DIENSTDOCUMENT AIOS RADIOLOGIE

Transcriptie

1 DIENSTDOCUMENT AIOS RADIOLOGIE Reglement Dienst aios Afspraken voor staf en aiossen voor avond, nacht en weekenddienst Afdeling Radiologie Erasmus MC Rotterdam

2 Algemene Inleiding. Diensten aiossen Radiologie Erasmus MC Rotterdam ANW Diensten (Avond, nacht & weekenddiensten) Met de diensten wordt ongeveer na 14 maanden gestart, wanneer de stages Thorax 1, MSK 1, Neuro 1, Abdomen 1 3, Cardio 1 (1 ste interventie stage ), Interventie 1 (2 de interventie stage), Kinder 1 en SEH met goed gevolg zijn doorlopen. Vaak zijn dan ook al Abdomen CT (2 de CT stage), en Thorax 2 al aan bod geweest. Voor de CORONA groep zijn het de stages Cardiothoracaal 1&2, MSK 1&2, Neuro 1, Abdomen 1 3, Kind 1, SEH en Interventie I&2. De aios in het 3 de uitwisselingsjaar van elders doen een introductie periode van 10 weken die over Kinder, Neuro en Interventieradiologie verdeeld wordt inclusief ten minste 2 weken SEH. Wanneer de aios geschikt is verklaard wordt gestart met een week uitloop diensten tot Gedurende de voor aanvang dienst doorlopen stages wordt per stage dat deel van de beheersingsniveaus bepaald en ingevuld die bij die stage passen door de beoordelaar van de stage. (Bijlage: Formulier Autorisatielijst aios start dienst EMC) Voor aanvang dienst maakt de aios een afspraak voor een gesprek met de Aandachtgebied Coördinator MSK Dr. Edwin Oei, die het formulier controleert op volledigheid en voldoende niveaus en als geschiktheidsverklaring accordeert. Verder vult hij het formulier Aios evaluatie voor ANWdiensten invult. Hij controleert tevens of de BAZ training is gevolgd. Dit wordt opgenomen in het digitale portfolio (Vrest). BAZ (Basis Acute Zorg) training (intern) Voor aanvang ANW dienst, maar liefs zo snel mogelijk. ABCDE Methodiek De ABCDE methode is een wereldwijde standaard om de juiste prioriteiten in de behandeling van acuut zieke patiënten te stellen. - ABCDE staat voor: Airway, Breathing, Circulation, Disability en Exposure. Aanmelden via EduPlaza Er zijn 5 achterwacht groepen; Algemeen Kinder Neuro Body interventie Neuro interventie De aios verricht werkzaamheden op geleide van zijn autorisatie/ beheersingsniveau. Op niveau 3 mag er zelfstandig beoordeeld worden maar er moet laagdrempelig supervisie gevraagd worden. 1

3 Reglement 1. De patiënt staat centraal. Dit betekent dat de achterwacht laagdrempelig gebeld wordt indien de aios denkt dat dit van belang is voor het ziekte verloop van de patiënt. Bij onverwachte zaken, twijfel en collegiaal overleg kan de achterwacht altijd geconsulteerd worden. Vuistregel is dat een aios altijd om supervisie mag vragen, maar wel verwacht wordt op het zelfstandigheidsniveau te werken dat bij het ervaringsniveau van de aios past. 2. De naam van de stafleden die achterwacht hebben staat op het digitale rooster in PACS. De dienstdoende aios controleert dit aan het begin van de dienst (17:00) : uiteraard kan, indien nodig, een staflid geraadpleegd worden het is voor een clinicus te allen tijde mogelijk om te overleggen met een dienstdoend staflid Radiologie. Daar het EMC een opleidingsziekenhuis is, is het onwenselijk dat de aios wordt gepasseerd in de communicatie. Van de aios wordt gevraagd om het telefoonnummer van de clinicus te noteren en (direct) door te geven aan de betreffende achterwacht (kinder, neuro, interventie of algemeen) met het verzoek aan deze achterwacht om zelf te overleggen met de clinicus. Indien een urgente situatie van dien aard is dat de betreffende clinicus met spoed direct wenst te overleggen met de radiologie