Deventer Leerschool. Onderzoek bestuur en scholen. Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs. Primair Onderwijs

Transcriptie

1 Deventer Leerschool Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs

2 Samenvatting In augustus 2017 start de inspectie officieel met het vernieuwde toezicht, waarbij we ons onderzoek starten bij het college dat volgens de wet verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs: het schoolbestuur. Als het vernieuwde toezicht eenmaal een feit is, dan wordt elk bestuur van scholen in Nederland minstens één keer in de vier jaar onderzocht door de Onderwijsinspectie. In dit aanloopjaar zijn besturen gevraagd vrijwillig mee te doen. Ook het bestuur van de Vereniging Deventer Leerschool was bereid deel te nemen. We hebben onderzocht of het bestuur zorgt voor onderwijs van voldoende kwaliteit, of leerlingen er veilig zijn en of het bestuur voldoende geld heeft om in de toekomst het onderwijs te blijven verzorgen. Op de school hebben we onderzocht of het bestuur weet hoe het daar gesteld is met de kwaliteit van het onderwijs. Ook hebben we gekeken hoe het bestuur er zelf voor zorgt dat het onderwijs op de Deventer Leerschool van voldoende kwaliteit is. Wat gaat goed Op de Deventer Leerschool is zorg en aandacht voor sfeer op school en in de klas. De leraren leven mee met hun leerlingen en vinden het belangrijk dat de leerlingen hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. De leerlingen gaan met plezier naar school en de ouders zijn tevreden over de manier waarop de leraren met de leerlingen omgaan. We zijn positief over de wijze waarop de school samenwerkt met bijvoorbeeld. de Deventer schouwburg voor het onderwijs in kunst en met het educatieve natuur- en milieucentrum voor het onderwijs in natuur. Wat moet beter Het bestuur heeft onvoldoende zicht op hoe de leraren lesgeven, hoe de school hier zelf over denkt en welke plannen ze hebben gemaakt om het onderwijs te verbeteren. Bestuur en schoolleiding moeten hierover afspraken maken om dit op korte termijn te verbeteren. In het schoolplan staat beschreven hoe het bestuur en de school de kwaliteit van het onderwijs wil bewaken en verbeteren. In de uitvoering schiet het tekort. Een tweede belangrijk verbeterpunt is de manier van lesgeven. Zo moeten de leraren er beter voor zorgen dat de uitleg van de lesstof en de planning van begeleiding en zelfstandig werken past bij de verschillende niveaus van de leerlingen. De leerlingen zullen meer betrokken zijn bij de les als de leraren samen met hen verkennen wat er geleerd wordt en waarom dat belangrijk is. Naam bestuur: Deventer Leerschool BRIN: 06TU Aantal scholen onder bestuur: 1 Totaal aantal leerlingen: 230 ( ) Onderzoeksnummer: Betrokken scholen in onderzoek: 1 Uitvoeringsperiode onderzoek: oktober-december 2016 Datum definitief rapport: 15 mei 2017 Als kind wilde ik al graag zelf naar de Deventer Leerschool, daarom koos ik deze school voor mijn kinderen 2/17

3 Wat kan beter We zagen dat schoolleiding, intern begeleider en lerarenteam duidelijke afspraken met elkaar hebben gemaakt over het volgen van de ontwikkeling leerlingen. We vinden dan ook dat de leraren en de intern begeleider voldoende zicht hebben op de leerlingen. Toch zien we juist hier ook kansen voor verbetering. Zo zouden de leraren de informatie die zij over leerlingen verzamelen, bijvoorbeeld door het afnemen van toetsen, beter kunnen analyseren. Met deze informatie kunnen ze beter verklaren waarom de resultaten van sommige kinderen achterblijven of juist veel beter zijn dan verwacht. Hoe beter en preciezer de leraren in beeld hebben wat de leerlingen wel of niet kunnen en wat ze moeilijk of juist makkelijk vinden, des te beter kunnen de leraren deze leerlingen begeleiden. 3/17

4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Bestuur 7 3. Resultaten verificatieonderzoek Reactie van het bestuur 16 4/17

