HAALBAARHEIDSSCAN WINDPARK WIJCHEN. Wind in Wijchen. Concept

Transcriptie

1 HAALBAARHEIDSSCAN WINDPARK WIJCHEN Wind in Wijchen Concept

2

3 Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus AN Hengelo Telefoon (074) Documenttitel Soort document Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen Concept Datum Projectnaam Windpark Wijchen Projectnummer Opdrachtgever Wind in Wijchen Auteur Vrijgave Martijn Edink, Pondera Consult Sergej van de Bilt, Pondera Consult

4

5 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Aanleiding Het project Leeswijzer 2 2 Beleidskaders Rijk Provincie Gelderland Gemeente Wijchen 5 3 Milieueffecten Leefomgeving Natuur Landschap Externe veiligheid en infrastructuur Energieopbrengst Archeologie Overig 14 4 Conclusie Conclusie Vervolg 16 Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

6

7 1 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Wind in Wijchen, de initiatiefnemer van Windpark Wijchen, is voornemens een windpark te realiseren parallel aan de N847 tussen Wijchen en Beuningen. Om een goed beeld te krijgen van de haalbaarheid van windenergie in het beoogde gebied is het van belang de locatie goed te verkennen en de potentiële effecten van een windpark in het gebied inzichtelijk te maken. Onderhavige scan heeft ten doel de haalbaarheid van het gebied voor windenergie in kaart te brengen. In figuur 1 is de locatie van het initiatief weergegeven. Figuur 1.1 Locatie van het initiatief Bron: Pondera Consult 1.2 Het project Het voornemen bestaat uit een windpark nabij de N847 tussen Wijchen en Beuningen. Het voornemen bestaat uit drie turbines van het type Lagerweij L100 turbine met een ashoogte van 99 meter. Deze opstelling vormt de basis voor het inzichtelijk maken van de effecten op de omgeving. Een ander type windturbine kan mogelijk ook geplaatst worden, maar dat is afhankelijk van de effecten die optreden en de keuze van de initiatiefnemer bij de aanbesteding. Om effecten in beeld te brengen is in deze haalbaarheidsscan uitgegaan van de genoemde opstelling van 3 turbines van het type Lagerweij L100. In figuur 1.2 zijn de posities van de turbines uit het voornemen weergegeven. Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

8 2 Figuur 1.2 Opstelling voornemen Bron: Pondera Consult 1.3 Leeswijzer Na dit inleidende hoofdstuk waarin het voornemen kort is toegelicht, is in hoofdstuk 2 het relevante beleidskader weergegeven. Er is ingegaan op nationaal, provinciaal en lokaal beleid. In hoofdstuk 3 zijn de verschillende milieuaspecten beschreven en eventuele effecten weergegeven. In hoofdstuk 4 is een conclusie gegeven over de haalbaarheid van een windpark op de locatie van het voornemen Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

