Het onderhavige verzoek tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling heeft uitsluitend betrekking op de (deel)verplichtstelling Sport.

Transcriptie

1 Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Datum 22 mei 2016 Ons kenmerk BAV Onderwerp Verzoek tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling Sport Telefoonnummer (030) Wilt u bij beantwoording steeds de datum en ons kenmerk vermelden. Geachte [.], Hierbij verzoeken wij u namens sociale partners betrokken bij de verplichtstelling Sport van Pensioenfonds Zorg en Welzijn, (zoveel mogelijk) per 1 januari 2018, over te gaan tot gedeeltelijke intrekking van het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 december 1969, nummer , Staatscourant 1970, 18, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juni 2016, Staatscourant 2016, (hierna te noemen: het verplichtstellingsbesluit). Dit verzoek tot gedeeltelijke intrekking bestaat uit een uitbreiding van de uitzonderingen op de (deel)verplichtstelling Sport. De tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van de (deel)verplichtstelling Sport na gedeeltelijke intrekking in een Word-versie treft u als bijlage 1 aan. Een toelichting op de verzochte wijziging van de verplichtstelling treft u aan in bijlage 2 bij deze brief. 1. Samenstelling verplichtstelling PFZW De werkingssfeer van de verplichtstelling van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (hierna te noemen: PFZW) strekt zich uit over meerdere bedrijfstakken/branches. De verplichtstelling van PFZW bestaat uit twaalf deelverplichtstellingen, die aldus ieder betrekking hebben op een eigen bedrijfstak/branche. Eén daarvan betreft de (deel)verplichtstelling Sport en is vastgelegd in onderdeel l. (werkgevers in de sport) van het verplichtstellingsbesluit. 2. Verzoek tot gedeeltelijke intrekking Het onderhavige verzoek tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling heeft uitsluitend betrekking op de (deel)verplichtstelling Sport. 3. Verzoek namens sociale partners Wij doen u dit verzoek tot wijziging van het verplichtstellingsbesluit, daartoe gemachtigd door de representatieve (organisaties van) werkgevers en werknemers in betreffende bedrijfstak, te weten: Pensioenfonds Zorg en Welzijn Noordweg Noord 150, Zeist Postbus 117, 3700 AC Zeist Werkgeversorganisatie Werkgevers in de Sport (WOS) Telefoon Fax: Contact KvK nummer: (030) (030)

2 Pagina 2 Werknemersorganisaties CNV Vakmensen De Unie FNV Sport en Bewegen De machtigingen van de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers betrokken bij de verplichtstelling Sport van PFZW treft u, vergezeld van een overzicht van deze machtigingen, aan in bijlage 3a (werkgevers in de Sport), bijlage 3b (CNV Vakmensen, De Unie, FNV Sport en Bewegen) en bijlage 3c (overzicht van de machtigingen) van deze brief. 4. Verzoek tot wijziging verplichtstelling Het verzoek tot wijziging van de verplichtstelling Sport bestaat uit een verzoek tot materiële wijziging van de werkingssfeer, inhoudende een gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling. Het verzoek tot gedeeltelijke intrekking betreft de uitbreiding van de uitzonderingen op de verplichtstelling Sport. In de huidige verplichtstelling Sport geldt een uitzondering op de verplichtstelling voor scheidsrechters in dienst van de KNVB en voor sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau en werkend bij een lokale vereniging. Het verzoek tot gedeeltelijke intrekking betreft de uitbreiding van de uitzondering op de verplichtstelling met alle arbiters en docenten, sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie en de (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB. De gevraagde gedeeltelijke intrekking op de verplichtstelling Sport wordt als volgt toegelicht: Alle arbiters en docenten Achtergrond van het verzoek om alle arbiters en docenten van de verplichtstelling Sport uit te zonderen, is de constatering dat het hier veelal gaat om kleine bijbanen, ontstaan uit het vrijwilligerswerk, die naast een andere baan worden uitgeoefend. De pensioenvoorziening is dan bij de hoofdbaan geregeld. Onder arbiter wordt verstaan: scheidsrechter, assistent-scheidsrechter, coachscheidsrechter, waarnemer-scheidsrechter, videoscheidsrechter, wedstrijdleider, kamprechter, jurylid, geluidsmeter, official, tijdwaarnemer, examinator en gelijke functies die ook als zodanig door sociale partners worden erkend. Het betreft een functie die veelal vanuit vrijwilligerswerk is ontstaan en naast een hoofddienstbetrekking wordt uitgevoerd. Voor arbitrage in dienst van KNVB geldt reeds een uitzondering, maar de oude term scheidsrechter dekt als gevolg van doorontwikkeling van de functie niet langer de bedoelingen van sociale partners. Onder docent wordt verstaan: een werknemer die binnen de sportbond in het kader van opleidingen die vanuit de bond worden verzorgd, structureel doceert aan andere personen dan de sporter of speler (waarbij incidentele werkzaamheden aan en/of ten behoeve sporters van de hoogste vertegenwoordigende elftallen eveneens kunnen behoren tot de werkzaamheden van een docent). Dit betreft een docent in de rol van kaderopleider of train-de-trainer. Het betreft een functie die veelal vanuit vrijwilligerswerk is ontstaan en naast een hoofddienstbetrekking wordt uitgevoerd.

