Sluitingsprotocollen Beweegbare Waterkeringen Betuweroute

Transcriptie

1 Sluitingsprotocollen eweegbare Waterkeringen etuweroute opgesteld door kenmerk versie datum W. H. van Eeken R/O&A/ juni 8 juni 2006 bijlage(n) status geautoriseerd door/paraaf 4 Definitief J.W. Prins niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke Projectorganisatie etuweroute afdeling Directiesecretariaat bewerking van het werk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Projectorganisatie etuweroute. Arthur van Schendelstraat 670 Postbus 2484 (2.040) t MJ Utrecht 3500 GL Utrecht f de Projectorganisatie etuweroute is een onderdeel van ProRail

2 1 Inleiding Doel van dit document Situatie Protocollen Wijze van sluiting vrijgaveprocedures Afsluiters blusleidingen Onderhoud 7 2 Reguliere sluiting Procedure in detail Variant: Semi-automatische sluiting lokaal Variant: storing bij de bediening op afstand 9 3 Automatische sluiting Procedure met aangesproken vlotters Variant: Semi-automatische sluiting Variant kering sluit niet Variant: Storing vlotters 11 4 Incidentenbestrijding Uitgangspunten: Situaties De beweegbare waterkering is open De beweegbare waterkering is gesloten 14 5 Herstel operationele toestand 15 6 Monitoring Inleiding Monitoringssysteem Het monitoringssysteem naar de waterschappen faalt Het monitoringssysteem naar het waterschap is weer hersteld Er dreigt een calamiteit 18 2 / 19

3 1 Inleiding 1.1 Doel van dit document Dit document beschrijft de protocollen die betrekking hebben op het openen en sluiten van de beweegbare waterkeringen in de tunnels van de etuweroute. Dit betreft de Tunnel Panderensch kanaal en de Sophiaspoortunnel. Dit document is onderdeel van de overeenkomst die is afgesloten tussen de beheerder van de etuweroute (Prorail) en de beheerders van de waterkeringen (waterschappen) die door de tunnels in de etuweroute doorstoken worden. 1.2 Situatie De twee tunnels doorsteken waterkeringen die bij drie waterschappen in beheer zijn. In onderstaande figuur zijn de betrokken organisaties weergegeven. Elk van de waterschappen kan opdracht geven tot sluiting van de waterkeringen indien dit vanwege veiligheidsredenen noodzakelijk is. Waterschap Hollandse Delta Waterschap Rivierenland Waterschap Rijn en IJssel Rotterdam Duitsland Sophiaspoortunnel Procesaannemer (PCA) Spoorbeheerder Keyrail Tunnel Pannerdensch Kanaal Figuur 1 Overzicht tunnels, waterschappen en beheerorganisatie De waterschappen bij monde van de Dijkgraaf en het technische personeel zijn verantwoordelijk voor de waterhuishouding in het gebied dat de Sophiaspoortunnel en de Tunnel Pannerdensch kanaal doorsnijden. De operationele dienst van het waterschap wordt ingezet als de schuiven worden gesloten. De centrale coördinatie vanuit de waterschappen bij een sluiting van de eweegbare Waterkeringen is de Informatie Coördinator Rail (ICR). Voor het uitvoeren van de sluiting van de eweegbare WaterKeringen (WK s) zijn vanuit de eheerorganisatie etuweroute de volgende partijen betrokken:

4 De verkeersleiding, gesitueerd bij de verkeersleiding Kijfhoef. (TDL) De verkeersleiding is verantwoordelijk voor het instellen van veilige rijwegen door de tunnelbuizen en voor de calamiteiten-organisatie bij calamiteiten in de tunnel. Daarnaast handelt de verkeersleiding alarmmeldingen af en is ze het aanspreekpunt vanuit ProRail indien er een incident optreedt waarbij de schuiven gesloten moeten worden. - Treindienstleider A15 - Operator, 1 e coördinatiepunt - Algemeen leider - Wordt opgroepen in geval van calamiteiten en neemt de coördinatie over van de Treindienstleider. Hij informeert hierover de andere betrokken partijen en de Informatie Coördinator Rail (ICR) van de waterschappen. Schakel en meldcentrum Rotterdam (SMC) Het Schakel en Meldcentrum (Infra Management) is verantwoordelijk voor het beheer en instandhouding van de technische installaties die behoren bij het tunnelcomplex, inclusief de beweegbare waterkeringen. Daarnaast verzorgt de IM de afhandeling van vooralarm- en storingsmeldingen. Tot slot beschikt IM over de bedienmogelijkheden tot het sluiten van de schuiven op verzoek van de verkeersleiding. Procesaannemer (PCA) De procesaannemer is verantwoordelijk voor het uitvoeren van test-, vervanging- en herstelwerkzaamheden die betrekking hebben op o.a de beweegbare waterkering installaties. Gaat bij elke sluiting naar de WK s om de voortgang van de bediening op afstand te controleren en kan indien nodig lokale bediening toepassen. De PCA is ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van de maatregelen om de operationele toestand te herstellen (heffen van deuren, herstel bovenleiding etc) Figuur 2 Partijen van de beheerorganisatie etuweroute 1.3 Protocollen In essentie zijn er vijf protocollen. Twee betreffen het sluiten van de beweegbare waterkeringen, één procedure betreft het openen van de beweegbare waterkeringen, één protocol betreft het openen en/of sluiten van de kering ter ondersteuning van de bestrijding van een incident en het laatste protocol betreft de monitoring van de beweegbare waterkeringen door de waterschappen. Sluitingsprotocol Toepassing Reguliere sluiting Preventieve sluiting geïnitieerd door het waterschap, indien er verwachtingen zijn van hoog water en er een groot risico s is op overstromingen. Automatische sluiting Automatische sluiting indien detectoren in de tunnel (vlotters) een bepaalde waterstand detecteren. Herstel operationele toestand Heffen van de waterkeringen en vergrendelen, openen bluswatersafsluiters, herstel van de bovenleidingen. Incidentbestrijding Maatregel geïnitieerd door een Regionaal eleidsteam in geval van een calamiteit in of rond de tunnel. Monitoring Procedure voor de situatie waarin het monitoringsysteem van de waterschappen faalt. Figuur 3 Vijf protocollen om de kering te bedienen

