFECTRAPPORTAGE WINDPARK WIERINGERMEER. Windkracht Wieringermeer. Definitief juni 2014 713057 30 juni 2014 MILIEUEFFECTRAPPORTAGE WINDPARK WIERINGERMEER Windkracht Wieringermeer Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248

Nadere informatie

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2018 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 1, stand van zaken en planning 2. Toelichting milieu effecten windturbines 3. Toelichting normen 4. Keuzeproces voorkeursalternatief

Nadere informatie

TECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder

TECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder TECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder 1 Doel 1. Het informeren van raadsleden over de beschikbare milieuruimte voor de plaatsing van windturbines

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 7 november 2014 ONS KENMERK: 14-577/1405584/LieAn UW KENMERK: VPL 213937 PROJECTLEIDER: INVENTARISATIE: G.

Nadere informatie

Analyse ruimtelijke mogelijkheden

Analyse ruimtelijke mogelijkheden Analyse ruimtelijke mogelijkheden Voor de plaatsing van 135,5 MW in zuidelijk deel van zoekgebied Provincie Drenthe Opdrachtgever Analyse ruimtelijke mogelijkheden Voor de plaatsing van 135,5 MW in zuidelijk

Nadere informatie

Leeswijzer Windpark Wieringermeer MER en ontwerp inpassingsplan

Leeswijzer Windpark Wieringermeer MER en ontwerp inpassingsplan Leeswijzer Windpark Wieringermeer MER en ontwerp inpassingsplan Waarom een leeswijzer? Van 5 december 2014 tot en met 19 januari 2015 liggen het ontwerp inpassingsplan en de ontwerp vergunningen van het

Nadere informatie

AKOESTISCH EFFECT DEFINITIEF ONTWERP ZONNEWEIDE OP WP HARINGVLIET

AKOESTISCH EFFECT DEFINITIEF ONTWERP ZONNEWEIDE OP WP HARINGVLIET AKOESTISCH EFFECT DEFINITIEF ONTWERP ZONNEWEIDE OP WP HARINGVLIET Datum Van D.F. Oude Lansink, Pondera Consult Betreft Akoestisch effect definitief ontwerp Zonneweide op WP Haringvliet Projectnummer 714123

Nadere informatie

Verkenning Windenergie Gemeente Bunnik

Verkenning Windenergie Gemeente Bunnik 718059 22 juni 2018 Verkenning Windenergie Gemeente Bunnik Gemeente Bunnik Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99 40 Documenttitel

Nadere informatie

Windenergieopgave in 2020

Windenergieopgave in 2020 Voorkeursalternatief Windenergie A16 Kenniscafé door: Jeroen Dooper Marc v.d. Ven Erik Bruggink Jos van der Wijst Windenergieopgave in 2020 v Nationaal: resteert*: ß 6000 MW wind op land 2840 MW ß 4450

Nadere informatie

Bijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN

Bijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN Bijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN DICHTSTEBOLSTAPELING EN SCHAAKBORDOPSTELLING In de richtlijnen voor het MER is aangegeven dat voor de parken aan de Noordermeerdijk en de Westermeerdijk ook

Nadere informatie

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan:

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Wijziging Landschappelijke beoordeling Windpark Dankzij de Dijken Arnhem,

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem NOTITIE Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. dhr. E. van den Heuvel Lekdijk 44 2967 GL Langerak (ZH) DATUM: 1 mei 2012 ONS KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1 CONTROLE: 12-244/12.02267/DimEm

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Titel Bijlage A. Begrippenlijst Datum 10-11-2016 Auteur Anne Schipper Aanlegfase Fase gedurende welke activiteiten worden uitgevoerd die specifiek verband houden met het initiatief. Alternatieven Mogelijkheden

Nadere informatie

Natuurwetgeving & Windenergie op land. Marieke Kaajan 15 juni 2016 NWEA Winddagen

Natuurwetgeving & Windenergie op land. Marieke Kaajan 15 juni 2016 NWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Marieke Kaajan 15 juni 2016 NWEA Winddagen Windenergie en natuur; kansen en bedreigingen 1. Aandachtspunten gebiedsbescherming (Natura 2000) Marieke Kaajan ENVIR Advocaten

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Gedeputeerde Staten van provincie Groningen Sint Jansstraat 4 9712 JN Groningen Onderwerp: Aanvulling Omgevingsvergunning Windpark Oostpolderdijk Projectnummer: C05057.000103.0100 Datum: 18-5-2017 Arcadis