3 Pagina 3 Sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie Achtergrond van het verzoek om sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie van de verplichtstelling Sport uit te zonderen, is dat deze groep min of meer onbedoeld onder de verplichtstelling is beland. De uitzondering brengt de verplichtstelling in overeenstemming met de altijd al bestaande bedoeling van partijen. Onder sporter wordt specifiek verstaan: degene die in dienst van een bij PFZW aangesloten sportorganisatie de sport beoefent. Sociale partners vertegenwoordigen de sporters niet en hebben ook nooit beoogd om sporters in dienst van een sportorganisatie onder de werkingssfeer van de verplichtstelling sport te laten vallen. Met deze aanpassing wordt de bedoeling van cao-partijen geformaliseerd. De (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB. Achtergrond van het verzoek om de (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB van de verplichtstelling Sport uit te zonderen, is de wens van deze trainers de bestaande pensioenvoorziening voor trainers betaald voetbal in dienst van voetbalclubs (die namelijk niet onder de verplichtstelling Sport van PFZW vallen) te kunnen voortzetten. Voor de (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB geldt dat zij veelal in clubverband reeds pensioen hebben opgebouwd bij een speciaal voor de trainers opgezette pensioenvoorziening (artikel 10 CAO Trainer/Coaches Betaald Voetbal). Door deze uitzondering wordt een door alle partijen als wenselijk ervaren voortzetting hiervan mogelijk gemaakt. De integrale omschrijving van de gevraagde werkingssfeer van de verplichtstelling na gedeeltelijke intrekking treft u aldus aan in bijlage 1 bij deze brief. Een toelichting op de verzochte wijziging van de verplichtstelling treft u aan in bijlage 2 bij deze brief. 5. Consequenties voor werknemers behorende tot de doelgroep Huidige actieve deelnemers blijven deelnemen Op basis van de huidige verplichtstelling Sport neemt de groep, waarvoor wordt gevraagd om van de verplichtstelling te worden uitgezonderd, deel in PFZW. Sociale partners achten het in het belang van de betreffende groep om voor deze deelnemers die reeds pensioen opbouwen en onder de nieuwe verplichtstelling van pensioenopbouw zouden worden uitgesloten, de huidige pensioenopbouw voort te laten zetten tot einde dienstverband. Voor deze bestaande groep geldt dus een sterfhuisconstructie. Het gaat volgens een opgave van de werkgevers om 222 werknemers. Duidelijkheid voor werknemers Voor nieuwe medewerkers of medewerkers met wie een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten is er conform de wens van sociale partners geen deelname, tenzij de werkgever kiest voor vrijwillige aansluiting voor alle werknemers die niet onder de verplichtstelling vallen. Er is dus een groep werknemers die nu pensioen opbouwt onder een tijdelijke aanstelling en die bij beëindiging van deze tijdelijke aanstelling en verkrijging van een nieuwe aanstelling geen pensioen meer opbouwt. De definitieve omvang van deze groep is voor PFZW nu nog niet duidelijk omdat het gaat over een momentopname in de toekomst, namelijk het deelnemersbestand op de datum van de daadwerkelijke gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling. Het is de wens van sociale partners om dit

