Nulmeting en inrichtingsplan IODS-percelen provincie Zuid-Holland, onderdeel Keenwetering. R.J.S. Terlouw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nulmeting en inrichtingsplan IODS-percelen provincie Zuid-Holland, onderdeel Keenwetering. R.J.S. Terlouw"

Transcriptie

1 Nulmeting en inrichtingsplan IODS-percelen provincie Zuid-Holland, onderdeel Keenwetering R.J.S. Terlouw

2 COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie Ouderkerk aan den IJssel, januari Versie : Definitief Auteur : R.J.S. Terlouw. Fotografie : D. Buisman. In opdracht van : Provincie Zuid-Holland, de heer J. de Jong Disclaimer: De inhoud van dit rapport is met uiterste zorg samengesteld. De informatie in dit document wordt aangeboden zonder enige garantie. BUI-TEGEWOON, groenprojecten sluit alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of verband houdt met het gebruik van dit document. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van BUI-TEGEWOON, groenprojecten en de opdrachtgever, noch zonder toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

3 INHOUDSOPGAVE 1. Samenvatting Inleiding Werkwijze Gebied Resultaten bureau- en veldonderzoek Huidig beheer Ontsluiting en inrichting Milieu- en watercondities Externe beïnvloeding Ruimtelijke condities Structuur Bodem en water Resultaten veldbezoeken Kwaliteitsbepaling conform SNL-systematiek 7. 6 Conclusies, suggesties en aanbevelingen Inrichtingsplan Toekomstig beheer Gebruikte literatuur en informatiedragers. 13. BIJLAGEN: 1]. Samenvatting van afbakening en kwaliteit bepaling N13.01 Vochtig weidevogel grasland. 2]. Inrichtingsschets Keenwetering op A4-formaat. 3] Voorbeelden inrichting principes.

4

5 1]. Samenvatting. In het kader van gebiedsafspraken heeft Provincie Zuid-Holland op zich genomen om 100 hectare extra weidevogelnatuur te begrenzen en ontwikkelen. In 2016 wil de provincie de nog te realiseren 20 hectare afronden. Om dit te bereiken is voorgenomen om circa 17 hectare grond in eigendom bij de Provincie te verkopen met een weidevogeldoelstelling. Via het faciliteren van particulier natuurbeheer en of eventuele extra inzet van provinciegronden zal de taakstelling worden gerealiseerd. Om de gebiedsdoelen na overdracht te borgen heeft Provincie Zuid-Holland, Bui-TeGewoon groenprojecten opdracht verstrekt voor elk van de vijf onderscheiden deelgebieden een nulmeting, met potentiebepaling uit te voeren en een inrichtingsplan met beheeradvies op te stellen. Voor het onderhavige deelgebied Keenwetering is geconcludeerd dat het perceel op zich een matige ligging voor een weidevogeldoelstelling heeft als gevolg van de nabijheid van opgaande elementen waarin zich predators bevinden en een verkeersweg aan de noordzijde. Op basis van het voorkomen van graslandbroeders in het verleden en de nabijheid van populaties zowel ten zuiden als noordwesten wordt het gebied bij een voldoende inrichting en toegespitst beheer potenties voor graslandzangers, eendachtige en steltlopers als kievit en tureluur toegedacht. Om deze doelstelling te kunnen behalen is het verlagen en van aangepast beheer voorzien van de oevers wenselijk. Daarnaast wordt voorgesteld de greppels te profileren, een voorjaarsplas-dras te realiseren en een deel van het perceel door te zaaien met een gebiedseigen kruidenmengsel. Voor het beheer wordt een splitsing in maaidata voorgesteld en een toegespitst begrazingsregiem. Naast belangen van soorten uit de weidevogelgemeenschap, zullen ook amfibieën en aquatische fauna kunnen profiteren van de voorgestelde maatregelen. De voorgestelde oeverprofileringen zullen daarnaast bijdragen aan algemene en biologische waterkwaliteit. 2]. Inleiding en doel. Provincie Zuid-Holland heeft gebiedsafspraken gemaakt in het kader van de integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS) met betrekking tot de herontwikkeling van dit gebied in combinatie met de aanleg van Rijksweg A4 door Midden Delfland. Eén van de onderdelen betreft het realiseren van 100 hectare extra weidevogelnatuur. Als onderdeel van de IODS afspraken is de provincie, in overleg met de gebiedspartners, voornemens 3 locaties, met gezamenlijk circa 17,4 hectare grasland, in eigendom bij de provincie Zuid-Holland over te dragen met een taakstellende opdracht voor het realiseren van weidevogelnatuur. Voor een oppervlakte van circa 2,7 hectare in eigendom van de provincie wordt overwogen deze aanvullend in te zetten. Daarnaast is men voornemens op circa 2,6 hectare, aangrenzend aan provinciale percelen, in samenwerking met de betreffende agrarisch eigenaar, een weidevogeldoelstelling via particulier natuurbeheer (SKNL) te ontwikkelen. Om de gebiedsdoelen na overdracht te borgen heeft de provincie Zuid-Holland Bui-TeGewoon, groenprojecten verzocht voor elk van de vijf te onderscheiden deelgebieden een nulmeting met potentiebepaling uit te voeren, een inrichtingsplan op te stellen en beheeradviezen te formuleren. De documenten waarin over de uitwerking van deze opdracht wordt gerapporteerd zullen onderdeel uitmaken van de informatie die bij verkoop van de betreffende percelen wordt verstrekt. Opnemen van adviezen met betrekking tot inrichting en beheer, vanuit de onderhavige rapportage of via een gelijkwaardig eigen plan van de aspirant koper, kan leiden tot een hogere kwalitatieve waardering bij de beoordeling van de biedingen. De onderhavige rapportage heeft betrekking op onderdeel Keenwetering van deze opdracht. 1

6 3]. Werkwijze. Om inzicht te verkrijgen in het gebied is gestart met een bureaustudie waarbij digitale kaartbeelden, bodem- en water gerelateerde gegevens, historisch grondgebruik en actuele waarnemingen en inventarisaties van flora en fauna zijn geraadpleegd. Tijdens oriënterende veldbezoeken op 26 augustus, 27 oktober 2015 en 14 januari 2016 zijn de gebiedskarakteristiek, toegankelijkheid, staat van onderhoud, het actuele grondgebruik en de waarden en potenties als weidevogelgebied beoordeeld. Tijdens de bezoeken zijn contacten gelegd met de gebruikers van de percelen en hebben waar mogelijk informatieve gesprekken plaatsgevonden. 4]. Gebied. Het perceel van onderdeel Keenwetering is gelegen ten oosten van de Zouteveenseweg in Schipluiden, direct ten zuiden van eendenkooi Schipluiden en weergegeven op het kaartbeeld in figuur 1 onder nummer 2. De oppervlakte bedraagt circa 8,4 hectare. Het gebied bestaat uit vier percelen die door middel van een overpad vanuit het westen en noorden zijn ontsloten met een damverbinding naar aangrenzende percelen in eigendom bij de Vereniging Natuurmonumenten. In het Provinciaal natuurbeleid maakt het gebied onderdeel uit van het Nationaal Natuur Netwerk (NNN) als weidevogelgrasland ( /kaarten/ehs). Figuur 1. Ligging. 2

7 5]. Resultaten veldbezoeken, interviews en bureaustudie Huidig beheer. Het gebied wordt vanuit een geliberaliseerd pachtcontract beheerd door de voormalig eigenaar die de gronden in een ruilverkaveling heeft overgedragen nadat zijn oorspronkelijke eigendommen werden doorsneden door het tracé van de nieuwe Rijksweg A4. Naast de onderhavige percelen heeft deze pachter nog een zuidelijk gelegen perceel van circa 3 hectare in eigendom wat over de betrokken percelen wordt ontsloten. In het gesprek wordt vermeld dat de percelen sedert de eigendomsoverdracht in pacht terug zijn genomen. Het betreft een los gebruik dat jaarlijks via geliberaliseerde pacht wordt uitgegeven door voorheen Bureau Beheer Landbouwgronden en sinds kort door de Provincie Zuid-Holland. Op de percelen rust een beperkte gebruiksbeperking op basis van een weidevogeldoelstelling. In de periode 01 april - 01 juni is geen beweiding of landbewerking toegestaan De eerste snede wordt na 01 juni geoogst, gevolgd door een extensieve naweide met kalveren of jongvee. Bemesting heeft volgens reguliere agrarische normen plaatsgevonden. Chemische bestrijding is uitsluitend pleksgewijs toegestaan. Slootschoning en greppelonderhoud vindt jaarlijks plaats Ontsluiting en inrichting. De inrichting van de percelen ten bate van ontsluiting en beheer is goed verzorgd. Aan de zuidzijde is evenwijdig aan Rijksweg A4 een ontsluiting via een dammenrij gelegen. Dit betreft de oorspronkelijke ontsluiting waarover overpad voor de zowel onderhavige percelen als het zuidelijk gelegen perceel in eigendom van de familie Konijnenburg is gerealiseerd. In overleg met de Vereniging Natuurmonumenten, de eigenaar van de percelen waarover de ontsluiting oorspronkelijk was gesitueerd is, ten bate van de rust voor eendenkooi Schipluiden, een nieuwe ontsluiting gerealiseerd. Dit is gebeurd door de aanleg van twee damverbindingen vanaf een smal perceel ten westen van de eendenkooi. Of met de realisatie van de nieuwe ontsluiting ook het formeel zakelijk recht is gewijzigd of gevestigd is onbekend. Via het meest zuidelijke van de bij de inrichting betrokken percelen moet het particuliere perceel van de familie Konijnenburg worden bereikt. Hiervoor moet overpad door de beoogde IODS weidevogelpercelen worden verkregen. Om de rust te waarborgen binnen het weidevogelgebied is het wenselijk om de achter in het perceel gelegen dam te verplaatsen naar de westzijde, zodat verstoringen door passage in het broedseizoen minimaal kunnen zijn en geen discrepantie tussen de maaidata van het perceel met een weidevogeldoelstelling en het perceel in regulier agrarisch gebruik optreedt. Een weergave van de oorspronkelijke en huidige ontsluitingen is opgenomen als figuur 2. Figuur 2 informatie omtrent ontsluiting van de percelen. 3

