Handreiking Donkere Dagen Offensief

Transcriptie

1 Handreiking Donkere Dagen Offensief Eenheid Den Haag 1

2 1 Inleiding Sinds 2010 wordt in gezamenlijk overleg tussen de ketenpartners het Donkere Dagen Offensief (DDO), oktober tot en met maart, ingezet. Het DDO vormt een passend moment om jaarlijks de maatregelen te beschouwen en de districtscolleges c.q. lokale driehoeken te informeren over de ontwikkelingen, vorderingen en de extra inzet gedurende deze periode. Dit is ook het moment voor een actualisatie van de probleemanalyses teneinde maatwerk bij de aanpak van overvallen, straatroven en woninginbraken te kunnen leveren. Daar waar sprake is van een concentratie van lokale problemen, ligt de regie bij de gemeenten; in geval van opsporing en vervolging van strafbare feiten bij het OM. Sinds een aantal jaren wordt in de Eenheid Den Haag een bewezen veiligheidsmethodiek toegepast, onder het motto Best of Three Worlds (B3W). Deze beoogt veiligheidsvraagstukken effectief aan te pakken vanuit een integrale benadering. B3W houdt in dat de maatregelen probleemgericht en informatiegestuurd zijn en onder regie van de gemeente zoveel mogelijk samen met de burger (ihkv burgerparticipatie) en andere betrokken partners (politie, OM, woningcorporaties, ondernemers, burgers etc.) worden uitgevoerd. Uit een onderzoek 1 naar de effecten van het werken volgens de B3W strategie, is gebleken dat een combinatie van de drie genoemde elementen in het algemeen leidt tot positieve resultaten bij het terugdringen van High Impact Crimes (HIC). Het DDO heeft een voorgeschiedenis van een aantal jaren en is geleidelijk uitgegroeid tot een handreiking op de thema s overvallen, straatroven en woninginbraken. Oorspronkelijk was het DDO beperkt tot overvallen, waarbij de aanpak was gebaseerd op de jaarlijkse door de politie uitgebrachte strategische analyses. Het DDO omvat dus inmiddels ook de aanpak van straatroven en woninginbraken. De aanpak van deze vormen van criminaliteit is eveneens gebaseerd op analyses van de politie alsmede op gegevens van de ketenpartners, zoals OM, Veiligheidshuis en Reclassering. Naast deze thematische verbreding heeft een geografisch verbreding plaats gevonden en biedt het DDO handvatten voor een integrale aanpak in de gehele eenheid Den Haag. Het voorliggende DDO is dan ook een product van het Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV). De insteek is dat door de inzet van extra maatregelen, die onder meer bestaan uit enerzijds een verscherpt toezicht en een intensievere surveillance op bepaalde plaatsen en tijdstippen en anderzijds uit het treffen van repressieve maatregelen, wordt getracht het aantal overvallen, straatroven en woninginbraken in de komende donkere dagen periode (verder) terug te dringen ten opzichte van voorgaande jaren. Lokaal maatwerk De in het RBP vastgestelde gezamenlijke prioriteiten van gemeenten, politie en OM doen zich niet in alle gemeenten met eenzelfde intensiteit voor en vragen een vertaalslag naar concrete maatregelen in de lokale veiligheidsplannen. De in het DDO genoemde mogelijke maatregelen met betrekking tot overvallen, straatroven en woninginbraken moeten worden beschouwd als een handreiking, die op het niveau van de individuele gemeente en/of district kunnen worden uitgewerkt. Zo is in enkele gemeenten in de regio een eigen DDO opgesteld, waar overigens bij de totstandkoming van deze handreiking gebruik is gemaakt. Daarnaast worden gedurende de donkere dagen periode maatregelen afgesproken tussen politieteams en gemeenten. 1 Peter Versteegh en René Hesseling: De B3W-matrix, naar een meer effectieve aanpak van woninginbraken.tijdschrift voor de politie jg.75/nr. 9/10/13. 2