4 Pagina 4 (zoveel mogelijk) per 1 januari 2018 te laten plaatsvinden. Dat betekent dat er nog een uitvraag onder werkgevers volgt. Het is van belang dat deze deelnemers duidelijk op de gevolgen gewezen worden, zowel door hun werkgever als door PFZW en dat werknemers die dit wensen, zelf een oudedagsvoorziening kunnen treffen. Mogelijkheden voor deelname van werknemers buiten de verplichtstelling Bij verplichtstellingen waar slechts een deel van het personeel onder de verplichtstelling (of CAO) valt, biedt PFZW werkgevers de ruimte om het overige personeel contractueel te laten aansluiten. Voorwaarde is dat alle (toekomstige) overige personeelsleden dan aansluiten. Het is dus: ofwel alleen de werknemers die onder de verplichtstelling vallen, ofwel alle werknemers (waarvan dan een deel onder de verplichtstelling van PFZW en een deel via een contractuele aansluiting bij PFZW). 6. Nadere toelichting op de bestaande tekst Sociale partners betrokken bij de verplichtstelling Sport maken van de gelegenheid gebruik om tevens de bestaande, ongewijzigde tekst van de werkingssfeer van de verplichtstelling, nader toe te lichten. Doel daarvan is het scheppen van optimale duidelijkheid en helderheid. De tekst luidt en blijft luiden: de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin dan wel deze sportbeoefening te bevorderen. Deze tekst wordt als volgt toegelicht: Landelijk, regionaal en/of provinciaal De oorsprong van de verplichtstelling ligt bij de nationale sportbonden, maar de verplichtstelling is nadrukkelijk breder van opzet. Ook andere landelijke, regionale (= provincie-overstijgend) en provinciale organisaties als NOC*NSF, Kenniscentrum Sport en provinciale sportraden vallen onder de verplichtstelling. Sociale partners beogen geen andere sectoren binnen de sport en hun belangenorganisaties onder deze verplichtstelling te brengen. Daarmee wordt recht gedaan aan het representativiteitsvereiste. Sociale partners beogen lokale (veelal kleine) sportorganisaties buiten de werkingssfeer van de verplichtstelling te houden. Met lokaal wordt een dorp of stad tot uitdrukking gebracht, waarbij de activiteiten (doorgaans) binnen de gemeente plaatsvinden. Het duidelijkste voorbeeld is de sportvereniging. Richten kernactiviteiten van de organisatie zich structureel of frequent tot aan de provinciegrenzen, dan is geen sprake van een lokale organisatie. Het enkele feit dat een lokale sportorganisatie op de grens ligt van en in meerdere gemeenten, provinciën en/of regio s faciliteiten verschaft of sportbeoefening bevordert brengt niet met zich dat deze organisatie onder de verplichtstelling valt. Zonder winstoogmerk De doelstelling van de organisatie is de sportbeoefening te bevorderen dan wel faciliteiten voor de sportbeoefening te verschaffen. Het doel is niet om winst te maken. De statuten van de organisatie zijn hierin leidend, dus niet het al dan niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting zijn. Faciliteiten te verschaffen Met het verschaffen van faciliteiten wordt beoogd te verwoorden: het bieden van hulpmiddelen en voorzieningen. Het kan hierbij gaan om het ter beschikking stellen van activa (zoals sporthallen, sportvelden, sportattributen, kleding, etc), maar ook om het