8 5.3. Milieu- en watercondities. De beoordeling van abiotische condities wordt gedaan op basis van interne water- en milieucondities (standplaatsfactoren). Voor weidevogelgrasland zijn hoge waterstanden optimaal, omdat daarbij de gewasproductie pas later op gang komt, door de betere vochtvoorziening de bodem goed permeabel is en regenwormen dichter aan de oppervlakte blijven. Goed weidevogelgrasland wordt daarom doorgaans gekenmerkt door hoge grondwaterstanden in de late winter en het voorjaar. Het perceel Keenwetering heeft een gemiddelde drooglegging van 0.25 tot 0.35 meter. Lokaal langs de greppels is de drooglegging iets kleiner. De ten noorden gelegen eendenkooi met aangrenzende graslanden heeft een (eigen) hoger waterpeil. Desgewenst kan het onderhavige weidevogelgebied vrij eenvoudig worden aangetakt op dit peil. In de huidige situatie voldoet het perceel naar verwachting reeds aan het criterium zoals gesteld in de BIJ12 systematiek (80% van de oppervlakte met een grondwaterstand in maart-juni < 0.45 meter onder het maaiveld). Op basis hiervan scoort deze locatie conform de BIJ12 systematiek als goed Externe beïnvloeding. De externe beïnvloeding van weidevogelgrasland wordt bepaald door randverstoringen, de oppervlakte en de lengte/breedte. Voor weidevogelgrasland wordt het aspect externe beïnvloeding i.t.t. de botanische graslandtype niet toegepast in de BIJ12 beoordeling. Hiervoor wordt een oppervlakte kwalificering gehanteerd via beoordeling onder het thema ruimtelijke condities. Hoewel het aspect dus niet meeweegt in de afbakening en kwaliteitsbepaling volgens de BIJ12 systematiek voor het doeltype vochtig weidevogelgrasland achten wij dit aspect wel van belang met betrekking tot de potentiebepaling. De ligging, grenzend aan Rijksweg A4, alsmede in de nabijheid van opgaande beplantingen die behoren bij de eendenkooi Schipluiden en een geriefbosje maakt dat er zowel een verstoorde zone aanwezig is als dat de ligging zich binnen de actieradius van predators (kraai, buizerd, havik, vos) bevindt. Op basis van bovenstaande aspecten zal het gebied naar verwachting minder geschikt zijn voor de meer kritische graslandbroeders ten opzichte van open ruimte en storingsbronnen. Soorten als scholekster, kievit, graslandzangers en sommige eendachtige zullen echter bij een goede inrichting en afgestemd beheer naar ons inzicht mogelijkheden kunnen vinden op het onderhavige perceel. In het recente verleden (2008) was in het onderhavige gebied nog een goede weidevogelstand aanwezig, waarin ook kritische soorten als grutto, slobeend en veldleeuwerik zijn aangetroffen (bron: Inventarisatie gegevens Vereniging Natuurmonumenten). Door de weidevogelwacht Schipluiden wordt het voorkomen van de patrijs in de directe nabijheid gemeld, alsmede het tot voor enige jaren terug voorkomen van grutto en veldleeuwerik in de directe omgeving (mond.med. J.Kleijweg, weidevogelwacht Midden-Delfland). Aanvullende maatregelen voor deze soorten zouden derhalve kansrijk kunnen zijn Ruimtelijke condities. Onder ruimtelijke condities wordt in de kwaliteitsbeoordeling vanuit de SNL systematiek de oppervlakte en de ligging ten opzichte van vergelijkbare natuurdoeltypen verstaan. Het onderzoeksgebied ligt nabij het natuurgebied eendenkooi Schipluiden van de Vereniging Natuurmonumenten. De graslandpercelen van dit natuurgebied hebben een op graslandtypen afgestemd beheer. Ten noorden van de eendenkooi liggen percelen die in agrarisch natuurbeheer ten bate van weidevogeldoelen zijn genomen door de families Post en Boekesteijn. Hierin wordt onder andere een plas-dras van circa 1 hectare in stand gehouden. Tijdens een in 2015 gehouden broedvogelinventarisatie zijn echter vrijwel geen territoriale weidevogels meer in de directe omgeving van het projectgebied waargenomen (Bron: weidevogelwacht Midden Delfland, 2015). Het beoogde SNL type van het onderhavige perceel betreft vochtig weidevogel grasland (N13.01) Hiermee valt het onderzoeksgebied, conform de BIJ12 beoordeling systematiek, in de categorie oppervlakte <25 ha maar verbonden met andere graslandbeheertypen. Bij de kwalificatie m.b.t. ruimtelijkkwaliteit volgens de BIJ12 beoordeling levert dit een beoordeling van matig op. 4

9 5.6. Structuur. Voor vochtig weidevogelgrasland is de structuur van zowel de vegetatie, de bodem als het landschap van belang. Vochtig weidevogelgrasland van goede kwaliteit heeft een open karakter zonder opgaande elementen in de centrale ruimte, waardoor de dekking voor predators beperkt is. Naast de overwegende korte grazige vegetaties is ook enig mozaïek gewenst van hoge en lage gras- en kruidenvegetatie en een rijk begroeide slootkant voor voedsel en dekking van de kuikens en als broedbiotoop voor eendachtige. Gradiënt- en bloemrijke vegetaties, zijn van belang, terwijl ook een reliëfrijke bodem kan bijdragen aan de structuur van het gebied. Dit mozaïek kan worden verkregen door een afwisseling in tijdstip en vorm van beheer (maaien, begrazen, bemesten, begreppelen) en wordt niet meegewogen in de afbakening en kwalificeringscriteria vanuit de BIJ12 systematiek. Door middel van aanpassingen en inrichtingsmaatregelen bij de ingebruikname met een weidevogeldoelstelling kan het aspect structuur wel worden verbeterd. Om dit gericht te kunnen toepassen is inzicht in de actuele situatie wenselijk. In de huidige situatie geldt dat perceel Keenwetering een goede bodemreliëf kent als gevolg van de talrijk aanwezige greppels. De relatief brede percelen hebben een strokenpatroon waarbij op circa elke 10 meter een greppel is gelegen. De vegetatiestructuur is eenvormig, waarschijnlijk als gevolg van een vrij uniform beheer in het recent verleden. De situatie kan voor weidevogeldoelen worden geoptimaliseerd door oevers van sloten te profileren over een grotere breedte, via een lokale maaiveld verlaging langs een greppel een plasdras situatie te realiseren en gerichte inzaai met een toegespitst gras-kruidenmengsel toe te passen. Wanneer het inzaaien aansluit bij de zes kilometer lange ingezaaide kruidenberm (de Honey Highway) langs de nieuwe Rijksweg A4, wordt het effect van deze maatregel versterkt. Vanuit weidevogelwacht Midden-Delfland is verzocht om enkele banen van grof rivierzand in stroken aan te brengen. Met deze maatregel zal lokaal een meer open zode en een structuur door groeiranden kunnen worden gerealiseerd. Hiervan wordt een gunstig effect verondersteld voor de foerageerhabitat van patrijs en veldleeuwerik, soorten die hier recent (en in de nabijheid nog steeds), aanwezig waren. Door toepassing van een mozaïekbeheer tussen de vier percelen kan een structuurrijke habitat in stand worden gehouden Bodem en water. De bodem heeft grote invloed op de samenstelling en soortenrijkdom van de vegetatie. Bodemvochtigheid, gehalte organische stof, bodemsoort en voedselrijkdom zijn hierbij de belangrijkste aspecten. De bodem in het onderzoeksgebied betreft in het grootste westelijke deel een moerige eerdgrond op niet-gerijpte zavel of klei aan de oostzijde komt in een smalle baan een koopveengronden op rietveen of zeggerietveen voor. De bovenste bodemlaag heeft over een dikte van 15- tot 20 centimeter een veraarde en bemeste toplaag. De drooglegging bedraagt gemiddeld 0.30 meter. De afvoer van neerslagwater is matig door de geringe drooglegging, hierdoor treedt in natte perioden snel plas vorming op. De sloten hebben overwegend een geringe breedte en zijn goed op diepte. De waterkwaliteit oogt redelijk tot goed, maar is in het jaargetijde waarin de veldbezoeken plaats hebben gevonden visueel lastig te beoordelen. De drooglegging is geschikt voor een weidedoelstelling en bevindt zich tussen de 0.25 en 0.35 meter. Door aan te sluiten op het hogere waterpeil van de eendenkooi met aangrenzende percelen bestaat de mogelijkheid om desgewenst gedurende de late winter en in het vroege voorjaar een hoger waterpeil te voeren. De oevers naar de aangrenzende sloten hebben een snelle overgang waarvan het talud steeds minder dan 1.00 meter bedraagt. 5

