Aansprakelijkheid bij sport en spel
|
|
- Dries van der Ven
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Aansprakelijkheid bij sport en spel Mr. N.K. van Mullem * INLEIDING Eén van de pijlers van het privaatrecht is de onrechtmatige daad. Waar in beginsel geldt dat een ieder zijn eigen schade draagt kunnen er omstandigheden zijn waaronder de onverkorte toepassing van dit adagium tot onrechtvaardige uitkomsten zou leiden. Bijna een eeuw geleden bleek dat uit de casus van de Zutphense waterleiding. 1 Een dame in Zutphen weigerde haar bed uit te komen om de hoofdkraan dicht te draaien toen door de vorst de waterleiding in het ondergelegen pakhuis was gesprongen. De aldaar opgeslagen lederen handelscollectie liep onherstelbare waterschade op. De eigenaar van de collectie eiste vergoeding van zijn schade. De Hoge Raad meende dat in casu geen wettelijke rechtsplicht was geschonden door de dame in kwestie en dat zij dus niet onrechtmatig had gehandeld. De handelaar bleef zo vertwijfeld achter. Deze bijzonder onbevredigende uitspraak leidde tot veel ophef en de wetgever nam zich voor om de wet aan te passen aan de maatschappelijke realiteit. Omdat het lange tijd slechts bij voorstellen bleef greep de Hoge Raad uiteindelijk zelf in. In 1919 volgde de uitspraak in de zaak Lindenbaum Cohen 2, waarin de gewenste extensieve uitleg werd gegeven aan het begrip onrechtmatige daad. De Hoge Raad volgde daarbij het wetsontwerp uit Een onrechtmatige daad is, aldus de Hoge Raad: een handelen of nalaten, dat of inbreuk maakt op eens anders recht, of in strijd is met des daders rechtsplicht of indruischt, hetzij tegen de goede zeden, hetzij tegen de zorgvuldigheid, welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed, terwijl hij door wiens schuld tengevolge dier daad aan een ander schade wordt toegebracht, tot vergoeding daarvan verplicht is. Met deze uitspraak kon rechtsgeleerd Nederland vervolgens aan de slag. Bij de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek in 1992 is de onrechtmatige daad opgenomen in artikel 6:162. In het algemeen is aangenomen dat met de enkele redactionele wijzigingen geen inhoudelijke afwijkingen zijn bedoeld. De bestaande jurisprudentie blijft derhalve van belang. Sport en spel zijn bijzondere situaties waarin een onrechtmatige daad minder snel wordt aangenomen. In dit artikel volgt een nadere blik hierop. Na een korte uiteenzetting over de elementen waarin aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad kan worden ontleed, volgt een blik op de rol van spelregels en aansprakelijkheidsverweren. Vervolgens wordt het standpunt van de Hoge Raad met betrekking tot de onderlinge aansprakelijkheid van deelnemers aan een sport uiteengezet. Tot slot zal kort aandacht worden besteed aan de rol van een trainer en de mogelijke aansprakelijkheid van een sportvereniging. * Mr. N.K. van Mullem is IT-Juriste bij Mitopocs BV Informatiserings Architecten te Gouda. 1 HR 10 juni 1910, NJ 1910, W HR 31 januari 1919, NJ 1919, 161.