5 1.4 Wijze van sluiting L Naast de verschillende protocollen om een sluiting van de beweegbare waterkeringen te initiëren, zijn er verschillende methodieken om de beweegbare waterkeringen te sluiten. Dit zijn:: Sluitingsmethode ediening op afstand Lokale elektrische bediening Mechanische bediening Handmatige bediening (Alleen in tunnel Pannerdensch kanaal) Toepassing De bediening van de grendels, schuiven, blusleidingen etc gebeurt vanuit het Schakel en Meldcentrum van Prorail in Rotterdam. De bediening van de grendels, schuiven, blusleidingen etc gebeurt electrisch vanaf de bedienkast in het bedieningsgebouw van de tunnel. De bediening van de grendels, schuiven en blusleidingen etc gebeurt lokaal met behulp van handpompen / schakelaars op de pompen zelf De bediening gebeurt handmatig met behulp van ventielen en takels ter plekke. Figuur 3 Vier methodes om de keringen te sluiten Aangezien de handmatige bediening een variant is op de mechanische bediening en deze optie alleen bij de tunnel Pannerdensch kanaal aanwezig is, wordt deze in de rest van dit document geschaard onder de mechanische bediening. In het onderstaande schema is weergeven hoe deze methodes elkaar opvolgen:

6 1.5 vrijgaveprocedures Gezien de relatie met het treinproces is het niet mogelijk om de schuiven zonder voorafgaande vrijgave te sluiten. De vrijgaveprocedure wordt gebruikt om de verantwoordelijkheid voor het object "beweegbare waterkeringsschuif" over te dragen van VL naar een bevoegde medewerker van de proces aannemer of van het waterschap ter plaatse van de lokale bediening. Lokaal is er een sleutelvergrendelkast waarin zich een sleutelbos bevindt die pas na vrijgave kan worden uitgenomen. Op de sleutelvergrendelkast (of bijbehorende aparte bedienkast) bevinden zich een tweetal knoppen ("neem verantwoordelijkheid" en "geef verantwoordelijkheid terug") en een tweetal lampen, een groene en een witte. De vrijgaveprocedure start na het treinvrij maken van de betreffende spoortak door VL. Als het object 'WK-schuif' door VL is vrijgegeven voor overname volgt een signaal van beveiliging naar een sleutelvergrendelkast, de groene lamp licht op. De medewerker ter plaatse zal vervolgens door het bedienen van de knop "nemen verantwoordelijkheid" aangeven de verantwoordelijkheid voor bediening over te willen nemen. Dit wordt door beveiliging bevestigd door een signaal wat aangeeft dat aan alle voorwaarden voor lokale bediening is voldaan en het object "WK-schuif" is overgedragen.. Vervolgens geeft beveiliging de sleutel vrij. De witte lamp licht nu op ten teken dat de sleutelbos kan worden uitgenomen. Aan de bevinden zich twee sleutels, een bediensleutel en een NS-sleutel. Deze sleutels zijn onderling gekoppeld met een niet deelbare sleutelring. Hierdoor is het niet mogelijk beide sleutels tegelijkertijd te gebruiken en is geborgd dat lokale bediening en mechanische handbediening niet gelijktijdig kunnen plaatsvinden. De bediensleutel kan in de lokale bedieningskast worden geplaatst waarmee het mogelijk wordt de schuif via de door de besturing aangeboden interface te bedienen. Via deze interface kan de schuif worden geheven en ontgrendeld en vervolgens kan men de schuif sluiten. Na afloop van de bedieningen dienen de sleutels weer terug geplaatst te worden in de betreffende sleutelkasten. 1.6 Afsluiters blusleidingen Naast de WK s kunnen ook de blusleidingen ter hoogte van de WK s worden afgesloten. Hierover zijn afspraken gemaakt met de brandweer. Sluitingsprotocol: Reguliere sluiting ij de reguliere sluiting wordt er van uitgegaan dat onder gecontroleerde omstandigheden de beweegbare kering wordt gesloten. Er is geen spraken van een incident, dus de afsluiters in de blusleidingen kunnen samen met de deuren of aansluitend worden gesloten. Concreet betekent dit een aanvulling op het huidige protocol dat als onderdeel van de bediening ook de afsluiters zullen worden gesloten. Dit gebeurt net als de deuren in beginsel op afstand, mocht dit niet lukken dan lokaal via het bedieningspaneel en mocht dat ook niet lukken dan lokaal met de hand.

