VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. van. Essent Energie Productie BV. Beekweg 12, Erica - 1 -

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. van. Essent Energie Productie BV. Beekweg 12, Erica - 1 -"

Transcriptie

1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit van Essent Energie Productie BV Beekweg 12, Erica - 1 -

2 Inhoudsopgave Begrippen- en literatuurlijst Algemeen MILIEUZORG INSPECTIE EN ONDERHOUD TERREINEN EN WEGEN DIVERSEN WARMTELEVERING STEG-EENHEDEN Lucht ONDERZOEK EN NORMERING...11 STORINGEN EN OVERBELASTING METINGEN EN CONTROLE Geluid GELUIDNORMERING MAATREGELEN EN VOORZIENINGEN METINGEN EN CONTROLE Bodembescherming DOELVOORSCHRIFTEN RIOLERING BEHEERSMAATREGELEN Afvalstoffen OPSLAG EN AFVOER Afvalwater ALGEMEEN LOZINGSEISEN VOORZIENINGEN VOOR LOZINGEN MET MINERALE OLIE...16 OLIE-AFSCHEIDER VOOR LOZINGEN MET MINERALE OLIE CONTROLE ANALYSEMETHODEN Energie DEELNEMER CONVENANT BENCHMARKING Externe veiligheid STORINGSANALYSE...19 CONTROLE EN BEHEER BRANDBESTRIJDING BEDRIJFSNOODPLAN Installaties ELEKTRISCHE INSTALLATIES GASDRUKREGEL- EN MEETSTATION NOODSTROOMVOORZIENINGEN Procesvoering ALGEMEEN Opslag en verlading ALGEMEEN OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN, EN OPSLAG VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN OPSLAG VAN NATRONLOOG EN ZOUTZUUR IN EEN BOVENGRONDS RESERVOIR...23 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN OPSLAG VAN TOT VLOEISTOF VERDICHTE GASSEN (CO 2 ) Nazorg

3 Begrippen- en literatuurlijst Voor zover een norm of richtlijn (zoals DIN, NEN, PGS SBR of BRL), waarnaar in een voorschrift of in de begrippenlijst verwezen wordt, betrekking heeft op de uitvoering van constructies, toestellen en apparaten, wordt bedoeld de vóór de datum, waarop deze vergunning is verleend, laatst uitgegeven norm of richtlijn met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen, tenzij in het voorschrift anders is bepaald. ADR Arboinformatieblad AI-25 Bedrijfsmilieuplan (BMP) Bedrijfsriolering Besluit drukapparatuur Bodembeschermende maatregel Bodemonderzoek Milieuvergunningen en BSB Buitenopslag BVK CUR/PBV CUR/PBV-aanbeveling 44 CUR/PBV-Aanbeveling 51 Accord européen relatief aux transport internationaux de marchandises dangereuses par route Preventie van zware ongevallen door gevaarlijke stoffen. Uitgegeven door de Directeur Generaal van de Arbeid (DGA). Milieuplan van een bedrijf zelf, meestal verplicht ingevolge een doelgroepenconvenant voor de branche waartoe het bedrijf behoort. In het plan is de milieustrategie van het bedrijf beschreven en aangegeven welke milieumaatregelen en studies in de komende jaren (meestal 4 jaar) zeker, mogelijk of voorwaardelijk zullen worden getroffen en wat de verwachte reducties in emissies, verbruiken en risico s van deze maatregelen zijn. Voorziening voor de afvoer van bedrijfsafvalwater vanuit de inrichting naar een openbaar riool of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater. Besluit drukapparatuur, Stb. 1999, 311, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 juli 2001, Stb Handeling in de vorm van controle of onderhoud van een voorziening of proces, om de kans op emissies of immissies te reduceren. Publicatie van het ministerie van VROM, SDU uitgeverij Den Haag (1993). Een aan ten minste één zijde open opslagplaats, met of zonder dak. Bewijs van Keuring, certificaat voor een toestel dat beoordeeld en gekeurd is conform andere normen, richtlijnen of eisen dan de RTOD. Stichting civieltechnisch centrum uitvoering, research en regelgeving / Projectbureau Plan Bodembeschermende Voorzieningen. Beoordeling vloeistofdichtheid van vloeistofdichte voorzieningen (Stichting CUR, januari 2005). Milieutechnische ontwerpcriteria voor bedrijfsrioleringen (Stichting CUR, 1997)

4 CUR/PBV-Aanbeveling 65 EEG-kaderrichtlijn 76/767/EEG Emballage Energie-efficiency index (EEI) Eural Gasfles Gedeputeerde staten Geluidgevoelige bestemmingen Geluidniveau in db(a) Gevaarlijke stof Hulpverleningsdiensten Installaties of procesinstallaties K3-vloeistoffen KIWA Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) Ontwerp en aanleg van bodembeschermende voorzieningen (Stichting CUR, 1998). Richtlijn van de EEG 76/767 (27 juli 1976), alsmede de daarop berustende bijzondere richtlijnen 84/525-, 84/526- en 84/527/EEG inzake de keuring van gasflessen. Glazen flessen tot 5 l, kunststof flessen of vaten tot 60 l, metalen bussen tot 25 l, stalen vaten of kunststof drums tot 300 l en papieren of kunststof zakken. Het quotiënt van het feitelijke energieverbruik in een bepaald jaar en het referentiegebruik in datzelfde jaar. Onder het referentiegebruik wordt verstaan het energiegebruik indien de producten in een bepaald jaar geproduceerd zouden zijn met het rendement (energie per eenheid product) van het referentiejaar. De energie-efficiencyindex in het referentiejaar van een MJA wordt gesteld op 100. Europese Afvalstoffenlijst Een voor meervoudig gebruik bestemde, cilindrische metalen drukhouder die voorzien is van één aansluiting met klep- of naaldafsluiter en een waterinhoud heeft van ten hoogste 150 l. Het college van gedeputeerde staten van de provincie Drenthe Gebouwen of objecten, als aangewezen bij algemene maatregel van bestuur krachtens de artikelen 49 en 68 van de Wet geluidhinder. Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in db(a). Stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de IMDG-Code. Bedrijfshulpverleningsdienst, brandweer en ambulance. Het samenstel van met elkaar verbonden objecten die zijn bestemd voor het transporteren, verwerken of opslaan van stoffen. Onder objecten wordt verstaan procesvaten, (opslag) tanks, leidingen, appendages met inbegrip van randapparatuur, meet-, regel- en beveiligingsapparatuur. Brandbare vloeistoffen met een vlampunt boven 328 K (55º C) en ten hoogste 373 K (100º C). Keuringsinstituut voor waterleidingartikelen, te Rijswijk ZH. De energetische sommatie van de equivalente A-gewogen geluidsniveaus op een beoordelingspunt over een specifieke beoordelingsperiode ten gevolge van specifieke bedrijfstoestanden, zo nodig gecorrigeerd voor de aanwezigheid van impulsachtig geluid, zuivere tooncomponent of muziekgeluid

