Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting Algemeen Financieel Schema Universiteiten en Hogescholen Nr. 2 ALGEMEEN FINANCIEEL SCHEMA Deel I. Algemeen Financieel Schema 4 Deel II. Toelichting 9 Deel III. Bijlagen 31 Tweede Kamer, zitting , , nrs

2 DEEL I. ALGEMEEN FINANCIEEL SCHEMA Middelen (excl. LHW)' bedragen x f 1,0 min. Lasten Personeelslasten, excl. artsassistenten 2634,6 2614,8 2576,9 2539,7 2524,5 Overige lasten 815,3 832,4 842,1 844,5 853,1 Interuniversitaire instituten 56,5 54,5 54,6 54,7 54,7 Totaal lasten (1) 3506,4 3501,7 3473,6 3438,9 3432,3 Baten lnschrijvings-, college- en examengelden 161,1 160,4 160,5 145,4 132,9 Overige baten 15,2 16,8 16,8 16,8 16,8 Totaal baten (2) 176,3 177,2 177,3 162,2 149,7 Rijksbijdrage (1)7. (2) 3333, ,5 3296,3 3276,7 3282,6 Beperking liquiditeitsvoorziening 7.30,0 7.20,0 7.10,0 Compensatie beperking liquiditeitsvoorz. 40,4 30,0 20,0 10,0 Liquiditeitsvoorz. 3340,5 3334,5 3306,3 3286,7 3282,6 Investeringen Investeringen in gebouwen (incl. 1e inrichting) 147,5 137,4 175,0 142,3 122,5 ' Salaris- en sociale lastenniveau per 1 juli 1982, prijspeil Middelen LH Wageningen ' bedragen x f 1,0 m In. Lasten Personeelslasten, excl. artsassistenten 157,5 157,2 157,0 156,7 157,7 Overige lasten 46,4 47,3 47,9 47,9 47,9 Interuniversitaire instituten 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 Totaal lasten (1) 204,6 205,2 205,6 205,3 206,3 Baten lnschrijvings-, college- en examengelden 6,7 6,8 6,7 6,5 6,2 Overige baten 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 Totaal baten (2) 7,8 7,9 7,8 7,6 7,3 Rijksbijdrage (1)7. (2) 196,8 197,3 197,8 197,7 199,0 Beperking liquiditeitsvoorziening ,0 7. 0,5 Compensatie beperking liquiditeitsvoorz ,5 1,0 0,5 Liquiditeitsvoorz. 197,4 197,8 198,3 198,2 199,0 In vesteringen Investeringen in gebouwen (incl. 1e inrichting) 9,2 8,7 8,8 8,8 8,9 ' Salaris- en sociale lastenniveau per 1 juli 1982, prijspeil 1 juli Tweede Kamer, zitting ,17 655, nrs. 1-2

3 Personele middelen per instelling (salaris- en sociale lastenniveau per 1 juli 1982) bedragen x f 1,0 m In. RU Leiden ,4 275,0 276,0 277,6 RU Groningen ,8 293,9 294,7 296,4 RU Utrecht 404,0 406,8 405,4 406,5 408,7 RU Rotterdam ,6 146,1 146,5 147,4 RU Limburg 63,0 67,9 70,7 72,2 72,7 U van Amsterdam , ,1 346,9 VU Amsterdam 226,4 229,3 229,9 230,5 231,8 KU Nijmegen 253,7 258,2 260,2 261,1 262,5 KH Tilburg 59,6 61,0 63,1 63,5 63,9 TH Delft ,6 298,9 300,8 302,5 TH Eindhoven 152,2 153,9 155,2 155,6 156,5 TH Twente 101,0 103,1 104,8 107,0 107,7 Sub-totaal 2607,8 2637,5 2647,5 2659,5 2674,6 Centraal beheerde prioriteiten' 29,1 29,9 30,1 30,1 30,1 Nader te verdelen middelenbeperking 1 - 'l- 53, , , ,9 Knelpuntenreserve 3,9 6,8 6,2 6,5 6,6 Totaal 33,0 2640,8 Afwijking van de aanvankelijke raming van de interim-inhouding salarissen onderwijs 7. 6,2 7.16, , , ,2 2620,7 2583,1 2546,5 2531,4 7. 5,9 7. 6,2 7. 6,8 7. 6,9 Totaal generaal uni/ho's. excl. LHW 2634,6 2614,8 2576,9 2539,7 2524,5 1 Voor specificatie zie bijlage 1. 2 Bezuiniging 1982: niet arbeidsplaatsen aantastende maatregelen Beperking studenteninstroom Taakverdelingen concentratie (incl. nadere kleine bijstellingen 'l- 15,0 V. 15, , ,0 7.10, , , ,0 7.28, , , ,9 Personele middelen LHW , uitgaande van AFS bedragen x f 1,0 min. 1. Opgenomen in AFS AF: reserve voor salarismaatregelen en knelpunten 3. Initieel beschikbaar (salarisniveau 1 juli 1981) 4. AF: salai isbeperking wetenschappelijk (hoofd)medewerkers 5. AF : taakverdeling en concentratie 6. AF: taakstellende bezuiniging te compenseren door verwerving eigen inkomsten 7. AF: nadere beperking 8. Reëel beschikbaar (salarisniveau 1 juli 1981) 9. Salarismaatregelen en bijstellingen sociale lasten t/m juli BIJ: reserve voor salarismaatregelen (na 1 juli 1982) en knelpunten 11. Totaal LHW (salaris- en sociale lastenniveau per ) 157,9 159,4 161,0 162,6-7. 3,7 7. 5,2 7. 6,7 7.8,3-154,2 154,2 154,3 154,3 155,5 7.0,7 7.1,0 7.1,4 7.1,8 7.2,1 7. PM 7. PM 7. PM 7. PM 7.0,3 7.0,3 7.0,3 7.0,3 7.0,3 7.2,5 7.2,5 7-2,5 7.2,5 7.2,5 150,7 150,4 150,1 149,7 150,6 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 5,1 5,1 5,2 5,3 5,4 157,5 157,2 157,0 156,7 157,7 7. PM 7. PM 7. PM 7. PM Tweede Kamer, zitting , , nrs. 1-2

4 Overige lasten per instelling ' RU Leiden RU Groningen RU Utrecht RU Rotterdam RU Limburg U van Amsterdam VU Amsterdam KU Nijmegen KH Tilburg TH Delft TH Eindhoven TH Enschede Sub-totaal Nader toe te wijzen voor knelpunten, bijstellingen en harde lasten Reserve voor RU Limburg Financiering centrale computerapparatuur : Universitaire vestiging Friesland bijdrage van Economische Zaken bedragen x f 1,0 min. 79,3 80,7 81,2 81,8 82,2 81,3 83,1 84,5 86,1 87,5 123,2 123,8 123,5 123,4 122,9 43,5 43,1 42,4 41,8 40,9 17,6 16,9 15,7 14,7 13,5 106,9 108,4 109,2 110,2 110,8 64,2 65,5 66,3 67,3 68,1 69,6 70,3 70,5 70,9 70,9 11,1 11, ,9 10,8 88,3 91,7 94,4 97,7 100,6 46,2 47,6 48,7 50,0 51,1 36,2 37,3 38,2 39,3 39,9 767,4 779,4 785,5 794,1 799,2 6,5 5,6 5,4 5,6 6,9-2,6 5,3 7,7 9,5 37,1 36,7 36,7 37,1 37,5 4,3 8,1 9,2 Totaal 815,3 832,4 842,1 844,5 853,1 1 Excl. LH Wageningen, salaris-en sociale lastenniveau per 1 juli 1982, prijspeil Voor intentionele verdeling, zie bijlage 6. Overige lasten naar kostencategorie ' Onderwijs en onderzoek Schoonhouden gebouwen Onderhoud gebouwen en exploitatievooi zieningen Energie Overige huisvestingslasten Algemene diensten Communicatie en dienstvervoer Restauratieve verzorging Studentenvoorzieningen Totaal Toewijzing op grond van de beschikbare middelen Harde lasten (incl. affiliaties) Ruimte voor bijstellingen Reserve voor RU Limburg Financiering centrale computerapparatuur Universitaire vestiging Friesland bijdrage van Economische Zaken bedragen x f 1,0 min. 345,5 347,0 346,2 345,9 345,6 83,8 84,0 84,1 84,1 84,1 121,3 121,7 121,7 121,7 121, ,9 133,9 133,9 133,9 14,9 15,0 15,0 15,0 15,0 48,7 48,7 48,7 48,7 48,7 20,8 20,9 20,9 20,9 20, ,2 20,0 18,7 17,5 7,5 7,5 7,5 6,8 6,3 797,8 798,9 798,0 795,7 793,7 640,3 650,0 653,3 659,3 661,7 127,1 129,6 132,2 134,8 137,5 6,5 5,6 5,4 5,6 6,9 2,6 5,3 7,7 9,5 37,1 36,7 36,7 37,1 37,5 4,3 8,1 9,2 Totaal 815,3 832, ,5 853,1 1 Excl. LH Wageningen, salaris-en sociale lastenniveau per 1 juli 1982, prijspeil Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs. 1-2

5 Overige lasten LHW , uitgaande van AFS Opgenomen in AFS AF: reserve voor salarismaatregelen na Initieel beschikbaar (salarisniveau , prijspeil 1981) 4. AF: beperking studentenvoorzieningen en restauratieve voorzieningen 5. Reëel beschikbaar (salarisniveau , prijspeil 1982) 6. Salarismaatregelen en bijstellingen sociale lasten t/m Reserve voor salarismaatregelen na Totaal LHW (salaris- en sociale lastenniveau per , prijspeil 1982) bedragen x f 1,0 min. 47,2 48, ,9 7. 0,1 7. 0, ,3 47, ,6 48,6 7.0,9 7.0,9 7.0,9 7.0,9 7.0,9 46,2 47,1 47,7 47,7 47,7 0, ,1 0,1 0,1 0,1 0, ,1 46,4 47,3 47,9 47,9 47,9 Eerstejaarsstudenten per studierichting Godgeleerdheid Wijsbegeerte Nederlands Frans Engels Geschiedenis Kunstgeschiedenis Overige letteren Wiskunde Informatica Natuur- en sterrenkunde Scheikunde Farmacie Biologie Geologie Fysische geografie Rechtsgeleerdheid Economische wetenschappen Westerse sociologie N.W. Sociologie/Cult.antr Politicologie Psychologie Peda-/Andragogie Welzijnsvraagst ukken Sociale gezondheidkunde Algemene gezondheidszorg Lichamelijke opvoeding Sociale geografie Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde Technische wiskunde Technische informatica Civiele techniek Bouwkunde Werktuigbouwkunde Elektrotechniek Scheikundige technologie Technische natuurkunde Overige techniek Landbouwwetenschappen Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs

6 Eerstejaarsstudenten per instelling RU Leiden RU Utrecht RU Groningen RU Rotterdam RU Limburg U van Amsterdam VU Amsterdam KU Nijmegen KH Tilburg TH Delft TH Eindhoven TH Twente LH Wageningen Totaal Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs

7 DEEL II. TOELICHTING 1. Inleiding Nadere structurele maatregelen Algemeen Verhoging eigen inkomstenverwerving Taakverdeling en concentratie Verhoging eigen bijdrage van deelnemers aan het w.o Afstemming van taken en middelen Algemeen Verwerking van taak- dan wel prijsaanpassingen in het PGM Studentenaantallen Voorwaardelijke financiering Personele middelen Algemeen Salarisbeperking wetenschappelijk (hoofd)- medewerkers Interim-inhouding op het ambtelijk inkomen Beleidsreserve Ontkoppeling ZWO-financiering Overige mutaties in de personeelslasten Taakstellende bezuiniging waartegenover hogere eigen inkomsten worden verwacht Inleveren reserve ter algemene dekking Overheveling bijdrage arts-assistenten Afbouw universitaire MO-opleidingen Nadere bijstellingen Aard van de reserve voor salarismaatregelen Overige lasten Investeringen Algemeen Beschikbare middelen Voortgang van het planningproces 30 Tweede Kamer, zitting ,17 655, rus. 1-2

8 1. INLEIDING Dit Algemeen Financieel Schema verschilt in enige opzichten van alle voorafgaande. Blijkens de wetsgeschiedenis dient een AFS te bevatten: «een benadering van het te verwachten verloop van uitgaven na confrontatie met de financiële mogelijkheden van het Rijk». Die confrontatie heeft in de afgelopen jaren, maar met name in dit jaar, een ongekende scherpte gekregen. Reeds vanaf 1977 werd het stijgende aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs niet meer vertaald in een reëel stijgende middelenhoeveelheid. Zouden die middelen recht evenredig met studentenaantallen zijn gestegen dan zou in 1981 ongeveer f 0,5 mld. meer aan het wetenschappelijk onderwijs zijn besteed dan daadwerkelijk het geval is. De thans in dit schema opgenomen bedragen voegen daaraan nog eens een taakstellende bezuiniging van ongeveer f 0,3 mld. toe, terwijl ook in de eerstvolgende jaren stijgingen, zij het lichter, in de studentenaantallen zullen blijven optreden. Zoals in de op 1 september 1982 uitgebrachte nota Taakverdeling en Concentratie is aangegeven, ligt het in de bedoeling de toenemende schaarste niet ponds-pondsgewijze over instellingen en taken te verdelen, maar tot een herschikking van taken te komen, opdat effectiviteit en efficiency van de taakvervulling kunnen toenemen en de kwaliteit tenminste op hetzelfde niveau blijft. De grote operatie die moet resulteren in taakverdelingsbeslissingen heeft dus allereerst ten doel te bepalen welke taken waar in de toekomst zullen worden verricht. De omvang van de onderwijstaak wordt tot op heden bepaald door de ontwikkeling van de vraag naar onderwijs. Toelatingsbeperking vindt tot op heden bij uitzondering plaats en uitsluitend op grond van tekorten in de bestaande onderwijscapaciteit. Recent zijn wettelijke maatregelen voorbereid om het mogelijk te maken, dat de toelating tot het wetenschappelijk onderwijs ook daar wordt beperkt waar de maatschappelijke behoefte aan afgestudeerden sterk achterblijft bij het aantal afgestudeerden dat bij vrije toelating zou ontstaan. De verlangde doelmatigheidsverhoging in het wetenschappelijk onderwijs moet worden bereikt doordat in 1982 onderwijsprogramma's met een kortere cursusduur zijn aangevangen en voorts doordat een aanzienlijke extensivering van de factor arbeid in het onderwijs wordt doorgevoerd. Met de introductie van specifieke onderwijs-financieringsnormen in het model dat leidt tot toedeling van personeelsplaatsen, het zogenaamde Plaatsen-Geld-Model, is de arbeidsintensiteit in de eerste-fase-opleidingen op een bodemniveau gesteld. De onderwijskosten worden op deze wijze in sterke mate beïnvloed. Lang is de bekostiging van het wetenschappelijk onderzoek gekoppeld geweest aan de omvang van de onderwijstaak. Met de introductie van het Plaatsen-Geld-Model en in het bijzonder met de operationalisering van voorwaardelijke financiering van onderzoek is dat beginsel in feite losgelaten. De bescherming van onderzoek van hoge kwaliteit heeft nu de eerste prioriteit gekregen. Op basis van voorstellen van instellingen en steunend op toetsing van buitenaf, gaat met ingang van 1983 zo'n specifieke financiële bescherming verleend worden. Voor de toedeling van middelen op dit ogenblik hebben zowel de taakverdelings- en concentratie-operatie als de operationalisering van voorwaardelijke financiering diepgaande consequenties. Bij beide immers ligt het initiatief bij de instellingen; in de eerste operatie is een plan van instellingszijde als uitgangspunt bedacht van beslissingen op nationaal niveau, terwijl bij voorwaardelijke financiering het voorstel tot bescherming van de zijde der instellingen wordt ingediend. Zodoende zijn het de instellingen die vanaf heden de optimale nationale allocatie van middelen expliciet kunnen medebepalen. Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs

9 Een en ander heeft wel tot gevolg, dat thans nog onduidelijk is hoe de taakstelling van iedere afzonderlijke instelling zich zal ontwikkelen. Gegeven de aanvaarding van de zojuist genoemde beginselen is het immers niet de nationale overheid die eenzijdig omvang, aard en bekostiging van de verschillende taken vaststelt. Initiatief (door planvorming en voorstellen), toetsing (waar nodig en dan door derden) en bekostiging (door de nationale overheid) worden zo wezenlijk complementair ten opzichte van elkaar. De verwachtingen, die in dit AFS zijn opgenomen als grondslagen voor de bepaling van de uitgaven van afzonderlijke instellingen, hebben dan ook meer het karakter van voorlopige dan van absolute indicaties. Hard in dit schema zijn vooral de randvoorwaarden die voor het wetenschappelijk onderwijs als geheel zijn verwerkt in de bedragen, die middelenhoeveelheden uitdrukken. Daarin zijn alle thans bekende beleidsvoornemens verwerkt. Voor een aantal daarvan is nog een basis in wettelijke vorm nodig. De daartoe strekkende ontwerpen zijn reeds of worden op de kortst mogelijke termijn ingediend. De in dit AFS weergegeven aanpak voor de komende planperiode moet ertoe leiden, dat niet alleen de verdere, noodzakelijke middelenbeperking voor het wetenschappelijk onderwijs zo goed mogelijk geaccommodeerd wordt, maar dat ook, met name door middel van het genereren van adequate bestuurlijke informatiestromen, het beleid zodanig gestuurd wordt dat de wezenlijke functies en taken van het w.o., waar enigszins mogelijk, bewaard en beschermd blijven. Om dit te bereiken is het ook van belang dat alle geledingen binnen het universitaire bestel zich bewust worden van de ernst van de situatie. Men mag niet meer veronderstellen dat eenzijdige eisen voor meer middelen oplossingen tot stand kunnen brengen. De middelen zijn beperkt en zullen nog verder beperkt worden. Die situatie kan alleen zonder al te grote schade het hoofd geboden worden door onderlinge samenwerking en door het gezamenlijk heroverwegen van alle activiteiten. Daarbij hoort ook het heroverwegen van de prijs die de gemeenschap voor die activiteiten moet betalen, dat wil zeggen het bij die activiteiten behorende uitgavenpatroon. Hoewel het heroverwegen van die prijzen de individuen binnen het w.o. het meest zal raken, zou ik, met name in de komende planperiode, toch een beroep willen doen op alle bij het w.o. betrokkenen om medeverantwoordelijkheid te erkennen en te dragen voor het zoveel mogelijk in stand houden van het aantal arbeidsplaatsen bij het w.o. Een belangrijke bijdrage daartoe kan worden geleverd door aanpassing van in de laatste decennia, onder invloed van de toenmalige marktsituatie, ontstane zeer gunstige arbeidsvoorwaarden voor een groot deel van het wetenschappelijk personeel, waartoe voorstellen zijn gedaan in de kernnota inzake beleidsvoornemens betreffende het universitair wetenschappelijk personeel (kernnota BUWP). Hierboven is reeds aangegeven dat het thans onmogelijk is exact per instelling te bepalen wat het middelenperspectief voor de komende jaren voor elke individuele instelling zal zijn. Aangezien het echter voor de instellingen van w.o. van belang is daarover zo snel mogelijk duidelijkheid te verkrijgen, zal ik door middel van bilateraal overleg dit najaar pogen, voor zover dat dan mogelijk is, duidelijkheid te scheppen door middel van beleidsafspraken. Voor het overige zal pas volledige duidelijkheid per instelling kunnen ontstaan nadat de besluitvorming over het taakverdelingsproces tot stand is gekomen. Het ligt in mijn bedoeling de Kamer tegen het einde van dit jaar (1982) over de stand van zaken op dit punt nader te informeren in een aanvullende nota op dit Algemeen Financieel Schema. Tweede Kamer, zitting ,17655, nrs