7 Sluitingsprotocol: Automatische sluiting Het kan niet worden uitgesloten dat als gevolg van het activeren van de TTI (Tunnel Technische Installaties 1 ) de automatische sluiting wordt geactiveerd. Daarom dient voor het sluiten van de afsluiters eerst te worden gecontroleerd of er een incident in de tunnel is. Dit kan worden gedaan door het SMC, omdat zij zowel de info hebben m.b.t. het inwerking zijn getreden van de automatische sluitingsfunctie als het inwerking zijn getreden van de TTI. Indien deze combinatie zich voordoet mogen de afsluiters nog niet worden gesloten. Dit dient te gebeuren in overleg tussen Waterschap een randweer. Dit wordt opgenomen in het protocol Incidentbestrijding. Concreet betekent dit dat als aanvulling op het protocol Automatische sluiting voor de terugmelding door de Treindienstleiding aan de Waterschappen, het SMC een controle actie uitvoert Incident in tunnel ja/nee of TTI geactiveerd ja/nee. Indien er geen incident is, kunnen de afsluiters door SMC op afstand worden gesloten (indien dit niet lukt lokaal etc.). De melding aan de waterschappen is dan: WK incl. afsluiters gesloten. Indien er wel een incident is, worden de afsluiters niet gesloten. De melding aan de waterschappen is dan: WK gesloten, de afsluiters zijn nog open. Sluitingsprotocol: Herstel operationele toestand ij het herstellen van de operationele toestand worden ook altijd de afsluiters weer geopend. Concreet betekent dit dat het protocol Herstel operationele toestand wordt aangevuld met de handeling Afsluiters openen. Deze handeling wordt net als het heffen van de deuren uitgevoerd door de procesaannemer. 1.7 Onderhoud Indien er onderhoud aan de schuiven wordt uitgevoerd, word dit aan- en afgemeld aan het waterschap. Dit kan alleen gebeuren buiten de gesloten periode, tenzij er sprake is van een dreigende situatie. Tijdens de onderhoudswerkzaamheden zullen de deuren geborgd worden met kettingen. Meldingen van vlotters zullen dan niet tot besturingsacties leiden. 1 De term TTI is een containerbegrip voor alle technische (veiligheids)voorzieningen die in een spoortunnel zijn aangebracht. Te denken valt enerzijds aan detectiesystemen voor gassen, brand, vloeistoffen, onbevoegde personen en anderszijds aan reactiesystemen zoals ventilatoren, sprinklers, vluchtwegaanduidingen en automatische spoorbeveiliging.

8 De procedure van de reguliere sluiting wordt gevolgd indien één van de waterschappen de kering wil sluiten in verband met verwacht hoog water en een grote kans op falen van de primaire waterkeringen. De procedure reguliere sluiting kan ook uitgevoerd worden bij jaarlijkse oefeningen/testen eventueel in combinatie met simulatie automatische sluiting. 2 Reguliere sluiting Vanuit de waterschappen worden de volgende opdrachten gegeven: 1. Start de voorbereiding van de sluiting (Fase A) In dit geval wordt alles in gereedheid gebracht om daadwerkelijk tot sluiting te kunnen overgaan. 2. Sluiting van de kering (Fase ) In dit geval wordt de kering ook daadwerkelijk gesloten. In acute situaties kunnen opdracht 1 en 2 ook samenvallen. 2.1 Procedure in detail ij deze procedure worden de volgende stappen uitgevoerd. Stap Door Aktie Start indien Fase A: Voorbereidingen tot sluiting 1. Waterschap Waterschap geeft opdracht tot voorbereiding sluiting beweegbare waterkeringen aan TDL A15 ( ) en geeft zijn naam en telefoonnummer door. U spreekt met <naam>. Ik ben <functie> van het waterschap. In opdracht van de dijkgraaf moeten de deuren van de beweegbare waterkering van de <naam tunnel> 1. worden voorbereid op sluiting. 2. daadwerkelijk worden gesloten. Ik ben bereikbaar op telefoonnummer <telefoonnummer>. 2. Waterschap Waterschap informeert waterschap andere zijde dat zij opdracht hebben gegeven tot voorbereiding sluiting wk 3. TDL A15 Treindienstleider verifieert via meldkamer waterschappen Na 1 of betreffende persoon bevoegd is om deze opdracht te geven. 4. TDL A15 Treindienstleider legt treinverkeer stil en zorg voor ontruiming tunnels, neemt sporen uiten Gebruik. 5. TDL A15 TDL informeert via ack Office de Algemeen leider 6. TDL A15 TDL geeft SMC opdracht om sluiting voor te bereiden middels afschakelen, aarden bovenleiding en ontgrendelen schuiven. 7. SMC SMC maakt baanvak spanningsloos en zorgt voor aarding en ontgrendeld schuiven. Informeert TDL over voortgang. Het SMC houdt bij het ontgrendelen de volgorde aan dat eerst de zijde van het opdrachtgevend Nadat tunnel treinvrij is

