Wijzigingen in verband met Reorganisatie en Sociaal Plan Amsterdam in de Nieuwe Rechtspositieregeling van de Gemeente Amsterdam

Transcriptie

1 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Amsterdam Nr juni 2017 Wijzigingen in verband met Reorganisatie en Sociaal Plan Amsterdam in de Nieuwe Rechtspositieregeling van de Gemeente Amsterdam Burgemeester en wethouders van Amsterdam Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 30 mei 2017 hebben besloten: 1.In te stemmen met de wijzigingen van hoofdstuk 16 (Reorganisatie en Sociaal Plan Amsterdam) van de Nieuwe Rechtspositie Gemeente Amsterdam (NRGA) conform bijgesloten bijlage. Het betreft de volgende punten: artikel 16.5 NRGA (mobiliteitscentrum) is geactualiseerd; de begeleidingscommissie wordt opgeheven; artikel NRGA (boventalligheid) is in overeenstemming gebracht met de aanstelling in algemene dienst; artikel NRGA (passende functie) is uitgebreid; een functie kan passend zijn als sprake is van werkzaamheden langer dan 12 maanden; artikel NRGA (beëindiging van de bemiddelingsperiode en boventalligheid) is aangepast; boventalligheid eindigt ook als de medewerker langer dan 12 maanden werkzaamheden verricht. in artikel NRGA (vertrekpremie bij ontslag op eigen verzoek) is de periode waarin een boventallige medewerker bij ontslag op eigen verzoek in aanmerking kan komen voor een vertrekpremie verlengd van twee naar zes maanden. 2.Te bepalen dat deze wijzigingen na publicatie in het gemeenteblad in werking treden met ingang van 1 juli 2017; Het begrip boventalligheid in het Sociaal Plan Amsterdam (SPA) wordt in overeenstemming gebracht met de aanstelling in algemene dienst. Deze aanpassing van het SPA heeft er toe geleid dat ook andere punten uit het SPA zijn aangepast. Beslispunt 1: wijziging hoofdstuk 16 NRGA De aanpassingen betreffen de volgende punten: 1.De tekst van artikel 16.5 NRGA is geactualiseerd. Het bestaan van een begeleidingscommissie is geschrapt. Daarvoor is in de plaats gekomen dat het mobiliteitscentrum 2 keer per jaar het Georganiseerd Overleg informeert over de voortgang van de bemiddeling van boventalligen. 2.Het begrip boventalligheid uit artikel NRGA is in overeenstemming gebracht 1

2 met de aanstelling in algemene dienst. Daardoor is er pas sprake van boventalligheid als ambtenaren na een reorganisatie niet geplaatst kunnen worden in de formatie binnen het reorganisatiedomein én niet geplaatst kunnen worden binnen een termijn van 6 maanden binnen de gehele organisatie van de gemeente Amsterdam. De aanpassing van het artikel leidt er toe dat er minder snel tot boventalligheid van een medewerker zal worden besloten en dus niet op grond van boventalligheid tot ontslag kan worden overgegaan. 3.Artikel NRGA (passende functie) is aangepast. Een functie kan door de voorgestelde aanpassing ook als een passende functie worden beschouwd als er sprake is van tijdelijk werk langer dan 12 maanden. Daarnaast is het artikel gewijzigd in die zin dat voor managementfuncties minder snel sprake is van passendheid. Het criterium voor passendheid dat de medewerker gedurende twee jaar de benodigde geschiktheid en bekwaamheid kan verwerven wordt voor managementfuncties vervangen door geschikt na een voor de functie redelijke inwerkperiode. 4.Artikel NRGA (beëindiging van de bemiddelingsperiode en boventalligheid) De boventalligheid eindigt als de medewerker gedurende een periode langer dan 12 maanden op een functie is ingezet. Dit is in overeenstemming met het eerdere door het GMT genomen besluit dat medewerkers na feitelijke inzet op een functie van langer dan 12 maanden, naar het organisatie- onderdeel van die functie overgaan. 5.Artikel NRGA (vertrekpremie bij ontslag op eigen verzoek). De vertrekpremie voor boventallige medewerkers bij ontslag op eigen verzoek is volgt aangepast: De termijn tussen de datum waarop de medewerker boventallig is verklaard en het ontslagverzoek moet zijn ingediend, is verruimd van 2 naar 6 maanden. Dit vanwege de praktijkervaring dat bijna niemand binnen twee maanden een dergelijk besluit kan nemen. Er wordt een staffel ingevoerd waarbij de gehele vertrekpremie wordt betaald bij een verzoek tot ontslag binnen twee maanden na toekenning van de boventalligheidsstatus en 75 % na een verzoek tot ontslag binnen 4 maanden en 50% van het bedrag bij een verzoek tot ontslag binnen 6 maanden na toekenning van de boventalligheidsstatus. De voorwaarde dat de medewerker een eigen bedrijf start of buiten de gemeente Amsterdam een baan heeft gevonden, komt te vervallen. De mogelijkheid dat iemand vlak voor de AOW-gerechtigde leeftijd nog van een 2

3 vertrekregeling gebruik maakt, en daardoor samen met zijn pensioen meer ontvangt dan wanneer hij in dienst was gebleven, wordt uitgesloten. Er is in het artikel opgenomen dat de vertrekpremie niet meer bedraagt dan het salaris dat betrokkene. zou hebben ontvangen als hij in dienst was gebleven tot zijn AOW-gerechtigde leeftijd. Beslispunt 2: Als datum voor de inwerkingtreding van de wijzigingen is 1 juli 2017 gekozen. Huidige tekst NRGA Schuin: tekst die wijzigt of vervalt Nieuwe tekst NRGA Vetgedrukt: nieuwe tekst Toelichting bij wijziging Artikel 16.1 bevoegdheid tot reorganisatie 1.Het college neemt het besluit tot een ingrijpende reorganisatie. De gemeentesecretaris is bevoegd een besluit te nemen tot een niet-ingrijpende reorganisatie. Artikel 16.1 bevoegdheid tot reorganisatie 1.Het college neemt het besluit tot een ingrijpende reorganisatie. De al- De term gemeentesecretaris is vervangen door algemeen directeur zodat in het gehele hoofdstuk dezelfde benaming wordt gebruikt. 2.Er is in ieder geval sprake van een ingrijpende reorganisatie in de volgende gevallen: a.reorganisatie waarbij meer organisatie-onderdelen of gemeen directeur is bevoegd een besluit te nemen tot een niet-ingrijpende reorganisatie. meer grote onderdelen zijn betrokken; 2.Er is in ieder geval sprake van een ingrijpende reorganisatie in de volgende gevallen: b.reorganisatie met een aanzienlijk verlies aan arbeidsplaatsen; c.reorganisatie die belangrijke beleidsmatige wijzigingen inhoudt; d.een verzelfstandiging, privatisering of uitplaatsing. Toelichting artikel 16.1 Met nadruk wordt gesteld dat de opsomming in het tweede lid niet limitatief is. In alle andere gevallen is het a.reorganisatie waarbij meer organisatie-onderdelen of meer grote onderdelen zijn betrokken; b.reorganisatie met een aanzienlijk verlies aan arbeidsplaatsen; c.reorganisatie die belangrijke beleidsmatige wijzigingen inhoudt; d.een verzelfstandiging, privatisering of uitplaatsing. Toelichting artikel 16.1 Met nadruk wordt gesteld dat de opsomming in