Het aantal woninginbraken is in 2016 met -22% afgenomen ten opzichte van 2015

Transcriptie

1 Typ teksttyp teksttyp tekst Burgemeester 001 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag De voorzitter van de Commissie Bestuur Datum 3 april 2017 rm- RIS Contactpersoon E. Berg Dienst Bestuursdienst Afdeling Directie Veiligheid Telefoonnummer adres edwin.berg@denhaag.nl Onderwerp Voortgangsbericht integrale aanpak woninginbraak en Donkere Dagen Offensief 2016/2017 Zeer geachte mevrouw Özmen, In 2016 is het aantal woninginbraken in Den Haag ten opzichte van 2015 flink afgenomen. Zowel het aantal voltooide inbraken als het aantal niet geslaagde pogingen daalden met -22%. In absolute cijfers daalde het aantal voltooide inbraken in deze periode van naar en het aantal pogingen van naar 807. Van 2012 tot en met 2014 liet het aantal voltooide inbraken in Den Haag een dalende trend zien. Maar in 2015 steeg het aantal voltooide woninginbraken ten opzichte van het jaar ervoor met +5% en het aantal niet geslaagde pogingen met +18%. Deze stijging was aanleiding om het voorkomen van woninginbraak en het opsporen van daders, vooral in de meest inbraakgevoelige (robuuste) gebieden in Centrum en Escamp nog eens een extra impuls te geven. Dit met een positief resultaat. Het aantal woninginbraken is in 2016 met -22% afgenomen ten opzichte van 2015 Prioritering en capaciteit aanpak In het voorjaar van 2015 zijn we bij de integrale aanpak van woninginbraken gaan werken met geprioriteerde verzorgingsgebieden. Dit op basis van de woninginbraakcijfers over de afgelopen jaren en het risico op woninginbraak 1. Deze prioritering helpt om te bepalen waar menskracht en middelen het beste kunnen worden ingezet. Daarbij gaat het om zaken als inzet van recherche, het treffen van inbraakwerende maatregelen en preventievoorlichting. Bij de prioritering van gebieden hanteren we de indeling robuust, normaal en light. In de robuuste gebieden zetten we de meeste mensen en middelen in en in de light gebieden geldt een zogeheten basis aanpak. Vlak voor het Donkere Dagen Offensief, waarin het voorkomen van woninginbraak een prominentie rol speelt, beoordelen we of de gebiedsindeling nog actueel is. 1 inbraakrisico: het aantal woningen met een (poging tot) inbraak per per jaar. Dit inbraakrisico was 12 in 2015 en is gedaald naar 9 in Gemeente Den Haag Postbus Telefoonnummer Spui DJ Den Haag Den Haag

2 Medio 2015 zag de indeling er als volgt uit: - de robuuste gebieden: Zuiderpark, Beresteinlaan, Loosduinen, De Heemstraat, Hoefkade en Laak. - de normale gebieden: Segbroek en Jan Hendrikstraat; - de light gebieden: Overbosch, Leidschenveen-Ypenburg en Scheveningen. In oktober 2016 is, voorafgaand aan het Donkere Dagen Offensief, Loosduinen aangemerkt als normaal gebied, vanwege een structurele daling van het aantal inbraken. Hotspots Binnen de geprioriteerde gebieden zijn hotspots bepaald op basis van de gebiedsscans van de basisteams van de politie. In aansluiting op het Regionale Beleidsplan (RBP) van de eenheid Den Haag, zoals vastgesteld door het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO), is bij de Haagse aanpak van woninginbraken sprake van: - scherpe focus op de meest hardnekkige hotspots; - integrale, probleemgerichte aanpak op basis van gezamenlijke probleemanalyse; - slachtoffergerichte, dadergerichte en omgevingsgerichte aanpak; - stimuleren van bewoners om zelf een actieve bijdrage te leveren, door verdachte situaties vroegtijdig te melden en hun woning en wijk te beschermen. In dat kader betrekken we de wijkgerichte bewonersinitiatieven veiligheid en de contactpersonen van de ons bekende whatsapp groepen; - samenhang met persoonsgebonden aanpak (PGA) van notoire inbrekers en groepsgerichte aanpak van criminele (jeugd)groepen/netwerken; - een regiegroep per stadsdeel onder voorzitterschap van de gemeente met hierin alle betrokken partners; - vanuit de regiegroep monitoring en periodieke evaluatie van de aanpak en een terugkoppeling naar de Driehoek. HOTSPOT: dit is een specifiek gebied waar hardnekkig jaar in, jaar uit en veelvuldig wordt ingebroken. Deze woninginbraken worden vaak gepleegd door daders die in de betreffende wijk wonen of hebben gewoond. Deze notoire inbrekers (hotshots) kennen de buurt goed en weten waar zij de buit snel kwijt kunnen. Twee andere belangrijke aspecten van deze problematiek zijn: herhaald slachtofferschap (hot victims) en besmettelijkheid. Is er in een woning op een hotspot ingebroken, dan is de kans groot dat dit binnen korte tijd nog een keer gebeurt, danwel bij de buren. Hoofdpunten aanpak woninginbraak Den Haag Robuuste gebieden (bijlage 1, schema 1) In 2015 vonden de meeste woninginbraken plaats in de de robuuste gebieden Zuiderpark, Heemstraat en Hoefkade. Het aantal inbraken in die gebieden steeg in 2015 met respectievelijk +31%, +17% en +25%. Ook het aantal pogingen nam toe. Om die reden zijn in deze gebieden met name op de hotspots extra maatregelen getroffen zoals : meer recherchecapaciteit, extra inbraakwerende maatregelen aan woningen, meer maatwerk bij preventie voorlichting en een persoonsgebonden aanpak van notoire inbrekers via het Veiligheidshuis. Bij de preventie acties bleken bewoners in deze gebieden aanvankelijk moeilijk te bewegen zelf maatregelen te nemen om woninginbraak te voorkomen. Deze constatering heeft geleid tot bijstelling van de communicatiestrategie. De communicatie is kleinschaliger opgezet en meer afgestemd op de specifieke doelgroepen in de gebieden, waaronder zelfstandig wonende ouderen. Hierbij hebben we om de boodschap duidelijk over te brengen onder andere gebruik gemaakt van sleutelfiguren in de wijk, moskeeën, verenigingen, de wijkgerichte bewonersinitiatieven veiligheid en de contactpersonen van de ons bekende whatsapp groepen. 2/36