10 2. NADERE STRUCTURELE MAATREGELEN 2.1. Algemeen De toestand van de rijksbegroting maakt, zoals in de inleiding reeds is aangegeven, het treffen van nadere structurele maatregelen die leiden tot een verdere verlaging van de exploitatie- en investeringslasten van het wetenschappelijk onderwijs noodzakelijk. In het Algemeen Financieel Schema ' waren voor de periode reeds structurele ombuigingen tot een bedrag van f 102 min. + PM geraamd. Een deel van deze ombuigingen (f min.) zou worden bereikt door maatregelen in de salaire sfeer, dat wil zeggen zonder aantasting van het aantal arbeidsplaatsen. Een deel (f 10 min.) zou mogelijkerwijs arbeidsplaatsen kunnen aantasten en het overig deel (f min.) zou in ieder geval resulteren in een beperking van het aantal arbeidsplaatsen bij het w.o. De cumulatieve personele en materiële bezuinigingen die de laatste jaren zijn doorgevoerd en die nog in uitvoering moeten worden genomen, hebben de operationele flexibiliteit van de instellingen van w.o. zodanig beperkt dat verdere doelmatigheidsverhoging binnen de huidige structuur nauwelijks meer effectief realiseerbaar lijkt. Het is derhalve onontkoombaar dat een verdere teruggang in de middelen wordt opgevangen door maatregelen waaraan zowel inhoudelijke als financiële structuurwijzigingen ten grondslag liggen. Ik doel hierbij met name op de reeds vorig jaar ingezette operatie «Taakverdeling en Concentratie». Tevens is het van het grootste belang dat die maatregelen worden getroffen die ertoe leiden dat universitaire capaciteit die kan worden ingezet voor activiteiten waartegenover inkomsten van derden staan, optimaal benut gaan worden Verhoging eigen inkomstenverwerving ' Tweede Kamer zitting nr. 2, biz. 12. In paragraaf 2.1 is al aangegeven dat een groot deel van de tot op heden opgelegde bezuinigingen zonder meer negatieve effecten heeft op het aantal arbeidsplaatsen. Dergelijke negatieve effecten moeten binnen de gegeven randvoorwaarden van de bezuinigingen maximaal worden ingeperkt. Dit betekent dat waar enigszins mogelijk de bezuinigingen zouden moeten worden gezocht in verdere verlaging van de gemiddelde personeelslast bij het w.o. dan wel in de sfeer van verhoging van de eigen inkomsten. Naast de reeds voorziene maatregelen in het kader van de Kernnota (BUWP) is het thans alleen nog mogelijk tot verdere reële bezuinigingen in de personele sfeer te komen door een generale aanpassing van het salarisniveau van het onderwijzend personeel. Ik kom daarop in paragraaf 4.3 nog nader terug. Naar mijn mening is het voorts nog mogelijk de eigen inkomstenverwerving te optimaliseren. Op 30 juni jl. schreef ik daarover aan de instellingen van w.o.: «Ik heb moeten constateren dat, ondanks de regeling ex artikel 100, lid 2, WWO, nog steeds veelvuldig universitaire dienstverlening plaatsvindt zonder dat daarvoor een adequate vergoeding wordt gevraagd... Dat wil zeggen dat de instellingen in feite minder eigen middelen voor de bevordering van het wetenschappelijk onderzoek kunnen inzetten dan bij een actief wervings- en inningsbeleid mogelijk is.» De brief vervolgt verder: «Aangezien, zeker in deze tijd, een optimale benutting van alle inkomstenbronnen moet worden nagestreefd ga ik er in mijn begrotingsopstelling voor 1983 van uit, dat als gevolg van een vergrote eigen inkomstenstroom van de universiteiten en hogescholen het totaal van de rijksbijdragen met rond f25 m ' n - za ' kunnen worden verlaagd, een bedrag dat wellicht in de jaren daarna nog kan oplopen.» Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs

11 De terminologie van voornoemde brief lijkt spanning op te leveren met de regeling ex artikel 100, lid 2, in die zin dat het onjuist zou zijn een aftrek van de rijksbijdrage tot stand te brengen als gevolg van een vergrote eigen inkomstenstroom. Bedoeld is dat de rijksbijdragen, taakstellend met in totaal f25 min. verminderd kunnen worden, omdat ik ervan uitga dat de instellingen, door middel van de fondsvorming ex artikel 100, lid 2, in staat moeten worden geacht een ten minste even groot bedrag bijeen te krijgen als gevolg van een betere tariefstelling voor hooggekwalificeerde professionele dienstverlening. In dit AFS zijn dan ook de personeelslasten taakstellend met deze f25 min. verminderd. Ten einde mijnerzijds al het nodige bij te dragen aan de compensatie van deze bezuiniging heb ik mijn medebewindslieden en de hoge Colleges van Staat bericht dat ik ervan uitga, dat zij voor 1983 rekening houden met het feit dat instellingen van w.o. voor professionele dienstverlening in den vervolge ten minste f1500 per hoogleraar/dag in rekening zullen brengen. Indien een weloverwogen tariefstelling wordt geëffectueerd en dit niet tot verminderde dienstverlening leidt, zal deze maatregel niet tot verlies van arbeidsplaatsen aan de instellingen behoeven te leiden. Zoals ik in mijn brief van 30 juni heb gesteld zou de taakstellende bezuiniging in volgende jaren nog kunnen oplopen. Ik wil echter eerst nagaan hoe groot de prijselasticiteit van de vraag naar universitaire dienstverlening is alvorens daarover te beslissen Taakverdeling en concentratie In de nota Taakverdeling en Concentratie in het wetenschappelijk onderwijs 2 heb ik de noodzaak tot taakaanpassing, taaktoedeling en concentratie in het w.o. uiteengezet. In de nota is aangegeven volgens welke procedures en criteria en binnen welke randvoorwaarden de instellingen van w.o. dit proces dienen aan te pakken opdat tijdig - ten behoeve van de begroting 1984 en de doorwerking daarvan tot een taakverdelingsplan gereed kan komen. Het afnemende middelenperspectief vormt een harde randvoorwaarde voor deze taakverdelingsoperatie. Bezuinigingen zijn echter niet het enige of hoogste doel; veeleer moet taakverdeling worden gezien als een noodzakelijk middel om, onder beperkende financiële randvoorwaarden, de kwaliteit en vernieuwende kracht van het wetenschappelijk onderwijs veilig te stellen. Verhoging van de financiële randvoorwaarde van de taakverdelingsoperatie ten opzichte van het vorige Algemeen Financieel Schema is onvermijdelijk gebleken. In het totale financiële kader dient tevens rekening te worden gehouden met besparingen in de academische ziekenhuizen, waarvan de exploitatieramingen weliswaar geen deel uitmaken van dit Algemeen Financieel Schema. Deze nieuwe bezuinigingen die bovenop de reeds vorig jaar opgelegde ombuigingen komen bedragen, inclusief de bezuinigingen voor de academische ziekenhuizen, in 1984 f 22 min f 67 min f 120 min f 156 min. Gegeven de sterke verwevenheid is taakverdeling voor de subfaculteiten geneeskunde niet los te zien van de taakverdeling tussen de academische ziekenhuizen. Om het (bestuurlijke) proces, dat tot taakverdeling en concentratie moet leiden, beheersbaar te houden, zullen de academische ziekenhuizen en de subfaculteiten geneeskunde voorshands als één geheel worden beschouwd, waarbinnen overigens de betrokken partijen vanzelfsprekend ieder hun bestuurlijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden behouden. Voor de verdeling van de bezuinigingen over het medisch 2 Tweede Kamer, zitting cluster (MF + AZ) enerzijds en de overige faculteiten/afdelingen anderzijds Tweede Kamer, zitting , , nrs

12 is voorshands uitgegaan van een verhouding 2 : 4,7. Deze verhouding is a'geleid van de huidige verhouding tussen de rijksbijdrage aan academische ziekenhuizen + het deel van de rijksbijdrage ten behoeve van de subfaculteiten geneeskunde tegenover het deel van de rijksbijdrage ten behoeve van de overige faculteiten/afdelingen. De medische sector dient voorts rekening te houden met de effecten van een taakstellende afname van de studentenaantallen. Taakstellend is hiervoor voorshands een bedrag opgevoerd oplopend van f 10 min. in 1984 tot f 17 min. in Het totale financiële kader waarbinnen derhalve taakverdeling dient plaats te vinden is samengesteld uit de volgende reeksen: Overzicht 1. Totaal door taakverdeling en concentratie op te brengen middelen Universiteiten/hogescholen Doorwerking van reeds eerder opgelegde bezuinigingen' 20,0 40,0 60,0 60,0 2. Effect beperking medische studenten 10,0 17,0 17,0 17,0 3. Aandeel uni/ho in nieuwe bezuinigingen 2 4. Door taakverdeling nader te accommoderen correcties (incl. vorming van knelpuntenreserve van f 5,5 min.) 18,7 9,8 57,0 11,7 102,1 10,5 132,8 10,1 Subtotaal uni/ho 58,5 125,7 189,6 219,9 Academische Ziekenhuizen 5. Doorwerking van reeds eerder opgelegde bezuinigingen 15,0 15,0 15,0 15,0 6. Aandeel AZ in nieuwe bezuinigingen 3,3 10,0 17,9 23,2 Subtotaal AZ 18,3 25,0 32,9 38,2 Totaal generaal 3 76,8 150,7 222,5 258,1 ' Waarvan ten laste van MF 2 Waarvan ten laste van MF 3 Waarvan AZ + MF 3,5 7,0 10,5 10,5 3,3 10,0 17,9 23,2 35,1 59,0 78,3 88,9 In het vorige Algemeen Financieel Schema was reeds het bedrag, van f20 min. in 1984 oplopend tot f 60 min. aan het eind van de planperiode, dat door taakverdeling moest worden opgebracht pro rato omgeslagen over de instellingen. Gegeven de niet onaanzienlijke verhoging in de financiële kaderstelling voor de taakverdelingsoperatie en de door mij aangehouden verdeling tussen intra- en inter-universitaire ombuigingen in de verhouding 1 : 3, kan deze pro rato-toedeling per instelling thans als permanent worden beschouwd. De additionele taakverdelingsaanslag is in dit Algemeen Financieel Schema nog niet per instelling toegerekend in afwachting van de besluitvorming rond het door de gezamenlijke instellingen per 1 maart 1983 in te dienen taakverdelingsplan Verhoging eigen bijdrage van deelnemers aan het w.o Naast het vergroten van de eigen inkomsten van instellingen van w.o. als gevolg van het adequaat doorberekenen van aan derden verrichte diensten, zal het onvermijdelijk zijn ook de eigen bijdrage van deelnemers aan het w.o. geleidelijk aan te passen. Deze aanpassing heeft zowel betrekking op de directe bijdrage van studenten aan het onderwijsproces, te weten de college- en examengelden, als aan studentenvoorzieningen. Ook de bijdragen van studenten en personeel in de restauratieve voorzieningen zullen noodgedwongen moeten worden verhoogd. Met betrekking tot de collegegelden meen ik dat het op grond van de prijsontwikkeling in de afgelopen jaren gerechtvaardigd is de collegegelden en de examengelden te verhogen tot een niveau dat reëel overeenkomt Tweede Kamer, zitting , , nrs