Nadere informatie

Bijlage 15a. Memo straalpaden

Bijlage 15a. Memo straalpaden BIJLAGE 15 Bijlage 15a. Memo straalpaden Memo memonummer 1 datum 19 oktober 2017 aan Leo de Hoogt Yvonne de Graaf van Anne Oerlemans Wilco Wolfs kopie project Begeleiding en advisering planvorming windmolenlocatie

Nadere informatie

MER Windpark Zeewolde Ecologie

MER Windpark Zeewolde Ecologie MER Windpark Zeewolde Ecologie Bijeenkomst natuur- en milieuorganisaties 19 oktober 2016 Jonne Kleyheeg-Hartman Camiel Heunks Inhoud Alternatieven in het MER Effecten Voorkeursalternatief Herstructureringsperiode

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Windturbinepark Kabeljauwbeek. 0. Inleiding. 1. Algemeen

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Windturbinepark Kabeljauwbeek. 0. Inleiding. 1. Algemeen 0. Inleiding Deze vormvrije M.E.R. is onderdeel van de aanvraag om omgevingsvergunning van Windturbinepark Kabeljauwbeek en gaat achtereenvolgens in op de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 bevat algemene

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting EEN WINDPLAN VOOR DE GEMEENTE WIERINGERMEER Inleiding Met de Startnotitie Windplan Wieringermeer (28 mei 2009) gaf de gemeenteraad het startschot voor een windplan dat invulling geeft aan

Nadere informatie

NOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2

NOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2 NOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2 Datum Aan Burgerwindpark de Kookepan B.V. Van S. Flanderijn, Pondera Consult Betreft Notitie berekening invloed WP de Kookepan op straalverbinding

Nadere informatie

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Eneco Datum 9 september 2018 Versie 0.3 Versie 0.1 SV Eerste opzet 0.2 SV VKA toegevoegd 0.3 JD verwerken commentaar v0.3 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

MEMO. IJsvorming op windturbines

MEMO. IJsvorming op windturbines MEMO Prepared: Ms.Sc. Valentijn van Gastel 15.04.2013 Reviewed: Filename 20130516_MEM_LW_Aanvullende vragen QRA_v3 Pages 7 Version Author Date Remarks/Change 1.0 VGa 15.04.2013 Eerste opzet 2.0 BSc 16.04.2013

Nadere informatie

Windpark Wieringermeer

Windpark Wieringermeer Windpark Wieringermeer Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 september 2014 / rapportnummer 2850 44 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Windkracht Wieringermeer 1 wil in

Nadere informatie

LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE

LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE VEENWIEKEN Datum 2 juli 2015 Van D.F. Oude Lansink, Pondera Consult Betreft Analyse Laagfrequent geluid windpark De Veenwieken Projectnummer 714068 M1 Inleiding In opdracht

Nadere informatie

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind 899922/943613 Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht

Nadere informatie

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER BIJLAGE I BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport UT615-24/14-002.688 d.d. 5 februari 2014 Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij

Nadere informatie

MILIEUEFFECTRAPPORT WINDPARK BOMMELERWAARD-A2. Vereniging Windpark Bommelerwaard-A2. Definitief oktober 2017

MILIEUEFFECTRAPPORT WINDPARK BOMMELERWAARD-A2. Vereniging Windpark Bommelerwaard-A2. Definitief oktober 2017 716055 24 oktober 2017 MILIEUEFFECTRAPPORT WINDPARK BOMMELERWAARD-A2 Vereniging Windpark Bommelerwaard-A2 Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon

Nadere informatie

BEOORDELING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING. Beoordeling vergunningaanvraag WP Goyerbrug

BEOORDELING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING. Beoordeling vergunningaanvraag WP Goyerbrug Bijlage gemeente Houten: IS19.00558 BEOORDELING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING WINDPARK GOYERBRUG Datum Aan Gemeente Houten Van Betreft Beoordeling vergunningaanvraag WP Goyerbrug Projectnummer 719025 Inleiding

Nadere informatie

Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 september 2007 / rapportnummer 1953-51 1. HOOFDPUNTEN VOOR HET MER ECN Windenergy Facilities BV heeft

