o v in c i e Limburg De deputatie van de provincie Limburg 1/8

Transcriptie

1 p ^ o v in c i e Limburg Directie RUIHlte Dienst Milieuvergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op de mededeling van verandering van GRC Zolder nv & DEC nv, Scheldedijk 30, Haven 1025 te 2070 Zwijndrecht (ondernemingsnr ), ontvangen op het provinciebestuur op 5 november 2014 (en aanvullende gegevens op 26 november 2014), voor het veranderen van de vergunde Inrichting (zie hierna) voor het recycleren van niet-gevaarlijke afvalstoffen met betoncentrale, door wijziging zijnde: - het verplaatsen (zonder uitbreiding hoeveelheden of wijziging soorten afvalstoffen) op het terrein van de opslag en mechanisch behandeling van inerte afvalstoffen en - de verplaatsing van de tijdelijke opslag en verwerking van uitgegraven bodem en andere niet-gevaarlijke afvalstoffen; waarvoor de volgende rubrieken van toepassing zijn: (rubriek b.): opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, afvalstoffen die ook asbestafval als bedoeld in sub c) kunnen omvatten (vergund: opslag en overslag van verontreinigde gronden, straalgrit, spoorwegballast, veegvuil, rioolkolkenslib, bentonietslib, slijpslib, zinkassen, bodemassen, bouw- en sloopafval en asfalt met een maximale opslag van ton (rubriek ): tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Bodemdecreet en het Vlarebo, met bijhorende beperkte mechanische activiteiten zoals het sorteren en/of zeven van uitgegraven bodem (vergund: tussentijdse opslag voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Bodemdecreet en het Vlarebo van max. SO.OOOm3 of ton (rubriek c.2 ): opslag en sortering van niet gevaarlijke afvalstoffen bestaande uit papier en karton, hout, textiel, kunststoffen, metaal, glas, rubber, bouw- en sloopafval (vergund: opslag en sortering van volgende niet- gevaarlijke afvalstoffen: hout, kunststoffen, metaal, glas, rubber, roofingmateriaal, bouw en sloopafval van max ton (rubriek a.2 ): opslag en mechanische behandeling van inerte afvalstoffen (vergund: opslag en mechanisch behandelen (breken en zeven) van puin, met een maximale opslag van lo.oooms (rubriek b.2 ): opslag en mechanische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen uit c. (vergund: opslag en mechanisch behandelen van volgende niet-gevaarlijke afvalstoffen: hout, kunststoffen, metaal, glas, rubber, roofingmateriaal, bouw- en sloopafval van max ton (rubriek f.2 ): opslag en mechanische behandeling van andere niet gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen: verontreinigde grond, straalgrit, spoorwegballast, veegvuil, rioolkotkenslib, betonietslib, slijpslib, zinkassen, bodemassen niet- inert bouwpuin en asfalt met een maximale opslagcapaciteit van ton (rubriek g.2 ): opslag en mechanische behandeling van andere gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en mechanische behandeling van teerhoudend asfalt en non-ferro assen met een maximale Kenmerk 1/8

2 opslagcapaciteit van ton (rubriek f.): opslag en biologische behandeling : andere biologische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en andere biologische behandeling van nlet-gevaarlijke verontreinigde uitgegraven bodem met en maximale opslagcapaciteit van ton (rubriek a.2 ): opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van niet gevaarlijke slibs (vergund: opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van niet-gevaarlijke rioolkolkensllb, zandvangerslib, bentonietslib, zaagslib van hakken en zagen van stenen met een opslagcapaciteit van max ton (rubriek e.2 ): opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van andere niet gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en fysisch- chemische behandeling (reiniging en solidificatie) al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van volgende niet- gevaarlijke afvalstoffen: verontreinigde grond, straalgrit, spoorwegballast, veegvull, rioolkolkenslib, betonietslib, slijpslib en zinkassen. De maximale opslagcapaciteit bedraagt ton en de