13 met het prijsniveau van het jaar Dit betekent dat de collegegelden met ingang van het studiejaar van f750 worden gebracht op f Een wetsontwerp hieromtrent zal op korte termijn worden ingediend. Hiermee samenhangend zullen de examengelden worden verhoogd van f375 tot f513. Met betrekking tot de studentenvoorzieningen heb ik op 10 augustus jl. de instellingen van w.o. reeds doen weten dat ik in de begroting 1983 rekening houd met een bezuiniging van rond f2,5 min. door de formele financieringsnorm ad f73 per student te verlagen tot f55. Deze bezuiniging moet,..i.jns inziens, voornamelijk gecompenseerd kunnen worden door middel van een verhoging van de eigen bijdragen van deelnemers aan de studentensport. Ten aanzien van de universitaire restauratieve voorzieningen ben ik voor 1983 uitgegaan van een bezuiniging van in totaal f 12,5 min. Deze bezuiniging wordt bereikt door een wijziging van de toewijzingsnorm, de zogeheten «universitaire restauratieve ratio», van 1 personeelsplaats op 250 deelnemers naar 1 op 300, hetgeen f5 min. oplevert. Voorts moet een verhoging van de inkomsten worden nagestreefd door in ieder geval een verhoging van de koffie- en theeprijzen met f 0,10. Mocht de verhoging van de prijzen geen f7,5 min. opleveren, dan zal aan een verdere verlaging van de restauratieve ratio niet ontkomen kunnen worden. 3. AFSTEMMING VAN TAKEN EN MIDDELEN 3.1. Algemeen Met ingang van het begrotingsjaar 1983 wordt een begin gemaakt met de invoering van een nieuwe wijze van financiering van de instellingen van w.o. Deze nieuwe financieringswijze is uitgewerkt in het zogeheten Plaatsen-Geld-Model (PGM). Dit model kent een compartimentering in de berekening van de rijksbijdrage naar de volgende universitaire taken: Taakelement Compartiment in PGM Onderwijs Onderwijsondersteunend onderzoek Beheer en bestuur en algemene maatschappelijke dienstverlening A1-deel, normatief bepaald, d.w.z. berekeningsgrondslag en normstelling voor alle instellingen gelijk Ruimte voor nieuwe ontwik- A2-deel, normatief bepaald kelingen in onderzoek en onderwijs Specifieke maatschappelijke AM-deel, normatief te bepalen dienstverlening (patiëntenzorg, museale taken e.d.) Goed, door derden getoetst, B-deel, niet normatief bepaald, geleidelijk onderzoek dan wel onderzoek in te vullen met voorwaardelijk gefinancierd met een specifiek nationaal onderzoek belang De introductie van dit nieuwe financieringsmodel valt samen met 1. de introductie van het systeem van voorwaardelijke financiering; 2. de noodzaak te komen tot significante bezuinigingen door middel van taakverdeling en concentratie. Aangezien op dit moment niet valt te voorzien wat precies de consequenties van beide beleidsontwikkelingen zijn voor elk van de instellingen afzonderlijk, voor de periode , moet uiterst zorgvuldig te werk worden gegaan. Enerzijds moet gepoogd worden de instellingen van w.o. voor de planperiode zoveel mogelijk duidelijkheid te geven, anderzijds moeten voldoende opties open gehouden worden met betrekking tot de uitvoeringswijzen waarop en de plaatsen waar de hierbovengenoemde structurele beleidsaanpassingen tot uitvoering kunnen worden gebracht. Tweede Kamer, zitting ,17655, nrs

14 De in dit Algemeen Financieel Schema gevolgde lijn is nu de volgende. In eerste instantie zijn, met betrekking tot de totale middelenallocatie per instelling, als uitgangspunt gekozen de in het voorgaande Algemeen Financieel Schema ( ) opgenomen middelenreeksen voor personeel resp. overige lasten. Het aanhouden van die middelenreeksen betekent dat een aantal door de instellingen als niet rechtvaardig aangemerkte, op zich qua omvang beperkte verdeelbeslissingen voor 1982 niet herroepen zijn. Dit houdt bij voorbeeld in dat de enigszins zwaardere aanslag in 1982 van die instellingen die een medische faculteit hebben ook voor de rest van de planperiode in principe is gehandhaafd. De middelenreeksen uit het vorige Algemeen Financieel Schema zijn achtereenvolgens aangepast op grond van in de loop van het afgelopen jaar ingevoerde dan wel overeengekomen maatregelen. Hierbij moet met name worden gedacht aan invoering van de zogenaamde WHM-maatregel en aan de overheveling van de bijdrage voor arts-assistenten. De aldus resterende middelen per instelling voor elk jaar van de planperiode geven als het ware een «ijk-niveau» aan, waartegen de komende structurele beleidsaanpassingen (voorwaardelijke financiering, taakverdeling en reallocatie e.d.) worden afgezet. Voor de goede orde moet wel nogmaals worden opgemerkt dat het vorig jaar reeds opgelegde deel van de besparingen, die door taakverdeling en concentratie opgeleverd moeten worden, reeds in de bijdrage per instelling zijn verwerkt (zie slotpassage van paragraaf 2.3). In feite betekent dit dat op dit moment het financiële perspectief per individuele instelling nagenoeg ongewijzigd is overgenomen uit het vorige Algemeen Financieel Schema. De vraag kan gesteld worden wat dan de huidige waarde of het nut van de toepassing van een nieuw financieringsmodel als PGM is. Zoals hierboven omschreven is de concept rijksbijdrage voor elk jaar van de planperiode voor elke instelling immers nog niet volledig berekend op basis van het PG-model. Wel zijn alle elementen voor zo'n toepassing in dit Algemeen Financieel Schema nader uitgewerkt en in modelvorm gepresenteerd. Hiermee wordt beoogd ten aanzien van twee aspecten van de middelenvoorziening voor de komende planperiode volstrekte duidelijkheid te geven, te weten 1. de wijze waarop het PG-model zal worden toegepast zodra er duidelijkheid per instelling bestaat over de noodzakelijke taakaanpassingen; 2. de omvang en aard van de in totaal tot stand te brengen aanpassingen ten opzichte van het uitgangsmiddelenniveau zoals dat hierboven is omschreven. In paragraaf 3.2 zal nader worden ingegaan op de wijze waarop de toepassing van het PG-model thans wordt voorzien en als zodanig is verwerkt in de berekeningen per instelling zoals weergegeven in bijlage Verwerking van taak- dan wel prijsaanpassingen in het PGM Ten einde met de PGM-compartimenten sturend te kunnen optreden dient eerst de omvang van die compartimenten vcor een basisjaar te worden vastgesteld. In principe kwamen zowel 1982 als 1983 in aanmerking om als uitgangsjaar voor de eerste toepassing van PGM te dienen. Als uitgangsjaar is ten slotte 1982 gekozen, zijnde het laatste jaar waarin de oude structuur de onderwijstaken nog volledig bepaalt. Tevens sluit 1982 goed aan bij het uitgangspunt van de herziening van het Gemiddelde-Personeelslasten-Model, te weten de herziene begrotingsgegevens voor het jaar De rijksbijdrage per instelling voor 1982 is dus omgerekend in PGM-compartimenten om de uitgangspositie per instelling voor de planperiode te bepalen. Bij deze berekening is uitgegaan van de taakstelling onderwijs voor 1982 per instelling. Niet verheeld wordt dat met name bij enige nieuwe studierichtingen zich nog enige problemen voordeden ten aanzien van de kwantificering en dus ook verdiscontering van de juiste onderwijslast. Tweede Kamer, zitting , , nrs

15 Gebruik makend van de beschikbare, hier en daar nader bijgestelde, studentenramingen (zie paragraaf 3.3) is vervolgens voor de periode berekend wat, op grond van de normstellingen in het PG-model nodig zou zijn aan WP voor de A1, A2 en de AM-delen. Ten aanzien van het AM-deel dient er hierbij op gewezen te worden dat in de eerste toepassing van het PG-model het niet mogelijk was dit deel exact af te kaderen. In het voor 1982 als restpost berekende B-deel kunnen derhalve nog AM-delen voorkomen. De totale omvang aan WP van de A-delen is derhalve bepaald als waren er geen stringente randvoorwaarden. Ten aanzien van het B-deel is het, gegeven de aard van de voorwaardelijke financiering, niet mogelijk nu reeds een schatting te maken van de ontwikkeling per instelling. Immers het hangt van elke individuele instelling af in hoeverre het B-deel in de loop van 3-5 jaar «gevuld» gaat worden met kwalitatief goed (voorwaardelijk gefinancierd) onderzoek. Aangezien echter alle instellingen de kans moeten krijgen effectief een adequaat B-deel te verwerven, is in de berekening er voorshands van uitgegaan dat het B-deel per instelling gedurende de gehele planperiode constant kan blijven op het voor 1982 berekende niveau. Wanneer de nu berekende WP-aantallen voor de A- en B-delen, zoals hierboven omschreven, bij elkaar worden opgeteld dan ontstaat een getal dat aangeeft hoeveel WP elke instelling zou kunnen krijgen als - er geen mutaties in de onderwijstaakstelling zouden plaatsvinden; - er geen bezuinigingen zouden worden doorgevoerd; - er geen reallocaties zouden plaatsvinden. De werkelijkheid zal echter anders zijn: de twee-fasenstructuur wordt ingevoerd; het verdisconteren van feitelijke studierendementen zal waarschijnlijk te zien gaan geven dat de nu gehanteerde normatieve studierendementen een hogere onderwijsbelasting veronderstellen dan, op basis van de feitelijke rendementen, realistisch is; er zullen significante bezuinigingen worden doorgevoerd en er zullen reallocaties tot stand gebracht moeten worden (door taakverdeling en concentratie en mogelijk ook op basis van het voorwaardelijke financieringsbeleid). Aangezien echter, zoals hierboven reeds is gesteld, nog niet te bepalen is in welke omvang elke instelling daarin betrokken is, dat wil zeggen de mate van gediffentieerde betrokkenheid, kan in feite alleen op landelijke schaal worden aangegeven in welke omvang de druk op de middelen zal toenemen. In onderstaand overzicht 2 is weergegeven hoe de landelijke «behoefte» aan WP zich zou ontwikkelen bij een vrij neutrale toepassing van het PG-model zoals hierboven omschreven. Zichtbaar worden gemaakt de groei van de onderwijsbelasting en het voorshands constant houden van de ruimte voor voorwaardelijk te financieren onderzoek. Overzicht 2. Plaatsenberekening volgens PGM (inel. LHW) WP A1 onderwijs WP A1 onderzoek WP A1 overige taken WP A1 totaal WP A2-deel WP AM-deel WP B-deel WP totaal vlgs PGM Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs

16 Bovenstaand overzicht 2 is opgebouwd uit de berekeningen per individuele instelling. Hoewel, zoals reeds aangegeven, die individuele berekeningsuitkomsten op zich weinig houvast per instelling geven zijn ze als illustratie en richtgetallen toch in bijlage 2 weergegeven. Ten einde na te gaan hoe groot het «spanningsverschil» is tussen de totaaluitkomsten van bovenstaande berekening en de feitelijk beschikbare middelen kan de volgende vergelijking als een eerste indicatie dienen WP-totaal volgens PGM Totaal aantal reken-wp zoals thans verdisconteerd in voorziene bijdragen aan instellingen (doortrekking AFS )' Verschil Berekend op basis van initieel beschikbare en aan de individuele instellingen reeds toegerekende geldbedragen, dat wil zeggen inclusief dat deel van de bezuinigingen dat reeds per instelling is gedifferentieerd. Het hierboven aangegeven verschil wordt nog groter wanneer ook de thans nog «centraal geparkeerde» bezuinigingen, die moeten worden opgebracht door taakverdeling en concentratie, daarbij betrokken worden. Het WP-effect van die bezuinigingen kan, wanneer de gemiddelde personeelslast zich niet zou wijzigen, als volgt worden becijferd: Max. rekentechnisch WPeffect van nog centraal geparkeerde bezuinigingen Hierboven reeds geconstateerd verschil (WP) Totaal rekentechnisch WP-effect Hierboven is reeds aangegeven dat de hierberekende effecten zouden optreden wanneer de gemiddelde personeelslast zich niet zou wijzigen. Echter, juist in een verlaging van de gemiddelde personeelslast zal een van de wezenlijke «opbrengsten» van de taakverdelings- en concentratie-operatie zichtbaar worden. Immers, gegeven de uitgangspunten van de Kernnota (BUWP) op grond waarvan een duidelijke afslanking van de wetenschappelijke top tot stand zal worden gebracht, zal concentratie met name leiden tot het naar verhouding sterker terugbrengen van het aandeel van het «duurste» personeel in de samengevoegde eenheden. De huidige gemiddelde personeelslast (incl. sociale lasten) is als volgt opgebouwd (afgeronde getallen): 9% door de Kroon benoemd personeel: f per arbeidsjaar 40% «overig» WP f per arbeidsjaar 51%NWP f per arbeidsjaar gemiddele f per arbeidsjaar Tweede Kamer, zitting , , nrs

17 Uitgaande van de veronderstelling dat mede als gevolg van de operatie taakverdeling en concentratie een relatieve versmalling van de top van de universitaire personeelspiramide versneld tot stand gebracht kan worden, is te berekenen in hoeverre de noodzakelijke bezuinigingen als gevolg van taakverdeling en concentratie kunnen worden opgevangen door een verlaging van de gemiddelde personeelslast. Stel bij voorbeeld dat het aandeel van door de Kroon benoemd personeel terugloopt naar 8% en het aandeel van het «overig» WP naar 39%, dan resteert 53% voor het NWP. Ten aanzien van het «overig WP» moet voorts rekening worden gehouden met een daling van de gemiddelde personeelslast van die categorie als gevolg van hetteruglopen van het zeerzware aandeel van dewhm-categorie daarin, stel van f naar f Op grond van deze wijzigingen zou de overall gemiddelde personeelslast er als volgt uitzien: 8% door de Kroon benoemd personeel: f per arbeidsjaar 39% «overig» WP f per arbeidsjaar 53% MWP : f per arbeidsjaar gemiddeld f per arbeidsjaar Een daling van de overall gemiddelde personeelslast van f2000, zoals hierboven berekend, zou bij de huidige berekende bezetting van totaal (WP + NWP) een bedrag van f68 min. opleveren. Bovenstaande cijfers, waarvoor een hele reeks van alternatieven kan worden uitgewerkt, geven duidelijk aan dat op dit moment geen exacte berekeningen zijn te maken van het werkgelegenheidseffect van de voorziene ombuigingen. Immers, naarmate de verlaging van de gemiddelde personeelslast groter zal zijn, zal het verlies aan arbeidsplaatsen kunnen dalen. In ieder geval is duidelijk dat de taakverdelings- en reorganisatieoperatie bij een adequaat beleid ten aanzien van de personeelsstructuren van de aangepaste eenheden tot aanzienlijke, niet arbeidsplaatsen kostende, bezuinigingen kan leiden. Door de ontwikkeling van het nieuwe plaatsen-model gekoppeld aan een inmiddels vernieuwd gemiddelde-personeelslasten-tnodel zal het in de komende jaren mogelijk zijn de berekening van de rijksbijdrage en inhoudelijke doelstellingen van het beleid geheel op elkaar af te stemmen Studentenaantallen Bij de berekening van de A1-delen zoals hierboven omschreven zijn studentenaantallen gehanteerd welke in een aantal gevallen afwijken van de in de instellingsplannen opgenomen aantallen. In het kader van de AGP zijn, zoals ieder jaar, een tweetal studentenramingen opgesteld, te weten een zogeheten Overgangsraming (OR) en een Vooraanmeldingsraming (VAR). Studentenramingen, die zijn opgesteld volgens vooraf vastgestelde stringente rekenregels, kunnen nooit geheel voldoen aan in het kader van de planning te stellen eisen. Door hun aard kunnen zij onvoldoende recht doen aan de meest recente besluitvorming en beleidsintenties van partners in het planningoverleg. Daarom is, ten behoeve van deze planningronde, door de AGP een globaal kader aangegeven, dat ik heb overgenomen, waarbinnen de instellingen een «openingsvoorstel» konden doen. Als uitgangspunten werden hierbij de aantallen uit het vorig Algemeen Financieel Schema en de gemiddelden van de OR en de VAR aangegeven. In reactie op de kaderstelling zijn door de instellingen voorstellen gedaan, die in de regel pasten binnen de door de AGP per studierichting aangegeven kaders. Bleken de aantallen per studierichting binnen de door de AGP aangegeven grenzen te liggen, het gemiddelde van de instellingstotalen bleek circa 10% hoger te liggen dan het gemiddelde van de OR en de VAR. Met betrekking tot de vaststelling van eerstejaarsaantallen ten behoeve van dit Algemeen Financieel Schema is toen besloten om, in de geest van het AGP-voorstel en conform de gedragswijze van de instellingen zelf, door middel van een beoordeling per studierichting per instelling tot een «tegenvoorstel» te komen. Deze handelwijze doet meer recht aan de complexiteit van de situatie dan een beoordeling via de strikte rekenregels. Tweede Kamer, zitting ,17655, nrs

18 Het spreekt vanzelf dat bij de beoordeling wel bepaalde criteria zijn gehanteerd. Deze zijn de volgende: 1. Instellingstotalen moeten blijven binnen de door de AGP gestelde kaders. 2. Bij stijgende aantallen is in de regel geen stijging uitgaande boven het gemiddelde van OR en VAR gehonoreerd. 3. Bij sterke dalingen blijft het ministeriële tegenvoorstel in de regel wat hoger dan het gemiddelde van OR en VAR. 4. In een aantal gevallen moest extra compensatie gezocht worden omdat de instellingstotalen niet voldeden aan regels 2 en3. In zulke gevallen zijn wat meer arbitraire beslissingen noodzakelijk gebleken. De uitkomsten bleken te voldoen aan de door de AGP gestelde eisen met betrekking tot de landelijke totalen per studierichting. Een analyse van de in dit Algemeen Financieel Schema opgenomen eerstejaarsaantallen leert dat thans verwerkte uitkomsten nog steeds 4-2% boven het landelijk door de AGP gestelde kader liggen terwijl zelfs dat kader aan de hoge kant is geschat. Een apart probleem vormen in dit verband de ramingen van nieuwe studierichtingen. Bij een «gegeven» landelijk totaal aantal is het thans niet mogelijk om verschuivingen tussen studierichtingen te voorspellen als gevolg van de introductie van nieuwe studierichtingen. Onderwijs en rendement De onderwijsvraag in de berekeningen van de A1-delen is bepaald op basis van de historische gegevens en de hierboven omschreven eerstejaarsaantallen volgens de zogeheten COM2-methode. Hierop zijn een drietal correcties aangebracht: correctie voor het rendement bij de RU Limburg, instroom hogere jaars en affiliatieplaatsen geneeskunde. In het multilateraal overleg van 9 juli 1982 is afgesproken dat in de 6e planningronde inhoud zal worden gegeven aan het beginsel van financiering op basis van bereikte rendementen, waarbij door alle instellingen is toegezegd dat zij studieresultateninformatie zullen leveren. De mogelijkheid van het aanbrengen van plus- en mincorrecties dezerzijds, onder andere door het bijstellen van de betreffende ramingen van de verwachte aantallen studenten, vanaf 1984 is eveneens expliciet erkend. In paragraaf 3.2 heb ik reeds globaal aangegeven dat dit in een daling van de berekende onderwijsbelasting (en dus A1-deel) zou kunnen resulteren Voorwaardelijke financiering In paragraaf 3.2 is uitvoerig ingegaan op de wijze waarop, met behulp van het PG-model, het zogeheten B-deel van de rijksbijdrage is berekend op basis van de gegevens voor het startjaar Overeenkomstig mijn intenties, zoals die zijn weergegeven in de beleidsnota Voorwaardelijke Financiering Universitair Onderzoek 3 ben ik in dit Algemeen Financieel Schema ervan uitgegaan dat het totaal van de B-delen van alle universiteiten en hogescholen te zamen gedurende de planperiode ten minste constant zal blijven. Ten einde zo snel mogelijk te komen tot de gewenste «invulling» van het B-deel per instelling met kwalitatief goed, extern getoetst, onderzoek heb ik de instellingen van w.o. verzocht mij, zo enigszins mogelijk vóór 15 oktober 1982 voorstellen voor voorwaardelijk te financieren onderzoekprogramma's voor te leggen tot een bedrag overeenkomend met ten minste 10% van het voor 1983 berekende B-deel van elke instelling. Om een indicatie te geven van de thans voorziene «ruimte» voor voorwaardelijk te financieren onderzoek per instelling is in onderstaand overzicht 3 Tweede Kamer, zitting ,17499, 3 aangegeven welke bedragen aan personele en materiële lasten overeennrs. i-2. komen met de hierboven genoemde 10%. Tweede Kamer, zitting ,17 655, nrs