5 Lekbak Maximale geluidsniveau (L Amax ) Milieujaarplan Milieujaarverslag Milieuzorgsysteem NEN 1014 NEN 3011 Een vloeistofdichte vloer die tezamen met de aanwezige drempels en muren een vloeistofdichte bak vormt danwel een apart gecreëerde vloeistofdichte bak van steen, beton, staal of kunststof. Een lekbak moet bestand zijn tegen de als gevolg van lekkage optredende plotselinge vloeistofdruk alsmede de inwerking van de opgeslagen vloeistoffen. Een lekbak moet zijn voorzien van een afdak voor de wering van hemelwater of een aftapmogelijkheid om het ingevallen hemelwater periodiek te laten afvloeien. Een lekbak onder een opslag moet een inhoud hebben die ten minste gelijk is aan de totale hoeveelheid erin opgeslagen vloeistoffen. indien K1- en K2-vloeistoffen zijn opgeslagen, en een inhoud van de grootste verpakkingseenheid, vermeerderd met 10% van de inhoud van de overige opgeslagen hoeveelheid, bij opslag van K3- of overige vloeistoffen. Het maximaal te meten A-gewogen geluidsniveau gemeten in de meterstand fast gecorrigeerd met de meteocorrectieterm C m. Een jaarplan waarin een overzicht wordt gegeven van de voorgenomen activiteiten op milieugebied, zoals investeringen in technische milieuvoorzieningen, saneringswerkzaamheden, onderzoek, metingen en registraties en eventuele bijstellingen van het milieuzorgsysteem. Rapportage over de milieuprestaties van het bedrijf in het voorafgaande kalenderjaar. Dat deel van het algehele managementsysteem dat betrekking heeft op de organisatiestructuur, planningsactiviteiten, verantwoordelijkheden, werkwijzen, procedures, processen en hulpmiddelen voor het ontwikkelen, implementeren, verwezenlijken en bijhouden van het milieubeleid. Bliksembeveiliging, zoals laatstelijk gewijzigd of aangevuld. "Veiligheidskleuren en tekens". NEN 6411 Water: Bepaling van de ph. NEN 6487 NEN NEN-EN NEN-normen NeR Nieuwe installatie Water: Titrimetrische bepaling van het sulfaatgehalte. Afscheiders en slibvangputten voor lichte vloeistoffen (bijv. olie en benzine) - Deel 2: Bepaling van nominale afmeting, installatie, functionering en onderhoud Een door het Comité Européen de Normalisation opgestelde en door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) te Delft als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm. Bij het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) te Delft uitgegeven en te verkrijgen normbladen. Nederlandse Emissie Richtlijnen lucht, Stafbureau NeR Bilthoven (1992), zoals laatstelijk gewijzigd. Installatie waarvoor niet eerder vergunning is verleend

6 NPR 7910 NPR Nrb Openbaar riool Opslaan PBV-Verklaring vloeistofdichte voorziening PGS 15 Potentiëel bodembedreigende activiteit Protocol Reservoir Riolering Risico Toelichting bij NEN Gevarenzone-indeling met betrekking tot gasontploffingsgevaar (voorheen P182 van het ministerie van SZW). NPR : Deel 1: Gasontploffingsgevaar, gebaseerd op NEN- EN-IEC ; NPR : Deel 2: Stofontploffingsgevaar, gebaseerd op NEN- EN ; Nederlandse PraktijkRichtlijnen, uitgegeven door het Nederlands NormalisatieInstituut (NNI) te Delft. Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten uitgegeven door het Informatiecentrum Milieuvergunningen te den Haag. Voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater buiten de inrichting. Onder opslaan wordt verstaan al die handelingen waarbij een (afval)stof voor een korte of langere tijd in een zekere ruimte min of meer statisch wordt gehouden. Met opslaan wordt tevens bedoeld het bundelen, samenpakken, overpakken, ompakken, en samenvoegen van vergelijkbare (afval)stoffen. Verklaring op basis van het KIWA/PBV document Model Verklaring vloeistofdichte voorziening. Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15 Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, richtlijn voor brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid (Ministerie van VROM 2005). Elke activiteit die een risico van verontreiniging van de bodem met zich meebrengt, als gevolg van de aard van die activiteit en als gevolg van de fysische en chemische eigenschappen van de stoffen waarmee de activiteit wordt uitgevoerd. Bij het vaststellen of een activiteit potentieel bodembedreigend is worden eventuele maatregelen en voorzieningen die zijn getoffen om het risico van die activiteit uit te sluiten buiten beschouwing gelaten. Document voor het vastleggen van gegevens ter verantwoording van verrichte handelingen. Een vat of een tank waarin een vloeistof of gas bewaard wordt. Voorziening voor afvoer van bedrijfsafvalwater vanuit een inrichting naar een openbaar riool. Individueel Risico: de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onbeschermd permanent op een bepaalde plaats zou bevinden. Groeps Risico: de kans per jaar dat in één keer een groep van bepaalde grootte dodelijk slachtoffer wordt van een ongeval

7 Vlampunt Vloeistofdichte vloer of voorziening Het (onderste) vlampunt is die temperatuur waarbij nog juist boven de vloeistof met lucht een brandbaar (explosief) mengsel kan worden gevormd. Het vlampunt tot 55º C wordt bepaald volgens de methode omschreven in NEN-ISO Het vlampunt boven 55º C wordt bepaald volgens de methode van Pensky-Martens omschreven in NEN- ISO Een vloer of voorziening geïnspecteerd en goedgekeurd overeenkomstig CUR/PBV-aanbeveling

8 1 Algemeen 1.1 Milieuzorg Vergunninghoudster dient, op verzoek van gedeputeerde staten, inzicht te verschaffen in het milieuzorgsysteem. 1.2 Inspectie en onderhoud Binnen drie maanden na het in werking treden van de vergunning dient een inspectie- en onderhoudssysteem opgezet te zijn. Het inspectie- en onderhoudssysteem dient steeds ter inzage te zijn voor de controlerende ambtenaar Het inspectie- en onderhoudssysteem dient ten minste te omvatten: a. de verantwoordelijkheden van de betrokken functionarissen; b. de onderdelen van de inrichting die aan inspectie en onderhoud worden onderworpen; dit betreft in ieder geval de installaties in hoofdstuk 9 van deze vergunningvoorschriften en de bodembeschermende voorzieningen zoals bedoeld in paragraaf 4.1 van deze vergunningvoorschriften. c. een beschrijving van de preventieve onderhoudsactiviteiten, alsmede van de volgorde en de frequentie waarin deze worden uitgevoerd; d. de wijze waarop registraties, alsmede interne en externe rapportages plaatsvinden Van de in voorschrift bedoelde inspecties dient een registratie te worden opgesteld met daarin de eventuele bevindingen. De registraties dienen te worden opgenomen in het milieulogboek of in een geautomatiseerd gegevensbestand. 1.3 Terreinen en wegen Binnen de inrichting moet een overzichtelijke en actuele plattegrond aanwezig zijn. Op deze plattegrond dient ten minste te zijn aangegeven: a. alle gebouwen en de installaties met hun functies; b. alle opslagen van stoffen die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken met vermelding van aard en maximale hoeveelheid Procesapparatuur, opslagtanks, leidingen en leidingondersteuningen die zich aan een terreingedeelte bevinden waar gemotoriseerd verkeer plaatsvindt, moeten afdoende zijn beschermd door een vangrail of een gelijkwaardige constructie Het terrein mag niet vrij toegankelijk zijn. Er moet een deugdelijke afscheiding aanwezig zijn. 1.4 Diversen Binnen de inrichting moet een exemplaar van deze vergunning (inclusief aanvraag) met bijbehorende voorschriften aanwezig zijn, alsmede een exemplaar van de in deze voorschriften voorgeschreven PGS-richtlijn. De vergunninghouder moet bij het aanleggen van installaties of voorzieningen door derden, deze informeren omtrent de eisen die daarvoor zijn gesteld in deze vergunning

