'^$^^rz ^1, LAHDBOÏÏW WE ÏESTEELT ZEELAND. MAATSCHAPPIJ BEVORDERING. %^. iva» J»" _:9^ 'H&J^ lo'f AAN

Transcriptie

1 '^$^^rz 'H&J^ MAATSCHAPPIJ lo'f BEVORDERING AAN LAHDBOÏÏW WE ÏESTEELT IN ZEELAND. %^. iva» ^1, J»" _:9^

2

3 STATU T E N < MAATSCHAPPII aot BEïORDiRifi m mmm i IEWELT IN ZEELAND.

4

5 STATUTEN DER MAATSCHAPPIJ TOI IN ZEELAND. HOOFDSTUK I. Over den aard en het doel. ARÏIKEL 1. Dc Maatschappij van Landbouw en Veeteelt in de Provincie Zeeland., is een zedelijk ligchaam, opgerigfc ten jare 1843, onder het protectoraat van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden. ART. 2. Zij heeft ten doel, om door alle gepaste, en voor haar bereikbare, middelen, de belangen te bevorderen van Landbouw en Veeteelt in Zeeland; zoodanig, dat door aanwending van betrekkelijk geringe opofferingen en kosten, meerdere en betere uitkomsten worden verkregen. ART. 3, De middelen, om dit doel te bereiken, bestaan in het

6 _ 2 houden van bijeenkomsten van landbouwers, grondeigenaren en alle andere belanghebbenden ; het bespreken bij die gelegenheden van hetgeen belangrijk voor den Landbouw, de Veeteelt en hetgeen daarmede onmiddellijk in verband staat, valt op te merken; en, naarmate de krachten der Maatschappij zulks toelaten, in het verspreiden van nuttige geschriften, ter mededeeling van door ondervinding beproefde en nuttig bevondene toestellen, en ter verkrijging van meerdere kennis van landhuishoudkunde ; het houden van tentoonstellingen; het geven van premiën en belooningen ; het aankoopen van werktuigen en vee, ter verbeteringen veredeling van hetgeen ten dien aanzien bestaat; het nemen van proeven op gemeenschappelijke kosten, en dergelijke meer. ART. 4. Het maatschappelijk jaar loopt van den eersten Januarij tot den laatsten December. HOOFDSTUK II. Over de lieden. ART. 5. Alle ingezetenen der Provincie Zeeland kunnen als gewone leden worden aangenomen. Zij, welke buiten de Provincie of het Rijk woonachtig zijn, kunnen als buitenleden worden toegelaten. Tot eereleden kannen worden benoemd, zoodanige m den Landbouw of de Veeteelt verdienstelijke mannen, welke aan deze Maatschappij reeds diensten hebben

7 5 bewezen, of door erkende kunde aan haar nuttig kunnen zijn. ART. 6. Het gewone lidmaatschap wordt verkregen op voordragt van een der leden, bij meerderheid van stemmen, in eene der afdeelingen erlangd. ART. 7, Het buiten-lidmaatschap wordt verleend door het Hoofd- Bestuur, op aanmelding of voordragt van een lid der Maatschappij; welk Bestuur, bij inwilliging van het verlangen, de afdecling aanwijst, waartoe het buitenlid zal behooren. ART. 8. Het eere-lidmaatschap wordt door het Hoofd-Bestuur aangeboden, en ter kennis gebragt der algemeene vergadering. AKÏ. 9. De algemeene Voorzitter, of die zijne plaats bekleedt bij algemeene vergaderingen, heeft de bevoegdheid bij die gelegenheid voorloopig, doch niet langer dan voor het loopende maatschappelijk jaar, het gewone-en buitenlidmaatschap te vei'leenen. ART. JO. Do aanneming van alle leden, zonder onderscheid, geschiedt door middel van stemming, bij briefjes, tenware «//e leden cene mondelinge stemming verlangen.