2 HUIDIGE WETGEVING Artikel 6:162 BW bepaalt thans dat onrechtmatig is een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Onder de laatste categorie, kort gezegd de onzorgvuldigheid, kunnen de heersende maatschappelijke waarden en normen een rol spelen. De rechter kan daaraan de verweten gedraging afmeten. Overigens zal er slechts aansprakelijkheid kunnen worden vastgesteld als er naast vaststelling dat de daad daadwerkelijk onrechtmatig is, is voldaan aan een aantal andere vereisten. Zo dient er sprake te zijn van schade. Als er geen schade is, is er ook niets om over te klagen. Bovendien moet de onrechtmatige daad aan de dader kunnen worden toegerekend omdat zij te wijten is aan zijn schuld, of omdat de gedraging te wijten is aan een oorzaak die krachtens wet of verkeersopvatting voor zijn rekening moet komen (art. 6:162 lid 3 BW). Bij het oordeel over de schuldvraag kan met de persoonlijke (subjectieve) omstandigheden van de dader rekening gehouden worden. Ook het causaliteitsbeginsel speelt een rol bij het bepalen van aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. Dit houdt kort gezegd in dat de geleden schade het gevolg moet zijn van de onrechtmatige gedraging. De vraag is hoe ver dit gaat en de beantwoording van die vraag is lastig, maar in het algemeen kan worden gesteld dat in ieder geval moet worden aangetoond dat de schade niet zou zijn ontstaan als de daad niet was gepleegd (dit heet condicio sine qua nonverband). Verder moet het volgens artikel 6:98 BW redelijk zijn de schade toe te rekenen aan de gedraging. Het laatste element inzake de onrechtmatige daad is het relativiteitsbeginsel van artikel 6:163 BW: de norm die door de dader geschonden is, moet strekken tot bescherming tegen de door het slachtoffer geleden schade. In het kader van sport en spel zal het nochtans gaan om schending van (ongeschreven) zorgvuldigheidsnormen. Aangenomen wordt dat schending van de norm als bedoeld in artikel 6:163 BW reeds is gelegen het niet in acht nemen van de zorgvuldigheid. Aan een aparte toetsing in het kader van deze bepaling komt men dan derhalve niet meer toe. RECHTVAARDIGINGSGRONDEN Lid 2 van artikel 6:162 BW opent expliciet de mogelijkheid dat een daad, die in principe als onrechtmatig kan worden betiteld, dat door concrete omstandigheden niet is omdat er een rechtvaardigingsgrond is. In sportsituaties blijken veel voorkomende verweren in dit kader te zijn: toestemming van het slachtoffer, risico-aanvaarding en eigen schuld. Toestemming houdt in dit verband in dat het slachtoffer zich ervan bewust is dat hij schade zal gaan lijden en daarmee vooraf al instemt. Met uitzondering misschien van een bokswedstrijd zal dit nochtans niet een logische redenering zijn. Risico-aanvaarding daarentegen impliceert dat het slachtoffer zich er van bewust is dat hij schade zou kunnen gaan lijden, maar dat hij dat risico desondanks heeft genomen. Indien iemand het voetbalveld op stapt weet hij dat hij er een blessure kan oplopen, al dan niet veroorzaakt door een actie van een tegenstander. Wordt het verweer van
3 risicoaanvaarding gehonoreerd dan bestaat aansprakelijkheid in zijn geheel niet. De litigieuze daad is niet (meer) onrechtmatig. Aanvaarding van het eigen schuld verweer daarentegen impliceert dat de gedraging wel als onrechtmatig wordt betiteld, maar dat de gevolgen daarvan gematigd worden op grond van artikel 6:101 BW. De rechter kan op grond van een afweging van de fouten van beide partijen komen tot een billijke verdeling van de kosten. De Hoge Raad heeft in het hierna nog ter sprake komende Natrap-arrest 3 bepaald dat risicoaanvaarding als zelfstandige rechtsfiguur niet bestaat. De Hoge Raad meende dat ten eerste moet worden bepaald of een gedraging al dan niet onrechtmatig is en dat vervolgens op grond van concrete omstandigheden een billijkheidscorrectie als bedoeld in artikel 6:101 BW op grond van eigen schuld kan worden toegepast. 4 Het nog regelmatig gehanteerde verweer van risicoaanvaarding dient dan ook op die manier te worden opgevat. ROL VAN SPELREGELS 5 In het algemeen wordt aangenomen dat in sporten spelsituaties de deelnemers de normale risico s accepteren die verbonden zijn aan deelname. Zo kan een bokser klappen tegen zijn hoofd verwachten en een voetballer een schop tegen zijn schenen. Dit zijn voor een sporter voorzienbare gevaren die deelname aan het spel nou eenmaal met zich meebrengt. De normale risico s die aan deelname zijn verbonden zijn voor een groot gedeelte kenbaar uit de spelregels van de desbetreffende sport. Spelregels kunnen grof gezien worden onderscheiden in twee soorten: spel regelende spelregels (een voetbalwedstrijd duurt 2 keer 45 minuten) en deelnemer beschermende spelregels (het onderuit halen van een tegenstander wordt bestraft met een vrije schop tegen en eventueel een gele of rode kaart). In het kader van aansprakelijkheid is de laatste categorie weliswaar relevant, maar uitdrukkelijk niet volledig maatgevend voor de eventuele onrechtmatigheid. Zou dat anders zijn dan zou iedere overtreding van een speler beschermende spelregel een onrechtmatige daad opleveren. Degene die dat beoordeelt is de scheidsrechter, die zich daarmee wel een bijzonder machtige en ongepaste positie zou verwerven in ons rechtssysteem. ZORGVULDIGHEIDSNORMEN De verwachtingen van deelnemers aan een sportwedstrijd en de voorzienbare risico s die deelname aan het spel met zich meebrengt, leiden tot de conclusie dat aansprakelijkheid in sport en spel situaties niet snel kan worden aangenomen. Bij een concrete aansprakelijkheidskwestie zal voor de invulling van de zorgvuldigheidsnorm, waartegen de litigieuze gedraging wordt afgezet, worden meegewogen dat er sprake is van een spelsituatie, waarvan de deelnemers 3 HR 28 juni 1991 NJ 1992, De hoofdregel van art. 6:101 BW is dat de schadevergoedingsplicht van de dader kan worden verminderd als de schade mede het gevolg is van een omstandigheid die aan het slachtoffer kan worden toegerekend. De schadevergoedingsverplichting wordt dan op grond van de omstandigheden over beiden in evenredigheid verdeeld met de mate waarin zij ieder voor zich aan de schade hebben bijgedragen (wederzijdse causaliteit). Op grond van billijkheid kan, indien dat redelijk, is van deze hoofdregel worden afgeweken, ofwel wegens verband met de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten, of op grond van de concrete omstandigheden. 5 Zie hierover uitvoeriger onder ander C. Boon, De verhouding tussen sportregel en spelregel, AA 1996, p. 23 e.v.