9 1.4.2 Iedere werknemer in het bedrijf moet door middel van schriftelijke instructie(s), bijvoorbeeld een beheersprotocol op de hoogte zijn gebracht van de in deze vergunning opgenomen voorschriften en moet bekend zijn met de algemene veiligheidsmaatregelen in de inrichting, het gebruik van brandblusmiddelen en voorschriften met betrekking tot brandbestrijding Tijdens controle-, onderhouds-, en/of reparatiewerkzaamheden moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen of te beperken. Voordat personeelsleden van derden werkzaamheden mogen verrichten op het terrein van de inrichting moeten zij door of namens vergunninghouder zodanig zijn geïnstrueerd, dat de door hen te verrichten werkzaamheden conform de voorschriften van deze vergunning worden uitgevoerd Er dient een milieulogboek of een geautomatiseerd gegevensbestand te worden bijgehouden waarin alle milieurelevante handelingen moeten worden vermeld. Er dienen tenminste de volgende zaken in te worden opgenomen: a. de resultaten van in deze vergunning voorgeschreven onderzoeken keuringen en inspecties; b. de uitgevoerde metingen en registraties; c. alle van belang zijnde gegevens (zoals datum, tijdstip, plaats oorzaak, aard, hoeveelheid, getroffen maatregelen etc.) van voorgevallen incidenten die van invloed zijn op het milieu; d. de afvoerbewijzen van afgevoerde afvalstoffen; e. de jaarrekening van het energiegebruik; f. de produktveiligheidsbladen van de binnen de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen; g. de rapportage van onderhoudswerkzaamheden zoals bedoeld in voorschrift De gegevens hoeven zich niet in het milieulogboek zelf te bevinden, mits in het logboek of in een geautomatiseerde gegevensbestand een duidelijke verwijzing naar de vindplaats binnen de inrichting is gegeven Van alle onderzoeken die bij of krachtens deze vergunning zijn vereist dienen, indien geen andere termijn is aangegeven, de resultaten binnen drie maanden na uitvoering van het onderzoek aan gedeputeerde staten te worden overgelegd. Meetrapporten dienen ten minste te bevatten: a. het tijdstip van de metingen; b. de gehanteerde bemonsterings-, meet- en analysemethoden; c. de relevante bedrijfssituatie en de productieomstandigheden tijdens de metingen; d. de meet- en berekeningsresultaten; e. eventuele bijzonderheden; f. het resultaat van de toetsing aan de in deze vergunning vermelde grenswaarden; g. de maatregelen die zijn genomen indien uit het hiervoor bedoelde meet- of berekeningsresultaat blijkt dat de in deze vergunning voorgeschreven grenswaarden zijn overschreden Registers en rapporten die op grond van deze vergunning dienen te worden opgesteld, dienen ten minste vijf jaar in de inrichting te worden bewaard Ten minste drie werkdagen voordat onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij een bovennormale beïnvloeding van de omgeving tot gevolg kunnen hebben dienen gedeputeerde staten hiervan schriftelijk, bij voorkeur per telefax, op de hoogte te worden gesteld. De fax moet zijn voorzien van de tijdsduur, maatregelen om de gevolgen te beperken en zo nodig ongedaan te maken en de wijze van terugkoppeling (rapportage). 1.5 Warmtelevering STEG-eenheden De STEG-eenheden dienen van aansluitpunten te zijn voorzien voor warmteleidingen ten behoeve van het eventueel leveren van warmte voor andere doeleinden dan het opwekken van elektriciteit

10 1.5.2 Eenmaal per 4 kalenderjaren, voor het eerst binnen 6 maanden na het in werking treden van de vergunning, dient vergunninghouder de economische haalbaarheid van het leveren van warmte voor andere doeleinden dan het opwekken van elektriciteit te onderzoeken. De onderzoeksopzet dient in overleg met gedeputeerde staten te worden opgesteld. In het onderzoek moet in ieder geval bij de omliggende bedrijven een inventarisatie naar de vraag van warmte plaatsvinden. Een rapportage van het haalbaarheidsonderzoek dient in het kalenderjaar waarin het onderzoek moet plaatsvinden worden overgelegd aan gedeputeerde staten Indien het leveren van warmte economisch rendabel blijkt moet de voorschrift bedoelde rapportage van het onderzoek vergezeld gaan van een plan van aanpak met daarin redelijke termijnen waarbinnen de levering van warmte wordt gerealiseerd

11 2 Lucht 2.1 Onderzoek en normering De emissie van NO x van zowel de gasturbines als bij het in werking zijn van de STEG mag, gemeten en beoordeeld overeenkomstig het BEES A, niet meer bedragen dan 65 g/gj De emissie van CO van zowel de gasturbines als bij het in werking zijn van de STEG mag, gemeten en beoordeeld overeenkomstig de Nederlandse Emissierichtlijn (NeR), niet meer bedragen dan 100 mg/nm Teneinde vast te stellen welke minimale NO x -emissie kan worden gerealiseerd met de toegepaste BBT dient vergunninghouder ieder half jaar de NO x -emissie, gemeten en beoordeeld overeenkomstig het BEES A, per gasturbine en STEG-installatie vast te stellen. Daarbij dienen de procesgegevens als weergegeven in bijlage 16 van de aanvraag te worden vastgelegd alsmede de termijnen waarbinnen onderhoud en revisie van de installatie hebben plaatsgevonden De rapportage van het in voorschrift bedoelde onderzoek moet binnen een maand na het uitvoeren van de meting aan gedeputeerde staten worden overgelegd. In deze rapportage is naast de NO x -emissie, aangegeven welke relatie er is met relevante procesgegevens en termijnen van revisie en onderhoud van de installaties De meetverplichting als bedoeld in voorschrift vervalt indien met goedkeuring van gedeputeerde staten is aangetoond onder welke procescondities en termijnen van revisie en onderhoud de NO x -emissie behorend bij het toepassen van BBT kan worden gerealiseerd. Vergunninghouder is gehouden deze condities en termijnen in stand te houden. Storingen en overbelasting Indien ten gevolge van storingen of anderszins de emissies boven de in voorschrift genoemde waarden komen, neemt de vergunninghouder onmiddellijk maatregelen om de overschrijding op te heffen dan wel zoveel mogelijk te beperken. 2.2 Metingen en controle Bij de uitworppunten waarvoor in deze vergunning een maximum is gesteld aan de emissies naar lucht moeten op goed bereikbare plaatsen voorzieningen zijn aangebracht die het verrichten van metingen en het nemen van monsters bij de STEG-eenheid en de gasturbine mogelijk maken. De meetplaats en de meetvoorzieningen moeten voldoen aan de eisen in de van toepassing zijnde normen conform de NeR Om vast te stellen of voldaan wordt aan het gestelde ten aanzien van CO in voorschrift moet, op het moment dat de emissie van NO x overeenkomstig het BEES wordt vastgesteld, tevens de uitworp van CO worden gemeten en geregistreerd. De rapportage van de meting moet binnen een maand na uitvoering van de meting aan gedeputeerde staten worden overgelegd

12 3 Geluid 3.1 Geluidnormering Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en de daarin plaatsvindende activiteiten mag op de vastgestelde zone, zoals weergegeven in figuur 2 van het bij de aanvraag behorend akoestisch onderzoek van Peutz, nr, F , d.d. 23 november 2006, niet meer bedragen dan 40 db(a). De beoordelingshoogte is 5 meter. 3.2 Maatregelen en voorzieningen De immissierelevante bronsterkte van de geprojecteerde bypass schoorsteen, zoals aangegeven in figuur 1 van het akoestisch onderzoek van Peutz, nr, F , d.d. 23 november 2006, mag maximaal 94 db(a) bedragen Om aan het gestelde in de in voorschrift genoemde waarden te kunnen voldoen moet, binnen drie maanden na het van kracht worden van deze vergunning de maatregel, zijnde de geluidemissie van de airco-installatie met 10 db(a) reduceren, worden uitgevoerd De in voorschrift bedoelde maatregel mag ook op een andere wijze worden uitgevoerd dan als omschreven in voorschrift met dien verstande dat in voorschrift genoemde waarden niet mogen worden overschreden. Voor het uitvoeren van de maatregelen dient overeenstemming te zijn met gedeputeerde staten. 3.3 Metingen en controle Bepaling/beoordeling en controle van langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidniveaus en rapportages van metingen en/of berekeningen dienen te geschieden volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, uitgave