8 4 ART. 11. Het lidmaatschap houdt stand, tot dat er schriftelijk zal kennis gegeven worden aan het Hoofd- of Afdeelings- Bestuur, waartoe men behoort, dat men zijn ontslag neemt. Ook het Hoofd-Bestuur kan, om redenen van algemeen of bijzonder belang der Maatschappij, iemands lidmaatschap opzeggen en ontnemen, na het Afdeelings- Bestuur, waartoe het lid behoort, dienaangaande gehoord te hebben. ART. 12. Alle leden der Maatschappij hebben gelijke regten ; alleen kunnen gewone leden eenige betrekking bij haar bekleeden. ART. 13. De bijdragen voor ieder gewoon en buitengewoon lid is f 2,00 voor elk maatschappelijk jaar, te betalen in de eerste drie maanden van elk jaar, of bij de aanvaarding van het lidmaatschap, op eene kwitantie van den Penningmeester van het Hoofd-Bestuur, of van de respective Afdeelings-Besturen, welke tevens dient als toegangsbewijs lot de algemeene vergaderingen der Maatschappij. ART. 14. Bedoelde bijdrage is het eerste fonds van de Maatschappij, tot bereiking van haar doel ; de helft daarvan wordt ffestort in de kas van het Hoofd-Bestuur, terwijl de we- Ö derhelft ter beschikking blijft van de betrokkene Afdeclingen.

9 5 ART. 15, Bijzondere giften zullen met welgevallen worden aangenomen, en daarvan eervolle melding geschieden; terwijl aan het IIoofd-Bestuur is aanbevolen om, door pogingen tot erlanging van bijdragen, uit Provinciale- of Landskassen, de Maatschappij in staat te stellen, aan haar doel bevorderlijk te zijn. HOOFDSTUK III. Over het Bestuur. ART. 16. Het Bestuur der Maatschappij bestaat uit een Iloold- Bestuur en Afdeelings-Besturen, welke laatsteu iu onderscheidene gedeelten der Provincie zullen gevestigd worden, naarmate er behoefte en gelegenheid bestaat; alles onder goedkeuring van het IIoofd-Bestuui-. ART. 17. liet Hoofd-Bestuur zal zijn zamengesteld uit eenen algemeenen Voorzitter en Onder-Voorzitter, uit de Voorzitters en één der Leden van elk der Afdeelings-Besturen, daartoe jaarlijks afgevaardigd. benevens uit eenen algemeenen Secretaris en Pcnningmeestei'. Allen zijn stemhebbende leden, zullende bij staking van stemmen, die des Voorzitters beslissen. ART. 18. Dit Bestuur is gevestigd ter plaatse, waar de algemeenc Voorzitter woont; terwijl de vergaderingen tweemalen iu het jaar, en wel in de maanden April en November,

10 1 6 zullen moeten plaats hebben binnen de hoofdstad der Provincie ; zullende overigens zoodanige meei'dere vergaderingen worden gehouden, als de Voorzitter of een derde der leden nuttig en noodig achten. ART. 19. De benoemingen van den algemeenen Voorzitter, den Onder-Voorzitter, den algemeenen Secretaris en Penningmeester, geschieden door het Hoofd-Bestuur, bij volstrekte meerderheid der aanwezige en stemmende leden, door middel van briefjes, voor een tijdvak van drie jaren; doch zoodanig, dat de Onder-Voorzitter niet te gelijk met den algemeenen Voorzitter aftreedt; zullende mitsdien, bij gelijktijdige aftreding van den Voorzitter en On der-voorzitter, deze laatste een jaar langer zitting hebben. Allen zijn telkens herkiesbaar. ART. 20. De Afdeelings-Besturen bestaan uit een' Voorzitter, Onder-Voorzitter, Secretaris, Penningmeester en minstens zes leden. ART. 21. De verkiezing van de Voorzitters, Onder-Voorzitters, Secretarissen en Penningmeesters der Afdeelings-Besturen, geschiedt door de leden der respective Afdeelingen, in den regel bij de eerste vergadering in elk jaar, bij volstrekte meerderheid der aanwezige en stemmende leden, door middel van briefjes, en heeft plaats voor een tijd-