3 2 Overvallen Sinds 2009 worden overvallen probleemgericht en integraal opgepakt met als gevolg een daling van het aantal overvallen van 281 in 2009 naar 114 overvallen in 2014; een daling van maar liefst 59% (zie figuur 1). 2.1 Analyse politie Ten behoeve van het DDO heeft de politie van de Eenheid Den Haag opnieuw een strategische analyse opgesteld, getiteld Overvallen in de Eenheid Den Haag tijdens de donkere dagen van De complete analyse is als bijlage bij dit document gevoegd (zie bijlage 1). Aantallen De periode laat een gunstig beeld zien. Het aantal overvallen daalt in deze periode van 281 overvallen in 2009 naar 114 overvallen in 2014 (-59%). Niettemin is waakzaamheid geboden. De jarenlange daling van het aantal overvallen in de donkere dagen is gestopt. Tijdens het laatste offensief is er zelfs sprake van een geringe toename van 70 (periode 2013/2014) naar 72 overvallen (2014/2015). Bovendien is het aantal overvallen in de eerste zeven maanden van 2015 (69 overvallen) op hetzelfde niveau als in dezelfde periode in 2014, te weten 68 overvallen. Met het oog op de komende donkere dagen worden in de analyse de belangrijkste ontwikkelingen voor overvallen tijdens de laatste drie donkere dagen offensieven (oktober tot en met maart 2012/2013, 2013/2014 en 2014/2015) beschreven Figuur 1: Ontwikkeling aantal overvallen in de eenheid Den Haag ( ) Concentratiegebieden en sectoren Met betrekking tot de ruimtelijke concentratie van overvallen vallen de winkelgebieden - met name in het centrum van de meeste gemeenten - nog steeds op. Het gaat vooral om overvallen op bedrijven in de detailhandel en in de horeca. De meeste overvallen in de donkere dagen betreffen woningovervallen en overvallen op bedrijven in de detailhandel. Tijdens het laatste donkere dagen offensief neemt het aantal woningovervallen toe van 25 in de periode 2013/2014 tot 32 overvallen in de periode 2014/2015. De trend dat onder de slachtoffers van woningovervallen relatief veel senioren en bejaarden zitten, heeft zich echter niet voortgezet. In 2014 bevinden zich relatief minder personen van 65 jaar en ouder onder de slachtoffers van woningovervallen (19,4%) dan in 2013 (32,8%). 3

4 Favoriete doelwitten in de detailhandel tijdens de donkere dagen zijn (nog steeds) supermarkten en benzinestations. Opvallend is de ruime halvering van het aantal overvallen - van 17 naar 8 - tijdens de laatste donkere dagen periode op personen, die beroepsmatig geld of goederen vervoeren. Een daling, die bijna volledig is toe te schrijven aan het feit dat er geen overvallen hebben plaatsgevonden op maaltijdbezorgers. Snackbars en restaurants worden het vaakst overvallen in de horecasector. In de dienstverlenende sector worden voornamelijk personen overvallen die seksuele diensten verlenen. Kenmerken verdachten Bij de bekend geworden overvallers gaat het bijna uitsluitend om mannen en zijn de leeftijdscategorieën jaar en jaar nog steeds sterk oververtegenwoordigd. Er zijn weinig verdachten van wie bekend is dat zij lid zijn van een problematische jeugdgroep. Een bevinding die ook in eerdere analyses naar voren komt. Ten opzichte van 2013 zijn er in 2014 meer - bekend geworden - overvallers tussen de 25 en 34 jaar (van 25% naar 40%) en minder minderjarige (van 19% naar 11%) en jongvolwassen (van 42% naar 34%) overvallers. Een verklaring voor deze ontwikkeling is dat in 2014 relatief meer woningovervallen zijn gepleegd en dat de verdachten in die zaken over het algemeen ouder zijn dan andere type overvallers. De overvallen in de detailhandel en op personen, die beroepsmatig geld of goederen vervoeren, worden vooral gepleegd door jongvolwassen, terwijl het bij de woningovervallen (en ook in de sector groothandel & dienstverlening) vooral gaat om relatief wat oudere verdachten. Woningovervallen (63%) en overvallen op bedrijven in de detailhandel (58%) worden relatief vaker gepleegd in groepsverband. De meeste overvallers wonen binnen de eenheid Den Haag en er is sprake van een grote diversiteit aan landen van herkomst. Conclusie De geïntensiveerde aanpak van overvallen gaat sinds 2009 gepaard met een forse daling van het aantal overvallen van 281 in 2009 naar 114 in 2014 (-59%). Thans lijkt evenwel sprake van een stabilisering. Hoewel het vaak om beperkte aantallen gaat, vormen winkelgebieden hot spots voor overvallen. In de winkelgebieden worden de overvallen hoofzakelijk gepleegd op bedrijven in de detailhandel en in de horeca. Het aantal woningovervallen is toegenomen van 25 in de periode naar 32 in de periode De trend dat er verhoudingsgewijs vaker woningovervallen worden gepleegd bij ouderen, zet niet door. Het aantal overvallen op personen die beroepsmatig geld vervoeren, is in de periode ruim gehalveerd ten opzichte van de periode (van 17 naar 8). Een daling die in zijn geheel kan worden toegeschreven aan een afname van de overvallen op maaltijdbezorgers. De bekend geworden overvallers zijn in kaart gebracht op basis van de jaren 2013 en De leeftijdscategorieën jaar en jaar zijn sterk oververtegenwoordigd. Het gaat daarbij bijna uitsluitend om mannen. 4

