JCI ACCREDITATIE INWERKTRAJECT 2017

Transcriptie

1 JCI ACCREDITATIE INWERKTRAJECT 2017

2 AGENDA Wat? Waarom? International Patient Safety Goals GZA traject JCI IPSG.1 Identificatie van de patiënt IPSG.2 Spreek-schrijf-herhaal principe IPSG.2.2 SBAR(R) IPSG.3 Hoog risico medicatie IPSG.3.1 Look alike sound alike medicatie IPSG.4 Veilige heelkunde IPSG.5 Handhygiëne IPSG.6 Valpreventie

3 WAAROM Kwaliteitsgarantie Zekerheid dat het productieproces op een goede manier is verlopen, aan bepaalde eisen voldoet Overheid gebruikt label om bepaalde kwaliteit te verplichten of te promoten

4 WAT IS ACCREDITATIE Externe partij gaat na of de organisatie voldoet aan bepaalde eisen Toetsing aan de hand van standaarden/normen opgesteld op basis van literatuur en jarenlange ervaring van ziekenhuizen

5 GZA wil een JCI accreditatie om patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg te verbeteren

6 JCI JCI = Joint Commission International Internationale tak van Joint Commission, grootste accrediterende instantie voor zorginstellingen binnen VS Accreditatiecyclus van 3 jaar

7 JCI HANDBOEK 300 tal normen, 1146 meetbare elementen. 2 secties: normen i.v.m. patiënt gerelateerde processen beheernormen voor de zorginstelling

8 Selectie van de belangrijkste risicogebieden binnen de zorg Patiënt International Patient Safety Goals (IPSG) Toegang tot zorg en zorgcontinuïteit (ACC) Rechten van patiënten en hun familie (PFR) Evaluatie van patiënten (AOP) Zorg voor patiënten (COP) Anesthesie en chirurgische zorg (ASC) Beheer en gebruik van medicatie (MMU) Voorlichting aan patiënten en hun familie (PFE) Organisatie Kwaliteitsverbetering en patiëntveiligheid (QPS) Preventie en beheersing van infecties (PCI) Bestuur, leiding en directie (GLD) Faciliteitenbeheer en veiligheid (FMS) Kwalificaties en educatie van medewerkers (SQE) Communicatie en informatiebeheer (MCI)

9 INTERNATIONAL PATIENT SAFETY GOALS IPSG 1: Identificatie IPSG 6: Valpreventie IPSG 2: Effectieve communicatie IPSG IPSG 5: Handhygiëne IPSG 4: Markering en time-out IPSG 3: Risicomedicatie Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat binnen deze domeinen de risico s voor de patiënt hoog maar vermijdbaar zijn

10 Resultaten - 1 ste JCI audit We behaalden een zeer goede eindscore van 96% (1103 van 1146 meetbare elementen zijn in orde) Aan 43 meetbare elementen voldoen we niet of niet volledig, enkele voorbeelden uit het rapport: Patiënten identificatie tijdens maaltijdbedeling staat niet op punt De time outs voor een chirurgische ingreep verlopen nog niet allemaal volgens de procedure Verdoving in een leeg OK mag niet onbeheerd achtergelaten worden als de OK ruimte niet op slot kan Het volledige rapport kan je nalezen via deze link

11 AGENDA Wat? Waarom? International Patient Safety Goals GZA traject JCI IPSG.1 Identificatie van de patiënt IPSG.2 Spreek-schrijf-herhaal principe IPSG.2.2 SBAR(R) IPSG.3 Hoog risico medicatie IPSG.3.1 Look alike sound alike medicatie IPSG.4 Veilige heelkunde IPSG.5 Handhygiëne IPSG.6 Valpreventie

12 IPSG 1: identificatie van de patiënt

13

14 Waarom? JUISTE zorg voor de JUISTE patiënt Gevolgen van niet identificeren zijn ingrijpend: Verkeerde medicatie Verwisselde bloedstalen = verkeerde diagnose Bloedstalen zonder label = opnieuw prikken Onderzoek bij verkeerde patiënt