11 7 vak van tweo jaren ; zijnde de aftredende leden herkiesbaar. ART. 22. Het Hootd-Bestuur en de Afdeelings-Besturen regelen, bij huishoudelijke reglementen, de wijze hunner te houdcne vergaderingen; zullende het reglement van hel Hoofd-Bestuur ook van toepassing zijn, bij het houden van algemeene vergaderingen. ART. 23. De leden van het Hoofd-Bestuur en van de Afdeelings- Besturen zijn zedelijk, en in het belang der Maatschappij, verpligt, om de vergaderingen hunner respective Besturen bij te wonen. ART. 24. Van alle vergaderingen vsrorden door de respective Secretarissen aanteekeningen gehouden, welke op de eerstvolgende bijeenkomsten worden voorgelezen, en, na goedkeuring, door den Voorzitter en Secretaris geteekend. Deze notulen worden bewaard. HOOFDSTUK IV. Over de werkzaamheiien van het Hoofd-Bestuur. ART. 25. Het is de roeping van het Hoofd-Bestuur, om aan de Maatschappij die strekking te geven, welke met haar doel overeenkomt ; terwijl hetzelve haar, bij aüc Besturen en Overheden, vertegenwoordigt.

12 8 ART. 26. Het beheer en bestuur, over alle gelden en goederen der Maatschappij, is aan hetzelve opgedragen. liet vcrrigt de noodige aankoopen voor rekening der Maatschappij, ten einde proeven tot veredeling van het vee en tot verbeteriog van zaden, planten, landbouwersof arbeiders-gereedschappen, te nemen. Het ondersteunt, des noodig, de Afdeelingen met geld of voor- werpen, naarmate dit het meest gepast en belangrijk voorkomt. Van de ontvangsten en uitgaven doet het jaarlijks rekening en verantv?oording, bij de algemeene vergadering, en deelt alsdan mede den staat en inventaris harer bezittingen. Het heeft de zorg, het beleid en de geheele regeling der jaarlijks te houdene algemeene vergadering; het deelt alsdan aan die vergadering den toestand van de Maatschappij, en, zoo veel mogelijk, van den Landbouw en de Veeteelt in de Provincie, over het afgeloopene jaar, mede. Het regelt ook de te houdene algemeene Tentoonstellingen van vee en voorwerpen, tot den Landbouw betrekking hebbende", het benoemt de Keurmeesters, uit de voordragten der Afdeelingen, en looft, van wege de Maatschappij, zoodanige premien, medailles of getuigschriften uit, als het nuttig en noodig oordeelt. Het doet oproepingen aan de leden der Maatschappij, tot het raededeelen van belangrijke zaken, en tot het doen van giften, ter bekrooning of aanmoediging bij de Tentoonstellingen.

13 9 HOOFDSTUK V. Over de werkzaamheden der Afdeellngen. ART. 27. De Aftleelingen zullen het IIoofd-Bestuur ondersteunen ter bereiking van het doel der Maatschnppij; ook voorlichten omtrent al datgene, hetwelk het IIoofd- Bestuur, in het belang der Maatschappij, wenscht te weten ; waaronder voornamelijk behoort het indienen van een beredeneerd verslag, omtrent den toestand van den Landbouw en de Veeteelt, over het afgeloopene jaar; vermelding van hetgeen als nieuw of verbetei'd, met meerder of minder goed gevolg, door leden harer Afdeeling, of ook door andere personen, ten opzigte van Landbouw en Veeteelt, is vei'rigt; en het geven van wenken, aangaande hetgeen ter bevordering van de Maatschappij, zoude kunnen worden ingevoerd of weuschelijk was te beproeven; zoo mede de opgave der punten, vermeld bij art. 34, litta- a. Welk verslag, na de éérste vergadering der Afdeeling in elk jaar, en wel vóór den 15den Maart, aan het IIoofd-Bestuur moet ingezonden worden; terwijl zij, ter gelijker tijd, de voordragten Indienen van personen, die, tijdens de algemeene Tentoonstellingen, als Keurmeesters en hunne plaatsvervangers in aanmerking komen; te weten één persoon voor elke soort van voorwerpen, bij art. 43 vermeld. ART. 28. De Besturen der Afdeelingen zullen trachten, door doelmatige raededeelingen en gesprekken, den ijver tot vei'betering van den Landbouw, de Veeteelt, en wat