13 4 Bodembescherming 4.1 Doelvoorschriften Het bodemrisico van de potentieel bodembedreigende activiteiten moet voldoen aan bodemrisicocategorie A zoals gedefinieerd in de NRB In afwijking van het gestelde in voorschrift mag de afvoer van bedrijfsafvalwater via bestaande bedrijfsriolen voldoen aan het aanvaardbare bodemrisico als bedoeld in de NRB Voor inspecteerbare vloeistofdichte voorzieningen dient een geldige PBV-Verklaring Vloeistofdichte Voorziening aanwezig te zijn. Op verzoek dient deze verklaring aan gedeputeerde staten te worden overgelegd. 4.2 Riolering De riolering voor de afvoer van bedrijfsafvalwater moet bestand zijn tegen de stoffen die worden geloosd Riolen voor de afvoer van bedrijfsafvalwater, met uitzondering van riolen voor de afvoer van niet verontreinigd hemelwater, moeten lekdicht zijn uitgevoerd. Binnen 6 maanden na het in werking treden van deze vergunning en vervolgens elke 6 jaar dient de bestaande bedrijfsriolering voor de afvoer van bedrijfsafvalwater, met uitzondering van riolen bestemd voor de afvoer van niet verontreinigd hemelwater en huishoudelijk afvalwater, aan de hand van NEN 3399/NEN 3398 te worden geïnspecteerd op lekdichtheid. Bij afkeur dient binnen 3 maanden voldaan te worden aan de eis van lekdichtheid als genoemd in de NEN 3399/NEN Vergunninghoudster dient binnen 6 maanden na het inwerking treden van deze vergunning aan gedeputeerde staten een beheersprogramma te overleggen waarin is beschreven op welke wijze de bedrijfsriolering wordt beheerd en geïnspecteerd. Het opstellen van het plan dient overeenkomstig CUR-rapport "Beheer bedrijfsriolering bodembescherming" plaats te vinden Wijzigingen in het beheersprogramma, waarin is beschreven op welke wijze de bedrijfsriolering wordt beheerd en geïnspecteerd, dienen aan gedeputeerde staten te worden overgelegd Nieuwe ondergrondse riolen voor de afvoer van bedrijfsafvalwater, met uitzondering van niet verontreinigd hemelwater en huishoudelijk afvalwater, moeten: a) vloeistofdicht zijn uitgevoerd; b) worden opgenomen in het beheersprogramma als bedoeld in voorschrift ; c) worden ontworpen en aangelegd overeenkomstig CUR/PBV Aanbeveling Beheersmaatregelen Binnen 3 maanden na het in werking treden van deze vergunning dient door vergunninghoudster een plan met beheermaatregelen voor de bodembeschermende voorzieningen aan gedeputeerde staten te worden toegezonden. In dit plan dient ten minste het volgende te zijn uitgewerkt: a. welke voorzieningen geïnspecteerd en onderhouden worden; b. de inspectie- en onderhoudsfrequentie; c. de wijze van inspectie (visueel, monsterneming, metingen etc.);

14 d. waaruit het onderhoud bestaat; e. de gerealiseerde maatregelen om bodemincidenten tijdig te kunnen signaleren; f. hoe eventuele verspreiding van bodemverontreinigende stoffen wordt beperkt; g. hoe de resultaten van inspectie en onderhoud en de evaluatie van bodemincidenten worden gerapporteerd en geregistreerd; h. de verantwoordelijke functionaris voor inspectie, onderhoud en de afhandeling van bodemincidenten Binnen de inrichting dient een bedrijfsnoodplan met betrekking tot bodemaspecten aanwezig te zijn. Het plan dient een beschrijving te geven van maatregelen en voorzieningen, die een vergunninghoudster heeft voorbereid om effecten van calamiteiten (ongewenste gebeurtenissen) te minimaliseren en te bestrijden Personeel moet zijn geïnstrueerd en getraind in de juiste bediening van de procesapparatuur, de daartoe uit te voeren handelingen en de bijbehorende beschermende maatregelen. Hierbij hoort ook de training in het gebruik van noodmaatregelen, het opruimen van vrijgekomen stoffen en het melden van incidenten bij de daartoe aangewezen verantwoordelijke personen Gemorste bodembedreigende vloeistoffen als oliën, vetten en chemicaliën moeten direct worden opgeruimd. Hiertoe moeten absorptiemateriaal en neutraliserende stoffen in voldoende mate en gebruiksgereed aanwezig zijn Bodemonderzoek Bij beëindiging van een bodembedreigende activiteit dient ter vaststelling van de kwaliteit van de bodem een bodembelastingonderzoek naar de eindsituatie te zijn uitgevoerd. Het eindonderzoek moet worden verricht op die locaties van de inrichting die bij het nulsituatieonderzoek en een eventueel (laatste) herhalingsonderzoek relevant zijn gebleken en op alle overige locaties in de inrichting waar bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Monsterneming moet direct na beëindiging van de activiteiten plaatsvinden. Monsterneming en analyse van de monsters dient te zijn uitgevoerd conform NEN Ter plaatse van de tijdens het nulsituatieonderzoek en een eventueel (laatste) herhalingsonderzoek onderzochte locaties moet het eindsituatieonderzoek dezelfde opzet en intensiteit hebben Indien uit monitoring of anderszins blijkt dat de bodem (grond en/of grondwater) is verontreinigd kan gedeputeerde staten binnen 6 maanden na ontvangst van de resultaten van het onderzoek, onderscheidenlijk het bij dit gezag op andere wijze bekend worden van de verontreiniging, verlangen dat de eerder vastgestelde nulsituatie van de bodemkwaliteit wordt hersteld

15 5 Afvalstoffen 5.1 Opslag en afvoer Afvalstoffen mogen niet in de bodem terecht kunnen komen of in de bodem worden gebracht De emballage voor de opslag van gevaarlijke afvalstoffen moet dicht en voldoende sterk en geschikt zijn voor de desbetreffende stof. Op de emballage moet duidelijk leesbaar worden aangeduid welke afvalstof het betreft De verpakkingen met vloeibare gevaarlijke afvalstoffen, moeten in lekbakken zijn geplaatst. De inhoud van de bak moet de volledige inhoud van de opgeslagen vloeistoffen kunnen bevatten Ledige, niet gereinigde emballage voor de opslag van gevaarlijke afvalstoffen, moet worden bewaard als gevulde emballage De volgende afvalstoffen moeten ten minste naar aard en verwerkingsmogelijkheid gescheiden worden opgeslagen en afgevoerd: a. Papier en karton; b. Ferro- en non-ferro afval; c. Bouw- en sloopafval; d. Oliehoudend afval vast; e. Afvalstoffen die volgens de Europese afvalstoffenlijst (Eural) worden aangemerkt als gevaarlijk afval (zoals poetsdoeken die ingevolge de Eural worden aangemerkt als gevaarlijk afval) Gebruikte poetsdoeken en absorptiematerialen, die vrijkomen bij onderhoudswerkzaamheden en het verwijderen van gemorste olie, dienen in vloeistofdichte en afgesloten emballage te worden bewaard, die bestand is tegen het product Binnen de inrichting gebruikte absorptie- of neutralisatiemiddelen moeten als gevaarlijk afval worden behandeld De in de inrichting ontstane gevaarlijke afvalstoffen, als aangeduid in de Europese Afvalstoffenlijst (Eural) mogen niet met andere categorieën (gevaarlijke) afvalstoffen worden gemengd Afvalstoffen mogen niet langer dan één jaar in de inrichting worden opgeslagen Het afvoeren van afvalstoffen uit de inrichting moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden

16 6 Afvalwater 6.1 Algemeen Afvalwater (waaronder verontreinigd hemelwater), mag niet op oppervlaktewater worden geloosd Afvalwater mag slechts in een openbaar riool of andere voorziening voor de inzameling of het transport van afvalwater worden gebracht, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan: a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool of bij een zodanig riool behorende apparatuur; b. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een door een bestuursorgaan beheerd zuiveringstechnisch werk of bij een zodanig zuiveringstechnisch werk behorende apparatuur; c. de verwerking van slib, verwijderd uit een openbaar riool of uit de bij een zodanig riool behorende apparatuur, niet wordt belemmerd; d. de verwerking van slib, verwijderd uit een door een bestuursorgaan beheerd zuiveringstechnisch werk of uit de bij een zodanig zuiveringstechnisch werk behorende apparatuur, niet wordt belemmerd; e. de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het ontvangend oppervlaktewater zoveel mogelijk worden beperkt. 6.2 Lozingseisen Het is verboden bedrijfsafvalwater in een openbaar riool te brengen dat: a. een temperatuur heeft hoger dan 30 graden Celsius; b. een ph heeft lager dan 6,5 en hoger dan 10, bepaald volgens NEN 6411; c. een sulfaatgehalte heeft hoger dan 300 mg per liter, bepaald volgens NEN 6487; d. een gehalte aan onopgeloste bestanddelen heeft hoger dan 50 mg per liter, bepaald volgens NEN 6621: C1; e. een chloridegehalte heeft hoger dan 300 mg per liter, bepaald volgens NEN 6651; f. stankoverlast buiten de inrichting kan veroorzaken; g. stoffen bevat in zodanige hoeveelheden of concentraties, dat brand- of explosiegevaar kan ontstaan; h. stoffen bevat die verstopping of beschadiging van een riool of van de daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; i. grove of snel bezinkende afvalstoffen bevat. 6.3 Voorzieningen voor lozingen met minerale olie Potentieel met olie verontreinigd bedrijfsafvalwater dient, voor lozing op het openbaar riool door een olie-afscheider te worden geleid. Het effluent mag niet meer dan 200 mg/l minerale oliën bevatten, bepaald volgens NEN-EN-ISO (2000). Olie-afscheider voor lozingen met minerale olie De olie-afscheider moet uiterlijk één jaar na het in werking treden van de vergunning worden geïnspecteerd. Het verslag van de inspectie moet worden opgenomen in het milieulogboek. De olie-afscheider moet zo vaak als dat voor de goede werking noodzakelijk is, doch tenminste overeenkomstig de frequentie zoals aangegeven in het verslag van de inspectie, worden geïnspecteerd, geledigd en ontdaan van vet-, olie- en slibafzetting

