BIJ KONING LODEWIJK, 1) (Dee, 1807).

Transcriptie

1 AUDIENTIE EENER DEPUTATIE VAN OUDEWATER BIJ KONING LODEWIJK, 1) (Dee, 1807). Present nit den Raad alien, behalve de Leden Nielaen en W. van Veen Pz. Van Scheepenen alien, behalve Pha Brouwer. Vergadering van den Raad en het Collegie van Schout en Scheepenen den len December 1807, des avonds. Gedelibereerd op hetgeen door den President is to kennen gegeven, 't aan hem gecommuniceerde door den Heer Landdrost van dit Departement, to weten, of het niet allesints noodzakelijk was, dat door de Regering dezer stall wierd gedecerneerd een Commissie, ten fine om zij n Maj esteit den Koning van Holland met deszelfs komst en provisioneele etabliseering to Utrecht, als de Hoofdstad van dit Departement, to complimenteeren ; dat hij, president, niet konde ver- 1) Dit stuk, even ala die, medegedeeld in het vorige Deel dezer Bijdr. en Jlfededeel. (bl. 360 en volgg.), uit het Archief van Oudewater getrokken, kan ala een ataaltje dienen van hetgeen in eene kleine stall ten gevolge der regeeringaaanvaarding van Koning Lodewijk voorviel.

2 Audientie bij Koning Lodewijk, Bergen to declareeren, dat hij zich met het gevoelen van gemelde Landdrost in deezen [meende te] moeten confirmeeren, dock hoezeer zuiks to doen, dit welligt eenige difficulteit bij sommige Leeden dezer Vergadering konde vinden nit hoofde dat men niet wel zoo in de Fransche taal was bedreven als wel vereischt wierd om een zeker entretien met gemelde zijne Koninglijke Hoogheid to houden en het belang deezer Gemeente met die kracht voor oogen to stellen als zuiks behoorde, --dat hij, President, hierop doordenkende, hadde geinformeert aan den Heer M. J. Verroen, voor eenige jaren geweest zijnde Lid dezer Vergadering en die casu quo dus als een oud Lid moeste werden geconsidereert, of die ook genegen was om, daar dezelve al zeer wel bedreeven was in de Fransche taal en deezer stads belangens kennende, zich hiertoe to doen emploij eeren, -- dat hij, President, tot zijn genoegen was ontwaar geworden, dat denzelve niet ongenegen zoude zijn om deze Commissie op zich to nemen, en dierhalve gaarne de intentie van deeze Vergadering hierop wilde verneemen, en waarop dan geresolveerd zijnde een Commissie ten fine bovengemeld to decerneeren, en zijnde daartoe gecommitteert nit den Raad J. Putman en M. J. Verroen, en nit het Collegie van Scheepenen Baan en Vriesman, zijnde voorts [in] deze Vergadering nog zeer ampel en lange geconfereert, wat wel aan zijne Majesteit als de meest dringenste steedelijke belangens behoord to worden voorgedragen. Vergadering van den Raad en het Collegie van Schout en Scheepenen, den 12en Dec Alle present behalve Brouwer, scheepen. De Commissie op den ten dezer gedecerneerd nit

3 274 Audientie bij Koning Lodewijk, de Heeren Verroen, Putman, Baan en Vriesman, om zijn Majesteit den Koning van Holland to complimenteeren, ter vergadering verscheenen zijnde en bij monde van den Gecommitteerde Verroen gerapporteert zijnde, dat zij lieden op heden bij gemelde zijn Majesteit to Utrecht hadde gehad audientie, dat zijn Majesteit hen lieden 't eerst hadde aangesproken en na derzelver begeerten hadde geinformeerd, dat hij, Gecommitteerde, daarop zijn Majesteit hadde aangesproken in de volgende bewoordingen Sire! Afgevaardigt door den Raad der Gemeente van Oudewater om aan Uwe Majesteit deszelfs eerbiedige hulde to betuigen, zullen wij zooveel in ons is, trachten aan deeze eervolle tending to voldoen. Konden wij ons bij de aankomst van Uwe Majesteit ten Throon verblij den, met hoeveel to meerder reden achten wij ons heden niet gelukkig, daar het Uwe Majesteit behaagd heeft, Haare residentie to bepalen tot de Hoofdplaats yen een Departement waaronder onze stall behoord. Vergund ons Sire! haare onspoed bloot to leggen en hare belangen Uwe Majesteit op to dragen. Onze stall, schoon thans gering bevolkt, is eene der oudste steden van Holland ; hare bewooners door den oorlog uitgeput, hebben meerder geleden, en lijden op dit oogenblik nog meerder, dan de inwooners van eenige andere plaats, ter oorzaak dat de fabriequen, waarvan zij levee moeten, nit hoofde van derzelver onmiddelijke betrekking tot de Marine zich in eene doodelijke sluymering bevinden. Ja Sire! een bij naar volkomen, schoon onwillige werkeloosheid, is het ongelukkig lot van onze Burgerije, en het eenig schijnmiddel dat haar in derzelver

4 Audientie bij Koning Lodewijk, ellende overblijft, is hot guarnisoen dat Uwe Majesteit hear heeft gelieven to accordeeren, en hetwelk wij Uwe Majesteit thans smeeken hear altoos to laten. En dit [te] meerder, Sire! dear wij tot zeer groote kosten ondernomen hebben, de casernen in beter staat en logeabel voor de troupen to waken, en hot is alleen door onvermoeijden ijver en ten kosten onzer Burgerij e, dat wij hierin hebben kunnen slagen. Vergun den, Sire! dat wij hot verzoek van onze goede Burgerije herhalen, om hear hot guarnisoen altoos to laten. Hierdoor zal Uwe Majesteit eenigermate aan haare behoefte to gemoet komen en derzelver erkentenis vermeerderen. Neem aan, Sire! de eerbiedvolle wenschen voor Uwe Hooge persoon, mitsgaders de toegenegen en onwrikbare verknogtheid, waarmede wij Uwe getrouwe onderdaanen zijn. Pat zijn Majesteit daarop hadde gerepliceerd, dat, wet hot guarnisoen betreft, zijn Majesteit genegen was, dit alhier to doen verblijven, en voorts zich ten naauwkeurigste omtrent de fabrieken hadde gemformeerd, en waaromtrent door hen, Gecommitteerden, zooveel was geelucideerd als hen mogelijk was. Dat zijn Majesteit daarop verder hadde to kennen gegeven, dat hij voornemens was omme in de aanstaande week doze stad met eon bezoek to vereeren. Waarop gemelde Gecommitteerdens voor derzelver genomene moeite en gedaan Rapport zijn bedankt. Is voorts geresolveerd, om zoodanige middelen als eenigsints near de omstandigheden deezer stad ter receptie van moor gedagte zijn Majesteit mogelijk zijn, to beraamen. En waartoe in do eerste pleats de President Scheepen Cornelis Baan deszelfs hugs heeft geoffereerd, om door zijn Majesteit bij zijn aankomst to kunnen

5 276 Audientie bij I(oning Lodewijk, worden betrokken, welke offerte gratieuselijk is geaccepteert. En zijnde voorts den President J. Putman, benevens de Gecommitteerde Verroen en den Secretaris, gequalificeert om verder alles to bewerkstelligen wat tot de gezegde receptie van gemelde zijn Majesteit zal noodig zijn, hebbende gemelde Gecommitteerde Verroen op zich genomen om gemelde zijn Majesteit to recipieeren, en hem van 't een en ander, dat door Hoogst derzelver zal worden bezigtigt, de noodige elucidatie to geven.