14 10 daarmede in verband staat, op te wekken, daardoor, en door het rondzenden of verkrijgbaar stellen van nuttige landhuishoudelijke geschriften, meerdere kennis te verspreiden. Zij zullen wijders Tentoonstellingen en Wedstrijden kunnen houden, en zoodanige maatregelen nemen, als doelmatig worden geacht. ART. 29. De Afdeelingen zullen minstens viermalen in het jaar vergaderen, en wel in de maanden Februarij, Mei, September en November. ARÏ. 30. Van alle ontvangsten en uitgaven wordt, in de éérste vergadering van elk jaar, rekening en verantwoording gedaan. Zoo ook geschiedt er alsdan mededecling van den staat der goederen, zoo aan de Maatschappij als aan de Afdeeling toebehoorende. Van deze rekening en mededeeling wordt ten spoedigste afschrift gezonden aan het Hoofd-Bestuur. ART. 31. Bij alle vrijheid van handelen, binnen haren werkkring, zal nogtans geene Afdeeling zich tot eenige Gewestelijke of Rijks-instelling in betrekking mogen stellen, buiten tusschenkomst van het IIoofd-Bestunr.

15 11 HOOFBSTÜK VI. Over de Algexueene Vergadering. ARÏ. 32. Éénmaal in het jaar, en wel in de maanden Junij of Jnlij, wordt er eene algemeene vergadering gehouden, zooveel mogelijk beurtelings in eene der verschillende Kantons van de Provincie, door het Hoofd-Bestuur aan te wijzen. ART. 33. Bij gelegenheid dezer vergaderingen, zal tevens gehouden worden eene Tentoonstelling van alle zoodanige voorwerpen, welke op den Landbouw en de Veeteelt betrekking hebben. En voor zooveel de fondsen der Maatschappij en de giften van bijzondere personen dit toelaten, zullen er premien, medailles en getuigschriften worden iiitgeloofd en versti'ekt, voor hetgeen als bijzonder nuttig en aanbevelingswaardig wordt geoordeeld, of hetwelk de verdienste heeft van verbetering of uitvinding; zullende de leiding en regeling van een en ander geheel aan het Hoofd-Bes tuur verbleven zijn. AKT. 34. Twee maanden vóór de vergadering, wordt den leden, van wege het Hoofd-Bestuur, kennis gegeven, door middel der nieuwspapiei-en, van de plaats, den dag en het uur, waarop de algemeene vergadering en de tentoonstelling zullen plaats hebben; en ééne maand daarna, door middel van brieven of billetten :

16 12 a. van de punten, welke door de Af'declingen voorgesteld en door het Hoofd-Bes tuur goedgekeurd, zullen behandeld worden ; b. van de prijsvragen, zoo die zullen uitgeschreven worden ; c. van de uitloving van preniien, wegens de hij de Tentoonstelling te brengene voorwex'pen, zoo van wege het Hoofd-Bes tuur als door particulieren te verkenen ; d. van de voorwerpen, welke van wege de Maatschappij zullen worden ten toon gesteld, en e. van al datgeen, hetwelk het Hoofd-Bestuur vei-meent nuttig te zijn, dat bij tijds ter kennis van de leden der Maatschappij wordt gebragt. ART. 35. Het doel der algemeene vergadering zal zijn: a. de leden met den toestand der Maatschappij en van den Landbouw en de Veeteelt, gedurende het afgeloopene jaar, bekend te maken; b. het vaststellen der rekening, en de verantwoording der goedei'cn van de Maatschappij ; c. het doen van mededeelingen over zaken den Landbouw of de Veeteelt betreffende ; d. het behandelen der punten, door de Afdeelingen aan het Hoofd-Bestuur opgegeven, en door dit Bestuur goedgekeurd; of wel zoodanige andere, als vóór de algemeene vergadering aan den Voorzitter medege-