19 Overzicht 3. Voor 1983 per instelling aangehouden minimaal deel van de rijksbijdrage dat voor omzetting tot voorwaardelijke financiering in aanmerking komt (excl. LH Wageningen) Instelling Personeelslasten Overige lasten Totaal bedragen x f 1,0 min. RU Leiden 4.0 1,0 5,0 RU Utrecht 9, ,5 RU Groningen 5, ,5 RU Rotterdam 1,5 0,5 2,0 RU Limburg 1,0 1.0 U van Amsterdam 9,5 1, VU Amsterdam 5,5 1,0 6,5 KU Nijmegen 5,0 1,0 6,0 KH Tilburg 0,5 0.5 TH Delft 7,0 2,5 9,5 TH Eindhoven 3,5 1,0 4,5 TH Twente 2,5 1,0 3,5 Totaal 54,5 12,0 66,5 Aan de instellingen van w.o. is expliciet kenbaar gemaakt dat op de ingediende onderzoekprogramma's een procedurele toetsing zal worden toegepast. Dit houdt in dat aan onderzoekprogramma's waarvan door de instelling duidelijk kan worden gemaakt, dat die reeds een externe kwalitatieve toets hebben doorstaan een voorwaardelijke bescherming kan worden toegekend voor vijfjaar. Programma's waarvan de kwalitatieve waarde nog niet expliciet vaststaat krijgen voorshands een bescherming voor een periode van twee jaar. Mocht in de komende 2-5 jaar blijken dat de ingediende en tijdelijk beschermde programma's door de externe toetsende instanties kwalitatief niet aan de maat worden bevonden, dan vallen de aan die programma's oorspronkelijk verbonden middelen voor een alternatieve besteding vrij, zonder dat de betreffende instelling bij voorrang op die vrij vallende middelen aanspraak kan maken. Bovenstaande procedure leidt ertoe, dat de instellen van w.o. thans twee elementen in hun keuzeproces ten aanzien van het voorwaardelijk te financieren onderzoek moeten verdisconteren, te weten: 1. in hoeverre programma's moeten worden ingediend met een groter beslag op middelen dan het aangegeven minimum van 10% van het B-deel; 2. in hoeverre volledig kan worden ingestaan voor de kwaliteit van de ingediende programma's en de aard van de interne bescherming. De in overzicht 3 aangegeven bedragen per instelling zijn voorshands in de rijksbijdrage voor 1983, zoals opgenomen in dit Algemeen Financieel Schema, geblokkeerd en in de ontwerp-rijksbegroting op de centrale personeels- en overige lasten-artikelen geparkeerd. Is een instelling in staat een adequaat aantal programma's ter voorwaardelijke financiering in te dienen dan zal ik, zo enigszins mogelijk vóór 31 december van dit jaar (1982), de betreffende bedragen definitief toewijzen. Mocht een instelling niet in staat zijn voor het volledige bedrag aan geblokkeerde middelen adequate programma's aan te melden dan zal toewijzing slechts plaatsvinden voor zover dat voor de aangeboden programma's nodig is. Het resterende deel zal van de oorspronkelijke rijksbijdrage worden afgetrokken en aan de landelijke beleidsreserve worden toegevoegd. Het ligt in de bedoeling in de, hiervoor reeds aangekondigde, aanvullende nota op dit Algemeen Financieel Schema de beide Kamers der Staten-Generaal aan het eind van dit jaar nadere informatie te verschaffen omtrent de toedeling van de middelen voor deze eerste tranche van de invulling van het B-deel per instelling. Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs

20 4. PERSONELE MIDDELEN 4.1. Algemeen Zoals in paragraaf 2.1 reeds naar voren is gebracht is mijn streven erop gericht noodzakelijke bezuinigingen in de personele sfeer van het w.o. tot stand te brengen met een zo gering mogelijk verlies van arbeidsplaatsen. Aangezien de omvang van de onvermijdelijke bezuinigingen zodanig is dat deze door uitsluitend maatregelen in de salarissfeer niet meer te dekken zijn, heeft mijn voorganger reeds moeten besluiten tot aanvullende maatregelen die wel arbeidsplaatsen zullen kosten, doch waarvan de werking tevens een doelmatiger inzet van de beschikbare middelen tot gevolg heeft. Ik doel hierbij op het beleid om te komen tot taakverdeling en concentratie. In overzicht 4 zijn alle mutaties weergegeven die zich ten opzichte van het vorige Algemeen Financieel Schema hebben voorgedaan. In de paragrafen 4.2 t/m 4.6 is een nadere uiteenzetting opgenomen over de achtergrond van de ombuigingsmaatregelen respectievelijk de berekeningswijze van het financiële beslag dat uit die maatregel voortvloeit Salarisbeperking wetenschappelijk (hoofd)medewerkers Per 1 juli 1982 is van kracht geworden een maatregel die inhoudt dat het maximum salaris van de wetenschappelijk (hoofd)medewerkers bevroren wordt op het maximum van schaal 148 en voor zover de zittende wetenschappelijk (hoofd)medewerkers daar reeds bovenuit zijn gekomen op het niveau dat ze vóór 1 juli 1982 bereikt hadden. De «opbrengst» van deze maatregel is berekend op basis van een extrapolatie van concrete gegevens over de personeelssituatie per ultimo 1974 gedifferentieerd naar rang (schaal) en anciënniteit. Voor de berekening van het beslag op jaarbasis en de sociale-lastencomponent van deze maatregel is uitgegaan van bepaalde veronderstellingen, die weliswaar door de instellingen van w.o. op bepaalde punten worden bestreden, doch waarvoor van die kant geen tijdige adequate cijfermatige informatie is verstrekt om de onjuistheid aan te tonen. De berekening is op macro-niveau uitgevoerd, dat wil zeggen voor het totaal van de instellingen van w.o. Differentiatie van deze berekeningswijze naar individuele instelling bleek niet mogelijk, vandaar dat de totale bezuiniging over de instellingen is omgeslagen naar rato van de aantallen wetenschappelijk (hoofd)medewerkers zoals die in de normatieve gemiddelde personeelslast van elke instelling zijn verdisconteerd. Enige andere redelijke verdelingsgrondslag bleek niet beschikbaar. Het ontbreken van specifieke informatie om tot een meer afgewogen toerekening van de WHM-maatregel te komen geeft duidelijk aan dat het gemis aan adequate bestuurlijke informatie van jaar op jaar zich steeds scherper laat voelen. Overzicht 4. Personele middelen , uitgaande van AFS Opgenomen in AFS bedragen x f 1,0 min voor alle uni/ho exl. LHW 2785,0 2818,7 2859,1 2902,5 2. AF: reserve voor salarismaatregelen na 1 juli 1981' 7.39,3 7.62,6 7.86, ,9 3. Initieel beschikbaar (salarisniveau 1 juli 1981) 2745,7 2756,1 2772, ,8 4. BIJ: bijstelling wachtgelden 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 5. AF : salarisbeperking wetenschappelijk (hoofd)medewerkers 7.11,6 7.17,3 7.23, , ,8 6. AF: interim-inhouding salarissen onderwijs ,1 7.43, , ,1 Tweede Kamer, zitting , 17655, nrs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1980-1981 16815 Toelatingscriteria numerus fixus-studierichtingen voor het studiejaar 1981-1982 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16199 Voornemen inzake beperking van de inschrijving van eerstejaarsstudenten van de Landbouwhogeschool Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1982-1983 17 649 Taakverdeling en concentratie in het w.o. Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1977-1978 15 033 Voornemen inzake beperking van de inschrijving van eerstejaarsstudenten voor het studiejaar 1978/1979 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 Rijksbegroting van het jaar 1985 18600 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk VIII Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Nr. 77 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Zitting 1982-1983 Nr. 51 16106 Wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, de Wet universitaire bestuurshervorming 1970 en de Wet van 12 november 1975, Stb.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 Rijksbegroting voor het jaar 1986 19200 Vaststelling begroting van uitgaven Hoodstuk VIII Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Nr. 23 HERDRUK

Nadere informatie

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Nummer Onderwerp : B-2.14.2006 : Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Korte inhoud : Voor de voorjaarsnota moet de begrote algemene uitkering worden verhoogd met 144.637 en de

Nadere informatie

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331 Aan De Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Vijf EA96/U435 22 maart 1996 Inlichtingen bij Doorkiesnummer F. Pex 070 3026560 Onderwerp Departementsonderdeel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 Rijksbegroting voor het jaar 1986 19200 Hoofdstuk VIM Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen r. 80 BRIEF VA DE MIISTER VA ODERWIJS E WETESCHAP-

Nadere informatie

Begrotingswijziging Avres 2016

Begrotingswijziging Avres 2016 Begrotingswijziging Avres 1 Voorwoord: Inleiding: Bijgaand treft u de swijziging over aan van de Gemeenschappelijke Regeling Avres. Overeenkomstig de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen

Nadere informatie

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie)

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van * 2012, nummer

Nadere informatie

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Bijlagen 1 Voorjaarsnota Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Voorjaarsnota 2012 Datum voorstel 10 april 2012 Datum raadsvergadering 15 mei 2012 Bijlagen 1 Voorjaarsnota Ter inzage Aan de gemeenteraad, 0. Samenvatting De voorjaarsnota

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 19790 Sectorvorming en vernieuwing in het middelbare beroepsonderwijs Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep.