15 IPSG.1 PROCEDURE OPDAT DE JUISTE ZORG BIJ DE JUISTE PATIËNT ZOU GEBEUREN Correcte identificatie van: Elke (dag)gehospitaliseerde patiënt Stap 1: De patiënt krijgt een identificatiebandje Vanaf het moment van opname tot het ontslag Stap 2: Identificeer de patiënt voor ELKE activiteit Op een correcte manier Bij elke activiteit (opname, transfer, onderzoek, behandeling en ingreep) Stap 3: Vergelijk de verkregen identiteitsgegevens met de gegevens die je beschikbaar hebt voor de geplande activiteit De IPSG procedure beschrijft de noodzakelijke stappen

16 Hoe identificeer ik de patiënt? Ik controleer het ID bandje: Medicatietoediening Parameters Patiëntenvervoer Onderzoeken Ik vraag de patiënt zijn/haar naam en geboortedatum: 1 ste contact Bloedafname Bloedtransfusie Toediening chemo Radiotherapie Chirurgische ingreep Wat is uw?

17 Nu enkele voorbeelden

18 Opname van patiënt Schrijf patiënt in met identiteitskaart Controleer de identiteit met de persoon voor u Controleer het afgeprinte ID bandje 18

19 Opname van patiënt Vraag aan de patiënt het ID bandje te controleren Doe het ID bandje aan en informeer de patiënt over het belang van het ID bandje 19

20 1 ste keer op verpleegafdeling Vraag de patiënt zijn of haar naam en geboortedatum en controleer dit met het ID bandje en patiëntendossier

21 Medicatie toediening Controleer de identiteit van de patiënt op basis van het ID bandje en controleer dit met de ID gegevens op de medicatie 21

22 Bloedafname Vraag de patiënt zijn/haar naam en geboortedatum en controleer deze met de aanvraag en het ID bandje 22

23 Opgelet: valkuilen Ik ken de patiënt want hij/zij ligt hier al zo lang Het ID bandje is niet meer goed leesbaar, maar ik weet wel wie hij/zij is Ik knip het ID bandje al af want hij/zij gaat vanmiddag toch met ontslag Er liggen 2 personen met dezelfde naam op de afdeling

24 Vragen?

25 IPSG 2: effectieve mondelinge communicatie

26 Waarom? Er gebeuren vaak fouten met het mondeling doorgeven van informatie!!

27

28 IPSG.2 PROCEDURE OPDAT COMMUNICATIE EFFECTIEF VERBETERD WORDT Correct doorgeven van een mondeling order: Stap 1: Identiteit en functie van gesprekspartner controleren Enkel in uitzonderlijke gevallen Steeds schriftelijke/ elektronische validatie zo snel mogelijk en zeker binnen 24u Uitzonderingen: mondeling order niet toegestaan Stap 2: Stap 3: Spreek schrijf herhaal principe toepassen Validatie door de arts De IPSG procedure beschrijft de noodzakelijke stappen

29 STAP 1: CONTROLEER DE IDENTITEIT EN FUNCTIE VAN JE GESPREKSPARTNER Wie is de boodschapper, wie is de ontvanger Heeft deze persoon de juiste kwalificatie Kan deels gebaseerd zijn op stemherkenning en uitlezing van het display op de telefoon, anders bevragen

30 STAP 2: SPREEK-SCHRIJF-HERHAAL PRINCIPE (I/II) Stap 1 Boodschapper geeft volledige (medisch) order of onderzoeksresultaat door Stap 2 Ontvanger noteert het volledige order of onderzoeksresultaat onmiddellijk Stap 3 Ontvanger herhaalt het volledige order of onderzoeksresultaat + correctheid wordt bevestigd

31 STAP 2: SPREEK-SCHRIJF-HERHAAL PRINCIPE (II/II) ALS: Toedienen van medicatie Aanvraag van onderzoek Uitvoeren van een verpleegtechnische of medisch toevertrouwde handeling Aanvraag van (dieet)voeding Wijziging in patiëntbeleid Afwijkende resultaten van diagnostische onderzoeken DAN: wel mondeling order ALS: Bloedtransfusie Wijziging DNR-beleid Chemotherapie DAN: nooit mondeling order!

