Hieronder geven we u alvast wat informatie over deze onderwerpen.

Transcriptie

1 Betreft: Themabijeenkomst jeugd 16 februari 2017 Datum: 13 februari DOELSTELLING BIJEENKOMST Op 16 februari 2017 vindt de derde en laatste voorlichtingsbijeenkomst plaats over de inkoopstrategie voor zorg, welzijn en jeugdhulp. Net als bij de vorige bijeenkomsten, is het ook nu weer mogelijk om naast het plenaire gedeelte een themabijeenkomst over jeugdhulp bij te wonen. Na de bijeenkomst weet u: Wat de nieuwe, resultaatgerichte werkwijze inhoudt Wat de verschillende percelen inhouden Wat integrale levering inhoudt en wat uw rol daarin is Hoe u op de aanbesteding kunt inschrijven, zelfstandig of in combinatie Hieronder geven we u alvast wat informatie over deze onderwerpen. 2 INTEGRALE LEVERING/RESULTAATGERICHTE BEKOSTIGING, WAT HOUDT HET IN? Voor jeugdhulp wordt overgeschakeld op resultaatgerichte bekostiging. Dat betekent concreet dat een jeugdhulpaanbieder voor de behandeling van een jeugdige budget krijgt om het bij de vraagtaxatie vastgestelde resultaat te behalen. Het doel van resultaatgerichte inkoop is te komen tot een vraaggericht, integraal en samenhangend aanbod. Eén jeugdhulpaanbieder is verantwoordelijk voor alle 2 e lijns jeugdhulp waarvoor hij gecontracteerd is en die een jeugdige nodig heeft. Het kan zijn dat de aanbieder niet alle hulp zelf kan verzorgen. In dat geval kan hij gebruik maken van onderaannemers, zodat passende hulp kan worden geboden, maar hij blijft verantwoordelijk voor het resultaat. Dus: Integrale levering betekent dat alle jeugdhulp die onderdeel uitmaakt van het betreffende perceel over alle doelgroepen door de gecontracteerde hulpaanbieder geleverd dient te worden. Indien de hulpaanbieder binnen het betreffende perceel niet zelfstandig de integrale levering kan verzorgen, dient hij middels onderaannemers dan wel het vormen van een combinatie alle hulp onderdeel uitmakend van het betreffende perceel te kunnen bieden Eén jeugdhulpaanbieder per cliënt is verantwoordelijk voor integrale levering

2 blad: 2/5 Budget en te behalen resultaten zijn gebaseerd op vraagtaxatie Wijkteam, jeugdbescherming of de jeugdhulpaanbieder (in geval van opt out via (huis)arts) bepaalt arrangement en resultaat, de jeugdhulpaanbieder bepaalt welke producten worden ingezet. De aanbieder bepaalt het arrangement als er een doorverwijzing via een (huis)arts plaatsvindt en er sprake is van enkelvoudige hulp. Bij meervoudige hulp bepaalt het wijkteam het arrangement, tenzij de cliënt niet instemt met gegevensuitwisseling met het wijkteam. 3 AFBAKENING REGIONALE EN LOKALE JEUGDHULP Regionale jeugdhulp, door de GR-JR (Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond) ingekocht, is jeugdhulp die gezamenlijk door 15 gemeenten wordt ingekocht. Door dit gezamenlijk te doen, ontstaan schaalvoordelen voor zowel de gemeenten als de aanbieders. Voor jeugdbescherming geldt dat gezamenlijke inkoop wettelijk verplicht is. De producten die regionaal ingekocht worden zijn: residentiële hulp (bedden) pleegzorg hoog specialistisch, ambulant aanbod, waaronder ook dagbehandeling in de JGGZ crisishulp Lokaal, door alle gemeenten zelfstandig, wordt ingekocht: wijkteams en lokale jeugdhulp. Onder lokale jeugdhulp wordt verstaan alle specialistische jeugdhulp die niet in de GR-JR is opgenomen, dit zijn de oude producten: lichte vorm van J-GGZ (de basis generalistische JGGZ, dit zijn 5 tot 12 gesprekken met een kind) behandeling en lichte (maar vaak langdurige) begeleiding van jeugdigen met een beperking kinderdagcentra dyslexiehulp 4 AANBIEDER VAN JEUGDHULP: ZELFSTANDIG OF ALS COMBINATIE INSCHRIJVEN? Een aanbieder kan zich op twee manieren inschrijven op één of meer percelen: als zelfstandige aanbieder van jeugdhulp samen met één of meer andere hulpaanbieders als combinatie. De combinanten moeten ieder afzonderlijk alle gevraagde informatie overleggen, waarmee zij hun eventuele geschiktheid aantonen Let op! Een zelfstandige aanbieder of een combinatie van aanbieders mag of mogen zich slechts éénmaal inschrijven op een perceel: ofwel zelfstandig, ofwel als combinant. Als onderaannemer schrijft u niet in op deze aanbesteding maar kunt u onderdeel uitmaken van een inschrijving van een combinatie of een zelfstandige aanbieder. Om alle gevraagde jeugdhulp binnen een perceel te kunnen bieden kan het zijn dat een jeugdhulpaanbieder (een) andere jeugdhulpaanbieder(s) moet inschakelen om het beoogde