9 3 2 BELEIDSKADERS 2.1 Rijk Duurzame energie en windenergie Eén van de doelstellingen van het nationale en internationale milieubeleid is het beperken van de uitstoot van broeikasgassen, zoals kooldioxide (CO 2). Het beperken van deze uitstoot heeft tot doel om klimaatverandering te beperken als gevolg van de uitstoot van deze gassen. De energiesector is in Nederland verantwoordelijk voor meer dan twintig procent van de uitstoot van broeikasgassen. De uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de energiebehoefte moet zowel worden beperkt door energiebesparing als door de grootschalige inzet van duurzame energiebronnen. Duurzame energie wordt opgewekt uit schone, onuitputtelijke bronnen en heet daarom ook wel 'hernieuwbare energie. De investering in duurzame energie heeft naast het reduceren van broeikasgassen als doel de kwetsbaarheid van de Nederlandse energievoorziening te beperken door deze minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen. Deze ambities sluiten aan bij in Europees verband geformuleerde doelstellingen waaraan de lidstaten zich gecommitteerd hebben. Deze EU-doelstelling voor duurzame energie bedraagt 14% van het finale energiegebruik in Het Kabinet Rutte II heeft in haar regeerakkoord bruggen slaan (oktober 2012) opgenomen een doelstelling van 16% voor duurzame energie na te streven. Deze ambitie is in het onlangs afgesloten Energie Akkoord bijgesteld; 14% in 2020 en 16% in Hierbij zet het Rijk in op een mix van duurzame energie bronnen, waarvan windenergie er één is. Op Rijksniveau is een ambitie vastgesteld van megawatt (hierna: MW) aan opgesteld vermogen aan windenergie op land in Ruimtelijk beleid De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft het ruimtelijk beleid weer op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 22 november 2011 door de Tweede Kamer aangenomen en is op 13 maart 2012 vastgesteld door de minister en verzonden aan het parlement. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en energietransitie wordt in het SVIR aangemerkt als een nationaal belang. Het Rijk stelt op het gebied van energie dat voor de opwekking en het transport van energie (ook over onze grenzen heen) voldoende ruimte gereserveerd moet worden. Het aandeel van duurzame energiebronnen als wind, zon, biomassa en bodemenergie in de totale energievoorziening moet omhoog en deze hebben relatief veel ruimte nodig. De ambitie is dat Nederland in 2040 een robuust internationaal energienetwerk kent en dat de energietransitie ver gevorderd is. Het Rijk zet in op een transitie naar een duurzame, hernieuwbare energievoorziening, en het op de langere termijn geschikt maken van de elektriciteitsinfrastructuur voor meer decentrale opwekking van elektriciteit. Rijk en provincies zetten in op het ruimtelijk mogelijk maken van de doorgroei van windenergie op land tot minimaal MW in Het Rijk heeft in de SVIR Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

10 4 gebieden op land aangegeven die feitelijk kansrijk zijn (zie Figuur 2.1) voor de ontwikkeling van grootschalige windenergie. Het onderhavige plangebied valt hier onder. Figuur 2.1 `Ruimte voor energievoorziening Bron: Structuurvisie Infrastructuur en milieu Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin de kaderstellende uitspraken uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het besluit is op 17 december 2011 in werking getreden. Het kabinet heeft in de SVIR vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat om de nationale belangen. In de structuurvisie worden de rijksdoelen en nationale belangen limitatief beschreven. In dit Barro wordt expliciet vermeld dat onder Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

11 5 vestigingsplaatsen voor elektriciteitsproductie vanaf 500 MW geen windenergie wordt verstaan (art ) Met ingang van 1 oktober 2012 is een wijziging van het Barro in werking getreden. Een voor deze haalbaarheidsscan relevante wijziging van het Barro is dat rond militaire radarposten voorwaarden worden gesteld aan windmolens en hoge bebouwing. Voor dit onderwerp is ook het bijbehorende Rarro (Regeling algemene regels ruimtelijke ordening) aangepast. De consequenties van deze aanpassingen worden in het volgende hoofdstuk behandeld Structuurvisie Windenergie op land De tweede kamer heeft onlangs de structuurvisie Windenergie op land vastgesteld 1. Deze structuurvisie is het kaderstellende beleidsinstrument, als uitwerking van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Het is een ruimtelijk referentiekader bij rijksinpassingsplannen. De Structuurvisie Windenergie op land bevat een kaart met zo concreet mogelijk begrensde gebieden en specifieke locaties waar grootschalige windparken mogelijk zijn. De structuurvisie Wind op land is alleen van toepassing op windparken met een vermogen van minimaal 100 MW. Het maximale vermogen van het hier onderzochte windpark zal niet van een dergelijke omvang zijn dat de Structuurvisie Windenergie op land hierop van toepassing is. Het windpark draagt wel bij aan de doelstelling van het Rijk om in 2020 minimaal MW aan vermogen voor wind op land te realiseren. 2.2 Provincie Gelderland De provincie Gelderland hecht belang aan het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie. In 2050 wil Gelderland energieneutraal zijn (Omgevingsvisie Provincie Gelderland; 14 januari 2014). Doelstelling voor de provincie Gelderland in het kader van de landelijke doelstelling van MW op land in 2020, is dat 230 Megawatt aan windenergie wordt opgewekt, wat neer komt op circa 75 tot 100 turbines. Dit is opgenomen in de provinciale omgevingsvisie (2014) alsmede in de recente Windvisie, de deeluitwerking van de omgevingsvisie. Op dit moment zijn er circa 18 turbines gerealiseerd en een aantal in voorbereiding. Momenteel zoekt de provincie Gelderland, samen met regio s en gemeenten naar aanvullende locaties waar windenergie mogelijk zou zijn. Inmiddels zijn er in verschillende gemeenten bijeenkomsten geweest waar gezamenlijk is gezocht naar mogelijke locaties. Bij het selecteren van geschikte locaties was lokaal draagvlak en de haalbaarheid van projecten van belang. Op basis van deze bijeenkomsten zijn door gemeenten geschikte gebieden binnen de provincie aangedragen. De provincie zal deze gebieden meenemen in de uiteindelijke keuze voor aanvullende windlocaties in Gelderland. Deze gekozen gebieden zullen als uitwerking van de Omgevingsvisie (2006) ruimtelijk worden vastgelegd in een provinciale structuurvisie. Naar alle waarschijnlijkheid zal de structuurvisie medio 2014 worden vastgesteld. 2.3 Gemeente Wijchen De gemeente Wijchen heeft een ambitie om in 2040 energieneutraal te zijn (Coalitieakkoord ). Er wordt ingezet op een mix van duurzame bronnen. De gemeente heeft aangegeven dat windenergie een belangrijk rol speelt in het realiseren van deze ambities. De , A/nr. 23: brief d.d. 31 maart 2014 van de Minister van IenM aan de Tweede Kamer met bijlagen (o.a. Structuurvisie Windenergie op Land) Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