32 STAP 3: ELEKTRONISCHE / SCHRIFTELIJKE VALIDATIE DOOR ARTS Steeds zo snel mogelijk Zeker binnen 24u Digitale handtekening in het elektronisch patiëntdossier (Handtekenen van het order in het papieren patiëntendossier)

33 OPGELET! Het is belangrijk de zorgverstrekker de tijd te geven om het mondelinge order te noteren en te herhalen Het geniet de absolute voorkeur dat de arts het order voorafgaand aan de uitvoering ervan op het orderblad noteert Bij onderzoek worden de resultaten bij voorkeur zo snel mogelijk na bepaling schriftelijk vastlegt Enkel in dringende gevallen is er de mogelijkheid tot een mondeling voorschrift of tot mondelinge rapportage van onderzoeksresultaten

34 IPSG.2.2 PROCEDURE OPDAT COMMUNICATIE GESTRUCTUREERD WORDT DOORGEGEVEN VOLGENS SBAR(R) Correct mondeling doorgeven van patiëntgegevens tussen zorgverleners: Bij overdracht van patiënten (bv. briefing en transfers) In kritieke situaties S B A R Situatie Behandeling Analyse Respons De IPSG procedure beschrijft de noodzakelijke stappen

35

36 IPSG.3 PROCEDURE TER VERBETERING VAN DE VEILIGHEID VAN RISICOMEDICATIE Hoog risico medicatie: Hoog percentage fouten en/of ongewenste gebeurtenissen Ongewenste resultaten Stap 1: Stap 2: Definiëren (o.b.v. literatuur, GZA, JCI richtlijn) Mogelijke problemen in kaart brengen Sterk op elkaar lijkend qua uiterlijk of naamgeving Stap 3: Maatregelen nemen De IPSG procedure beschrijft de noodzakelijke stappen

37 STAP 1: DEFINITIE HOOG RISICO MEDICATIE Hoog risico medicatie Geconcentreerde elektrolyten: Kaliumchloride 20mmol/20ml = 20meq/20ml Kaliumfosfaat 20mmol/20ml = 20meq/20ml Magnesiumsulfaat 2g/10ml = 16,25meq/10ml Natriumchloride 20% Heparine: Heparine 5000IE/ml Heparine 100IE/ml Insuline Look Alike Sound Alike medicatie (LASA) Medicatie waarvan de naam hetzelfde klinkt of er hetzelfde uitziet als andere medicatie Lijst beschikbaar op portaal Look alike Atropine 0.5mg Papaverine 40mg/2ml Morfine 10mg, 20mg, 30mg, 40mg Atropine 0.25mg Vitamine B1 250mg/2ml Cafeïne 25mg Vitamine C 500mg/5ml ATROvent 0.25mg 2ml COMbivent 2.5ml Buscopan inj 1ml 20mg Contramal 2ml 100mg Cafeïne 25mg Atropine 0.25mg Vitamine B1 250mg/2ml Vitamine C 500mg/5ml CefTAZIdim 1g Zovirax 250mg CefUROXim 750mg CefTRIAXone 1g CefTAZIdim 2g Piperacilline-Tazobactam CefUROXim 1500mg 4g/500mg CefTRIAXone 1g CefTAZIdim 1g CefUROXim 750mg Zovirax 250mg CefUROXim 750mg Zovirax 250mg CefTAZIdim 1g CefTRIAXone 1g CefUROXim 1500mg CefTAZIdim 2g Piperacilline- Tazobactam 4g/500mg Celocurine 2ml 100mg Pabal 1ml 100mcg Citra-lock 4% 5ml Taurolock 500hep 5ml COMbivent 2.5ml ATROvent 0.25mg 2ml Contramal 2ml 100mg Buscopan inj 1ml 20mg DEPO-medrol 40mg SOLU-medrol 40mg Diclofenac 3ml 75mg Lysomucil 3ml 300mg Dipeptiven Vaminolact Vamin ml Exacyl 500mg/5ml Phenylephrine 5ml 500mcg Haldol 1ml 5mg Konakion 1ml 10mg Lasix 2ml 20mg Konakion 1ml 10mg Haldol 1ml 5mg Lasix 2ml 20mg Lanoxin 2ml 0.5mg Zantac 2ml 50mg Lasix 2ml 20mg Haldol 1ml 5mg Konakion 1ml 10mg Lysomucil 3ml 300mg Diclofenac 3ml 75mg Morfine 10mg, 20mg, Atropine 0.5mg Papaverine 40mg/2ml 30mg, 40mg Natriumbicarbonaat Natriumchloride 585mg mg / 5ml meq/10ml Natriumchloride 585mg Natriumbicarbonaat 420mg 10 meq/10ml / 5ml Pabal 1ml 100mcg Celocurine 2ml 100mg Papaverine 40mg/2ml Atropine 0.5mg Morfine 10mg, 20mg, 30mg, 40mg PenICILLine 1milj IE, PenSTAPho 1g PenTREXyl 250mg 2milj IE PenSTAPho 1g PenTREXyl 250mg PenICILLine 1milj IE, 2milj IE PenTREXyl 250mg PenSTAPho 1g PenICILLine 1milj IE, 2milj IE Phenylephrine 5ml Exacyl 500mg/5ml 500mcg Piperacilline-Tazobactam CefTAZIdim 2g CefUROXim 1500mg 4g/500mg SOLU-medrol 40mg DEPO-medrol 40mg Taurolock 500hep 5ml Citra-lock 4% 5ml Vamin ml Vaminolact Dipeptiven Vaminolact Dipeptiven Vamin ml Vitamine B1 250mg/2ml Atropine 0.25mg Cafeïne 25mg Vitamine C 500mg/5ml Vitamine C 500mg/5ml Atropine 0.25mg Cafeïne 25mg Vitamine B 250mg/2ml Zantac 2ml 50mg Lanoxin 2ml 0.5mg Zovirax 250mg CefUROXim 750mg CefTAZIdim 1g CefTRIAXone 1g