3 blad: 3/5 resultaat bij de jeugdige te bereiken. Er wordt dan gewerkt in de constructie hoofdaannemer/onderaannemer, waarbij de hoofdaannemer verantwoordelijk is voor het beoogde resultaat en voor de werkzaamheden die de onderaannemer uitvoert. 5 PERCEELINDELING JEUGDHULP EN ARRANGEMENTEN De nieuw in te kopen jeugdhulp is geordend in percelen. Een perceel is een ordening van de jeugdhulp om zorgaanbieders te laten inschrijven op dat type ondersteuning of hulp, dat voor cliënten benodigd is. Integraliteit van jeugdhulp voor de cliënt is daarbij een belangrijk uitgangspunt geweest. De percelen worden hieronder kort uitgelegd. In het bestek worden ze uitvoerig beschreven, zodat aanbieders weten op welk perceel of percelen ze zich kunnen richten. Omdat er van de aanbieders integrale levering wordt gevraagd, zullen er nieuwe samenwerkingsverbanden gaan ontstaan. Zie paragraaf 2 over de rol van de aanbieder. Aanbieders mogen op meerdere percelen inschrijven. 5.1 Regionale inkoop Het regionale jeugdhulpaanbod is onderverdeeld in zes percelen. Doel hiervan is integraliteit van het hulpaanbod te borgen waar nodig, maar ook voldoende aanbod te borgen waar deze integraliteit niet vereist is. Zo zorgen we voor voldoende verscheidenheid (pluriformiteit) in aanbieders, zodat we straks zowel grotere als kleine aanbieders per perceel kunnen contracteren. Bij de indeling in percelen is onderscheid gemaakt in: 1. Zorg die niet thuis geboden kan worden (vervangende opvoeding) Percelen: A. Pleegzorg B. Opname (bed en behandeling) C. Long stay (als een kind is uitbehandeld, niet naar huis kan en pleegzorg niet passend is) 2. Zorg die thuis of ambulant geboden kan worden Percelen: D. Dagopvang/daghulp E. Ambulante hulpverlening/pakket thuis 3. Crisishulp (zowel ambulant als verblijf) Perceel F 4. Subsidies van de Gecertificeerde Instelling (GI) Perceel G, dit wordt geen onderdeel van de aanbesteding. Er zijn drie resultaatgebieden afgesproken: R1= Persoonlijk en sociaal functioneren R2= Herstel, vermindering, stabilisatie van beperking of gedragsprobleem/stoornis R3= Opvoeden, versterken mogelijkheden ouders.

