Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen. Deel 4. Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen
|
|
- Matthias Devos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen Deel 4. Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen 187
2
3 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen Inhoudsoverzicht DEEL 4. INTEGRATIE VAN VERANTWOORD ONDERNEMEN: DIDACTISCHE WERKVORMEN INLEIDING ACTIVERENDE DIDACTISCHE WERKVORMEN Voorstelling activerende werkvormen Beeldfragmenten Brainstormen Case methode Demonstratie Gespreksvormen Groepswerk Jigsaw Opdrachten Probleemgestuurd onderwijs Presentatie Projectonderwijs Roezemoesgroepen Voting Vragen stellen Referenties Overzicht werkvormen per activerende didactische werkvorm
4 HET IVOOR 3. WERKVORMEN ROND MVO BINNEN HET HOGER ONDERWIJS (Bedrijfs)technische toepassingen van Scheikunde en Natuurkunde (Bedrijfs)technische toepassingen van wiskunde, statistiek en operationeel onderzoek Economie Human Resource Management Informatica Logistiek Management Marketing en Sales Vakken met financiële inslag WERKVORMEN ROND MVO BIJ ONDERNEMERSOPLEIDINGEN BEDRIJFSBEHEER Financieel Beleid Recht en wetgeving Commercieel beleid
5 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen 1. Inleiding We besluiten deze docentenhandleiding met een aantal concrete werkvormen die men als lesgever, trainer, docent of instructeur kan gebruiken om (aspecten van) MVO te integreren in verschillende opleidingsonderdelen. Hierbij trachten we gebruik te maken van zogenaamde activerende werkvormen, ofwel werkvormen die studenten uitdagen tot actie, kritisch denken en reflectie. 163 Uit onderzoek blijkt immers dat men bij klassieke hoorcolleges te maken heeft met lage leerrendementen en afnemende aandacht van studenten. 164 Activerende werkvormen kunnen hierbij ingeschakeld worden, omdat ze meer actieve betrokkenheid van studenten vereisen. Bovendien vraagt het werken rond duurzame ontwikkeling vaak een samenwerking tussen personen met een uiteenlopende achtergrond, ofwel het werken in interdisciplinaire teams. Het gebruik van een bepaalde werkvorm is echter sterk afhankelijk van de nagestreefde (pedagogische en onderwijskundige) doelen en de relevante situatiekenmerken (eigen aan student, docent of omgeving) waarmee men te maken krijgt. 165 Verder kunnen we stellen dat vooral variatie belangrijk is. Gezien de diversiteit aan studenten binnen een opleiding is het immers wenselijk én noodzakelijk dat men gebruik maakt van diverse werkvormen. 166 We vatten deel 4 van de handleiding aan met een voorstelling van enkele bestaande activerende werkvormen. Het gaat hierbij om een aantal werkvormen, samengebracht door Tinneke Boonen en promotor Anne Devesse als onderdeel van een stageopdracht op EHSAL. Vervolgens wordt er, analoog aan deel 3 van de handleiding, een opsplitsing gemaakt tussen de verschillende opleidingsniveaus (Hoger Onderwijs en Ondernemersopleidingen). De vakgebieden of opleidingsonderdelen die in het vorige deel behandeld werden, vinden we hier terug als onderdelen waarvoor activerende werkvormen ter beschikking gesteld worden. 163 HOOGEVEEN, P. en WINKELS, J., Het didactische werkvormenboek. Variatie en differentiatie in de praktijk, 1996, p BOONEN, T. en DEVESSE, A., Werkvormen en evaluatievormen: Hoorcollege. (Studieroute online beschikbaar op EHSAL N@tschool, HOOGEVEEN, P. en WINKELS, J., Het didactische werkvormenboek. Variatie en differentiatie in de praktijk, 1996, p BOONEN, T. en DEVESSE, A., Werkvormen en evaluatievormen: Inleiding werkvormen. (Studieroute online beschikbaar op EHSAL N@tschool, 191
6 HET IVOOR Bij het verzamelen van didactische werkvormen zijn we op twee manieren tewerk gegaan. Enerzijds werd uitgegaan van bestaande initiatieven (b.v. groepsopdrachten), die reeds een duurzaamheidscomponent bevatten, ofwel opdrachten waarbij deze component op relatief eenvoudige wijze kon toegevoegd worden. Anderzijds hebben we eveneens getracht om zoveel mogelijk nieuwe werkvormen toe te voegen of reeds bestaande initiatieven buiten de eigen organisaties, die goed zouden passen binnen één of enkele van de behandelde opleidingsonderdelen. De samengebrachte werkvormen kunnen in deze handleiding op twee verschillende manieren gevonden worden. Ofwel kan men op zoek gaan per opleidingsonderdeel of vakgebied, ofwel vertrekt men van een activerende werkvorm en gaat men vervolgens na welke initiatieven er binnen deze werkvorm bestaan voor een bepaald vakgebied. Uiteraard zijn in deze handleiding niet alle activerende werkvormen terug te vinden. Er bestaan immers uiteenlopende mogelijkheden voor docenten om MVOgerelateerde leerstof op een gevarieerde wijze over te brengen naar studenten. Wel zouden we willen aansporen tot onderlinge samenwerking tussen docenten en lesgevers, zodat men via de website van Competento 167 ervaringen en materialen kan uitwisselen of ter beschikking stellen van anderen. 167 Competento is het Virtueel Kenniscentrum Ondernemersvorming voor Vlaanderen. Online beschikbaar op: HET IVOOR op Competento: 192
7 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen 2. Activerende didactische werkvormen 168 In dit onderdeel stellen we verschillende didactische werkvormen voor. We beperken ons hierbij tot een korte uiteenzetting over wat de verschillende werkvormen precies inhouden. Indien men als lezer meer informatie wenst over een bepaalde werkvorm, dan kan men zich wenden tot de bijlage van de handleiding. Daar zijn alle hierna besproken werkvormen terug te vinden in afzonderlijke steekkaarten. 2.1 Voorstelling activerende werkvormen Beeldfragmenten Beeldfragmenten maken de leerinhoud voor de studenten aanschouwelijk. Op die manier kunnen studenten de leerinhoud beter vatten. Een beeld zegt vaak veel meer dan een uitgebreide uiteenzetting van een situatie, een fenomeen, etc. Via beeldfragmenten kan de realiteit in het leslokaal binnen gebracht worden. Voorbeelden zijn legio: een getuigenis van een patiënt, een interview met een expert, een documentaire over menselijke handelingen en gedragingen, een weergave van een situatie, etc. Het tonen van een beeldfragment kan verschillende functies hebben: inleiding in de leerinhoud aanbrengen van nieuwe leerinhoud illustratie van de leerinhoud een video-opdracht of -casus waarmee de studenten verder aan de slag moeten Uit: BOONEN, T. en DEVESSE, A., Werkvormen en evaluatievormen. (Studieroute online beschikbaar op EHSAL DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Demonstraties en film- of videofragmenten, 2004 en HOOGEVEEN, P. en WINKELS, J., Het didactische werkvormenboek. Variatie en differentiatie in de praktijk, 1996 en JANSSENS, S. et al., Didactiek in beweging,
