Whitepaper Prinsjesdag 2011

Transcriptie

1 Whitepaper Prinsjesdag 2011 Op dinsdag 20 september 2011 zijn het Belastingplan 2012 en de Miljoenennota officieel gepresenteerd in de Tweede Kamer. Bestaande faciliteiten worden aangescherpt, vrijstellingen versoberd en aftrekposten geschrapt. Nieuwe faciliteiten en aftrekmogelijkheden worden gecreëerd, met name op het gebied van innovatie en work-life-balance. Doel is een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendig belastingstelsel. Met maatregelen als de introductie van renteaftrekbeperkingen en vervanging van faciliteiten door weer andere faciliteiten is het maar de vraag of het kabinet in deze opzet slaagt. Belangrijk is natuurlijk de vraag wat dit voor u als ondernemer betekent? We hebben daarom voor u de Miljoenennota en het Belastingplan 2012 geanalyseerd. In deze whitepaper zetten we de belangrijkste maatregelen voor u op een rij. Inhoudsopgave: Vitaliteitsregeling komt er aan Innovatie blijft fiscaal aantrekkelijk Renteaftrekbeperking bij overnames Giftenaftrek verruimd voor culturele ANBI Samengesteld gezin ook onder partnerbegrip Belastingrente vanaf 1 juli 30%-regeling aangescherpt Vaste basisaftrek vervangt zelfstandigenaftrek Pensioen flexibeler, oudedagsreserve versoberd Fiscale regels auto blijven complex Geen afrekening bij einde terbeschikkingstelling door scheiding dga Overdrachtsbelasting tijdelijk omlaag Herzieningsregeling voorlopige aanslagen nu ook voor Vpb Afschaffing van 7 belastingen en heffingen

2 Vitaliteitsregeling komt er aan Met de vitaliteitsregeling kunnen werknemers werk, vrije tijd en andere activiteiten, zoals zorg of studie, flexibel spreiden en combineren. Doel van de vitaliteitsregeling is het bevorderen van de mobiliteit op de arbeidsmarkt. De vitaliteitsregeling bestaat uit twee onderdelen: 1. Werkbonus Werknemers hebben vanaf 62 jaar recht op de werkbonus. Deze bedraagt maximaal per jaar. Mensen die doorwerken tot hun 65e, ontvangen in totaal maximaal drie keer dit bedrag. De werkbonus vervangt de arbeidskorting voor ouderen en de doorwerkbonus. 2. Vitaliteitsspaarregeling Het kabinet wil in 2013 de levensloop- en spaarloonregeling vervangen door de vitaliteitsspaarregeling. De regeling is niet alleen voor werknemers bestemd, maar ook voor ondernemers en genieters van resultaat uit overige werkzaamheid. Met een vitaliteitsspaarregeling kunnen deelnemers fiscaal vriendelijk sparen: de stortingen zijn fiscaal aftrekbaar en pas bij het opnemen van het gespaarde bedrag moet u belasting betalen. Deelnemers kunnen maximaal (bruto) sparen, met een maximale inleg van per jaar. Dit kan bij banken, verzekeringsbedrijven en beleggingsinstellingen zoals we die kennen van de levensloopregeling. Het opgebouwde tegoed is vrijgesteld in box 3. Voor deelnemers tot en met 61 jaar is er geen beperking met betrekking tot het op te nemen bedrag. Ook mogen ze zelf het moment van de opnames bepalen en de besteding ervan. Maar vanaf het jaar waarin een deelnemer op 1 januari 62 jaar oud is, mag hij per jaar maximaal opnemen. Het tegoed moet zijn opgenomen voordat de deelnemer 65 wordt. Wat nu met de opgebouwde spaarloon- en levensloop Werknemers kunnen vanaf 1 januari 2012 niet meer inleggen in de spaarloonregeling. Het opgebouwde vermogen kunnen werknemers in 2013 belastingvrij opnemen of laten staan. Als ze het tegoed laten staan en zich houden aan de voorwaarden van de spaarloonregeling, blijft de vrijstelling voor spaarloon in box 3 gelden. In dat geval valt het tegoed in vier jaren vrij. De vrijstelling vervalt dan ook per 1 januari Ook de levensloopregeling wordt in 2012 afgeschaft. Het levenslooptegoed wordt in één keer (belast) uitbetaald of kan zonder belastingheffing worden omgezet in vitaliteitssparen. Er komt wel een overgangsregeling voor deelnemers die voor 1 januari jaar of ouder zijn. Innovatie blijft fiscaal aantrekkelijk Het Belastingplan 2012 bevat diverse maatregelen die innovatie in het bedrijfsleven moeten stimuleren. We kennen al de Innovatiebox in de vennootschapsbelasting en de S&Oafdrachtvermindering in de loonbelasting. Met de maatregelen voor research- & developmentkosten (R&D) worden de fiscale mogelijkheden in de vennootschapsbelasting in 2012 en 2013 verder uitgebreid. De exacte invulling van de regeling volgt binnenkort. Uit de toelichting in het Belastingplan wordt al wel duidelijk dat het kabinet de maatregelen in twee stappen wil invoeren.