5 2.2 Maatregelen Op basis van de hierboven beschreven conclusies kunnen onderstaande maatregelen worden getroffen, uit te voeren door / onder regie van de gemeente en/of politie/om en/of Veiligheidshuis/Reclassering. Het betreft een scala aan (mogelijke) maatregelen, waaruit een keuze kan worden gemaakt, afhankelijk van de concrete situatie en lokale omstandigheden. Aanbevolen wordt om relevante ontwikkelingen onder de aandacht te brengen van risicogroepen en te delen met andere gemeenten en ketenpartners. De specifiek door de politie te nemen maatregelen worden apart benoemd. Overvallen in winkelgebieden Mogelijke maatregelen n.a.v. overvallen in winkelgebieden, waarbij gebruik kan worden gemaakt van diverse kanalen, zoals algemene ledenvergadering van winkeliersverenigingen / brancheorganisaties etc. voor het geven van voorlichting en informatie: Veilig Ondernemen / Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO): In KVO-gebieden en Bedrijven Investering Zones (BIZ) is structureel aandacht voor het treffen van preventieve maatregelen tegen overvallen en de diverse mogelijkheden om de veiligheid van ondernemingen te vergroten. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de bestaande subsidieregelingen, waaronder de VKB-regeling / aanpak veiligheid kleine bedrijven. Overvaltrainingen: In winkelgebieden kunnen overvaltrainingen worden georganiseerd, waarbij prioriteit wordt gelegd bij nieuwe KVO-gebieden, hotspots en gebieden waar een overval heeft plaatsgevonden. Overleg met risicogroepen: Waar nodig c.q. gewenst neemt de gemeente het initiatief om samen met (onder meer) de politie voorlichting te geven aan potentiele slachtoffergroepen over de risico s van een overval en de mogelijke preventieve maatregelen. Uit de analyse van de politie blijkt dat in de detailhandel supermarkten en benzinestations favoriete doelwitten zijn. Ook woningovervallen vormen een belangrijk aandachtspunt, zij het dat het lijkt dat senioren minder vaak doelwit zijn! Afroomkluis en camera s: Het verstrekken van een afroomkluis en / of het plaatsen van een camera kunnen een bijdrage leveren aan het voorkomen van een overval. Gemeenten zouden een dergelijke kluis aan het slachtoffer (winkelier) en winkeliers in de omgeving gratis kunnen verstrekken. Bij het plaatsen van een afroomkluis en/of camera kan tegelijkertijd aandacht worden gevraagd voor de VKB-subsidieregeling en overvaltrainingen. Week van de Veiligheid: het gebruik maken van de week van de Veiligheid (week 41). Dit biedt extra kansen voor (communicatie) over de start van het DDO Nazorg en preventie op maat: Bezoek van een vertegenwoordiger van de gemeente aan het slachtoffer van een overval kan positief bijdragen aan het verwerkingsproces. Tegelijkertijd biedt dit de mogelijkheid om voorlichting te geven over de diverse preventiemogelijkheden. Extra toezicht in de openbare ruimte: Het instellen van een beveiligingsteam in de vorm van een vliegende brigade kan bijdragen aan het voorkomen van overvallen. De gemeente Den Haag heeft van deze mogelijkheid actief gebruik gemaakt met als gevolg dat het aantal overvallen in de Haagse binnenstad en andere hotspots sterk is afgenomen. 5