9 waterschap wordt ontgrendeld en daarna de andere zijde. 8. SMC SMC meldt aan Algemeen Leider dat voorbereidingen zijn afgerond. 9. AL AL informeert waterschappen dat voorbereidingen gereed zijn. FASE : Na opdracht tot sluiting 10 Waterschap Waterschap geeft opdracht aan AL dat WK s daadwerkelijk gesloten moeten worden 11 SMC SMC informeert PCA dat SMC de schuiven gaan sluiten en dat PCA moet gaan controleren of ze gesloten zijn. 12 AL AL informeert TDL dat WK zijde opdrachtgevend waterschap gesloten dienen te worden. 13 AL AL geeft opdracht aan SMC om WK en blusleidingen opdrachtgevende zijde daadwerkelijk te sluiten 14 SMC SMC sluit WK blusleidingen opdrachtgevende zijde (op afstand, lokaal elektrisch door PCA, lokaal mechanisch door PCA) 15 AL AL informeert bij TDL of tunnel geëvacueerd is 16 AL AL geeft opdracht aan SMC om WK andere zijde daadwerkelijk te sluiten. Geldt ook voor blusleidingen 17 SMC SMC sluit WK blusleidingen andere zijde (op afstand, lokaal elektrisch door PCA, lokaal mechanisch door PCA) 18 PCA PCA controleert lokaal of WK s daadwerkelijk gesloten zijn en geeft resultaat door aan SMC 19 SMC SMC informeert AL dat WK daadwerkelijk gesloten is 20 AL AL informeert beide waterschap dat WK gesloten is L Na signaal ontruimd 2.2 Variant: Semi-automatische sluiting innen dit sluitingsprotocol is een variant mogelijk op de uitvoering van de sluiting. Dit gebeurt middels de semi-automatische sluiting. ij de semi-automatische sluiting wordt in het SMC (op afstand) of op de bedieningskast in het tunnelgebouw (lokaal) een knop ingedrukt die automatisch een volledige sluitingsprocedure in gang zet. Deze knoppen kunnen ingedrukt worden indien bijvoorbeeld de communicatie ergens gehinderd is en er toch snel op een veilige manier gesloten moet worden. Indien het waterschap onmiddellijk tot sluiting over wil gaan kan zij ook in het bedieningsgebouw op de knop Semi automatische sluiting drukken. Voordat deze knop kan worden ingedrukt, dient eerst via de sleutelprocedure de vrijgave worden verkregen. 2.3 Variant: Storing bij de bediening op afstand Indien de bediening op afstand niet functioneert geeft SMC in de regel opdracht aan PCA de kering lokaal te sluiten. Indien de oorzaak van de storing bekend is en deze eenvoudig kan worden verholpen, kan SMC tevens opdracht geven aan PCA deze storing te verhelpen, om daarna de bediening op afstand te vervolgen.

10 De procedure van de automatische sluiting wordt doorlopen indien de sensoren in de tunnel constateren dat er water in de tunnel komt. Er zijn vier sensoren: Vlotter A1, A2 en A3 (op het diepste punt van de tunnel) en vlotter (nabij de beweegbare waterkeringen). Wanneer de vlotters A3 en allebei gestimuleerd worden, zal de KW daadwerkelijk aan sluiten. 3 Automatische sluiting 3.1 Procedure met aangesproken vlotters Alle meldingen van de vloters komen zowel binnen bij het SMC als bij de TDL. De TDL/AL is coördinerende partij richting SMC en Waterschappen. elangrijkste akties na aanspreken vlotters: A1: controleren op storingen A2: treinvrij maken A3: automatisch sluiting voorbereiden (ontgrendelen, spanningsloos maken en aarden) A3+: WK sluiten Stap Door Aktie Start indien A1 vlotter 1. A1 Vlotter Aangesproken 2. SMC Controleert TTI en geeft PCA opdracht om lokaal te inspecteren A2 vlotter 3. A2 vlotter Aangesproken 4. TDL A15 Treindienstleider legt treinverkeer stil, maakt tunnel treinvrij, zorgt voor ontruiming tunnels, neemt sporen uiten Gebruik. 5. TDL A15 TDL informeert algemeen leider 6. TDL A15 TDL informeert sluitingscoördinatoren beide waterschappen via meldkamer dat vlotter A2 aangesproken is. Geeft door dat hij contactpersoon is en hoe hij bereikbaar is. Maakt werkafspraken A 3 vlotter 7. A3 vlotter Wordt aangesproken 8. est. Syst Tunnel wordt automatisch treinvrij gemaakt (indien dit nog niet eerder is gebeurd) 9. est. syst Schuiven worden automatisch ontgrendeld 10 TDL A15 Geeft opdracht aan SMC om tunnel spanningsloos te maken en te aarden 11 SMC Tunnel wordt spanningsloos gemaakt en geaard 12 SMC SMC informeert AL over status 13 AL AL informeert waterschappen dat vlotter A3 aangesproken is en geeft informatie door over status