10 5.8. Resultaten veldbezoeken. Het gehele perceel bestaat uit grasland. De graslanden bevinden zich in een grassenmixvegetatie. De kruidenrijkdom is matig. Oevervegetaties zijn matig, lokaal redelijk ontwikkeld met algemene soorten van veenweidenoevers. Ze zijn relatief smal en hierdoor beperkt van omvang. Aangezien de opnamen voor de onderhavige rapportage buiten het broedseizoen heeft plaatsgevonden is gebruik gemaakt van de beschikbare broedvogelrapportage uit 2015 (Bron: weidevogelwacht Midden-Delfland). Hieruit blijkt dat in de huidige situatie er geen broedvogels die tot het doeltype worden gerekend zijn aangetroffen (figuur 3). Op basis hiervan scoort het perceel conform de BIJ12 systematiek als slecht. Vanuit het criterium voor afbakening van het doeltype, per 100 ha minimaal 35 broedpaar, komt het perceel in de huidige situatie niet in aanmerking voor het beheertype Vochtig weidevogelgrasland. Een optimale inrichting is dan ook een vereiste om het doeltype te kunnen bereiken en het pakket te sluiten. Hiervoor zal op het onderhavige perceel met een oppervlakte van 8,4 hectare gemiddeld 2,9 broedpaar moeten worden geregistreerd. Ook het direct aangrenzende agrarisch grasland heeft een zeer lage dichtheid van graslandbroeders. Ten noorden van de eendenkooi zijn wat meer territoria aangetroffen. Dit betreft voornamelijk de soorten scholekster en krakeend. De aanwezigheid van enkele territoria graspieper valt op. Hoewel het onderhavige perceel binnen de actieradius is gelegen van predators vanuit de nabijgelegen eendenkooi, lijkt een redelijke weidevogeldichtheid bij optimale inrichting tot de mogelijkheden te behoren. De argumentatie voor deze verwachting komt voort uit de aanwezige aantallen en soortspectrum tot voor enkele jaren en de gunstige bodem- en watercondities in het gebied. Wel wordt een optimale basisinrichting en toegespitst beheer noodzakelijk geacht om deze resultaten te kunnen bereiken. Voor de soorten, scholekster, eendachtige graslandbroeders en graslandzangers worden de hoogste potenties verondersteld. Gezien het in de nabijheid, en naar verluid, recent ook binnen het projectgebied voorkomen van de patrijs heeft ook deze soort potentie. In de uitwerking van inrichting en beheervoorstellen zullen de maatregelen op de genoemde soorten en soortgroepen worden toegespitst. Figuur 3. Vastgestelde territoria tijdens inventarisatie 2015 (bron: weidevogelwacht Midden-Delfland). 6

11 5.9 Kwaliteitsbepaling conform SNL-systematiek. Toetsen we de gevonden waarden volgens de kwaliteitsbepaling voor vochtig weidevogelgrasland vanuit de SNL systematiek (BIJ12, 2014) dan scoort het gebied 12 punten wat wordt gewaardeerd als slecht. De uitwerking met toelichting van deze kwalificering is onderstaand opgenomen. Toetsing kwaliteit bepaling. Toetsing kan plaatsvinden door de resultaten te vergelijken met de kwaliteitseisen zoals per onderdeel vermeld. Goed levert 2 punten op, matig 1 punt en slecht 0 punten. Niet bij alle pakketten telt elk criterium even zwaar mee ten bate van het eindoordeel. Voor de eindscore wordt het resultaat van elk criterium met een weegfactor variërend van 1- tot 12 vermenigvuldigd. Voor vochtig weidevogel grasland gelden de volgende wegingsfactoren. Code index beheertype Flora & fauna Structuur Milieu & watercondities Ruimtelijke condities Natuurlijkheid N13.01 Vochtig weidevogelgrasland 7 n.v.t. 4 4 n.v.t. De eindscore voor het betreffende beheertype wordt vervolgens bepaald door de scores voor de afzonderlijke kwaliteitscriteria op te tellen. De kwaliteit wordt vervolgens uitgedrukt in het aantal punten. Bij het merendeel van de beheertypen is maximaal 30 punten haalbaar. Een beheertype wordt als volgt gekwalificeerd: 0-12 punten Slecht punten Matig punten Goed. Voor het onderzochte perceel zijn de volgende kwalificaties vastgesteld: Flora en fauna slecht 0 punt vermenigvuldigingsfactor 7 0 punten; Milieu en watercondities goed 2 punt vermenigvuldigingsfactor 4 8 punten; Ruimtelijke condities matig 1 punt vermenigvuldigingsfactor 4 4 punten; Het aantal behaalde punten bedraagt hiermee 12 wat een totaal kwalificering voor de actuele situatie als slecht vochtig weidevogelgrasland oplevert. In hoeverre deze kwalificatie kan worden verbeterd zal voornamelijk worden bepaald door de mate van inrichting en aanpassing van het toekomstig beheer. Om in aanmerking te komen voor de instapnorm behorende bij vochtig weidevogelgrasland moet minimaal 35 broedpaar per 100 hectare aanwezig zijn. Voor het onderhavige perceel is dit 2,9 broedpaar voor de totale oppervlakte. In de actuele situatie is dit niet het geval, een zorgvuldige inrichting en beheer moeten zorgdragen dat aan de minimale pakket eisen kan worden voldaan. 7

12 6]. Conclusies, suggesties en aanbevelingen. Perceel Keenwetering heeft een matige ligging voor een weidevogeldoelstelling en bezit in de actuele situatie geen broedvogels van het doeltype vochtig weidevogelgrasland. Als voornaamste oorzaak worden de volgende aspecten verondersteld: Perceel is op zich zelf te klein voor een volwaardig weidevogelgebied; Er treedt lokale verstoring op door nabijheid van opgaande begroeiingen en wegen; De predatiedruk in de directe omgeving is vrij hoog; Het beheer, is hoewel tamelijk extensief, niet toegespitst op weidevogeldoelen; Er is te weinig mozaïek en structuur in de vegetatie; De ontsluiting van het in particuliere en in gangbaar agrarisch gebruik verkerende perceel wat via de percelen met een weidevogeldoelstelling moet worden ontsloten leidt tot verstoring en discrepantie tussen de maaidata; Om invulling te kunnen geven aan de beoogde doelstelling waarbij minimaal de kwalificatie matig en idealiter goed, duurzaam kan worden behaald is het noodzakelijk om aanvullende inrichtingsmaatregelen te nemen en (langjarig) een optimaal op de doelsoorten afgestemd beheer te voeren. Naar verwachting kan op enige termijn (op basis van de aanwezigheid van populaties graslandbroeders in de nabije omgeving en het verleden) de doelstelling worden gerealiseerd. Meest kansrijke soorten en soortgroepen betreffen de graslandzangers (vooral graspieper), eendachtige graslandbroeders (in het bijzonder kuif- en krakeend, mogelijk slobeend), een beperkt soortspectrum uit de steltlopergroep (scholekster en mogelijk tureluur). Vanuit de recente historie en de aanwezigheid van een populatie in de nabijheid kan de patrijs zich mogelijk her vestigen. Mogelijke maatregelen zijn: Oevers voor een deel profileren naar een nat / vochtig gradiënt over een breedte van 2,50- tot maximaal 4.00 meter eventueel in combinatie met het inzaaien van flora doelsoorten en de aanleg van een drasoever op het snijpunt van twee sloten; Aanleg (door profileren) en instandhouding van een plas-dras; Door zaaien van de oostelijke perceeldelen, aansluiten aan de kruidenrijke berm van Rijksweg A4, met een gebiedseigen kruidenmengsel; Het aanleggen van zandbanen ten bate van een open zode als foerageerhabitat voor patrijs en veldleeuwerik; Het verleggen van het overpad ten bate van het naast gelegen perceel in gangbaar agrarisch gebruik ten bate van de rust in het broedseizoen; Het instellen van beheermozaïek bestaande uit verschillende maaidata en een standweiden deel; Beperken van de mestgift naar eenmaal in de 3 jaar 20 ton ruige mest per hectare of maximaal 8 ton ruige mest per hectare jaar; Het aansluiten op het hogere waterpeil van eendenkooi Schipluiden e.o. in de late winter en het voorjaar; Genoemde maatregelen zullen als gevolg van de profileringswerken ook een bijdrage leveren aan het lokaal afvoeren van voedingsstoffen waardoor de kruidenrijkdom zich kan uitbreiden en de beloopbaarheid en de foerageerhabitat in de kuikenperiode zal toenemen. Voorbeeld uitwerkingen van genoemde maatregelen zijn in de paragraaf 7 nader uitgewerkt. In paragraaf 8 wordt ingegaan op het gewenste beheer. 8