6 Overvallen op woningen Uit de politie analyse blijkt dat woningovervallen een belangrijk aandeel vormen in het totaal aantal overvallen. Maatregelen n.a.v. overvallen op woningen / woninginbraken: Weerbaar maken van potentiele slachtoffers door het geven van voorlichting: Weliswaar heeft de trend zich niet voortgezet dat onder de slachtoffers van woningovervallen relatief veel senioren zitten, toch blijft dit een kwetsbare groep. Dit temeer, daar de ouderen als gevolg van rijksbeleid veel langer zelfstandig thuis wonen en derhalve op hoge leeftijd in een kwetsbare positie verkeren. Via ouderenorganisaties en andere belangenorganisaties kunnen voorlichting en (weerbaarheids) trainingen worden gegeven. Buurt Interventie Teams (BIT): Wijkbewoners, die georganiseerd worden ingezet om medebewoners te wijzen op de gevaren van overvallen, babbeltrucs en woninginbraken. Tijdens een huisbezoek kan tevens worden gelet op de aanwezigheid van inbraakwerende voorzieningen. Het aanbod kan worden gedaan om tegen een kleine vergoeding een tijdschakelklok, kierstandhouder etc. aan te brengen. Specifiek door de politie te treffen maatregelen De aanpak van High Impact Crimes (HIC) staat bij de politie onverminderd hoog op de agenda. Monitoring: Wekelijks vindt monitoring plaats op de HIC-delicten, die zich in de eenheid hebben voorgedaan. Hierdoor is het mogelijk snel te reageren op afwijkingen in het gemiddelde beeld. Jaarlijks stelt de Dienst Regionale Informatie Organisatie (DRIO) een analyse op over het delict overvallen in de afgelopen DDO-periode. Inzet: De gehanteerde inzet strategieën c.q. de opsporingsactiviteiten en de samenwerking met de partners blijven gedurende het hele jaar, dus ook buiten de DDO-periode, op hetzelfde niveau. De eerdere- forse daling van het aantal overvallen geeft geen aanleiding om in aandacht of maatregelen te komen tot vermindering. Operationele inzet: Elke melding van een overval (straatroof of inbraak) kan rekenen op een onmiddellijke operationele inzet. Elke overval is object van opsporingsonderzoek: afhankelijk van het soort overval is dit de districtsrecherche of regionale recherche. De verdere ontwikkeling van de politiedistricten met een eigen districtsrecherche heeft ertoe geleid dat de onderzoeken naar overvallen in beginsel door de districtsrecherche worden uitgevoerd. Het centrale overvallenteam (eerder bekend onder de naam Twisterteam) maakt thans deel uit van de Dienst Regionale Recherche, levert expertise aan de districten en doet onderzoeken naar overvallen van de zwaarste categorieën. Samenwerking landelijke eenheid: Met betrekking tot de inzet van mensen en middelen op overvalmeldingen zijn met de landelijke eenheid werkafspraken gemaakt, die geleid hebben tot een verdere verhoging van de heterdaadkracht. Het gaat hierbij om de inzet van luchtsteun (helikopter), de regie van een landelijk operationeel centrum en het in specifieke gevallen inzetten van een landelijke interventiedienst. Persoonsgerichte aanpak: Alle overvallers uit de eenheid Den Haag worden aangeleverd aan de Veiligheidshuizen in de regio. 6

7 Nazorg na overvallen Een aantal gemeenten in de Eenheid Den Haag heeft een model voor de gemeentelijke nazorg na overvallen op bedrijven en woningen geïmplementeerd. Enkele reeds bestaande nazorgmodellen liggen hieraan ten grondslag. Zoals het ontwikkelmodel nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving van het RPC-Haaglanden (juli 2012) en het stappenplan nazorg slachtoffers overvallen van het CCV (september 2013). Verschillende gemeenten hebben daarnaast een eigen lokale variant ontwikkeld. Sommige gemeenten hebben geen ervaring met nazorg, omdat er tot dusverre niet of nauwelijks overvallen hebben plaats gevonden. Het verdient overweging om het model voor de gemeentelijke nazorg na overvallen te implementeren en, indien zich een overval voordoet, het stappenplan te doorlopen. De wijze waarop gemeenten hieraan invulling geven, is vanzelfsprekend lokaal maatwerk. Via onderstaande links vindt u daarnaast diverse stappenplannen voor de gemeentelijke nazorg na overvallen. Het Ontwikkelmodel nazorg overvallen voor gemeenten, gericht op slachtoffers en omgeving van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC), wordt u desgewenst door het RSIV toegezonden. 7