12 6 gemeente wil dan ook graag een bijdrage leveren aan de zoektocht van de provincie naar geschikte locaties voor windenergie. De locatie van het voornemen valt onder het bestemmingsplan Buitengebied (2011) van de gemeente Wijchen. Binnen het vigerende bestemmingsplan bestaat geen ruimte voor windenergie op de locatie van het voornemen Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

13 7 3 MILIEUEFFECTEN 3.1 Leefomgeving Geluid Het geluid afkomstig van windturbines kan als hinderlijk worden ervaren. Geluidsgevoelige objecten zoals woningen van derden zijn wettelijk beschermd tegen geluid dat door windturbines wordt geproduceerd. De normstelling voor de geluidbelasting van windturbines is gegeven in artikel 3.14a eerste lid van het Activiteitenbesluit en bedraagt ter plaatse van woningen van derden L den=47 db (en L night=41 db). De dosismaat L den drukt het geluidniveau uit. L den staat voor Level day, evening, night, en is het tijdgewogen jaargemiddelde geluidniveau in de dag, de avond en de nacht. Volgens de regels mag het jaargemiddelde geluidniveau (grenswaarde) L den niet meer zijn dan 47 db. In figuur 3.1 is de L den=47 db contour weergegeven. Figuur 3.1 Geluidcontour Bron: Pondera Services Ui de figuur wordt duidelijk dat er geen woningen binnen de L den=47 db contour zijn gelegen. De opstelling voldoet aan de geluidsnormen. Mitigatie voor het aspect geluid is niet vereist Slagschaduw De draaiende rotor van windturbines kan door zonlicht slagschaduwhinder veroorzaken bij bewoners van woningen die zich in de buurt bevinden van de windturbines. Daarom dient eventueel optredende slagschaduwhinder ten gevolge van een windturbine te worden berekend Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