3 RDA Per 1 januari 2012 komt er een derde stimuleringsmaatregel voor innovatieve ondernemers: de RDA-aftrek (Research & Development). De RDA is een nieuw fiscaal instrument waarmee de overheid bedrijven in 2012 wil stimuleren om te innoveren. Met de RDA-subsidieregeling kan 40% van de kosten voor R&D, die geen betrekking hebben op loonkosten, afgetrokken worden van de fiscale winst. Exploitatiekosten van R&D (bijvoorbeeld materialen) en R&D-investeringen (bijvoorbeeld laboratoriuminrichting) komen in aanmerking. Er is ook aftrek mogelijk voor activiteiten die door kennisinstellingen (universiteiten en andere kennisinstituten) worden uitgevoerd. Voorwaarde is onder andere dat bedrijven het onderzoek hebben ingekocht via een publiekprivaat samenwerkingsverband. Van deze kosten kan 50% in mindering worden gebracht op de te betalen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting. Let op De RDA-aftrek, die tot een vermindering van de belastbare winst leidt, gaat niet ten koste van de grondslag voor de innovatiebox. Dit is gunstig, omdat de innovatiebox-voordelen worden belast tegen slechts 5%. Ergens is het jammer dat de nieuwe faciliteiten gefaseerd ingaan. Zo loont het om projecten die veel geld gaan kosten uit te stellen naar Dit zou het effect van de positieve maatregelen wel eens kunnen vertroebellen. Innovatiebox blijft Onder de huidige regelgeving kunnen onder meer bv's, nv's en coöperaties de Innovatiebox toepassen. Daarmee betalen innoverende bedrijven slechts 5 % vennootschapsbelasting over winsten die zijn behaald met octrooien en productinnovaties uit WBSO-projecten Renteaftrekbeperking bij overnames Het rommelde al een tijdje: de aftrekbeperking voor rente op overnamefinancieringen. De afgelopen jaren zijn diverse renteaftrekbeperkende maatregelen de revue al gepasseerd. In het Belastingplan 2012 wordt toch weer een specifieke maatregel tegen overnameholdingconstructies opgenomen. Bestaande overnames worden niet getroffen door de nieuwe maatregel en het Nederlandse mkb blijft grotendeels buiten schot. Dat komt omdat - kort gezegd - de rente in aftrek wordt beperkt indien die meer bedraagt dan 1 miljoen.