achterwacht, geeft de aios in dergelijke gevallen de naam en telefoonnummer van de desbetreffende achterwacht door aan de clinicus voor overleg. In geval van onduidelijkheid (voor 17.30) m.b.t: Algemene achterwacht: direct contact op met Arlette Odink (hoofd rooster algemene achterwacht) en bij haar afwezigheid met de op dat moment aanwezige stafleden van AG Abdomen, Thorax of MSK om het probleem op te lossen. Neuro achterwacht: Telefoon neuroradiologie Kinder achterwacht: Toestel Interventie achterwacht: **5053, * (PA: ) 3. Tevens informeert de dienstdoende aios bij de dagdienst of er nog onderzoeken of andere bijzonderheden te verwachten zijn in de dienst en informeert hierover zo nodig de achterwacht. Dit kan bijvoorbeeld een te verwachten onderzoek op de DDHK zijn. 4. De klinische onderzoeken gedurende de dag en die gepland zijn voor de dienst worden bijgehouden door de CT coördinator (meestal staflid Thorax of Abdomen), die zoveel mogelijk probeert te laten scannen voor en het restant van de onderzoeken overdraagt aan de dienstdoende aios. Dit geldt voor alle aandachtgebieden, behalve voor de kinderradiologie. Het overschot aan klinische CT onderzoeken waar de dagploeg niet aan toe is gekomen en doorgeschoven wordt naar de dienst wordt tevens bijgehouden in het ROS door alle klinische aanvragen in eerste instantie in het ROS te zetten. Zo kan de dienstdoende aios makkelijker overzicht krijgen in onderzoeken van overdag die overgebleven zijn en doorlopen naar de dienst, naast de reguliere dienstonderzoeken. 5. Instructie Radiologie overdracht systeem (ROS) versie 1.0 is te vinden op PACSweb en op de V schijf (file: assistenten) 6. Alle echografie onderzoeken worden door de dienstdoende aios uitgevoerd en verslagen. De dienstdoende aios heeft altijd autorisatie niveau 3 voor acute en klinische echografie. 2

4 7. Het uitvoeren van MRI en CT onderzoeken in de dienst waar i.v. contrasttoediening plaatsvindt, moet goed gecoördineerd worden, omdat de aios altijd tijdens het scannen bij het onderzoek aanwezig moet zijn. Dit kan logistiek lastig zijn met scanners verspreid over de Afdeling Radiologie Centrumlocatie, de SEH en locatie Sophia en moet duidelijk afgestemd worden door de laboranten met de dienstdoende aios. De laboranten kunnen het onderzoek pas starten als de aios bij de scanner aanwezig is. 8. Alle verslagen onderzoeken worden geautoriseerd door de aios. Alle onderzoeken worden in de dienstlijst gezet voor tweede lezing de volgende werkdag behalve als de achterwacht expliciet bepaalt of een verslagen CT of MRI onderzoek dat al is mede beoordeeld daar niet in geplaatst moet worden. Alle onderzoeken worden wel direct geautoriseerd. (zie instructie hieronder voor regels verslaglegging en plaatsing in dienstlijsten 1 ). Dit geldt voor alle achterwachtgroepen. 9. De dienstdoende aios doet dienst voor de Centrum locatie en deels voor locatie DDHK (blanco CT/ MRI onderzoeken en conventioneel). 10. Indien er een verzoek is tot CT of MR met contrast of echografie onderzoek op de locatie DDHK dan noteert de aios de naam, PID en afdeling van de patiënt plus de naam en het telefoonnummer van de aanvragende clinicus. De aios zegt het onderzoek niet toe, maar belt de achterwacht z.s.m. en geeft deze informatie door. De achterwacht neemt daarna zelf contact op met de aanvrager en regelt zo nodig de logistiek rondom het onderzoek via de laboranten en woont indien nodig zelf het onderzoek bij of voert het zelfstandig uit. Patiënten worden hiervoor niet verplaatst naar de Centrum locatie. Het onderzoek dient direct door