13 7]. Inrichtingsplan. Om het perceel geschikt te maken voor de doelsoorten van vochtig weidevogelgrasland kunnen een aantal maatregelen worden genomen. Naast weidevogels, zullen de maatregelen ook een functie vervullen voor de geschiktheid voor andere organismen, de landschappelijke kwaliteit en de algemene en biologisch waterkwaliteit. Een schetsuitwerking van mogelijke maatregelen is onderstaand weergegeven en tevens op A4 formaat als bijlage 2 is opgenomen. Figuur 4. Schetsmogelijke inrichting perceel Keenwetering. De voorgestelde maatregelen bestaan uit: Het opnieuw frezen de greppels en van greppel uitloopbuizen voorzien van de aanwezige greppels. Het herprofileren van de oever van de oostelijke scheisloot als foerageerhabitat voor eendachtige graslandbroeders en in- en uittrede biotoop voor fauna die op het bermtalud van de verdiept gelegen Rijksweg 4 is geraakt. De oever draagt daarnaast bij aan doelstellingen zoals geformuleerd in het Kader Richtlijn Water beleid. Een principe profiel is weergegeven in figuur 5. Figuur 5. Profiel oeveraanleg oostzijde scheisloot met Rijksweg A 4. 9

14 Het profileren van de noordelijke scheidingsloot, waarbij circa 1.25 meter een ondiepe waterzone verkrijgt door indrukken van de huidige laag gelegen oeverzone en het profiel vervolgens in een flauw talud van waterpeil naar maaiveld wordt gebracht. Dit type oever biedt, in combinatie met de iets grotere slootbreedte mogelijkheden voor eendachtige als kuifeend en krakeend (mogelijk slobeend) en kan in het vroege voorjaar door steltlopers als foerageerhabitat worden benut. Aquatische en amfibische fauna profiteren mee van de maatregel. Een mogelijk profiel is opgenomen als figuur 6. Figuur 6. Profiel oeveraanleg noordelijke scheidingssloot. Het profileren van de oeverzone op de slootdriesprong centraal in het gebied aan twee zijden. Door hier een ruime ondiepe inundatiezone te realiseren wordt foerageerhabitat voor steltlopers en eendachtige graslandbroeders gecreëerd. De maatregel zal daarnaast een positief effect hebben op vissen en overige aquatische fauna. Een mogelijk profiel is opgenomen in figuur 7. Figuur 7 Profiel drasoever. Het oostelijke deel van het noordelijke perceel en het middelste korte perceel kan aanvullend worden doorgezaaid met een gebiedseigen kruidenmengsel. Hierbij wordt bij voorkeur het mengsel zelf samengesteld en geen gebruik gemaakt van in de handel aangeboden (grutto) mengsels. Deze standaardmengsels zijn veelal gericht op inzaaien vanuit een kale bodem, uitsluitend gericht op toename van de kruidenrijkdom, onvoldoende gebiedseigen en houden geen rekening met de beloopbaarheid voor kuikens. Door het inzaaien wordt aansluiting verkregen met de zes kilometer lange kruidenberm die langs Rijksweg A4 is aangelegd waardoor de insectenfauna als het ware het weidevogelgebied wordt in getrokken. 10

15 Ten bate van een geschikte foerageerhabitat voor patrijs en veldleeuwerik kunnen een aantal banen van grof rivierzand in het gebied worden aangebracht en ingewalst. Door de banen met een mengsel van laagblijvende grassoorten als roodzwenkgras, kamgras en ijle dravik en kruiden als smalle weegbree in te zaaien kan een aantrekkelijke open zode voor deze soorten ontstaan. Als gevolg van een op de ontwikkelingslocatie gelegen overpad ten bate van een zuidelijke gelegen perceel in gangbaar agrarisch gebruik van circa 3 hectare is het wenselijk de meest zuidoostelijke dam te verplaatsen tot dicht tegen de Keenwetering. Hiermee wordt voorkomen dat tijdens het broedseizoen transport van gewas, mest en vee door het beoogde weidevogelgebied noodzakelijk is. Idealiter wordt het zuidelijke perceel echter verworven of afgewaardeerd naar natuur. Het is eveneens als zodanig begrenst binnen het Nationaal Natuur Netwerk van de provincie Zuid-Holland! 8]. Toekomstig beheer. Het toekomstig beheer bestaat in de basis uit bemesten, plas-drasbeheer, maaien en naweiden. Naast deze basis maatregelen dienen de greppels te worden beheerd om hun functie als kuikenbiotoop en water aanvoer naar de plasdras te behouden en vragen de oevers een op de doelstellingen afgestemd beheer. De verschillende onderdelen worden onderstaand behandeld. Bemesting. Voor de instandhouding van een voldoende bodemleven is bemesting met ruige stalmest gewenst. Gebruik van kunstmest, ingedikte dunnen mest, compostmest of vormen van bemesting anders dan ruige stalmest zijn ongewenst vanuit een ongunstige nutriënten verhouding. De bemestingsdruk mag niet te hoog zijn. Als optimaal geldt een bemesting waarbij eenmaal per drie jaar 20 ton ruige stalmest per hectare wordt aangewend en de natste delen niet bemest worden. Indien een jaarlijkse bemesting wenselijk wordt geacht, is 8 ton/ha/jr de maximale hoeveelheid zowel vanuit natuurdoelstelling als vanuit de regels zoals gesteld in het meststoffenbesluit (Terlouw, 2012). Natte terreindelen als de plas-dras zone, oevers en een zone van 1.00 meter langs de greppels dienen te worden gevrijwaard van een mestgift. Bij aanwending van de mest met een zogenaamde breedstrooier dient extra aandacht aan de te vrijwaren zones te worden besteed Om de gewenste groeivertraging te kunnen realiseren is het wenselijk om de ruige mestgift pas na het maaien van de eerste snede aan te brengen. Hierdoor wordt de vegetatie makkelijker beloopbaar voor kuikens en krijgen kruiden meer kans. Vanuit agrarische optiek is het een voordeel als de eerste snede wat minder zwaar wordt, maar een betere structuur en hoger eiwit gehalte behoud. De tweede snede zal makkelijker aan de groei raken daar de eerste snede niet aan de stengelvoet is verhout en zal een hoger opbrengst geven. Plas-drasbeheer. De plas-dras dient van half februari tot begin mei geïnundeerd te zijn met een waterkolom van tot 0.30 meter. Te vroeg instellen van de inundatie kan leiden tot extra verzuring en pitrusontwikkeling. Het is derhalve zaak de plas-dras niet te vroeg in de winter op te starten (stel half januari starten). Ook het te snel vullen van de plas-dras is minder gewenst om het aanwezig bodemleven, in het bijzonder regenwormen, de mogelijkheid te geven voor het water uit naar de hogere delen te vluchten. Idealiter wordt in de eerste week van januari gestart met het inunderen van de greppelbodem, waarna wekelijks een laagje wordt bijgevuld zodat half februari de plas-dras op het maximale peil komt te staan. Dit wordt m.b.v. de vlotterpomp op zonne-energie vervolgens gecontinueerd tot derde of vierde week april, waarna de plas-dras door indroging mag droogvallen in de eerste helft van mei. 11