3 De mix aan extra maatregelen lijkt zich uit te betalen. De cijfers over 2016 laten ten opzichte van 2015 een flinke daling zien van het aantal woninginbraken in de gebieden Zuiderpark (-23%), Heemstraat (-37%) en Hoefkade (-27%). Na een sterke daling van het aantal inbraken in Laak in de afgelopen jaren (van 173 inbraken in 2013 naar 136 in 2015), was er in 2016 een stijging van 10%. In absolute cijfers: een stijging van 14 inbraken (150 in totaal). Dit heeft de volle aandacht. Naast de extra inzet vanuit de politie om daders te pakken, zijn de bewoners vanuit diverse kanten extra geïnformeerd op welke wijze het risico op woninginbraak kan worden verkleind. Hierbij wordt gebruik gemaakt van onder andere folders, sociale media en de contactpersonen van ons bekende whatsapp groepen. Vermeldenswaardig is de integrale preventieactie in Laak Centraal op 14 december Wijkgerichte bewonersinitiatieven veiligheid hebben, in samenwerking met de politie en de gemeente, huis aan huis tips gegeven tegen woninginbraak. Hiernaast kijken we aan de hand van de politiecijfers en de inbraakmethode, of er extra inbraakwerende maatregelen kunnen worden getroffen. In Beresteinlaan zette de lichte daling van het aantal inbraken in 2015 stevig door in 2016 met een daling van -25%. Normale gebieden (bijlage 1, schema 2) In Loosduinen zijn we ongeveer twee jaar geleden begonnen met een stevige inzet op het voorkomen van woninginbraak, met als resultaat een dalende trend. In 2016 is sprake van een daling van maar liefst -32%. In Segbroek werden naar aanleiding van een stijging van het aantal inbraken in 2015 met name in Regentes/Valkenbos (+6%) extra (preventieve) maatregelen getroffen met als resultaat dat de cijfers in 2016 een daling van -19% laten zien. De daling in Jan Hendrikstraat in 2015 (-5%) zette flink door in 2016 (-26%). Light gebieden (bijlage 1, schema 3) In Scheveningen daalde het aantal woninginbraken in 2016 met -12%, na een stijging in In Overbosch steeg het aantal inbraken ten opzichte van 2015 met 13%, terwijl het aantal mislukte pogingen met -12% daalde. Vanwege het relatief lage inbraakrisico is Overbosch vooralsnog niet aangemerkt als normaal gebied. De toename heeft uiteraard wel de volle aandacht. Inmiddels zijn bewoners op diverse manieren gewaarschuwd voor inbrekers. Zo zijn er huis aan huis preventieacties geweest in de straten waar de meeste woninginbraken plaatsvonden. De politie zet extra in op de opsporing van daders. In Leidschenveen-Ypenburg daalde het aantal inbraken in 2016 met maar liefst -50% ten opzichte van Donkere Dagen Offensief 2016/2017 Sinds 2010 vindt in Den Haag jaarlijks vanaf oktober tot en met maart het zogenaamde Donkere Dagen Offensief (DDO) plaats. Het DDO is een actieprogramma met maatregelen om het aantal woninginbraken, overvallen en straatroven terug te dringen. Het actieprogramma richt zich er vooral op om bewoners en ondernemers bewust maken van het risico van een inbraak of overval, met aandacht voor wat zij zelf kunnen doen om dat risico te verkleinen. Het programma is mede gebaseerd op de regionale Handreiking Donkere Dagen Offensief 2016/2017 (bijlage 2). Een belangrijk onderdeel van het DDO zijn preventieacties waarbij specifiek aandacht is voor het informeren van de groep zelfstandig wonende ouderen. Sinds de start van het DDO in 2010 is het aantal overvallen in Den Haag fors gedaald van 108 in 2010 naar 44 in 2016 (-59%). De resultaten op het delict straatroof zijn ook positief. Het aantal straatroven is gedaald van 413 in 2014 naar 242 in 2016 (-41%). Het project Woninginbraak 2.0 van vorig jaar verlengen we. In dit project krijgen bewoners in hotspotgebieden deur-aan-deur met een een korte film informatie over de werkwijze van een inbreker. 3/36

4 Bovendien worden aan bewoners gerichte vragen gesteld die bijdragen aan het vergroten van de bewustwording van het risico op woninginbraak. Om het risico op overvallen te verkleinen investeren we tijdens het DDO extra in onze contacten met de kleinere ondernemers. Dat doen we met de volgende drie projecten. Veilig pinnen Voor kleinere ondernemers, die meer risico lopen om overvallen te worden, wordt het financieel aantrekkelijker gemaakt om een pinautomaat aan te schaffen. Dit voorkomt dat er teveel contant geld in de winkel aanwezig is. Veilig afstorten van geld We stimuleren de aanschaf van een kluis, die periodiek wordt geleegd door een bedrijf. Dit voorkomt dat ondernemers met hun opbrengst over straat moeten om te storten bij een bank. Stimuleren magnetische deursluitingen Het moment tegen sluitingstijd, als het wat stiller is in de winkel, is een goede gelegenheid voor een overvaller om zijn slag te slaan. Het aanbrengen van een magnetische deursluiting werkt drempelverhogend, omdat een klant zich dan eerst moet melden voordat hij door de winkeldeur kan. Herprioritering werkgebieden woninginbraak en doelstellingen Gelet op de structureel dalende inbraakcijfers en het inbraakrisico is Loosduinen aangemerkt als normaal gebied. - De rest van de indeling blijft gehandhaafd. Dat betekent dat Zuiderpark, Beresteinlaan, Hoefkade, Heemstraat en Laak als robuuste gebieden aangemerkt blijven. En dat Segbroek en Jan Hendrikstraat als normaal en Overbosch, Leidschenveen-Ypenburg en Scheveningen als light gecategoriseerd blijven. - Binnen de gebieden, met name de robuuste en de normale, wordt extra ingezet op de locaties waar de meeste (kans op) woninginbraken zijn, de zogeheten hotspots. Dit volgens de gecombineerde persoonsgerichte- en gebiedsgerichte aanpak. De in 2016 gestarte persoonsgebonden aanpak voor (potentiële) inbrekers en de groepsaanpak wordt erbij betrokken. In de gebiedsgerichte aanpak, bezien we op welke wijze kan worden ingespeeld op (innovatieve) ontwikkelingen in het kader van de wijkaanpak; - Wijkbewoners worden nadrukkelijk betrokken bij de aanpak. Bij preventieactiviteiten is er extra aandacht voor de moeilijk bereikbare bewoners. Dit door kleinschalige activiteiten te organiseren gericht op de diverse doelgroepen, waaronder zelfstandig wonende ouderen. De doelstellingen uit het veiligheidsplan zijn door de goede resultaten in 2016 ruimschoots gerealiseerd. Juist nu moeten we verder gaan op de ingeslagen weg, en mogen we de intensieve aanpak beslist niet loslaten. Er wordt immers nog steeds 4 maal per dag ingebroken. Dat is reden genoeg om alles in het werk te blijven stellen om ervoor te zorgen dat de ingezette daling van het aantal woninginbraken, straatroof en overvallen doorzet. Met de meeste hoogachting, de Burgemeester, Pauline Krikke 4/36

5 BIJLAGE 1: CIJFERMATIG OVERZICHT INBRAKEN IN DE WERKGEBIEDEN SCHEMA 1 : INBRAKEN ROBUUSTE GEBIEDEN Bureau Inbraak en verschil in % ten opzichte van 2015 Zuiderpark: Heemstraat Beresteinlaan Laak Hoefkade Voltooid Poging Voltooid Poging Voltooid Poging Voltooid Poging Voltooid Poging (-23%) 148 (-26%) 127 (-37%) 92 (-21%) 118 (-25%) 76 (-26%) 150 (+10%) 96 (+32%) 142 (-27%) 61 (-30%) Inbraak Risico SCHEMA 2 : INBRAKEN NORMALE GEBIEDEN Bureau Inbraak en verschil in % ten opzichte van 2015 Segbroek Jan Hendrikstraat Loosduinen: (was robuust gebied) Voltooid Poging Voltooid Poging Voltooid Poging (-19%) 78 (-26%) 116 (-26%) 44 (-34%) 108 (-32%) 63 (-25%) Inbraak risico SCHEMA 3 : INBRAKEN LIGHT GEBIEDEN Bureau Inbraak en verschil in % ten opzichte van 2015 Overbosch Leidschenveen- Ypenburg Scheveningen Voltooid Poging Voltooid Poging Voltooid Poging (+13%) 71 (-12%) 62 (-50%) 36 (-49%) 127 (-12%) 42 (-7%) Inbraak risico /36