de achterwacht verslagen te worden. Indien het gevraagde onderzoek een Blanco CT of Blanco MR onderzoek blijkt te zijn, kan de dienstdoende aios gevraagd worden dit te bekijken en te verslaan. Soms weet de aios al dat het gewenste onderzoek op de DDHK Blanco is en kan de logistiek zelf regelen of dit wordt gedaan door de achterwacht met terugkoppeling naar de aios. 11. Bij Rampen en Calamiteiten gelden de regels van het Ziekenhuis Rampen Opvangplan (ZIROP). Zie protocol Rampenopvangplan Radiologie (versie 2014) in Kwaliteitinformatiesysteem (KIS). 12. Belangrijke telefoonnummers (zie ook bijlage) Dienstdoende aios: *35548 / Dienstdoende Laborant: *35547/ Dienstdoende Laborant DDHK moet geregeld worden via de laboranten op de Centrumlocatie 13. Op dit moment loopt er een pilot met langere aanwezigheid van de algemene achterwacht. Op basis van deze pilot wordt het reglement eventueel aangepast. 3

5 Voorafgaand aanvang ANW dienst Aios checklist Modelinstructie ABCDE Methodiek Controle beheersingsniveaus (elders) Protocollen Rampenopvang Aios evaluatie voor ANW dienst 4

6 Algemene Achterwacht Radiologie 1. De algemene achterwacht is verantwoordelijk voor onderzoeken uit het aandachtgebied (AG) Abdomen, Thorax, Cardiovasculair en MSK. Bij onduidelijkheden over de indicatie van een onderzoek, kan er altijd eerst overlegd worden met de algemene achterwacht, die dan soms doorverwijst naar de andere achterwachtgroepen. 2. Alle CT onderzoeken die bij de algemene radiologie dienst horen worden door de dienstdoende aios uitgevoerd en verslagen. Hoog complexe onderzoeken waarvoor de aios autorisatieniveau 2 of lager heeft moeten altijd mede beoordeeld worden door de achterwacht. Indien bij autorisatie niveau 3 supervisie nodig wordt geacht, neemt de aios contact op met de achterwacht. 3. Een CT coronaire vaten gebeurt in onderzoeks setting en valt buiten de algemene achterwacht. Gezien de lage incidentie is hiervoor geen achterwacht schema opgesteld. Dit onderzoek moet echter wel beoordeeld worden door een lid van het AG Cardiovasculair en kan daarom het beste voordat de CT scan gemaakt wordt overlegd worden, zodat een lid van deze sectie hiervan op de hoogte is en er rekening mee kan houden. 4. Bij alle aanvragen voor MRI onderzoeken wordt de indicatie mede bepaald door de achterwacht. In overleg met de achterwacht wordt het protocol vastgesteld. Alle MRI onderzoeken worden mede beoordeeld door de achterwacht voordat een verslag wordt gemaakt, behalve als de aios hiervoor wel autorisatie niveau 4 heeft. 5. Bij poliklinische MRI onderzoeken van een uitgelopen dagprogramma of het poliklinisch MRI programma in de avond waarvoor geen spoed of klinisch indicatie is voor directe beoordeling, hoeft de aios het MRI onderzoek niet te beoordelen en de achterwacht hoeft niet gebeld te worden. De achterwacht is wel verantwoordelijk voor het wegkijken van deze MRI onderzoeken. Extra oplettendheid is geboden bij klinische MRI onderzoeken van de dag die overgedragen worden naar de dienst, deze moeten actief onder de aandacht van de achterwacht worden gebracht. 6. Bij noodzaak tot interventie of overleg m.b.t. interventie indicatie belt de aios de interventie achterwacht. In principe wordt het beeldvormend onderzoek waarop de indicatie tot interventie gesteld wordt wel eerst met de algemene achterwacht besproken bij autorisatie niveau 3 en lager. Alleen wanneer de situatie dermate spoedeisend is, dat er geen tijd verloren mag gaan belt de aios direct met de interventie achterwacht. Los van de eventuele interventie moet het oorspronkelijke onderzoek wel altijd in zijn totaal bekeken en verslagen worden door de aios, dit onder de supervisie van de algemene achterwacht. 