16 Maaibeheer. De eerste snede dient op het merendeel van de percelen te worden gemaaid waarbij een uitgestelde maaidatum wordt gehanteerd. Voor het onderhavige perceel Keenwetering wordt voorgesteld het perceel in drie fase te maaien zodat steeds voldoende dekking en mozaïek voor de vogels beschikbaar is. Het zuidelijke deel kan vanaf 05 juni worden gemaaid en geoogst, terwijl het grote noordelijke perceel een maaidatum van 15 juni verkrijgt. Het oostelijke deel, waarin de plas-dras en inundatiegreppel zijn gelegen, wordt vanaf 01 juli gemaaid en afgeruimd. Indien de groei (in de eerste jaren) te groot is om de vegetatie tot deze datum overeind te houden kan worden overwogen om vroeg in het seizoen een korte voorweide uit te voeren. Bij afwezigheid van broedvogels kan desgewenst eerder worden gemaaid. In voorkomend geval is het wenselijk een extra maaisnede uit te voeren zodat verschraling en een meer open vegetatie structuur sneller tot ontwikkeling kunnen komen. Beweiding. De beweiding bestaat uit extensieve seizoen standweiden van de brede zuidwestelijke kopakker met rundvee in een begrazingsdichtheid van 2 GVE per hectare. De maaipercelen krijgen een naweide met rundvee. Na het maaien van de eerste snede kan hier het vee worden ingeschaard. De veebezetting moet in lijn zijn met de grasgroei en zodanig worden afgestemd dat niet hoeft te worden uitgeschaard, terwijl enige vegetatiestructuur in de vorm van pollerigheid blijft bestaan. In de eerste jaren zal een grotere veebezetting mogelijk zijn als gevolg van het naleveren van voedingsstoffen uit de bodem. Na enkele jaren weidevogelbeheer zal de groei afnemen en dient de veebezetting te worden afgestemd. Idealiter krijgen de graasdieren in de naweide het gehele gebied tot hun beschikking met open hekken, zonder omweiden. Hierdoor zal een fraaie begrazingsmozaïek in het gebied ontstaan. Schapenbeweiding is minder gewenst daar deze de grasmat sterk egaliseren en een voorkeur hebben voor het wegvreten van kruiden. Indien als gevolg van weeromstandigheden het perceel (te) lang de winter in lijkt te gaan kan kortstondig (tot uiterlijk half januari) met schapen worden nabeweid. Indien de gewenste uitgestelde maaidata in de eerste jaren niet kan worden gerealiseerd, als gevolg van sterke groeikracht vanuit nalevering van voedingstoffen, kan een korte voorweide met rundvee in het vroege voorjaar worden uitgevoerd. Greppelbeheer. De greppels vormen een essentieel onderdeel van het plas-dras beheer en dragen bij aan lokaal reliëf en vegetatiestructuren. Het jaarlijks herprofileren van de greppels met greppelfrees dient derhalve tijdig te worden uitgevoerd. Hierbij moet onderhoud aan greppelduikers en -dammen steeds separaat worden aangepakt. In najaar en winter moeten de greppels goed kunnen afwateren om het bodemleven optimaal te laten ontwikkelen ten bate van de voedselbeschikbaarheid in het voorjaar. Oeverbeheer. Het oeverbeheer dient te zijn afgestemd op de functie van de oever. Daarnaast dient te worden voldaan aan de voorwaarden die worden gesteld vanuit de Keur van het Waterschap. Voor perceel Keenwetering is het voor de noordelijke scheisloot van belang dat de sloot veekerend blijft en de vegetatie kort de winter in gaat. Half september de gehele oever een keer uitmaaien en inwiersen is een goede maatregel om verruiging van de geprofileerde oever tegen te gaan en een te grote voedselverrijking bij het oeverschoning te voorkomen. De oever langs de Rijksweg berm is voorzien van een profiel dat enerzijds inspeelt op enige dekking en beschutting en anderzijds op een neven functie voor amfibische- en aquatische fauna. Deze oever mag wat structuurrijker de winter in gaan om steeds enige bescherming te behouden. Bij het te structuurrijk worden kan de oever eenmaal in de drie jaar worden uitgemaaid met en maaikorf, bij voorkeur medio juli zodat er hergroei kan optreden voordat de winterperiode aanvangt. Indien er een overmaat aan schoningsmateriaal op de oever terecht komt dient dit te worden afgevoerd of met de wallenfrees worden uitgeslagen over het aangrenzende grasland. In alle gevallen is het noodzakelijk dat de oever wordt gevrijwaard van actieve bemesting. Met betrekking tot de begrazing is het in de regel niet noodzakelijk om de oevers uit te rasteren, maar kort na de aanleg kan afscherming met een schrikdraadraster gedurende de ontwikkelingsperiode noodzakelijk blijken. 12

17 9]. Gebruikte literatuur, informatiedragers en bronnen. Literatuur: Bij 12, Bijlage deel 1 bij werkwijze monitoring en beoordeling Natuurnetwerk en Natura 2000/PAS); Terlouw R.J.S., Mestwetgeving op natuurgrond. uitgave Bui-tegewoon, groenprojecten Terlouw R.J.S., Weidevogelbeheer in een kaartenbaksysteem. uitgave Bui-tegewoon, groenprojecten Weidevogelwacht Midden Delfland, Territoriumkaart weidevogels Midden-Delfland. uitgave Weidevogelwacht Midden-Delfland. Geraadpleegde web-sites: Mondelinge informatie bronnen: Gesprek met dhr. Konijnenburg, huidig grondgebruiker. Gesprek met dhr. J. Kleijweg, Weidevogelwacht Midden Delfland. 13

18 14

19 B IJ L A G E N. 1]. Samenvatting afbakening en kwaliteit bepaling N13.01 Vochtig weidevogelgrasland. 2]. Inrichtingsschets Keenwetering op A4 formaat. 3] Voorbeelden inrichtingsprincipes. 15

20 16

21 BIJLAGE 1. Afbakening en kwaliteit bepaling (13.01) Vochtig weidevogelgrasland. Betreft: Kwaliteit bepaling N13.01 Vochtig Weidevogelgrasland (Bron: Bijlage deel 1 bij werkwijze monitoring en beoordeling Natuurnetwerk en Natura 2000/PAS) [pm Van dit type moet ongeacht de aanwezige oppervlakte altijd kwaliteitsbepaling worden gedaan]. Afbakening. Het beheertype omvat grasland met per 100 ha minimaal 35 broedparen van grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, en/of gele kwikstaart; Het maai- en graasbeheer wordt aantoonbaar zodanig gevoerd dat zo min mogelijk jongen slachtoffer worden van beheeringrepen (minder dan 10%); 1] Flora en fauna. Biotische kwaliteit wordt uitgedrukt in het voorkomen van kwalificerende broedvogels. De volgende soorten zijn als kwalificerende soorten benoemd. Soortgroep Soorten Broedvogels gele kwikstaart, graspieper, grutto, kemphaan, krakeend, kuifeend, slobeend, tureluur, veldleeuwerik, watersnip, wintertaling, wulp, zomertaling 1 ] 1 ] Tot de kwalificerende soorten kunnen ook 2 extra soorten uit bijlage 1 gerekend worden, indien deze voorkomen in het beheertype. Kwaliteitsbepaling Flora en fauna. Goed: indien meer dan 60 broedparen per 100 ha van de kwalificerende soorten voorkomen. Matig: indien broedparen per 100 ha van de kwalificerende soorten voorkomen. Slecht: indien broedparen per 100 ha van de kwalificerende soorten voorkomen 2 ]. 2 ] Wanneer er minder dan 35 broedparen per 100 ha van de kwalificerende weidevogels voorkomen dan wordt het betreffende grasland niet tot het beheertype vochtig weidevogelgrasland gerekend (beheertype afbakening). 2] Structuur. Vochtig weidevogelgrasland van goede kwaliteit heeft een open karakter zonder opgaande elementen in de centrale ruimte, waardoor de dekking voor predators beperkt is. Naast de overwegende korte grazige vegetaties is ook enig mozaïek gewenst van hoge en lage gras- en kruidenvegetatie en een rijk begroeide slootkant voor voedsel en dekking van de kuikens en als broedbiotoop voor eendachtige. Dit mozaïek kan worden verkregen door een afwisseling in tijdstip en vorm van beheer (maaien, begrazen, bemesten) en wordt niet meegewogen in de afbakening en kwalificeringscriteria. 3] Milieu- en watercondities. De beoordeling van a-biotische condities wordt gedaan op basis van interne water- en milieucondities (standplaatsfactoren). Wanneer externe beïnvloeding hiervan beter, respectievelijk slechter scoort wordt het eind oordeel 1 punt/klasse naar boven of beneden bijgesteld. A]. Standplaatsfactoren. Voor weidevogelgrasland zijn hoge waterstanden optimaal, omdat daarbij de gewasproductie pas later op gang komt en door de betere vochtvoorziening de bodem goed permeabel is en regenwormen dichter aan de oppervlakte blijven. Goed weidevogelgrasland wordt daarom doorgaans gekenmerkt door hoge grondwaterstanden. In de winter liggen de waterstanden dichtbij het maaiveld. Voor de instandhouding van dit type is bemesting met ruwe stalmest gewenst. De bemestingsdruk mag echter niet te hoog zijn, aanbevolen wordt een bemesting eenmaal per 3 jaar met 20 ton ruige stalmest per hectare, waarbij de natste delen niet bemest worden. Kwaliteitsbepaling standplaatsfactoren. Goed: indien in minstens 80% van de oppervlakte de grondwaterstand in de periode maart-juni minder dan 45 cm onder het maaiveld ligt. Matig: indien niet voldaan wordt aan goed en in minstens 40% van de oppervlakte de grondwaterstand in de periode maart-juni minder dan 45 cm onder maaiveld ligt. Slecht: indien aan bovenstaande criteria niet wordt voldaan. 17