verwerkingscapaciteit ton/uur (rubriek ): inrichtingen voor het mechanisch behandelen van minerale producten (vergund: een mobiele breker van 250 kw verandering: verplaatsing op het terrein) (klasse 1) (rubriek ): inrichtingen voor de opslag of overstag van ertsen en/of andere minerale producten (vergund: opslag van minerale producten op een terrein van 5,0083 ha verandering: verplaatsing op het terrein) (klasse 2) (rubriek ): tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo (vergund: tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo met een opslagcapaciteit van max m3 of ton - de som van de rubrieken en is max. GO.OOOm3 of ton verandering: verplaatsing op het terrein zonder uitbreiding hoeveelheden) (klasse 2) gelegen te HEUSDEN-ZOLDER, Westlaan 262; Gelet op de terzake van toepassing zijnde reglementering, t.w.: - het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 27; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaamse Reglement betreffende de Milieuvergunning (hierna afgekort als Vlarem l) en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op hoofdstuk III bis (artikelen 6bis, Ster, 6quater); - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en op datum van bovenvermelde mededeling van toepassing zijn: besluit van de deputatie, ct.d. 1 februari 2007 waarbij' vergunning verleend werd tot exploitatie van een grondreinigingscentrum voor een termijn van 20 jaar (op naam van DEC nv) ministerieel besluit, d.d. 1 augustus 2007 waarbij ingevolge beroep, het besluit van de deputatie van 1 februari 2007 werd gewijzigd door het opleggen van bijkomende bijzondere voorwaarden; besluit van de deputatie, d.d. 19 november 2009 waarbij akte werd genomen van de overname van de inrichting door DEO nv en GRC Zolder nv; besluit van de deputatie, d.d. 16 februari waarbij vergunning verleend werd tot uitbreiding van de inrichting met o.a. een betoncentrale, voor een termijn eindigend op 1 februari 2027; besluit van de deputatie, d.d. 10 november tot wijziging van de lozingsnormen; besluit van de deputatie, d.d. 10 juli waarbij vergunning verleend werd tot verandering van het vergunde recyclagecentrum voor niet-gevaarlijke afvalstoffen door uitbreiding met een mobiele fysicochemische relnigingsinstallatie voor gronden, voor een termijn eindigend op 1 februari 2027; Kenmerk 2/8

3 Gelet op het schrijven d.d. 10 december 2014, waarbij de indiener van de mededeling van verandering in kennis werd gesteld dat zijn mededeling volledig en ontvankelijk werd verklaard; Gelet op de brieven d.d. 10 december 2014, waarbij conform artikel 6 quater 3 van Vlarem l,door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan: - de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg - Ruimte Vlaanderen Gelet op de brieven d.d. 10 december 2014, waarbij een afschrift van bovenvermelde mededeling van verandering werd gestuurd naar de belanghebbende overheden, vermeld in artikel 35,5, c van Vlarem l, met het verzoek hun eventuele opmerkingen en bezwaren i.v.m. de mededeling, binnen 30 kalenderdagen te laten kennen; Gelet op het advies van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, d.d. 6 januari 2015, waaruit het volgende blijkt: De exploitant voorziet een verplaatsing van verschillende vergunde activiteiten binnen de aanwezige terreinen. Beoordelina verenigbaarheid met het leefmilieu Met deze mededeling wenst men de inzet van de exploitatie te optimaliseren. In de huidige situatie bestaat een groot gedeelte van het terrein uit een laguneringsveld voor de verwerking van bagger- en ruimingsspecie. In de beoogde situatie wenst men ook andere afvalstoffen dan bagger- en ruimingsspecie in deze zone te stockeren en/of te verwerken. Men geeft aan dat de gehele zone voor de opslag/overslag/verwerking van afvalstoffen (oppervlakte van ca. 3,46 hectare) voorzien is van een vloeistofdichte asfaltverharding met afwatering naar een waterzuivering. Uit het onderzoek blijkt, dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie mits naleving van de reeds opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt. Procedure mededeling van verandering Uit de hoger uitgevoerde beoordeling blijkt dat de beoogde veranderingen niet van die aard zijn dat de hinder het aanvaardbare overstijgt. De bestaande hinder vergroot niet. Conclusie De gevraagde verandering kan beschouwd worden als een geval zoals bedoeld in artikel 6bis 3 van Vlarem l. De procedure mededeling van kleine verandering kan worden toegepast overeenkomstig artikel 6quater van Vlarem l. Er kan akte worden genomen van de mededeling. Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van Ruimte Vlaanderen (artikel 6 quater 3 laatste lid van Vlarem l); Gelet het gunstig advies van OVAM, d.d. 13 januari 2015 waaruit het volgende blijkt: De activiteiten van de firma GRC Zolder - DEC bestaan uit: *recyclagecentrum voor niet-gevaarlijke uitgegraven bodem, bagger- en ruimingsspecie en gelijkaardige anorganische afvalstromen; lijdelijke opslagplaats voor niet-gevaarlijke uitgegraven bodem; *betoncentrale. Voorwerp aanvraag: Voorliggende aanvraag betreft een wijziging door de verplaatsing, zonder uitbreiding van de hoeveelheden of zonder wijziging van de soorten afvalstoffen. De aanvraag heeft betrekking op de opslag en mechanische behandeling van Inerte afvalstoffen en de verplaatsing van de tijdelijke opslag en verwerking van uitgegraven bodem en andere niet-gevaarlijke afvalstoffen. Evaluatie van de aanvraag Voorliggende aanvraag heeft betrekking op het verplaatsen op het bedrijfsterrein van de opslag en mechanische behandeling van inerte afvalstoffen, tijdelijke opslag en verwerking van uitgegraven bodem en andere nietgevaarlijke afvalstoffen. In het aanvraagdossier wordt vermeld dat de grond- en afvalverwerking wordt geëxploiteerd door de vennootschappen GRC Zolder nv en DEC nv. De betoncentrale daarentegen wordt geëxploiteerd voor B-Mix Zolder nv, de welke op dit moment werkt onder vergunning van GRC Zolder nv en DEC nv. Voorliggende mededeling is dan ook de eerste stap die gezet wordt om uiteindelijk een overdracht van de rubrieken m.b.t. de betoncentrale door GRC Zolder nv / DEC nv aan B-Mix Zolder te realiseren. De exploitant wenst dus een duidelijke scheiding te bekomen tussen: de betoncentrale (met bijhorende activiteiten - geëxploiteerd door B-Mix Zolder nv) Kenmerk 3/8

4 en de grond- en afvalverwerking (geëxploiteerd door GRC Zolder nv / DEO nv. Gezien de grote diversiteit aan afvalstoffen dient de inplanting op het terrein lichtjes gewijzigd te worden. De verscheidene types van afvalstromen zullen duidelijk gescheiden gehouden worden. Het betreft dus enkel een verplaatsing van de activiteiten op het terrein binnen de reeds vergunde rubrieken. Het betreft dus geen uitbreiding van de totale opslag- en verwerkingscapaciteit. De OVAM beoordeelt enkel de afval- en materiaalbeleidsaspecten van deze aanvraag. Andere instanties zijn aangewezen om te oordelen over de hinder en verontreiniging die de exploitatie kan veroorzaken. De OVAM doet geen uitspraak over stedenbouwkundige aspecten en of de aangevraagde hoeveelheden op een ordentelijke wijze op het terrein gestapeld kunnen worden, zonder hinder naar de omgeving te veroorzaken. Conclusies en advies Vanuit het afvalstoffen- en materialenaspect heeft de OVAM geen bezwaar tegen de gevraagde veranderingen aangevraagd door nv GRC Zolder en DEC nv voor een inrichting gelegen Westlaan 262, 3550 Heusden-Zolder. Gelet op het gunstig advies van de VMM, d.d. 15 januari 2015, waaruit het volgende blijkt: Situatieschets GRC Zolder nv & DEC nv wilt met deze mededeling een verandering door wijziging melden van de vergunde inrichting. Het betreft een recyclagecentrum voor niet-gevaarlijke uitgegraven grond, bagger- en ruimingsspecie en gelijkaardige anorganische afvalstromen, een tijdelijke opslagplaats voor niet-gevaarlijke uitgegraven bodem en een betoncentrale. Deze melding betreft enkel het verplaatsen van de activiteiten op het terrein binnen de reeds vergunde rubrieken. Er