38 STAP 2: MOGELIJKE PROBLEMEN Een onleesbaar handschrift, (willekeurige) afkortingen, geen vermelding van toedieningsvorm en dosering en geen dubbele controle verhogen het risico op vergissingen Verwarrende namen zijn wereldwijd een veel voorkomende oorzaak van medicatiefouten (8 25% van de medicatiefouten door naamsverwarring); het volgende draagt bij aan deze verwarring: onvolledige kennis van medicatienamen nieuwe geneesmiddelen op elkaar lijkende verpakkingen of etiketten combinatiepreparaten op elkaar lijkende sterktes, toedieningsvormen en toedieningsfrequenties onleesbare recepten of misverstanden tijdens het maken van verbale aanvragen

39 Heparine Indicatie Bloedverdunner Kalium 1meq/ml Indicatie Hypokalemie Risico s bij overdosering Hartstilstand Hartritmestoornis Risico s bij overdosering Verhoogd bloedingsrisico Let op juiste dosering 100IE/ml = slot 5000IE/ml = therapeutisch Insuline Indicatie Diabetes Mellitus Risico s bij overdosering Hypoglycemie Hypoglycemisch coma -> Nooit in bolus -> Label NIET ONVERDUND TOEDIENEN Natriumchloride 20% Indicatie Hyponatremie Hypochloremie Metabole alkalose Risico s bij overdosering Hypertensie: opletten bij hart en nierfalen Intracerebrale en subarachnoïdale bloedingen Coma Sufheid -> Nooit in bolus 20% = 2g/10ml of 4g/20ml HOOG RISICO MEDICATIE Algemene maatregelen: Moet steeds voorzien zijn van klever HOOG RISICO MEDICATIE Let op dosis Let op toedieningswijze Per penfill : 100IE/ml Magnesiumsulfaat 2g/10ml Indicatie Hypomagnesemie Aritmieën/Torsades de pointes (pre)eclampsie Risico s bij overdosering Hypermagnesemie Effecten op centraal zenuwstelsel (respiratoire depressie) Effecten op cardiovasculair stelsel (hartstilstand) Hypotensie Spierzwakte -> Niet in bolus (tenzij uitzondering)

40 Penstapho Pentrexyl Penicilline Lanoxin Zantac Lysomucil Diclofenac LOOK ALIKE Buscopan Contramal Atropine cafeïne vitamine B1 Vitamine C 40

41 SOUND ALIKE adrenaline atropine cefazoline ceftazidim ceftriaxone cefepim cefuroxim dobutamine DOPamin LANoxin naloxone 41

42 Look en Sound alike cefuroxime - ceftazidim

43 STAP 3: MAATREGELEN Hoog risico medicatie Bewaren in gelabelde bak: rode klever HOOG RISICO MEDICATIE Steeds individueel gelabeld Aandacht bij toediening Geconcentreerde elektrolyten enkel in dienstvoorraad indien klinische indicatie Look Alike Sound Alike medicatie (LASA) Bewaren in gelabelde bak: enkel indien beide op dienstvoorraad Geen individueel label Oranje label (Sound alike Tall man) Aandacht bij nemen en wegleggen: vergelijk medicatie etiket met voorschrift: naam, dosis en toedieningsvorm Vertrouw nooit op visuele herkenning of op de locatie waar het wordt bewaard