5 Pagina 5 organiseren van keuringen, opleidingen, trainingen, competities, toernooien en evenementen. Het verschaffen van de faciliteiten is gericht op de sportbeoefening in de ruimste zin van het woord. Sportbeoefening te bevorderen Het gaat om stimuleren van het doen aan sport. Hierbij kan gedacht worden aan nationale sportbonden die de sporter wil boeien, binden, activeren en behouden voor de sport. Belangrijk is daarbij de continuïteit van de sport (en veelal de verenigingen) te waarborgen. Provinciaal sportservicebureau Het betreft sportservicebureaus, verenigd in Netwerk in de Sport, zoals beschreven in de BTW-resolutie van 10 maart 2000 inzake heffing bij terbeschikkingstelling personeel door sportservicebureaus (VB99/2640M) van de Staatssecretaris van Financiën. 7. Representativiteitsopgave inzake wijziging verplichtstelling Namens representatieve sociale partners betrokken bij de verplichtstelling van Pensioenfonds Zorg en Welzijn zijn de representativiteitsgegevens opgesteld conform de criteria en (vorm-)vereisten zoals deze beschreven zijn in de Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf Berekening wijziging verplichtstelling: Bij wijziging van de werkingssfeer van de verplichtstelling Sport bedraagt de representativiteit 81,74%. Formule: Formule ingevuld: aantal werknemers in dienst van de verzoekende, georganiseerde werkgevers in (deel van) bedrijfstak aantal werknemer in (deel van) bedrijfstak x 100% > 60% x 100% = 81,74% Toelichting berekening t.z.v. wijziging verplichtstelling: In de teller is de som opgenomen van 3133: 3133 = het aantal werknemers in dienst bij de georganiseerde werkgever in de sportsector Bron bepaling teller: De ledenlijst van de georganiseerde werkgever in de sport is op 28 maart 2017 vergeleken met de in de administratie van PFZW opgenomen werkgevers in de sector sport, en de tevens in de administratie van PFZW opgenomen werknemers in dienst van deze georganiseerde werkgever zijn opgenomen in de teller. In de noemer is de som opgenomen van 3833: 3833 = het totaal aantal werknemers in dienst bij werkgevers in de sportsector. Bron bepaling noemer:

6 Pagina 6 Alle in de administratie van PFZW opgenomen werkgevers uit de sportsector, en de tevens in de administratie van PFZW opgenomen werknemers in dienst van deze werkgevers; bronbepaling uitgevoerd op 28 maart Wijziging pensioenreglement Een getekend exemplaar van het besluit tot wijziging van (bijlage a van) het pensioenreglement van het fonds treft u als bijlage 4 bij deze brief aan. Deze reglementswijziging is voorzien van een korte toelichting bij brief van 22 mei 2017 tevens ter kennisname en ter advisering naar De Nederlandsche Bank verzonden. Een afschrift van deze brief treft u bijgaand als bijlage 5 aan. 9. Geen wijziging statuten De gevraagde uitbreiding van de uitzonderingen op de verplichtstelling Sport leidt niet tot een wijziging van de statutaire werkingssfeer van PFZW. Een statutenwijziging is dan ook niet aan de orde. 10. ABTN Een pdf-bestand van de ABTN 2017 is als bijlage 6 aan deze brief toegevoegd. 11. Financiële en actuariële toets Situatie bij beëindiging van actieve deelneming Het verzekeringstechnisch nadeel (VTN) als gevolg van vertrek van de groep deelnemers bestaat uit twee componenten: 1. VTN in verband met bestandsverschillen: een voordeel van 0,30 mln. De gemiddelde leeftijd van het deelbestand (51 jaar) ligt boven de gemiddelde leeftijd van PFZW (45 jaar). Het voordeel van -/- 0,30 mln. is het effect op de doorsneepremie de komende tien jaar. De doorsneepremie daalt dus (in verwaarloosbare mate) als deze groep niet langer onder de verplichtstelling valt. 2. VTN in verband met financiële positie: een nadeel van 0,16 mln. Dit gaat om een gevolg van de gemiste bijdrage aan herstel van de financiële positie (berekend als de verwachte herstelopslag gedurende tien jaar). Per saldo is er dus geen sprake van een verzekeringstechnisch nadeel, maar van een voordeel. Situatie als deelnemers blijven opbouwen, maar geen nieuwe aanwas Als alle huidige werknemers uit de uit te zonderen groep blijven deelnemen, maar er is (voor deze groep) geen nieuwe instroom meer, is er sprake van een sterfhuisconstructie. Dit leidt tot bestandsveroudering. Daardoor is het voordeel vanwege bestandsverschillen kleiner. Er wordt echter geen verwachte bijdrage aan herstel meer gemist. Het voordeel vanwege bestandsverschillen bedraagt dan per saldo circa 0,24 mln. Het nadeel vanwege de financiële positie bedraagt dan per saldo nihil. Ook dan is er dus per saldo een verzekeringstechnisch voordeel. Sociale partners wensen dat de huidige deelnemers uit de uit te zonderen groep tot het einde van hun dienstverband in PFZW blijven deelnemen. Daarom is slechts een gedeelte van deze daling van verzekeringstechnische effecten van toepassing, aangezien een aanzienlijk deel van de betrokken werknemers een tijdelijk dienstverband heeft dat in verband met de ketenbepaling mogelijk niet heel vaak verlengd gaat worden. Het risico