verandert dus niets aan de reeds vergunde rubrieken (hoeveelheden, soorten afvalstoffen,... blijven hetzelfde). Het betreft ook geen uitbreiding van de totale opslag- en verwerkingscapaciteit. Volgende Vlarem-rubrieken worden aangevraagd waarvoor VMM advies dient te verstrekken: f), a)2, e)2 ; Deze milieuvergunningsaanvraag brengt geen wijziging van het lozingsaspect met zich mee, daarom is het advies van de VMM inzake afvalwater niet vereist; Aspect lucht: De melding betreft een inrichting voor de tijdelijke opslag en de behandeling van uitgegraven gronden en andere afvalstoffen en de uitbating van een betoncentrale. De gemelde verandering bestaat uit wijziging van de inplanting op het terrein door het verplaatsen van activiteiten. De behandelingstechnieken voor de uitgegraven gronden en andere niet-gevaarlijke afvalstoffen zoals puin, baggeren ruimingsspecie, veegvuil en rioolkolkenslib bestaan uit een biologische of een fysico-chemische verwerking. In het bedrijf worden ook nog andere afvalstoffen zoals zinkassen, bodemassen, teerhoudend asfalt, bouw- en sloopah/al, kunststoffen, metaal, rubber, hout en glas opgeslagen. Op termijn zal de betoncentrale opgenomen in de vergunning van GRC Zolder maar uitgebaat door B-MIX Zolder worden overgedragen aan het bedrijf B-Mix Zolder. Om een duidelijke scheiding tussen beide bedrijven, nl de betoncentrale enerzijds en het grond- en afvalwerkingsbedrijf anderzijds, te kunnen realiseren dienen bepaalde bestaande vergunde inrichtingen en activiteiten worden verplaatst. De vergunde hoeveelheden en afvalstoffen en de vergunde opslag- en verwerkingscapaciteiten blijven onveranderd. Gezien de gemelde verandering - het verplaatsen van vergunde installaties en activiteiten op het terrein - niet van dien aard is dat een merkbare verhoging van de huidige hinder in de omgeving zal worden veroorzaakt komt de melding in aanmerking voor akteneming. Advies lucht De mededeling kleine verandering kan in aanmerking komen voor akteneming. Overwegende dat de aangevraagde verandering enkel een verplaatsing betreft van reeds vergunde activiteiten op het terrein (binnen de reeds vergunde rubrieken); dat er niets veranderd aan de vergunde hoeveelheden, soorten afvalstoffen of aan de totale opslag- en verwerkingscapaciteit; Overwegende dat de geplande veranderingen niet van die aard zijn dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhouden of de bestaande hinder zouden vergroten; dat daarom akte kan worden genomen van de mededeling aangaande deze veranderingen; Gehoord het verslag van Ludwig Vandenhove, lid van het college; Kenmerk 4/8

5 BESLUIT Artikel 1 1. Hierbij wordt AKTE GENOMEN van bovenvermelde mededeling van GRC Zolder nv & DEC nv, Scheldedijk 30, Haven 1025 te 2070 Zwijndrecht, voor het veranderen van de vergunde inrichting (zie hiervoren) voor het recycleren van niet-gevaarlijke afvalstoffen met betoncentrale door wijziging zijnde: - het verplaatsen (zonder uitbreiding hoeveelheden of wijziging soorten afvalstoffen) op het terrein van de opslag en mechanisch behandeling van inerte afvalstoffen en - de verplaatsing van de tijdelijke opslag en verwerking van uitgegraven bodem en andere niet-gevaarlijke afvalstoffen; waarvoor de volgende rubrieken van toepassing zijn: (rubriek b.): opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, afvalstoffen die ook asbestafval als bedoeld in sub c) kunnen omvatten (vergund: opslag en overslag van verontreinigde gronden, straalgrit, spoorwegballast, veegvuil, rioolkolkenslib, bentonietslib, slijpslib, zinkassen, bodemassen, bouw- en stoopafval en asfalt met een maximale opslag van ton (rubriek ): tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Bodemdecreet en het Vlarebo, met bijhorende beperkte mechanische activiteiten zoals het sorteren en/of zeven van uitgegraven bodem (vergund: tussentijdse opslag voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Bodemdecreet en het Vlarebo van max m3 of ton (rubriek c.2 ): opslag en sortering van niet gevaarlijke