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep. *17.01409* VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Behandelend ambtenaar: J. Wolters Afdeling/cluster: / Telefoonnr.: 0591-535472 Portefeuillehouder: J.F.A. Alberts Registratienummer: 17.01409 Onderwerp: Jaarstukken

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Aan de Raad. Made, 20 mei 2008. Ontwerp begroting GROGZ 2009

Aan de Raad. Made, 20 mei 2008. Ontwerp begroting GROGZ 2009 Aan de Raad Made, 20 mei 2008 Raadsvergadering: 26 juni 2008 Nummer raadsnota: 19 Onderwerp: Ontwerp begroting GROGZ 2009 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Drs. J. Krook Ambtelijke coördinatie:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17514 25 juni 2014 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 juni 2014, nr. 598670, tot wijziging

Nadere informatie

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad ÜT? R>2 3 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. W.J. Deetman, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage

Nadere informatie

OXT.?W III III MUI MUI INI II 13.017609. Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

OXT.?W III III MUI MUI INI II 13.017609. Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer Advies B&W B&W Registratienummer 2 2 OXT.?W Beslissing Burgemeester Gelok Raadsinformatiebijeenkomst 7 november 203 Secretaris Van den Berge Gemeenteraadsbijeenkomst n.v.t. Wethouder Schenk T Bespreken

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost. gemeente Eindhoven 17R7206 Raadsnummer Inboeknummer 17bst00423 B&W beslisdatum 04 april 2017 Dossiernummer 17.14.151 Raadsvoorstel Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost. Inleiding

Nadere informatie

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan. Memo Aan: de Raad van de gemeente Oude IJsselstreek Cc: Van: College van burgemeester en wethouders Datum: 6 oktober 2015 Kenmerk: 15ini02499 Onderwerp: uitwerking septembercirculaire 2015 (Algemene uitkering

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Aartsbisdom Utrecht Prognose van de ontwikkeling van de personele bezetting van het parochiepastoraat, voor de jaren 2005 en 2010

Aartsbisdom Utrecht Prognose van de ontwikkeling van de personele bezetting van het parochiepastoraat, voor de jaren 2005 en 2010 Aartsbisdom Utrecht Prognose van de ontwikkeling van de personele bezetting van het parochiepastoraat, voor de jaren 2005 en 2010 Rapport nr. 495 maart 2002 Dr. Ton Bernts Drs. Joris Kregting KASKI onderzoek

Nadere informatie

Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap

Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap 1. Inleiding In 2002 is het zogenaamde zelfreinigend onderzoek uitgevoerd naar onregelmatigheden in de bekostiging in de onderwijssectoren die vallen

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP Wijnen, Peter FIN S3 RAD: RAD131106 2013-11-06T00:00:00+01:00 BW: BW131001 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 6 november 2013 Portefeuillehouder : J.M. Cardinaal Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Inleiding In de fusieraad van 30 juni 2014 is gesproken over een consolidatie van de drie begrotingen en om inzicht te krijgen in

Nadere informatie

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015 Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015 Geachte gemeenteraadsleden, In december 2014 hebben wij u geïnformeerd over

Nadere informatie

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 splan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 Gemeente Groningen Oktober 2017-1 - 1. Algemeen Op grond van artikel 213a Gemeentewet moet ons college periodiek onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid

Nadere informatie

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 29 april Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak. Afdeling: Beleid. Programma: Leven en welzijn koesteren

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 29 april Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak. Afdeling: Beleid. Programma: Leven en welzijn koesteren \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 29 april 2009 Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak Afdeling: Beleid Programma: Leven en welzijn koesteren Product: Onderwerp: Zuid-Limburg Aan de Raad. \ Voorstel De

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016 No.: Portefeuillehouder: Wethouder F.J.A. Hommel Afdeling: Samenleving Behandelaar: C.L. Aarnoudse De raad van de gemeente Tholen Tholen, 25 oktober 2016 Onderwerp: Voorstel om uw opvattingen kenbaar te

Nadere informatie

Brief van de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief van de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 32 618 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld

Nadere informatie

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV Notitie beschut werk Aanleiding Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is per 1 januari 2015 de toegang tot de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) afgesloten voor nieuwe instroom en kunnen personen

Nadere informatie

Kaders Financieel gezond Brummen

Kaders Financieel gezond Brummen Kaders Financieel gezond Brummen 1. Inleiding Naar aanleiding van de vaststelling van de Programmabegroting 2019-2022 en de aanbevelingen die de provincie heeft gedaan in haar besluit financieel toezicht

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1108973 Datum: Behandeld door: 3 December 2013 griffie Afdeling/Team: Griffie / Onderwerp: digitalisering raad Samenvatting:

Nadere informatie

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Aanbiedingsbrief. Aan de raad. Sector: Stad Kerkrade, 16 juni 2008 Aanbiedingsbrief Aan de raad. Nr. 08it00246. Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing een ontwerpbesluit, nr. 08Rb025 inzake het beschikbaar stellen van de

Nadere informatie

Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, 120138/LUT 4/4

Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, 120138/LUT 4/4 Het bijgevoegde rapport geeft u een beeld van de berekening van de omvang van de (financiële) risico s 2011 volgens de vastgestelde methodiek. Ook verschaft het rapport informatie over de opbouw van de

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard. Terugdraaien bezuinigingen 2013 mogelijk, effect voor 2013 al gehaald omdat bezuinigingen uit 2011 en 2012 meer opbrengen dan eerder geraamd Brancheorganisatie Kinderopvang, september 2012 De bezuinigingen

Nadere informatie

Desgevraagd heeft Metafoor een tussenrapportage (tot ) uitgebracht.

Desgevraagd heeft Metafoor een tussenrapportage (tot ) uitgebracht. COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Project (On)eigenlijk gebruik van gemeentegrond Te besluiten om 1. Het project voort te zetten en in 2018 af te ronden; 2. Schadevergoeding te eisen in geval van verjaring; 3.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

1e Bestuursrapportage

1e Bestuursrapportage 2019 1e Bestuursrapportage Gemeente Terschelling 24-5-2019 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Ontwikkeling van de lopende budgetten... 4 2. Overzicht (Meerjaren)resultaat 2019 tot en met 2023... 5 2.1 Algemeen...

Nadere informatie

Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden. Datum: mei 2013 (concept)

Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden. Datum: mei 2013 (concept) Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden Datum: mei 2013 (concept) 1. Vraagstelling: Door de commissie Ruimte is gevraagd een exitstrategie De Meerlanden uit te werken d.w.z. 1. verkoop aandelen De Meerlanden

Nadere informatie

uitkomsten onderzoek overeenkomsten- en verschillenanalyse Oudenhoorn

uitkomsten onderzoek overeenkomsten- en verschillenanalyse Oudenhoorn MEMO aan het college van burgemeester en wethouders van Renske Evenblij datum pagina 21 september 2015 1 van 8 uitkomsten onderzoek overeenkomsten- en verschillenanalyse In deze memo worden de bevindingen

Nadere informatie

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001 BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002 d.d. 11-07-2001 1. Productgroepnummer: 0001 3. Productgroepnaam: Financieringsmiddelen Het betreft een verzameling van mogelijke financieringsmiddelen,

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/11979 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, Werk en Inkomen Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 = aankruisen wat van toepassing is BEGROTING Artikel 7 t/m 21 BBV Beleidsbegroting

Nadere informatie

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL 17

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL 17 GEMEENTE LEEUWARDERADEEL 17 Raadsvergadering: 9 juni 2011 Voorstelnummer: 2011/ 36 Stiens, 30 mei 2011 Behandelend ambtenaar: C. de Val / T. Otter E-mail: c.deval@leeuwarderadeel.nl / t.otter@leeuwarderadeel.nl

Nadere informatie

De Algemene Vergadering wordt gevraagd in te stemmen met de Begroting 2016 van NOC*NSF

De Algemene Vergadering wordt gevraagd in te stemmen met de Begroting 2016 van NOC*NSF AGENDAPUNT 3.b. Notitie Ter besluitvorming aan van Algemene Vergadering NOC*NSF Bestuur NOC*NSF betreft Begroting NOC*NSF 2016 datum behandeling 16 november 2015 gevraagd besluit De Algemene Vergadering

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

namens Onze Minister van Landbouw, Nat uur en Voedselkwaliteit;

namens Onze Minister van Landbouw, Nat uur en Voedselkwaliteit; CONCEPT Besluit van tot wijziging van het Bekostigingsbesluit WHW in verband met wijzigingen in de bekostiging van universiteiten per 2006 Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Nota Universiteitsraad

Nota Universiteitsraad Nota Universiteitsraad UR nummer Corsanummer 11/048 FCA / 11.30139 Aan : Universiteitsraad Van : College van Bestuur Opsteller : Henrita van Zanten / Michel de Bekker Onderwerp : instellingscollegegeld

Nadere informatie

: Nieuw belastingstelsel

: Nieuw belastingstelsel A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 7 september 2011 Agendapunt: 7 Onderwerp : Nieuw belastingstelsel KORTE SAMENVATTING: In het Bestuursakkoord Water is overeengekomen dat de waterschappen

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. adj.secr. gem.secr. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen

Besluitenlijst d.d. d.d. adj.secr. gem.secr. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team ST_PU_KZ Beleidsregels omtrent bijzondere bijstand voor tandartskosten 1- Notagegevens Notanummer 180336 Datum 26-5-2009 Programma: 09.

Nadere informatie

Bijlage 3. Inzake motie eigen bijdragen Wmo bij raadsvoorstel nieuw beleid Wmo

Bijlage 3. Inzake motie eigen bijdragen Wmo bij raadsvoorstel nieuw beleid Wmo Bijlage 3. Inzake motie eigen bijdragen Wmo bij raadsvoorstel nieuw beleid Wmo Inleiding In de vergadering van de gemeenteraad van 1 juni jl. is een motie van de fractie van de PvdA aangenomen, waarin

Nadere informatie

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 13 februari 2001 Nr , IEV Nummer 8/2001

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 13 februari 2001 Nr , IEV Nummer 8/2001 Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer 13 februari 2001 Nr. 20012.669, IEV Nummer 8/2001 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake de financiering van de A31. SAMENVATTING:

Nadere informatie

VOORSTEL VAN HET HOOFDBESTUUR TOT WIJZIGING VAN HET STELSEL VAN CONTRIBUTIEAFDRACHTEN (AFSCHAFFING 100% INCASSORISICO VOOR AFDELINGEN)

VOORSTEL VAN HET HOOFDBESTUUR TOT WIJZIGING VAN HET STELSEL VAN CONTRIBUTIEAFDRACHTEN (AFSCHAFFING 100% INCASSORISICO VOOR AFDELINGEN) VOORSTEL VAN HET HOOFDBESTUUR TOT WIJZIGING VAN HET STELSEL VAN CONTRIBUTIEAFDRACHTEN (AFSCHAFFING 100% INCASSORISICO VOOR AFDELINGEN) Voorgesteld wordt Hoofdstuk 4 (Geldmiddelen), artikel 29 (Geldmiddelen