het tweede lid niet limi- aan het college om te bepalen of een reorganisatie als inaan tatief is. In alle andere gevallen is het grijpend wordt aangemerkt. Daartoe is het noodzakelijk het college om te bepalen of een dat de algemeen directeur, dan wel de portefeuillehouder reorganisatie als ingrijpend wordt tijdig van reorganisatievoornemens op de hoogte is. Artikel 16.2 voorbereiding reorganisatie Het hoofd van het organisatie-onderdeel is belast met de voorbereiding van de reorganisatie. Dit houdt onder meer het opstellen van een reorganisatieplan in, waarin in ieder geval het volgende is opgenomen: voorbereiding bemensing van de organisatie middels inventarisatie van de huidige en gewenste formatie en het opstellen van een formatieplan; aangemerkt. Daartoe is het noodzakelijk dat de algemeen directeur, dan wel de portefeuillehouder tijdig van reorganisatievoornemens op de hoogte is. De algemeen directeur is de bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden en voert het overleg met de ondernemingsraad. Artikel 16.2 voorbereiding reorganisatie Het hoofd van het organisatie-onderdeel is belast met de voorbereiding van de reorganisatie. Dit houdt onder meer het opstellen van een reorganisatieplan in, waarin in ieder geval het volgende is opgenomen: matching van beschreven organogram met functiebeschrijving per organisatorische eenheid; het reorganisatiedomein; de omschrijving en de omvang van generiek functieboek binnen de kaders gesteld door het voorbereiding bemensing van de college; organisatie middels inventarisatie van was-wordt lijst; de huidige en gewenste formatie en bemensing van de organisatie in de vorm van plaatsingen het opstellen van een formatieplan; en benoemingen. Artikel 16.2A afwijzing boventallige mobiliteitskandidaat 1. Een boventallige mobiliteitskandidaat die in aanmerking wil komen voor een naar zijn mening voor hem passende functie, kan alleen schriftelijk en met vermelding van de reden waarom de functie aantoonbaar niet als passend is te beschouwen afgewezen worden. matching van beschreven organogram met functiebeschrijving per organisatorische eenheid; generiek functieboek binnen de kaders gesteld door het college; was-wordt lijst; bemensing van de organisatie in de vorm van plaatsingen en benoemingen. Voor de duidelijkheid is opgenomen dat de algemeen directeur het overleg met de OR voert. Voor de duidelijkheid is opgenomen dat het reorganisatiedomein onderdeel is van het reorganisatieplan. Artikel 16.2A is komen te vervallen omdat het samengevoegd is met artikel (bezwaarcommissie). 3

4 2. Indien de boventallige mobiliteitskandidaat meent op grond van het in het Sociaal Plan bedoelde voorrangsrecht voor het vervullen van een vacature in gemeentedienst in aanmerking te komen, maar wordt afgewezen, kan hij bij het college schriftelijk bezwaar maken. 3. Het bezwaar dient binnen zes weken nadat de afwijzing aan de mobiliteitskandidaat is bekendgemaakt, te worden ingediend. 4. Indien het bezwaar wordt ingediend wordt de definitieve vervulling van de vacature opgeschort tot na de beslissing op het bezwaar. 5. Het college neemt een beslissing over het bezwaar na het advies te hebben ingewonnen van de bezwaarcommissie samengesteld uit: de directeur Middelen & Control, respectievelijk een door hem aangewezen ambtenaar, tevens voorzitter van de commissie; een lid, aan te wijzen door de Samenwerkende Organisaties van Overheidspersoneel Amsterdam; een lid, aan te wijzen door het hoofd van het (afwijzende) organisatie-onderdeel. Toelichting artikel 16.2A Toelichting lid 1 Gezien het belang van een nieuwe functie voor een boventallige mobiliteitskandidaat, wordt in dit artikel de noodzaak tot een inhoudelijke, schriftelijke onderbouwing van een eventuele afwijzing nog eens benoemd. Dit is feitelijk een herhaling van de regels in de Amsterdamse sollicitatiecode. In de praktijk wordt nogal eens telefonisch een toelichting gegeven op een afwijzing, waarbij alleen de afwijzing sec' nog schriftelijk wordt bevestigd. Voor boventallige mobiliteitskandidaten kan daarmee niet worden volstaan. Zij kunnen slechts worden afgewezen indien aantoonbaar is dat de vacature niet is te beschouwen als een passende functie. De criteria voor een passende functie zijn in artikel limitatief opgesomd. Zowel voor het eigen inzicht in de kans op het vinden van een nieuwe functie als voor de afwijzende organisatie is een duidelijke onderbouwing van een eventuele afwijzing noodzakelijk. De kandidaat kan hiermee samen met zijn loopbaanadviseur kijken of er bijvoorbeeld gewerkt moet worden aan vergroting van kennis of competenties. Anderzijds is voor de afwijzende organisatie in geval van bezwaar tegen een afwijzing een goed schriftelijk dossier als inhoudelijke onderbouwing voor de afwijzing noodzakelijk. Van het plaatsingsgesprek wordt een gespreksverslag gemaakt. Hieruit moet blijken welke inhoudelijke gronden voor afwijzing aanwezig zijn. Zie hiervoor ook de toelichting hieronder. Toelichting lid 2 Alle bezwaren tegen het niet plaatsen op een functie die volgens betrokkene als passend is te beschouwen, worden door het college behandeld. Dit vanuit het belang van uniformiteit binnen de gemeente op dit punt. Bij het behandelen van het bezwaarschrift zal getoetst worden of de vacature voor de boventallige mobiliteitskandidaat als passend was te beschouwen conform de definitie daarvan in het Sociaal Plan Amsterdam. Let er goed op dat voor de beoordeling of een functie passend' is voor een boventallige mobiliteitskandidaat andere criteria gehanteerd worden dan bij de selectie van de meest geschikte kandidaat'. Zie ook de toelichting bij lid 1. Aangezien het artikel vervalt komt de toelichting ook te vervallen. De toelichting is deels verplaatst naar artikel Artikel 16.5 mobiliteitscentrum Om bovenstaand doel te bereiken is door het college een arbeidsmarktplatform ingericht (het Mobiliteitscentrum) Artikel 16.5 mobiliteitscentrum Er is een Mobiliteitscentrum om boventallige ambtenaren naar De begeleidingscommissie is opgeheven. Vakbonden worden in het vervolg 2x per jaar in het GO geïnformeerd. om boventallige ambtenaren naar nieuw werk te bemiddelen. nieuw werk te bemiddelen. Zowel de Informatie over het Mobiliteitscentrum is te vinden boventallige ambtenaar als het Mobi- op de website. Zowel de boventallige ambtenaar als het liteitscentrum gaat actief op zoek naar Mobiliteitscentrum gaat actief op zoek naar een passende een passende of aanvaardbare functie. of aanvaardbare functie. Voor het Mobiliteitscentrum is een begeleidingscommissie ingesteld bestaande uit vijf leden: een lid aangewezen door Middelen en Control; een lid aangewezen door het Gemeentelijk Management Team; een lid aangewezen door het overleg van de stadsdeelsecretarissen; twee leden aangewezen door de vakorganisaties. Toelichting artikel 16.5 Toelichting artikel 16.5 Alle boventallige mobiliteitskandidaten worden ingeschreven bij het Mobiliteitscentrum. De werkgever spreekt in ten worden ingeschreven bij het Mo- Alle boventallige mobiliteitskandidaoverleg met het Mobiliteitscentrum en de boventallige biliteitscentrum. De werkgever Zie toelichting bij artikel