afvalstoffen bestaande uit papier en karton, hout, textiel, kunststoffen, metaal, glas, rubber, bouw- en sloopafval (vergund: opslag en sortering van volgende niet- gevaarlijke afvalstoffen: hout, kunststoffen, metaal, glas, rubber, roofingmateriaal, bouw en sloopafval van max ton (rubriek a.2 ): opslag en mechanische behandeling van inerte afvalstoffen (vergund: opslag en mechanisch behandelen (breken en zeven) van puin, met een maximale opslag van m3 (rubriek b.2 ): opslag en mechanische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen uit c. (vergund: opslag en mechanisch behandelen van volgende niet-gevaarlijke afvalstoffen: hout, kunststoffen, metaal, glas, rubber, roofingmateriaal, bouw- en sloopafval van max ton (rubriek f.2 ): opslag en mechanische behandeling van andere niet gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen: verontreinigde grond, straalgrit, spoorwegballast, veegvuil, rioolkolkenslib, betonietslib, stijpslib, zinkassen, bodemassen niet- inert bouwpuin en asfalt met een maximale opslagcapaciteit van ton (rubriek g.2 ): opslag en mechanische behandeling van andere gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en mechanische behandeling van teerhoudend asfalt en non-ferro assen met een maximale opslagcapaciteit van ton (rubriek f.): opslag en biologische behandeling : andere biologische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en andere biologische behandeling van niet-gevaarlijke verontreinigde uitgegraven bodem met en maximale opslagcapaciteit van ton (rubriek a.2 ): opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van niet gevaarlijke slibs (vergund: opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van niet-gevaarlijke rioolkolkenslib, zandvangerslib, bentonietslib, zaagslib van hakken en zagen van stenen met een opslagcapaciteit van max ton (rubriek e.2 ): opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van andere niet gevaarlijke afvalstoffen (vergund: opslag en fysisch- chemische behandeling (reiniging en solidificatie) al of niet in combinatie met een mechanische behandeling van volgende niet- gevaarlijke afvalstoffen: verontreinigde grond, straalgrit, Kenmerk 5/8

6 spoorwegballast, veegvuil, rloolkolkenslib, betonietslib, slijpslib en zinkassen. De maximale opslagcapaciteit bedraagt ton en de verwerkingscapaciteit ton/uur (rubriek ): inrichtingen voor het mechanisch behandelen van minerale producten (vergund: een mobiele breker van 250 kw verandering: verplaatsing op het terrein) (klasse 1) (rubriek 30.10,1 ): inrichtingen voor de opslag of overslag van ertsen en/of andere minerale producten (vergund: opslag van minerale producten op een terrein van 5,0083 ha verandering: verplaatsing op het terrein) (klasse 2) (rubriek ): tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vtarebo (vergund: tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo met een opslagcapaciteit van max m3 of ton - de som van de rubrieken en is max m3 of ton verandering: verplaatsing op het terrein zonder uitbreiding hoeveelheden) (klasse 2) gelegen te HEUSDEN-ZOLDER, Westlaan Het plan gehecht aan dit besluit maakt er integraal deel van uit. Deze akteneming geldt als milieuvergunning voor een termijn die vervalt gelijktijdig met de basisvergunning, hetzij op 1 februari Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting moet in gebruik worden genomen binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van dit besluit. De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde akteneming, krachtens artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een vergunning nodig is, wordt deze milieuvergunning geschorst zolang deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend, in de zin van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. In afwijking van het bepaalde in 1 gaat de termijn van ingebruikname van de milieuvergunning slechts in op de dag dat de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening definitief is verleend. 