11 vlotter 14 Vlotter Wordt aangesproken 15 TDL A15 TDL geeft aan AL door dat vlotter is aangesproken. 16 AL AL informeert waterschappen dat WK gesloten gaat worden 17 est. syst WK zullen zicht automatisch sluiten indien er geen obstakel gedetecteerd wordt. WK gesloten 18 PCA PCA controleert lokaal of WK daadwerkelijk gesloten is en geeft resultaat door aan SMC 19 SMC SMC controleert of er een incident in de tunnel is i.v.m. wel of niet sluiten van de blusleidingen 20 SMC lusleidingen worden gesloten (op afstand, lokaal, mechanisch) indien er geen incident in de tunnel is en de TTI niet geactiveerd zijn 21 SMC Informeert AL dat schuiven gesloten zijn en geeft informatie door over toestand blusleidingen 22 AL Informeert TDL A15 dat WK s gesloten zijn. 23 AL AL informeert Waterschappen over toestand kering en blusleidingen Na 14 Na afronden sluitingsproces 3.2 Variant: Semi-automatische sluiting innen dit sluitingsprotocol is een variant mogelijk op de uitvoering van de sluiting. Dit gebeurt middels de semi-automatische sluiting. ij de semi-automatische sluiting wordt in het SMC (op afstand) of op de bedieningskast in het tunnelgebouw (lokaal) een knop ingedrukt die automatisch een volledige sluitingsprocedure in gang zet. Indien op het SMC men de indruk heeft dat het proces met de vlotters niet verloopt, kan men ook op de knop semi-automatische sluiting drukken. Het besturingssysteem doorloopt alle bijbehorende stappen om de WK s volledig te laten sluiten. 3.3 Variant: Kering sluit niet De automatische sluitingsfunctie is zodanig ingericht dat eerst de zijde waar de -vlotter wordt aangesproken zal sluiten. Wanneer deze zijde gesloten is zal de andere zijde worden gesloten. Indien de deuren aan de geïnitieerde zijde niet sluiten, zal na een vertraging van 30 minuten de sluiting aan de andere zijde worden gestart. Na het constateren van het niet gesloten zijn van de kering zal SMC de kering op afstand sluiten. Lukt dit ook niet, geeft SMC de PCA opdracht de kering lokaal te sluiten. 3.4 Variant: Storing vlotters Indien er een storing optreedt aan de niveaumeting (vlotters) komen meldingen van stijgend waterniveau niet door en kan er niet op worden gereageerd door de operators. Omdat hiermee de waterkering niet meer is gegarandeerd, zullen de volgende maatregelen worden genomen. Treinverkeer wordt stilgelegd Overleg met de sluitingscoördinator / ICR van de verantwoordelijke waterschappen (oostzijde en westzijde) over: verwachte reparatieduur, voorbereiden van de beweegbare waterkeringen op sluiting, hervatten treinverkeer.

12 De procedure is als volgt: Indien een storing van de niveaumeting wordt waargenomen, wordt als het ware hetzelfde proces gevolgd als wanneer vlotter A2 aangesproken zou worden: het treinverkeer word stilgelegd en de Algemeen Leider wordt geïnformeerd en neemt de coördinatie op zich, waaronder het overleg met de waterschappen. Indien wordt besloten om tot sluiting over te gaan, wordt min of meer de Reguliere Sluitingsprocedure doorlopen, met uitzondering van de verificatie-ronde.

