STATUTEN. Naam en zetel Art. 1. De vereniging draagt de naam Bridgeclub Uitgeest. Zij heeft haar zetel in de gemeente Uitgeest.

Transcriptie

1 BRIDGECLUB UITGEEST. STATUTEN Naam en zetel Art. 1. De vereniging draagt de naam Bridgeclub Uitgeest. Zij heeft haar zetel in de gemeente Uitgeest. Doel Art. 2. De vereniging heeft ten doel de beoefening van het bridgespel. Zij tracht dit doel te bereiken door: - de leden de gelegenheid te bieden het bridgespel te beoefenen; - zich aan te sluiten bij de Nederlandse Bridge Bond; - het deelnemen aan kompetities en wedstrijden; - het organiseren van wedstrijden en cursussen en oefeningen en - al hetgeen voor de beoefening van het bridgespel nuttig kan worden geacht. Duur, verenigingsjaar Art. 3. De vereniging is opgericht op 29 oktober 1969 te Uitgeest. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd. Het verenigingsjaar, tevens het boekjaar, loopt van 1 juni tot 31 mei van het volgende jaar. Lidmaatschap Art. 4. De vereniging jent gewone leden, jeugdleden en ereleden. Waar in deze statuten wordt gesproken van leden, worden daaronder verstaan gewone leden, jeugdleden en ereleden. Art. 5. Het bestuur beslist over de toelating tot gewoon lid van iemand, die daartoe schriftelijk een verzoek bij het bestuur heeft ingediend. Indien het bestuur iemand niet als gewoon lid toelaat kan de algemene ledenvergadering alsnog tot toelating besluiten. Iemand die door de Nederlandse Bridge Bond is geroyeerd kan geen gewoon lid worden.

2 Art. 6. Het bestuur beslist over de toelating tot jeugdlid van iemand, die daartoe schriftelijk een verzoek bij het bestuur heeft ingediend en de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft bereikt. Indien het bestuur iemand niet als jeugdlid toelaat kan de algemene ledenvergadering alsnog tot toelating besluiten. Iemand die door de Nederlandse Bridge Bond is geroyeerd kan geen jeugdlid worden. Een jeugdlid wordt gewoon lid bij de aanvang van het verenigingsjaar dat volgt op het verenigingsjaar waarin het jeugdlid de leeftijd van 25 jaar heeft bereikt. Art. 7. Ereleden zijn zij die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de vereniging in het kader van het doel van de vereniging, door de algemene ledenvergadering daartoe zijn benoemd. Art. 8. Het lidmaatschap van gewone leden, jeugdleden en ereleden is niet overdraagbaar. Art. 9. Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste 1 jaar indien het lid in strijd handelt met zijn verplichtingen als lid of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad of indien de Nederlandse Bridge Bond dit lid heeft geschorst. Gedurende de periode dat het lid is geschorst vervallen de aan het lidmaatschap verbonden rechten. Van een schorsing wordt het lid bij aangetekende brief met vermelding van redenen in kennis gesteld. De schorsing gaat 3 dagen na het verzenden van bedoelde brief in. Indien de schorsing heeft plaatsgevonden ten gevolge van schorsing door het bestuur van de Nederlandse Bridge Bond heeft de geschorste alleen de beroepsmogelijkheden als omschreven in de statuten en het Huishoudelijk Reglement van de Nederlandse Bridge Bond. In alle andere gevallen kan een geschorste ten een schorsingsbesluit in beroep gaan bij de algemene ledenvergadering van de vereniging.