3. Wordt de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening evenwel definitief geweigerd, in de zin van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde akteneming van rechtswege. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de voorwaarden opgelegd in de basisvergunning (vorige vergunningsbesluiten) en de thans geldende algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II. Artikel 4 Alle andere bepalingen van deze basisvergunning zijn eveneens van toepassing op deze akteneming. Artikel 5 Een afschrift van dit besluit zal AANGETEKEND worden gezonden: 1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te Heusden-Zolder. De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX van VLAREM l. 2. voor KENNISNEMING aan: a) de indiener-exploitant, met name GRC Zolder nv en DEC nv, Scheldedijk 30, Haven 1025 te 2070 Zwijndrecht, samen met een exemplaar van het aangehechte plan b) de Afdeling Milieu-inspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen c) het college van burgemeester en schepenen van en te 3550 Heusden-Zolder d) de Provinciale Milieuvergunningscommissie e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT f) Ruimte Vlaanderen, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN Kenmerk 6/8

7 h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM i) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR j) het Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Preventie, Koningin Astridlaan 50/7 te 3500 HASSELT k) de Directie van de Directe Belastingen, Voorstraat 41 te 3500 HASSELT l) de Directie Financiën - Dienst Belastingen - van het provinciebestuur Artikel 6 1. Tegen deze beslissing kan (zie echter ook 3), overeenkomstig artikel 51 van Vlarem l, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert 11-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL. Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de dag van verzending (betekening) van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing aan de aanvrager en aan de belanghebbende overheidsorganen en diensten, bedoeld in artikel 49, 1,1, 2 en 3 van VLAREM l, of na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing als het beroep uitgaat vanwege andere personen of instellingen. Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest van bekendmaking (betekening of aanplakking) van de omstreden beslissing, alsook van een bewijs van storting van het voorgeschreven bedrag aan onderzoekskosten voor het beroepsdossier. 2. De vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning nodig is of die onderworpen is aan de meldingsplicht, wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief werd verleend overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning of de melding niet is gebeurd. Wordt de milieuvergunning evenwel definitief geweigerd in de zin van artikel 5 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, dan vervalt de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van rechtswege. 3. Er is geen georganiseerd hoger beroep mogelijk tegen de mededelingen van veranderingen die NIET ALS DUSDANIG WERDEN AANVAARD en waarvoor een milieuvergunningsaanvraag moet worden ingediend. In dat geval kan enkel nog bij aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet voorafgegaan door of vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Wetenschapstraat 33 te 1040 BRUSSEL. Het beroep tot nietigverklaring en eventueel het beroep tot schorsing moeten ingesteld worden binnen een termijn van 60 dagen vanaf de datum van bekendmaking/betekening van dit besluit. Aanwezig: Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, leden; Renata Camps, provinciegriffier Hasselt d.d De verslaggever, (3) Ludwig Vandenhove De-provinciegriffier, De gouverneur-voorzitter, l /.' ' \ Renata Camps Herman Reynders Kenmerk 7/8

8 Nota: 1 Minuut: 3 - besluit: 2 - plannen: 1 Zendbrieven: 13 minuten + 13 expedities Attest: 1 Expedities te maken: -van besluit: 16 - van plannen: 2x1 -van attest: 15 bij brieven: JA (zie brieven) Kenmerk 8/8