8 HET IVOOR Brainstormen Brainstormen betekent letterlijk het in-beweging-brengen-van-de-hersenen. Brainstormen is een werkvorm waarin studenten gestimuleerd worden om hun ideeën omtrent een bepaald onderwerp te verwoorden. De studenten overleggen, zoeken voorbeelden, inventariseren problemen, bedenken toepassingen, bedenken oplossingen voor een probleem, etc. 170 Twee principes zijn hierbij belangrijk: Uitstel van oordeel: studenten mogen zich geen zorgen maken over de kwaliteit, haalbaarheid, waarde of geldigheid van ideeën, opdat creativiteit een kans krijgt. Kwantiteit leidt tot kwaliteit: hoe meer ideeën gegenereerd worden, hoe meer kans op goede ideeën (Brainstorming, n.d.). Het ene idee kan immers leiden tot een volgend idee. Het genereren en inventariseren van ideeën kan bijdragen tot het verkennen of verdiepen van een thema of vakgebied. Vanuit de ideeën van de studenten kan de les opgebouwd worden. Op die manier kan nieuwe informatie aan de voorkennis van studenten gekoppeld worden. Een andere bijdrage van brainstorming betreft het genereren van ideeën en oplossingen die na de brainstorming op hun waarde, kwaliteit en/of geldigheid geëvalueerd en uitgewerkt worden Case methode De case methode is een werkvorm waarbij studenten individueel of in kleine groepen een casus analyseren en beslissingen of behandelingen bedenken. Daarop volgt een casusdiscussie waarbij studenten de eigen visie naar voren brengen en mits overleg en discussie tot een oplossing voor de casus komen. De docent faciliteert en structureert deze casusdiscussie. Een casus, centraal in de case methode, kan omschreven worden als een min of meer gedetailleerde beschrijving van een situatie, een probleem of een gebeurtenis in een realistische context. 170 LOWYCK, J., Onderwijskunde. Een kennisbasis voor professionals. Hoofdstuk 7: Didactische werkvormen en media, LOWYCK, J., Onderwijskunde. Een kennisbasis voor professionals. Hoofdstuk 7: Didactische werkvormen en media, 1995 en JANSSENS, S. et al., Didactiek in beweging,
9 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen De studenten krijgen daarbij alle nodige informatie voor de analyse van de casus. Dit kan gaan van grafieken en tabellen, over observatieverslagen en telefoongesprekken tot onderzoeksrapporten. Soms dienen studenten nog wel bijkomende informatie op te zoeken. De case methode vond zijn oorsprong in de Harvard Business School in Bosten, Verenigde Staten. De case methode werd daar in de jaren 20 van vorige eeuw ontwikkeld. In de loop der tijd raakte deze methode in heel wat domeinen van het onderwijs verspreid, zoals geneeskunde, paramedische opleidingen, lerarenopleiding, economie, rechten, etc. Er ontstonden ook allerhande varianten op het oorspronkelijke model Demonstratie Een demonstratie kan laten zien op welke wijze de studenten de leerinhoud kunnen gebruiken. Bij een demonstratie doet de docent een aanpak of werkwijze voor. Een demonstratie kan ook gebruikt worden om concrete voorwerpen, toestellen, fenomenen, situaties of proeven te laten zien. Een demonstratie zegt immers meer dan een beschrijving van dat voorwerp, dat toestel, dat fenomeen, die situatie, etc. Een demonstratie kan live zijn, maar ook via een beeldfragment getoond worden BV-PROJECT, Steekkaart: Werken met de case-methode, DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Demonstraties en film- of videofragmenten, 2004 en SMULING et al., Colleges en presentaties: aanwijzingen voor docenten, Zie ook Beeldfragmenten. 195
10 HET IVOOR Gespreksvormen De docent gaat tijdens een onderwijsgebeuren de dialoog met de studenten aangaan. Hij treedt met hen in gesprek. In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen volgende gespreksvormen: onderwijsleergesprek discussie klasgesprek leergesprek. In tabel 2 vinden we een overzicht terug van deze gespreksvormen. Een gesprek kan zowel voor cognitieve, metacognitieve als dynamisch-affectieve doeleinden gebruikt worden KALLENBERG, A.J. et al., Leren (en) doceren in het hoger onderwijs, 2000 en STANDAERT, R. en TROCH, F., Leren en onderwijzen,
11 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen WAT IS HET? DOELSTELLING? ROL VAN DE DOCENT? ONDERWIJSLEER- GESPREK Sterk geleid gesprek, waarbij de docent de studenten stapsgewijs, door het stellen van vragen, tot bepaalde kennis en inzichten brengt Cognitieve doelen: kennis en inzichten verwerven Gespreksleider: probleem stellen en doelgerichte vragen stellen; gesprek structureren DISCUSSIE Gesprek tussen studenten onder leiding van docent (of een medestudent) Cognitieve doelen: probleem analyseren en oplossen Gespreksleider: discussie zinvol laten verlopen, stap voor stap KLASGESPREK Gesprek tussen studenten onderling Cognitieve en dynamischaffectieve doelen, voornamelijk meedelen van eigen meningen en ervaringen Op de achtergrond; moderator LEERGESPREK Gesprek tussen studenten onderling over de manier van leren en de aanpak van opdrachten en problemen Metacognitieve doelen: betere studie- en/of oplossingsmethoden ontwikkelen Moderator; niets voorzeggen of aanbrengen Tabel 2: Overzicht gespreksvormen 197