Nadere informatie

5.4.3 EFFECTBEOORDELING

5.4.3 EFFECTBEOORDELING Erratum passende beoordeling Windplan Wieringermeer, december 0 Aanleiding In de Passende Beoordeling Windplan Wieringermeer zijn onverhoopt enige fouten geslopen in paragraaf 5.4. Effectbeoordeling. Het

Nadere informatie

Windmolenpark Hattemerbroek

Windmolenpark Hattemerbroek Windmolenpark Hattemerbroek Milieueffectrapport Mark Groen September 2014 Milieueffectrapport (MER) Brengt milieugevolgen van een besluit in beeld (bestemmingsplan voor windmolens) Overheid neemt milieugevolgen

Nadere informatie

MER WINDPARK DE VEENWIEKEN. De Wieken B.V., Raedthuys Windenergie B.V. Definitief met aanvulling april 2016

MER WINDPARK DE VEENWIEKEN. De Wieken B.V., Raedthuys Windenergie B.V. Definitief met aanvulling april 2016 714068 11 april 2016 MER WINDPARK DE VEENWIEKEN De Wieken B.V., Raedthuys Windenergie B.V. Definitief met aanvulling Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon

Nadere informatie

Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016

Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016 Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk Raadsinformatieavond 10 maart 2016 Programma Opening wethouder Jaap Kamp Aanleiding en procedure Roger Raat - Reitsma Toelichting milieueffecten en voorkeursvariant

Nadere informatie

Bijlage 13b, Juiste bijlage bij toekenning ontheffing 5.2 Maatregelen Preventie van verstoring van broedende vogels in aanlegfase Tijdens de werkzaamheden dient verstoring en vernietiging van nesten van

Nadere informatie

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Datum 8-12-16 Auteur Steven Velthuijsen Versie 3 Inleiding In het gecombineerde Plan- en ProjectMER voor Windpark Oude Maas worden verschillende

Nadere informatie

Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing meetmast ten behoeve van windpark Spuisluis

Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing meetmast ten behoeve van windpark Spuisluis Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing meetmast ten behoeve van windpark Spuisluis Februari 2017 Auteur Anne Melchers Inhoudsopgave 1 Het Initiatief...3 1.1 Aard en doel van het initiatief 3 2 Ruimtelijke

Nadere informatie

Verkennend akoestisch onderzoek Koemeersdijk

Verkennend akoestisch onderzoek Koemeersdijk Verkennend akoestisch onderzoek Koemeersdijk Verkennend akoestisch onderzoek Koemeersdijk In opdracht van Opgesteld door Auteur Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA Eersel SRE Milieudienst Keizer Karel V

Nadere informatie

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht voor het

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding en aanpak planmer

SAMENVATTING. Inleiding en aanpak planmer I SAMENVATTING Inleiding en aanpak planmer Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee en een aantal marktpartijen,

Nadere informatie

Dossiernr (Olo nr )

Dossiernr (Olo nr ) ONTWERPBESLUIT MAATWERKVOORSCHRIFTEN Dossiernr. 2019-0074 (Olo nr. 4138569) Het ontwikkelen van het windpark Zeebiestocht bestaande uit een lijnopstelling van 7 windturbines en maakt deel uit van het overkoepelende

Nadere informatie

Windpark Zeewolde. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 30 mei 2017 / projectnummer: 3089

Windpark Zeewolde. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 30 mei 2017 / projectnummer: 3089 Windpark Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 mei 2017 / projectnummer: 3089 1. Advies in het kort De Ontwikkelvereniging Zeewolde wil samen met de gemeente Zeewolde, de provincie

Nadere informatie

Opstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER)

Opstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER) Opstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER) N Windpark Krammer W Z O Het grootste burgerinitiatief van Nederland. Coöperatie Zeeuwind Coöperatie Deltawind Zeeland samenwerking Goeree-Overflakkee leden

Nadere informatie

Windmolenplan Lage Weide

Windmolenplan Lage Weide Windmolenplan Lage Weide Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 juni 2013 / rapportnummer 2724 88 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Utrecht wil op het industriepark Lage

Nadere informatie

Voorwaardelijke verplichtingen bij planvorming Congres Windenergie op land, 11 oktober 2016

Voorwaardelijke verplichtingen bij planvorming Congres Windenergie op land, 11 oktober 2016 Voorwaardelijke verplichtingen bij planvorming Congres Windenergie op land, 11 oktober 2016 Wanda Blommensteijn Sr. Adviseur omgevingsrecht BRO Boxtel Workshop - Korte intro bestemmingsplan - Windparken

