1 OVERGANG NAAR DE PERSOONSVOLGENDE FINANCIERING

Transcriptie

1 Zenithgebouw Koning Albert II-laan Brussel T F informatie@vaph.be Transitie naar de Persoonsvolgende Financiering en communicatie naar gebruikers 15 december 2016 Gericht aan Vragen naar Alle zorgaanbieders voor meerderjarigen Helpdesk transitie Telefoon transitievz.mailbox@vaph.be Bijlagen 7 Geachte mevrouw Geachte heer 1 OVERGANG NAAR DE PERSOONSVOLGENDE FINANCIERING De persoonsvolgende financiering (PVF) start definitief in januari 2017 voor alle meerderjarigen met een handicap die nu al ondersteuning krijgen. De minister wenst zijn waardering uit te drukken voor het harde werk dat door alle betrokken partijen geleverd werd en nog geleverd wordt. De zeer strakke timing die was vooropgesteld om de persoonsvolgende financiering nu ook voor alle huidige zorggebruikers, te realiseren, kan daardoor gehaald worden. Dat is zonder meer een ongelofelijke prestatie. De transitie naar de persoonsvolgende financiering voor de huidige gebruikers van diensten en voorzieningen voor meerderjarigen omvat 3 belangrijke bewegingen: 1. De personen die vandaag gebruik maken van zorg in natura een persoonsvolgend budget ter beschikking stellen waarmee ze hun huidige zorg en ondersteuning kunnen continueren. 2. De historisch gegroeide verschillen tussen voorzieningen corrigeren, zodat de middelen om de zorg en ondersteuning te realiseren, zoveel als mogelijk afgestemd zijn op de zorgzwaarte en de geboden ondersteuning 3. Het scheiden van zorgkosten (gedragen door de Vlaamse overheid) en woon/leefkosten, gedragen door de cliënten (met tussenkomst vanuit de federale overheid).

2 Deze 3 bewegingen worden binnen de vooropgestelde tijdspanne ( ) uitgevoerd. De eerste en derde beweging starten vanaf 2017 op de voorziene wijze. De tweede beweging wordt, zoals steeds vooropgesteld, vanaf 2018 gerealiseerd, zij het op een andere wijze dan oorspronkelijk uitgetekend. Vanaf 1 januari 2017 zullen alle personen die nu gebruik maken van een FAM of als volwassenen van een dienst voor thuisbegeleiding, ofwel hun ondersteuning verder kunnen zetten via RTH, ofwel een persoonsvolgend budget toegekend krijgen. Met deze stap realiseren we voor de persoon met een handicap de grootste stap uit Perspectief 2020, en voeren we een fundamentele hervorming van heel de sector door, geënt op de principes van zelfbeschikking en zorg op maat. 2 BIJSTURING VAN DE TRANSITIE-OEFENING In de transitie naar de persoonsvolgende financiering werd aan alle FAM s en diensten voor thuisbegeleiding gevraagd om de zorgzwaarte van hun gebruikers in te schatten en hun zorggebruik door te geven aan het VAPH. De ambitie van de oefening was om over voorzieningen heen te komen tot een billijkere verdeling van middelen, rekening houdende met de zorgzwaarte en het zorggebruik, zodat historisch gegroeide verschillen tussen voorzieningen zouden afgezwakt worden. Tijdens de verwerking van de gegevens is het VAPH echter op een aantal knelpunten gestoten waardoor op basis van de verzamelde gegevens een correcte herverdeling niet mogelijk is. In de meeste gevallen duidden de controle-inschalingen er op dat de zorgzwaarte-inschatting ofwel correct was, ofwel licht afweek, maar in een aantal gevallen werden wel onlogische resultaten geconstateerd. Als we de oorspronkelijke regelgeving met betrekking tot de transitie zouden doorgevoerd hebben, had dit een aantal effecten waardoor de basisdoelstelling, met name een correcte verdeling, niet werd bereikt, integendeel: Sommige voorzieningen met zwaar zorgbehoevenden zouden onterecht middelen moeten afstaan. De oefening zou in bepaalde gevallen leiden tot een vermeerdering of een vermindering tot 40% van de middelen van die voorziening. Bij een dergelijke vermindering komt de continuïteit van de ondersteuning ernstig in het gedrang. De geboden ondersteuning die werd doorgegeven, week in een aantal gevallen sterk af van de gegevens die ter beschikking waren binnen het VAPH. We stelden dan ook samen met alle stakeholders vast dat de oefening zoals vooropgesteld niet onverkort doorgevoerd kan worden. We willen de transitie naar PVF met zorg voor elk van de stakeholders uitvoeren: - Zorgaanbieders verdienen een correctie van de historische scheeftrekking. - Gebruikers die continuïteit wensen, verdienen een naadloze verder zetting van hun huidige ondersteuning. - Gebruikers die hun ondersteuning anders willen, verdienen de mogelijkheid dit onmiddellijk bij het in voege treden van PVF te kunnen doen. - Bestaande gebruikers die een herinschaling vragen zullen binnen een redelijke termijn een nieuw budget ter beschikking gesteld krijgen. Hiertoe zal een voorstel uitgewerkt worden.