13 De vierde procedure betreft een sluiting van de WK s na optreden van een calamiteit in of in de nabijheid van de tunnel. In dat geval kan een Regionaal eleidsteam (RT) besluiten om tot sluiting over te gaan. De waterschappen nemen deel aan het RT. 4 Incidentenbestrijding 4.1 Uitgangspunten: Uitgangspunt voor dit protocol is dat alle keuzes/beslissingen die worden genomen t.a.v. de beweegbare waterkering zgn. beleidskeuzes zijn. Dit betekent dat deze beslissingen worden genomen door het Regionaal eleidsteam (RT). In dit beleidsteam wordt daarmee altijd de afweging gemaakt tussen de belangen van de waterstaatkundige veiligheid en de belangen van de incidentbestrijding. Er zijn situaties voorstelbaar dat het te lang duurt voordat het RT een beslissing heeft genomen. Een ander uitgangspunt is dat de handelingen aan de beweegbare waterkering zo veel mogelijk vanuit SMC worden uitgevoerd (dus bediening op afstand). Dit omdat ook handelingen m.b.t. de TTI zo veel mogelijk dor SMC worden uitgevoerd. 4.2 Situaties Wanneer er zich een incident voordoet in de tunnel zijn er twee situaties denkbaar: 1. De beweegbare waterkering is open. 2. De beweegbare waterkering is gesloten. De tweede situatie kan alleen zijn ontstaan doordat de automatische sluitingsfunctie in werking is getreden, door het activeren van de vlotters. Dit kan zijn door water uit de TTI of doordat het incident een lekkage van de tunnel heeft veroorzaakt De beweegbare waterkering is open Tijdens een incident zijn de volgende handelingen denkbaar: Deuren van de WK afzonderlijk sluiten Ten behoeve van de bestrijding van het incident helpt het wanneer de deuren van de tunnelbuis waarin het incident zich voordoet worden gesloten. In tegenstelling tot de normale sluitingsprocedure dienen dan niet beide deuren aan één zijde te worden gesloten, maar slechts één. De andere moet juist open blijven om optreden van de hulpdiensten via de andere tunnelbuis mogelijk te maken. Het afzonderlijk sluiten van de deuren kan worden uitgevoerd op afstand door het SMC. Deuren van de WK borgen Wanneer de waterstaatkundige veiligheid dit toelaat (laagwaterseizoen, geen voorspellingen van springvloed en stormen) kan worden besloten de automatische sluitingsfunctie van de WK uit te schakelen. Hiertoe kan de WK is de zgn. onderhoudsmodus worden gezet en kunnen de deuren in de ketting worden gehangen. Deze handeling zal lokaal moeten worden uitgevoerd. Het SMC mobiliseert op aangeven van het waterschap de procesaannemer en deze realiseert de onderhoudsmodus door het uitvoeren van de betreffende sleutelprocedure en het bevestigen van de deuren aan de kettingen. WK regulier sluiten Indien het incident leidt tot een verhoogd risico van het bezwijken van de tunnel, kan worden besloten tot het preventief sluiten van de beweegbare waterkeringen. Hiertoe kan het sluitingsprotocol Reguliere Sluiting worden gevolgd. Indien de onderhoudsmodus is ingesteld, dient deze eerst opgeheven te worden. WK sluit automatisch Dit is geen handeling, maar wel een situatie die zou kunnen optreden. Tijdens het bestrijden van het incident worden de vlotters alsnog geactiveerd hetzij door bluswater, hetzij door lekkagewater. Hiermee wordt de automatische sluiting in werking gezet en verloopt dit conform het protocol Automatische Sluiting.

14 Tijdens een incident zijn de volgende handelingen denkbaar: Afsluiters dichtzetten Als gevolg van het incident raakt de tunnel beschadigd en loopt deze volledig onder water. De blusleidingen kunnen het begeven en het is noodzakelijk de afsluiters dicht te zetten. Het waterschap geeft hiertoe opdracht aan SMC (via VL?) en deze bedient de afsluiters op afstand (indien dit niet lukt lokaal etc.). Deuren afzonderlijk openen Er zijn situaties denkbaar dat het toch nodig is een deur van de beweegbare waterkering te openen om bijv. nog personeel te evacueren, of om alsnog een operatie in de tunnel mogelijk te maken. Het afzonderlijk openen van de deuren kan worden uitgevoerd op afstand door het SMC De beweegbare waterkering is gesloten

15 5 Herstel operationele toestand Deze procedure betreft het heffen van de WK s en het openen van de afsluiters van de brandblusleidingen, oftewel: het herstel van de operationele toestand. Het herstel operationele toestand geldt ook als eindfase van de onderhoudsmodus. De deuren uit de kettingen of ophanging Vergrendeling van de deuren herstellen Installatie resetten in automatische werking Afsluiters geopend Stap Door Aktie Start indien 1. Opdrachtgevend Waterschap 2. Opdrachtgevend Waterschap 3. Andere waterschap Waterschap geeft opdracht tot herstel operationele toestand aan Algemeen Leider Prorail Verkeersleiding geeft zijn naam en telefoonnummer door. U spreekt met <naam>. Ik ben <functie> van het waterschap. In opdracht van de dijkgraaf moeten de deuren van de beweegbare waterkering van de <naam tunnel> worden geopend. Ik ben bereikbaar op telefoonnummer <telefoonnummer>. Waterschap informeert waterschap andere zijde dat zij opdracht hebben gegeven tot openen WK. Waterschap geeft opdracht tot herstel operationele toestand aan Algemeen Leider Prorail Verkeersleiding en geeft zijn naam en telefoonnummer door. U spreekt met <naam>. Ik ben <functie> van het waterschap. In opdracht van de dijkgraaf moeten de deuren van de beweegbare waterkering van de <naam tunnel> worden geopend. Ik ben bereikbaar op telefoonnummer <telefoonnummer>. 4. AL Algemeen Leider Prorail Verkeersleiding verifieert via meldkamers waterschappen of betreffende personen bevoegd zijn om deze opdracht te geven. 5. AL Algemeen Leider geeft opdracht aan SMC om WK s te openen en aan TDL A SMC SMC verzoekt PCA om schuiven en afsluiters blusleidingen te openen Na 1 en na 3 Nadat beide waterschappen toestemming hebben gegeven en verificatie heeft plaatsgevonden.