4 bepaalde verwachtingen over en weer behoren te hebben, en zal gekeken worden naar (de inhoud van) de geldende spelregels. De Hoge Raad stelde dit uitdrukkelijk vast in het Tennis-arrest. 6 De feiten in het kort: na afloop van een game sloeg Nijgh een aantal ballen naar de andere kant van de baan. Heeck stond op die andere baanhelft op ongeveer 2 meter van het net en kreeg één van de ballen op zijn oog. Hij verloor aan dat oog blijvend het gezichtsvermogen en sprak Nijgh aan op grond van onrechtmatige daad. Hij stelde dat voor het aannemen van onrechtmatigheid in een spelsituatie wel zwaardere eisen moeten worden aangenomen dan in het normale leven, maar dat de bal is geslagen toen het spel dood was, namelijk tussen 2 games in, en dat hij op dat moment een dergelijke onzorgvuldig en onoplettend geslagen bal niet had hoeven te verwachten. De Hoge Raad onderschreef expliciet het standpunt van het hof: Het hof heeft (terecht) tot uitdrukking gebracht dat gedragingen in het kader van het tennisspel, die buiten de spelsituatie onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zouden zijn geweest, binnen de spelsituatie dit karakter niet behoeven te hebben, omdat de deelnemers aan het spel gedragingen waartoe het spel uitlokt, waaronder onvermijdelijk van tijd tot tijd ook misslagen, over en weer van elkaar hebben te verwachten, terwijl een dergelijke gedraging niet onzorgvuldig wordt op de enkele grond dat zij door een ongelukkige samenloop van omstandigheden het gevolg heeft dat een der deelnemers ernstig letsel oploopt. Daarmee staat vast dat bij sport en spelsituaties er een lichtere zorgvuldigheidsnorm geldt. De vraag is dan hoe de zorgvuldigheidsnorm moet worden ingevuld. Aangehaakt wordt bij de criteria die zijn gegeven in het kader van het scheppen van een gevaarlijke situatie in het Kelderluikarrest. 7 In het algemeen wordt bij het vaststellen of iemand zorgvuldig heeft gehandeld gekeken naar de volgende elementen: de mate van waarschijnlijkheid waarmee de nietinachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, de grootte van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben en de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen. In het algemeen wordt ook nog enige aandacht geschonken aan de subjectieve elementen kenbaarheid en voorzienbaarheid voor degene die de gevaarlijke situatie in het leven roept. Het kennen van gevaar betekent dat het vermeden kan worden. In het kader van een sport en spelsituatie maakte de Hoge Raad in 1991 in het Natrap-arrest (Zie noot 3) duidelijk hoe zij onrechtmatigheid vaststelt. In casu trapte speler Dekker tijdens een voetbalwedstrijd tegenstander Van der Heide na. Van der Heide liep een groot defect met loshangende flarden en losse kraakbeenstukken aan zijn knie op. Dekker beriep zich mede op risico-aanvaarding, welk verweer zoals hiervoor al aangehaald niet wordt gehonoreerd als afzonderlijke rechtsfiguur. De Hoge Raad stelde in dit arrest de norm vast waaraan gedragingen in sport en spelsituaties kunnen worden afgemeten: Uitgangspunt moet zijn dat de vraag of een deelnemer aan een sport als voetballen onrechtmatig heeft gehandeld door een gedraging waardoor aan een andere deelnemer letsel is toegebracht, minder spoedig bevestigend moet worden beantwoord dan wanneer die gedraging niet in het kader van de sportbeoefening zou hebben plaatsgevonden. De deelnemers aan een sport als voetballen hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl gedragingen die een overeenkomstig gevaar in het leven roepen, buiten het kader van de 6 HR 19 oktober 1990, NJ 1992, HR 5 november 1965, NJ 1966, 136.