3 Het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 2016 met betrekking tot de transitie wordt dan ook bijgestuurd. De bijsturing houdt in dat de middelen binnen een voorziening worden verdeeld over haar gebruikers op basis van de ingestuurde gegevens over de zorgzwaarte en de geboden ondersteuning. Concreet betekent dit dat: Per FAM wordt bepaald hoeveel zorggebonden en organisatiegebonden middelen er momenteel in een FAM beschikbaar zijn. Het VAPH heeft iedere FAM op de hoogte gebracht van deze verdeling binnen haar organisatie. Op basis van de gegevens uit de transitietool wordt bepaald hoeveel middelen RTH de zorgaanbieder krijgt die nodig is om de ondersteuning van gebruikers die verplicht naar RTH gaan te continueren. Deze middelen worden afgescheiden van de FAM-middelen. De PVC-middelen ingezet in de FAM, worden aan de FAM-middelen toegevoegd. Vervolgens wordt in de FAM-middelen een opsplitsing gemaakt tussen de zorggebonden middelen (100/125.35) en de organisatiegebonden middelen (25.35/125.35). De zorggebonden middelen worden vervolgens verdeeld over de persoonsvolgende budgetten van de gebruikers van deze FAM, en dit op basis van de gegevens (zorgzwaarte en geboden ondersteuning) die door de FAM of de dienst thuisbegeleiding aan het VAPH werden bezorgd. Indien de beschikbare zorggebonden middelen binnen de FAM minder zijn dan de som van de persoonsvolgende budgetten volgens de transitietool zullen alle persoonsvolgende budgetten binnen de FAM pro rata worden verminderd. Als de beschikbare zorggebonden middelen van de FAM hoger zijn dan de som van de persoonsvolgende budgetten volgens de transitietool zullen alle persoonsvolgende budgetten binnen de FAM pro rata worden verhoogd. Voor de personen die een persoonsvolgend budget krijgen maar enkel gebruik maken van individuele ondersteuning, zal het budget bij die zorgaanbieder bepaald worden op basis van de hoeveelheid individuele ondersteuning (uren psychosociale begeleiding, globale individuele ondersteuning, praktische hulp en oproepbare permanentie) die verstrekt werd. Hier krijgen de personen dus maximaal 100% van het budget zoals vastgesteld volgens de transitietool. Hoe de resterende punten moeten worden aangewend, moet nog worden uitgeklaard. Voor diensten voor thuisbegeleiding verandert dit niets aan de oorspronkelijke oefening: daar werden hoe dan ook de persoonsvolgende budgetten toegekend op basis van de transitietool. De rest van de capaciteit wordt ingezet als RTH en/ of MFC. Dit principe wordt nu ook expliciet in de regelgeving verankerd. De toegekende persoonsvolgende budgetten worden de eerste helft van januari 2017 met een terbeschikkingstellingsbrief meegedeeld aan de personen met een handicap. In dezelfde periode zal er in detail naar elke voorziening worden gecommuniceerd. Elke voorziening zal een lijst ontvangen van de cliënten die door de betreffende voorziening ondersteund worden met de bijbehorende budgetten. Ook voor gebruikers die hun ondersteuning binnen RTH zullen continueren, ontvangt de voorziening een overzicht van het aantal personeelspunten dat per persoon wordt omgezet naar een RTH-erkenning. U ontvangt nog bijkomende informatie omtrent de transitie van personen die tussen 31 maart 2016 en 31 december 2016 zijn in- of uitgestroomd in de voorziening.