3 Einde lidmaatschap Art. 10. (1) Het lidmaatschap eindigt door: - overlijden; - opzegging door het lid; - opzegging door het bestuur of royement. (2) Opzegging ven het lidmaatschap kan slechts schriftelijk geschieden bij het bestuur. Indien het bestuur het bericht van opzegging vóór 1 september van enig verenigingsjaar ontvangt, wordt het lidmaatschap geacht te zijn geëindigd op 1 juni daaraan voorafgaande. Indien het bestuur het bericht van opzegging ná 1 september ontvangt, eindigt het lidmaatschap op 1 juni van het volgend verenigingsjaar. (3) Opzeggingen van het lidmaatschap door het bestuur vindt plaats indien het lid niet meer aan zijn verplichtingen als lid voldoet, alsmede wanneer van de vereniging redelijkerwijze niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Deze opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar door een schriftelijke kennisgeving, die uiterlijk 4 weken voor de laatste dag van het verenigingsjaar ter post moet zijn bezorgd. (4) Indien een opzegging door het bestuur niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het betrokken lid de opzegging aanvaardt en dit schriftelijk meedeelt aan het bestuur. (5) Royement kan alleen worden uitgesproken wanneer iemand in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze heeft benadeeld, of indien betrokkene door het bestuur van de Nederlandse Bridge Bond is geroyeerd. Het royement wordt door het bestuur uitgesproken op grond van een overeenkomstig besluit van de Nederlandse Bridge Bond. In dat geval heeft de geroyeerde alleen recht van beroep als omschreven in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de Nederlandse Bridge Bond. In alle andere gevallen kan royement slechts worden uitgesproken door de algemene ledenvergadering op voorstel van het bestuur of op voorstel van minstens een derde van het aantal leden. Het bestuur stelt de betrokkene bij aangetekend schrijven op de hoogte van het voorstel tot royement onder opgave van de redenen die tot het voorstel hebben geleid. Het betreffende lid heeft het recht zich mondeling tegen het voorstel tot royement te verdedigen

4 op de algemene ledenvergadering. Hangende de behandeling van het beroep is de betrokkene geschorst. Van het besluit tot royement door de algemene ledenvergadering wordt de betrokkene bij aangetekend schrijven door het bestuur in kennis gesteld. Elk royement wordt ter kennis gebracht van de Nederlandse Bridge Bond. Op het besluit van de algemene ledenvergadering, waarop het beroep tegen het royement is behandeld, is geen beroep mogelijk. (6) Wanneer het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar door welke oorzaak dan ook eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor het gehele jaar door de betrokkene verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit. Donateurs Art. 11. (1) Donateurs zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die door het bestuur als donateur zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om jaarlijks een met het bestuur overeengekomen bijdrage te storten. (2) Het donateurschap eindigt door overlijden of door schriftelijke opzegging bij of door het bestuur. Geldmiddelen Art. 12. (1) De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit contributie, donaties en schenkingen, entreegelden en eventuele andere baten. (2) Ieder jaar wordt door de jaarlijkse algemene ledenvergadering de hoogte van de contributies, entreegelden en minimum donaties vastgesteld. (3) Ereleden zijn vrijgesteld van contributiebetaling. Bestuur Art. 13. (1) Het bestuur bestaat uit een door de algemene ledenvergadering te bepalen aantal van minstens 5 personen. (2) De voorzitter, secretaris en penningmeester worden door de jaarlijkse algemene ledenvergadering uit de leden van de vereniging in functie benoemd. (3) De algemene ledenvergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid van ten minste tweederde der geldig uitgebrachte stemmen vereist.

5 (4) De bestuursleden zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzegtermijn van ten minste 3 maanden. (5) De gekozen bestuursleden treden elk 3 jaar na hun verkiezing af volgens een door het bestuur op te stellen rooster. Zij zijn terstond herkiesbaar. (6) In tussentijdse vacatures kan door het bestuur tijdelijk, tot de volgende algemene ledenvergadering, worden voorzien, indien het bestuur dit nodig acht. Art. 14. (1) Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Het bestuur is bevoegd de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen en kan daartoe minimaal twee van zijn leden machtigen. (2) Voor het beschikken over bank- en girosaldi is de handtekening van de penningmeester voldoende. Technische Commissie Art. 15. (1) De technische commissie bestaat uit een door de algemene ledenvergadering te bepalen aantal van minstens 2 personen. (2) De leden van de technische commissie worden door de jaarlijkse algemene ledenvergadering uit de leden van de vereniging gekozen. (3) De leden van de technische commissie treden elk 3 jaar na hun verkiezing af volgens een door het bestuur op te maken rooster. (4) Voor de bepalingen ten aanzien van schorsing, ontslag en vacatures gelden de overeenkomstige bepalingen van art. 13. Rekening en verantwoording Art. 16. (1) Binnen 3 maanden na afloop van elk boekjaar wordt een jaarlijkse algemene ledenvergadering gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen verenigingsjaar gevoerd beleid. (2) De jaarlijkse algemene ledenvergadering benoemt een commissie van tenminste 2 leden, die geen deel uit mogen maken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar. De commissie brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen.