5 mobiliteitskandidaat af hoe de begeleiding van de kandidaat plaatsvindt. centrum en de boventallige mobilispreekt in overleg met het Mobiliteits- Door de inschrijving bij het Mobiliteitscentrum wordt gegarandeerd dat de kandidaat als eerste inzicht heeft in alle van de kandidaat plaatsvindt. teitskandidaat af hoe de begeleiding vacatures binnen de gemeente zodra die opengesteld Door de inschrijving bij het Mobiliteitscentrum wordt gegarandeerd dat worden. Zie voor de taken van het Mobiliteitscentrum en de mogelijkheden bij vrijwillige mobiliteit het intranet. de kandidaat als eerste inzicht heeft in alle vacatures binnen de gemeente zodra die opengesteld worden. Zie voor de taken van het Mobiliteitscentrum en de mogelijkheden bij vrijwillige mobiliteit het intranet. Het mobiliteitscentrum informeert twee keer per jaar het Georganiseerd Overleg over de voortgang van de bemiddeling van de boventallige mobiliteitskandidaten. Artikel 16.7 werkingssfeer 5 e reparatiebesluit (22 november in B&W) Artikel boventalligheid Er is sprake van boventalligheid als ambtenaren na een reorganisatieniet geplaatst kunnen worden in de formatie binnen het reorganisatiegebied. Toelichting artikel Artikel 16.8a reorganisatiedomein Het afgebakende deel van de gemeente Amsterdam waar de reorganisatie betrekking op heeft. Voor de duidelijkheid is er een definitie van reorganisatiedomein opgenomen. Artikel boventalligheid Er is sprake van boventalligheid als een ambtenaar na een reorganisatie Artikel is aangepast in verband met de aanstelling in algemene dienst. Daardoor is er pas sprake van boventalligheid binnen een termijn van zes maanden als ambtenaren na (gerekend vanaf de reorganisatiedakunnen een reorganisatie niet geplaatst tum) niet geplaatst kan worden in de worden in de formatie bin- formatie binnen het reorganisatiedoniet nen het reorganisatiedomein én mein noch elders binnen de gemeennen geplaatst kunnen worden bin- te Amsterdam. Of plaatsing binnen een termijn van 6 maanden binnen de gehele organisatie van de gemeente Amsterdam. de gemeente mogelijk is, wordt bepaald op of kort voor de reorganisatiedatum. Toelichting artikel Een reorganisatie met krimp van de formatie kan op individueel niveau leiden tot drie uitkomsten: a. De medewerker wordt geplaatst binnen de formatie in de nieuwe organisatie binnen het reorganisatiedomein. b. De medewerker wordt niet geplaatst binnen het reorganisatiedomein. De concernbrede (strategische) personeelsplanning wijst echter uit dat elders in het concern binnen een termijn van 6 maanden een passende functie vrijkomt waar de medewerker op geplaatst kan worden. Het gaat hier om een momentopname. Het is dus niet de bedoeling dat er gedurende zes maanden wordt gezocht naar een passende functie. Voorbeeld: Op de reorganisatiedatum is er binnen het concern geen plek voor betrokkene gevonden waardoor deze boventallig wordt verklaard. Binnen een termijn van zes maanden na de reorganisatiedatum, komt er alsnog een functie vrij. Dan kan de medewerker niet met succes stellen dat hij nooit boventallig had mogen worden verklaard. Wordt er wel een functie gevonden binnen het concern, dan wordt de medewerker niet boventallig maar alvast geplaatst bij dat organisatieonderdeel op die functie. Let op: boventalligen en arbeidsongeschikten hebben bij plaatsing buiten het reorganisatiedomein altijd voorrang op een functie die vrijkomt. Er moet dus eerst gekeken worden of zij in aanmerking komen voor de functie voordat de medewerker die boventallig dreigt te worden kan worden geplaatst. Zie ook artikel 17.1 NRGA. Zie toelichting bij artikel

6 Artikel boventallige mobiliteitskandidaat De ambtenaar die aangesteld is in vaste dienst of in tijdelijke dienst bij wijze van proef en die schriftelijk boventallig wordt verklaard. c. De medewerker wordt niet geplaatst in het reorganisatiedomein en plaatsing elders in het concern is niet mogelijk. De medewerker wordt boventallig. Artikel boventallige mobiliteitskandidaat De toevoeging vaste of tijdelijke dienst bij wijze van proef is eruit De ambtenaar die boventallig wordt gehaald omdat dit al staat in artikel krijgt hiervan een schriftelijk besluit (werkingssfeer). Artikel passende functie Een functie is passend als: Artikel passende functie Een functie is passend als: Lid 4 is toegevoegd omdat een functie ook passend is als deze be- 1.De functie maximaal twee schalen lager is ingedeeld dan 1.De functie maximaal twee schalen staat uit een samenstel van opgede functionele indeling of - indien deze hoger is - de per- lager is ingedeeld dan de functionele dragen werkzaamheden van meer soonlijke indeling van de (potentieel) boventallige mobiliteitskandidaat indeling of indien deze hoger is - de dan 12 maanden. Het hoeft daarbij in de oorspronkelijke functie; persoonlijke indeling van de (potenti- dus niet om structurele werkzaam- a.waarvan de werkzaamheden liggen in de lijn van de oorspronkelijke functie of van het eerder verworven opleieel) boventallige mobiliteitskandidaat in de oorspronkelijke functie; heden te gaan. Lid 5 is toegevoegd omdat bij managementfuncties dings- en ervaringsniveau, en de verwachting gerechtvaardigd a.waarvan de werkzaamheden liggen geldt dat de ma- is dat de (potentieel) boventallige mobiliteitskandidaat in de lijn van de oorspronkelijke nager na de inwerkperiode die voor de werkzaamheden op behoorlijke wijze zal kunnen verrichten, functie of van het eerder verworven de betreffende functie geldt op het opleidings- en ervaringsniveau, en gevraagde niveau moet functione- b.of door middel van om- of bijscholing binnen maximaal de verwachting gerechtvaardigd is ren. twee jaar de daartoe benodigde geschiktheid en bekwaamheid kan verwerven. dat de (potentieel) boventallige mobiliteitskandidaat de werkzaamheden 2.De functie hoger is ingedeeld dan de functionele indeling of - indien deze hoger is - de persoonlijke indeling van de op behoorlijke wijze zal kunnen verrichten, of; (potentieel) boventallige mobiliteitskandidaat in de oor- b.door middel van om- of bijscholing spronkelijke functie, en de mobiliteitskandidaat deze, na binnen maximaal twee jaar de daar- een voor een dergelijke functie gebruikelijke inwerkperiode, volledig en naar behoren kan uitoefenen; toe benodigde geschiktheid en bekwaamheid kan verwerven. 