5 1. Inleiding Wat voor onderzoek heeft de inspectie gedaan? De inspectie heeft een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij het bestuur van de Deventer Leerschool. De centrale onderzoeksvraag voor een vierjaarlijks onderzoek van de inspectie is: Het onderzoek is verder gericht op vier deelvragen: 1. Heeft het bestuur doelen afgesproken met de school, heeft zij voldoende zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt zij op de verbetering van de onderwijskwaliteit? 2. Heeft het bestuur een professionele kwaliteitscultuur en functioneert het transparant en integer? 3. Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties en ontwikkelingen en die van zijn school? 4. Is het financieel beheer deugdelijk? Het onderzoek op het niveau van het bestuur is daarmee gericht op de standaarden binnen de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie (KA) en Financieel beheer (FB). Het onderzoek richt zich daarnaast op de onderwijskwaliteit van de school. Werkwijze Het onderzoek is uitgevoerd op twee niveaus. Op het niveau van het bestuur is onderzoek gedaan naar de kwaliteitszorg, de verantwoording en de borging van de financiële continuïteit. Onder het bestuur ressorteert één school. Het verificatieonderzoek is dan ook op deze school uitgevoerd. Het verificatieonderzoek is een belangrijk onderdeel van het onderzoek naar de kwaliteitszorg van het bestuur. Het gaat daarbij niet alleen om de vraag of de informatie van het bestuur juist is, maar ook of de sturing op kwaliteit werkt. In het onderzoek bij de Vereniging Deventer Leerschool verifiëren we dat aan de hand van een inspectieoordeel over de feitelijke kwaliteit op de volgende standaarden. Deze standaarden zijn in overleg met het bestuur gekozen: Zicht op ontwikkeling(op2) Didactisch handelen (OP3) Pedagogisch klimaat (SK2) Kwaliteitszorg (KA1) Kwaliteitscultuur (KA2) Legenda van beoordelingen zoals ze in de rapportages worden weergegeven: G V O K goed voldoende onvoldoende kan beter Onderzoeksactiviteiten De informatie over het bestuur van de Deventer Leerschool en over de bijbehorende school die bij de inspectie aanwezig is, is geanalyseerd en aangevuld met bestaande beleidsstukken, zowel op het niveau van het 5/17

6 bestuur als van de school. Het gaat hier onder meer om het schoolplan , de jaarplannen, het zorgdocument DOL op de Deventer Leerschool, de resultaten van de leerlingen en de financiële gegevens. We hebben daarnaast op de school de klassenadministratie en de leerling dossiers ingezien. Samen met de directeur en de intern begeleider hebben we lessen bezocht. Verder zijn gesprekken gevoerd met; het toezichthoudend en uitvoerend bestuur een vervolggesprek met de voorzitter, penningmeester en lid uitvoerend bestuur de directie en de intern begeleider een vertegenwoordiging van de MR een vertegenwoordiging van ouders, leerlingen en leraren. Leeswijzer Hierna volgen eerst de oordelen op de standaarden in de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer op bestuurs niveau; de resultaten van het verificatieonderzoek zijn hierin op hoofdlijnen verwerkt. In hoofdstuk 3 vindt u meer uitgebreid de resultaten van het verificatieonderzoek op de school. In hoofdstuk 4 is de reactie van het bestuur op het onderzoek en de rapportage opgenomen. 6/17

7 2. Bestuur Kwaliteitszorg en financieel beheer van het bestuur In dit hoofdstuk geven we de resultaten weer van het onderzoek op bestuursniveau: de oordelen op de standaarden in de gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. De resultaten uit het gehele onderzoek, dus ook het onderzoek op de school, zijn hierin verwerkt voor zover deze de oordelen onderbouwen en/of illustreren. In onderstaande figuur zijn de oordelen samengevat 1. Bestuur Kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie V Financieel beheer Oordelen op bestuursniveau voor de gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer Conclusie Het bestuur beschikt in onvoldoende mate over de middelen om gericht op de kwaliteit van het onderwijs op de Deventer Leerschool te sturen. Het bestuur zorgt wel voor een deugdelijk financieel beheer. De ambitie van de Deventer Leerschool om kwalitatief goed onderwijs te bieden wordt nog onvoldoende gerealiseerd. Het bestuur heeft te weinig zicht op de kwaliteit van de onderwijsprocessen. Het systeem van kwaliteitszorg geeft onvoldoende houvast om de uitvoering en de resultaten van de voorgenomen verbeteractiviteiten te plannen, uit te voeren en te borgen. De rollen en posities van directie, uitvoerend bestuur en toezichthoudend bestuur en de medezeggenschapsraad vragen verdere uitwerking, zeker ook in verhouding tot elkaar. Het bestuurlijk handelen, gebaseerd op de code van goed bestuur, vraagt van alle partijen rolvastheid. In de gesprekken, die wij met het bestuur, de medezeggenschapsraad en de directie hebben gevoerd, constateerden we dat er wel in termen van governance gedacht wordt, maar dat deze nog te weinig is vertaald in concreet handelen, aanspreken en verantwoorden. 2. In de eerste ronde van vierjaarlijkse onderzoeken wordt op bestuursniveau nog geen oordeel gegeven op het niveau van het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en Ambitie. We geven daarom hier nu de oordelen op de standaarden weer. 7/17