4 Giftenaftrek verruimd voor culturele ANBI Om het ondernemerschap van culturele ANBI s te stimuleren, komt er in de vennootschapsen inkomstenbelasting een multiplier in de giftenaftrek. In de vennootschapsbelasting gaat gelden dat de giften aan culturele ANBI s voor de giftenaftrek tot maximaal 5.000, met 50% worden verhoogd. Voor de inkomstenbelasting gaat een mutliplier van 25% gelden. De verhoging van 25% wordt toegepast over maximaal van de giften die aan culturele instellingen worden gedaan en bedraagt dus ten hoogste De Europese Commissie moet nog wel toestemming verlenen voor de maatregel. De maatregel heeft bovendien een einddatum: Samengesteld gezin ook onder partnerbegrip Ongehuwd samenwonenden die staan ingeschreven op hetzelfde adres worden voor de inkomstenbelasting en de toeslagen per 2012 ook aangemerkt als fiscale partners, als op hetzelfde adres ook een minderjarig kind van één van beiden staat ingeschreven. Samengestelde gezinnen worden op deze manier gelijkgetrokken met gezinnen, waarvan de ouders onder de huidige regelgeving wel worden aangemerkt als partner. Voor (onder)huursituaties komt er een tegenbewijsregeling. Belastingrente vanaf 1 juli Met ingang van 2013 wordt de heffingsrente vervangen door de belastingrente. De invorderingsrenteregeling blijft ongewijzigd. De berekening van de belastingrente voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting begint te lopen vanaf 1 juli na afloop van het belastingtijdvak. Nu is dat nog vanaf 1 januari tot aan het moment van dagtekening van de aanslag of teruggaafbeschikking. Bij een gebroken boekjaar begint de termijn te lopen vanaf de eerste dag van de zevende maand na afloop van dat boekjaar. Als de inspecteur meer dan dertien weken nodig heeft om de aanslag op te leggen, eindigt de belastingrentetermijn negentien weken na het indienen van de aangifte. Voorbeeld De heer Balk dient zijn aangifte inkomstenbelasting 2012 in op 15 juni Op 1 mei 2014 ontvangt hij de definitieve aanslag. De belastingrente begint te lopen vanaf 1 juli De Belastingdienst heeft langer dan dertien weken gedaan over het opleggen van de aanslag. Daarom eindigt de belastingrentetermijn negentien weken na 15 juni Rente-effecten Belastingplichtigen/ondernemers die vóór 1 april hun aangifte inkomstenbelasting indienen, krijgen naar verwachting niet meer te maken met belastingrente. Alleen als de Belastingdienst afwijkt van de aangifte of als de aangifte na 1 april is ingediend, zal belastingrente worden berekend. In de vennootschapsbelasting kunnen ongewenste rente-effecten worden voorkomen door tijdig een (herziene) voorlopige aanslag aan te vragen die zo goed mogelijk aansluit bij de (verwachte) verschuldigde belasting. Voor erfbelasting en andere belastingen wijzigt de renteberekening niet.

5 30%-regeling aangescherpt Het criterium specifieke deskundigheid wordt voortaan gekoppeld aan een salarisnorm. In aanvulling hierop dient de specifieke deskundigheid schaars aanwezig te zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. De specifieke deskundigheid wordt verondersteld als het in Nederland belastbare loon tenminste (na toepassing van de 30%-regeling) bedraagt. De salarisnormen worden jaarlijks geïndexeerd. Werknemers woonachtig binnen een straal van 150 kilometer van de Nederlandse grens worden uitgesloten van de 30%-regeling. De kortingsregeling voor periode(n) van eerdere tewerkstelling wordt aangescherpt: er komt een toetsingsperiode van 25 jaar. Let op Afgegeven beschikkingen voor ingekomen werknemers worden zo veel mogelijk geëerbiedigd. Werknemers die voor 1 januari 2007 in Nederland zijn tewerkgesteld behouden gedurende de resterende looptijd van hun tewerkstelling de voordelen van de huidige regeling. Is de werknemer na 1 januari 2007 tewerkgesteld, dan gelden de huidige voorwaarden nog voor vijf jaar en daarna moet alsnog aan de salarisnorm worden voldaan. Aanscherping faciliteiten ondernemers Het kabinet streeft naar één algemene ondernemersfaciliteit - de winstbox. Deze is zodanig vormgegeven dat winstgevend ondernemen gestimuleerd wordt. De winstbox wordt op termijn verder uitgewerkt. Vooruitlopend daarop worden enkele faciliteiten in de inkomstenbelasting per 2012 al aangescherpt. Vaste basisaftrek vervangt zelfstandigenaftrek De eerste stap is de invoering van een vaste basisaftrek van per 1 januari De aftrek wordt daarmee gelijk voor elke ondernemer die voldoet aan het urencriterium. De vaste basisaftrek vervangt de zelfstandigenaftrek. De zelfstandigenaftrek bedraagt in 2011 bij een winst tot en neemt trapsgewijs af tot bij een winst van of meer. Deze maatregel moet winstgevend ondernemen en doorgroei bevorderen en is dan ook gunstig voor ondernemers met hoge(re) winsten. Pensioen flexibeler, oudedagsreserve versoberd Een ondernemer die eerst werknemer is geweest, heeft de mogelijkheid drie jaar lang de pensioenregeling van zijn oude werkgever te continueren, de zogeheten vrijwillige voortzetting pensioen. Vanaf 2012 mag een startende ondernemer maar liefst tien jaar lang het pensioen van zijn oud-werkgever voortzetten. De pensioenuitvoerder moet hier dan wel aan mee willen werken. Daarentegen kan een ondernemer vanaf 2012 jaarlijks minder doteren aan de fiscale oudedagsreserve (FOR). Nu kan de ondernemer nog 12% van de winst aan de FOR toevoegen, met een maximum van Dit maximum (dotatieplafond) wordt verlaagd tot Dit bedrag wordt per 2012 nog geïndexeerd voor inflatie.