3.De functie bovendien minimaal 50 procent van de aanstellingsuren in de oorspronkelijke functie omvat. 2.De functie hoger is ingedeeld dan de functionele indeling of - indien deze hoger is de persoonlijke indeling van de (potentieel) boventallige mobiliteitskandidaat in de oorspronkelijke functie, en de mobiliteitskandidaat deze, na een voor een dergelijke functie gebruikelijke inwerkperiode, volledig en naar behoren kan uitoefenen; 3.De functie bovendien minimaal 50 procent van de aanstellingsuren in de oorspronkelijke functie omvat. 4. Als het geheel van opgedragen werkzaamheden meer dan 12 maanden duurt. 5. Bij managementfuncties geldt het criterium onder lid 1 b niet. Toelichting artikel Toelichting lid 3 Voor zover mogelijk werkt de ambtenaar in de nieuwe functie wel 100% van de oorspronkelijke aanstellingsuren. Toelichting artikel Zie toelichting bij artikel Toelichting lid 3 Dit idee is afkomstig uit het eindadvies van de Taskforce Flankerend Voor zover mogelijk werkt de ambtenaar in de nieuwe functie wel 100% personeelsbeleid organisatieontwikkeling, waarin is afgesproken dat van de oorspronkelijke aanstellingsuren. Indien dit niet mogelijk is wordt na de feitelijke inzet op een functie verder gezocht naar een invulling langer dan 12 maanden de mede- werker over gaan naar het organisa- tieonderdeel waar de werkzaamheden de afgelopen 12 maanden zijn verricht. Indien dit niet mogelijk is wordt verder gezocht naar een invulling voor de resterende uren. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden van dit artikel, vervalt de boventallig- heidsstatus van de ambtenaar zodra de ambtenaar in de voor de resterende uren. Indien wordt passende functie is geplaatst. voldaan aan de voorwaarden van dit artikel, vervalt de boventalligheidsstatus van de ambtenaar zodra de ambtenaar in de passende functie is geplaatst. Toelichting lid 4 Het hoeft daarbij dus niet om structurele werkzaamheden te gaan. Projecten of werkzaamheden voor de duur langer dan een jaar kunnen ook als passende werkzaamheden worden beschouwd. Ruim voor de eventuele afloop van de werkzaamheden gaat in dat geval zowel de werkgever als de medewerker op zoek naar nieuwe (structurele of tijdelijke) werkzaamheden. Mochten er geen werkzaamheden worden gevonden dan mag de medewerker niet op grond hiervan alsnog boventallig worden verklaard tenzij er opnieuw een reorganisatie plaatsvindt. Toelichting lid 5 Bij managementfuncties geldt dat de manager na de inwerkperiode die voor de betreffende functie geldt op 6

7 Artikel afspiegelingsbeginsel 5 e reparatiebesluit (22 november in B&W) het gevraagde niveau moet functioneren. Artikel verantwoordelijkheid Het hoofd van het organisatie-onderdeel is verantwoordelijk voor de bemensing in de vorm van plaatsingen en be- Artikel verantwoordelijkheid uitvoering reorganisatiebesluit Het hoofd van het organisatie-onderdeel Het hoofd van het organisatie-onderdeel is alleen verantwoordelijk voor de uitvoering van het reorganoemingen voor de nieuwe organisatie, tenzij het college is verantwoordelijk voor de benisatiebesluit. een ander aanwijst als verantwoordelijke, bijvoorbeeld in mensing in de vorm van plaatsingen De toelichting bij de artikelen het geval van een reorganisatie tussen meerdere organisatie-onderdelen. en benoemingen voor de nieuwe or- en is hiernaar toe verplaatst. Het hoofd van het organisatie-onderdeel ganisatie, tenzij het college een ander kan voor de bemensing van de nieuwe organisatie een projectleider aanwijzen en commissies instellen. aanwijst als verantwoordelijke, bijvoorbeeld in het geval van een reor- Zeker bij grotere reorganisaties, kan het instellen van een aantal commissies (zie de artikelen en 16.21) helpen ganisatie tussen meerdere organisatie-onderdelen. Het hoofd van het om het plaatsingsproces (zie 2C) optimaal te laten verlopen. organisatie-onderdeel kan voor de bemensing van de nieuwe organisatie Indien een ambtenaar naar verwachting bedenkingen zal hebben tegen een voorgenomen rechtspositioneel besluit, een projectleider aanwijzen en commissies instellen. is de werkgever op grond van artikel 4:8 van de Algemene Zeker bij grotere reorganisaties wet bestuursrecht verplicht om de ambtenaar in de gelegenheid waarbij naar verwachting boventalli- te stellen zijn zienswijze naar voren te brengen. ge mobiliteitskandidaten worden De verplicht voorgeschreven zienswijzeprocedure geldt aangewezen, kan het instellen van ook indien daarvoor geen specifieke commissie is ingesteld. een aantal commissies (zie de artikelen en 16.21) helpen om het plaatsingsproces (zie 2C) optimaal te laten verlopen. Indien een ambtenaar naar verwachting bedenkingen zal hebben tegen een voorgenomen rechtspositioneel besluit, is de werkgever op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht verplicht om de ambtenaar in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze naar voren te brengen. De verplicht voorgeschreven zienswijzeprocedure geldt ook indien daarvoor geen specifieke commissie is ingesteld. Toelichting artikel inpassingscommissie/plaatsingscommissie Het is raadzaam om bij grote reorganisaties of reorganisaties waarbij naar verwachting boventallige mobiliteitskandidaten zullen moeten worden aangewezen, een plaatsingscommissie en een zienswijzecommissie in te richten. Toelichting artikel zienswijzecommissie Het is raadzaam om bij grote reorganisaties of reorganisaties waarbij naar verwachting boventallige mobiliteitskandidaten zullen moeten worden aangewezen, een plaatsingscommissie en een zienswijzecommissie in te richten. Artikel centrale toetsingscommissie Er wordt een centrale toetsingscommissie ingesteld door het college. De centrale toetsingscommissie heeft tot taak: 1.bindend advies uitbrengen aan de werkgever indien partijen verschil van mening hebben over het opstellen, uitvoeren en naleven van de trajectovereenkomst; Artikel centrale toetsingscommissie Er is een centrale toetsingscommissie die de volgende taken heeft: 1.bindend advies uitbrengen aan de werkgever indien partijen verschil van 2.advies uitbrengen aan de werkgever voordat tot ontslag mening hebben over het opstellen, wordt overgegaan; uitvoeren en naleven van de trajectovereenkomst; 3.advies uitbrengen over het reële perspectief op effectieve plaatsing binnen redelijke termijn, zoals opgenomen in 2.advies uitbrengen aan de werkgever artikel voordat tot ontslag wordt overge- De trajectovereenkomst bevat de wederzijdse afspraken gericht op plaatsing in een passende of