8 Er zijn ook positieve bevindingen. We hebben in de hierboven benoemde gesprekken vastgesteld dat er sprake is van integer handelen en transparantie. Het bestuur gaat de dialoog aan met de verschillende geledingen in de school en legt periodiek verantwoording af in de Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Deventer Leerschool. Toen wij moesten vaststellen dat de kwaliteit van het onderwijs op enkele cruciale onderdelen onvoldoende was, gaf het bestuur blijk van een open en reflectieve houding. Het feit dat er inmiddels een gedegen plan ligt op grond waarvan de kwaliteitsverbetering ter hand genomen gaat worden, geeft vertrouwen. De financiële positie van de Deventer Leerschool is in orde; we zien geen risico s voor de financiële continuïteit. Het bestuur voldoet aan alle onderzochte deugdelijkheidseisen op dit kwaliteitsgebied. 2.1 Kwaliteitszorg en ambitie Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog Het beeld komt niet overeen De doelstellingen van het bestuur werken niet door tot op schoolniveau Het beeld komt helemaal overeen De doelstellingen van het bestuur werken volledig door tot op schoolniveau Het bestuur van de Deventer Leerschool voert het gezag over de gelijknamige basisschool. Het bestuur kent een uitvoerend deel en een toezichthoudend deel. De dagelijkse leiding van de school is toevertrouwd aan de directeur, die samen met de twee bouwcoördinatoren en de intern begeleider, het management team vormt. Bestuur en directie hebben hun ambities voor het onderwijs op de school beschreven in het schoolplan We lezen hierin dat de school de leerlingen onderwijs wil bieden dat een brede ontwikkeling ondersteunt, talentontwikkeling stimuleert en een stevige basis legt voor de cognitieve basisvaardigheden. In de gesprekken met bestuur en met de directie wordt de ambitie voor de samenwerking met lokale partners benadrukt. Als éénpitter zoekt de school samenwerking met 8/17

9 andere onderwijspartners. Daarnaast wil de school meer naar buiten treden en ten behoeve van het aanbod voor de brede ontwikkeling ook gebruik maken van de mogelijkheden in Deventer. Het schoolplan vormt het uitgangspunt voor de uitwerking van de beleidsontwikkeling in de jaarplannen, op basis waarvan de directeur de onderwijsontwikkelingen aanstuurt. Over de voortgang hiervan wordt in de managementrapportages periodiek aan het bestuur gerapporteerd. In de diverse documenten, die wij hebben ingezien, lezen we dat de implementatie van de gewijzigde organisatiestructuur en het systeem van kwaliteitszorg verdere uitwerking behoeft. We lezen dit in het schoolplan, het jaarplan en in de zelfevaluatie van het bestuur. De inspectie ondersteunt op basis van zijn bevindingen deze constatering. Zoals in de conclusie is aangegeven, is een concrete uitwerking van de rollen en taken van het uitvoerend bestuur, het toezichthoudend bestuur, de medezeggenschapsraad en de directie nodig om de slagkracht van het bestuurlijk handelen, de operationele leiding en het interne toezicht, waaronder de medezeggenschap, te verduidelijken en te versterken (art 12 lid 4 WPO). Deze concretisering is nodig zodat het systeem van kwaliteitszorg ook daadwerkelijk ingezet kan worden om de kwaliteit van het onderwijs op de Deventer Leerschool te kunnen borgen. Dit systeem van kwaliteitszorg is nu onvoldoende ingericht om het uitvoerend bestuur van actuele informatie te voorzien (art 10 WPO). Een periodieke evaluatie van de kwaliteit van het onderwijs ontbreekt en de managementrapportages geven naar het oordeel van het bestuur onvoldoende zicht op de kwaliteit van het onderwijs en de voortgang van afgesproken verbeteractiviteiten. Het formuleren van concrete en meetbare resultaten, gekoppeld aan tijdspaden, bevordert zowel de operationele aansturing als de monitoring op afstand. Uit de zelfevaluatie van het toezichthoudend bestuur blijkt dat zij op hun beurt over te weinig informatie beschikken over de onderwijskwaliteit om hun taak van interne toezichthouder te kunnen vervullen. Ook de medezeggenschap kan aan kracht en effect winnen door duidelijker positie te kiezen als medezeggenschapsorgaan en ook die focus aan te brengen in het gesprek met directie en uitvoerend bestuur. Uit de gesprekken en documenten blijkt dat het bestuur er op gericht is om zich te verantwoorden en de dialoog aan te gaan. Dit gebeurt onder andere in de Algemene Leden Vergadering, in de gesprekken tussen toezichthoudend en uitvoerend bestuur en in het jaarlijkse gesprek met de medezeggenschapsraad. Daarnaast evalueert zowel het uitvoerend als het toezichthoudend deel van het bestuur periodiek zijn eigen functioneren en het functioneren van de directeur. 9/17