6 BIJLAGE2 Eenheid Den Haag -mail 6/36

7 1 Inleiding Sinds 2009 wordt in gezamenlijk overleg tussen de ketenpartners het Donkere Dagen Offensief (DDO), oktober tot en met maart, ingezet. Het DDO vormt een passend moment om jaarlijks de maatregelen te beschouwen en de districtscolleges c.q. lokale driehoeken te informeren over de ontwikkelingen, vorderingen en de extra inzet gedurende deze periode. Dit is ook het moment voor een actualisatie van de cijfers teneinde maatwerk bij de aanpak van overvallen, straatroven en woninginbraken te kunnen leveren. Daar waar sprake is van een concentratie van lokale problemen, ligt de regie bij de gemeenten; in geval van opsporing en vervolging van strafbare feiten bij het OM. Sinds een aantal jaren wordt in de Eenheid Den Haag een bewezen veiligheidsmethodiek toegepast, onder het motto Best of Three Worlds (B3W). Deze beoogt veiligheidsvraagstukken effectief aan te pakken vanuit een integrale benadering. B3W houdt in dat de maatregelen probleemgericht en informatiegestuurd zijn en onder regie van de gemeente zoveel mogelijk samen met de burger (ihkv burgerparticipatie) en andere betrokken partners (politie, OM, woningcorporaties, ondernemers, burgers etc.) worden uitgevoerd. Uit een onderzoek 2 naar de effecten van het werken volgens de B3W strategie, is gebleken dat een combinatie van de drie genoemde elementen in het algemeen leidt tot positieve resultaten bij het terugdringen van High Impact Crimes (HIC). De aanpak van deze vormen van criminaliteit is met name gebaseerd op analyses van de politie alsmede op gegevens van de ketenpartners, zoals OM en gemeenten. Het voorliggende DDO is een product van het Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV). De insteek is dat door de inzet van extra maatregelen, die onder meer bestaan uit enerzijds een verscherpt toezicht en een intensievere surveillance op bepaalde plaatsen en tijdstippen en anderzijds uit het treffen van repressieve maatregelen, wordt getracht het aantal overvallen, straatroven en woninginbraken in de komende donkere dagen periode (verder) terug te dringen ten opzichte van voorgaande jaren. Lokaal maatwerk De in het RBP vastgestelde gezamenlijke prioriteiten van gemeenten, politie en OM doen zich niet in alle gemeenten met eenzelfde intensiteit voor en vragen een vertaalslag naar concrete maatregelen in de lokale aanpak. De in het DDO genoemde mogelijke maatregelen met betrekking tot overvallen, straatroven en woninginbraken moeten worden beschouwd als een handreiking, die op het niveau van de individuele gemeente en/of district kunnen worden uitgewerkt. Ter voorkoming van het waterbedeffect geeft het RSIV in overweging om tot een zekere afstemming van de aanpak te komen. Evaluatie Ter voorbereiding op de actualisatie van de handreiking zijn alle gemeenten van de eenheid gevraagd wat zij van de handreiking vinden. De uitkomst daarvan is dat de handreiking positief gewaardeerd wordt. En het is duidelijk geworden dat woninginbraken het zwaartepunt vormen van de binnen het DDO met voorrang aan te pakken problematiek. De evaluatie van de Handreiking DDO is als bijlage bij deze handreiking gevoegd.. 2 Peter Versteegh en René Hesseling: De B3W-matrix, naar een meer effectieve aanpak van woninginbraken. Tijdschrift voor de politie jg.75/nr. 9/10/13. 7/36

8 2 Overvallen 2.1 Analyse politie Sinds 2009 worden overvallen probleemgericht en integraal opgepakt met als gevolg een daling van het aantal overvallen van 281 in 2009 naar 104 overvallen in 2015 zoals te zien in figuur 1. Figuur 1: Ontwikkeling aantal overvallen in de eenheid Den Haag De periode laat een gunstig beeld zien. Zoals aangegeven is het aantal overvallen in 2015 met 63% gedaald ten opzichte van Niettemin blijft waakzaamheid geboden. Gedurende de donkere dagen is het aantal overvallen min of meer gelijk gebleven. In de eerste helft van 2016 bedroeg het aantal overvallen 56 en in de vergelijkbare periode in 2015 ging het om 57 overvallen. Uit figuur 2 blijkt dat ten opzichte van vorig jaar het aantal overvallen in de eerste helft van 2016 is toegenomen in Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer. In Delft en Gouda dalen de overvallen, terwijl in Leiden in beide perioden 4 overvallen zijn gepleegd. In de overige gemeenten binnen de eenheid heeft in genoemde periode in totaliteit een lichte daling plaatsgevonden. Figuur 2: Ontwikkeling overvallen, week 1-25 (2015) en week 1-25 (2016) 8/36

9 2015 (week 1-25) 2016 (week 1-25 Concentratiegebieden en sectoren Met betrekking tot de ruimtelijke concentratie van overvallen vallen de winkelgebieden - met name in het centrum van de meeste gemeenten - nog steeds op. Het gaat vooral om overvallen op bedrijven in de detailhandel en de horeca, waarbij het met name gaat om supermarkten, fastfoodrestaurants en benzinestations. Ten aanzien van de winkelgebieden kan worden opgemerkt dat in de eerste 25 weken van 2015 ruim 33% van de overvallen in een winkelgebied heeft plaatsgevonden en in de eerste helft van 2016 gaat het om 27%. Buiten de stad Den Haag is op het niveau van buurten en wijken is er geen sprake van ruimtelijke concentratie. Dit wordt geïllustreerd in de onderstaande kaart voor de eenheid Den Haag. Kaart 1: Spreiding overvallen in de eenheid Den Haag, eerste 25 weken (2015 en 2016) Rode stippen = 2015, blauwe stippen = /36

10 Woningovervallen Van het totaal aantal overvallen was in de eerste helft van 2015 sprake van 17 woningovervallen en in de vergelijkbare periode in 2016 ging het om een aantal van 15. Met andere woorden circa 30% van het totaal aantal overvallen betreft woningovervallen. Kenmerken verdachten Het profiel van verdachten is gebaseerd op politie gegevens, zoals opgenomen in de Basis Voorziening Handhaving (BVH). Uit figuur 3 blijkt dat in de eerste helft van 2016 de meeste overvallers tussen de jaar en tussen de jaar oud zijn. Het gaat hier voornamelijk om (jonge) mannen. Als we deze verdelingen vergelijken met de uitkomsten van de eerste overvallenanalyses die zijn gemaakt in 2010 (Haaglanden) en 2011 (Hollands-Midden) dan blijkt dat ten aanzien van dit aspect er geen verschuivingen hebben plaatsgevonden. Figuur 3: Leeftijdsverdeling personen in de rol van verdachte bij een overval in de BVH 2.2 Maatregelen Op basis van de hierboven beschreven conclusies kunnen onderstaande maatregelen worden getroffen, uit te voeren door/onder regie van de gemeente en/of politie/om en/of Veiligheidshuis/Reclassering. Het betreft een scala aan (mogelijke) maatregelen, waaruit een keuze kan worden gemaakt, afhankelijk van de concrete situatie en lokale omstandigheden. Aanbevolen wordt om relevante ontwikkelingen onder de aandacht te brengen van risicogroepen en te delen met andere gemeenten en ketenpartners. De specifiek door de politie te nemen maatregelen worden apart benoemd. Specifiek door/onder regie van de gemeente te treffen maatregelen: overvallen in winkelgebieden Mogelijke maatregelen n.a.v. overvallen in winkelgebieden, waarbij gebruik kan worden gemaakt van diverse kanalen, zoals winkeliersverenigingen en brancheorganisaties voor het geven van voorlichting en informatie: Veilig Ondernemen / Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO): In KVO-gebieden en Bedrijven Investering Zones (BIZ) is structureel aandacht voor het treffen van preventieve maatregelen tegen overvallen en de diverse mogelijkheden om de veiligheid van ondernemingen te 10/36