7 Pagina 7 bestaat dat alleen oude werknemers met hoge salarissen blijven deelnemen. Dit betreft echter een kleine groep. De verzekeringstechnische effecten betreffen zoals beschreven de toekomstige premie. Voor de dekkingsgraad op de aanpassingsdatum is er geen effect. 12. Ingangsdatum wijziging verplichtstelling Sociale partners verzoeken u vriendelijk de voorgestane wijziging en gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling in te laten gaan (zoveel mogelijk) per 1 januari Aankondiging uitbreiding nieuwe verplichtstelling Graag maken wij van de gelegenheid gebruik om aan te kondigen dat het voornemen bestaat om de verplichtstelling van PFZW uit te breiden met een voor PFZW nieuwe deelverplichtstelling. De gesprekken met sociale partners van deze voor PFZW nieuwe branche worden gevoerd en verwacht wordt dat het verzoek tot uitbreiding komende zomer bij u zal worden ingediend. De uitbreiding met deze voor PFZW nieuwe branche raakt de gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling Sport niet. De uitbreiding vindt plaats in een geheel andere branche dan die van de Sport en raakt het onderhavige verzoek tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling Sport dan ook niet. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Uiteraard zijn wij desgewenst bereid een en ander nader toe te lichten. Hiertoe kunt u contact opnemen met de heer [ ]. Met vriendelijke groet, Namens Pensioenfonds Zorg en Welzijn Peter J.C. Borgdorff, directeur Bijlage 1 De tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van de verplichtstelling na wijziging en na gedeeltelijke intrekking als Wordversie. Bijlage 2 Een toelichting op de verzochte wijziging van de verplichtstelling sport. Bijlage 3a Machtigingen van de representatieve werkgeversorganisatie Werkgevers in de Sport (WOS). Bijlage 3b Machtigingen van de werknemersorganisaties CNV Vakmensen, de Unie, FNV Sport en Bewegen, betrokken bij de verplichtstelling sport van PFZW. Bijlage 3c Een overzicht van de machtigingen opgenomen in bijlage 3a en 3b. dec 01 Bijlage 4 Een door het bestuur van PFZW ondertekend exemplaar van het besluit tot wijziging van bijlage a van het pensioenreglement, die voor de wijziging noodzakelijk is.

8 Pagina 8 Bijlage 5 Een afschrift van de brief van 22 mei 2017 aan DNB inzake de wijziging van het pensioenreglement als gevolg van de verzochte gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling Sport. Bijlage 6 De actuariële en bedrijfstechnische nota 2017.