14 8 en effecten op woningen van derden in kaart gebracht te worden om aan te tonen dat voldaan kan worden aan de wettelijke normen. In artikel 3.14 onder 4 van het Activiteitenbesluit wordt verwezen naar de bij de ministeriële regeling te stellen maatregelen. In deze regeling is in artikel 3.12 voorgeschreven dat een turbine is voorzien van een automatische stilstandsvoorziening die de windturbine afschakelt indien slagschaduw optreedt ter plaatse van gevoelige objecten. Gevoelige objecten zijn onder meer woningen van derden. Op basis van het Activiteitenbesluit wordt de norm gehanteerd dat er sprake is van hinder als gevolg van slagschaduw wanneer gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten slagschaduw kan optreden. Dit is vertaald in 5 uur en 57 minuten. Voor de beoordeling wordt conservatief het aantal woningen binnen de 5 uurscontour gehanteerd. De contouren worden in de figuur hieronder weergegeven. Figuur 3.2 Slagschaduwcontouren Bron: Pondera Services Ui de figuur wordt duidelijk dat er enkele woningen binnen de 5 uurs-contour zijn gelegen. Om aan de norm voor slagschaduw te voldoen is voor deze woningen mitigatie vereist. Mitigatie heeft een beperkt effect op de energieproductie. Een andere mogelijkheid is dat de bewoners participeren in het project en de woningen als bedrijfswoningen worden aangemerkt. 3.2 Natuur Windturbines kunnen in potentie effecten op ecologische waarden hebben. De belangrijkste potentiele effecten kunnen optreden voor vogels en vleermuizen Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

15 Natura 2000-gebieden De locatie van het voornemen is niet gelegen binnen een Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied (Uiterwaarden van de Waal) is op meer dan vijf kilometer van de opstelling gelegen. Wanneer de realisatie en exploitatie van een windpark negatieve effecten heeft op de omvang van de populaties van de soorten en of habitattypen (instandhoudingsdoelen) waarvoor een Natura 2000-gebied is aangewezen, is een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (kortweg: Nbwet ) vereist. De bescherming van Natura 2000-gebieden kent externe werking wat betekent dat ook projecten buiten Natura gebieden negatieve effecten op het behalen van de instandhoudingsdoelen (IHD) kunnen hebben. Effecten op de nabijgelegen Natura 2000 gebieden zijn op voorhand niet uit te sluiten. Gezien het aantal turbines en de ligging t.o.v. Natura 2000 is het effect op aanvaring en barrièrewerking waarschijnlijk beperkt. Directe verstoring van soorten in een Natura 2000-gebied wordt niet verwacht. Verstoringsafstanden liggen veelal in de ordegrootte van meter afhankelijk van de vogelsoort en de windturbines staan op grotere afstand van Natura 2000-gebieden. Figuur 3.3 Ecologische gebieden Bron: Pondera Consult EHS De provincie Gelderland heeft gebieden aangewezen die onderdeel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Effecten op de natuurlijke kenmerken van deze gebieden zijn alleen toegestaan op grond van het nee, tenzij principe. Uit figuur 3.3 komt naar voren dat de locatie van het initiatief buiten EHS gebieden ligt (circa meter). Aantasting van natuurlijke kenmerken van EHS of andere natuurgebieden is daarom niet aan de orde. Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

16 Soortenbescherming Naast gebiedsbescherming waarmee de leefomgeving van flora en fauna wordt beschermd is er een wettelijk kader voor het beschermen van individuele soorten. Zo zijn op grond van de Flora- en faunawet alle vogelsoorten beschermd. Voor het uitsluiten van effecten op individuele soorten is ecologisch onderzoek vereist, dat in een latere fase van het project zal dienen te worden uitgevoerd. 3.3 Landschap De inpassing van een windpark in het landschap is belangrijk. Sommige gebieden lenen zich uitstekend voor de ontwikkeling van windenergie, andere gebieden minder. Het landschap van de provincie Gelderland is erg afwisselend. Op de locatie van het voornemen wordt het landschap gekenmerkt door stedelijke gebieden en agrarisch landschap. De plaatsen Wijchen, Beuningen en Nijmegen zijn enkele voorbeelden van stedelijke gebieden rondom de locatie van het voornemen. De geplande turbines zijn gelegen langs een provinciale weg, omringt door agrarische gebieden met verspreid liggende woningen en agrarische bedrijven. Voor de beoordeling van het effect op het landschap is gebruik gemaakt van fotovisualisaties. Ter plekke zijn foto s van de locatie gemaakt en met behulp van speciale software zijn daar de beoogde turbines op de juiste posities in bewerkt. Er zijn 3 standpunten rondom het windpark gekozen om de opstelling vanaf verschillende kanten te belichten (zie figuur 3.4). Fotopunt 1 is in figuur 3.5 en 3.6 weergegeven. De overige visualisaties zijn te vinden in bijlage 1. Met behulp van de visualisaties is bekeken welke invloed de turbines op het bestaande landschap hebben en of er aansluiting kan worden gevonden bij de schaal en het karakter van het gebied. Figuur 3.4 Fotopunten Bron: Pondera Consult Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

