LET OP!!! Om een oordeel te geven over gedrag moet het hele plaatje meegenomen worden (lichaamstaal, omgeving, wat gebeurde ervoor en erna, enz.

Transcriptie

1 Kynologisch Instructeur Module A Hoofdstuk 3: Gedrag van Honden Kynocademy 1 LET OP!!! Om een oordeel te geven over gedrag moet het hele plaatje meegenomen worden (lichaamstaal, omgeving, wat gebeurde ervoor en erna, enz.) Kynocademy 2 1

2 Gedrag Hoe komt gedrag tot stand? Aangeboren of aangeleerd gedrag? Aangeboren gedrag hoeven we niet te leren Aangeleerd gedrag heeft in tegenstelling tot aangeboren gedrag, vaak een hele serie prikkels nodig om getoond te worden. Gedrag bestaat uit alle handelingen die een dier verricht, dus lichaamshoudingen, geluiden en alle acties, die het dier onderneemt Kynocademy 3 Interne en externe omgeving Zintuigen Gedrag Prikkels Motivatie Gedrag Kynocademy 4 2

3 Gedragselementen Gedrag omvat alles wat het individu doet Dus niet eenvoudig om te omschrijven Daarom gedragselementen. Gedragselementen zijn eenvoudig waar te nemen gedefinieerde korte handelingen Kynocademy 5 Gedragselementen Ogen Stand oren Rimpels Borstelen Tanden Mondhoeken Kynocademy 6 3

4 Gedragselementen Houding: Lage schouders Vooruitgestoken poten Pootje tillen Hogere achterhand Kijk uit!! Bij het benoemen van gedragselementen geven we geen oordeel over het gedrag Kynocademy 7 Intentiebewegingen Oversprongbewegingen Ambivalent gedrag Imponeergedrag Agressief gedrag Onderworpen gedrag Gedragshandelingen Kynocademy 8 4

5 Intentiebeweging Een intentiebeweging is een eerste aanzet tot een bepaald gedrag dat niet wordt afgemaakt. Bijv. bek aflikken en optillen voorpoot, voorstaan Jachthonden Kynocademy 9 Oversprongbewegingen Treedt op wanneer een dier zich in een situatie bevindt waarin een prikkel gegeven wordt die twee tegenstrijdige gedragspatronen tegelijk oproept. Er ontstaat daardoor spanning in het lichaam die uit het lichaam ontvloeit moet worden. Dit gebeurt door een nutteloze handeling, iets dat op dat moment met de situatie niets te maken lijkt te hebben Kynocademy 10 5

6 Oversprongbewegingen bij honden Geeuwen Uitschudden v.d. Vacht terwijl het niet regent Even rollen terwijl hij/zij geroepen wordt Even gauw een reukvlag uitzetten Krabben Oversprongsnuffelen Kynocademy 11 Ambivalent gedrag = het uiterlijke gedrag dat ontstaat bij een (gelijktijdige) combinatie van twee getoonde signalen met een tegengesteld betekenis Bijv. de houding van de hond die niet zeker weet of hij zal vluchten of zal bijten. Deze hond ziet er vaak heel ondernemend uit: de voortanden zijn dreigend ontbloot en de neus sterk rimpelend opgetrokken, de oren naar voren, maar de staart horizontaal of lager Kynocademy 12 6

7 Imponeergedrag = het uiterlijk vertoon van dier of mens dat aangeeft dat mens of dier ten opzichte van een soortgenoot op een hoger niveau staat Kynocademy 13 Agressief gedrag Onder agressie verstaan we zowel aanvalsgedrag als het dreiggedrag We onderscheiden twee soorten: 1. Intraspecifieke agressie: = agressie gericht op soortgenoten 2. Interspecifieke agressie: = agressie gericht op niet soortgenoten Kynocademy 14 7

8 Agressief gedrag Angstagressie Dominante agressie Aangeleerde agressie Onvoorspelbare agressie Omgerichte Agressie (Redirectieagressie) Ambivalente agressie Kynocademy 15 Onderworpen gedrag Met onderworpen/onderdanige houding Wordt aangegeven dat de hond zich lager in rangorde bevindt. Kenmerken: laag gedragen staart en de oren naar achteren en vooral de daaraan Vastgekoppelde gedragingen: Het zich klein maken en aanbieden van de kwetsbare lichaamsdelen (hals en keel) = totale onderwerping Het afwenden van de blik Het laten lopen van wat urine Het likken van de snuit/bek van de hoger geplaatste Kynocademy 16 8

9 Ridderlijkheidsinstinct = de bijtrem Op het moment dat er tussen twee honden een gevecht plaats vindt zal in het vertonen van deemoeds/overgave-signalen van de een de bijtrem van de ander in werking stellen Communicatieproblemen terriers (lage provocatiedrempel, hoge pijngrens, weinig ontwikkeld riddelijkheidsinstinct) Kynocademy Kynocademy 18 9

10 Kynocademy Kynocademy 20 10

11 Kynocademy Kynocademy 22 11

12 Kynocademy 23 Staarten Problemen Communicatie A) Zwaardstaart (Labrador) B) Sabelstaart (Belgische Herdershond) C) Ringstaart (Husky) D) Ring aan de staart (Afghaanse Windhond) E) Spiraalstaart (Wetterhoun) F) Krulstaart (Akita Inu) G) Opgerolde Krulstaart (Mopshond) H) Kurkentrekkerstaart (Franse Bulldog) Kynocademy 24 12

13 Oren Problemen Communicatie A) Prikoor of vossenoor (Duitse Herder) B) Vleermuis- of tulpoor (Franse bulldog, Welsch Corgi of Cardigan) C) Tipoor (Shelty en Schotse Collie) D) Knoboor (vele soorten terriërs) E) Kleinprikoor (Husky) F) Hangoor (Labrador Retriever) G) Loboor (Cocker spaniel) H) Rozenoor (Greyhound, Whippet) I) Kurkentrekkeroor (Basset) Kynocademy 25 Driften en Instincten Instinct: Afgerond geheel van gedragingen. Herhaalt zich altijd op dezelfde manier (vastgestelde loop) op een sleutelprikkel. Wordt door soortgenoten op dezelfde manier uitgevoerd. Wordt onder verschillende omstandigheden altijd op dezelfde wijze uitgevoerd en past zich niet aan de omstandigheden aan. Dient tot overleven van de soort. Drift: Het dier / de hond moet gehoor geven aan een innerlijke kracht. Heeft een einddoel als aanzet tot de handeling. De wijze waarop het einddoel wordt bereikt staat niet vast. Dient tot overleven van de soort Kynocademy 26 13

14 Vragen? Kynocademy 27 14