22 B]. Externe beïnvloeding. De externe beïnvloeding van weidevogelgrasland wordt bepaald door randverstoringen. De oppervlakte en lengte/breedte maat is hierbij van belang. Hiermee is voor weidevogel grasland het aspect externe beïnvloeding i.t.t. de botanische graslandtype niet van belang daar de oppervlakte kwalificering wordt bepaald via de ruimtelijke condities. 4] Ruimtelijke condities De ruimtelijke condities geven inzicht in de mate van isolement van het betreffende terrein of gebied. Zoals bij externe beïnvloeding vermeld is de oppervlakte in combinatie met de lengte/breedte maat van belang voor weidevogeldoelstellingen. Als algemene regel is opgenomen dat wanneer het beheertype geïsoleerd ligt ten opzichte van andere graslandbeheertype de oppervlakte meer dan 100 hectare dient te bedragen om de kwaliteitsbepaling goed te scoren. Kwaliteitsbepaling ruimtelijke condities. >50 ha ha < 25 ha Verbonden met andere graslandbeheertypen. Goed Goed Matig In nabijheid (binnen 1 km) van andere graslandbeheertypen en perceeldiepte < 350 meter. Goed Matig Slecht Geïsoleerd en/of perceeldiepte < 350 meter. Matig Slecht Slecht Monitoring. Om te kunnen bepalen of aan de kwaliteitseisen van vochtig weidevogelgrasland wordt voldaan dient de monitoring de onderstaande aspecten te bevatten. Nadere informatie omtrent de gewenste en/of voorgeschreven systematiek kan worden geraadpleegd in de rapportage Werkwijze monitoring en beoordeling Natuurnetwerk en Natura 2000 / PAS (Beek J.G. etal red., 2014) en de bijbehorende bijlage rapporten. Parameter Methode Frequentie Broedvogels Inventariseren kwalificerende soorten. 3 jaar Bepaling a-biotiek Diverse methoden. 6 jaar Ruimtelijke condities GIS-analyse en veldwaarnemingen. 6 jaar Toetsing. Toetsing kan vervolgens plaatsvinden door de resultaten te vergelijken met de kwaliteitseisen zoals boven per onderdeel vermeld. Goed levert vervolgens 2 punten op, matig 1 punt en slecht 0 punten. Niet bij alle pakketten telt elk criterium even zwaar mee ten bate van het eindoordeel. Voor de eindscore wordt het resultaat van elk criterium met een weegfactor variërend van 1 tot 12 vermenigvuldigd. Voor vochtig weidevogelgrasland gelden de volgende weegfactoren gehanteerd. Code index beheertype Flora & fauna Structuur Milieu & watercondities Ruimtelijke condities Natuurlijkheid N13.01 Vochtig weidevogel grasland De eindscore voor het betreffende beheertype wordt vervolgens bepaald door de scores voor de afzonderlijke kwaliteitscriteria op te tellen. De kwaliteit wordt vervolgens uitgedrukt in het aantal punten. Bij het merendeel van de beheertypen is maximaal 30 punten haalbaar. Een beheertype wordt als volgt gekwalificeerd: 0-12 punten Slecht punten Matig punten Goed 18

23 BIJLAGE 2. INRICHTINGSSCHETS OP A4 formaat. 19

24 20

25 BIJLAGE 3. Referentie beelden. 21

26

27

Nulmeting en inrichtingsplan IODS-percelen provincie Zuid-Holland, onderdeel Ackerdijk-Midden. R.J.S. Terlouw

Nulmeting en inrichtingsplan IODS-percelen provincie Zuid-Holland, onderdeel Ackerdijk-Midden. R.J.S. Terlouw Nulmeting en inrichtingsplan IODS-percelen provincie Zuid-Holland, onderdeel Ackerdijk-Midden R.J.S. Terlouw COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2016-03 Ouderkerk aan den IJssel, januari 2016.

Nadere informatie

Nulmeting en inrichtingsplan lokatie Overslagpad / A13. R.J.S. Terlouw

Nulmeting en inrichtingsplan lokatie Overslagpad / A13. R.J.S. Terlouw Nulmeting en inrichtingsplan lokatie Overslagpad / A13 R.J.S. Terlouw COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2016-04 Ouderkerk aan den IJssel, januari 2016. Versie : Definitief Auteur : R.J.S.

Nadere informatie

WEIDEVOGELS PLAS - DRAS.

WEIDEVOGELS PLAS - DRAS. WEIDEVOGELS EN PLAS - DRAS. R.J.S. Terlouw Publicatie nr. 20 12-01 COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-01 Ouderkerk aan den IJssel, september 2012. Auteur Fotografie : R.J.S. Terlouw

Nadere informatie

Nulmeting en potentie bepaling natuurcompensatie polder Oudeland. R.J.S. Terlouw

Nulmeting en potentie bepaling natuurcompensatie polder Oudeland. R.J.S. Terlouw Nulmeting en potentie bepaling natuurcompensatie polder Oudeland R.J.S. Terlouw bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2015-15. Ouderkerk aan den IJssel, augustus 2015. Versie : Definitief Auteur : R.J.S.

Nadere informatie

NULMETING EN POTENTIEBEPALING NATUURCOMPENSATIE

NULMETING EN POTENTIEBEPALING NATUURCOMPENSATIE NULMETING EN POTENTIEBEPALING NATUURCOMPENSATIE POLDER OUDELAND. R.J.S. Terlouw. IN OPDRACHT VAN: COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2015-15. Ouderkerk aan den IJssel, augustus 2015. Versie

Nadere informatie

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 R.J.S. Terlouw. bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-10. Ouderkerk aan den IJssel, 30 december 2012 Versie : Definitief. Auteur

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

BEHEERPLAN Weidevogelkerngebied Commandeurspolder

BEHEERPLAN Weidevogelkerngebied Commandeurspolder BEHEERPLAN Weidevogelkerngebied Commandeurspolder 2019-2025 R.J.S. Terlouw In opdracht van: BEHEERPLAN Weidevogelkerngebied Commandeurspolder 2019-2025 R.J.S. Terlouw COLOFON: Bui-TeGewoon groenprojecten

Nadere informatie

HET NIEUWE WEIDEVOGELBEHEER, samen een puzzel oplossen. VAN ZOEKEN - NAAR KIJKEN - NAAR OVERLEGGEN MET DE BOER - NAAR OPTIMALISEREN VOOR WEIDEVOGELS.

HET NIEUWE WEIDEVOGELBEHEER, samen een puzzel oplossen. VAN ZOEKEN - NAAR KIJKEN - NAAR OVERLEGGEN MET DE BOER - NAAR OPTIMALISEREN VOOR WEIDEVOGELS. HET NIEUWE WEIDEVOGELBEHEER, samen een puzzel oplossen. VAN ZOEKEN - NAAR KIJKEN - NAAR OVERLEGGEN MET DE BOER - NAAR OPTIMALISEREN VOOR WEIDEVOGELS. Rudi Terlouw, Bui-tegewoon, groenprojecten ZOEK DE

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 16 februari 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie met alle

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost De laatste jaren heeft de provincie in Groot Mijdrecht Noord-Oost gronden aangekocht voor de ontwikkeling van natuur. Natuurmonumenten

Nadere informatie

WEIDEVOGELS EN VERNATTING

WEIDEVOGELS EN VERNATTING WEIDEVOGELS EN VERNATTING 20181102 - Kennisdag boerenlandvogels Zuid-Holland Plas-dras en vernatting dient meerdere doelen paarvorming slapen eten en wat later in het seizoen opgroeihabitat voor kuikens

Nadere informatie

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap Veldwerkplaats: l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische fauna in poldergebieden 02 juli 2009 Rudi Terlouw, Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap KRIMPENERWAARD Veenweidepolder van

Nadere informatie

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha) Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Datum Zie verzenddatum linksonder Aan Provinciale Staten Bijlagen 2 Onderwerp