aanvaardbare functie. Indien één van de partijen, dus werkgever of ambtenaar, van mening is dat de afspraken niet of niet voldoende worden nageleefd, kan hij de centrale toetsingscommissie om advies vragen. Indien de centrale toetsingscommissie van oordeel is dat één van partijen in gebreke blijft, kan de commissie adviseren om hetzij de bemiddelingstermijn te verlengen (als werkgever in gebreke is), hetzij de bemiddelingstermijn te verkorten (als ambtenaar in gebreke is). De werkgever neemt na het advies van de centrale toetsingscommissie een besluit hierover. De leden van de toetsingscommissie mogen geen lid zijn van de bezwaarcommissie genoemd in artikel De centrale toetsingscommissie bestaat uit: een voorzitter aan te wijzen door de overige twee leden; een lid namens de vakorganisaties; een lid namens de werkgever. gaan; 3.advies uitbrengen over het reële perspectief op effectieve plaatsing binnen redelijke termijn, zoals opgenomen in artikel De trajectovereenkomst bevat de wederzijdse afspraken gericht op plaatsing in een passende of aan- vaardbare functie. Indien één van de partijen, dus werkgever of ambtenaar, van mening is dat de afspraken niet of niet voldoende worden nageleefd, kan hij de centrale toetsingscommissie om advies vragen. Indien de centrale toetsingscommissie van oordeel is dat één van partijen in gebreke blijft, kan de commissie adviseren om hetzij de bemiddelingstermijn te verlengen (als werkgever in gebreke is), Deze toelichting is opgenomen bij artikel Deze toelichting is opgenomen bij artikel De centrale toetsingscommissie is er al een aantal jaren en wordt dus niet meer ingesteld. 7

8 Artikel bezwaarcommissie Ambtenaren kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht bij het college in bezwaar gaan tegen de op hen betrekking hebbende rechtspositionele besluiten voor zover deze besluiten in verband staan met de reorganisatie, zoals besluiten tot plaatsing of niet plaatsing, selectie en reorganisatie-ontslag na het verstrijken van de bemiddelingsperiode. Voor de behandeling van deze bezwaren wordt een bezwaarcommissie als bedoeld in artikel 7:5, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht ingesteld. Deze bezwaarcommissie bestaat uit: een lid namens de werkgever; een lid namens de vakorganisaties; een onafhankelijke voorzitter. De bezwaarcommissie wordt ondersteund door een secretariaat. De leden van de bezwaarcommissie mogen geen lid zijn van de centrale toetsingscommissie genoemd in artikel hetzij de bemiddelingstermijn te verkorten (als ambtenaar in gebreke is). De werkgever neemt hierover na het advies van de centrale toetsingscommissie een besluit. De leden van de toetsingscommissie mogen geen lid zijn van de bezwaarcommissie genoemd in artikel De centrale toetsingscommissie bestaat uit: een voorzitter aan te wijzen door de overige twee leden; een lid namens de vakorganisaties; een lid namens de werkgever. Artikel bezwaarschriftencommissie Ambtenaren kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht bij het college in bezwaar gaan tegen de op hen betrekking hebbende rechtspositionele besluiten. In het kader van een reorganisatie, zal het hierbij gaan om bijvoorbeeld de besluiten tot: plaatsing of niet plaatsing; het toekennen van de boventalligheidsstatus; reorganisatie-ontslag; afwijzing van de boventallige mobiliteitskandidaat op een vacature. Voor de behandeling van deze bezwaren wordt een bezwaarschriftencommissie als bedoeld in artikel 7:5, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht ingesteld bestaande uit: een lid namens de werkgever; een lid namens de vakorganisaties, en een onafhankelijke voorzitter. De leden van de bezwaarcommissie mogen geen lid zijn van de centrale toetsingscommissie genoemd in artikel Artikel inleiding In een reorganisatietraject zijn drie fases te onderscheiden. Fase 1 is de fase die voorafgaat aan de feitelijke reorganisatie. In deze fase wordt met behulp van een actief en stilingsvolgorde mulerend loopbaanbeleid geanticipeerd op de komende Artikel inleiding In een reorganisatietraject zijn drie fases te onderscheiden. Fase 1 is de fase die voorafgaat aan de feitelijke reorganisatie. In deze fase stond op twee plek- Verwijzing is aangepast. Artikel is vervallen. Vacaturevervulken. Gekozen is dit alleen op te nemen in artikel reorganisatie. Er worden loopbaanmogelijkheden aangestimulerend wordt met behulp van een actief en boden en ondersteuning (opleiding, stage) aan ambtenaren loopbaanbeleid geantici- die op functies zitten waar er vermoedelijk na de reorgani- peerd op de komende reorganisatie. satie minder van zijn en die dat willen. In deze fase wordt Er worden loopbaanmogelijkheden met de ondernemingsraad afgestemd hoe om te gaan met aangeboden en ondersteuning (oplei- de openstelling van vacatures. ding, stage) aan ambtenaren die op In fases 2 en 3 vindt de feitelijke reorganisatie plaats. Hiervoor is het sociaal plan geschreven. Daarin wordt het formele, juridisch toetsbare kader uitgewerkt. functies zitten waar er vermoedelijk na de reorganisatie minder van zijn en die dat willen. In deze fase wordt Fase 2 gaat over het plaatsingsproces binnen het reorganisatiegebied dat hieronder in dit hoofdstuk verder is uitmet de ondernemingsraad afgestemd hoe om te gaan met de gewerkt. Gedurende fase 2 maakt het afgebakende reorga- openstelling van vacatures. nisatiegebied geen deel uit van de interne arbeidsmarkt In fases 2 en 3 vindt de feitelijke reorganisatie van de gemeente. Dat betekent dat eventuele vrijvallende plaats. Hiervoor is het socivan functies binnen het reorganisatiegebied tijdens het plaathet aal plan geschreven. Daarin wordt singsproces primair gebruikt worden om boventalligheid na afloop ervan te voorkomen. Pas als de plaatsing volledig formele, juridisch toetsbare kader uitgewerkt. is afgerond, en de reorganisatiedatum gepasseerd is, maakt het reorganisatiegebied weer deel uit van de interne Fase 2 gaat over het plaatsingsproces dat hieronder in dit hoofdstuk verder arbeidsmarkt van de gemeente. Een te lange afzondering is uitgewerkt. Gedurende fase 2 is echter niet in het belang van het concern en boventallige maakt het afgebakende reorganisatie- ambtenaren buiten het reorganisatiegebied. Een redelijke gebied geen deel uit van de interne termijn voor fase 2 varieert van twee maanden voor een arbeidsmarkt van de gemeente. Dat kleine reorganisatie tot maximaal zes maanden voor een betekent dat eventuele vrijvallende grote/complexe reorganisatie. functies binnen het reorganisatiege- Fase 3 gaat over het proces rondom boventallige ambtenaren met name over de bemiddeling (termijnen, proces) bied tijdens het plaatsingsproces primair gebruikt worden om boventalligen matching van de boventallige ambtenaren, de besluit- heid na afloop ervan te voorkomen. vorming over een eventueel reorganisatieontslag en het Pas als de plaatsing volledig is afgebij die activiteiten noodzakelijke flankerend beleid, zoals rond, en de reorganisatiedatum gevertrekpremies, omscholingsbudget, trajectovereenkomst, passeerd is, maakt het reorganisatie- enzovoorts. In fase 3 start ook de bemiddeling van de ambtenaren die niet binnen het reorganisatiegebied geplaatst konden gebied weer deel uit van de interne arbeidsmarkt van de gemeente. Een te lange afzondering is echter niet in. 8