10 2.2. Resultaten verificatieonderzoek We zijn in de eerste plaats nagegaan of het bestuur voldoende en juiste informatie heeft over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Aan de hand van enkele standaarden hebben we dat onderzocht. Het bestuur heeft onvoldoende zicht op de kwaliteit van het onderwijs op de school. Hoewel hij wel het vermoeden had dat de onderwijsontwikkeling zich niet conform afspraak voltrok, beschikte het bestuur niet over concrete gegevens en middelen om hierop te kunnen interveniëren. Dit vermoeden was voor het bestuur aanleiding om de standaard didactisch handelen in te brengen als door de inspectie te onderzoeken standaard. De resultaten van het onderzoek worden door het bestuur herkend en gedeeld. Direct na afronding van het onderzoek op de school en onze terugkoppeling hierover hebben bestuur en directie een verbeterplan opgesteld, dat met prioriteit wordt uitgevoerd. 2.3 Financieel beheer Financieel beheer FB1 Continuiteit FB2 Doelmatigheid FB3 Rechtmatigheid O V V Financieel beheer Ons oordeel over financieel beheer gaat enerzijds uit van het oordeel en de bevindingen van de instellingsaccountants uit het eerstelijnstoezicht op de financiën van het onderwijs. Anderzijds speelt aanvullende informatie een rol, zoals signalen en (lopende) onderzoeken op het gebied van financiële continuïteit of rechtmatigheid. Beide aspecten leiden gezamenlijk tot een gewogen oordeel over de bijbehorende standaarden (wij geven in beginsel geen oordeel over financiële doelmatigheid). Dat oordeel luidt in het geval van de Deventer Leerschool voldoende ; in dit onderzoek hebben zich aan ons geen gegevens voorgedaan die een positieve waardering van het financieel beheer in de weg staan. 10/17

11 2.4 Afspraken over vervolgtoezicht Beoordeling (0) Herstelopdracht Datum gereed Kwaliteitszorg en ambitie Het bestuur en de school hebben een stelsel van kwaliteitszorg ingericht en verbeteren op basis daarvan het onderwijs. (art 10 WPO) November/december 2017 Kwaliteitscultuur Didactisch Handelen Het bestuur en zijn school kennen een professionele kwaliteitscultuur waarin ieder vanuit zijn eigen rol werkt aan de verbetering van het onderwijs. (art 12 lid 4 WPO). Niveau en organisatie van de lessen past bij niveau van de leerlingen (art 8 WPO) November/december 2017 Start nieuwe schooljaar zijn eerste stappen gezet. November/december 2017 op orde. We hebben met het bestuur afgesproken dat de kwaliteit van bovengenoemde standaarden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk in december 2017 van voldoende niveau zal zijn. In juni 2017 zal in een gesprek tussen (uitvoerend) bestuur en inspectie de voortgang worden besproken. Uiterlijk december 2017, maar eventueel eerder in overleg zal een onderzoek op school worden uitgevoerd om vast te stellen of het verbeterplan de gewenste resultaten heeft opgeleverd. 11/17