12 HET IVOOR Groepswerk Groepswerk verwijst naar alle activiteiten die uitgevoerd worden door een groep studenten die in onderling overleg werken aan een opdracht. Het doel van groepswerk is het maximaliseren van het eigen leren van de student én het maximaliseren van het leren van de leden van de groep. 175 Voorbeelden van groepswerk zijn legio: een experiment uitvoeren en rapporteren, een methodiek analyseren en evalueren, een probleem analyseren en oplossen, etc. Het ene groepswerk is het andere niet. Er zijn verschillende variaties mogelijk, wat betreft: sturing van de docent: voorgestructureerde opdracht of juist niet. soort opdracht: een opdracht met een gesloten of een open einde. 176 aantal groepsleden: minimum twee tot tien of meer groepsleden. taakverdeling: parallel groepswerk, complementair groepswerk of gemengd. duur van het groepswerk: een eenmalige bijeenkomst van één uur of een langdurige samenwerking in groep. onafhankelijk of afhankelijk: groepen werken onafhankelijk van elkaar of groepsleden van verschillende groepen werken samen. 177 evaluatie: evaluatie van het groepsproces en/of de groepsproduct, een groepscijfer of een individueel cijfer. 178 Groepswerk is geschikt voor cognitieve doeleinden, zoals het uitwisselen van informatie, problemen oplossen, nieuwe ideeën genereren, etc. De eigen kennis van studenten kan uitgebreid en/of bijgestuurd worden door te luisteren naar groepsleden, de eigen inzichten onder woorden te brengen en te bevragen, onduidelijkheden op te helderen, etc. 175 DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Groepswerk, Zie ook Opdrachten. 177 Zie ook Jigsaw. 178 DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Groepswerk, 2004 en LOWYCK, J. en TERWEL, J., Onderwijskunde. Een kennisbasis voor professionals. Hoofdstuk 7: Ontwerpen en leeromgevingen,
13 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen Ook sociale vaardigheden en samenwerkingsvaardigheden komen aan bod, zoals leren discussiëren, notuleren, een gesprek leiden, luisteren, afspraken nakomen, anderen positief waarderen, etc. 179 Groepswerk kent een zekere ambivalentie. Enerzijds zijn er een aantal voordelen aan groepswerk verbonden. Zo biedt groepswerk studenten de mogelijkheid om van elkaar te leren en om dieper te leren. Groepswerk werkt tevens motiverend. Studenten kunnen sociale vaardigheden en samenwerkingsvaardigheden ontwikkelen, die nodig zullen zijn in hun latere professionele praktijk. Anderzijds is groepswerk ook kwetsbaar. De realisatie van bovengenoemde voordelen is afhankelijk van de opdracht, de begeleiding, de groepssamenstelling, de cognitieve en dynamisch-affectieve vaardigheden van de groepsleden en van het al dan niet voorkomen van (dis)functionele groepsprocessen Jigsaw Jigsaw is een vorm van coöperatief leren, waarbij de samenstelling van de studentengroepen wisselt tijdens de realisatie van een complexe opdracht. Om de complexe opdracht uit te werken, verwerven de studenten kennis en expertise in een eerste deelgroep (oftewel onderzoeksgroep). Nadien splitsen de leden van de eerste deelgroep zich op en wordt er een tweede deelgroep (oftewel leergroep) met nieuwe leden gevormd. De expertise uit de eerste deelgroep wordt in deze tweede deelgroep ingebracht om de opdracht tot een goed einde te kunnen brengen. Jigsaw is een bruikbare werkvorm wanneer: de opdracht voldoende complex is (geen eenvoudig antwoord of geen voor de hand liggende oplossing); de opdracht meerdere aspecten of componenten bevat; de nadruk op het taakgerichte, eerder dan op het groepsgerichte aspect van groepswerk ligt; de studenten vertrouwd zijn met groepswerk LOWYCK, J. en TERWEL, J., Onderwijskunde. Een kennisbasis voor professionals. Hoofdstuk 7: Ontwerpen en leeromgevingen, DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Groepswerk, BV-PROJECT, Steekkaart: Jigsaw: een specifieke vorm van groepswerk,
14 HET IVOOR Opdrachten De docent kan tijdens een onderwijsgebeuren opdrachten geven aan studenten. De opdrachten hebben tot doel studenten aan te zetten om actief met de leerinhoud aan de slag te gaan. Voorbeelden zijn legio: een oefening oplossen, voorbeelden bedenken bij een theorie of concept, een theorie aan medestudenten uitleggen, mogelijke kritieken formuleren, een tekst samenvatten, onderzoeksresultaten interpreteren, een probleem uitwerken, een casus uitwerken, een project, etc. Opdrachten kunnen in combinatie met andere werkvormen gegeven worden, zoals roezemoesgroepen, groepswerk, een presentatie, etc. 182 Opdrachten kunnen in verschillende variaties voorkomen: het tijdstip waarop de opdracht gegeven wordt: voor, tijdens of na de uiteenzetting van de leerinhoud (inductief of deductief werken); de duur van de opdracht: enkele minuten tot enkele weken of zelfs langer; de mate waarin de opdracht aansluit bij reële praktijksituaties; individueel of in groep; eindproduct: een schriftelijk werkstuk, een presentatie, een demonstratie, een tentoonstelling, een website, etc. 183 Opdrachten zijn geschikt voor het aanleren van basiskennis en vaardigheden, maar ook voor het aanleren van complexere vaardigheden. In de literatuur worden vier soorten opdrachten onderscheiden: Opdrachten gericht op het reproduceren van eerder verworven informatie. Deze opdrachten zijn vooral relevant in het begin van een college om de voorkennis van studenten te activeren of op het einde van een college om na te gaan wat de studenten hebben onthouden. Opdrachten gericht op de toepassing van algoritmen. Studenten leren aangereikte oplossingswegen toepassen. 182 DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Feedback, 2004 en DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Opdrachten, DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Feedback,