9 worden en dus formeel boventallig zijn verklaard. Vanaf dat moment wordt er, zowel door werkgever als door ambtenaar, actief gezocht naar een passende en/of aanvaardbare functie. Alle vacatures binnen de Gemeente Amsterdam zijn beschikbaar bij het Mobiliteitscentrum. het belang van het concern en boventallige ambtenaren buiten het reorganisatiegebied. Een redelijke termijn voor fase 2 varieert van twee maanden voor een kleine reorganisatie tot maximaal zes maanden voor een grote/complexe reorganisatie. Fase 3 gaat over het proces rondom boventallige ambtenaren met name over de bemiddeling (termijnen, pro- Het Mobiliteitscentrum kijkt vervolgens of er een match is te maken tussen een boventallige ambtenaar en een vacature. De kandidaten zijn verplicht om mee te werken aan deze matchingsprocedure. De vacaturehouder maakt een keuze uit de gematchte mobiliteitskandidaten. Pas indien er geen verplichte mobiliteitskandidaten matchen, kan een vacature intern (zie vacaturevolgorde artikel 16.34) opengesteld ces) en matching van de boventallige worden. Artikel mens volgt werk bij categorie 1-functies 5e reparatiebesluit (22 november in B&W) Artikel selectie op geschiktheid bij categorie 0- en categorie 2-functies Categorie 0 Aangezien de invulling van de sleutelfuncties cruciaal is voor het slagen van de reorganisatie, geldt een selectie op geschiktheid. Zijn er meerdere geschikte kandidaten voor de sleutelfunctie, dan wordt de meest geschikte ambtenaren, de besluitvorming over een eventueel reorganisatieontslag en het bij die activiteiten noodzakelijke flankerend beleid, zoals vertrekpremies, omscholingsbudget, trajectovereenkomst, enzovoorts. In fase 3 start ook de bemiddeling van de ambtenaren die niet geplaatst kunnen worden en dus formeel boventallig zijn verklaard. Vanaf dat moment wordt er, zowel door werkgever als door ambtenaar, actief gezocht naar een passende en/of aanvaardbare functie. Alle vacatures binnen de- Gemeente Amsterdam zijn beschikbaar bij het Mobiliteitscentrum. Het Mobiliteitscentrum kijkt vervolgens of er een match is te maken tussen een boventallige ambtenaar en een vacature. De kandidaten zijn verplicht om mee te werken aan deze matchingsprocedure. De vacaturehouder maakt een keuze uit de gematchte mobiliteitskandidaten. Pas indien er geen verplichte mobiliteitskandidaten matchen, kan een vacature intern (zie vacaturevolgorde artikel 17.1) opengesteld worden. Artikel selectie op geschiktheid bij categorie 0- en categorie 2-functies Categorie 0 Aangezien de invulling van de sleutelfuncties cruciaal is voor het slagen van de reorganisatie, geldt een seleckandidaat geplaatst. Aan de hand van de belangstellings- tie op geschiktheid. Zijn er meerdere registratie kan de ambtenaar zijn belangstelling voor een geschikte kandidaten voor de sleutelfunctie kenbaar maken. Ten behoeve van de selectie zijn functie, dan wordt de meest geschikte criteria opgenomen in het functieboek. Per functie wordt kandidaat geplaatst. Aan de hand van aangegeven welke kennis, ervaring en vaardigheden rele- de belangstellingsregistratie kan de vant zijn voor de betreffende functie. De informatie in het ambtenaar zijn belangstelling voor functieboek is vooraf beschikbaar. De functies kunnen ook een functie kenbaar maken. Ten bedoor kandidaten van buiten het reorganisatiegebied wor- hoeve van de selectie zijn criteria opden vervuld. De selectie- en plaatsingsprocedure voor ca- genomen in het functieboek. Per tegorie 0-functies worden in het desbetreffende reorgani- functie wordt aangegeven welke satieplan uitgewerkt en maken onderdeel uit van de adviesaanvraag voor de ondernemingsraad. kennis, ervaring en vaardigheden relevant zijn voor de betreffende func- Categorie 2 tie. De informatie in het functieboek Aangezien het bij deze functies gaat om sterk gewijzigde of nieuwe functies geldt een selectie op geschiktheid. Zijn is vooraf beschikbaar. De functies kunnen ook door kandidaten van er meerdere geschikte kandidaten voor de sterk gewijzigde buiten het reorganisatiegebied worof nieuwe functie, dan wordt de meest geschikte kandidaat den vervuld. De selectie- en plaatgeplaatst. Voor deze functies komen in de eerste plaats singsprocedure voor categorie 0- de ambtenaren in aanmerking van wie de oude functie functies worden in het desbetreffende sterk is gewijzigd of vervallen én degenen die op grond reorganisatieplan uitgewerkt en mavan de plaatsingsprocedure van categorie 1 nog niet geplaatst zijn. ken onderdeel uit van de adviesaanvraag voor de ondernemingsraad. Aan de hand van de belangstellingsregistratie kan de ambtenaar zijn belangstelling voor een functie kenbaar maken. Categorie 2 Aangezien het bij deze functies gaat om sterk gewijzigde of nieuwe func- Ten behoeve van de selectie zijn criteria opgenomen in het functieboek. Per functie wordt aangegeven welke kennis, ervaring en vaardigheden relevant zijn voor de betreffende functie. De informatie in het functieboek is vooraf beschikbaar. De selectie op geschiktheid is een plaatsingsprocedure en geen sollicitatieprocedure en vindt plaats op de volgende manier: ties geldt een selectie op geschiktheid. Zijn er meerdere geschikte kan- didaten voor de sterk gewijzigde of nieuwe functie, dan wordt de meest geschikte kandidaat geplaatst. Voor deze functies komen in de eerste plaats de ambtenaren in aanmerking van wie de oude functie sterk is gewij- Voor de duidelijkheid is korte uitleg opgenomen wat er kan gebeuren bij overblijvende formatieruimte bij categorie 2. 9