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Addendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco

Addendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco Addendum memonummer 20150217 400568 datum 17 februari 2015 aan Joost de Gooier Nuon Christian van den Hoven Eneco van Tom van der Linde Antea Group Jeroen Eskens Rudi van Rooij kopie project Externe veiligheid

Nadere informatie

Inleiding. Juridisch kader. Memo. memonummer datum 30 augustus 2017 Ton van Dortmont Els Joosten

Inleiding. Juridisch kader. Memo. memonummer datum 30 augustus 2017 Ton van Dortmont Els Joosten Memo memonummer 20170830 418851 datum 30 augustus 2017 aan Ton van Dortmont Els Joosten Nuon Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van Tom van der Linde Antea Group project Windpark Nieuwe Hemweg projectnr.

Nadere informatie

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat Ambtelijk advies 1. Baardwijkse overlaat Voor de Baardwijkse overlaat is het ambtelijk advies aan de Stuurgroep GOL om variant A (voorkeursvariant NRD) en variant C (nr. 369) beide mee te nemen in de MER.

Nadere informatie

MER WINDPARK DE VEENWIEKEN. De Wieken B.V., Raedthuys Windenergie B.V. Definitief met aanvulling april 2016

MER WINDPARK DE VEENWIEKEN. De Wieken B.V., Raedthuys Windenergie B.V. Definitief met aanvulling april 2016 714068 22 april 2016 MER WINDPARK DE VEENWIEKEN De Wieken B.V., Raedthuys Windenergie B.V. Definitief met aanvulling Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee 7 oktober 2015, Steven Velthuijsen Inleiding In het PlanMER voor Windpark Oostflakkee worden verschillende inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken

Nadere informatie

Pondera Consult B.V. Postbus AN Hengelo (Ov.) Nederland Telefoon: +31 (0) Website:

Pondera Consult B.V. Postbus AN Hengelo (Ov.) Nederland Telefoon: +31 (0) Website: Provincie Groningen T.a.v. A. Hamstra Postbus 610 9700 AP Groningen Betreft : Aanvulling aanvraag Omgevingsvergunning WP Oostpolder Datum : 17 mei 2017 Bijlagen : Kenmerk : 716033/ME/v01 Geachte, Op 26

Nadere informatie

Windpark Hulteweg. onderzoek naar slagschaduwhinder. Definitief. Windunie Development BV en KWind BV. Sweco Nederland B.V. De Bilt, 9 november 2016

Windpark Hulteweg. onderzoek naar slagschaduwhinder. Definitief. Windunie Development BV en KWind BV. Sweco Nederland B.V. De Bilt, 9 november 2016 Windpark Hulteweg onderzoek naar slagschaduwhinder Definitief Windunie Development BV en KWind BV Sweco Nederland B.V. De Bilt, 9 november 2016 Verantwoording Titel : Windpark Hulteweg Subtitel : onderzoek

Nadere informatie

Bijlage VIII - Land- en tuinbouw Provincie Noord-Brabant

Bijlage VIII - Land- en tuinbouw Provincie Noord-Brabant Westelijke Langstraat Bijlage VIII - Land- en tuinbouw Provincie Noord-Brabant 11 maart 2019 Project Opdrachtgever Westelijke Langstraat Provincie Noord-Brabant Document Bijlage VIII - Land- en tuinbouw

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A. Raadsvoorstel Agendapunt: 12b Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn Portefeuillehouder: wethouder F.S.A. Wissink Samenvatting: In april 2008 heeft uw raad besloten in te stemmen met

Nadere informatie

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november 2018 1 21 november 2018 2 Onderwerpen 1. Welkom en introductie klankbordgroep 2. Voorstelrondje en verwachtingen 3. Status van project/proces 4. Toelichting

Nadere informatie

Windpark Dintel. Informatieavond Startnotitie MER Fijnaart 1-11-2010 Dinteloord 15-11-2010

Windpark Dintel. Informatieavond Startnotitie MER Fijnaart 1-11-2010 Dinteloord 15-11-2010 Windpark Dintel Informatieavond Startnotitie MER Fijnaart 1-11-2010 Dinteloord 15-11-2010 Het initiatief Windpark Dintel 11-14 windmolens, 30-40 MW 5-6 ten noorden van de Dintel langs de Rolleplaatdijk

Nadere informatie

B&W voorstel. Openbaar (nadat omwonenden geïnformeerd zijn omtrent besluitvorming) Steller : Damen Tel.