7. De dienstdoende aios heeft altijd autorisatie niveau 3 voor conventionele onderzoeken en doet zoveel mogelijk klinisch conventioneel verslagwerk tijdens de dienst. In ieder geval de onderzoeken van de SEH en de IC s (AZIC, 3ZBE, 16TH en 16CD); in het weekend wordt dit in de ochtend door in huis zijnde staflid gedaan. De aios verslaat alle klinische Bucky foto s zoveel mogelijk tot 24.00, daarna worden wel de conventionele foto s verslagen die door de aios in de nacht bekeken en beoordeeld zijn. 5

7 8. Het staflid dat in het weekend de ochtend Traumabesprekingen doet en de IC foto s verslaat, meldt zich het liefst bij aankomst maar zeker bij vertrek bij de dienstdoende aios, dit uit collegiaal oogpunt en zodat de aios indien van toepassing met dit staflid kan overleggen. Dit staflid is niet noodzakelijkerwijs de algemene achterwacht, echte supervisie en beslissingen moeten overgelaten aan de officiële achterwacht om verwarring te voorkomen. 9. Bij hoge uitzonderingen worden er in de dienst Inloop & Opspuit ( Pap ) onderzoeken gedaan. Dit geeft altijd veel logistiek georganiseer. Bij aios met een lage ervaringsgraad met het doen van diensten, wordt het aanbevolen de indicatie eerst met de achterwacht te bespreken. 10. Bij hoog energetische trauma (HET) patiënten en patiënten met verdenking op een inwendige bloeding (instabiliteit, belangrijke Hb daling) moet de academisch startende aios in de 1 e helft van het 1 e dienstjaar (dit is dus het 2 e jaar van de opleiding) en een 3 e jaars aios uit de periferie in de 1 e helft van hun academische jaar in deze gevallen altijd de supervisor op de hoogte brengen. Na deze periode moet dan een evaluatie plaatsvinden door de algemeen achterwachtgroep samen met de interventie groep of de aios in staat is in deze gevallen te bepalen wanneer hij hierbij supervisie nodig heeft. Dit wordt besproken tijdens het AGC overleg en als de aios daar dan autorisatie voor krijgt, wordt dit opgenomen in het digitale portfolio (Vrest). Achterwacht Neuroradiologie 1. Alle CT onderzoeken van de hersenen, sinussen en aangezicht, en CTA onderzoeken van hersenen/hals worden door de dienstdoende aios uitgevoerd en verslagen. Indien supervisie nodig wordt geacht (autorisatie niveau 3) neemt de aios contact op met de achterwacht. Bepaalde onderzoeken worden mede beoordeeld door de achterwacht voordat een verslag wordt gemaakt. Het gaat hier om onderzoeken met autorisatieniveau 2 of lager. De aios is laagdrempelig met het bespreken van CT hals met contract, CT oor met contrast en CT orbita met contrast. 2. Bij een aanvraag voor een CT volgens hersendood protocol dient direct contact opgenomen te worden met de achterwacht. 3. Bij alle aanvragen voor MRI onderzoeken wordt de indicatie mede bepaald door de achterwacht. In overleg met de achterwacht wordt het protocol vastgesteld. Alle MRI onderzoeken worden mede beoordeeld door de achterwacht voordat een verslag wordt gemaakt. Vijfde jaars aiossen kunnen zelf beoordelen of ze voor indicatie, protocol of verslag overleg voeren met de achterwacht. 4. Bij MRI onderzoeken van een uitgelopen poliklinisch dagprogramma of het poliklinisch MRI programma in de avond waarvoor geen klinische indicatie is voor directe beoordeling, hoeft de aios het MRI onderzoek niet te beoordelen en de achterwacht hoeft niet gebeld te worden. De achterwacht is verantwoordelijk voor het wegkijken van deze MRI onderzoeken. 6