10 -alle ambtenaren die binnen het reorganisatiegebied nog zigd of vervallen én degenen die op niet zijn geplaatst én die voldoen aan de selectiecriteria, grond van de plaatsingsprocedure worden - voor zover mogelijk - geplaatst. Zijn er meerdere van categorie 1 nog niet geplaatst geschikte kandidaten voor de sterk gewijzigde of nieuwe zijn. functie, dan wordt de meest geschikte kandidaat geplaatst. Aan de hand van de belangstellingsregistratie kan de ambtenaar zijn be- -indien na ronde 1 nog functies beschikbaar zijn kunnen alle betrokken ambtenaren binnen het reorganisatiegebied langstelling voor een functie kenbaar daarvoor opteren. Ook in deze ronde wordt op basis van maken. geschiktheid geselecteerd en geplaatst. Zijn er meerdere Ten behoeve van de selectie zijn criteria opgenomen in het functieboek. geschikte kandidaten voor de sterk gewijzigde of nieuwe functie, dan wordt de meest geschikte kandidaat geplaatst; Per functie wordt aangegeven welke -bij overblijvende formatieruimte worden vervolgens de kennis, ervaring en vaardigheden relevant zijn voor de betreffende func- ambtenaren binnen het reorganisatiegebied geplaatst voor wie de functie een passende functie is conform artikel tie. De informatie in het functieboek is vooraf beschikbaar. Beide categorieën De selectie op geschiktheid is een Ambtenaren die op basis van de gesprekken zijn geselecteerd ontvangen schriftelijk bericht dat het voornemen tatieprocedure en vindt plaats op de plaatsingsprocedure en geen sollicibestaat over te gaan tot plaatsing op de betreffende functie volgende manier: al dan niet met begeleiding. -alle ambtenaren die binnen het reorganisatiegebied nog niet zijn ge- Indien het voornemen bestaat niet over te gaan tot plaatsing van een ambtenaar, ontvangt de ambtenaar hiervan plaatst én die voldoen aan de selectieeen gemotiveerd schriftelijk bericht, waarbij de ambtenaar criteria, worden - voor zover mogelijk wordt uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met één - geplaatst. Zijn er meerdere geschikvan de leden van de inpassingscommissie. Tevens ont- te kandidaten voor de sterk gewijzigvangt de ambtenaar schriftelijk bericht dat het voornemen de of nieuwe functie, dan wordt de bestaat de boventalligheidsstatus toe te kennen. meest geschikte kandidaat geplaatst. De ambtenaar dient in de gelegenheid te worden gesteld -indien na ronde 1 nog functies beschikbaar zijn kunnen alle betrokken zienswijzen naar voren te brengen tegen het voornemen hem niet te plaatsen en het toekennen van de boventalligreorganisatiegebied daarvoor opte- ambtenaren binnen het heidsstatus. Dat kan schriftelijk en/of mondeling geschieden. Eerst na afronding van de zienswijzeprocedure worvan geschiktheid geselecteerd en geren. Ook in deze ronde wordt op basis den de definitieve besluiten tot plaatsing, niet-plaatsing, de aanwijzing als boventallige mobiliteitskandidaat en de plaatst. Zijn er meerdere geschikte ingangsdatum van de boventalligheid, bekendgemaakt. kandidaten voor de sterk gewijzigde of nieuwe functie, dan wordt de meest geschikte kandidaat geplaatst; -bij overblijvende formatieruimte worden vervolgens de ambtenaren binnen het reorganisatiedomein geplaatst voor wie de functie een passende functie is conform artikel Het kan dus zijn dat een medewerker die niet geplaatst wordt op een categorie 2 functie vanwege onvoldoende geschiktheid, wel wordt geplaatst omdat de functie passend is. Als de medewerker niet binnen het reorganisatiedomein kan worden geplaatst, wordt er met behulp van de strategische personeelsplanning gekeken of er binnen een termijn van zes maanden, gerekend vanaf de ingangsdatum van de reorganisatie elders binnen het concern een passende functie voor de medewerker vrij komt. (zie artikel 16.10) Beide categorieën Ambtenaren die op basis van de gesprekken zijn geselecteerd ontvangen schriftelijk bericht dat het voornemen bestaat over te gaan tot plaatsing op de betreffende functie al dan niet met begeleiding. Indien het voornemen bestaat niet over te gaan tot plaatsing van een ambtenaar, ontvangt de ambtenaar hiervan een gemotiveerd schriftelijk bericht, waarbij de ambtenaar wordt uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met één van de leden van de inpassingscommissie. Tevens ontvangt de ambtenaar schriftelijk bericht dat het voornemen bestaat de boventalligheidsstatus toe te kennen. De ambtenaar dient in de gelegenheid te worden gesteld zienswijzen naar voren te brengen tegen het voornemen hem niet te plaatsen en het toekennen van de boventalligheidsstatus. Dat kan schriftelijk en/of mondeling geschieden. Eerst na afronding van de zienswijzeprocedure 10

11 Artikel bemiddelingstermijn 1.De boventallige mobiliteitskandidaat heeft recht op een bemiddelingstermijn die maximaal twee jaar duurt, tenzij er besloten wordt tot verlenging (zie artikel 16.37). 2.De periode van twee jaar start op de dag waarop het besluit tot boventalligverklaring in werking is getreden. 3.Bemiddeling van een boventallige mobiliteitskandidaat geschiedt naar een vaste passende functie. Toelichting artikel Toelichting derde lid Het Sociaal Plan Amsterdam is van toepassing op ambtenaren met een aanstelling in vaste dienst en ambtenaren in tijdelijke dienst bij wijze van proef. De laatste categorie komt na het goed verlopen van de proeftijd in vaste dienst. Daarom is het uitgangspunt ook dat herplaatsing in een vaste functie plaatsvindt. Artikel matching boventalligen 1.De boventallige ambtenaar wordt direct na de toekenning van de boventalligheidsstatus aangemeld bij het Mobili- worden de definitieve besluiten tot plaatsing, niet-plaatsing, de aanwijzing als boventallige mobiliteitskandidaat en de ingangsdatum van de boventalligheid, bekendgemaakt. Artikel bemiddelingstermijn 1.De boventallige mobiliteitskandidaat heeft recht op een bemiddelings- termijn die maximaal twee jaar duurt, tenzij er besloten wordt tot verlenging (zie artikel 16.37). 2.De periode van twee jaar start op de dag waarop de boventalligheidsstatus is ingegaan, zoals genoemd in het besluit dat de medewerker hierover schriftelijk heeft ontvangen. 3.Bemiddeling van een boventallige mobiliteitskandidaat geschiedt naar een passende functie. Artikel matching boventalligen 1.De boventallige ambtenaar wordt direct na de toekenning van de boven- teitscentrum. Eerdere aanmelding is mogelijk als het na- talligheidsstatus aangemeld bij het genoeg zeker is dat van boventalligheid sprake zal zijn en Mobiliteitscentrum. Eerdere aanmelding is mogelijk de ambtenaar instemt met die eerdere aanmelding. 2.De boventallige mobiliteitskandidaat wordt door het als het nagenoeg zeker is dat van Mobiliteitscentrum gematched op beschikbare vacatures. boventalligheid sprake zal zijn en de 3.Zodra het Mobiliteitscentrum een match op een passende ambtenaar instemt met die eerdere functie conform artikel gevonden heeft, wordt de aanmelding. mobiliteitskandidaat uitgenodigd om aan het plaatsingsproces deel te nemen. De vacaturehouder is verantwoordaat wordt door het Mobiliteitscen- 2.De boventallige mobiliteitskandi- delijk voor de plaatsingsprocedure en de mobiliteitskandidaat is verplicht om aan de plaatsingsprocedure deel te catures. trum gematched op beschikbare va- nemen. 