17 11 Figuur 3.5 Wezelsedijk huidige situatie Bron: Pondera Consult Figuur 3.6 Wezelsedijk toekomstige situatie Bron: Pondera Consult Voor wat betreft het effect op het landschap kan worden opgemerkt dat de turbines een goede aansluiting vinden bij het bestaande landschap in het gebied. Een opstelling van 3 turbines lijkt te passen bij de schaal van het gebied. De turbines accentueren de provinciale weg waar ze parallel aan zijn opgesteld en sluiten aan bij het industriële karakter van het industrieterrein ten westen van de locatie. Vanuit de kernen in de omgeving (Wijchen, Beuningen) is de opstelling slechts beperkt zichtbaar. 3.4 Externe veiligheid en infrastructuur Voor het aspect externe veiligheid wordt gekeken naar de afstanden tot verschillende risicobronnen. Hierbij worden de toetsingsafstanden vanuit het Handboek Risicozonering 2013 toegepast. Voor kwetsbare objecten (zoals bijvoorbeeld woningen) geldt voor het plaatsgebonden risico (PR) een 10-6 contour. Deze afstand wordt berekend op basis van de maximale werpafstand bij een nominaal toerental of op basis van ashoogte + halve rotordiameter wanneer deze groter is. Voor de turbine uit het voornemen geldt een afstand van circa 180 meter, op basis van de generieke waarden uit het Handboek Risicozonering. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een kleinere contour van 10-5, wat neerkomt op een halve rotordiameter. In dit geval betekent dat een afstand van 50 meter. Voor buisleidingen en risicobronnen als tankstations en voor hoogspanningslijnen wordt uitgegaan van de generieke werpafstanden uit het handboek. Deze afstand betreft 180 meter voor de turbine uit het voornemen. Daarnaast wordt in onderhavige scan gekeken naar de effecten op infrastructuur, zoals wegen en spoorwegen. Voor Rijkswegen geldt dat een afstand van een halve rotordiameter moet worden aangehouden. Voor provinciale en lokale wegen geldt deze eis niet, hoewel een dergelijke afstand wel is aan te raden. Voor spoorwegen hanteert het handboek een afstand van een halve rotordiamter +7,85 meter. Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

18 12 De toetsingsafstanden zijn hieronder in tabel 3.1 weergegeven en tevens in figuur 3.7 terug te vinden. Tabel 3.1 toetsingsafstanden externe veiligheid Veiligheidsasect Toetsingsafstand L100 Kwetsbare objecten Beperkt kwetsbare objecten Buisleidingen Risicobronnen Hoogspanning Wegen Spoorwegen 180 meter 50 meter 180 meter 180 meter 180 meter 50 meter 57,85 meter Figuur 3.7 Risicoafstanden Handboek Risicozonering Bron: Pondera Consult Figuur 3.7 laat zien dat de opstellingen op voldoende afstand zijn gelegen van spoorwegen en hoogspanningslijnen. Tevens zijn er geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 10-5 en10-6 contour gelegen. Wel zijn de turbines binnen een halve rotordiameter van de provinciale weg gelegen. Hoewel het aanhouden van deze afstand tot provinciale wegen op basis van wet- en regelgeving niet is vereist, is het wel raadzaam dit te doen vanwege ijsafval. Daarnaast is er 1 turbine binnen de generieke werpafstand (handboek risicozonering) van een buisleiding van Gasunie gelegen. Een QRA zal moeten uitwijzen of de turbine een additioneel risico op de buisleiding vormt. Hierbij moet worden opgemerkt dat is uitgegaan van generieke waarden. De Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