12 3. Resultaten verificatieonderzoek In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van het verificatieonderzoek op de Deventer Leerschool. We onderzochten op deze school de volgende standaarden: Zicht op ontwikkeling Didactisch handelen Pedagogisch klimaat Kwaliteitszorg Kwaliteitscultuur We hebben in het gesprek met het uitvoerend bestuur gesproken over het beeld dat het bestuur heeft over de gerealiseerde kwaliteit op de school. Hoewel het bestuur over onvoldoende concrete gegevens over de kwaliteit van het onderwijs beschikte, herkende hij ons beeld. De leerlingen volgen het onderwijs in een veilig pedagogisch klimaat Hieronder beschrijven we de bevindingen van het verificatieonderzoek per kwaliteitsgebied. Onderwijsproces O V G OP2 Zicht op ontwikkeling en begeleiding OP3 Didactisch handelen De leraren hebben zicht op de ontwikkelingen van de leerlingen De kwaliteit van deze standaard is voldoende. Onder aansturing van de intern begeleider is de afgelopen jaren geïnvesteerd in het verbeteren van het interne systeem van zorg en begeleiding. De visie en uitgangspunten en de daaruit volgende afspraken en procedures zijn vastgelegd in de notitie Dol op de Deventer Leerschool. In vergelijking met de bevindingen van het laatste onderzoek van de Inspectie in 2011, zijn de processen op dit domein verbeterd. De school verzamelt met behulp van het leerlingvolgsysteem informatie over de ontwikkeling en de resultaten van de leerlingen en registreert deze. Als een leerling afwijkt van de verwachte leerlijn wordt, in overleg met de intern begeleider, tot een interventie besloten. Wij zijn van mening dat hier nog een verbeteringsslag mogelijk is. Een meer verfijnde analyse over de oorzaken van achterstand of versnelling geeft leraren betere handvaten voor het afstemmen van het onderwijs in de klas op de individuele onderwijsbehoeften. Ik ga altijd met plezier naar school, aldus één van de leerlingen Het didactisch handelen verdient versterking Het didactisch handelen van de leraren moet verbeteren. We verwijzen 12/17

13 hierbij met name naar de afstemming van het onderwijs op het ontwikkelproces van de leerling (art 8 lid 1WPO). In vijf van de zes bijgewoonde lessen vonden we de kwaliteit onvoldoende. Dit oordeel is gebaseerd op een aantal overwegingen. Het onderwijs wordt in onvoldoende mate afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Dit geldt zowel voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, als voor de leerlingen die extra uitgedaagd moeten worden. De onvoldoende afstemming was zichtbaar tijdens de instructiefase, waar we een afnemende betrokkenheid van leerlingen zagen, omdat ze de stof al beheersten, maar toch aan de instructie moesten meedoen. Leraren maken te weinig onderscheid tussen de verlengde instructie en een begeleide inoefening. Hoewel de zwakkere leerlingen beide nodig hebben, zagen we vooral het onder begeleiding maken van de opdrachten. De focus van de leraar is te weinig gericht op het realiseren van het lesdoel. Met uitzondering van één les hebben we niet gezien dat de uitleg consequent werd verbonden aan het lesdoel. In de bijgewoonde les in de onderbouw zagen we hoe de leerlingen zelfstandig in hun groepjes aan een opdracht werkten. De leerkracht was ondersteunend bij het uitvoeren van de opdrachten. We misten een structurele inzet van didactische handelingen als het uitvoeren van een kleine kring of een begeleid spel. De leeromgeving verdient een impuls tot verrijking zodat de leerlingen uitgenodigd worden tot ontdekken en leren. Het viel ons op dat er in alle groepen veel onrust was. Schoolklimaat O K V G SK2 Pedagogisch klimaat De leerlingen gaan met plezier naar school Het schoolteam creëert een veilige en motiverende leeromgeving voor de leerlingen. In de benadering van de kinderen staat vertrouwen en erkenning van de eigenheid van het kind centraal. Deze houding biedt een mooi uitgangspunt om de leerlingen uit te nodigen tot het ontdekken van hun talenten en om het ontwikkelingsproces ervan te begeleiden. Wij hebben met een aantal leerlingen een gesprek gevoerd en vastgesteld dat de leerlingen met plezier naar school gaan, zich veilig 13/17