5 sport door de deelnemers aan het maatschappelijk verkeer als regel niet van elkaar behoeven te worden verwacht en mede daarom veelal niet aanvaardbaar zijn. (...) Bij het vorenstaande verdient opmerking dat niet reeds het enkele overtreden van de spelregels, waaronder de regels ter bescherming van de veiligheid van de spelers, onrechtmatig is. Wel is de overtreding van een spelregel een factor die meeweegt bij de beoordeling van de onrechtmatigheid. Het hof heeft zulks evenwel niet miskend. Het acht immers niet alleen mede relevant dat sprake is van een abnormaal gevaarlijke gedraging, maar spreekt ook van een gedraging buiten de regels van het spel. De toets die wordt gehanteerd is dus tweeledig: de gedraging moet buiten de regels van het spel en dat is dus ruimer dan alleen de spelregels liggen én abnormaal gevaarlijk zijn. Of dat in een concreet geval zo is moet aan de hand van de omstandigheden worden vastgesteld. De Kantonrechter Zaandam maakte in een uitspraak uit 1993, 8 waarbij een speler na een bal te hebben gekaatst van achter werd aangevallen en kuit- en scheenbeen breekt, een onderscheid tussen balbezit en niet-balbezit. Maar zelfs bij balbezit van de tegenstander vindt hij dat nog geen vrijbrief om zich bij wijze van spreken dwars door de benen van de speler heen op de bal te storten. Met verwijzing naar het Natrap-arrest kwalificeerde hij de actie als een onrechtmatige gedraging. De rechtbank Haarlem paste deze norm toe in een situatie dat een keeper een doorgebroken speler neerhaalde. 9 Het slachtoffer liep een gebroken scheenbeen en drievoudige kuitbeenbreuk op. De rechtbank stelde vast dat de actie volgens de spelregels al als onreglementair werd beschouwd. Ook omdat de bal op het moment van de ingreep van de keeper al meters bij beide spelers vandaan was, meende de rechtbank dat de gedraging niet viel onder het kopje normale en geoorloofde spelsituatie. De keeper was derhalve aansprakelijk. De rechtbank Amsterdam accepteerde in een andere zaak na vaststelling van onrechtmatigheid het verweer van eigen schuld en paste de billijkheidscorrectie ex artikel 6:101 BW toe: 10 nadat eiser op het veld was neergehaald door zijn tegenstander reageerde hij door deze een trap in het gezicht te geven, waarna hij vervolgens zelf nog een klap kreeg. Zijn voortanden waren hierdoor naar achteren geslagen en stonden los in zijn mond. De rechtbank meende echter dat eiser zich niet had mogen laten provoceren en kwam tot een verdeling van de schade. In de enige uitspraak die is gedaan tussen twee profvoetballers is door de rechtbank Utrecht bepaald, mede op grond van verklaringen van meerdere deskundigen, dat de actie van toenmalige FC Utrecht keeper Jan-Willem van Ede waarbij tegenstander Danny Hoekman een zware blessure opliep, naast een ernstige overtreding van de spelregels, abnormaal gevaarlijk was. Het gevaar dat Van Ede met zijn actie creëerde behoeven spelers in het betaald voetbal in het algemeen niet te verwachten. Van Ede had, aldus de rechtbank, Hoekman op een andere wijze de doorgang kunnen beletten. 11 Opvallend in deze zaak was nog dat de scheidsrechter de overtreding tijdens de wedstrijd niet eens bestraft had! Ook bij andere sporten is de aansprakelijkheidskwestie voor letsel aan de orde geweest. De rechtbank Breda oordeelde in een hockeyzaak waarbij de dader met de hockeystick zijn tegenstander onderuit had gehaald, dat met name uit de getuigenverklaring van de scheidsrechter 8 Niet gepubliceerd, maar zie N.K. van Mullem, memo Risico s en aansprakelijkheid 2000, p. 94 en F.C. Kollen, memo sportrechtspraak 2000, nr Smartengeld ANWB 1997, 412, Van Mullem, a.w., p. 95 en F.C. Kollen, a.w., nr Sportzaken 1997/2 B8. 11 Rechtbank Utrecht 10 februari 1999, NTBR 1999, 6.