44 Vragen?

45 IPSG 4: chirurgie op de juiste plaats, met de juiste procedure, bij de juiste patiënt

46 IPSG.4 PROCEDURE OPDAT DE JUISTE PATIËNT DE JUISTE INGREEP AAN DE JUISTE KANT KRIJGT Toepassingsgebied: ALLE ZORGVERLENERS betrokken bij de patiënt die een operatie/ingreep ondergaat Stap 1: Preoperatieve checklist voor de chirurgische patiënt op de VE Veiligheidsprocedure tijdens verschillende fasen met medewerking van de patiënt: op de verpleegeenheid voor de ingreep in het OK Verkorte/alternatieve checklists voor bepaalde procedures Stap 2: Stap 3: Markering Time out op OK De IPSG procedure beschrijft de noodzakelijke stappen

47 STAP 1: PRÉ-OPERATIEVE CHECKLIST VOOR DE CHIRURGISCHE PATIËNT (I/II) Verpleegkundige op afdeling: 3 delen invullen + elk deel aftekenen 1 2 Bij aankomst op de eenheid (samen met patiënt) Voor het moment dat patiënt wordt klaargemaakt voor de ingreep (samen met patiënt) Acties ondernemen bij afwijking patiënt vs. OKPlan en verwijsbrief 3 Vóór vertrek naar OK

48 STAP 1: PRÉ OPERATIEVE CHECKLIST VOOR DE CHIRURGISCHE PATIËNT (II/II)

49 Verpleegkundige verpleegeenheid Als de patiënt toekomt op de eenheid. Actieve bevraging van naam en geboortedatum Indien er een afwijking optreedt op moet de medewerker de nodige handelingen ondernemen om dit te corrigeren. Onderaan een paraaf gezet door de uitvoerende zorgverlener. Als de patiënt van spoed naar OK gaat, dan start de checklijst al op de spoedgevallen

50 Controleer het OK-plan Snelkoppeling bureaublad

51 Kies je eigen verpleegeenheid OKPlan

52 Opzoeken vermelde ingreep + kant Kant Vermelde ingreep

53 Afwijkingen verwijsbrief/ok-programma Altijd contact opnemen met het operatiekwartier bij een afwijking op het OKPlan/verwijsbrief. De zorgverlener van de eenheid vermeldt met wie er gesproken is voorkeur is de verantwoordelijke chirurg.

54 Afhankelijk van het type procedure en het type verdoving wordt er al dan niet positief of negatief op de vragen geantwoord.

55 Steeds door arts, niet door verpleegkundige Patiënt wordt actief betrokken bij de markering, dus steeds vóór de inductie Pijlen of initialen met dermatografische stift STAP 2: MARKERING

56 Enkel door de behandelende chirurg! Markering

57 CHECKLIST VEILIGE HEELKUNDE Bij aankomst op de afdeling: Wie? Vpk Hoe? Vpk stelt vragen en vult tegelijk de checklist in Sign in: Wie? Vpk + anesthesist Hoe? Vpk stelt vragen en vult tegelijk de checklist in Time out: Wie? Vpk + anesthesist + chirurg Hoe? Vpk stelt vragen en vult tegelijk de checklist in Sign out: Wie? Vpk + anesthesist + chirurg Hoe? Vpk stelt vragen en vult tegelijk de checklist in

58 Vragen?

59 IPSG 5: handhygiëne

60 WAAROM HANDHYGIËNE? Propere handen Infectiepreventie Veilige zorg

61

62 IPSG.5 PROCEDURE OPDAT ZORGINFECTIES VERMEDEN WORDEN zorginfecties (= infectie verworven door de patiënt tijdens de zorg in een zorgvoorziening; = niet aanwezig of in incubatie bij opname) Bv. kathetergerelateerde UWI, postoperatieve wondinfecties, bloedbaaninfecties, Gevolg: Opnameduur, werk onbekwaamheid, ontwikkeling van AB resistentie, extra kosten Prevalentie: 5 15% (IZ: 9 37%), 3 e Wereld hoger België 2007 (KCE): 6% = geïnfecteerde patiënten/jaar Waarvan 2,1% of 2600 pa ënten/jaar als gevolg van deze infectie = 1 nieuwe infectie om de 5 min Minstens 30% kan nochtans voorkomen worden door correct handhygiëne toe te passen! Stap 1: Naleven van de basisvereisten Stap 2: Handhygiëne volgens de 5 indicaties toepassen Stap 3: Juiste techniek De IPSG procedure beschrijft de noodzakelijke stappen