17 13 deeld, door dezen vatbaar worden gerekend, om besproken te worden, en e. het bekend maken van de namen der beoordeelaars, belast met de keuring der op de Tentoonstelling gcbragte voorwerpen. ART. 36. De algemeene Voorzitter, Onder-Voorzitter of een lid van het Hoofd-Bestuur, doet verslag van den toestand der Maatschappij, en zoo veel mogelijk van den Landbouw en de Veeteelt in de Provincie, gedurende het vooraf gegane jaai'. ART. 37. De rekening en verantwoording wordt in tijds door iict Uoofd-Bestuur, in handen eener daartoe, dooi' hetzelve in de voorjaars-vergadering, te benoemene commissie gesteld, welke in de algemeene vergadering dienaangaande verslag doet. ART. 38. Elk lid der Maatschappij wordt de vrijheid gelaten om mededeelingen te doen, omtrent de belangen van den Landbouw en de Veeteelt, mits het onderwerp aan het Hoofd-Bestuur zij opgegeven, zoo mogelijk acht dagen vóór de algemeene vergadering. ART. 39. Geene redevoeringen of bijdragen mogen een ander onderwerp ten grondslag hebben, dan die de belangen van Landbouw en Veeteelt betreffen, alle theologische of staatkundige toespelingen zullen niet geoorloofd zijn.

18 14 Ook zal eiken spreker slechts vergund wezen een half uur te spreken. ART. 40. Na de redevoeringen en bijdragen, worden de beraadslagingen geopend over de punten ter behandeling opgenomen, in zoodanige volgorde, als de Voorzitter zal regelen ; terwijl door hem tevens de beraadslagingen worden gesloten, en de vergadering geschorst of verdaagd, indien dit hem, óf voor het belang, óf voor de goede verstandhouding der leden, wenschelijk voorkomt. ART. 41. De Tentoonstelling zal kunnen bevatten alle voorwei-- pen, welke tot den Landbouw en de Yeeteelt betrekkin-^ hebben. Zij, die genegen zijn voorwerpen in te zenden,' zullen daarvan, veertien dagen te voren, aan het Afdeelings-Bestuur, bij hetwelk de Tentoonstelling zal plaats hebben, behooren kennis te geven, met opgave van hetgeen zi] voornemens zijn aan te brengen, benevens vermelding van de soort en den juisten ouderdom van het vee ; alsmede eene bepaalde beschrijving van alle andere ten toon te stellene voorwerpen. ART. 42. Geene prijzen, premien of getuigschriften zullen worden toegekend, dan aan leden der Maatschappij : terwijl bij dü bekrooning, des gevorderd, zal moeten bewezen Avorden, dat het voorwerp minstens drie maanden in het bezit van den tegenwoordigen eigenaar is geweest, of in dat van een lid der Maatschappij.

19 15 In bijzondere gevallen, en bij algemeene bekendheid van het onvermogen der inzenders van eenig werktuig, zal het lidmaatschap niet worden vereischt. ART. 43. De beoordeelaars of keurders van de ten toon gestelde voorwerpen, zullen, zoo veel mogelijk, genomen worden buiten het District woonachtig, alwaar de Tentoonstelling gehouden wordt; en zullen voor de Paarden bestaan uit twee Veeartsen en één Landbomver; voor het Rundvee: uit twee Landbouwers en één Veearts; voor de Schapen en Varkens: uit drie deskundigen, hetzij Slagers of Veehouders ; voor de Werktuigen: uit twee Werktuigkundigen en één Landbouwer. Zij zullen, in overleg met het Hoofd-Bestuur, of met eene commissie uit hetzelve, de prijzen, premien, medailles of getuigschriften regelen, doch zoodanig, dat de toekenning door de benoemde deskundigen alleen wordt beslist. SLOTBEPALING. Deze Statuten zullen in werking treden met den ]sten Januarij 1853, en geene veranderingen daarin door het Hoofd-Bestuur kunnen worden gemaakt, dan na alvorens de Afdeelingen te hebben gehoord.

20 v3 ^ 'T 1 n r J 3 i 1 4 '^

21

22 i e O*? 't'ss^2k «edrnkt bij V.V. AUEB. CV^jJ-^^