6 (3) Het bestuur is verplicht aan deze commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar kas en de waarden der vereniging te tonen en inzage van boeken en bescheiden van de vereniging te geven. (4) Goedkeuring door de jaarlijkse algemene ledenvergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot décharge. Algemene ledenvergadering Art. 17. (1) De algemene ledenvergadering wordt bijeen geroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van 14 dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden en donateurs te zenden schriftelijke mededeling, met vermelding van de te behandelen onderwerpen. (2) Behalve de in art. 16 genoemde jaarlijkse algemene ledenvergadering zullen algemene ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks schriftelijk, met opgave van de te behandelen onderwerpen, wordt verzocht door ten minste eenderde van het aantal leden. (3) Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het bestuur verplicht tot het houden van een algemene ledenvergadering op een termijn van niet langer dan 4 weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen 14 dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene ledenvergadering bijeenroept. Art. 18. (1) Leden en donateurs hebben toegang tot de algemene ledenvergadering. De leden hebben ieder één stem. De donateurs hebben geen stemrecht. De jeugdleden hebben geen passief stemrecht, zolang zij niet meerderjarig zijn. (2) Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter. (3) Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid van stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is diegene gekozen, die de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd.

7 Indien niemand de meerderheid heeft verkregen wordt een tweede stemming gehouden tussen de twee personen, die hei grootste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is diegene gekozen, die bij die tweede stemming de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien er meer dan twee personen zijn waarover herstemming moet plaatsvinden beslist de voorzitter van de vergadering over de wijze van herstemming. Indien bij de tweede stemming de stemmen staken beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en ondertekende stemformulieren. (4) Een ter algemene ledenvergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel, aangevend dat een besluit is genomen, is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats waarvan de meerderheid der vergadering of. indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijke of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Art. 19. (1) De voorzitter van de vereniging leidt de vergadering. Bij zijn afwezigheid zal een der andere bestuursleden de vergadering leiden. Bij afwezigheid van het bestuur dient de algemene ledenvergadering zelf in het voorzitterschap te voorzien. (2) Van het ter algemene ledenvergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen gemaakt. Statutenwijziging Art. 20. (1) Wijziging van de statuten kan slechts plaats vinden na een besluit van de algemene ledenvergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin een wijziging van de statuten zal worden voorgesteld, alsmede met de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging. (2) Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten door een algemene ledenvergadering waar ten minste tweederde van het aantal stemgerechtigden van de vereniging aanwezig is, met een meerderheid van ten minste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen. (3) Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige stemgerechtigden tot statutenwijziging worden besloten op een volgende, ten minste 8 dagen doch uiterlijk

8 30 dagen na de eerste te houden vergadering, met een meerderheid van tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen. Art. 21. De statutenwijziging treedt onmiddellijk in werking. Ontbinding van de vereniging Art. 22. (1) Behouden het bepaalde in artikel 50 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de algemene ledenvergadering, genomen met ten minste tweederde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen in een vergadering waarin ten minste drievierde van de leden aanwezig is. (2) Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige stemgerechtigden tot ontbinding worden besloten op een volgende, ten minste 8 dagen doch uiterlijk 30 dagen na de eerste te houden vergadering, met een meerderheid van tweederde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen. (3) Bij de oproeping tot de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergaderingen moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. (4) Indien bij een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur. (5) De bestemming van een eventueel batig saldo zal door de algemene ledenvergadering worden bepaald. (6) Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de worden in liquidatie. Huishoudelijk reglement Art. 23. (1) De algemene ledenvergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, de introductie, het bedrag van de contributies en entreegelden, het bedrag van de minimum donatie, de taken en werkzaamheden van het bestuur en de technische commissie, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van stemrecht en alle verdere onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt. (2) Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de algemene ledenvergadering op voorstel van het

9 bestuur of indien dit schriftelijk wordt verzocht door tenminste eenderde gedeelte van de leden van de vereniging (3) Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen bevatten die onverenigbaar zijn met de dwingende rechtelijke bepalingen van de wet, met de statuten, of met reglementen van de Nederlandse Bridge Bond. Slotbepalingen Art. 24 In gevallen waarin deze statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het bestuur. Overgangsbepalingen Art. 25 Zolang het bestaande huishoudelijk reglement niet is vervangen door een op deze statuten afgestemd huishoudelijk reglement, blijven alle bepalingen van het bestaande huishoudelijk reglement van kracht voor zover zij niet met deze statuten in strijd zijn.

10