11 vergroten. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de bestaande subsidieregelingen, waaronder de VKB-regeling / aanpak veiligheid kleine bedrijven. Overvaltraining i.c.m. agressie & geweld: In winkelgebieden kunnen deze trainingen worden georganiseerd, waarbij prioriteit wordt gelegd bij nieuwe KVO-gebieden, hotspots en gebieden waar een overval heeft plaatsgevonden. Overleg met risicogroepen: Waar nodig c.q. gewenst neemt de gemeente het initiatief om samen met (onder meer) de politie voorlichting te geven aan potentiele slachtoffergroepen over de risico s van een overval en de mogelijke preventieve maatregelen. Uit de analyse van de politie blijkt dat in de detailhandel supermarkten, horeca en benzinestations favoriete doelwitten zijn. Ook woningovervallen vormen een belangrijk aandachtspunt. Afroomkluis en camera s: Het verstrekken van een afroomkluis en/of het plaatsen van een camera kunnen een bijdrage leveren aan het voorkomen van een overval. Gemeenten zouden een dergelijke kluis in risicovolle winkelgebieden en/of aan risicogroepen gratis kunnen verstrekken. Bij het plaatsen van een afroomkluis en/of camera kan tegelijkertijd aandacht worden gevraagd voor de VKB-subsidieregeling en overvaltrainingen. Veilig pinnen en vals geld: investeren in de contacten met de kleinere ondernemers, om ze te stimuleren een pinapparaat aan te schaffen. Hierdoor neemt automatisch het cash geld af. Veilige manier van afstorten van geld: Ondanks de vele mogelijkheden tot pinnen blijft de consument gebruik maken van contant geld. Naast het aanbevelen van de reguliere individuele afroomkluizen, bestaan er mogelijkheden waarbij het geld wordt afgestort in de eigen winkel. Deze vorm van afromen zorgt ervoor dat het cash geld direct veilig is voor de ondernemer en deze niet met cash geld over straat hoeft te gaan. Week van de Veiligheid: het gebruik maken van de week van de Veiligheid (week 41). Dit biedt extra kansen voor (communicatie) over de start van het DDO Nazorg en preventie op maat: Bezoek van een vertegenwoordiger van de gemeente aan het slachtoffer van een overval kan positief bijdragen aan het verwerkingsproces. Tegelijkertijd biedt dit de mogelijkheid om voorlichting te geven over de diverse preventiemogelijkheden. Specifiek door/onder regie van de gemeente te treffen maatregelen: overvallen in woningen Uit de politie analyse blijkt dat woningovervallen een belangrijk aandeel vormen in het totaal aantal overvallen. Maatregelen n.a.v. overvallen op woningen/woninginbraken: Weerbaar maken van potentiele slachtoffers door het geven van voorlichting: Via belangenen wijkorganisaties kunnen voorlichting en (weerbaarheids) trainingen worden gegeven. Buurt Interventie Teams (BIT): Wijkbewoners, die georganiseerd worden ingezet om medebewoners te wijzen op de gevaren van overvallen en babbeltrucs. Tijdens een huisbezoek kan tevens worden gelet op de aanwezigheid van inbraakwerende voorzieningen. Het aanbod kan worden gedaan om tegen een kleine vergoeding een tijdschakelklok, kierstandhouder etc. aan te brengen. Specifiek door de politie te treffen maatregelen t.a.v. alle typen overvallen De aanpak van High Impact Crimes (HIC) staat bij de politie onverminderd hoog op de agenda. Monitoring: Wekelijks vindt monitoring plaats op de HIC-delicten, die zich in de eenheid hebben voorgedaan. Hierdoor is het mogelijk snel te reageren op afwijkingen in het gemiddelde beeld. Jaarlijks stelt de Dienst Regionale Informatie Organisatie (DRIO) een analyse op over het delict overvallen, straatroven en woninginbraken in de afgelopen DDO-periode. 11/36

12 Inzet: De gehanteerde inzet strategieën c.q. de opsporingsactiviteiten en de samenwerking met de partners blijven gedurende het hele jaar dus ook buiten de DDO-periode op hetzelfde niveau. De forse daling van het aantal overvallen geeft geen aanleiding om in aandacht of maatregelen te komen tot vermindering. Operationele inzet: Elke melding van een overval kan rekenen op een onmiddellijke operationele inzet. Elke overval is object van opsporingsonderzoek: afhankelijk van het soort overval is dit de districtsrecherche of regionale recherche. De verdere ontwikkeling van de politiedistricten met een eigen districtsrecherche heeft ertoe geleid dat de onderzoeken naar overvallen in beginsel conform het toewijzingskader opsporing door de districtsrecherche worden uitgevoerd. Samenwerking landelijke eenheid: Met betrekking tot de inzet van mensen en middelen op overvalmeldingen zijn met de landelijke eenheid werkafspraken gemaakt, die geleid hebben tot een verdere verhoging van de heterdaadkracht. Het gaat hierbij om de inzet van luchtsteun (helikopter) en de regie van een landelijk operationeel centrum. Persoonsgerichte aanpak: Alle overvallers uit de eenheid Den Haag worden aangeleverd aan de Veiligheidshuizen in de regio. Nazorg na overvallen Het RSIV heeft het ontwikkelmodel nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving ontwikkeld. 3 Het model is gericht op de slachtoffers van overvallen en de omgeving daarvan. Het model is bedoeld om gemeenten een handreiking te bieden met betrekking tot de gemeentelijke rol in het kader van nazorg bij overvallen. Het model is op basis van de in 2015 uitgevoerde evaluatie aangepast en wordt ter implementatie aangeboden aan de gemeenten in de politie-eenheid Den Haag en is als bijlage bij deze handreiking gevoegd. 3 Zie bijlage 1: ontwikkelmodel nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving en bijlage 2: Actoren bijlage. 12/36

13 3 Straatroven Straatroof is het met geweld wegnemen van goederen, waarbij personen zich in de openbare ruimte bevinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het wegrukken van een handtas of een telefoon, of het op straat afnemen van een scooter. 3.1 Analyse Politie Het aantal straatroven is gedurende de periode sterk afgenomen. De mate waarin verschilt per district. Wel blijft het absolute aantal straatroven in de gemeente Den Haag hoog. Straatroof heeft een relatie met grootstedelijke problematiek. De overige vier districten binnen de regio worden slechts in mindere mate geconfronteerd met straatroof. Zie figuur 4: Ontwikkeling aantal misdrijven straatroof per jaar en figuur 5: Ontwikkeling aantal misdrijven straatroof tijdens de laatste twee donkere dagen periode. Fig. 4: Ontwikkeling aantal straatroven per jaar Fig. 5: Ontwikkeling aantal straatroven per district straatroof tijdens de laatste DDO-perioden 13/36

14 3.2 Maatregelen Het CCV heeft een overzicht opgesteld van mogelijke interventies die kunnen worden ingezet bij de aanpak van straatroof. 4 Hierbij kan worden gedacht aan: RAAK Principe (Rustig blijven, Accepteren van de situatie, Afgeven van geld of goed en Kijken hoe de dader eruitziet). 5 Keuzewijzer Veilig uitgaan. 6 Database overvalpreventie. 7 PKVW-brochure met tips voor senioren over het voorkómen van o.a. straatroof 89. Campagne 'Ben jij het waard om beroofd te worden?' 10 Campagne Maak het ze niet makkelijk. 11 Top-X aanpak: toolbox Persoonsgerichte Aanpak High Impact Crimes. 12 Safety spot 13. Aanbieden van Tinkle alarms _nl/bewoners/downloads/pkvw_senioren_ versie_febr_16.pdf /36