17 6.3.3 Na elke lediging dient de olie-afscheider direct volledig gevuld te worden met schoon water Indien de olie-afscheider wordt vervangen, dient deze te voldoen aan NEN-EN en Op een afvoerleiding naar een olie-afscheider mogen geen afvoerleidingen voor sanitair afvalwater en niet-verontreinigd hemelwater worden aangesloten. 6.4 Controle Bedrijfsafvalwater waarvoor een concentratiegrenswaarde geldt, dient voor vermenging met afvalwater waarvoor een andere of geen concentratiegrenswaarde geldt, door een controlevoorziening te worden geleid, zodat te allen tijde bemonstering van dit afvalwater kan plaatsvinden. Deze voorziening dient te allen tijde goed bereikbaar en toegankelijk te zijn. 6.5 Analysemethoden Analyses moeten op de volgende wijze worden uitgevoerd: a. de analyses worden uitgevoerd met een representatief monster; b. de resultaten van de analyse dienen te kunnen worden getoetst aan de lozingsvoorschriften; c. de in deze vergunning genoemde parameters dienen te worden bepaald volgens voorschriften, uitgegeven door het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN). Uitgangspunt is dat wordt gewerkt volgens de laatst verschenen uitgave; d. als de vergunninghouder gebruik wil maken van een andere analysemethode, dient deze analysemethode geaccrediteerd te zijn door de Raad van Accreditatie, of door de vergunninghouder dient te kunnen worden aangetoond, dat het verkregen analyseresultaat vergelijkbaar is met het resultaat van de analyse volgens de NEN-norm

18 7 Energie 7.1 Deelnemer convenant Benchmarking energie-efficiency Vergunninghouder dient overeenkomstig het convenant Benchmarking binnen de daartoe vastgestelde termijnen de wereldtop energie-efficiency van vergelijkbare installaties vast te stellen en te bepalen of voor de eigen installatie een afstand tot die wereldtop geldt. Deze informatie moet worden toegezonden aan gedeputeerde staten Indien vergunninghouder de deelname aan het convenant Benchmarking beëindigt dient dit onverwijld aan gedeputeerde staten te worden gemeld Het energiegebruik binnen de inrichting dient maandelijks te worden geregistreerd

19 8 Externe veiligheid 8.1 Storingsanalyse Voor de ingebruikname van een nieuw aardgasontvangststation of een bestaand aardgasontvangststation waarvan het ontwerp is gewijzigd en voor de ingebruikname van een gasturbine-installatie waarvan het ontwerp is gewijzigd, dient een storingsanalyse gedeputeerde staten te worden overgelegd Bij het opstellen van een storingsanalyse dient hoofdstuk 3 uit Arboinformatieblad AI- 25: Preventie van zware ongevallen door gevaarlijke stoffen of een gelijkwaardige methode te worden gehanteerd. Controle en beheer De informatie met betrekking tot de gevarenzone-indelingen zoals vastgesteld conform de ATEX-richtlijn en de daarbijbehorende beschermingswijze(n) moeten zijn gedocumenteerd; a. deze documentatie moet voldoende gegevens bevatten om onderhoud uit te kunnen voeren; b. de documentatie moet altijd bijgewerkt en beschikbaar zijn. 8.2 Brandbestrijding Alle brandblusmiddelen, brandbestrijdings- en brandbeveiligingssystemen moeten steeds: a. voor onmiddellijk gebruik gereed zijn; b. in goede staat van onderhoud verkeren; c. goed bereikbaar zijn; d. als zodanig herkenbaar zijn Brandblusmiddelen worden éénmaal per twee jaar gecontroleerd door een instantie die is erkend op basis van de Regeling voor de erkenning van onderhoudsbedrijven kleine blusmiddelen of een ten minste gelijkwaardige instantie. Als bewijs van keuring moet door de controleur op een aan de apparaten bevestigd label de keuringsdatum worden vermeld In de gehele inrichting mag niet worden gerookt behalve op die plaatsen en in die gebouwen waar vanwege vergunninghoudster nadrukkelijk de toestemming tot roken is aangegeven. 8.3 Bedrijfsnoodplan Degene die de inrichting drijft draagt er zorg voor dat het bedrijfsnoodplan tenminste eens per drie jaar wordt geëvalueerd, beproefd en zonodig gewijzigd. Bij de evaluatie wordt rekening gehouden met veranderingen die zich in de inrichting hebben voorgedaan en met nieuwe kennis en inzichten omtrent de bij een zwaar ongeval te nemen maatregelen Het bedrijfsnoodplan dient ter inzage te liggen voor gedeputeerde staten en in- en externe hulpverleningsdiensten

20 9 Installaties 9.1 Elektrische installaties De constructievormen van het elektrisch materieel moet zijn afgestemd op de gevarenzoneindelingen zoals vastgesteld conform de ATEX-richtlijn. Ten aanzien van gasontploffingsgevaar moet, nadat voor een gegeven zone de constructievormen van het elektrisch materieel zijn gekozen, tevens worden vastgesteld dat de temperatuurgroep en de explosiegroep van het materieel in overeenstemming zijn met de gevarenzone-indeling. 9.2 Gasdrukregel- en meetstation De uitvoering en opstelling van het gasdrukregel- en meetstation, voldoet aan de NEN 1059 inclusief wijzigingsbladen Werkzaamheden aan de installatie en het toezicht daarop worden uitsluitend gevoerd door volgens een geautoriseerde Veiligheidsinstructie Aardgas (VIAG) aangewezen, verantwoordelijke en bevoegde personen Er is een veiligheidsregister aanwezig dat in het station wordt bewaard dan wel in een centraal veiligheidsregister dat op het kantoor van de beheerder van het station wordt bewaard. In het veiligheidsregister zijn de volgende zaken opgenomen: a. een schema van de gasdrukregel- en meetinstallatie; b. een schema van de in- en uitgaande leidingen met hun afsluiters; c. essentiële gegevens omtrent de installatie, zoals maximale incidentele werkdruk, drukreductie en ontwerpcapaciteit. 9.3 Noodstroomvoorzieningen Op een noodstroomvoorziening moeten ten minste zijn aangesloten de: a. belangrijke alarmeringen; b. semi automatische brandblusinstallaties; c. koelwaterpompen; d. bluswaterpompen; e. noodverlichting; f. gas- en dampdetectiesystemen; g. noodzakelijke oliepompen De noodstroomvoorziening moet ten minste éénmaal per maand op de juiste werking worden gecontroleerd en mag slechts als zodanig worden gebruikt. De bevindingen van de controles dienen in een logboek te worden vastgelegd Een noodstroomaggregaat met een uitlaatdempersysteem moet zodanig zijn opgesteld dat geen gevaar voor brand is te duchten. Een noodstroomaggregaat, al dan niet met bijbehorende brandstoftank, moet op doelmatige wijze tegen mechanische beschadiging en handelingen van onbevoegden zijn beschermd Bij gebruik van vloeibare brandstof moeten doelmatige voorzieningen zijn getroffen om te voorkomen dat de vloeistof op of in de bodem kan geraken of zich kan verspreiden In een ruimte waarin een noodstroomaggregaat is opgesteld, moeten tijdens het in

21 werking zijn van het noodstroomaggregaat, niet- afsluitbare openingen voor de toevoer van verbrandingslucht en ventilatielucht zijn aangebracht, welke hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van kanalen, verbinding geven met de buitenlucht. Deze openingen moeten: a. zodanig zijn aangebracht dat een goede dwarsventilatie is gewaarborgd; b. zodanig zijn aangebracht dat onder alle omstandigheden een vrije doorlaat is gewaarborgd; c. zodanige afmetingen hebben dat te allen tijde voldoende ventilatie is gewaarborgd om gassen of dampen die vrijkomen bij brandstoflekkage, af te voeren