19 13 daadwerkelijke maximale werpafstand (en daarmee de contour) kan kleiner zijn. In tabel 3.2 zijn naast de toetsingsafstanden, de daadwerkelijke afstanden tot infrastructuur en risicovolle objecten weergegeven. Tabel 3.2 afstanden tot veiligheidsaspecten Veiligheidsasect Toetsingsafstand L100 Kleinste werkelijke afstand Kwetsbare objecten 180 meter 400 meter Beperkt kwetsbare objecten 50 meter 400 meter Buisleidingen 180 meter 120 meter Risicobronnen 180 meter 900 meter Hoogspanning 180 meter meter Wegen 50 meter 36 meter Spoorwegen 57,85 meter meter 3.5 Energieopbrengst Een windturbine vangt wind om de rotor te laten draaien en hiermee elektriciteit op te wekken. Voor de varianten is de te verwachte netto productie berekend. Hierbij is geen rekening gehouden met het effect van windturbines op elkaar (het zogenaamde wake-effect. In de tabel hieronder is de (bruto) energieproductie per variant weergegeven. Tabel 3.3 energieproductie (bruto) Variant Turbine 1 L100 Turbine 2 L100 Turbine 3 L100 Energieopbrengst 5.968,5 MWh/ jr 5.878,2 MWh/ jr 5.999,0 MWh/ jr Mitigerende maatregelen om aan de norm voor slagschaduw te voldoen hebben een beperkt effect op de energieproductie. Dit is in de energieopbrengst in bovenstaande tabel niet meegenomen. 3.6 Archeologie Ten behoeve van het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied is een archeologische verwachtingskaart opgesteld. In figuur 7 is een uitsnede te zien van het beoogde gebied en de verwachtingswaarde voor archeologische vondsten. Op basis van deze kaart is de verwachtingswaarde voor archeologische vondsten op de turbineposities laag. Dit betekent dat archeologisch onderzoek verplicht is voor ingrepen groter dan 2.000m 2. Voor de drie turbines uit het voornemen is een ingreep van dergelijke oppervlakte niet te verwachten. Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

20 14 Figuur 3.8 Archeologische verwachtingskaart Bron: Archeologische verwachtingenkaart gemeente Wijchen 3.7 Overig Radar Windturbines kunnen van invloed zijn op de goede werking van de radarsystemen van Defensie. Een locatie binnen een afstand van 75 kilometer van een radarpost moet door TNO worden getoetst. Een windturbine of windpark mag niet meer dan 10% verstoring op de dekking van de systemen veroorzaken. Voor de locatie van windpark Wijchen geldt dat deze binnen de verstoringsafstand van 75 kilometer is gelegen en derhalve door TNO moet worden getoetst. Aangezien de opstelling binnen het bereik van twee radarposten (Volkel en Soesterberg) is gelegen, zal het effect op de dekking van een van de radars naar verwachting opgevangen kunnen worden door de dekking van de andere radar. TNO zal echter uitsluitsel moeten geven over de daadwerkelijke mate van verstoring op basis van een berekening Laagvlieggebieden Voor windturbines onder laagvliegzones en vliegfunnels gelden harde bouwhoogtebeperkingen. Daarnaast is het van belang dat rotorbladen de zones niet doorkruizen. Een helikopter laagvliegroute (Zuid Nederland) van Defensie is ten westen van de locatie gelegen maar ligt op voldoende afstand (2.100 meter), van het initiatief om niet te worden beïnvloed Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

21 15 Figuur 3.9 Laagvliegroute Bron: Pondera Consult Straalpaden Een straalpad is een draadloze verbinding tussen twee plaatsen, waarmee audio en visuele informatie verstuurd kan worden. De twee connectiepunten van een dergelijke verbinding moeten in zicht van elkaar staan, wat wil zeggen dat het pad vrij moet zijn van fysieke obstakels. De plaatsing van een windturbine in of nabij een straalpad kan effect hebben en resulteren in een verstoring van het signaal. VW telecom heeft op 30 april 2014 laten weten dat er geen straalpaden in het gebied lopen. Verstoring van straalpaden is om die reden uitgesloten. Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