6 Fiscale regels auto blijven complex De veelbesproken Autobrief uit juni 2011 is uitgewerkt in het Wetsvoorstel Wet Uitwerking Autobrief dat tegelijk met het Belastingplan 2012 is ingediend. Onze conclusie: de fiscale regels voor de auto van de zaak blijven complex. Bijtelling auto van de zaak De verlaagde bijtellingspercentages van 14 en 20% blijven van toepassing op zuinige auto's. Wel worden de zuinigheidsgrenzen bijgesteld. De nihilbijtelling vervalt na Bijtellingspercentage getoetst Bij aanschaf van de auto wordt getoetst welk bijtellingspercentage van toepassing is. Dit percentage geldt vervolgens voor 60 maanden, de gemiddelde leaseperiode. Daarna wordt opnieuw beoordeeld of een verlaagd bijtellingspercentage toegepast kan worden. Btw-correctie auto van de zaak naar 2,7% Sinds het besluit van 1 juli 2011 is de btw-correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak niet meer gekoppeld aan de bijtelling in de inkomsten- en loonbelasting. Hierdoor wordt het woon-werkverkeer voor de btw als privé aangemerkt. Vanaf 1 juli 2011 is de btwcorrectie vastgesteld op 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) op jaarbasis. Afwijking van het 2,7%-forfait is mogelijk op basis van een sluitende kilometeradministratie. Als een onzakelijk lage vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de auto wordt berekend, wordt de vergoeding voor de btw gesteld op de normale, zakelijke waarde. Het Belastingplan 2012 stelt voor de btw-correctie te bepalen op 2,7% van de catalogusprijs, inclusief btw en bpm. Bpm en motorrijtuigenbelasting Voor de bpm wordt de tariefstructuur tot en met 2015 vastgelegd. Uiteindelijk gelden vanaf 2015 voor benzine en diesel dezelfde CO2-schijven en tarieven. Er komt daarnaast een extra tariefschijf, waardoor voor grote(re) auto's een hoog bpm-tarief blijft gelden. De vrijstelling MRB wordt gefaseerd afgebouwd. Vanaf 2016 geldt voor geen enkele auto meer een vrijstelling. Bijtelling bestelauto met verklaring voorkomen Vanaf 2012 hoeft voor bestelauto's geen rittenadministratie te worden gevoerd als werkgever en werknemer gezamenlijk een 'verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' ondertekenen. In dat geval blijft ook de bijtelling achterwege. De Belastingdienst zal via steekproeven op naleving gaan toetsen. Onder voorwaarden is het nu mogelijk om met een vereenvoudigde rittenadministratie aan te tonen dat minder dan 500 kilometer privé wordt gereden. Deze methoden blijven gehandhaafd.