4 3 CORRECTIE VAN DE HISTORISCH GEGROEIDE VERSCHILLEN TUSSEN DE ZORGAANBIEDERS Bovenstaande methodiek geeft aan de gebruikers rechtszekerheid en zorgcontinuïteit vanaf 1 januari Maar daardoor is de doelstelling voor een correcte verdeling van de middelen over de zorgaanbieders, nog niet gerealiseerd. De minister wenst vooralsnog te komen tot een methodiek die leidt tot deze correcte verdeling van middelen, evenwel zonder nog te raken aan de individueel toegekende budgetten. Op welke wijze dit zal gerealiseerd worden, zal gebeuren in samenspraak met de sector. Hiertoe zal de Taskforce PVF meerderjarigen vanaf januari 2017 zijn werkzaamheden hervatten. De opdracht van deze Taskforce omvat onder meer de volgende taken: De gegevens van de inschalingsoefening grondig analyseren en hiervan een evaluatie maken. Ze wordt daarbij door experten ondersteund. Bepalen hoe op voorzieningenniveau de historische ongelijkheden in de personeelsinvulling gecorrigeerd kunnen worden en dit ten bate van de zorg voor de gebruikers. De technische mogelijkheden onderzoeken die deze correctiemogelijk maakt. Transitie van bijdrageregeling naar woon en leefkosten begeleiden. 4 COMMUNICATIE AAN DE GEBRUIKERS 4.1 Toeleiding naar RTH De personen die volgens de methodiek van de transitie geen persoonsvolgend budget krijgen omdat de uitkomst van hun zorggebruik beneden de grens van de eerste budgetcategorie voor een persoonsvolgend budget valt (lager dan gewicht 2), ontvangen volgende week een beslissingsbrief van het VAPH. Daarin krijgen ze de bevestiging dat ze hun huidige ondersteuning binnen RTH kunnen verder zetten en dat hun zorgaanbieder(s) daartoe van het VAPH de nodige middelen krijgen. Er werden vier versies van deze brief voorzien. In de betreft kregen deze brieven een letteraanduiding. De basisbrief en een overzicht van de verschillende versies vindt u als bijlage. De gebruikers ontvangen bij de brief ook de huidige RTH-folder van het VAPH. 4.2 Toeleiding naar een persoonsvolgend budget Tussentijdse brief De gebruikers die een persoonsvolgend budget toegekend krijgen, ontvangen volgende week een tussentijdse brief. Daarin lezen ze onder meer dat: ze hun definitieve terbeschikkingstellingsbrief begin januari 2017 zullen ontvangen; hun persoonsvolgend budget een budget voor het volledige jaar 2017 zal zijn; hun ondersteuning niet onderbroken zal worden; hun persoonsvolgend budget vanaf 5 januari 2017 kunnen raadplegen via mijnvaph.be; dat de zorgaanbieder hen zal contacteren omtrent de aanpassing van hun huidige overeenkomst aan de PVF;

5 dat ze hun overeenkomsten met de zorgaanbieder pas kunnen aanpassen vanaf het moment dat ze hun budget kennen. Als bijlage vindt u deze tussentijdse brief. Het VAPH zal de brieven RTH en de tussentijdse brief voor diegenen die worden omgezet naar een persoonsvolgend budget gelijktijdig verzenden, zodat alle huidige gebruikers gelijktijdig geïnformeerd worden Terbeschikkingstellingsbrief De eerste helft van januari 2017 ontvangen de gebruikers de terbeschikkingstellingsbrieven met de hoogte van het persoonsvolgende budget. Deze brief bevat volgende informatie: De hoogte van het persoonsvolgend budget, uitgedrukt in euro en in personeelspunten. De ondersteuning bij vergunde zorgaanbieders loopt gewoon verder. De gebruiker zelf moet voorlopig geen stappen ondernemen als hij niets wil wijzigen. De huidige overeenkomst blijft geldig tot de gebruiker met de zorgaanbieder een nieuwe overeenkomst heeft afgesloten. De zorgaanbieder zal hem contacteren om de nodige aanpassingen (omwille van PVF) aan de overeenkomst te bespreken. Indien men met één vergunde zorgaanbieder een overeenkomst heeft, zal het VAPH deze op 1 januari 2017 automatisch registreren als een voucherovereenkomst. Indien men met meerdere vergunde zorgaanbieder een overeenkomst heeft, zullen die vergunde zorgaanbieders aan het VAPH laten weten welke overeenkomsten ze met de betrokkene afsluiten. Gebruikers kunnen hun ondersteuning ook anders organiseren. o Er wordt een folder Starten met een persoonsvolgend budget toegevoegd aan de brieven. Deze folder werd op maat gemaakt van personen die reeds ondersteund werden door voorzieningen. Ook de bijstandsorganisaties kunnen hierbij ondersteunen. Er wordt bijgevolg ook een folder van de bijstandsorganisaties toegevoegd. o Bij een eenzijdige opzegging van een overeenkomst met een vergunde zorgaanbieder blijft de opzegtermijn van drie maanden gelden, tenzij er anders overeengekomen wordt. o Er wordt kort toegelicht wat men moet doen als men bij dezelfde zorgaanbieder zijn ondersteuning anders wil organiseren, wat men moet doen als men van zorgaanbieder wenst te veranderen en wat men moet doen als men zijn budget (deels) in cash wil besteden. De beheers- en organisatiegebonden kosten worden kort toegelicht. Als de ondersteuning van de vergunde zorgaanbieder tussen 31 maart 2016 en 31 december 2016 is gewijzigd, zal het VAPH het persoonsvolgend budget aanpassen en worden zowel de persoon met een handicap als zijn zorgaanbieder(s) hierover geïnformeerd. Als juridische basis voor de transitie wordt verwezen naar het Besluit van de Vlaamse Regering van 24/6/2016. Let wel, dit BVR werd recent gewijzigd. Voor vragen wordt verwezen naar de zorgaanbieders, de bijstandsorganisaties en een helpdesk van het VAPH. Afhankelijk van de situatie van de betrokkene kunnen ook volgende elementen worden toegevoegd in de brief: o Indien de gebruiker nog een geregistreerde zorgvraag had die omgezet moet worden naar een vraag naar een persoonsvolgend budget, zal men in februari 2017 een brief ontvangen