15 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen Opdrachten gericht op het uitlokken van een persoonlijke mening of expressie. Opdracht gericht op het oplossen van complexe problemen. Deze opdrachten zijn geschikt voor het leren en oefenen van hogere cognitieve vaardigheden, zoals analyseren en synthetiseren Probleemgestuurd onderwijs Probleemgestuurd onderwijs, kortweg PGO, is een vorm van onderwijs waarbij de docent een realistisch probleem in de vorm van een probleemtaak aan de studenten voorlegt. De probleemtaak confronteert de studenten met de eigen voorkennis en hiaten in de voorkennis om het probleem te kunnen begrijpen en oplossen. In kleine onderwijsgroepen van 8 à 12 studenten, onder begeleiding van de docent, gaan studenten na wat de kern van het probleem en de bijbehorende aspecten zijn. Op basis van wat studenten reeds kennen, maken ze een eerste voorlopige analyse van het probleem. De vragen en hiaten die tijdens deze analyse naar boven komen, worden door de studenten in leerdoelen geformuleerd. Deze leerdoelen vormen de basis voor de zelfstudie. Gedurende enkele dagen werken de studenten individueel of in groep aan de leerdoelen door het opzoeken van informatie in allerhande bronnen zoals boeken, tijdschriften, internet, etc. Vervolgens komt de onderwijsgroep opnieuw samen. De studenten rapporteren de gevonden informatie en gaan na of ze het probleem nu beter kunnen begrijpen en oplossen. Aldus verwerven studenten nieuwe kennis, gekoppeld aan de eigen voorkennis en passen ze deze nieuwe kennis toe in de probleemtaak. 185 Het leerproces in PGO wordt gekenmerkt door: probleemoplossend leren; zelfsgestuurd, actief en flexibel leren; 184 DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Opdrachten, BV-PROJECT, Steekkaart: Probleemgestuurd onderwijs Model Maastricht, 2002 en DOCHY, F. et al., Coöperatief leren in een krachtige leeromgeving. Handboek probleemgestuurd leren in de praktijk, 2000 en SEGERS, M. en DOCHY, F., Een nieuw onderwijsmodel voor het hoger onderwijs in theorie en praktijk,
16 HET IVOOR coöperatief werken en leren in groepen. 186 PGO vond zijn oorsprong in 1966 aan de McMaster University in Hamilton, Canada. Het medisch onderwijs kampte op dat moment met een groot probleem: medische studenten beschikten waarschijnlijk wel over voldoende kennis, maar ze waren niet in staat om deze kennis in een concrete context adequaat te gebruiken. PGO zou volgens Barrows een oplossing voor dit probleem kunnen bieden. Op dit moment is PGO in heel wat opleidingen en landen verspreid. Toonaangevende universiteiten op het gebied van PGO zijn: de universiteit van Newcastle in Australië, de universiteit van Linköping in Zweden en de universiteit van Maastricht in Nederland. PGO kan in verschillende gradaties voorkomen. Het kan een onderwijsconcept zijn voor de volledige opleiding. Echter, dit hoeft niet altijd zo te zijn. PGO kan ook als een onderwijsvorm gebruikt worden tijdens één jaar van de opleiding, of voor slechts één opleidingsonderdeel of een gedeelte van een opleidingsonderdeel Presentatie De docent kan tijdens een onderwijsgebeuren de studenten een presentatie laten verzorgen. Dit kan beschouwd worden als het geven van een opdracht aan de studenten. 188 De presentatie kan gaan van het uiteenzetten van een theorie of model, over het toelichten van een individuele of groepsopdracht tot het uiteenzetten van eigen onderzoek of casus. De presentatie kan zowel individueel als in groep voorbereid en uitgevoerd worden DOCHY, F. et al., Coöperatief leren in een krachtige leeromgeving. Handboek probleemgestuurd leren in de praktijk, 2000, p DOCHY, F. et al., Coöperatief leren in een krachtige leeromgeving. Handboek probleemgestuurd leren in de praktijk, Zie ook Opdrachten. 189 DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Presentatie,
17 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen Projectonderwijs Baert, Beunens en Dekeyser 190 volgt: omschrijven de essentie van projectonderwijs als Projectonderwijs is een onderwijsactiviteit waarbij een groep studenten, uit eenzelfde of verschillende studiejaren en studierichtingen, gedurende een langere periode, als taakgerichte groep in samenspraak met een vaste of wisselende begeleider van de opleiding (docent, lector, assistent) en eventueel een opdrachtgever van een praktijkorganisatie, aan een opdracht, respectievelijk een (praktijk)probleem werken. Zodoende verwerven ze kennis (met inbegrip van inzichten en metacognitie), vaardigheden en attitudes. De studenten concretiseren en herformuleren eventueel de opdracht, respectievelijk de probleemstelling en structureren een aanpak voor de probleemstelling. Ze werken een oplossing uit, gebruikmakend van theoretische en praktische kennis. Projectonderwijs, kortweg PO, kan in de praktijk verschillende vormen voorkomen. Op basis van een literatuurstudie situeren Dekeyser en Baert 191 PO op zes dimensies: 1) Onderwijsvorm versus werkvorm PO kan als een onderwijsvorm of werkvorm gebruikt worden tijdens één jaar van de opleiding, of voor slechts één opleidingsonderdeel of een gedeelte van een opleidingsonderdeel. 2) Reëel versus virtueel De uitgangssituatie of het thema van het project is reëel dan wel virtueel (simulatie van de praktijk). Het eerste komt uiteraard het meeste voor in de praktijk. 3) Losse/open structuur versus vaste/opgelegde structuur 190 BAERT, H., BEUNENS, L. en DEKEYSER, L., Projectonderwijs: Sturen en begeleiden van leren en werken, 2002, p DEKEYSER, L. en BAERT, H. (eds), Projectonderwijs: Leren en werken in groep,
18 HET IVOOR Het project wordt nauwelijks voorgestructureerd (enkel de projectgroepen liggen vast) dan wel sterk voorgestructureerd, waarbij de fasen, de tijdspanne, de begeleiding, etc. op voorhand worden bepaald. In de praktijk houdt PO vaak het midden tussen beide structuren. 4) Van buitenaf gestuurd versus zelfgestuurd Het project wordt sterk van buitenaf gestuurd, dan wel gestuurd door de leden van de projectgroep. Veelal wordt er naar gestreefd om de sturing meer en meer in handen van de projectgroep te leggen. 5) Interdisciplinariteit: een vak versus alle disciplines De inhoud en uitwerking van PO kan beperkt worden tot één vak, of kan verschillende vakken en disciplines omvatten. In de praktijk komt dit laatste frequenter voor. 6) Individu versus groep Binnen PO kan de individuele student eigen leerdoelen vastleggen, dan wel in groep de leerdoelen vastleggen. In de praktijk komt dit laatste meestal voor, aangezien het werken en leren in groep een belangrijke vaardigheid voor de toekomstige beroepspraktijk is Roezemoesgroepen Roezemoesgroepen zijn kleine groepjes studenten (vaak 2, soms ook 3 à 4 studenten) die samen een opdracht bespreken. Het geroezemoes dat hierdoor ontstaat, was aanleiding voor de naamgeving van deze werkvorm. Andere gebruikte termen zijn zoemgroepen, zoemsessies, buzz-groups, buzz-sessions. 193 Roezemoesgroepen kunnen een ideale onderbreking zijn van een mondelinge uiteenzetting. Bij roezemoezen worden studenten aangezet tot activiteit en interactie met medestudenten. Ze bespreken een opdracht, discussiëren, wisselen van gedachten, geven hun eigen mening, etc. Op die manier worden ze betrokken bij het college en de leerinhoud. 192 DEKEYSER, L. en BAERT, H. (eds), Projectonderwijs: Leren en werken in groep, DE MINK, F.B., Uitdagen op hoorcolleges, 1991 en DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Roezemoesgroepen, 2004 en SMIT, C.A., Buzz-group, flapdiscussie, reconstructiemethode en sorteermethode,