B&W voorstel. Openbaar (nadat omwonenden geïnformeerd zijn omtrent besluitvorming) Steller : Damen Tel. B&W voorstel Steller : Damen Tel. : 6155623 Portefeuille : Logister e-mail. : m.damen@shertogenbosch.nl B&W : 7 september 2016 Agenda nr. : 18 Reg.nr. : 5861802 Openbaar : Openbaar (nadat omwonenden geïnformeerd

Nadere informatie

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem

Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 juni 2017 / projectnummer: 3213 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Arnhem wil in een

Nadere informatie

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

RAADSCOMMISSIE. Nummer: RAADSCOMMISSIE Onderwerp: Nummer: Datum vergadering: 4 februari 2014 Locatieonderzoek kleine windmolens op bedrijventerreinen Hooidijk, Groot Verlaat en Dolderkanaal in Steenwijk en Boterberg in Oldemarkt.

Nadere informatie

PlanMER VRM Windenergie Zuid-Holland

PlanMER VRM Windenergie Zuid-Holland PlanMER VRM Windenergie Zuid-Holland 22-09-2016 Inhoudsopgave Inleiding Locaties en onderzoeksgebieden Beoordelingskader Kansrijkheid onderzoeksgebieden per thema aan de hand van een voorbeeld Conclusies

Nadere informatie

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik NOTA Bestemd voor: Afkomstig van: Golfclub De Haar Sovon Vogelonderzoek Nederland Datum: november 2016 Betreft: Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en

Nadere informatie

WINDENERGIE IN STAPHORST EN IMPACT OP DE

WINDENERGIE IN STAPHORST EN IMPACT OP DE WINDENERGIE IN STAPHORST EN IMPACT OP DE OMGEVING Datum Van Wouter Pustjens en Martijn ten Klooster, Pondera Consult Betreft Windpark Staphorst Projectnummer 718038 Inleiding De kansen voor windenergie

Nadere informatie

Opdrachtgever: projectnummer: Memo vormvrije m.e.r.-beoordeling Herziening bestemmingsplan in Weststellingwerf

Opdrachtgever: projectnummer: Memo vormvrije m.e.r.-beoordeling Herziening bestemmingsplan in Weststellingwerf Memo Opdrachtgever: projectnummer: 650.02.00.01.00 Onderwerp: Datum: 30-06-2016 Memo vormvrije m.e.r.-beoordeling Herziening bestemmingsplan in Weststellingwerf 1. I n l e i d i n g N.V. Nederlandse Gasunie

Nadere informatie

899824/ Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder

899824/ Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder 899824/917890 Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht

Nadere informatie

NOTITIE MILIEUOVERWEGINGEN CONCEPT VKA WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE

NOTITIE MILIEUOVERWEGINGEN CONCEPT VKA WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE NOTITIE MILIEUOVERWEGINGEN CONCEPT VKA WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE Datum 15 november 2013 Aan Bart Verschoor, Lennard Seriese, Jan Zuidweg, Gerrit de Zoeten Van Mariëlle de Sain, Paul Janssen Betreft

Nadere informatie

MER Windpark Midwoud. Bijlagenbundel

MER Windpark Midwoud. Bijlagenbundel definitief definitief Opdrachtgever Postbus 10087 8000 GB ZWOLLE datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave definitief Inhoudsopgave Blz. 1 Inhoud van deze bijlagenbundel 2 Bijlage 1 Onderzoek

Nadere informatie

Ontwerp wijziging PRVS

Ontwerp wijziging PRVS Model bekendmaking regeling provinciale staten 1 8 Ontwerp wijziging PRVS Ontwerp besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van [..], tot wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie

Nadere informatie

QUICKSCAN LOCATIES WINDENERGIE GEMEENTE ZWOLLE. Gemeente Zw olle. Definitief september 2016

QUICKSCAN LOCATIES WINDENERGIE GEMEENTE ZWOLLE. Gemeente Zw olle. Definitief september 2016 715016 19 september 2016 QUICKSCAN LOCATIES WINDENERGIE GEMEENTE ZWOLLE Gemeente Zw olle Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99

Nadere informatie

Windpark Westeinde. Notitie ten behoeve van de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Windpark Westeinde. Notitie ten behoeve van de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets Windpark Westeinde Notitie ten behoeve van de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets Alisios, s Gravenhage, 1 februari 2016 1. Inleiding Het voornemen bestaat uit het vervangen van een bestaand windpark.