15 4 Woninginbraken 4.1 Analyse Politie Uit de politiecijfers blijkt dat het aantal woninginbraken in de periode in alle districten is gedaald, terwijl sprake is van een lichte stijging in In district D (Zoetermeer, LeidschendamVoorburg) is de daling van het aantal woninginbraken het grootst. De structurele daling kan onder meer worden verklaard uit de aanhoudende aandacht voor en inspanningen op dit thema van politie, gemeente en private partners. Vanzelfsprekend is elke inbraak, of poging hiertoe, er één teveel. Dat rechtvaardigt een blijvende inzet op het treffen van (preventieve) maatregelen, die de kans op een inbraak zoveel mogelijk verkleinen. Een aantal gemeenten in de eenheid c.q. straten in gemeenten ligt / liggen aan rijks, provinciale of grote doorgaande wegen. Het idee is Het vermoeden bestaat dat woningbrekers deze infrastructuur gebruiken om snel toe te kunnen slaan en de snelweg weer gebruiken om weg te komen. Dit wordt ook wel mobiel banditisme genoemd. Om een dergelijk aanname te staven wordt vanuit de informatie organisatie eind 2016 een analyse van dit fenomeen opgeleverd. Uit figuur 6 blijkt dat op de middellange termijn in de eenheid Den Haag het aantal diefstallen uit woning afneemt. Figuur 6: Ontwikkeling aantal woninginbraken in de eenheid Den Haag ( ) In figuur 6 is tevens de terugkerende piek te zien van het aantal woninginbraken in de maanden november, december en januari. Dit patroon is niet veranderd in de afgelopen vijf jaar. 15/36

16 De piekmaand december Uit de gegevens blijkt bovendien dat in de maand december de meeste woninginbraken worden gepleegd. Vergelijken we de donkere dagen maanden met de niet-donkere dagen maanden dan laat figuur 7 duidelijk zien dat tijdens de donkere dagen relatief de meeste woninginbraken worden gepleegd. Een patroon dat nog steeds ieder jaar terugkeert. Fig. 7: Ontwikkeling aantal woninginbraken diefstal uit woning per jaar. 59,1% 60,4% 57,8% 59,5% 56,9% 40,9% 39,6% 42,2% 40,5% 43,1% DDO-maanden Niet DDO-maanden Woninginbraken per district Figuur 8 biedt inzicht in het aantal woninginbraken gedurende de afgelopen twee jaar. 16/36

17 4.2 Maatregelen Evenals bij overvallen en straatroven is de aanpak van woninginbraken gericht op preventie, repressie en nazorg. Ook hier is inzet op toezicht en handhaving, vergroting heterdaadkracht en de strafrechtelijke vervolging van verdachten nodig alsmede investeren op bewustwording en burgerparticipatie. De burgers en private partners, waaronder corporaties hebben een eigen verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld voor het zorgvuldig afsluiten van de woning en het nemen van maatregelen om de kans op inbraken te verkleinen. In de komende donkere dagen periode kan afhankelijk van de lokale situatie het volgende palet aan maatregelen worden ingezet: Voorlichting, communicatie en burgerparticipatie Het geven van voorlichting door middel van: preventieadviezen, nieuwsbrieven, folders, de campagnes witte voetjes en licht zet inbrekers in het zicht. Persoonlijke voorlichting heeft de voorkeur. Het houden van voorlichtingsbijeenkomsten in gebieden met veel woninginbraken, bijvoorbeeld in bibliotheken, buurtsupermarkten en buurthuizen. Maar ook kan de inzet van Tent in de wijk worden overwogen.14 Het inzetten van communicatiemiddelen, zoals: matrixborden, sociale media, Burgernet met extra aandacht voor kwetsbare- en/of specifieke doelgroepen.15 Het gebruik maken van de wintercampagne, geïnitieerd door het CCV en gericht op de gemeenten.16 Het inzetten van vrijwilligers, die bewoners informeren over de werkwijze van inbrekers en hoe dit kan worden voorkomen (op basis van info wijkteam politie). Inzetten van buurtinterventieteams om wijkbewoners te wijzen op de gevaren van overvallen en inbraken. Bij het huisbezoek wordt o.a. aandacht gegeven aan hang- en sluitwerk, verlichting van tuinen en inklimmogelijkheden. Waarbij specifieke aandacht wordt gegeven aan gedragsbeïnvloeding.17 Preventie Het intensiever toepassen van het Keurmerk Veilig Wonen (KVW) in de gemeenten. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan het aanbrengen van inbraak werende voorzieningen. Cruciaal hierbij is de ondersteuning vanuit het Rijk en beschikbare gelden. Het verscherpen van het toezicht door buurtinterventieteams, BOA s en politiesurveillance op hot spots en hot victims. Nauwe samenwerking tussen politie en BOA s is wenselijk. Het opleggen van een gebiedsontzegging voor inbrekers, zoals bijvoorbeeld door de gemeente Leiden wordt gehanteerd (APV, artikel 2.2.). Het stimuleren dat burgers hun (waardevolle)goederen registreren, zodat in geval van diefstal deze goederen eventueel terug te vinden zijn in het Digitaal Opkopers Register (DOR) /36

18 * Het gebruik van besmettingsbrieven door gemeenten en politie in wijken waar een woninginbraak heeft plaatsgevonden. 18 Repressie Evenals bij overvallen hanteert het OM een gerichte aanpak m.b.t. woninginbraken. Er is een vaste Officier van Justitie met de portefeuille woninginbraken. Er is aandacht voor de mogelijkheden van vervolging op grond van voorbereidingshandelingen ter zake woninginbraak. Een verdachte van een woninginbraak wordt altijd voorgeleid, tenzij de wet daar geen mogelijkheden toe ziet. Waar mogelijk wordt (super)snelrecht ingezet, hierdoor is een lik-op-stuk reactie mogelijk en treedt het OM slagvaardig op tegen woninginbrekers. In het requisitoir wordt de impact van de woninginbraak en de verdachte standaard meegenomen. Er is aandacht voor de vordering van de benadeelde partij en waar mogelijk wordt wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen. Met enige regelmaat wordt er een themabijeenkomst/zitting georganiseerd op het onderwerp woninginbraak/hic /36

19 Bijlage A bij regionale handreiking DDO: Ontwikkelmodel nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving Het RSIV heeft het ontwikkelmodel nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving ontwikkeld. 19 Het model is gericht op de slachtoffers van overvallen en de omgeving daarvan. Het model is bedoeld om gemeenten een handreiking te bieden met betrekking tot de gemeentelijke rol in het kader van nazorg bij overvallen. Het model is op basis van de in 2015 uitgevoerde evaluatie aangepast en wordt ter implementatie aangeboden aan de gemeenten in de politie-eenheid Den Haag. Inleiding Landelijke aanpak Vanwege de impact op het slachtoffer is landelijk besloten om aan de aanpak van overvallen als HICdelict, prioriteit te geven. De Taskforce Overvallen heeft aanbevelingen gedaan. Het advies van de commissie Fijnaut voor het opstellen van een gemeentelijk actieplan is overgenomen in het actieprogramma ketenaanpak overvalcriminaliteit. Dit programma kent 104 actiepunten, waaronder een aantal over nazorg. Actieplan overvallen, rol gemeenten In het actieplan is opgenomen dat gemeenten vanuit de regierol verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de adequate afhandeling van de nazorg voor slachtoffers van een overval. Als concrete acties zijn vermeld: De gemeente bezoekt elk slachtoffer en neemt maatregelen in overleg met slachtofferhulp. Eventueel inrichten van een calamiteitenfonds om acute nood te ledigen. Bij elke woningoverval een sluitend preventieadvies aan slachtoffer en eigenaar, eventueel aan omwonenden. Opgemerkt wordt dat het bij het laatste punt gaat om (de check van) het aanbod voor een advies op maat. Uiteraard bepaalt het slachtoffer of de eigenaar van de woning of daarvan gebruik wordt gemaakt. Daarnaast biedt het gemeenten de mogelijkheid om naar aanleiding van een overval de omgeving meer bewust te maken van de risico s en wat ze kunnen doen om deze risico s te verkleinen. Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC) Op initiatief van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC) is destijds het model voor de gemeente binnen regio Haaglanden tot stand gekomen. In een themabijeenkomst heeft het RPC met OOV-vertegenwoordigers van de gemeenten een verkenning gehouden naar de bereidheid om gezamenlijk hierin op te trekken en voorstellen voor aanpak te doen. Uit de deelnemers van de themabijeenkomst is een werkgroep samengesteld met vertegenwoordiging / betrokkenheid van branches, gemeenten, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en politie. De werkgroep kwam tot een concept voorstel voor een model voor de nazorg bij overvallen. 19 Zie bijlage 1: ontwikkelmodel nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving en bijlage 2: Actoren bijlage. 19/36