6 o o o o waarin wordt meegedeeld welk budget het VAPH zal toewijzen voor de totale ondersteuningsvraag. Bij PAB-budgethouders die combineren met één of meerdere zorgaanbieders wordt bijkomend volgende informatie vermeld: Het aantal personeelspunten dat voorzien is om de ondersteuning bij de huidige vergunde zorgaanbieder(s) te continueren. Het huidige werkkapitaal, het terugvorderbaar voorschot en het bedrag dat bijgevolg zal ingehouden worden op de volgende betaling. Overeenkomsten in het kader van PAB worden, mits volledig, door het VAPH automatisch omgezet naar PVB-overeenkomsten. Als het PAB tussen 22 augustus 2016 en 31 december 2016 gewijzigd is, dan zal het VAPH het persoonsvolgend budget aanpassen en de betrokkene daarover per brief informeren. De kosten die men maakte tot en met 31 december 2016 dient men voor 1 maart 2017 in via de gekende PAB-kostenstaat. Als men onder de reglementering van het cumulverbod/ wettelijke subrogatie valt, zal men binnenkort een brief ontvangen omtrent wat dit betekent voor zijn persoonsvolgend budget. Als men op het ogenblik van de overgang naar PVF ook ondersteund werd door een MFC, kan dit gecombineerd worden met het persoonsvolgend budget. Indien men slecht een tijdelijke PEC-beslissing had, wordt aangegeven tot wanneer men gebruik kan maken van het terbeschikkinggestelde persoonsvolgende budget. Als bijlage vindt u de modelbrief van de terbeschikkingstellingsbrief en een overzicht van de verschillende versies die afhankelijk van de situatie werden opgesteld. De letteraanduiding bovenaan de brief van de gebruiker geeft aan welke elementen hierin vervat zijn. 5 FLANKERENDE MAATREGELEN Parallel met de reeds vermelde bijsturingen, worden nog oplossingen uitgewerkt voor enkele bijkomende bezorgdheden. Er zal een kader ontwikkeld worden om, naast de persoonsvolgende financiering, toch nog een aanbod te creëren voor respijtzorg (kortverblijf) en dit zal aanbodsgefinancierd zijn. De verdere modaliteiten worden nog uitgewerkt in samenspraak met de sector. Personen die in een voorziening verbleven met een frequentie van ongeveer 5 dagen per week, konden voorheen zonder enige procedure overstappen naar 7 op 7 dagen opvang. Vele gebruikers en hun netwerk vrezen dat dit in de toekomst niet meer zal kunnen. Bij meervragen wordt van de zorgaanbieder verwacht dat hij daar op ingaat. Voor de eventuele financiering van de meer structurele meervragen wordt nog een oplossing uitgewerkt.

7 6 VRAGEN Ook voor deze transitie worden door het VAPH de nodige helpdesken voorzien. Individuele gebruikers kunnen contact opnemen met het VAPH via het nummer of via het contactformulier op de webpagina vaph.be/infolijn. Zorgaanbieders kunnen contact opnemen via het nummer of Met vriendelijke groeten James Van Casteren Administrateur-generaal