8 5. Neurointerventie gerelateerde onderzoeken. Diagnostische CT, CTA, MRI en MRA worden indien supervisie nodig is besproken met de achterwacht neuroradiologie. Negatieve CTA bij subarachnoidale bloeding worden altijd ook mede beoordeeld door de achterwacht neuroradiologie (Deze beoordeling hoeft niet s nachts plaatst te vinden maar worden uitgesteld tot de volgende ochtend na 8.00 uur). 6. Bij noodzaak tot interventie of overleg m.b.t. interventie indicatie belt de aios neurologie of achterwacht neurologie rechtstreeks met de neurointerventie achterwacht. Bij verzoeken tot contact met de neurointerventieradioloog vanuit andere disciplines wordt aan de aanvrager doorgegeven wie gebeld kan worden via welk telefoon nummer. De neurointerventiedienstlijst wordt uiterlijk vrijdag naar de chief resident toegestuurd. Achterwacht Kinderradiologie Sophia Kinderziekenhuis 1. Uitgangspunt: De aios doet samen met de achterwacht kinderradiologie dienst voor het Sophia, waarbij de patiëntenzorg centraal staat. Bij alle onderzoeken is er uiteraard bij vragen en twijfel is altijd overleg met de achterwacht kinderradiologie mogelijk. Indien er overleg is geweest met de achterwacht kinderradiologie, dan komt ook die naam onder het verslag. Alle onderzoeken worden in de dienstlijst gezet voor tweede lezing de volgende werkdag behalve als de achterwacht expliciet bepaalt of een verslagen CT of MRI onderzoek dat al is mede beoordeeld daar niet in geplaatst moet worden. Alle onderzoeken worden wel direct geautoriseerd. Zie verslaglegging tijdens de dienst door aios Radiologie Conventioneel onderzoek Indien de aios gebeld wordt door de kliniek over een conventionele röntgenfoto, wordt deze na besproken te zijn met de clinicus, verslagen door de aios. 3. Echo onderzoek Echo onderzoek wordt uitgevoerd en verslagen door de aios. 4. CT onderzoek CT onderzoek wordt verslagen door de aios. Indien de aios het onderzoek besluit te verslaan zonder overleg met de Achterwacht Kinderradiologie, dan graag het onderzoek in de dienstlijst Kinder plaatsen 1. Indien er overleg is geweest met achterwacht kinderradiologie, ook die naam onder het verslag. 5. MRI onderzoek Alle MRI onderzoeken in de dienst gemaakt door laboranten van de radiologie worden verslagen door de aios, nadat bij alle deze MRI onderzoeken overleg met achterwacht kinderradiologie is geweest. De aios verslaat het MRI onderzoek met de naam van achterwacht kinderradiologie erbij. Uitzondering zijn MRI van 30 weken oude neonaten die door de afdeling neonatologie worden gescand en de postmortale MRI s vervaardigd in de dienst. Deze worden in principe op de eerst volgende werkdag verslagen door een staflid of door een aios die ingedeeld staat op Sophia, onder supervisie van een staflid. 7

9 6. MRI onderzoeken die overdag zijn aangenomen door het staflid kinderradiologie, maar pas in de dienst gedaan kunnen worden, worden overgedragen naar de dienstdoende aios. Veel niet radiologen houden zich bezig met de planning, daardoor zal het ROS hier niet gebruikt worden. 7. Inloop & Opspuit Pap onderzoek Indien de aios wordt gebeld met het verzoek een pap onderzoek te doen, graag direct overleg met achterwacht kinderradiologie. Het onderzoek wordt in principe uitgevoerd door de achterwacht kinderradiologie. Aangezien het vaak een leermoment is, wordt van de aios verwacht dat deze zijn of haar uiterste best zal doen bij het onderzoek aanwezig te zijn. Aangezien het vaak IC patiënten betreft, kan helaas zelden van een afgesproken tijd worden afgeweken. Het onderzoek wordt begeleidt door een interventie laborant (tenzij door de achterwacht kinderradiologie anders afgesproken). Dit betekent dat een pap onderzoek in het Sophia meestal niet simultaan kan plaatsvinden met interventies in de centrumlocatie. Verslag van het onderzoek in overleg met de achterwacht kinderradiologie. 