6 kon worden opgemaakt dat er wel een spelregel was overtreden, maar dat de actie ook opzettelijk, althans onzorgvuldig en gemeen was geweest. 12 Het hof Den Bosch stelde daarentegen in een andere hockeyzaak vast dat Van Kraay, die door een actie van tegenstander Adriaansens ten val was gekomen, opzettelijk zijn stick naar achter had geslagen en hij, nu hij daardoor Adriaansens had verwond, onrechtmatig had gehandeld. 13 Het boos en ongecontroleerd wegtrappen van een bal door een doelverdediger tijdens een handbaltraining daarentegen beschouwde de rechtbank Arnhem als een gedraging waartoe het (handbal)spel, ook tijdens een training(!), niet uitlokt. Het slachtoffer had deze gedraging niet behoeven te voorzien. Dat de doelverdediger zelf stelde nogal onberekenbaar te zijn deed niet af aan het feit dat hij zich tijdens de beoefening van zijn sport behoorlijk diende te gedragen. 14 Een andere aardige uitspraak betreft de judosport. De Hoge Raad bevestigde hierin haar uitspraak uit het Natrap-arrest. 15 Twee politieagenten, De Wijs en Bergmans, deden in diensttijd onder leiding van een instructeur judo-oefeningen. De Wijs zette op enig moment een judoworp in. Bergmans kwam ongelukkig terecht en liep een whiplash op. De restverschijnselen waren zodanig, dat deze hem in feite zijn politiecarrière kostten. Bergmans stelde dat De Wijs onrechtmatig had gehandeld door een worp in te zetten nadat het stopcommando was gegeven en Bergmans dus geen actie van zijn tegenstander meer hoefde te verwachten. De Wijs ontkende een commando te hebben gehoord. De rechtbank stelde De Wijs in de gelegenheid dat te bewijzen, welke bewijslastverdeling door zowel hof als Hoge Raad werd bevestigd. Het hof voegde aan het oordeel van de rechtbank toe dat judo een gevaarlijke sport is, dat het, nu de risico s die aan de judosport verbonden evident zijn, van groot belang is dat de deelnemers acht slaan op en gevolg geven aan aanwijzingen van scheidsrechters, instructeurs en dergelijke. De Wijs was hierbij in gebreke gebleven. Het feit dat hij het stopcommando van de instructeur niet gehoord had, disculpeerde hem niet nu geen relevante feiten of omstandigheden waren gesteld die dit niet-horen rechtvaardigden. Bij sporten moeten deelnemers onderling bepaalde gedragingen dus verwachten, maar zij mogen, zeker bij gevaarlijke sporten, ook een zekere mate van zorgvuldigheid van hun mededeelnemers eisen. Overigens kunnen sommige sporten, die op het eerste oog tamelijk onschuldig lijken, toch ook grote gevolgen met zich meebrengen. Ter illustratie wordt gewezen op uitspraken inzake sportvissen(!) 16, golf 17, schaatsen, 18 surfen 19 en recenter een toerfietstocht. 20 Voor het vervolg van het artikel zie het Juridisch Studentenblad Ars Aequi, jaargang 52 (2003). 12 Rechtbank Breda, 22 juni 1993, VR 1995, Hof Den Bosch 5 november 1997, NJ 1998, Rechtbank Arnhem 3 september 1992, NJ 1994, HR 11 november 1994, RvdW 1994, Hof Den Bosch 20 mei 1994, NJ 1995, Hof Amsterdam 24 maart 1988, VR 1989, Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf I-90/11, 16 juli 1990, VR 1991, Hof Den Haag 7 maart 1990, VR 1991, Rechtbank Den Bosch 17 september 1999, VR 2000, 42.
Aansprakelijkheid op het ijs
Aansprakelijkheid op het ijs KNSB verenigingsdag voor bestuurders 3 november 2007 Bart Bendel Wouter Vermaas Inhoud workshop Aansprakelijkheid van: Schaatsers Verenigingen Trainers Aansprakelijkheid van
Nadere informatieAansprakelijkheid binnen sportverenigingen
Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieVoorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid
Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig
Nadere informatieTurbo-liquidatie en de bestuurder
Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten
Nadere informatieAansprakelijkheid Scholen
Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen
Nadere informatieRapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in
Nadere informatieAansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland
Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland Een onderzoek naar de grenzen van sport- en spelsituaties en de aansprakelijkheid van mededeelnemers en niet- deelnemers
Nadere informatieDe Kelderluikcriteria: (still) hot or not?