63 STAP 1: BASISVEREISTEN (géén lange mouwen)

64

65 2015/2 2015/4 2015/2 2015/4 2015/2 2015/4 Compliantie % per item SA SA SV SV SJ SJ korte mouwen geen horloge geen armband 85% 89.9% 98% 93.6% 98.9% 99.2% 96% 99.4% 96.6% 98.4% 100% 98.2% geen ringen korte nagels propere nagels geen gelnagels geen nagellak 97.8% 99.2% 98% 100% 98.5% 98.4% 82% 93.6% 100% 100% 99.3% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 99.3% 99.4% Globaal % compliantie Totaal aantal gemeten

66 STAP 2: 5 INDICATIES (I/II)

67 STAP 2: 5 INDICATIES (II/II)

68

69

70 STAP 3: TECHNIEK

71

72 ! HANDHYGIËNE EN HANDSCHOENGEBRUIK! Het gebruik van handschoenen vervangt handhygiëne niet! Handschoenen in de gang enkel als je bevuild materiaal vast hebt Handschoenen verwijderen om handhygiëne toe te passen wanneer er zich een indicatie voordoet Tijdig wisselen, zeker bij isolatiepatiënten Handschoenen nooit ontsmetten Draag handschoenen enkel wanneer aangegeven, anders vormen ze een groot risico voor overdracht van microörganismen = vals gevoel van veiligheid

73 1 Sleutelelementen voor handhygiëne en gebruik van handschoenen 2 3 Indien indicatie VOOR + gebruik van handschoenen: handhygiëne toepassen voor aantrekken van handschoenen Indien indicatie NA + gebruik van handschoenen: handhygiëne toepassen na uittrekken van handschoenen 1 Indien indicatie voor handhygiëne tijdens het dragen van handschoenen: deze uittrekken en handhygiëne toepassen

74 DÉ 5 GOUDEN REGELS VOOR HANDHYGIËNE Handhygiëne dient uitgevoerd te worden, exact op de plaats waar ik gezondheidszorg toedien aan de patiënt; dus op het zorgpunt ( point ofcare ) Tijdens de zorg, zijn er 5 momenten waarop het essentieel is dat ik handhygiëne toepas ( 5 indicaties voor handhygiëne"), ook al draag ik handschoenen. Voor handhygiëne, verkies ik, indien beschikbaar, handalcohol Waarom? Omdat het handhygiëne mogelijk maakt op het zorgpunt, het sneller en effectiever is en beter wordt verdragen. Indien de handen zichtbaar vuil zijn, dien ik ze te wassen met water en zeep. Let op: ook bij Clostridium, bij Norovirus en Adenovirus! Ik respecteer de techniek en de aanbevolen tijd voor het ontsmetten en het wassen van de handen

75 Vragen?

76 WAAROM VALPREVENTIE? Valincidenten vermijden Schade beperken Veiligheid verhogen Iedereen werkt eraan mee!

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

88

89

90

91

92

93 Incidents IPROVA : 823: - moderate injury: 24 - severe injury: 3 - death: : 909: - moderate injury: 26 - severe injury: : 829: - moderate injury: 21 - severe injury: 2 - death: : 873: - moderate injury: 19 - severe: 3

94 IPSG.6 PROCEDURE OPDAT VALLEN BINNEN HET ZIEKENHUIS VERMEDEN WORDT Toepassingsgebied: IEDEREEN die in contact komt met het ziekenhuis (ambulant & gehospitaliseerd) Valpreventie: in overleg met verpleegteam en arts patiënt en familie Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Stap 4: Stap 5 Algemene valpreventie Primaire valpreventie vpk. Beoordeling (< 24 uur) Secundaire valpreventie tweede beoordeling (< 48 uur) herbeoordeling om de 7 dagen her evaluatie: nieuwe vpk. Beoordeling (verandering toestand patiënt) De IPSG procedure beschrijft de noodzakelijke stappen Procedure valpreventie GZA