8. Interventies Bij alle verzoeken voor interventies graag direct overleg met de achterwacht kinderradiologie. Voor alle interventie in het Sophia geldt dat van de aios niet wordt verwacht dat hij/zij dit zelfstandig doet. Voor alle interventies komt de achterwacht kinderradiologie in huis. Aangezien het vaak een leermoment is, wordt van de aios verwacht dat deze zijn of haar uiterste best zal doen bij het onderzoek aanwezig te zijn. Aangezien het vaak onderzoeken onder narcose betreft, kan helaas zelden van een afgesproken tijd worden afgeweken. Verslag van het onderzoek in overleg met de achterwacht kinderradiologie. Achterwacht Interventieradiologie Aanmelden en registreren van onderzoeken 1. Interventie onderzoeken die in diensturen worden aangevraagd, worden altijd met de interventie radioloog besproken 2. De aios verdiept zich goed in de casus waaronder de (interventie radiologische) voorgeschiedenis; bij voorkeur is de aios reeds op de hoogte van stolling, nierfunctie en eventuele allergieën 3. Voor diagnostische onderzoeken (CT/echo) ter voorbereiding op een mogelijke interventie procedure wordt de supervisie door de algemene achterwacht verzorgd (b.v. vraagstelling abces gevolgd door drainage) 4. Diagnostische onderzoeken die door de interventie radioloog gesuperviseerd worden zijn: a. Mesenteriale pathologie inclusief TIPS b. Acute bloedingen en occlusies (potentiele trombolyse kandidaten) c. Acute complicaties na catheterisaties, puncties en behandeling daarvan (trombine injecties) 5. Spoed interventie onderzoeken (zoals acute bloedingen en instabiele patiënten met longembolie) worden met voorrang met de interventie radioloog besproken; dat kan betekenen dat een ander onderzoek (tijdelijk) onderbroken wordt (b.v. echografie onderzoek) 6. Indien niet acute diagnostische onderzoeken, waarna mogelijk een interventie plaats zal vinden, niet binnen 2 uur na aanmelden kunnen worden uitgevoerd (b.v. echografie koud been), dan wordt dit gemeld aan de aanvrager en de dienstdoende interventie radioloog en genoteerd in Elpado Intake en Decursus 8

10 7. Indien er indicatie is tot interventie: a. De aanvrager een aanvraag in Elpado laten zetten b. Met de interventie radioloog de planning en locatie van de procedure doorspreken c. De laborant van dienst op de hoogte brengen en de tijd en locatie van de procedure doorgeven d. De afdeling waar patiënt ligt een tijd en locatie doorgeven e. Bovenstaande notuleren in Elpado Intake & Decursus (NB ook het advies van de interventie radioloog om géén interventie uit te voeren wordt dus genotuleerd in Elpado) 7. Bij onverhoopt niet door gaan van een onderzoek, of verplaatsen van een onderzoek naar een ander dan afgesproken tijdstip, om welke reden dan ook, worden alle betrokken partijen hierover geïnformeerd. Tevens wordt dit in Elpado Intake & Decursus genotuleerd Autorisatie en uitvoer 1. Onderzoeken die tijdens de stage zelfstandig uitgevoerd zijn, en geautoriseerd zijn, mogen tijdens de dienst ook zelfstandig uitgevoerd worden (maar altijd overlegd met een interventie radioloog conform bovenstaande) 2. In afwezigheid van een formele autorisatie, wordt met de interventie radioloog besproken welk deel van de procedure zelfstandig uitgevoerd kan worden 3. Bij elk onderzoek wordt er gehandeld volgens de werkwijze van de