De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? PIV Jaarconferentie 18 maart 2016 Saskia Phoelich-Pontier NN Advocaten Stelling De Kelderluikcriteria geven onvoldoende handvatten om in specifieke gevallen te
Nadere informatieAansprakelijkheid voor nalaten
Aansprakelijkheid voor nalaten Mr. D. Rijpma 21 maart 2011 HR 22 november 1974, (Broodbezorger), NJ 1975/149 Verplichting om te waarschuwen of in te grijpen bij waargenomen gevaar bestaat slechts: - als
Nadere informatie13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen
13 mei 2014 Netwerk sport bewegen en gezonde leefstijl Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag ongevallen Aspecten van verzekering
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146
Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-693 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 mei 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieRISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren
RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2008:BC3860
ECLI:NL:RBSGR:2008:BC3860 Instantie Datum uitspraak 06-02-2008 Datum publicatie 08-02-2008 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 287906 - HA ZA 07-1646 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.
Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. ANWB en verkeersslachtoffers Naast de inzet voor meer verkeersveiligheid is de ANWB ook betrokken bij de afwikkeling
Nadere informatieAdvies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer
Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010
Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal
Nadere informatieDE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES
DE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES Swana van Schaardenburg, februari 2012 Swana van Schaardenburg, februari 2012 Begeleider: mw. mr. N.L. den Hollander Illustratie:
Nadere informatiePlatform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer
Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:
Nadere informatieNEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: Datum: In de zaak van: 25 juni 2012
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: 12-004 UITSPRAAK Datum: In de zaak van: 25 juni 2012 De heer T. v.d. B. 1. Aangifte: Door de heer V. Karagantcheff, bondsscheidsrechter NTTB, is op 23
Nadere informatieKWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR
KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor
Nadere informatieDatum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus
Nadere informatieAansprakelijkheid bij stages
Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat
Nadere informatiet twaalfuurtje van deze week 9 april 2014
t twaalfuurtje van deze week 9 april 2014 Makelaar adviseert te hoge vraagprijs; wel beroepsfout, geen schadeplichtigheid Op 26 maart 2014 heeft de rechtbank Den Haag een interessant vonnis gewezen met
Nadere informatiePrioritaire voertuigen
Prioritaire voertuigen Wat doet de politierechtbank ermee? Kathleen Stinckens Rechter in de politierechtbank Leuven Inleiding Zonder ongeval Met ongeval Voor de burgerlijke rechtbank Voor de strafrechtbank
Nadere informatieReanimatie & Recht. mr. Bob Berkemeier Letselschade adviseur Maassen Letseldesk
Reanimatie & Recht zorgvuldig balanceren tussen hulpverleningsplicht en zelfbeschikkingsrecht mr. Bob Berkemeier Letselschade adviseur Maassen Letseldesk Hulpverleningsplicht Verankerd in: Millennia van
Nadere informatieCamera-toezicht op de werkplek
Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat Gevolmachtigde heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-420 (door prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 31 januari 2019 Ingediend door
Nadere informatieOpinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)
Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-246 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 april 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011. Rapportnummer: 2011/346
Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011 Rapportnummer: 2011/346 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst/Toeslagen volhardt
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147
Rapport Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/147 2 Aanleiding Op 7 april 2013 om 16.52 uur komt er bij de regionale eenheid
Nadere informatieAmsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen
Nadere informatieNoot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)
De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieWoningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW
Woningeigenaar en overlast artikel 6:162 BW lid 1 Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te
Nadere informatieDe goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.
Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieLandelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K
Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieArtikel 185 WW. Spoorboekje
Artikel 185 WW Spoorboekje Wanneer is art. 185 WVW van toepassing? Er moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan wil art. 185 WVW van toepassing zijn. Allereerst zal er sprake moeten zijn van een ongeval
Nadere informatieStappenplan. Ter beoordeling van onrechtmatigheid en eigen schuld in het kader van de artikelen 6:162 en 6:101 BW
Stappenplan Ter beoordeling van onrechtmatigheid en eigen schuld in het kader van de artikelen 6:162 en 6:101 BW Vestiging van de aansprakelijkheid Omvang van de schadevergoeding Stappenplan ter beoordeling
Nadere informatieNEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no:
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: 13-002 In de zaak tegen: UITSPRAAK Datum: 15 juli 2013 TTV H., team 3 De aangifte en aanklacht en het verloop van de procedure 1. Aangifte: Door de heer
Nadere informatieHoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?
Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt
Nadere informatieDe voetballende visser
Casus 6 De voetballende visser Wat is de rechtspositie van een werknemer die zijn arbeid niet meer kan verrichten ten gevolge van ziekte? Zoals nog in andere casussen zal blijken (zie ook casussen 9 en
Nadere informatieNEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer: a
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer: 14-010-a In de zaak tegen: UITSPRAAK Datum: 1 december 2014 De heer R. J. - - Bondsnummer: - De aangifte en aanklacht en het verloop van de procedure
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011. Rapportnummer: 2011/143
Rapport Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011 Rapportnummer: 2011/143 2 Klacht Op 10 juli 2010 hebben politieambtenaren van het regionale
Nadere informatieHet effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom
Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-187 d.d. 26 juni 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-187 d.d. 26 juni 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Samenvatting Beleggingsverzekering. Foutieve aankondiging
Nadere informatieAansprakelijkheid van scholen
18 april 2013 NVOR Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag Kwaliteit van het onderwijs Aansprakelijkheid (en) Twee verschillende rechtsverhoudingen
Nadere informatieZaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
Nadere informatie» Samenvatting. » Uitspraak
JA 2007/129 Rechtbank 's-hertogenbosch 14 februari 2007, 42982/HA ZA 06-1098; LJN BA1541. ( Mr. Brouwer ) 1. [Eiser sub 1], 2. [eiser sub 2], gezamenlijk handelend als wettelijke vertegenwoordigers van
Nadere informatieDe civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren
De civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren Dient de civiele aansprakelijkheidsnorm voor sportorganisatoren aangepast te worden gelet op de grote risico s die aan de beoefening van sport kleven?
Nadere informatieDe slotsom inzake de strafrechtelijke vervolging van Bouaouzan
De slotsom inzake de strafrechtelijke vervolging van Bouaouzan Mr René van Winden Lamsma, Veldstra & Lobé Advocaten In uitgave 2005/1 van het tijdschrift Anton Sportzaken heb ik uitgebreid aandacht besteed
Nadere informatieConflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op.
Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op. oktober 2008 De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch
Nadere informatieInleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen
Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA
ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Zaaknummer C-17-129115- HA ZA 13-247 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieKennisdag Inspectie Waterkeringen. Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011
Kennisdag Inspectie Waterkeringen Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011 Waterkeringen, inspecties, innovatie en aansprakelijkheid U vraagt, wij draaien Doelmatig beheer in relatie tot crisissituaties
Nadere informatieDe eigendomskwestie KNAW. 9 januari 2014. Dr. mr. H. van Meerten (disclaimer: standpunten komen voor rekening van de auteur)
De eigendomskwestie Dr. mr. H. van Meerten (disclaimer: standpunten komen voor rekening van de auteur) 9 januari 2014 KNAW Prof. Schoordijk, NJB 2010, 2049 Enige jaren geleden betoogde ik dat de privatisering
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:11405
ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 028.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei 2012. Rapportnummer: 2012/077
Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag Datum: 9 mei 2012 Rapportnummer: 2012/077 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Huurcommissie: niet de juiste
Nadere informatieProf. dr. M.L. Hendrikse
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Geestelijke stoornis en het leerstuk eigen schuld in het verzekeringsrecht Prof. dr. M.L. Hendrikse Algemeen (1)! Art. 7:952 bepaalt voor de schadeverzekeringsovereenkomst
Nadere informatieStellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling
Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei
Nadere informatieStappenplan. ter beoordeling van onrechtmatigheid en eigen schuld in het kader van de artikelen 6:162 en 6.101 BW
Stappenplan ter beoordeling van onrechtmatigheid en eigen schuld in het kader van de artikelen 6:162 en 6.101 BW Wettelijke aansprakelijkheid Aansprakelijkheid kan voortvloeien uit de wet of uit overeenkomst.
Nadere informatieAdvies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]
Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 013 76 20 607 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 De commissie ziet geen reden om te oordelen dat het gebruik van
Nadere informatieOnrechtmatige overheidsdaad
s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink
Nadere informatieEen rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher
Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht Louis Visscher Boom Juridische uitgevers Den Haag 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Communicerende vaten 1 1.2 De rechtseconomische
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok
Nadere informatieVastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur
Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te
Nadere informatieChecklist bij hoofdstuk 1
Checklist bij hoofdstuk 1 AANSPRAKELIJKHEIDSGROND VOORWAARDEN Informatieverstrekking in reclame Art. 7:59 BW Informatieverstrekking in precontractuele fase Art. 7:60 BW Beëindiging krediet Art. 7:65 lid
Nadere informatieDE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.