8 3 Straatroven Straatroof is het met geweld wegnemen van goederen, waarbij personen zich in de openbare ruimte bevinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het wegrukken van een handtas of een telefoon, of het op straat afnemen van een scooter. Het aantal straatroven gedurende de periode en is sterk afgenomen. De mate waarin verschilt per district. Wel blijft het absolute aantal straatroven in de gemeente Den Haag hoog. Straatroof heeft een relatie met grootstedelijke problematiek. De overige vier districten binnen de regio worden slechts in beperkte mate geconfronteerd met straatroof. Tevens kent dit delict een sterke relatie met het slachtoffer: met name jongeren (beroving van smartphones) en ouderen zijn het doelwit. Cijfermatige ontwikkeling straatroof eenheid Den Haag District Den Haag Centrum District Den Haag West District Den Haag Zuid District Zoetermeer - LV District Westland - Delft District Leiden - Bollenstreek District Alphen ad Rijn - Gouda Tabel 1: ontwikkeling aantal straatroven tijdens DDO-periode. 3.1 Maatregelen RAAK-principe In veel gevallen kunnen de maatregelen, zoals geschetst in het hoofdstuk overvallen, ook worden toegepast ten aanzien van straatroven. Zoals bijvoorbeeld het RAAK-principe. Politie en brancheverenigingen adviseren slachtoffers van overvallen (of in dit geval straatroof) te reageren volgens het RAAK-principe: rustig blijven, accepteren van de situatie, afgeven van geld of goed en kijken hoe de dader eruitziet. Zie: 8

9 Interventies CCV straatroof Het CCV heeft een overzicht opgesteld van mogelijke interventies die kunnen worden ingezet bij de aanpak van straatroof. Hierbij kan worden gedacht aan: Keuzewijzer Veilig uitgaan Database overvalpreventie PKVW-brochure met tips voor senioren over het voorkómen van o.a. straatroof Campagne 'Ben jij het waard om beroofd te worden?' Campagne 'Hier waak ik' Top-X aanpak: toolbox Persoonsgerichte Aanpak High Impact Crimes Safety spot. Zie: 9

10 4 Woninginbraken Uit de politiecijfers blijkt dat het aantal woninginbraken in de periode in alle districten is gedaald. In district D (Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg) is de daling van het aantal woninginbraken het grootst. De daling kan mede worden verklaard uit de aanhoudende aandacht voor en inspanningen op dit thema van politie, gemeenten en private partners. Vanzelfsprekend is elke inbraak, of poging hiertoe, er één te veel. Dat rechtvaardigt een blijvende inzet op het treffen van (preventieve) maatregelen, die de kans op een inbraak zoveel mogelijk verkleinen, als ook repressief optreden, waarbij de opsporing van dader(s) en gestolen goederen centraal staat. 4.1 Ontwikkeling woninginbraakcijfers Eenheid Den Haag Grafieken 1 en 2 geven een overzicht van het absolute aantal woningen (woningvoorraad) en het aantal woninginbraken in de eenheid. De woningvoorraad is het totaal aantal woningen dat voor bewoning geschikt is. Onder het begrip woninginbraken/diefstal uit woning wordt verstaan: insluipingen (dus zonder braak), pogingen tot inbraak en daadwerkelijke inbraak. Woningovervallen, waarbij sprake is van geweld, maken hier geen deel van uit; verwezen wordt naar de paragraaf overvallen. Uit cijfers blijkt dat ongeveer 70% van het totaal aantal woninginbraken op eenheidsniveau wordt gepleegd tijdens de maanden dat het snel donker wordt (oktober-februari). Reden om tijdens deze periode extra aandacht te besteden aan het voorkomen en aanpak van woninginbraken. Grafiek 1: Woningvoorraad in absolute aantallen, Eenheid Den Haag,

11 Diefstal uit woning (BVI) District Den Haag Centrum District Den Haag West District Den Haag Zuid District Zoetermeer - Leidschendam/Voorburg District Westland - Delft District Leiden - Bollenstreek District Alphen aan den Rijn - Gouda Grafiek 2: Diefstal uit woning in absolute aantallen Eenheid Den Haag, Inbraakrisico Eenheid Den Haag Omdat het aantal woningen verschilt per district, is het noodzakelijk het inbraakrisico te berekenen. Hierbij wordt het aantal woninginbraken gerelateerd aan het aantal woningen in een district. Met het inbraakrisico (aantal inbraken per 1000 woningen over een periode van 12 maanden) kunnen districten onderling vergeleken worden. Grafieken 1 en 2 resulteren in het inbraakrisico, weergegeven in grafiek 3. 20,00 18,00 16,00 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 4,00 2,00 District Den Haag Centrum District Den Haag West District Den Haag Zuid District Zoetermeer - Leidschendam/Voorburg District Westland - Delft District Leiden - Bollenstreek District Alphen aan den Rijn - Gouda 0, Grafiek 3: Inbraakrisico per 1000 woningen Eenheid Den Haag,