22 16 4 CONCLUSIE 4.1 Conclusie Izzy Projects is voornemens om een windpark te realiseren in het gebied ten noorden van Wijchen in de provincie Gelderland. Het initiatief bestaat uit 3 turbines van het type Lagerwey L100 met een ashoogte van 99 meter. Het gebied betreft agrarische gronden parallel aan een provinciale weg tussen Wijchen en Beuningen. Er zijn zowel kernen als industriegronden in de nabijheid van de locatie gelegen. Om inzicht te krijgen in de haalbaarheid van het project zijn middels deze scan de potentiele milieueffecten in kaart gebracht. Voor het aspect hinder geldt dat aan de geluidsnorm kan worden voldaan, maar dat op enkele toetspunten de norm voor slagschaduw wordt overschreden. Het effect is naar verwachting goed te mitigeren. Het voornemen is niet gelegen binnen een ecologische waardevol gebied. Wel zijn er Natura gebieden en EHS gebieden in de nabijheid van de locatie van het voornemen. Effecten op met name soorten is op voorhand niet uit te sluiten. In een latere fase zal ecologische onderzoek uitgevoerd moeten worden. Voor wat betreft landschap kan worden opgemerkt dat de turbines een goede aansluiting vinden bij het bestaande landschap in het gebied. Een opstelling van 3 turbines lijkt te passen bij de schaal van het gebied. De turbines accentueren de provinciale weg waar ze parallel aan zijn opgesteld en sluiten aan bij het industriële karakter van het industrieterrein ten westen van de locatie. Vanuit de kernen in de omgeving (Wijchen, Beuningen) is de opstelling slechts beperkt zichtbaar. De opstelling houdt voldoende afstand van spoorwegen en hoogspanningslijnen. Tevens zijn er geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 10-5 en10-6 contour gelegen. Wel zijn de turbines binnen een halve rotordiameter van de provinciale weg gelegen, hoewel het aanhouden van deze afstand tot provinciale wegen op basis van wet- en regelgeving niet is vereist. Er is 1 turbine binnen de generieke werpafstand (handboek risicozonering) van een buisleiding van Gasunie gelegen. Een QRA zal moeten uitwijzen of de turbine een additioneel risico op de buisleiding vormt. Voor de overige aspecten als archeologie, radar en laagvliegroutes zijn geen significante effecten te verwachten. Onderzoek in een latere projectfase moet de daadwerkelijke effecten voor onder andere radar in kaart brengen. 4.2 Vervolg Het initiatief is gelegen op een goede locatie voor het realiseren van 3 turbines. Wel zijn er een aantal aandachtspunten voor de verdere projectontwikkeling. Zo zijn turbines binnen toetsingsafstanden gelegen en is vervolgonderzoek nodig voor o.a. ecologie. Het is aan te bevelen nader te bekijken of effecten op voorhand zijn uit te sluiten door de opstelling licht aan te passen. Aan de hand van deze haalbaarheidsscan (eventueel aangepast op basis van het Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

23 17 aanpassen van de opstelling) kan het vervolgtraject globaal gezien bestaan uit de volgende stappen: interne go/no go beslissing ; overleg en afstemming over het starten van het initiatief bij gemeente (en eventueel provincie) op basis van de haalbaarheidsscan en het voeren van de vervolggesprekken op ambtelijk en bestuurlijk niveau. voorbereiding ruimtelijk plan en vergunningaanvragen, met bijbehorende onderzoeken (en eventueel MER). Haalbaarheidsscan Windpark Wijchen

24 1 Bijlage 1 Visualisaties

25 2 Wezelsedijk huidige situatie Wezelsedijk toekomstige situatie

26 3 Rotonde A362 huidige situatie Rotonde A362 toekomstige situatie

27 4 Uitkijktoren Woezik huidige situatie Uitkijktoren Woezik toekomstige situatie