Nadere informatie

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Algemene informatie Vanuit de SNL regeling is weidevogelbeheer op gemengde agrarische gebied mogelijk mits het voldoet aan de leefgebieden criteria voor weidevogels

Nadere informatie

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster Adviseur: Bedrijfsnaam: UBN: Datum: BLk Format Bedrijfsnatuurplan versie 1.0, dd. 10.04.2019 Pagina 1 van 7 1. Meting ALGEMENE INFORMATIE Bedrijf gelegen

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland Pakket 1 Grasland met rustperiode Het in acht nemen van een rustperiode op grasland is vooral voor weidevogels van belang. Ze biedt rust aan broedende vogels door de kans op verstoring van de legsels te

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019 BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele

Nadere informatie

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Dit document is een uitgave van Dienst Landelijk Gebied en Dienst Regelingen. De beschrijving heeft een informatieve functie en er kunnen

Nadere informatie

Nulmeting en potentie bepaling kade N 214

Nulmeting en potentie bepaling kade N 214 Provinciale recreatie gebieden Alblasserwaard Nulmeting en potentie bepaling kade N 214 R.J.S. Terlouw COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2016-11d Ouderkerk aan den IJssel, juni 2016. Versie

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2018-2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele

Nadere informatie

Hoe kunt u meedoen? Help

Hoe kunt u meedoen? Help Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open grasland 2019 1 Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) [1]

Nadere informatie

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven.

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven. Opengestelde beheerpakketten Collectief Rivierenland per leefgebied (gebaseerd op adviestarieven landelijke beheerpakketten ANLB2016 dd. 09-03-2015) let op: tarieven gewijzigd tov. medio februari 2015

Nadere informatie

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogelherkenningscursus 2017 Bert Geelmuijden Waarnemen en kennis Kun je iets waarnemen dat je niet kent? (5 e symfonie van Beethoven als ezelsbrug voor zang van

Nadere informatie

Alarmtellingen in de Barsbekerbinnenpolder in Jelle Postma

Alarmtellingen in de Barsbekerbinnenpolder in Jelle Postma Alarmtellingen in de Barsbekerbinnenpolder in 2008 Jelle Postma Alarmtellingen in de Barsbekerbinnenpolder in 2008 Jelle Postma SOVON-informatierapport 2008/11 Deze notitie is opgesteld op verzoek van

Nadere informatie

Hydrologische maatregelen voor weidevogels

Hydrologische maatregelen voor weidevogels foto Martijn van Schie Hydrologische maatregelen voor weidevogels Speciale in- en uitlaatconstructie in de Nieuwkoopse Plassen Zuid om het waterpeil stabiel te houden. Veel weidevogelsoorten nemen in Nederland

Nadere informatie

NULMETING EN POTENTIE BEPALING NATUURCOMPENSATIE

NULMETING EN POTENTIE BEPALING NATUURCOMPENSATIE NULMETING EN POTENTIE BEPALING NATUURCOMPENSATIE POLDER STEEKT. R.J.S. Terlouw. IN OPDRACHT VAN: COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2015-14. Ouderkerk aan den IJssel, augustus 2015. Versie

Nadere informatie

Nulmeting en potentie bepaling natuurcompensatie polder Steekt. R.J.S. Terlouw

Nulmeting en potentie bepaling natuurcompensatie polder Steekt. R.J.S. Terlouw Nulmeting en potentie bepaling natuurcompensatie polder Steekt R.J.S. Terlouw bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2015-14. Ouderkerk aan den IJssel, augustus 2015. Versie : Definitief Auteur : R.J.S.

Nadere informatie

WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017

WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017 WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 2 juli 2017 I N H O U D S O P G A V E 1. Inleiding...

Nadere informatie

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Aan : Provincie Noord-Holland Van : Joost Rink en Tom van den Broek Datum : 9 januari 2015

Nadere informatie

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen

Nadere informatie

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil

Nadere informatie

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen:

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen: Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen: Agrarisch natuurtype Agrarisch beheertype A01 Agrarische Faunagebieden A01.03 Ganzenfourageergebied

Nadere informatie

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.

Nadere informatie

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming Concept criteria voor akkerbouw om de mate van Vogelvriendelijk boeren te bepalen De grondstoffenleverancier van het product is een agrarisch

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit

Nadere informatie

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Inleiding In 2005 verschenen alarmerende berichten over een snelle teruggang van weidevogels

Nadere informatie

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H.

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H. BIBLIOTHEEK IJS~tl Mi: :l,.;(:,loehs...... W E R K D O C U M E N T INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR 1980 door H. van Elburg 198127 Abw

Nadere informatie

V E R K O O P B R O C H U R E

V E R K O O P B R O C H U R E V E R K O O P B R O C H U R E VERKOOP BIJ INSCHRIJVING NATUURGEBIED WOLVENPOLDER GEMEENTE NISSEWAARD Opening inschrijving: vrijdag 15 april 2016 Sluiting inschrijving: : zondag 12 juni 2016 om 24.00 uur

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019 COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019 Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit niet

Nadere informatie

Algemene Ledenvergadering

Algemene Ledenvergadering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Algemene Ledenvergadering Collectief ELAN Nijeholtpade, 28-06-2017 Opgericht in 2010 Vijf inliggende Agrarische natuurverenigingen (ANV s): Gagelvenne

Nadere informatie

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer.

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijgevoegd zijn de beheerpakketten, inclusief alle beheereisen en aanvullende beheervoorschriften,

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer.

Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijlage 1 De beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften behorende bij het overeengekomen beheer. Bijgevoegd zijn de beheerpakketten, inclusief alle beheereisen en aanvullende beheervoorschriften,

Nadere informatie

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard Projectvoorstel Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard J. Sloothaak Januari 2013 Projectvoorstel Project: Maatregelen voor de Patrijs Periode: 1 januari 2013 1 november 2014 Inleiding

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers. Van: Danny Eijsackers [mailto:d.eijsackers@milieufederatie.nl] Verzonden: woensdag 10 mei 2017 14:58 Aan: Statengriffie Onderwerp: Bijeenkomst boerenlandvogels Beste Randy, Hierbij stuur ik je 2 documenten

Nadere informatie

Weidevogels in West-Friesland in 2014

Weidevogels in West-Friesland in 2014 Weidevogels in West-Friesland in 2014 Analyse van weidevogelinventarisaties in relatie tot het provinciale weidevogelbeleid FOTO: JOKE HUIJSER-SPEKKEN 2 Colofon Status uitgave: Rapport nr.: Datum uitgave:

Nadere informatie

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Vanavond krijgt u informatie over het project Ruygeborg II. Als u vragen heeft kunt u die aan ons stellen. Daarnaast zijn wij benieuwd naar uw ideeën over Ruygeborg.

Nadere informatie

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN Foto: Onno Steendam Landschap Noord-Holland Toelichting Weidevogelleefgebieden Over wie gaat het? Weidevogels zijn vogels die in uitgestrekte en kruidige graslanden

Nadere informatie

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling: Veldwerk: Status Gemeente Haarlemmermeer Adviesbureau E.C.O. Logisch ing.

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

V E R K O O P B R O C H U R E

V E R K O O P B R O C H U R E V E R K O O P B R O C H U R E VERKOOP BIJ INSCHRIJVING 7 NATUUR- EN RECREATIEGEBIEDEN IN DE ALBLASSERWAARD GEMEENTE MOLENWAARD Opening inschrijving: vrijdag 29 juli 2016 Sluiting inschrijving: donderdag

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Pakketten Waterbeheer

Pakketten Waterbeheer Pakketten Waterbeheer 2016-2021 Duurzaam slootbeheer, iets voor u? Als agrariër heeft u belang bij een goed onderhouden sloot. Nu is de waterkwaliteit de afgelopen jaren al flink verbeterd, maar het kan

Nadere informatie

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER Aangepast landelijk pakket 2 Kuikenvelden Veldleeuwerik Naam beheerpakket Kuikenvelden Veldleeuwerik op grasland

Nadere informatie

ONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXI I (2010) O.H. Brandsma

ONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXI I (2010) O.H. Brandsma ONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXI I (21) O.H. Brandsma 1 2 ONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXII (21) Drs. O.H. Brandsma

Nadere informatie

VERSLAG TERREINBEZOEK bui-tegewoon, groenprojecten

VERSLAG TERREINBEZOEK bui-tegewoon, groenprojecten Bui-tegewoon, groenprojecten. Schaapjeszijde 4 2935 CK Ouderkerk aan den IJssel Tel. 06 10301196 Mail info@bui-tegewoon.nl www.bui-tegewoon.nl Verslag terreinbezoek Omgevingsverkenning ecologie Beijersche

Nadere informatie

De kern ligt bij plasdras

De kern ligt bij plasdras 7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras

Nadere informatie

Weidevogelrapport 2012

Weidevogelrapport 2012 Weidevogelrapport 2012 november 2012 Tureluur Alle foto s zijn op 16 mei 2012 tijdens de excursie voor de schooljeugd in Oldelamer en op 29 mei 2012 tijdens de excursie naar de familie Pelleboer in Mastenbroek

Nadere informatie

V E R K O O P B R O C H U R E

V E R K O O P B R O C H U R E V E R K O O P B R O C H U R E VERKOOP BIJ INSCHRIJVING 5 HA WEIDEVOGELGRASLAND GELEGEN IN DE AALKEET-BUITENPOLDER GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND Opening inschrijving: vrijdag 15 april 2016 Sluiting inschrijving:

Nadere informatie

WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2015

WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2015 WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2015 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 10 augustus 2015 I N

Nadere informatie

WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2016

WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2016 WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2016 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 17 juli 2016 I N H O

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 februari het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 februari 2013 SWS/PWB. 5 februari 2013 mw. M.