22 10 Procesvoering 10.1 Algemeen Voor de productie van elektriciteit moeten bedieningsvoorschriften zijn opgesteld waarin ten minste het onderstaande is opgenomen: a. de procesvoorbereidende handelingen, het opstarten, het uitvoeren en het stoppen van het proces; b. de hoeveelheden, wijze en volgorde van doseren van de voor het proces noodzakelijke stoffen (incl. brandstof); c. de grenswaarden die gelden voor de normale procescondities, zodat kan worden vastgesteld of het proces een normaal dan wel een afwijkend verloop heeft; d. de te treffen maatregelen bij afwijkende procescondities; e. een opsomming van de procescondities die tot een gevaarlijke situatie kunnen leiden met de te volgen noodstopprocedures De bedienings- en controlevoorschriften moeten binnen in de bedienings/controleruimte aanwezig zijn. De procesvoering moet door of onder direct toezicht van daartoe aangewezen personeel conform de bedienings- en controlevoorschriften worden uitgevoerd

23 11 Opslag en verlading 11.1 Algemeen Het vullen van tanks en vaten, moet onder zodanige controle geschieden, dat overvullen en overlopen is uitgesloten. De vulling mag ten hoogste 95% van de nominale inhoud bedragen Koppelingen en hulpstukken moeten: a. bestand zijn tegen de stoffen waarmee ze in aanraking komen; b. geschikt zijn voor de condities waaronder ze worden gebruikt; c. ten minste éénmaal per maand visueel worden geïnspecteerd Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, en opslag van gevaarlijke afvalstoffen De opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en de opslag van gevaarlijke afvalstoffen dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften 3.1.1, 3.1.3, 3.1.4, 3.1.5, , , , t/m , t/m 3.4.5, 3.7.1, 3.9.1, t/m , , , , t/m , t/m , , , , , , , , van PGS Opslag van natronloog en zoutzuur in een bovengronds reservoir Een reservoir voor de opslag van natronloog of zoutzuur moet zijn voorzien van een opschrift waaruit blijkt welke stof zich in het reservoir bevindt Een reservoir voor de opslag van natronloog of zoutzuur moet dubbelwandig zijn uitgevoerd dan wel in een produktbestendige lekbak zijn geplaatst Reservoirs en de bijbehorende leidingen en appendages dienen vloeistofdicht en produktbestendig te zijn uitgevoerd Op een reservoir voor de opslag van natronloog of zoutzuur moet een vulleiding en een ontluchtingsleiding zijn aangebracht. De ontluchtingsleiding moet dezelfde diameter hebben als de vulleiding. De leidingen moeten aan de bovenzijde van het reservoir zijn aangesloten. De ontluchtingsleiding dient naar beneden uit te monden, circa 0,1 meter boven de grond Het niveau van de vloeistof in het reservoir moet eenvoudig te controleren zijn Om bij overvulling het teveel aan natronloog of zoutzuur veilig te kunnen afvoeren moet een overloopleiding op het reservoir zijn aangebracht met ingebouwde hevelonderbreker. Deze leiding moet tenminste dezelfde diameter hebben als de vulleiding De ontluchtingsleiding en de overloopleiding mogen worden gecombineerd en dienen uit te monden binnen de opvangbak

24 Installatievoorschriften De bovengrondse reservoirs voor opslag van natronloog en zoutzuur moeten telkens na tien jaar worden vervangen door nieuwe reservoirs. De reservoirs moeten voor de installatie binnen de inrichting een initiële inspectie en beproeving ondergaan. De resultaten van deze inspectie en beproeving moeten voor de installatie worden overgelegd aan gedeputeerde staten Opslag van tot vloeistof verdichte gassen (CO 2 ) Vloeibare kooldioxide (CO 2 ) moet worden bewaard in uitsluitend daartoe bestemde reservoirs. Op de reservoirs moeten met leesbare letters, hoog ten minste 50 mm, het opschrift "vloeibare kooldioxide" aanwezig zijn Een reservoir en de ondersteuningen moeten zijn geconstrueerd voor het bewaren van vloeibare stikstof en vloeibare kooldioxide. Een reservoir, appendages en leidingen moeten bestand zijn tegen de optredende drukken en temperaturen Het uitwendige van de installaties moet deugdelijk tegen corrosie zijn beschermd Een reservoir met de bijbehorende apparatuur moet aan alle zijden ten behoeve van de toegankelijkheid binnen een afstand van 5 m worden vrijgehouden In de afnameleiding een afsluiter aanwezig zijn. Reparaties en keuringen Een reservoir moet volgens de regels en voorschriften van het Stoomwezen BV, of een gelijkwaardige instelling, zijn vervaardigd en geschikt zijn voor het te bewaren product. Een reservoir moet zijn goedgekeurd door het Stoomwezen of een gelijkwaardige instelling Een bewijs van onderzoek en beproeving, dat wordt afgegeven door het Stoomwezen BV of een gelijkwaardige instelling, moet binnen een maand na afgifte aan gedeputeerde staten worden overgelegd. Gasflessen De opslag van gassen in flessen dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften van hoofdstuk 6 van de richtlijn PGS

25 12 Nazorg Uiterlijk drie maanden voordat de bedrijfsactiviteiten worden beëindigd moet hiervan schriftelijk melding worden gedaan aan Gedeputeerde Staten. Bij deze melding moeten tevens de volgende gegevens worden overgelegd: a. de wijze waarop de in het bedrijf aanwezige grond-, hulp- en afvalstoffen en overige milieuschadelijke stoffen zullen worden verwijderd; b. de toekomstige bestemming en gebruik van de gebouwen en het terrein van het bedrijf; c. de opzet van het in voorschrift bedoelde bodemonderzoek (eindonderzoek) Indien de inrichting buiten werking wordt gesteld dienen binnen drie maanden daarna alle afvalstoffen uit de inrichting verwijderd te zijn

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften omgevingsvergunning (Milieu) Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van: CZAV, Havenweg 67-69 te Dinteloord.

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Vos Zand en Grind BV te Ellertshaar

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Vos Zand en Grind BV te Ellertshaar VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Vos Zand en Grind BV te Ellertshaar 14 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN 1 ALGEMEEN 15 2.1. Aanvullende voorschriften

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Voorschriften milieu Zaaknummer: 607098 Vergunninghouder: Maatschap H. en E. Brink Projectomschrijving: Wijzigen stalinrichting en plaatsen mestloods VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, d.d. 5 augustus 2008 met nr. 2008INT226030 Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Alvon Bouwmaterialen BV te Veenoord

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Alvon Bouwmaterialen BV te Veenoord VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Alvon Bouwmaterialen BV te Veenoord INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Gedragsvoorschriften 3 1.2. Registratie en

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995.

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 MCS Moerdijk Cargo Services

Nadere informatie

Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord

Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord Voorschriften baggerdepot Polsbroek Noord Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten d.d. 24 juli 2007 met nr. 2007INT200822 Bijlage

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. MSV Motodrôme te Emmen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. MSV Motodrôme te Emmen VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting MSV Motodrôme te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN 1 ALGEMEEN 3 1.1. Aanvraag 3 1.2. De inrichting 3 1.3. Openingstijden

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN BESLUIT BEHEER AUTOWRAKKEN 3

Nadere informatie

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN 1. Gegevens bedrijfsdossier 1.1 Algemeen Naam bedrijf Adres Plaats / postcode Telefoon Contactpersoon Inrichtingsnummer Procedurenummer Gecontroleerd door Datum controle

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. TS Metals BV, Scholekster 4 te Coevorden

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. TS Metals BV, Scholekster 4 te Coevorden VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting TS Metals BV, Scholekster 4 te Coevorden 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 5 1.1. Terrein van de inrichting

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Bodembescherming en de NRB in het Bal Bodembescherming verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Kees Jonker Rijkswaterstaat WVL afd. Bodem en Ondergrond/Bodem+ 25 juni 2019 1 Wat verandert

Nadere informatie

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING ONTWERPBESLUIT Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor op- en overslagstation gemeente Assen ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

1 ALGEMEEN 21. 2 LUCHT 21 Emissie-eisen 21 Metingen en controles 21 Onderhoud, gebruik en controle van de filtersystemen 22