Nadere informatie

OplegvelRaadsvoorstel inzake de financiele verwerking van de Wet maatschappelijke ondersteuning

OplegvelRaadsvoorstel inzake de financiele verwerking van de Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Onnvikkeling Raadsnummer 07. R205$. OOI Inboeknummer opbstoosbb Beslisdatum BSP B april 2007 Dossiernummer yrq.qs6 OplegvelRaadsvoorstel inzake de financiele

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel inzake de sanering Stichting Peuterspeelzalen Eindhoven naar aanleiding van de Rapportage Ernst 5

Raadsbijlage Voorstel inzake de sanering Stichting Peuterspeelzalen Eindhoven naar aanleiding van de Rapportage Ernst 5 gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsbijlage nummer 145 Inboeknummer OOU001696 Beslisdatum BRW 9 juni 2000 Dossiernummer 024.202 Raadsbijlage Voorstel inzake de sanering Stichting

Nadere informatie

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.: 2013.08474 Onderwerp : Voorstel inzake jaarstukken 2012 en begroting 2014 Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Publicatiedatum: 14 november 2018 Inleiding CZ zorgkantoor informeert u hierbij

Nadere informatie

PROGNOSES VAN INKOMSTEN, UITGAVEN EN OMVANG VAN DE SOW GEMEENTE ENSCHEDE VOOR DE PERIODE COLLEGE VAN KERKRENTMEESTERS

PROGNOSES VAN INKOMSTEN, UITGAVEN EN OMVANG VAN DE SOW GEMEENTE ENSCHEDE VOOR DE PERIODE COLLEGE VAN KERKRENTMEESTERS PROGNOSES VAN INKOMSTEN, UITGAVEN EN OMVANG VAN DE SOW GEMEENTE ENSCHEDE VOOR DE PERIODE 2004-2009 COLLEGE VAN KERKRENTMEESTERS Enschede, September 2004, vs3 1 1.INLEIDING In 2000 is tussen de Algemene

Nadere informatie

Onderwerp: samenwerking met Rabo Vastgoed en Dura Vermeer bij realisatie van de Sniep. Aan de raad.

Onderwerp: samenwerking met Rabo Vastgoed en Dura Vermeer bij realisatie van de Sniep. Aan de raad. Nr.: 06-16 Onderwerp: samenwerking met Rabo Vastgoed en Dura Vermeer bij realisatie van de Sniep Diemen, 10 februari Aan de raad. Op 26 januari 2006 heeft u besloten het stedenbouwkundig plan voor de Sniep

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.15.0511 B.15.0511 Landgraaf, 17 maart 2015 ONDERWERP: Begroting 2016 ISD BOL Raadsvoorstelnummer: 13 PROGRAMMA 2. Maatschappelijke

Nadere informatie

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/45 Agendapunt nummer: 16 Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio

Nadere informatie

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE070017 (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord)

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE070017 (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord) Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE070017 (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord) Financiële paragraaf aanleg Randweg Noord Inleiding De kosten gemoeid met de planvoorbereiding en aanleg

Nadere informatie

Raadsvergadering. 12 mei

Raadsvergadering. 12 mei RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12 mei 2016 16-021 Onderwerp Risicodeling jeugdhulp regio Zuid Oost Utrecht 2015 en 2016 Aan de raad, Onderwerp Risicodeling jeugdhulp regio Zuid Oost Utrecht 2015

Nadere informatie

Voorgesteld wordt de volgende uitgangspunten voor de begroting 2014 te hanteren:

Voorgesteld wordt de volgende uitgangspunten voor de begroting 2014 te hanteren: Nota voor : vergadering Algemeen Bestuur Datum : 19 december 2012 Onderwerp : Uitgangspunten begroting 2014 en planning besluitvorming Agendapunt : 5 Kenmerk : AB/1224 Bijlage: Planning en controlcyclus

Nadere informatie

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord. 2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord. Tijdens de ledenconsultaties die in juni over het Bestuursakkoord en het rapport De eerste overheid hebben plaatsgevonden

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.0627 B.18.0627 Landgraaf, 10 april 2018 ONDERWERP: Zienswijze begroting 2019 Veiligheidsregio Zuid-Limburg Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Team Zorginkoop (071) Zorgkantoor

Team Zorginkoop (071) Zorgkantoor Zuid-Holland Noord Amstelland en de Meerlanden Postbus 400 2300 AK Leiden Tel. 071-5 825 911 www.zorgkantoor-zorgenzekerheid.nl Datum Ons kenmerk Uw kenmerk 7 juli 2015 20150629 MV - Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Theater de Maaspoort De heer L. Thommassen Postbus 333 5900 AH VENLO. Geachte heer Thommassen,

Theater de Maaspoort De heer L. Thommassen Postbus 333 5900 AH VENLO. Geachte heer Thommassen, Archiefexemplaar Theater de Maaspoort De heer L. Thommassen Postbus 333 5900 AH VENLO Gemeentebestuur uw kenmerk 2013.04/LT/mw uw brief d.d. 26 september 2013 ons kenmerk REWLE / 13-13371 behandeld door

Nadere informatie

Vereniging van Zeeuwse Gemeenten. Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Zeeuwse gemeenten. ledenbrief

Vereniging van Zeeuwse Gemeenten. Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Zeeuwse gemeenten. ledenbrief Vereniging van Zeeuwse Gemeenten Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Zeeuwse gemeenten ledenbrief 2016-001 status standpuntbepaling ons kenmerk BO bijlage(n) -2- contactpersoon bezoekadres

Nadere informatie

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw,

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw, 0117 gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus 97 9640 AB VEENDAM Registratienummer: 2018003670 Onderwerp: Ontwerpbegroting 2019 Contactpersoon: mevrouw N. Abramjan Leek, 28 mei 2018 Geachte heer,

Nadere informatie

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget INFORMATIENOTITIE AAN VAN ONDERWERP De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget DATUM 7 maart 2019 BIJLAGE - REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

Hoogwaterbeschermingsprogramma

Hoogwaterbeschermingsprogramma sprogramma > Retouradres Aan Het dagelijks bestuur van de waterschappen T 088 797 32 70 Contactpersoon Marlijn Looijer M: 06 218 216 53 E: martijn.looijer@irws.nl Datum 31 oktober 2016 Betreft Begroting

Nadere informatie

1. Huidige aandelenverhouding en verliesbijdrage

1. Huidige aandelenverhouding en verliesbijdrage 11 november 2003 Nr. 2003-19.448, EZ Nummer 38/2003 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake aandelenoverdracht en baanverlenging van Groningen Airport Eelde N.V.

Nadere informatie

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord 1 e HERZIENING BEGROTING 2017 Omgevingsdienst Brabant Noord 1. ALGEMEEN 1.1 Algemene uitgangspunten Op basis van de meest actuele ontwikkelingen is de op een aantal onderdelen bijgesteld. Bij de herziening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 33, lid 1b, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 33, lid 1b, van de Wet op het voortgezet onderwijs; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13500 1 september 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 augustus 2010, nr.

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Sliedrecht

Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 24 oktober Onderwerp: Begrotingen 2008 van het Servicecentrum Drechtsteden (SCD), Sociaal Geografisch Bureau (SGB) en Belastingdienst

Nadere informatie

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Kostendekkingsplan Water & Riolering Kostendekkend en Lastenverlagend Ede, 4 Juli 2012 Kenmerk 715676 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Waarom dit document...4 2. Bijstelling product Water...5 3. Bijstelling product

Nadere informatie

Beleidsplan. Stichting Vrienden van. Service Bureau Ouderen. Hellevoetsluis

Beleidsplan. Stichting Vrienden van. Service Bureau Ouderen. Hellevoetsluis Beleidsplan Stichting Vrienden van Service Bureau Ouderen Hellevoetsluis 2016 2017 Beleidsplan 2016-2017 Inhoudsopgave: 1. Doel en beleidsplan 2. Aanvragen 3. Historie van de Vrienden van het SBO 4. Beschrijving

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF12.20057 Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18 Portefeuillehouder: De heer L. Buwalda Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma Onderwerp: Jaarrekening 2011 en begroting

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Financiële afwikkeling wetswijziging voortgezet onderwijs

Nota van B&W. Onderwerp Financiële afwikkeling wetswijziging voortgezet onderwijs Nota van B&W Onderwerp Financiële afwikkeling wetswijziging voortgezet onderwijs Portefeuille M. Divendal Auteur Dhr. S.K. Satter Telefoon 5115708 E-mail: ssatter@haarlem.nl MO/OWG Reg.nr. OWG/2006/729

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 242 Evaluatie Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Nadere informatie

Inconsistenties in KPMG onderzoek en rapportage

Inconsistenties in KPMG onderzoek en rapportage Inconsistenties in KPMG onderzoek en rapportage KPMG maakt in haar beoordeling van de financiele functie een onderscheid in: 1. Transactieverwerking 2. Rapportage en control 3. Beleidsondersteuning De

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.15.0625 B.15.0625 Landgraaf, 1 april 2015 ONDERWERP: Zienswijze ontwerp begroting 2016 BsGW Raadsvoorstelnummer: 24 PROGRAMMA

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 Raadsvergadering van 25 februari 2010 Onderwerp: Uitbreiding personele capaciteiten in verband met verwezenlijking van de activiteiten en taken in het kader van de rioleringszorg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22887 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met verlaging van de basisbeurs voor studerenden in het middelbaar beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 929 Voornemens met betrekking tot de AOW-toeslag Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

ADDENDUM KADERBRIEF 2015 INZAKE HERZIENE MEERJARENBEGROTING 2015-2018 + OMBUIGINGSOPERATIE GEMEENTE TUBBERGEN

ADDENDUM KADERBRIEF 2015 INZAKE HERZIENE MEERJARENBEGROTING 2015-2018 + OMBUIGINGSOPERATIE GEMEENTE TUBBERGEN ADDENDUM KADERBRIEF 2015 INZAKE HERZIENE MEERJARENBEGROTING 2015-2018 + OMBUIGINGSOPERATIE GEMEENTE TUBBERGEN Definitieve versie 12-08-2014 Addendum Kaderbrief 2015 gemeente Tubbergen definitieve versie

Nadere informatie

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR Betreft Vergaderdatum Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR 28-mei-2015 Gemeenteblad 2015 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. Kennisnemen van de definitief

Nadere informatie

Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling

Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling Aantal week 16 Verschil 214 tov. 213 16-4-212 aantal % Radboud Universiteit Nijmegen 283 3319

Nadere informatie