20 Regionaal College In september 2012 is het model in het Regionaal College van de gemeenten binnen de regio Haaglanden vastgesteld met als implementatiedatum 1 januari Het model is gericht op slachtoffers en de omgeving en geeft gemeenten inzicht in de rol die zij kunnen vervullen in het kader van nazorg bij overvallen. Evaluatie van het model Per 1 januari 2013 is de nationale politie tot stand gekomen. De regiokorpsen Haaglanden en Hollands Midden zijn samengevoegd tot de politie-eenheid Den Haag. Om te bezien of het model goed functioneert en geschikt is om binnen de gehele eenheid uit te rollen, is het model in de tweede helft van 2015 geëvalueerd. De medewerkers openbare orde en veiligheid van de gemeenten binnen voormalig regio Haaglanden is gevraagd om een enquête in te vullen. Onderzocht wordt of het model een goed instrument is bij de aanpak van overvallen en of het toegevoegde waarde heeft voor de slachtoffers van overvallen. Gebleken is dat het model over het algemeen als positief ervaren wordt. Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie is het model op enkele punten aangepast. Om het aangepaste model ter implementatie beschikbaar te maken aan alle gemeenten binnen de politie-eenheid Den Haag, is het model als bijlage opgenomen in de Handreiking Donkere Dagen Offensief. Model nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving Het model is ontwikkeld voor het borgen van de aanpak van nazorg na overvallen. Het is een leidraad voor gemeenten om regie te voeren in de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de slachtofferzorg bij overvallen op bedrijven en woningen. Een integrale aanpak staat hierbij centraal, waarbij de werkwijzen van gemeente, OM, politie, Slachtofferhulp Nederland en andere samenwerkingspartners goed op elkaar zijn afgestemd. Organisatie Stel binnen de gemeente een contactpersoon Overvallen aan en regel de bereikbaarheid. Het heeft vanwege de directe lijn met de burgemeester de voorkeur dit contact te beleggen bij de afdeling OOV, eventueel bij de portefeuillehouder KVO mits deze deel uitmaakt van de afdeling OOV. Stel de contactpersoon in de gelegenheid zich toe te rusten voor de taak. Contactpersonen en bereikbaarheid kunnen worden aangemeld bij het Adviespunt Preventie en Veiligheid, die de coördinator overvallen van de politie-eenheid Den Haag informeert. Na een overval wordt de contactpersoon van de gemeente vanuit het team districtsrecherche geïnformeerd om een goede follow up in het kader van nazorg en preventie door de gemeente te bevorderen. Initiatief en samenwerking Organiseer een snelle en goede nazorg bij een overval, probeer onrust weg te nemen en benut de kansen om te verbreden naar preventie (zie voor de globale uitwerking de titel uitvoering). Doelgroepen zijn: slachtoffers van bedrijfs- en woningovervallen, omstanders/getuigen, bewoners/ondernemers in omgeving, zie voor suggesties de punten 3 en 4. Stem de aanpak af met de burgemeester en breng deze zo nodig ter kennisname of besluitvorming in bij B&W. 20/36

21 Afstemming Spreek ambtelijk en bestuurlijk af in welke gevallen het slachtoffer van een bedrijfsoverval namens het bestuur wordt bezocht. Bedenk daarbij dat er wellicht situaties zijn waarin dat minder gewenst is, zoals een overval in de criminele sfeer. Betrek hierbij desgewenst de politie. Na een bericht over een overval bespreekt de gemeentelijk contactpersoon met de teamchef districtsrecherche of een bezoek namens het bestuur een verstandige keuze zou zijn. Zo ja, dan wordt vanuit de opsporing aan het slachtoffer gevraagd of deze openstaat voor een bezoek en wordt het antwoord teruggekoppeld. Zo niet, dan beperkt de nazorg zich tot de rol van Slachtofferhulp Nederland en de door branches geboden diensten. Maatwerk bij borging van taken Afhankelijk van de grootte de gemeente, de omvang van de problematiek en de mogelijkheden maken de gemeenten keuzes voor de borging van taken. De contactpersoon kan fungeren als spin in het web en zich beperken tot regievoering, maar daarnaast ook de uitvoerende taken uitvoeren zoals het bezoeken van slachtoffers en het samen met partners afspraken maken over informatiebijeenkomsten en organiseren van preventiebezoeken aan ondernemers. Zie de actoren bijlage 20 voor rollen, activiteiten en regelingen van de diverse partners. Tijdsbesteding Geschatte tijdsbesteding per overval: Regievoering: 1 2 uur. Slachtofferbezoek bedrijfsoverval: 2 uur. Slachtofferbezoek woningoverval: 2 uur. Informatie- / voorlichtingsbijeenkomst ondernemers: 5 u voorbereiding, 2 uur bijeenkomst. Informatie- / voorlichtingsbijeenkomst bewoners: 5 u voorbereiding, 2 uur bijeenkomst. Deze tijdsbesteding is indicatief en afhankelijk van de omvang van de problematiek. Stappenplan uitvoering 1) Bezoek het/de slachtoffer(s) van een bedrijfsoverval: Bij dit bezoek gaat het vooral om het tonen van empathie en het wijzen op de mogelijkheden voor hulp. (Wat is er gebeurd? Hoe gaat het verder? Wat kunnen we voor u doen?). Het is verstandig het bezoek 1 2 weken na de overval te plannen zodat de politie een onbelemmerde start kan maken met het opsporingsonderzoek en om de ergste emoties te laten zakken. Medewerkers van Slachtofferhulp Nederland kunnen daarbij ondersteuning bieden. De afspraken van de Gemeente Den Haag kunnen hierbij als leidraad dienen. Uitgangspunt is dat slachtofferhulp vanuit het politieproces over het incident wordt geïnformeerd. Het verdient echter aanbeveling het bezoek met Slachtofferhulp Nederland af te stemmen. Vanwege het bestuurlijke karakter van dit bezoek verdient het de aanbeveling hierbij geen politie aanwezig te laten zijn. Het gevaar bestaat dat het accent dan gaat naar de strafrechtelijke kant. Als hieromtrent lokaal een andere keuze wordt gemaakt dienen er in relatie tot het doel van het bezoek goede afspraken over de rolverdeling te worden gemaakt. Check of er contact geweest is met Slachtofferhulp Nederland (hulp bij verwerking en ondersteuning richting civiel- en strafproces) of via de eigen brancheorganisatie. 20 Bijlage 2: Actoren 21/36