interventie radiologie (inclusie de TOP en registratie daarvan) Verslaglegging en registratie 1. Voor alle procedures wordt een tijdelijk uitslag formulier geschreven en ingescand 2. Procedures die tijdens de dienst worden uitgevoerd, worden in dezelfde dienst verslagen 3. Zelfstandig uitgevoerde onderzoeken worden in de dienstlijst gezet 4. De supervisor waarmee is overlegd wordt toegevoegd aan het verslag 5. De uitslag wordt doorgebeld naar de aanvrager 6. Relevante afspraken worden in Elpado Intake & Decursus genotuleerd Achterwacht Neuro Interventieradiologie Zie Achterwacht Neuroradiologie punt 6. Om verwarring te voorkomen is besloten de invasieve diagnostiek, en de eventueel daaraan gekoppelde (interventionele) behandeling van bloedingen in het KNO/Hoofd Hals gebied, te laten verrichten door de Neuro Interventieradiologen. De Body Interventieradiologen worden laagdrempelig in consult gevraagd als er bijvoorbeeld een gecoverde stent wordt overwogen (overleg d.d ). De Neuro Interventieradioloog van dienst is dus het primaire aanspreekpunt voor de invasieve diagnostiek en behandeling van KNO/Hoofd hals bloedingen. Zij kunnen gebeld worden op de neuro interventietelefoon (Emmer/Dinkelaar/Van Es). 9

11 Samenvatting De achterwacht moet laagdrempelig gebeld wordt indien de aios denkt dat dit van belang is voor het ziekte verloop van de patiënt. Vuistregel is dat een aios altijd om supervisie mag vragen, maar wel verwacht wordt op het zelfstandigheidsniveau te werken dat bij het ervaringsniveau van de aios past. Overdracht CT via CT Coördinator van de dag. Aios is altijd aanwezig bij onderzoeken met i.v. contrasttoediening. Bij MRI onderzoeken overleg voor indicatie en beoordeling (behalve bij niveau 4) Contrastonderzoeken op de DDHK, via de algemene achterwacht. Bij HET en verdenking inwendige bloeding (Body) contact met de algemene achterwacht tot er na de 1ste helft van het 1ste dienstjaar in het EMC daar autorisatie voor verkregen is. 1 Verslaglegging tijdens de dienst door aios Radiologie Datum In de verslaglegging tijdens de dienst wordt wel dienstverslag gedicteerd, maar de zin ongesuperviseerd onderzoek tijdens de dienst, addendum volgt wordt niet meer gedicteerd. Dit om medico legale redenen (kaderbesluit en kwaliteitseisen NVvR). 2 De werklijst dienst blijft per aandachtgebied (AG) bestaan voor een tweede beoordeling van de onderzoeken (second reading), en krijgen daarna als toevoeging Bij second reading door dr.. d.d. bij het verslag van aios akkoord (of evt toevoegingen). Werkwijze: 3 Als een aios een niet conventioneel onderzoek (CT of MRI) verslaat zonder supervisie te vragen (beheersingsniveau 3 of hoger), wordt dit onderzoek door de aios per definitie in de dienstlijst gezet op AG. Onder het onderzoek staat dan alleen de naam van de verslagleggende aios. Op een later tijdstip wordt dit onderzoek door een staflid van het betreffende AG bekeken (zie 2). 4 Als er tijdens de dienst om supervisie gevraagd wordt, wordt het hele onderzoek (ongeacht vraagstelling) gesuperviseerd door het staflid van dienst. De naam van het staflid komt onderaan het verslag te staan (dus niet ergens midden in het verslag of andere vage verwijzing) en het onderzoek komt in principe in de dienstlijst (tenzij het staflid dit expliciet niet wil of expliciet niet nodig acht dit moet tussen de aios en staflid gecommuniceerd worden). Dit onderzoek wordt dan opnieuw beoordeeld door een tweede staflid, dit i.v.m. de technische beperkingen van het vanuit huis meekijken en/of de ervaring van het dienstdoende staflid per Aandachtsgebied. 10