12 4.2 Maatregelen Evenals bij overvallen en straatroven wordt gekeken naar een verbreding van de aanpak waarbij aandacht is voor zowel proactie en preventie als repressie en nazorg. Ook hier is inzet op toezicht en handhaving, vergroting heterdaadkracht en de strafrechtelijke vervolging van verdachten nodig alsmede investeren op bewustwording en burgerparticipatie. De burgers en private partners, waaronder corporaties hebben een eigen verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld voor het zorgvuldig afsluiten van de woning en het nemen van maatregelen om de kans op inbraken te verkleinen. Daarnaast kunnen zij door alert te zijn op hun (woon)omgeving, relevante signalen doorspelen aan de verantwoordelijke instanties en zo de heterdaadkracht van de politie versterken. Afhankelijk van de lokale omstandigheden wordt een lokale integrale aanpak conform the Best of Three Worlds gehanteerd, op grond van een gedegen probleem- en informatieanalyse. De focus van het preventieve en repressieve deel van de (probleemgerichte) aanpak ligt op de zogeheten hotspots, hotshots en hot victims. Lokaal en districtelijk zijn al diverse plannen en toolkits ontwikkeld om het aantal woninginbraken terug te dringen. In de komende donkere dagen periode kan afhankelijk van de lokale situatie het volgende palet aan maatregelen worden ingezet: Voorlichting, communicatie en burgerparticipatie Het geven van voorlichting door middel van: preventieadviezen, nieuwsbrieven, folders, de campagnes witte voetjes en licht zet inbrekers in het zicht ; Het houden van voorlichtingsbijeenkomsten in gebieden met veel woninginbraken, bijvoorbeeld in bibliotheken, buurtsupermarkten en buurthuizen. Maar ook kan de inzet van Tent in de wijk worden overwogen: tent.pdf; Het inzetten van communicatiemiddelen zoals: matrixborden, sociale media, Burgernet. Zoals: Het extra aandacht geven aan kwetsbare- of specifieke doelgroepen, zoals senioren (hot victims); Het gebruik maken van de wintercampagne, geïnitieerd door het CCV en gericht op de gemeenten. Het inzetten van studenten met een tablet, die bewoners informeren over de werkwijze van inbrekers en hoe dit kan worden voorkomen (op basis van info wijkteam politie); Inzetten van buurtinterventieteams voor preventieboodschappen om wijkbewoners te wijzen op de gevaren voor overvallen en inbraken. Bij het huisbezoek wordt o.a. aandacht gegeven aan hang- en sluitwerk, verlichting van tuinen en inklimmogelijkheden; 12

13 Maatregelen ter voorkoming van woninginbraken Het intensiever toepassen van het Keurmerk Veilig Wonen (KVW) in de gemeenten. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan het aanbrengen van inbraak werende voorzieningen. Cruciaal hierbij is de ondersteuning vanuit het Rijk en beschikbare gelden. Het verscherpen van het toezicht door buurtinterventieteams, BOA s en politiesurveillance op hot spots en hot victims. Nauwe samenwerking tussen politie en BOA s is wenselijk; Het opleggen van een gebiedsontzegging voor inbrekers, zoals bijvoorbeeld door de gemeente Leiden wordt gehanteerd (APV, artikel 2.2.); Het stimuleren dat burgers hun (waardevolle)goederen registreren, zodat in geval van diefstal deze goederen eventueel terug te vinden zijn in het Digitaal Opkopers Register (DOR), te bekijken via: Het gebruik van besmettingsbrieven door gemeenten en politie in wijken waar een woninginbraak heeft plaatsgevonden. Vervolging door het Openbaar Ministerie Evenals bij overvallen hanteert het OM een gerichte aanpak voor woninginbraken. Er is een vaste Officier van Justitie met de portefeuille woninginbraken. Er is aandacht voor de mogelijkheden van vervolging op grond van voorbereidingshandelingen ter zake woninginbraak. Een verdachte van een woninginbraak wordt altijd voorgeleid, tenzij de wet daar geen mogelijkheden toe ziet. Waar mogelijk wordt (super)snelrecht ingezet, hierdoor is een lik-op-stuk reactie mogelijk en treedt het OM slagvaardig op tegen woninginbrekers. In het requisitoir wordt de impact van de maatschappelijke context van de woninginbraak en de verdachte standaard meegenomen. Er is aandacht voor de vordering van de benadeelde partij en waar mogelijk wordt wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen. Een keer per jaar wordt er een themabijeenkomst/zitting georganiseerd op het onderwerp woninginbraak/hic. 13