19 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen Om ervoor te zorgen dat het roezemoezen niet tot een geamuseerd gesprek over koetjes en kalfjes verwordt, is er meer nodig dan bespreek dat maar even samen met je buur. Een goede opdracht aan de studenten geven is hierbij noodzakelijk. 194 De opdracht kan betrekking hebben op een reeds geziene leerinhoud, evenals op een leerinhoud die in de loop van het college nog aan bod zal komen (dus als inleiding en ter activering van de voorkennis) Voting Voting is een werkvorm waarbij de docent een gesloten vraag stelt of een stelling poneert waarna de studenten stemmen: eens/oneens, juist/fout, ja/nee of a/b/c/d. Deze werkvorm komt tegemoet aan de natuurlijke neiging van de mens om mee te raden in een quiz. Uit onderzoek van Van Dijck 196 blijkt dat stemming tijdens een hoorcollege een effectieve manier is om studenten aan te zetten tot nadenken over de leerinhoud. De leerinhoud zal dan ook beter beklijven. Voting kent verschillende variaties wat betreft: Het tijdstip van de stemming: stemming kan zowel voor (bijv. via een webformulier) als tijdens een onderwijsgebeuren plaatsvinden. Het tijdstip van verwerking van de stemmen: de verwerking van de stemmen kan eveneens voor of tijdens, eventueel na het onderwijsgebeuren plaatsvinden. De manier waarop gestemd wordt: studenten kunnen op een zeer eenvoudige manier stemmen door handopsteking. Ook met behulp van kaartjes in verschillende kleuren kunnen studenten hun stem bekend maken. Een meer geavanceerde manier van voting kan via gespecialiseerde apparatuur waarbij de studenten op een klein toetsenbord hun keuze selecteren, bijvoorbeeld met behulp van Interactive Voting Systems. Voting kan verschillende functies hebben: 194 DE MINK, F.B., Uitdagen op hoorcolleges, SMULING, E.B. et al., Colleges en presentaties: Aanwijzingen voor docenten, VAN DIJCK, Activeren in colleges: mogelijkheden en effecten onderzocht,
20 HET IVOOR peilen naar voorkennis van studenten of de voorkennis van studenten activeren; waarna de leerinhoud aan de voorkennis van studenten kan gekoppeld worden; nagaan of studenten kunnen volgen, zowel naar tempo als niveau; peilen naar misvattingen van studenten; peilen naar meningen en houdingen van studenten; studenten aanzetten tot en ondersteunen bij het actief verwerken van de leerinhoud Vragen stellen De docent kan tijdens een onderwijsgebeuren vragen stellen. Dit kan verschillende functies hebben: peilen naar de voorkennis van studenten of de voorkennis van studenten activeren; peilen naar misvattingen; nagaan of studenten kunnen volgen, zowel naar tempo als niveau; studenten aanzetten tot en ondersteunen bij het actief verwerken van de leerinhoud (verbanden leggen, toepassen, reflecteren, etc.). 198 Vragen kunnen op verschillende manieren ingedeeld worden, bijvoorbeeld op basis van de taxonomie van Bloom: kennisvragen; inzichtvragen; toepassingsvragen; analysevragen; 197 BV-PROJECT, Steekkaart: (Tele)voting, 2005 en UT NIEUWS, Demonstratie IVS, 1997 en Hoorcolleges kunnen effectiever, DUO/ICTO, Onderwijskundige steekkaart: Vragen stellen,
21 Deel 4: Integratie van verantwoord ondernemen: didactische werkvormen synthesevragen; evaluatievragen. Het is belangrijk om een verscheidenheid aan vragen te stellen, en je niet te beperken tot één soort vragen Referenties Baert, H., Beunens, L. en Dekeyser, L. (2002). Projectonderwijs: Sturen en begeleiden van leren en werken. Leuven: Acco. BV-project (2002). Steekkaart:Jigsaw: een specifieke vorm van groepswerk. Gevonden op 11 oktober 2005, op BV-project (2002a). Steekkaart: Probleemgestuurd onderwijs Model Maastricht.. Gevonden op 11 oktober 2005, op BV-project (2005). Steekkaart: (Tele)voting. Gevonden op 21 december 2005, op BV-project (2002). Steekkaart: Werken met de casemethode. Gevonden op 11 oktober 2005, op Boonen, T. en Devesse, A. Werkvormen en evaluatievormen. (Studieroute online beschikbaar op EHSAL Boonen, T. en Devesse, A. Werkvormen en evaluatievormen: Hoorcollege. (Studieroute online beschikbaar op EHSAL Boonen, T. en Devesse, A. Werkvormen en evaluatievormen: Inleiding werkvormen. (Studieroute online beschikbaar op EHSAL de Bie, D. en Gerritse, J. J. (1999). Onderwijs als opdracht. Overwegingen en praktische suggesties voor een ontschoolsing van het hoger onderwijs. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. De Mink, F. B. (1991). Uitdagen op hoorcolleges. OC-Bulletin nr. 30. Twente: Onderwijskundig Centrum Universiteit Twente. Gevonden op 11 oktober 2005, op Dekeyser, L. en Baert, H. (eds) (1999). Projectonderwijs: Leren en werken in groep. Leuven: Acco. 199 DE BIE, D. en GERRITSE, J.J., Onderwijs als opdracht. Overwegingen en praktische suggesties voor een ontschoolsing van het hoger onderwijs,
Een technisch/economische kijk op isoleren
Practicum natuurkunde Een technisch/economische kik op isoleren ONTWERPVERSIE/ NIET DEFINITIEF 2e bachelor handelsingenieur academieaar 2007-2008 1. Algemene beschouwingen De opdracht De opdracht gaat
Nadere informatieWerkvorm. Werkvormen. Fiches
en Onderwijskundige werkvormen zijn de verschillende manieren die een lesgever kan gebruiken om het leerproces van studenten te ondersteunen en vorm te geven. Het doel is het verwezenlijken van competenties.