95 Procedure valpreventie Medisch technische diensten, consultaties en dagopname

96 AANPAK VALPREVENTIE Algemene valpreventie: eenvoudige maatregelen die voor iedereen in het ziekenhuis gelden. Primaire valpreventie: standaard maatregelen die voor elke opgenomen patiënt gelden. Cfr folder Vallen voorkomen, beter dan genezen Secundaire valpreventie: waarbij door middel van assessment de specifieke noden van een patiënt worden vastgesteld en gerichte individuele maatregelen worden opgesteld. 96

97 STAP 1: ALGEMENE VALPREVENTIE* Voldoende verlichting Steunbaren in de gang op verpleegeenheden waar risicopatiënten verblijven Controle van het materiaal op veiligheid alvorens het aan de patiënt aan te bieden (soepelheid van draaien van de wielen, controle op stabiliteit ) Orde op de kamer en in gangen Droge vloeren: bij een natte (gepoetste) vloer wordt een waarschuwingsbord gebruikt (cfr. procedure schoonmaak) Op strategische plaatsen in het ziekenhuis hangen affiches met betrekking tot valpreventie 97

98 STAP 2: PRIMAIRE VALPREVENTIE VERPLEEGKUNDIGE BEOORDELING Bij elke opname stelt de verpleegkundige 3 vragen binnen 1 24u: is de patiënt in de afgelopen 6 maanden gevallen? wordt de patiënt NU opgenomen wegens een valincident? heeft de patiënt volgens u een verhoogd valrisico? (vraagstelling, nazicht EPD en/of observatie) Zo ja op 1 van de 3 vragen: heeft patiënt een verhoogd valrisico Zo neen op alle vragen: primaire valpreventie handhaven Nieuwe vpk. beoordeling: elke wijziging in algemene toestand van patiënt die risico op vallen verhoogt = opnieuw a.h.v. 3 vragen 98

99 PRIMAIRE MAATREGELEN Bed in de laagste stand Bed en rolstoel altijd op rem Alles voor de patiënt binnen handbereik: nachtkastje, bel, telefoon. Infuusstandaard aan uitstapzijde van bed, CAVE elektriciteitssnoer pomp 99

100 STAP 3: SECUNDAIRE VALPREVENTIE TWEEDE BEOORDELING Bij een verhoogd valrisico (m.a.w. 1 positieve vraag bij vpk. beoordeling) gaan we over tot een secundair assessment binnen 24u na vpk. beoordeling: een basis beoordeling: op 6 risicodomeinen + zo nodig: een bijkomende beoordeling multidisciplinair Herbeoordeling: herhaling van secundair assessment om de 7 dagen (EPD onder de screeningsvraag) 100

101 RISICODOMEIN ORTHOSTATISME Bijkomende maatregelen verwittig HVK en arts plan bloeddrukmeting liggend/staand* (T0,T1,T2,) vraag aan patiënt : traag rechtkomen duizeligheid/ evenwichtsproblemen te melden Bijkomende onderzoeken? ECG echo cardio duplex halsvaten aanpassing medicatie hydratatie (po / iv) *Liggend (min 10 min) Staand T0 101 T1 (na 1min) T2 (na 3 min)

102 RISICODOMEIN MOBILITEIT EN EVENWICHT Bijkomende maatregelen verwittig HVK en arts informeer patiënt: correct schoeisel correct gebruik loophulpmiddel duizeligheid/ evenwichtsproblemen te melden bespreek de infobrochure Vallen voorkomen, beter dan genezen Bijkomende onderzoeken? consult neuro consult NKO consult fysische geneeskunde VK/ergo testing: assessment voeten & schoeisel valangst valgeschiedenis veilige omgeving thuis consult sociale dienst ambulante evaluatie 102

103 RISICODOMEIN MENTALE STATUS! VOORTEKENS DELIER! Bijkomende maatregelen verwittig HVK en arts extra supervisie en begeleiding vermijd fixatie herinneringskaart WC? Bijkomende onderzoeken? Clock tekentest GDS (geriatric depression scale) VORD (VK observatie risico op delier) consult geriatrie, neuro, psychiatrie Geriatrisch Dagziekenhuis 103