4 blad: 4/5 De resultaat gebieden kunnen worden gecombineerd met de volgende ondersteuningselementen: O1= Vervangende opvoeding O2= Daghulp De mogelijke combinaties zien er in een schema als volgt uit: Perceel Resultaatgebied Ondersteuningselement Toelichting A O1 Pleegzorg B R1, R2, R3 O1, O2 Opname (bed en behandeling) C R1 O1, O2 Long stay (als een kind is uitbehandeld, niet naar huis kan en pleegzorg niet passend is D R1, R2, R3 O2 Dagopvang/daghulp E R1, R2, R3 Ambulante hulpverlening/pakket thuis F Crisishulp (zowel ambulant als verblijf) G R1, R3 Subsidies van de GI Opmerking: Op de percelen B en C zal O1 uitgesplitst worden in 6 treden waarop apart ingeschreven kan worden. 5.2 Lokale inkoop van de gemeente Rotterdam Elke gemeente in de regio Rijnmond regelt zelf de inkoop van de lokale producten. In Rotterdam is gekozen voor aansluiting op het regionale arrangementenmodel. Het lokale hulpaanbod wordt verdeeld in percelen. Er komen percelen voor ambulante behandeling en begeleiding, voor tijdelijk verblijf overdag en voor dyslexie. De percelen worden uitvoerig beschreven in het bestek. 5.3 Arrangementen Hoe gaat het samenstellen van een arrangement in zijn werk? De cliënt wordt doorverwezen naar het lokale team (wijkteam). Het lokale team doet de vraaganalyse bij de cliënt en bepaalt samen met de cliënt de ondersteuningsbehoefte en op welke resultaatgebieden gewerkt moet gaan worden. Ook formuleert het lokale team het gewenste resultaat en geeft het aan in welke intensiteit de hulp nodig is, bijvoorbeeld licht, middel, zwaar of intensief. Hoe intensiever de hulp, hoe meer budget daarvoor beschikbaar komt. Het lokale team is opdrachtgever en kiest aan de hand van een aanbiedersprofiel (samen met de cliënt) één aanbieder die het ondersteuningsplan gaat uitvoeren. Indien voor het verlenen van de hulp en ondersteuning ook vormen van verblijf nodig zijn, worden ondersteuningselementen toegevoegd aan de resultaatgebieden. Zo wordt een arrangement samengesteld met een bijbehorend budget, dat wordt neergelegd bij één van de aanbieders van jeugdhulp. Deze aanbieder bepaalt op basis van het arrangement en het budget welke producten moeten worden ingezet om het resultaat te behalen. De aanbieder is verantwoordelijk voor het behalen van het resultaat bij de cliënt.

5 blad: 5/5 De jeugdige krijgt in principe één arrangement, maar er zijn echter uitzonderingen mogelijk. Zo kan een jeugdige tegelijkertijd een lokaal en een regionaal (GRJR) arrangement hebben, of twee arrangementen in het regionale deel (bijv. perceel A en perceel E). Het systeem kent ook enige overlap. Ambulante behandeling kan zowel via een regionaal arrangement (perceel E) als via een lokaal arrangement worden aangeboden. In de regel zal het lokaal ingekochte arrangement lichter van aard zijn, terwijl het regionale arrangement wordt ingezet voor een zwaardere en complexere hulpvraag. Het nieuwe inkoopmodel zal veel vragen van de wijkteams. Zij moeten een vraagtaxatie doen en een juist arrangement bestellen. Maar toeleiding kan ook via de volgende routes lopen: (Huis)arts Jeugdbeschermers of -reclasseerders Beide zullen als toeleiders worden voorgelicht over de beschikbare, ingekochte hulp en hoe het nieuwe systeem gaat werken. Disclaimer: aanbieders kunnen aan bovenstaand geen enkel recht ontlenen. De GR-JR behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor in het aanbestedingsdocument wijzigingen door te voeren op hetgeen bovenstaand is beschreven. Bovenstaand geeft de huidige stand van denken aan binnen de GR-JR.