Zaaknummer: S17-11 Datum uitspraak: 23 februari 2011 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies In het geschil tussen: Miel de Vries te Amersfoort verder te noemen: De Vries, tegen: Gemeente
Nadere informatieLevering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht
Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET
Nadere informatieAansprakelijkheid ondernemers paardenbranche
Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche 9 mei 2006 Barneveld Lezing PTC mr. Annemieke van Dooren-Korenstra ABAB juristen s-hertogenbosch Programma Inleiding Beperken bedrijfsrisico s Aansprakelijkheid
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf
Nadere informatieRechtsfilosofische annotaties. HR 26 januari 1990, NJ 1990, 794
Rechtsfilosofische annotaties. HR 26 januari 1990, NJ 1990, 794 J.C. Hage* 1 Op of omstreeks 5 of 6 januari 1983 drong een aantal politiemensen met geweld de woning van B binnen, waarbij schade aan deze
Nadere informatieArtikelen. this jurisquare copy is licenced to Universiteit Utrecht. Letsel & Schade 2015 nr. 4. 368 Sport en spel. In de verlenging?
Artikelen 368 Sport en spel. In de verlenging? mr.dr. B.M. Paijmans 1 Een ongeluk tijdens sport en spel ontstaat gemakkelijk. Het vestigen van aansprakelijkheid van een medespeler is moeilijker. Sinds
Nadere informatie3 Onrechtmatige overheidsdaad
Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Oost-Brabant. Datum: 21 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/155
Rapport Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Oost-Brabant. Datum: 21 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/155 2 Aanleiding Op 13 december 2012 rond 10.30 uur ontvangt de politie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2011:BQ4203
ECLI:NL:PHR:2011:BQ4203 Instantie Datum uitspraak 28-06-2011 Datum publicatie 28-06-2011 Zaaknummer 09/04602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de
Nadere informatieJurisprudentieregister
Jurisprudentieregister De uitspraken van het gerechtshof en de rechtbank zijn, tenzij anders vermeld, niet gepubliceerd. Om controle van deze ongepubliceerde rechtspraak mogelijk te maken zijn telkens
Nadere informatieCiviele Procespraktijk
Civiele Procespraktijk Nr. 11 maart 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Schorsing na faillissement en terugverwijzing naar een lagere rechter Alternatieve causaliteit Lastgeving Tussentijds
Nadere informatieToelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde
Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door
Nadere informatieDaarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.
Taxatie. Boedeltaxatie. Peildatum. Klager en zijn partner hebben in 2006 een woning gekocht. Nadat klager en zijn partner in augustus 2008 uit elkaar waren gegaan heeft hij beklaagde in verband met de
Nadere informatieDE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.
Zaaknummer: S20-28 Datum uitspraak: datum uitspraak Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: N. Mooren te Amsterdam verder te noemen: Mooren, tegen: T. Leerintvelt,
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant-Noord hem niet financieel tegemoet heeft willen komen toen hij kort na een huiszoeking een geldbedrag van 1.020 miste.
Nadere informatiemr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat
mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat Aansprakelijkheid & schuldhulpverlening aan (ex)ondernemers BRONNEN VAN AANSPRAKELIJKHEID Onrechtmatige daad (6:162 BW) Tekortschieten in nakoming verbintenis
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462
ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Keulen) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieKAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
AL/2015/106 ECLI:NL:TNORARL:2015:39 KAMER VOOR HET NOTARIAAT Beslissing in de zaak onder nummer van: AL/2015/106 KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN Kenmerk: AL/2015/106 Beslissing
Nadere informatiePrivaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder
Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder De Hoge Raad schept duidelijkheid over verhaal van kosten voor opruimwerkzaamheden na een ongeval Hoge Raad van 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3594
Nadere informatieNo.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012
... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014. Rapportnummer: 2014/004
Rapport Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014 Rapportnummer: 2014/004 2 De klacht Verzoekers klagen over de manier waarop de gemeente Wierden is omgegaan met hun
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-111 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. S.P.J. Holslag, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-111 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. S.P.J. Holslag, secretaris) Klacht ontvangen op : 14 januari 2015 Ingesteld door : Consument
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland.
Een extra stap Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 16 april 2015 Rapportnummer: 2015/076 2 Klacht Verzoeker klaagt erover
Nadere informatieOver bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat
Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Bedrijfsgeheimen W.o. 34 821: Regels ter uitvoering van Richtlijn 2016/943/EU van het Europees Parlement
Nadere informatie