7 Geen afrekening bij einde terbeschikkingstelling door scheiding dga Sinds 1 januari 2011 geldt een nieuwe regeling voor vermogensbestanddelen die ter beschikking worden gesteld aan de bv van de dga, als deze vermogensbestanddelen behoren tot de huwelijksgemeenschap. In dat geval wordt zo n vermogensbestanddeel voor de helft aan iedere echtgenoot toegerekend en belast onder de terbeschikkingstellingsregeling. Afrekenen over meerwaarde Worden bij een echtscheiding de aandelen in de bv en het vermogensbestanddeel toebedeeld aan de ene gewezen echtgenoot en zit daarin een meerwaarde? Dan zou de andere gewezen echtgenoot deels moeten afrekenen over de meerwaarde wegens het beëindigen van de terbeschikkingstelling. Een afrekening in deze situatie is niet de bedoeling geweest van de regeling. Daarom wordt vastgelegd dat de doorschuifregeling van toepassing is. Fiscale boekwaarde Bij echtscheiding kan de terbeschikkingstelling aan de bv dan worden voortgezet zonder tussentijdse afrekening. De voortzettende ex-echtgenoot moet in dat geval de fiscale boekwaarde van de overdragende ex-echtgenoot overnemen. Ook de fiscale reserves en voorzieningen mogen zonder afrekening worden doorgeschoven. Tenslotte is er een antimisbruikbepaling opgenomen voor ter beschikking gestelde schuldvorderingen die zijn afgewaardeerd door de niet-voortzettende gewezen echtgenoot. Wel tussentijds afrekenen Beide ex-echtgenoten kunnen er ook voor kiezen om wèl tussentijds af te rekenen. Zij moeten dan een gezamenlijk schriftelijk verzoek indienen bij de inspecteur. Dit kan bijvoorbeeld voordelig zijn als in de vermogensbestanddelen een verlies besloten zit. Overdrachtsbelasting tijdelijk omlaag Wat al bij beleidsbesluit was goedgekeurd, is nu in het Belastingplan opgenomen: de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% bij de verkrijging van woningen. De maatregel geldt van 15 juni 2011 tot 1 juli Let op: de verlaging van de overdrachtsbelasting geldt niet bij aankoop van een bedrijfsruimte. Vereenvoudigingsmaatregelen Het Belastingplan 2012 en de Miljoenennota bevatten ook vereenvoudigingsmaatregelen waar u als ondernemer voordeel van heeft. We noemen de volgende. Herzieningsregeling voorlopige aanslagen nu ook voor Vpb Vanaf 1 januari 2012 is het niet meer mogelijk en nodig om bezwaar te maken tegen de hoogte van de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting. In plaats daarvan kan voor de wijziging van een voorlopige aanslag gebruik worden gemaakt van een (elektronisch) formulier. Komt de inspecteur niet (volledig) tegemoet aan het verzoek om herziening van de voorlopige aanslag, dan kan u hiertegen wèl bezwaar maken. De herzieningsregeling geldt met ingang van 2011 al voor voorlopige aanslagen inkomstenbelasting.

8 Afschaffing van belastingen en heffingen De volgende zeven kleine belastingen worden in 2012 en 2013 afgeschaft: 1. Afvalstoffenbelasting (m.i.v. 1 januari 2012) 2. Grondwaterbelasting (m.i.v. 1 januari 2012) 3. Belasting op pruim- en snuiftabak (m.i.v. 1 januari 2013) 4. Belasting op alcoholvrije dranken (m.i.v. 1 januari 2013) 5. Belasting op leidingwater (m.i.v. 1 januari 2013) 6. Verpakkingenbelasting (m.i.v. 1 januari 2013) 7. Eurovignet (m.i.v. 1 januari 2013) Ons belastingstelsel kent dan nog 15 rijksbelastingen. Ook de heffing die de Kamer van Koophandel ondernemers jaarlijks in rekening brengt, vervalt. De heffing wordt in 2012 tien procent lager en vanaf 1 januari 2013 verdwijnt de heffing helemaal. Meer informatie Wilt u meer informatie over een van deze onderwerpen, neem dan contact op met uw adviseur. Bent u nog geen klant, kijk dan op en neem contact op met een van onze adviseurs van een vestiging bij u in de buurt of bel