16 7. PCA PCA verzoekt bij VL tot vrijgave bediening WK s. 8. TDL A15 TDL geeft schuiven WK s vrij 9. PCA PCA geeft aan SMC melding van schuiven geopend en vergrendeld, afsluiters bluswaterleidingen geopend. 10 SMC Meld aan AL dat schuiven geopend en vergrendeld en afsluiters bluswaterleidingen geopend zijn. 11 AL AL informeert beide waterschappen dat schuiven geopend en vergrendeld zijn en bluswaterafsluitingen geopend. 12 PCA SMC TDL Afronding herstelprocedure: Herstel bovenleiding, ontaarden, spanning aanbrengen, herstel treinverkeerd L Na openen ij indienststelling

17 6 Monitoring L 6.1 Inleiding Ten behoeve van de monitoring worden twee verbindingslijnen tussen de beweegbare waterkering en het monitoringssysteem van de waterschappen onderscheiden: Hoofdstroom / primair communicatiesysteem Verificatiestroom Hoofdstroom / primair communicatiesysteem Het aangebrachte systeem stelt de waterschappen in staat om de primaire monitoringsinformatie die wordt gegenereerd door het besturingssysteem van de beweegbare waterkeringen te gebruiken in eigen programmatuur. De verificatiestroom Indien de hoofdstroom uitvalt in combinatie met een situatie van een dreigende calamiteit wordt teruggevallen op een tweede verbindingmogelijkheid. Dit is een procedure die ProRail en de Waterschappen met elkaar uitvoeren. De Het is te realiseren dat de monitoring dient ter informatie over de status van de beweegbare waterkering aan de waterschappen. De protocollen voor het sluiten van de beweegbare waterkering zijn onafhankelijk van deze monitoring. Zou het monitoringssysteem uitvallen blijft de sluitingsfunctie in tact. Hieronder wordt deze procedure beschreven. 6.2 Monitoringssysteem Waterschap Door het monitoringssysteem worden status- en storingsmeldingen van de belangrijkste onderdelen van de beweegbare waterkering verstuurd aan het waterschap. Hiertoe is een systeem ingericht dat rechtstreeks informatie vanuit het besturingssysteem van de beweegbare waterkering via en beveiligde internetverbinding doorstuurt aan het waterschap. innen het waterschap wordt deze informatie verwerkt in het eigen monitoringsprogramma. Op deze wijze heeft het waterschap vanaf de eigen locatie, autonoom zicht op de status van de beweegbare waterkering. ProRail Ook ProRail ontvangt de status- en storingsmeldingen van de belangrijkste onderdelen van de beweegbare waterkeringen. Via het eigen ATM-netwerk worden deze gegevens doorgestuurd aan het Schakel- en Meldcentrum (SMC) en de Treindienstleiding (VL). Het ATM-netwerk heeft een veel hogere betrouwbaarheid dan de verbinding naar het waterschap. De kans is daarom aanwezig dat wanneer de verbinding naar het waterschap faalt, ProRail nog wel de meldingen van de beweegbare waterkering ontvangt.

18 6.3 Het monitoringssysteem naar de waterschappen faalt Wanneer het monitoringssysteem naar een waterschap faalt stelt zij ProRail (beheer) en ProRail (VL) hiervan in kennis (telefonisch). Het waterschap en ProRail (eheer) overleggen over de urgentie van het herstellen van het monitoringssysteem. Het waterschap en ProRail (VL) overleggen over de noodzaak van extra statusmeldingen over de beweegbare waterkering van ProRail aan het waterschap in de periode dat het monitoringssysteem naar de waterschappen niet werkt. ProRail meldt wijzigingen in de status van de beweegbare waterkering aan het waterschap De volgende meldingen worden door ProRail (VL of SMC) doorgegeven aan het waterschap: Storingsmeldingen aan de vlotters. Storingsmeldingen aan het hydraulische aandrijfsysteem van de beweegbare waterkering. Storingsmeldingen aan het besturingsysteem van de beweegbare waterkering. Melding trein onder schuif wanneer de beweegbare waterkering wordt gesloten. Melding noodstop bediend wanneer de beweegbare waterkering wordt gesloten. De volgende meldingen worden al in het kader van de sluitingsprotocollen doorgegeven van ProRail (VL) aan het waterschap: Melding aanspreken van de vlotters A2, A3 en. (protocol Automatische Sluiting). Melding sluiting beweegbare waterkering voorbereid (protocol Reguliere Sluiting) Melding beweegbare waterkering gesloten (protocol Reguliere Sluiting en protocol Automatische Sluiting). Melding afsluiters blusleidingen gesloten (protocol Reguliere Sluiting en protocol Automatische Sluiting). Melding operationele toestand hersteld ( protocol Herstel Operationele Toestand). 6.4 Het monitoringssysteem naar het waterschap is weer hersteld Wanneer het monitoringssysteem naar een waterschap weer is hersteld stelt zij ProRail (beheer) en ProRail (VL) hiervan in kennis (telefonisch). Na deze in kennis stelling is dit protocol Monitoring afgerond en worden status meldingen niet meer door ProRail (VL of SMC) aan het waterschap gemeld, m.u.v. de meldingen die in de sluitingsprotocollen zijn opgenomen. 6.5 Er dreigt een calamiteit In een situatie waarin een calamiteit dreigt controleert het waterschap de e werking van het monitoringssysteem.