14 en vertrouwd voelen. De omgangsregels zijn duidelijk en worden nageleefd. Op de Deventer Leerschool wordt niet gepest. Ook ouders zijn tevreden over de wijze waarop de leraren met hun kinderen omgaan. De ouders voelen zich serieus genomen als educatief partner bij het onderwijs aan hun kinderen. Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur De kwaliteitszorg behoeft concrete uitwerking Het stelsel van kwaliteitszorg heeft in de praktische vertaling nog onvoldoende vorm gekregen (art 10 WPO). Het oordeel onvoldoende heeft met een aantal redenen te maken. Op schoolniveau ontbreekt een goede analyse van de kenmerken van de leerlingenpopulatie op grond waarvan ambities voor het onderwijs kunnen worden geformuleerd. Het systeem, zoals beschreven in de schoolgids, veronderstelt een structurele en volledige evaluatie van de onderwijsprocessen en een planmatige aanpak van verbeteractiviteiten. We hebben geen gegevens aangetroffen van geëvalueerde onderwijsprocessen, evenmin hebben wij een planning gezien van nog te evalueren processen. Hierdoor staat de kwaliteit van het stelsel van kwaliteitszorg onder druk. Immers, een structurele evaluatie geeft zicht op de kwaliteit van de onderwijsprocessen en geeft ook aan waar de focus van de onderwijsontwikkeling en onderwijsverbetering moet liggen. Hoewel de school wel werkt aan onderwijsontwikkeling, doet zij dit in onvoldoende mate planmatig. Het jaarplan geeft zicht op de onderwerpen waaraan, op welke wijze en in welke tijdsperiode gewerkt wordt, maar als operationeel instrument om de veranderingsprocessen aan te sturen voldoet het jaarplan niet. Operationele plannen van aanpak met meetbare doelen, op grond waarvan gestuurd kan worden, ontbreken. Het stelsel van kwaliteitszorg moet ook de informatie geven voor de verantwoordingsdocumenten van de directie richting het uitvoerend bestuur. De managementrapportages die wij hebben ingezien geven onvoldoende duidelijkheid over het verloop van de verbetertrajecten, de resultaten die geboekt zijn en de eventuele aanpassingen die nodig zijn. Samen werken aan een cultuur van kwaliteit De kwaliteitscultuur is onvoldoende ondersteunend aan het systeem 14/17

15 van kwaliteitszorg (art 12 lid 4 WPO). De uitvoering van de activiteiten, die hierbij horen, vraagt van bestuur, schoolleiding en leraren een gezamenlijke focus op een voortdurende verbetering van de onderwijskwaliteit en de eigen professionaliteit. School en bestuur kunnen onvoldoende aantonen hoe planmatig gewerkt wordt aan het versterken van resultaatgerichtheid, aanspreekbaarheid, reflectie en effectief onderwijskundig leiderschap. 15/17

16 4. Reactie van het bestuur Het bestuur van de Deventer Leerschool onderschrijft de bevindingen en eindconclusies van de uitgevoerde bestuursgerichte inspectie. Het bestuur neemt de aanbevelingen van de inspectie over. In het voorjaar van 2016 heeft het bestuur zich aangemeld voor het bestuursgerichte toezicht met als doel om zichzelf en de organisatie te laten spiegelen en te beoordelen. Het bestuursgerichte toezicht viel samen met de start van de focus van het bestuur Zicht op onderwijskwaliteit. Het bestuursgerichte toezicht vormt een belangrijke toegevoegde waarde voor deze bestuursfocus. Het bestuur is in december 2016 gestart met een plan van aanpak om het zicht op onderwijskwaliteit te verbeteren. De eerste stappen zijn al gezet. De Deventer Leerschool heeft een hoge uitstroom naar vervolgonderwijs. Ook zijn de resultaten van de toetsen bovengemiddeld. Het bestuur wil deze resultaten tenminste handhaven en graag verhogen. Naar aanleiding van de eerste bevindingen van de inspectie is het bestuur in januari 2017 gestart met een verbetertraject van negen maanden waarbij het pedagogisch-didactisch handelen en de kwaliteitszorg zullen worden versterkt. Het oordeel met betrekking tot het pedagogisch klimaat is positief. Een veilige schoolomgeving is de basis voor goede begeleiding van de kinderen op de Deventer Leerschool en biedt mogelijkheden waardoor kinderen zich veilig kunnen voelen, zich kunnen ontwikkelen en met plezier naar school kunnen gaan. 16/17

17 Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730, 3500 GS Utrecht t-algemeen t-loket (voor vragen van ouders)