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 februari het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 februari 2013 SWS/PWB. 5 februari 2013 mw. M. V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 26 februari 2013 SWS/PWB S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 5 februari 2013 mw. M. Wolfs ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 15 Ecologisch

Nadere informatie

Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn

Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn Juni 2013 Foto s: Frode Numan, Paulien de Gaaij, Pieke Molenaar, Oda Bögels 1 INHOUD Pilot Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder... - 3

Nadere informatie

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Inleiding Nederland heeft op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn de verplichting om voor alle van nature voorkomende

Nadere informatie

Briefrapport. Bureaustudie Natuur Groenzoom aanwezige en potentiele waarden

Briefrapport. Bureaustudie Natuur Groenzoom aanwezige en potentiele waarden Briefrapport aan: van: ons kenmerk: Gemeente Lansingerland SAB ZANDGEST15036 datum: 9 december 015 betreft: Bureaustudie Natuur Groenzoom aanwezige en potentiele waarden AANLEIDING Gemeente Lansingerland

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Weidevogels in midden Noord-Holland

Weidevogels in midden Noord-Holland Weidevogels in midden Noord-Holland Analyse van veldresultaten uit 2013 in relatie tot het provinciale weidevogelbeleid Foto: Joke Huijser-Spekken 2 Colofon Status uitgave: Rapport nr.: Datum uitgave:

Nadere informatie

Pierikstraat 16 Gaanderen

Pierikstraat 16 Gaanderen Pierikstraat 16 Gaanderen Inrichtingsplan Pierikstraat 16 te Gaanderen Onderdeel van de bestemmingswijziging VOF Wisselink Loonbedrijf Colofon Hoog-Keppel : 7 juli 2014 Rapportnummer : 1414 Projectnummer

Nadere informatie

Weidevogelvisie Provincie Utrecht

Weidevogelvisie Provincie Utrecht Weidevogelvisie Provincie Utrecht Weidevogelvisie Provincie Utrecht 1 Colofon Uitgave Provincie Utrecht, januari 2012 Vormgeving/DTP Del Puerto Design Grafische begeleiding MultiMediaCentrum provincie

Nadere informatie

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Inleiding In deze leeswijzer vindt u een uitgebreidere uitleg over de het gebruik en interpretatie

Nadere informatie

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Versie 1.5d. 1 december 2015

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Versie 1.5d. 1 december 2015 Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5d 1 december 2015 Overzicht beheerpakketten ANLb 2016 Pakketnaam Pakketvariant 1 Grasland met rustperiode a rust van 1 april

Nadere informatie

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16 Projectplan GOB Object: De Riggen Datum: Oktober 2015 1/16 Inleiding Aanvrager: Projectnaam: Voorgeschiedenis Stichting het Noordbrabants Landschap Perceel de Riggen - Pannenhoef Perceel was een oude boomkwekerij

Nadere informatie

1. Grasland met rustperiode

1. Grasland met rustperiode 1. Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats Pakket

Nadere informatie

Paarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef

Paarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef Paarden in bloemenweiden Filippien Koornneef Subsidie voor natuurbeheer Twee verschillende regelingen Agrarisch natuurbeheer Particulier natuurbeheer Waarvoor subsidie ANLb? Pakketten: Kruidenrijk grasland

Nadere informatie

bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2018/09 Ouderkerk aan den IJssel, juni 2018 COLOFON:

bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2018/09 Ouderkerk aan den IJssel, juni 2018 COLOFON: COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2018/09 Ouderkerk aan den IJssel, juni 2018 Versie : Definitief Auteur : R.J.S. Terlouw Fotografie : D. Buisman In opdracht van : Stichting Part-Ner (mevrouw

Nadere informatie

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Pagina Natuurbeheerplan 2017 Ontwerp Natuurbeheerplan 2018 Natuurbeheerplan

Nadere informatie

Beheerplan. Natuurcoöperatie Krimpenerwaard R.J.S. Terlouw

Beheerplan. Natuurcoöperatie Krimpenerwaard R.J.S. Terlouw Beheerplan Natuurcoöperatie Krimpenerwaard 2014-2018 R.J.S. Terlouw BEHEERPLAN NATUUR COÖPERATIE KRIMPENERWAARD 2014-2018 R.J.S. Terlouw COLOFON: bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2014-02 Ouderkerk

Nadere informatie

Natuurontwikkelingsgebied De Hilver, kansrijk weidevogelreservaat voor grutto s in Noord-Brabant? VWG Midden-Brabant Peer Busink & Wiel Poelmans

Natuurontwikkelingsgebied De Hilver, kansrijk weidevogelreservaat voor grutto s in Noord-Brabant? VWG Midden-Brabant Peer Busink & Wiel Poelmans Natuurontwikkelingsgebied De Hilver, kansrijk weidevogelreservaat voor grutto s in Noord-Brabant? VWG Midden-Brabant Peer Busink & Wiel Poelmans Waar gaat het over? Korte terugblik Natuurontwikkeling Beheer

Nadere informatie

Weidevogelbescherming ~ jaarverslag 2012. Staphorsterveld

Weidevogelbescherming ~ jaarverslag 2012. Staphorsterveld Weidevogelbescherming ~ jaarverslag 2012 Staphorsterveld 1 Contactgegevens Agrarische Natuurvereniging Horst en Maten Postweg 2, 7951 KT Staphorst T: 06-55556812 E: info@anvhorstenmaten.nl I: www.anvhorstenmaten.nl

Nadere informatie

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 11 Rietzoom en klein rietperceel Met een rietzoom kunnen verbindingen worden gelegd tussen (beheerde) elementen of percelen. Tevens kan

Nadere informatie

GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE

GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE Broedvogelinventarisatie 2017 1 Trots op ons weidevogellandschap De grutto is uitgeroepen tot onze nationale vogel en als Kening fan e Greide onlosmakelijk verbonden met Fryslân.

Nadere informatie

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering Pakket NFW Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken. Andere al dan niet gegraven kleine wateren met een historische

Nadere informatie

GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE. Broedvogelinventarisatie 2018

GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE. Broedvogelinventarisatie 2018 GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE Broedvogelinventarisatie 2018 A Aantallen broedparen in de Friese weidevogelgebieden B Skrok Skrins Lionserpolder Filenspolder Hegewiersterfjild Totaal 2018 Totaal 2017 Totaal

Nadere informatie

Weidevogelrapport november 2011

Weidevogelrapport november 2011 Weidevogelrapport 2011 november 2011 Foto voorpagina: Tureluur (Foto gemaakt door Adri de Groot van www.vogeldagboek.nl) MAAIEN? ALTIJD VAN BINNEN NAAR BUITEN! 2 Inhoudsopgave. 3 Voorwoord 4 Inleiding

Nadere informatie

memo AANLEIDING Carla van der Biezen, Sigrid Hafkenscheid Frans Kuenen Ariën Schaap datum: 12 juli 2011 Plan van aanpak weidevogels gemeente Kampen

memo AANLEIDING Carla van der Biezen, Sigrid Hafkenscheid Frans Kuenen Ariën Schaap datum: 12 juli 2011 Plan van aanpak weidevogels gemeente Kampen memo aan: van: c.c.: Carla van der Biezen, Sigrid Hafkenscheid Frans Kuenen Ariën Schaap datum: 12 juli 2011 betreft: Plan van aanpak weidevogels gemeente Kampen AANLEIDING In het kader van de realisatie

Nadere informatie

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen Index Natuur en Landschap Onderdeel Agrarische beheertypen 7 oktober 2012 1 A01.01 Weidevogelpakketten A01.01.01 Weidevogelgrasland met rustperiode A01.01.02 Weidevogelgrasland met voorweiden A01.01.03

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Aanleiding en ligging plangebied Dhr. van de Venne heeft aan de Hammerstraat enkele boogkassen liggen. Deze liggen er al 10 jaar en dienen te worden

Nadere informatie