104 RISICODOMEIN URGE INCONTINENTIE Bijkomende maatregelen verwittig HVK en arts correct incontinentiemateriaal Altijd aandacht behoud/herstel normale darm en blaasfunctie begeleiding patiënt naar toilet urinaal, WC stoel binnen handbereik s nachts licht in badkamer? Bijkomende onderzoeken? consult urologie ergo/vk assessment 104

105 RISICODOMEIN ZICHT Bijkomende maatregelen verwittig HVK en arts informeer patiënt: Bijkomende onderzoeken? consult oftalmologie VK assessment belang van aangepaste bril of contactlenzen 105

106 RISICODOMEIN MEDICATIE Bijkomende maatregelen verwittig HVK en arts indien je medicatie ziet waarvan je vermoedt dat deze valrisico kan verhogen informeer patiënt: belang van therapietrouw risico op mogelijke nevenwerkingen Nazicht en eventuele aanpassingen is de verantwoordelijkheid van de behandelende arts 106

107 Vragen?

108 WAT HEBBEN DE IPSG S MET MIJ TE MAKEN?

109 WAT WORDT VAN JULLIE VERWACHT? GA MET DEZE INFORMATIE AAN DE SLAG! E learning via GZA Academy Meer info te vinden via de JCI procedures ga naar > procedureboeken > kies het juiste procedureboek (best verpleegkundig procedureboek) > gebruik het zoekvak of zoek via de structuur eventueel kan je een procedure opzoeken in een gecontroleerde procedurekaft nooit een losse afgedrukte procedures gebruiken die je toevallig ergens vindt Vraag na op je dienst JCI samenvatting portaal > JCI accreditering > ondersteuning implementatie > samenvattingen > JCI samenvatting JCI audit eind oktober 2016

110 JCI AUDIT Verdere planning Verbeterplannen worden momenteel uitgeschreven JCI zal elke 3 jaar opnieuw langskomen Nieuw JCI handboek in 2017

111 I prova - herstel - procedures Invoeren van een herstel I prova melding Opzoeken van een procedure 111

112 Patiëntveiligheid GZA GZA werkt voortdurend aan een cultuur van patiëntveiligheid. Daarbij wordt iedere medewerker gestimuleerd om incidenten en bijna incidenten te melden.

113 Hoe leidt een incident tot schade? We weigeren te geloven dat onze zorgverleners bewust slecht werk leveren of fouten maken, maar door een samenloop van omstandigheden kan iedereen fouten maken die tot een onveilige situatie kunnen leiden!

114 Melden van incidenten Hoe? Incidentmeldingsformulier

115 Melden van incidenten En wat er na.? Patientveiligheidscoördinatoren: Bekijken alle meldingen Passen het iprova formulier aan daar waar nodig (taxonomie) Sturen de melding door naar betrokken partijen Matig+ en meldingen die bijzondere aandacht vragen worden besproken op TPV HVK, DV Bekijken de meldingen (schadegraad correct?) Bespreken incident met betrokkenen Zoeken mee naar oplossingen, preventieve maatregelen, verbeteracties

116 Verplicht te melden Medicatie incidenten/ bijwerking met schadegraad matig + Bv. ernstige leverstoornissen, acute nierinsufficiëntie, ritmestoornissen, convulsies, val, bloeding, transfer naar IZ,.. Sentinel Events

117 Sentinel event Wat? Sentinel event of signaleringsgebeurtenis = Een onverwachte gebeurtenis die overlijden of ernstig fysiek of psychologisch letsel tot gevolg heeft. JCI handboek: norm QPS. 11

118 Sentinel events (6) 1. Onverwacht overlijden 2. Groot permanent verlies van functie 3. Verkeerde chirurgische interventie 4. Transmissie van chronische of dodelijke ziekte 5. Geweld en verkrachting met permanent fysisch en psychologisch letsel 6. Ontvoering van een kind of kind dat met verkeerde ouders wordt meegegeven

119 Wat doet men na meldingen van incidenten Onmiddellijke acties door medewerker Communicatie bevorderen Bespreken op briefings-overleg Procedures aanpassen Opleidingen Projecten starten en implementeren

120 120

121 121 HERSTEL

122 122 Opzoeken van procedures

123 Gecontroleerde procedure kaften Standaard witte kaften Bevatten de recentste versie (portaal) Moeten actueel blijven Geen productinformatie

124