Nadere informatieBijlage. Overzicht activerende werkvormen
Bijlage: Overzicht activerende werkvormen Bijlage. Overzicht activerende werkvormen Bijlage p. 1 Bijlage: Overzicht activerende werkvormen Inhoudsoverzicht INLEIDING...5 BEELDFRAGMENTEN...7 BRAINSTORMEN...10
Nadere informatieECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding SLO Module Didactische Competentie algemeen Code E1 DCa Lestijden 60 Studiepunten 4 Ingeschatte totale 100 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen
Nadere informatieJob Aid: Hoe kun je een responsiecollege vormgeven?
Job Aid: Hoe kun je een responsiecollege vormgeven? Doel van een responsie college Het is een plenaire bijeenkomst (PB) waar studenten vragen over de leerstof kunnen stellen. Zij moeten zich hiervoor altijd
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieHOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.
HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.
Nadere informatieWISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN
WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Didactische Competentie algemeen. Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding SLO Module Didactische Competentie algemeen Code E1 DCa Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale 150 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen
Nadere informatieInhoud. Introductie tot de cursus
Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen
Nadere informatieMethoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97
Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk
Nadere informatieINLEIDING: WAAROM HET IVOOR 1 DEEL 1. DUURZAME ONTWIKKELING EN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN 11
INHOUDSOPGAVE INLEIDING: WAAROM HET IVOOR 1 1. ESF-PROJECT HET IVOOR... 5 1.1 Noden...5 1.2 Doelstellingen...6 1.3 Doelgroep...6 1.4 Activiteiten...6 1.5 Referenties...7 2. DANKWOORD... 9 2.1 Docenten
Nadere informatieIntervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?
Intervisie Wat is het? Intervisie is een manier om met collega's of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk. Tijdens de bijeenkomst brengen deelnemers vraagstukken in,
Nadere informatieCST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen
CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen Tammy Schellens & Bram De Wever Vakgroep Onderwijskunde Universiteit Gent Hoe gebruiken we online discussiegroepen als didactische werkvorm?
Nadere informatieThema 1: Het leren (bevorderen) 19
I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 15 Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 1 Het leerproces van studenten 21 1.1 Waarom het leerproces van studenten? 21 1.2 Het leerproces volgens Biggs 22 1.3 Leeractiviteiten
Nadere informatieWerkvormen. Werkvormen. Fiches. Overzicht werkvormfiches
en Onderwijskundige werkvormen zijn de verschillende manieren die een lesgever kan gebruiken om het leerproces van studenten te ondersteunen en vorm te geven. Het doel is het verwezenlijken van competenties.
Nadere informatieProfessionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs
Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische
Nadere informatieZelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.
Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van
Nadere informatieVragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO
Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?
Nadere informatieBELBLOCK betonmetselstenen & thermische isolatie samen wordt het goed
De eerste parameter voor het comfortgevoel binnen een gebouw is de binnentemperatuur. Om deze zomer en winter op een economische wijze op een aangenaam peil te houden is een samenwerking tussen de en de
Nadere informatieDidactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4
ALGEMENE INFORMATIE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester
Nadere informatieOVERDRACHTSKUNDE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
OVERDRACHTSKUNDE EXAMENEISEN THEORIE SCHOONHEIDSVERZORGING B VERSIE JULI 2010 STICHTING KWALITEITSCENTRUM SCHOONHEIDSVERZORGING Exameneisen STRUCTUUR THEORIE-EXAMEN: OVERDRACHTSKUNDE Examen Overdrachtskunde
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.