1 ALGEMEEN 21. 2 LUCHT 21 Emissie-eisen 21 Metingen en controles 21 Onderhoud, gebruik en controle van de filtersystemen 22 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 21 2 LUCHT 21 Emissie-eisen 21 Metingen en controles 21 Onderhoud, gebruik en controle van de filtersystemen 22 3 GELUID 22 Geluid 22 Trillingen 23 4 BODEMBESCHERMING 24 Voorzieningen

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting DSM EP te Emmen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting DSM EP te Emmen VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting DSM EP te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 BODEM 3 1.1. Rioleringsbeheerplan 3 2 LUCHT 3 2.1. Emissie-eis 3 2.2. Meten

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Houten te Houten, d.d. 9 oktober 2007 met nr. 2007ONT208524. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren. Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Ballast- Van Oord Grondstoffen VOF (Laurum) te Woerden, d.d. 30 september 2008 nummer 2008INT229983. Bijlage I: Voorschriften Bijlage I: Begripsbepalingen

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 m t4 122 m23 m26 m27 m21 m29 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

In deze vergunningen en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

In deze vergunningen en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: 1.5 Begrippenlijst (milieu) Behoort bij het ontwerpbesluit d.d. 23 september 2011, artikel 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van de nieuwe de gehele inrichting omvattende omgevingsvergunning

Nadere informatie

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor:

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor: omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *16.003995* 16.003995 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 236848

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 08-06-2016 14:42 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m31 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op grond van artikel 8.23 van de Wet Milieubeheer worden de voorschriften gewijzigd voor een inrichting voor het opslaan en bewerken van groenafval

Nadere informatie

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 2. 2 MILIEUASPECTEN Geluidhinder Bodembescherming Geur- en stofhinder 4

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 2. 2 MILIEUASPECTEN Geluidhinder Bodembescherming Geur- en stofhinder 4 Voorschriften behorende bij de beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor het baggerdepot Laagraven te Houten van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, gevestigd nabij de Langeweg in de gemeente

Nadere informatie

Bijlage 3 (Voorschriften en Voorwaarden)

Bijlage 3 (Voorschriften en Voorwaarden) Bijlage 3 (Voorschriften en Voorwaarden) INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN ONDERDEEL BOUW... 3 2 VOORWAARDEN ONDERDEEL AFWIJKEN BESTEMMINGSPLAN... 5 3 ALGEMEEN MILIEU... 6 3.1 Gedragsvoorschriften... 6 3.2 Registratie

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2039301/2811531 op de op 8 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Caldic Chemie Produktie BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer m265 m299 m266 Afleveren van benzine: Ga na wat

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 t4 122 m23 m26 m27 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand tussen

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING Gegevens aanvrager Naam aanvrager : De heer Van Manen namens Kloosterboer Elst Bv Adres : Handelsweg 5 Postcode en plaats : 6662 NH ELST Gegevens inrichting Naam inrichting

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND nr. MPM12072 Wet milieubeheer 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 3 augustus 2007 hebben wij een aanvraag ontvangen van het college van burgemeester en

Nadere informatie

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief Bijlage 6 Bodemrisico inventarisatie Voor Scheepswerf Reimerswaal B.V. (hierna: SWR) is ten behoeve van de aanvraag van de oprichtingsvergunning milieu een bodemrisico inventarisatie (BR) volgens de Nederlandse

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE AMBTSHALVE WIJZIGING VAN DE WM-VERGUNNING VOOR NV ROVA HOLDING TE MEPPEL

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE AMBTSHALVE WIJZIGING VAN DE WM-VERGUNNING VOOR NV ROVA HOLDING TE MEPPEL Assen, 9 november 2010 Ons kenmerk DO/2010012563 Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Rova Holding te Meppel BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist)

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist) Deze bodemrisicoanalyse is opgesteld aan de hand van de Bodemrisicochecklist uit de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) 2012. Alle genoemde combinaties van voorzieningen en maatregelen (CVM) voldoen

Nadere informatie

Deze voorschriften tot en met worden van kracht naast de artikelen van de verleende vergunningen.

Deze voorschriften tot en met worden van kracht naast de artikelen van de verleende vergunningen. BESLUIT WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp De provincie Brabant-Noord heeft 17 februari 2017verzocht voor de inrichting Provincie Noord- Brabant bureau Verkeersbeheer,

Nadere informatie

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden besluiten, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), cot het

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 17 juni 2005 bij hen ingekomen aanvraag van Georgia Pacific Nederland BV aan Lange Linden 22 te Katwijk (NB) om een vergunning krachtens de

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. Afvalbrengstation gemeente Noordenveld,

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. Afvalbrengstation gemeente Noordenveld, VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Afvalbrengstation gemeente Noordenveld, Overslagweg 3 te Roden 2 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 4 1.1. Terrein van de

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+ Bijlage 1 Leidraad toepassing handhavinginstrument 'last onder ' BODEM Keuring tank niet (op tijd) uitgevoerd Geen vloeistofdichte vloer of (lek)bak aanwezig Vloer of (lek)bak niet bestand tegen chemische

Nadere informatie

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Nr. 4.1.1 Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Vindplaats Activiteitenbesluit: 4.1.1, artikel

Nadere informatie

regelgeving bodembescherming 7 februari 2017

regelgeving bodembescherming 7 februari 2017 regelgeving bodembescherming 7 februari 2017 Wat komt aan de orde Structuur van regelgeving Verplichtingen van bedrijven Verplichtingen van inspectie-instellingen Straks: de Omgevingswet regelgeving bodembescherming

Nadere informatie

Bodem+, Kennis van bodemzaken

Bodem+, Kennis van bodemzaken Bodem+, Kennis van bodemzaken Bodem+, Kennis van bodemzaken Handhaving Activiteitenbesluit Fred Mudde Robert Luinge Inhoud presentatie - Beleidsachtergronden Activiteitenbesluit - Uitvoeren toezicht op:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om de op 3 december 2002 aan Vlisco Helmond BV verleende Wm-vergunning voor een inrichting bestemd tot het drukken van textiel (textielveredeling)

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode);

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode); Zaaknummer: 590653 Vergunninghouder: Maatschap J. Wilting, H. Wilting-Cremer en A.A. Wilting Projectomschrijving: het veranderen of veranderen van de werking van de inrichting (revisie). MILIEUVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR57414_1 11 oktober 2016 Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie De raad der gemeente Hefshuizen: op voorstel van burgemeester en wethouders gelet op

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van SITA Recycling Services Noord-Oost BV te Veenendaal, d.d. 22 maart 2005 met nr. 2005WEM001070i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2082601/3080435 op de op 5 juli 2012 bij ons ingekomen aanvraag van B&C Ultrafiltratie voor de inrichting aan

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Jaar 2007. Nr. 3420. Definitieve beschikking. Besluit van burgemeester en wethouders van Nunspeet;

Wet milieubeheer. Jaar 2007. Nr. 3420. Definitieve beschikking. Besluit van burgemeester en wethouders van Nunspeet; Wet milieubeheer Jaar 2007 Nr. 3420 Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van Nunspeet; Onderwerp Op 25 juli 2007 ontvingen wij een aanvraag van AMRON Machinebouw BV om een oprichtingsvergunning

Nadere informatie

Concreet wordt verzocht om een vergunning voor het veranderen van een inrichting (artikel 2.11id 1 onder e Wabo).

Concreet wordt verzocht om een vergunning voor het veranderen van een inrichting (artikel 2.11id 1 onder e Wabo). BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN Onderwerp Wij hebben op 6 november 214 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Biogas Nistelrode BV (thans Bio Spares BV). Het betreft het opslaan van

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN Assen, 18 februari 2009 Ons kenmerk DO/2009001842 Behandeld door mevrouw R.B. Dingemanse (0592) 36 58 36 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Friesland Foods Domo Beilen te Beilen

Nadere informatie

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma Workshop bodem Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal Mlieudienst IJmond 1 Programma Korte herhaling Bodemonderzoek, hoe en wat Uitwerking NRB in Activiteitenbesluit Normdocumenten en Kwalibo Casus

Nadere informatie

Deze controlelijst is ontwikkeld op basis van het bronbestand LPG t.b.v. checklist fysiek en checklist periodieken.