22 Wijs het slachtoffer op de regelingen van o.a. het Schadefonds Geweldsmisdrijven (overvalregeling 1000, - voor preventieve maatregelen en reguliere vergoedingen van materiële en immateriële schade) en de regeling Veiligheid Kleine Bedrijven (VKB), voor een gratis veiligheidsscan, zie bijlage 1. Arrangement van optionele activiteiten (afhankelijk van de mogelijkheden van de gemeente): o Bespreek de veiligheidssituatie van het bedrijf op hoofdlijnen aan de hand van een checklist als trigger voor een advies op maat door een deskundige. o Biedt hulp bij het aanvragen /invullen van formulieren. o Stel een noodfonds voor financiële hulp om (preventie)maatregelen te nemen na een overval en wijs slachtoffers daarop. o Als geen noodfonds wordt ingesteld bekijk dan of voor schrijnende gevallen (financiële) hulp op maat kan worden geboden. o Biedt als impuls voor verdere maatregelen een afroomkluis en/of pinautomaat aan. Denk aan inbouwen garanties voor (goed) gebruik. 2) Bezoek het/de slachtoffer(s) van een woningoverval: Bij dit bezoek gaat het vooral om het tonen van empathie en het wijzen op de mogelijkheden voor hulp. (Wat is er gebeurd? Hoe gaat het verder? Wat kunnen we voor u doen?). Het is verstandig het bezoek 1 2 weken na de overval te plannen zodat de politie een onbelemmerde start kan maken met het opsporingsonderzoek en om de ergste emoties te laten zakken. De afspraken van de Gemeente Den Haag kunnen hierbij als leidraad dienen. Uitgangspunt is dat slachtofferhulp vanuit het politieproces over het incident wordt geïnformeerd. Het verdient echter aanbeveling het bezoek met Slachtofferhulp Nederland af te stemmen. Check of er contact geweest is met Slachtofferhulp Nederland (hulp bij verwerking en ondersteuning richting civiel- en strafproces). o Voor een advies op maat verwijst Slachtofferhulp naar PKVW-erkende beveiligingsbedrijven in de regio. De vergoeding / tegemoetkoming van kosten voor dit advies en de uitvoering van maatregelen valt onder de regeling van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Wijs het slachtoffer op de regelingen van o.a. het Schadefonds Geweldsmisdrijven (overvalregeling 1000, - voor preventieve maatregelen en reguliere vergoedingen van materiële en immateriële schade), zie bijlage 1. Arrangement van optionele activiteiten (afhankelijk van de mogelijkheden van de gemeente): o Biedt als impuls voor verdere maatregelen een deurspion en/of kierstandhouder aan. Ook kan (hulp bij) montage worden aangeboden. Denk ook aan het geven van informatie over goed gebruik. Maak voor huurwoningen afspraken met corporaties in de gemeente. o Gebruik zo nodig de informatie uit de toolkit voorlichting Veilig Wonen van het CCV (preventietips, informatie overvallen, RAAK, etc.). o Biedt hulp bij het aanvragen /invullen van formulieren. o Stel een noodfonds voor financiële hulp om (preventie)maatregelen te nemen na een overval en wijs slachtoffers daarop. o Als geen noodfonds wordt ingesteld bekijk dan of voor schrijnende gevallen (financiële) hulp op maat kan worden geboden. 3) Informeer de ondernemers in omgeving van een bedrijfsoverval en benut de preventiekansen die vanuit onrust aanwezig (kunnen) zijn: 22/36

23 Informeer ondernemers aan hetzelfde plein, dezelfde buurt, van dezelfde ondernemersvereniging over de overval, preventiemogelijkheden en (lokale) regelingen (zie bijlage 1). Naast de gemeente kunnen actoren zijn: politie, deskundigen van branchepartijen en / of verzekeraars, slachtofferhulp. Wijs de ondernemersvereniging op geldstromen van het Ministerie van V&I voor KVO extra (plus) projecten waarbinnen nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan het onderwerp overvallen. Arrangement van optionele activiteiten (afhankelijk van de mogelijkheden van de gemeente): o Maak afspraken binnen 2 3 weken afspraken over een bijeenkomst in samenwerking met de winkeliers- / ondernemersvereniging. Het verdient aanbeveling te kiezen voor een informatiebijeenkomst na een overval die voor veel onrust in de omgeving zorgt. o Laat de bedrijven bezoeken door ingehuurde semi-experts naar het voorbeeld van de gemeente Den Haag. Betrouwbaarheid is hierbij van groot belang. o Laat de bedrijven bezoeken door vrijwillige semi-experts (nader uit te werken / onderzoeken). Betrouwbaarheid is hierbij van groot belang. o Als daaraan de behoefte bestaat biedt het OM, ingeval van een opgeloste overval, ondernemers de mogelijkheid tot het bijwonen van de terechtzitting. De contactpersoon van de gemeente maakt hierover nadere afspraken met de officier overvallen van het arrondissement. o Biedt als impuls voor verdere maatregelen een afroomkluis en/of pinautomaat aan. Denk aan inbouwen garanties voor (goed) gebruik. 4) Informeer de omwonenden van een woningoverval en benut de preventiekansen die vanuit onrust aanwezig (kunnen) zijn: Informeer bewoners aan hetzelfde plein, dezelfde straat, dezelfde buurt over de overval, preventiemogelijkheden en (lokale) regelingen (zie 1). Het accent ligt op Veilig Wonen, waarvan het voorkomen van een overval en hoe daar mee om te gaan onderdeel is. Naast de gemeente kunnen actoren zijn: politie, deskundigen van bijvoorbeeld een PKVW-bedrijf, ouderenbond of verzekeraars, slachtofferhulp. Arrangement van optionele activiteiten (afhankelijk van de mogelijkheden van de gemeente): o Maak binnen 2 3 weken afspraken over een bewonersbijeenkomst in samenwerking met VVE / kopersvereniging / verhuurder. Maak hierbij gebruik van de Toolkit Veilig Wonen van het CCV. o Maak voor de koopsector afspraken met PKVW-bedrijven over een advies op maat (gratis of advieskosten voor de gemeente) of leg hiervoor de verantwoordelijkheid bij de VVE / kopersvereniging. Bovendien kunnen er wellicht kortingsacties worden afgesproken met plaatselijke ondernemers (bouwmarkten, ijzerwarenhandels, etc.), zodat deelnemers van de bijeenkomsten tegen gereduceerde prijzen SKG-gecertificeerde beveiligingsproducten kunnen aanschaffen. o Biedt als impuls voor verdere maatregelen een deurspion en/of kierstandhouder aan. Ook kan (hulp bij) montage worden aangeboden. Denk ook aan het geven van informatie over goed gebruik. Maak voor huurwoningen afspraken met corporaties in de gemeente. 23/36

24 Evaluatie en bijstelling Evalueer na bijvoorbeeld een jaar het proces met alle betrokkenen en de klanttevredenheid. Stel zo nodig het nazorg plan bij. Proces: zijn de gemaakte afspraken nagekomen, welke zaken moet wellicht anders geregeld worden etc.? Klanttevredenheid: hoe gaat het met de slachtoffers, konden ze de gekregen informatie en beveiligingstips toepassen, wat hebben ze concreet gedaan, vonden ze de ondersteuning van de diverse partijen prettig, etc.? Borging Nazorg van overvalcriminaliteit heeft in principe een tijdelijk karakter. Opgedane kennis en ervaring mogen niet verloren gaan. Borg de aanpak nazorg overvallen in een aanpak overvalcriminaliteit of een generieke aanpak nazorg in de gemeente. 24/36