Nadere informatieDidactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4
ECTS-FICHE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester
Nadere informatieConcept Cartoons. Ed van den Berg, Kenniscentrum Hogeschool van Amsterdam en VU EWT Noord-Holland en Flevoland
Concept Cartoons Ed van den Berg, Kenniscentrum Hogeschool van Amsterdam en VU EWT Noord-Holland en Flevoland Doelen wetenschap en techniekonderwijs Inhoud: Biologie, natuurkunde, scheikunde, techniek,
Nadere informatieProbleemstelling. Methode. Methode. Methode
Probleemstelling De Lijnprojecten als onderwijsvernieuwingen aan de Vrije Universiteit Brussel, België Pascale Petit, Andre Foriers en Bart Rombaut Beroep van apotheker is onderhevig aan snelle evolutie
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Module
Nadere informatieFormat voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster
Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Samenwerkingsvaardigheden 1
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Orthopedagogie Module Samenwerkingsvaardigheden 1 Code E1 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 45 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid
Nadere informatieLaag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten
Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen
Nadere informatieLEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d
LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d 1 Leerplannen Eerste graad A-stroom (D/2009/7841/003) In voege sinds 1 september 2009 Tweede graad KSO/TSO (D/2002/0279/048) In voege sinds 1 september 2002
Nadere informatieOpleiding Code + officiële benaming van de module Academiejaar 2015-2016 Semester Studieomvang Totale studietijd Aantal lestijden
Opleiding Marketing Code + officiële benaming van de module C4 Financieel Management Academiejaar 2015-2016 Semester: 2 Studieomvang 4 studiepunten Totale studietijd 90 Aantal lestijden 60 Aandeel lestijden
Nadere informatieZelfgestuurd leren met Acadin
Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen
Nadere informatieMinor Toegepaste Psychologie
Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?
Nadere informatieENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN
4 juli 2007 19:11 uur Blz. 1 / 8 cursus Luc Volders - 2-7-2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: FB Projectgegevens: testpand 1234AB Software: EPA-W Kernel 1.09 07-06-2007 Vabi Software
Nadere informatieHieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.
Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.
Nadere informatieActief in de digitale leeromgeving
Actief in de digitale leeromgeving School of Education 21 oktober 2010 Lore Dewulf Anik Janssens Opbouw sessie Inleiding (10 ) Twee praktische scenario s (2x30 ) o Aansturing van zelfstudie door discussiefora
Nadere informatieOnderzoekscompetenties. K-waarde woning. 1. Algemene lesgegevens. 2. Lesverloop. 3. Verwerking. Kennismaking met EPC-woning
Onderzoekscompetenties K-waarde woning Kennismaking met EPC-woning 1lgemene lesgegevens In de eerste plaats ontwerpen we een fictief huis, of gaan we uit van een bestaande woning. Vervolgens gaan we na
Nadere informatieVRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT
VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL
Nadere informatieinfobrochure methodeonderwijs De Lotus
infobrochure methodeonderwijs De Lotus Mosselerlaan 62 3600 GENK 089 35 16 21 directie.middenschool@gocampusgenk.be Inhoudsopgave Inleiding Zelfgestuurd leren Kernteam Kringgesprek Coöperatieve werkvormen
Nadere informatieOnderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.
Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?
Nadere informatieAls je als docent beslist om gebruik te maken van peer assessment doorloop je best enkele stappen:
Peer assessment Omschrijving Peer assessment is een proces waarin medestudenten die eenzelfde leerproces hebben doorgemaakt elkaar evalueren. Ontwikkeling Als je als docent beslist om gebruik te maken
Nadere informatieEducatief arrangeren rond LOB
Educatief arrangeren rond LOB Vorige week Contact met de docent deze week NAW-gegevens via CF Afspraken met begeleider Maken van het Werkplan Voorbereiden van het interview Vragen naar aanleiding van vorig
Nadere informatieDeelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek
Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept
Nadere informatieINFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN
INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN Inleiding De gewestelijke EPB-regelgevingen houden rekening met het energieverbruik voor koeling. Bovendien nemen de geldende regelgevingen voor nieuwe woningen
Nadere informatieEnquête noden van de scholen. Eerste verwerking
Enquête noden van de scholen Eerste verwerking Verwerking van formulieren ingediend op 27/9/16 46 enquêtes werden ingediend/verwerkt Achtergrond mooi verspreid over de 4 componenten van STEM Man/vrouw
Nadere informatieCompetentie-invullingsmatrix
Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke
Nadere informatieVRAGEN STELLEN.
http://www.wetenschapaandestroom.be/plasmas-fusieenergie-2/#.vqivazrhdms http://www.wetenschapaandestroom.be/plasmas-fusie-energie- 2/#.VqivaZrhDMs VRAGEN STELLEN WAT? Door vragen te stellen stimuleer
Nadere informatieOpleidingsprogramma DoenDenken
15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor
Nadere informatieActualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen
Bijlage p. 1 Bijlagen Bijlage p. 2 Bijlage 1 Domeinoverschrijdende doelen - Leerplan BaO (p. 83-85) 5.2 Doelen en leerinhouden 5.2.1 Wiskundige problemen leren oplossen DO1 Een algemene strategie voor
Nadere informatieToetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie
Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch
Nadere informatieluisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27
TABASCO Oriëntatie + voorbereiden Leercoach Leerlingen Iemand voorstellen (schriftelijk en mondeling) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden: 35.1.1 en 35.1.2 en 35.1.3 - grammatica:
Nadere informatieluisteren: dialoog beluisteren en
TABASCO Leercoach Een afspraak maken ( mondeling) Een uitnodiging schrijven ( schriftelijk) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden:35.1.2 en 35.1.3 en 35.1.5 *dagen / maanden *afspraak
Nadere informatieBij deze isolatietechniek wordt de isolatie aan de buitenzijde van de gevelmuren geplaatst. Op deze isolatie wordt een nieuwe afwerking geplaatst.
Wat is buitenmuurisolatie? De meeste woningen, gebouwd voor 1960, hebben geen spouwmuren, maar volle muren. In deze gevallen is een spouwmuurisolatie geen optie en moet u kiezen voor de isolatie van buitenmuren
Nadere informatieTaalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)
Nadere informatieGroep 8 - Les 4 Duurzaamheid
Leerkrachtinformatie Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid Lesduur: 30 minuten (zelfstandig) DOEL De leerlingen weten wat de gevolgen zijn van energie verbruik. De leerlingen weten wat duurzaamheid is. De leerlingen
Nadere informatieDidactische werkvormen in het hoger onderwijs. Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck
Didactische werkvormen in het hoger onderwijs Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck HoGent, een mix van werkvormen Uitgangspunten: Elk talent telt>>maatwerk gezien diversiteit in instroom Vraag
Nadere informatieInhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89
Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op
Nadere informatieAnnette Koops: Een dialoog in de klas
Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een
Nadere informatie21ste-eeuwse vaardigheden:
INLEIDING 21ste-eeuwse vaardigheden Het helpen ontwikkelen van 21ste-eeuwse vaardigheden bij studenten vraagt het nodige van docenten. Zowel qua werkvormen als begeleiding. In hoeverre neem je een voorbeeldrol
Nadere informatieHAO LEERTAAK LESVOORBEREIDING UITDAGENDE LEEROMGEVING
LEERTAAK LESVOORBEREIDING UITDAGENDE LEEROMGEVING 2017-2018 HAO DOELEN Toepassen van het didactisch model van een 'uitdagende leeromgeving' volgens Deleu & Wante (2008) op een les uit de lagere school.