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Inleiding In het MER voor Windpark Deil worden zes inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken op het

Nadere informatie

Nationaal Waterplan 4 alternatieven:

Nationaal Waterplan 4 alternatieven: Nadere detaillering zoekgebieden windparken op het NCP Nationaal Waterplan 4 alternatieven: 1. Borssele 2. Hollandse kust 3. Noorden van Wadden 4. IJmuiden Nadere detaillering zoekgebieden windparken op

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen

Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Bij deze vormvrije mer-beoordeling wordt gebruik gemaakt van de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III behorende bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling.

Nadere informatie

Windpark Oostpolder Eemshaven

Windpark Oostpolder Eemshaven Windpark Oostpolder Eemshaven Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 juli 2017 / projectnummer: 3125 1. Advies over het milieueffectrapport (MER) Het project Waddenwind B.V. wil ten

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk: Samenvatting

Samenvatting. Hoofdstuk: Samenvatting Samenvatting Achtergrond In 2013 zijn er afspraken gemaakt tussen Het Rijk en de provincies over de verdeling van 6.000 MW windenergie op land. Hierbij heeft de provincie Zuid-Holland een opgave om 735,5

Nadere informatie

Windpark Slufterdam. Advies voor de m.e.r.-beoordeling. 13 mei 2014 / rapportnummer

Windpark Slufterdam. Advies voor de m.e.r.-beoordeling. 13 mei 2014 / rapportnummer Windpark Slufterdam Advies voor de m.e.r.-beoordeling 13 mei 2014 / rapportnummer 2892 14 1. Beoordeling Aanmeldingsnotitie Windpark Slufter Nuon en Eneco exploiteren ieder een windturbinepark (in totaal

Nadere informatie

Datum: 2 april 2019 Project: Windpark Goyerbrug Uw kenmerk: dhr. P. Lemmens d.d. Locatie: Houten

Datum: 2 april 2019 Project: Windpark Goyerbrug Uw kenmerk:  dhr. P. Lemmens d.d. Locatie: Houten Notitie Datum: 2 april 2019 Project: Windpark Goyerbrug Uw kenmerk: E-mail dhr. P. Lemmens d.d. Locatie: Houten 26 maart 2019 Ons kenmerk: V068362ab.194FZT0.mhr Betreft: Reactie op vragen van de gemeente

Nadere informatie

HAALBAARHEIDSSCAN WINDPARK WIJCHEN. Wind in Wijchen. Concept

HAALBAARHEIDSSCAN WINDPARK WIJCHEN. Wind in Wijchen. Concept 714027 08-05-2014 HAALBAARHEIDSSCAN WINDPARK WIJCHEN Wind in Wijchen Concept Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99 40 Documenttitel Soort

Nadere informatie

Kenmerk: Uw kenmerk: Bijlage: Pondera Consult De heer P. Janssen Postbus AN Hengelo. S12091 A WP Nieuwe Waterweg V6.1.

Kenmerk: Uw kenmerk: Bijlage: Pondera Consult De heer P. Janssen Postbus AN Hengelo. S12091 A WP Nieuwe Waterweg V6.1. Welbergweg 49 Postbus 579 7550 AN Hengelo (Ov.) tel: 074-248 99 45 info@ponderaservices.nl www.ponderaservices.nl Kenmerk: Uw kenmerk: Bijlage: Datum: Onderwerp: S12091 A WP Nieuwe Waterweg V6.1 7 maart

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ WIJZIGINGSAANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING INKOOPSTATIONS EN OPSTELPLAATSEN WINDPARK OOSTPOLDER. Waddenwind B.V.

BIJLAGE 1 BIJ WIJZIGINGSAANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING INKOOPSTATIONS EN OPSTELPLAATSEN WINDPARK OOSTPOLDER. Waddenwind B.V. 716033 27-03-2019 BIJLAGE 1 BIJ WIJZIGINGSAANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING INKOOPSTATIONS EN OPSTELPLAATSEN WINDPARK OOSTPOLDER Waddenwind B.V. Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu

Nadere informatie