25 Bijlage B bij regionale handreiking DDO: Actoren Mogelijke actoren die betrokken kunnen worden bij de lokale nazorg van overvallen. Bij de verschillende actoren is aangegeven welke rol zij invullen en of ze mogelijke regelingen hebben waar slachtoffers van overvallen gebruik van kunnen maken. Op de internetsite van het CCV is alles te vinden over overvallen en nazorg bij overvallen in woningen en bedrijven. 21 Daarnaast leiden de volgende linken van het CCV naar belangrijke informatie voor bedrijven en woningen: ( Hier is veel informatie te vinden over preventietips. Ook kan een PKVW-adviseur worden ingezet om het slachtoffer te adviseren bij de beveiliging van de woning. Actoren Rol Regeling Gemeente Regierol nazorg en preventie. Lokale subsidies / fondsen. Politie - Eerste ambulante opvang slachtoffers. - Strafrechtelijk (opsporings-) onderzoek. OM Slachtofferhulp Nederland Opsporen en vervolging, informeren en begeleiden bij een strafzaak. Bieden van ondersteuning bij het verwerken van de gebeurtenis en het, waar mogelijk, herstellen dan wel verlichten van de materiële en immateriële schade. Schadetoekenning in kader van civiele partijstelling. Helpen bij het invullen van verzekeringsformulieren en/of het in kaart brengen van de schade. Nagaan of er andere mogelijkheden zijn om schade te verhalen. Ze geven advies & preventie na overvallen. Schadefonds geweldsmisdrijven Toekennen financiële tegemoetkoming(en) voor materiële en immateriële schade aan slachtoffers van geweldsmisdrijven. Slachtoffers van een overval in een huis of bedrijf kunnen in aanmerking komen voor een subsidie van te besteden aan preventieve maatregelen. De subsidie kan aangevraagd worden bij Schadefonds geweldsmisdrijven. Het Schadefonds doet dit namens de minister van Veiligheid en Justitie en de regeling is geldig t/m 31 december VKB-Scan Scans en rapportages Een ondernemer met maximaal 50 fte s in zijn onderneming kan gratis een veiligheidsscan uit de regeling Veiligheid Kleine Bedrijven (VKB) door het CCV laten uitvoeren. Met deze scan kunt u de veiligheid in uw bedrijf verbeteren. De scan wordt ter plekke uitgevoerd door een CCVadviseur die de veiligheidsrisico s in kaart brengt en u gratis adviseert over maatregelen om de veiligheid in en om uw bedrijf te vergroten. Meer informatie over /36

26 Keurmerk Veilig Ondernemen de VKB-scan is te vinden op en eiligheid-kleine-bedrijven/. Het is mogelijk dat deze regeling komt te vervallen. Als de regeling toch blijft bestaan zal dit alleen nog gaan om een gratis scan en niet meer om een gesubsidieerde maatregel. De ondernemersvereniging heeft de mogelijkheden van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en de mogelijkheden daarbinnen van financiering van preventieve maatregelen. Is er geen KVO mogelijk? Wijs de ondernemersvereniging dan op pré-kvo projecten, waarbinnen nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan het onderwerp overvallen. Meer informatie over het KVO is te vinden op Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) Slachtofferhulp Detailhandel (uitgevoerd door D.O.e.N) Buurtvereniging / buurtbewoners Ondernemers- / winkeliersvereniging Woningcorporaties Begeleiding na geweld, overval, ongeval of sterfgeval in de winkel. Stimuleren van bewustwording, daadwerkelijk treffen van maatregelen. Stimuleren van bewustwording, daadwerkelijk treffen van maatregelen en samenwerken. Beveiligen van de woningen en voorlichting geven over preventieve maatregelen. Voor de koopsector is het mogelijk afspraken te maken met PKVW-bedrijven over een advies op maat. De verantwoordelijkheid hiervoor kan gelegd worden bij de vereniging van eigenaren. Van de bewoners wordt verwacht dat ze bijdragen aan het voorkomen van herhaald slachtofferschap door eventuele aanbevelingen over te nemen en preventieve maatregelen te (laten) aanbrengen. Wellicht zijn er ook kortingsacties mogelijk met plaatselijke ondernemers, zodat deelnemers van de bijeenkomsten tegen gereduceerde prijzen SKG-gecertificeerde beveiligingsproducten kunnen aanschaffen. Indien het huurwoningen betreft dan monteert de woningcorporatie (gratis) de preventieve maatregelen. Voor meer informatie: merk-veilig-wonen-inspectie/. Biedt mogelijk PKVW-pakket 26/36

27 Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersi ng Algemene voorlichting en activiteiten om de bewustwording en de samenwerking te bevorderen. Brancheverenigingen Leden ondersteunen. Evt. aanbod ondersteuning advisering. Verzekeraars Schadeafwikkeling en ondersteunen bij het nemen van preventieve maatregelen. Evt. aanbod voor schadeherstel, preventieadvisering en uitvoering. PKVW-erkende bedrijven Ouderenbonden Advies op maat, offertes en montage van woningbeveiliging. Ouderenbonden ANBO en Unie KBO ontplooien diverse initiatieven op het gebied van preventie van woningovervallen voor senioren. 27/36

28 Bijlage C bij regionale handreiking voor gemeenten 28/36

29 Inhoudsopgave 1 Inleiding Cijfermatige ontwikkeling DDO Handreiking DDO Evaluatie Uitkomsten evaluatie Samenvattend Woninginbraken Overvallen Straatroven Lokaal maatwerk Gewenste aanvullingen op DDO Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen /36

30 1 Inleiding Uit historische cijfers van politie eenheid Den Haag blijkt dat tijdens de maanden oktober tot en met maart het aantal woninginbraken, overvallen en straatroven toenam. Aangezien dergelijke incidenten (High Impact Crimes HIC)een grote impact hebben op het slachtoffer zijn deze als prioriteit opgenomen in het regionaal beleidsplan van de Eenheid Den Haag. Destijds is door de leden van het RBO besloten om gedurende deze periode aan de aanpak een extra impuls te geven. Dit moet leiden tot een daling van dergelijke incidenten. 1.1 Cijfermatige ontwikkeling 1.2 DDO Sinds 2010 wordt in gezamenlijk overleg tussen de ketenpartners gewerkt aan het zogeheten Donkere Dagen Offensief (DDO). Het betreft de periode oktober tot en met maart. De start van het DDO vormt een passend moment om jaarlijks de preventieve en repressieve maatregelen tegen overvallen (in woningen en in winkelgebieden), straatroven en woninginbraken te beschouwen en de districtscolleges c.q. lokale driehoeken te informeren over de ontwikkelingen, vorderingen en de extra inzet gedurende deze periode. Dit is ook het moment voor een actualisatie van de probleemanalyses om maatwerk bij de aanpak van deze vormen van criminaliteit te kunnen leveren. 1.3 Handreiking DDO In het kader van het DDO is door het Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV) de Handreiking DDO (hierna: handreiking) opgemaakt. In deze handreiking staan mogelijke maatregelen beschreven waarbij uitgangspunten als lokaal maatwerk neergelegd in de desbetreffende veiligheidsplannen, samenwerking tussen betrokken partners en de participatie van 30/36

31 burgers voorop staan. Deze handreiking is in het najaar van 2015 aangeboden aan het RBO. Vervolgens is de handreiking ter implementatie aangeboden aan de gemeenten binnen de Eenheid Den Haag. 1.4 Evaluatie Ten behoeve van de periodieke actualisatie van het DDO zijn medewerkers openbare orde en veiligheid van gemeenten, die deel uitmaken van de Eenheid Den Haag, op basis van een evaluatieformulier bevraagd op aspecten die samenhangen met de donkere dagen. Daarbij is de uitwerking van het DDO zoals beschreven in de Handreiking als uitgangspunt genomen. Voor de betreffende vragenlijst wordt verwezen naar de bijlage. 31/36

32 2 Uitkomsten evaluatie Alle 29 gemeenten uit de eenheid hebben gereageerd wat een respons van 100% betekent. Op basis hiervan kunnen valide uitspraken worden gedaan. 2.1 Samenvattend - Alle gemeenten zetten in op de aanpak van woninginbraken. Daarnaast krijgen overvallen extra aandacht tijdens het DDO. Het incident straatroof krijgt veel minder aandacht; dit vindt ook in de betrokken gemeenten veel minder plaats; - het DDO draagt bij aan de gemeentelijke doelstellingen rond de aanpak van HIC maar leidt nog niet tot een significante daling van het aantal HIC-delicten; - veel wordt ingezet op extra toezicht en communicatie. - aanvullingen zitten op innovatie en regie vanuit de eenheid. Grafiek 1: Belang diverse onderwerpen DDO voor gemeenten Beoordeling De handreiking wordt door alle respondenten die een cijfer hebben afgegeven met een 6 of hoger gewaardeerd en kent een 7,5 als gemiddelde waardering. Twee gemeenten hebben niets aangegeven. Grafiek 2: waardering handreiking 32/36