Deze controlelijst is ontwikkeld op basis van het bronbestand LPG t.b.v. checklist fysiek en checklist periodieken. Bladzijde 1 Dit document is onderdeel van Overheden voor overheden op infomil.nl tankstations voor het wegverkeer waarop certificering van toepassing is en waarop periodieke s, -keuringen en - Ten geleide

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Korte Checklist 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Er is een logboek aanwezig op het bedrijf / in de stallen. Hierin zijn o.a. certificaten (installaties, brandveiligheidsvoorzieningen)

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1.1 Algemeen. Algemene voorschriften

Inhoudsopgave. 1.1 Algemeen. Algemene voorschriften Voorschriften behorende bij de definitieve beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor het baggerdepot Alpha BV te Wilnis van Alpha B.V. gevestigd aan de Bovendijk 16 in de gemeente De Ronde Venen,

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n en AIM sessie Auznl3qpx2n In de AIM heeft u tijdens sessie Auznl3qpx2n op 21 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

2 LUCHT 21 Stof en zwerfvuil 21 Geur GELUID EN TRILLINGEN 23 Geluid 23 Trillingen 24

2 LUCHT 21 Stof en zwerfvuil 21 Geur GELUID EN TRILLINGEN 23 Geluid 23 Trillingen 24 INHOUDSOPGAVE BEGRIPPEN- EN LITERATUURLIJST 18 1 ALGEMEEN 21 2 LUCHT 21 Stof en zwerfvuil 21 Geur 22 3 GELUID EN TRILLINGEN 23 Geluid 23 Trillingen 24 4 BODEMBESCHERMING 25 Algemeen 25 Voorzieningen 25

Nadere informatie

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING Assen, 9 november 2010 Ons kenmerk DO/2010012577 Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Sita Recycling Services te Emmen BESLUIT VAN

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER ONDERWERP Op 30 november 1993 is voor L.W.M. de Bruijn, Jac. Thijssenstraat 24 te Nederasselt, een oprichtingsvergunning verleend voor een machinale houtbewerkingsinrichting

Nadere informatie

(ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden zijn, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), voornemens

Nadere informatie

verzenddatum Walki Meuwissen B.V. De directie Postbus RS HAARLEM Geachte directie,

verzenddatum Walki Meuwissen B.V. De directie Postbus RS HAARLEM Geachte directie, Walki Meuwissen B.V. De directie Postbus 716 2003 RS HAARLEM verzenddatum Onderwerp Besluit maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer, Waarderweg 122 te Haarlem Ons kenmerk MTU/MDI/MDIJ-2013-06710

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs 15-02-2017 13:59 m0418 Keuring en controle Ga na hoe vaak u een stookinstallatie moet laten keuren. In werking hebben van een stookinstallatie - Keuring

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/94538 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

:-: Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten 1) van Limburg. milieuneutraal. Rockwool B.V. te Roermond

:-: Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten 1) van Limburg. milieuneutraal. Rockwool B.V. te Roermond :-: Besluit van Gedeputeerde Staten 1) van Limburg Omgevingsvergunning milieuneutraal Rockwool B.V. te Roermond Besluit 2011-0021 d.d. 21 april 2011 Verzonden: 26APR m 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT (milieuneutraal)

Nadere informatie

Branchetoetsdocument: Milieuzorg 2

Branchetoetsdocument: Milieuzorg 2 pagina van 5 Branchetoetsdocument: Milieuzorg 2 Versie 4.0 VERVALLEN per --0-20 Deelbranche(s) Autowas Algemene beschrijving & doelstelling van de branchekwalificatie De beroepsbeoefenaar kent het belang

Nadere informatie

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen Sinds 1 december 2013 verwijst de Activiteitenregeling naar de nieuwste versies van de PGS-richtlijnen 28 en 30 voor de opslag in ondergrondse en bovengrondse opslagtanks. Deze wijziging van de Activiteitenregeling

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER Afdeling Publiekszaken, cluster vergunningen Registratiekenmerk: VVH/vr/610968 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VLISSINGEN Onderwerp Binnen de inrichting wordt voedsel bereid

Nadere informatie

1.1.1 De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.1 De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren. INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN MILIEU... 2 1 ALGEMEEN... 2 1.1 Gedragsvoorschriften... 2 1.2 Registratie en onderzoeken... 2 2 AFVALSTOFFEN... 3 2.1 Afvalscheiding... 3 3 AFVALWATER... 3 3.1 Algemeen... 3

Nadere informatie

Veiligheid op een LPG-tankstation. Rinus Blankestijn Milieu Techn. Adviseur

Veiligheid op een LPG-tankstation. Rinus Blankestijn Milieu Techn. Adviseur Veiligheid op een LPG-tankstation Rinus Blankestijn Milieu Techn. Adviseur Veiligheidsbeleid Doel veiligheidsbeleid: Reduceren risico s tot (maatschappelijk) aanvaard niveau (< 1 : 1 miljoen) Wat vormt

Nadere informatie

NS Railinfrabeheer b.v. Regio Randstad Zuid Postbus 2625 3000 CP ROTTERDAM

NS Railinfrabeheer b.v. Regio Randstad Zuid Postbus 2625 3000 CP ROTTERDAM DCMR Milieudienst Rijnmond Bedrijven Rotterdam Contactpersoon A.M. Graal Doorkiesnummer 010-246 85 07 NS Railinfrabeheer b.v. Regio Randstad Zuid Postbus 2625 3000 CP ROTTERDAM DCMR Milieudienst Rijnmond

Nadere informatie

Bovengrondse (olie)tanks bij agrarische bedrijven (regels vanaf 1 juni 2011)

Bovengrondse (olie)tanks bij agrarische bedrijven (regels vanaf 1 juni 2011) Bovengrondse (olie)tanks bij agrarische bedrijven (regels vanaf 1 juni 2011) 2 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2. Welke regels gelden er voor (olie)tanks? a) Komt mijn tank in aanmerking voor (her)keuring? b)

Nadere informatie

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 PGS 15 December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: 2005 Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 Wijzigingen In tabel 1.2 is de ondergrens voor klasse 2 (gassen) gesteld op 125 l (was eerst 50 l). Voorschrift

Nadere informatie

- het verminderen van emissies naar lucht, bodem en water;

- het verminderen van emissies naar lucht, bodem en water; Sector Stadsontwikkeling Sectie Milieu Nr: ST/mi/10705 Registernummer: 1589 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BURGEXEESTER EN WETHOUDERS VAN VLISSINGm Samenvattina verzoek Het verzoek van N.S. Railinfrabeheer

Nadere informatie

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht Onderwerp : Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen gebeurt, wat wel en niet is toegestaan bij het ter inzameling

Nadere informatie

Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no.

Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. GT 31) Citeertitel: Veiligheidsbesluit gasreservoirs en gasinstallaties

Nadere informatie

Pluimveehouderij Bouma

Pluimveehouderij Bouma Voorschriften die behoren bij de beschikking d.d. 3 januari 2011 betreffende de revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor Pluimveehouderij Bouma, De Trije Roeden 4, Boelenslaan VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; b

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER ONDERWERP Op 15 september 1992 is aan W.P. Smink, Sluisweg 13 te Heumen kadastraal bekend gemeente Heumen, sectie C, nummer 1079, een oprichtingsvergunning verleend voor een

Nadere informatie

Handboek water Olieafscheiders

Handboek water Olieafscheiders AgentschapNL Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Handboek water Olieafscheiders Olie is een ongewenste stof in het afvalwater. In besluiten en vergunningen worden daarom

Nadere informatie

Maatschap Van Hooijdonk Weg naar Wouw 38 Huijbergen

Maatschap Van Hooijdonk Weg naar Wouw 38 Huijbergen Maatschap Van Hooijdonk Kadastraal gemeente, sectie D nummer 169. VOORSCHRIFTEN behorende bij nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning ingevolge de WET MILIEUBEHEER INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN...

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg 10 december 2001 Nummer 0111755 Afdeling milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Op 22 juni 2001 is een verzoek ingekomen van Scheepswerf van Os Yerseke B.V. te Yerseke

Nadere informatie

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Voorschriften Bakwagens/kramen Toelichting Een belangrijke bedreiging van de fysieke veiligheid van

Nadere informatie