19 ijlagen 1. Protocol Reguliere Sluiting (2 pagina s) 2. Protocol Automatische Sluiting 3. Protocol Incidentbestrijding 4. Protocol Herstel Operationele Toestand L

20 FASE A: Voorbereidingen tot sluiting SLUITINGSPROTOCOL EWEEGARE WATERKERINGEN TUNNELS ETUWEROUTE Versie 5 (5 juni 2007) Opdrachtgevend waterschap Collega waterschap Opdrachtgevend Coördinator Meldkamer/ Receptie Meldkamer / Receptie Coördinator andere kant Opdacht tot voorbereiding * Het waterschap Hollandse Delta kent geen afzonderlijke meldkamer en sluitingscoördinator maar daar zijn beide functies ondergebracht bij de ICR-functionaris. Verificatie ProRail Treindienstleiding (Trdl) of Algemeen Leider Prorail Verkeersleiding 2. 1 Maatregelen treinverkeer 3 Schakel & Meldcentrum (SMC) 1 Spanningsloos maken en aarden van bovenleiding en ontgrendelen SMC geeft opdracht aan PCA voor uitvoeren controle Voorbereiding gereed? Opdrachtgevend Coördinator Coördinator andere kant

21 FASE : Na opdracht tot sluiting Opdrachtgevend waterschap SLUITINGSPROTOCOL EWEEGARE WATERKERINGEN TUNNELS ETUWEROUTE Versie 5 (5 juni 2007) Collega waterschap Opdrachtgevend Coördinator Melding van opdracht tot sluiting Coördinator andere kant Opdracht tot sluiting Algemeen Leider Prorail Verkeersleiding Schakel & Meldcentrum (SMC) SMC geeft opdracht aan PCA voor uitvoeren controle ediening op afstand Sluiting opdrachtgevende kant (waterkeringen en blusleidingen) Optie: semiautomatische sluiting ediening op afstand nee Sluiting andere kant (waterkeringen en blusleidingen) Optie: semiautomatische sluiting Check Niet Locale elect. edien. Check Niet Locale elect. edien. Check Niet Locale mechan. bedien. Check Niet Locale mechan. bedien. Treindienstleiding Algemeen Leider Evacuatie voltooid Niet Wachten tot evacuatie voltooid is WK gesloten Opdrachtgevend Coördinator Coördinator andere kant

22 A1 Vlotter A1 A2 A3 SLUITINGSPROTOCOL EWEEGARE WATERKERINGEN TUNNELS ETUWEROUTE Versie 5 ( 5 juni 2005) Alternatief: semiautomatische sluiting op afstand Vlotter Schakel & A2 Meldcentrum (SMC) Maatregelen treinverkeer Automatische Treindienstleiding (Trdl) voorbereiding tot sluiting Controle TT1 Controle op incident in tunnel Meldkamer/ Receptie Meldkamer/ Receptie SMC maakt spanningsloos en aard, evt bluisleidingen sluiten A3 Waterschap westzijde Waterschap oostzijde A3 en? lusleidingen sluiten? Autom sluiting Sluiting geactiveerde kant Tijdvertraging Check Niet Lokale sluiting Sluiting andere kant Check Niet Mech. Sluiting Automatische sluiting Check Niet Lokale sluiting Check Niet Mech. Sluiting Treindienstleiding Waterschap westzijde Waterschap oostzijde

23 SLUITINGSPROTOCOL EWEEGARE WATERKERINGEN TUNNELS ETUWEROUTE Versie 5 (5 juni 2005) RT Gesloten Situatie WK Open MOGELIJKE HANDELINGEN 1. Afsluiters dichtzetten 2. Deuren afzonderlijk openen 3. Deuren afzonderlijk sluiten 4. Deuren orgen 5. WK Regulier Sluiten 6. WK Sluit Automatisch Waterschap geeft VL opdracht Protocol Reguliere Sluiting Protocol Automatische Sluiting VL -> SMC Waterschap geeft VL opdracht Mobiliseren Procesaannemer ediening op afstand Deuren borgen in ketting Sleutelproce dure onderhoud Check Lokale elect. bediening VL Check Lokale mech. bediening Waterschap VL Waterschap

24 (H.O.T) SLUITINGSPROTOCOL EWEEGARE WATERKERINGEN TUNNELS ETUWEROUTE Versie 5 (5 juni 2007) Opdrachtgevend waterschap Collega waterschap Opdrachtgevend Coördinator H.O.T. Meldkamer / Receptie Coördinator andere kant Meldkamer/ Receptie H.O.T. Verficatie H.O.T. Verficatie Treindienstleiding (Trdl) Algemeen Leider eide waterschappen akkoord? Verzoekt om vrijgave schuiven bij TDL Ja Schakel & Meldcentrum (SMC) Procesaannemer Schakel & Meldcentrum (SMC) Heffen schuif, vergrendelen en herstellen bovenleiding Ontaarden, spanning aanbrengen, afsluiters openen Algemeen Leider Operationele toestand hersteld Treindienstleiding Vrijgeven voor treinverkeer Opdrachtgevend Coördinator Coördinator andere kant