3.Zodra het Mobiliteitscentrum een 4.De vacaturehouder is verantwoordelijk voor het bijbehorende tewerkstellingsbesluit. form artikel gevonden heeft, match op een passende functie con- 5.Afwijzing is alleen mogelijk indien blijkt dat: wordt de mobiliteitskandidaat uitge- -de match beargumenteerd niet blijkt te kloppen en de nodigd om aan het plaatsingsproces vacature daardoor niet passend is, conform artikel deel te nemen. De vacaturehouder is -een andere gematchte boventallige mobiliteitskandidaat de voorkeur krijgt van de vacaturehouder. Toelichting artikel Vaste besluitvorming door het college is dat in geval het voorrangsrecht ten onrechte niet is gehonoreerd en plaatsing in de vacature niet meer tot de mogelijkheden behoort, het college oordeelt dat de ontslaggrond is vervallen. De ambtenaar zal in dat geval alsnog geplaatst moeten worden in de organisatie die hem heeft afgewezen voor de vacature. verantwoordelijk voor de plaatsingsprocedure en de mobiliteitskandidaat is verplicht om aan de plaatsingsprocedure deel te nemen. 4.De vacaturehouder is verantwoordelijk voor het bijbehorende tewerkstellingsbesluit. 5.Afwijzing gebeurt met een schriftelijke onderbouwing en is alleen mogelijk indien blijkt dat: -de match beargumenteerd niet blijkt te kloppen en de vacature daardoor niet passend is, conform artikel een andere gematchte boventallige mobiliteitskandidaat de voorkeur krijgt van de vacaturehouder. Toelichtingartikel In dit artikel wordt de noodzaak tot een inhoudelijke, schriftelijke onderbouwing van een afwijzing nog eens benoemd. Dit is feitelijk een herha- ling van de regels in de Amsterdamse sollicitatiecode. In de praktijk wordt nogal eens telefonisch een toelichting gegeven op een afwijzing, waarbij alleen de afwijzing sec' nog schriftelijk wordt bevestigd. Zowel voor het eigen inzicht in de kans op het vinden van een nieuwe functie als voor de afwijzende organisatie is een duidelijke onderbouwing van een afwijzing noodzakelijk. De kandidaat kan hiermee samen met zijn loopbaanadviseur kijken of er bijvoorbeeld gewerkt moet worden aan Voor duidelijkheid opgenomen wanneer de periode van bemiddeling precies start. In lid 3 is woord vaste is geschrapt omdat dit niet meer klopt nu de definitie van de passende functie is aangepast. Zie toelichting bij artikel Voor de duidelijkheid is opgenomen dat de afwijzing altijd gebeurt met een schriftelijke onderbouwing. Deze toelichting is overgenomen uit het geschrapte artikel 16.2A. 11

12 vergroting van kennis of competenties. Anderzijds is voor de afwijzende organisatie in geval van bezwaar tegen een afwijzing een goed schriftelijk dossier als inhoudelijke onderbouwing voor de afwijzing noodzakelijk. Van het plaatsingsgesprek wordt een gespreksverslag gemaakt. Hieruit moet blijken welke inhoudelijke gronden voor afwijzing aanwezig zijn. Bij het behandelen van een bezwaarschrift zal getoetst worden of de vacature voor de boventallige mobiliteitskandidaat als passend was te beschouwen conform de definitie daarvan in artikel Voor de beoordeling of een functie passend' is voor een boventallige mobiliteitskandidaat worden andere criteria gehanteerd dan bij de selectie van de meest geschikte kandidaat'. Vaste besluitvorming door het college is dat in geval het voorrangsrecht ten onrechte niet is gehonoreerd en plaatsing in de vacature niet meer tot de mogelijkheden behoort, het college oordeelt dat de ontslaggrond is vervallen. De ambtenaar zal in dat geval alsnog geplaatst moeten worden in de organisatie die hem heeft afgewezen voor de vacature. Artikel voorrang bij vervullen vacature Boventallige mobiliteitskandidaten hebben bij vacatures binnen de gemeente voorrang op alle overige kandidaten. Artikel komt te vervallen omdat het artikel ook in hoofdstuk 17 sollicitatiecode staat. Hoofdstuk 17 Een vacature kan pas gemeentebreed worden ingevuld is een betere plek aangezien de vaals de plaatsingsprocedure in het betreffende reorganisatiegebied (artikel 16.24) is afgerond. Dit houdt in dat de mogelijkheid tot plaatsing van een boventallige mobiliteitskandidaat op een passende functie eerst beoordeeld moet worden voordat tot vacaturevervulling door kandidaten uit andere groepen overgegaan mag worden. De volgorde bij vacaturevervulling is als volgt: 1.- boventallige mobiliteitskandidaten gemeentebreed ; - arbeidsongeschikte ambtenaren voor wie de vacature passende arbeid is; 2.overige ambtenaren en trainees gemeentebreed ; 3.voormalig ambtenaren van de gemeente Amsterdam die ter zake van hun dienstverband een ww-uitkering of een bovenwettelijke uitkering ontvangen in verband met de beëindiging van dat dienstverband; 4.externe sollicitanten. caturevolgorde altijd geldt en niet alleen bij reorganisaties. Artikel reguliere beëindiging van de bemiddelingsperiode en trajectovereenkomst 1.De bemiddelingsperiode en de trajectovereenkomst eindigen: a.bij plaatsing op een passende functie binnen de gemeente; b bij aanvaarding door de ambtenaar van een andere functie binnen of buiten de gemeente; c.bij een ontslag op eigen verzoek; d.bij ontslagverlening om een andere reden; e.na de bemiddelingstermijn van twee jaar, tenzij er besloten is tot een verlenging; f.na afloop van de termijn waarmee de bemiddelingsperiode is verlengd. Toelichting artikel Artikel reguliere beëindiging van de bemiddelingsperiode en trajectovereenkomst 1.De bemiddelingsperiode en de trajectovereenkomst eindigen: a.bij plaatsing op een passende functie binnen de gemeente; b bij aanvaarding door de ambtenaar van een andere functie binnen of buiten de gemeente; c.bij een ontslag op eigen verzoek; d.bij ontslagverlening om een andere reden; e.na de bemiddelingstermijn van twee jaar, tenzij er besloten is tot een verlenging; f.na afloop van de termijn waarmee de bemiddelingsperiode is verlengd; g. bij de feitelijke inzet op een functie langer dan 12 maanden. De medewerker gaat in dat geval over naar het organisatie-onderdeel waar de werkzaamheden de afgelopen 12 maanden zijn verricht. Toelichting artikel De boventalligheid wordt beëindigd bij de feitelijke inzet op een functie van meer dan 12 maanden. Stel dat de medewerker gedurende zes maanden werkzaamheden in een be- Nieuw lid g is toegevoegd bij lid 1 omdat de bemiddelingstermijn en daarmee de boventalligheid ook eindigt als de medewerker meer dan 12 maanden werkzaamheden verricht. In deze toelichting wordt uitgelegd waarom lid g is toegevoegd in artikel lid 1. Onderdeel g is afkomstig uit het Eindadvies Taskforce Flankerend personeelsbeleid orga- nisatieontwikkeling De 12