Nadere informatieKies Actief Rapportage van Femke Peeters
Kies Actief Rapportage van Femke Peeters De huidige school van Femke Peeters Summa College Eindhoven Eindhoven Huidige opleiding: MBO, klas 3, richting Economie Kies Actief Geef richting aan je loopbaan!
Nadere informatieWorkshop voorbereiden Authentieke instructiemodel
Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft
Nadere informatieRONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS
CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen
Nadere informatieHoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept
Nadere informatieLeergang Didactiek voor de BKO
Leergang Didactiek voor de BKO Ontwerpen van onderwijs: Maak een leertaak Centrum voor onderwijs en leren Opdracht Maak een leertaak Achtergrond Studenten leren door leeractiviteiten uit te voeren en feedback
Nadere informatieVan Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm
wwwexpertisecentrum-kunsttheorienl Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm Dit collegevoorbeeld/lesvoorbeeld laat twee verschillende werkvormen zien, een werkvorm die gericht is op lagere orde
Nadere informatieDrs. J. van der Span Dr. Q. Elvira. Van M&O naar Bedrijfseconomie
Drs. J. van der Span Dr. Q. Elvira Van M&O naar Bedrijfseconomie De meerwaarde van het nieuwe programma? De wereld om ons heen wordt steeds complexer Financiele kwesties worden steeds lastiger De kleine
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Sociaal-Cultureel Werk. Lestijden 40
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Sociaal-Cultureel Werk Module Educatief werk Code Bc3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 50 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
Nadere informatieITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)
ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed
Nadere informatieOpleiding. Orthopedagogie. Code + officiële benaming van de module. E2 Samenwerkingsvaardigheden 2. Academiejaar 2015-2016. Semester.
Opleiding Orthopedagogie Code + officiële benaming van de module E2 Samenwerkingsvaardigheden 2 Academiejaar 2015-2016 Semester 1 Studieomvang 3 studiepunten Totale studietijd 60 Aantal lestijden 40 Aandeel
Nadere informatieDe link tussen onderzoek en praktijk op het gebied van gebouwsimulatie
De link tussen onderzoek en praktijk op het gebied van gebouwsimulatie Piet Standaert Physibel Samenvatting Als ontwikkelaar van bouwfysische software bevindt men zich in een positie tussen onderzoek en
Nadere informatieDoor Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)
Energiebesparingspotentieel door isolatie Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Het is bekend dat de CO 2 uitstoot tegen 2020 fors naar omlaag moet. In Duitsland zijn
Nadere informatieLeraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X
MODULE Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X Aantal
Nadere informatie(Auteursrecht EUROSENSE, 2016)
Dakramen bestaan hoofdzakelijk uit glas. Er bestaan veel verschillende glassoorten met diverse thermische eigenschappen en dus een andere thermische radiatie. Het is dan ook onmogelijk om een rechtlijnige
Nadere informatieStudiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media
Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Titel: Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Vakcode: LWX999B10 Opleiding: Kunsten, Cultuur en Media Studiefase: Bachelor 3 e jaar/ KCM Major Periode:
Nadere informatiePorfolio. Politie Vormingscentrum
Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt
Nadere informatieInhoud. Woord vooraf 13
Inhoud Woord vooraf 13 Inleiding 15 1. Een pedagogisch-didactisch basisschema 17 2. Componenten van een lesvoorbereiding 17 2.1 Leerdoelen van een les(senreeks) bepalen 17 2.2 De beginsituatie vaststellen
Nadere informatieOverzicht module 5: transmissie
Overzicht module 5: transmissie M5.1 Inleiding en eisen M5.2 Opake constructies M5.3 Transparante constructies M5.4 Globale warmteverliezen M5.5 Vragen Opmerking : in de presentaties worden enkel de standaard
Nadere informatieop (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.
op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. Auteur: Anneke Lucassen Zelfevaluatie begeleiden bij zelfstandig
Nadere informatieExamenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015
Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie
Nadere informatieHOE FORMULEER IK LEERRESULTATEN OP
HOE FORMULEER IK LEERRESULTATEN OP STUDIEDEELNIVEAU? 1 A. Inleiding 1. Studiedeelfiches in CaLi In het kader van de update van de studiedeelfiches voor het academiejaar 2012-2013 werd ook het document
Nadere informatieECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck
Specifieke lerarenopleiding ECTS- FICHE ECTS-Fiche Communicatievaardigheid Code: COMM Cluster: 1 Academiejaar: 2017-2018 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 à 90 lestijden Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatieBepaling R bf en R bw volgens NEN 1068:2012 bij toepassing kruipruimte isolatie (Drowa chips en EPS-platen)
TNO-rapport TNO 2015 R10125 Bepaling R bf en R bw volgens NEN 1068:2012 bij toepassing kruipruimte isolatie (Drowa chips en EPS-platen) Gebouwde Omgeving Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus
Nadere informatieProgramma. Inleiding. Project LOB - Codename Future. Arrangeren. Begeleiden van studenten
Programma Inleiding Project LOB - Codename Future Arrangeren Begeleiden van studenten LOB arrangeren Drie scholen Studenten arrangeren lesmateriaal voor een vakdocent Lesmateriaal gaat over de relatie
Nadere informatieHOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren
HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren 1. Inleiding Aan de hand van een concept cartoon verdiepen leerlingen zich in de vraag hoe het komt dat een meisje een meisje is. Een concept cartoon is een visuele
Nadere informatieActiverende didactiek
Activerende didactiek De verantwoording voor de lessenserie De activerende didactiek zorgt ervoor dat leerlingen actiever en zelfstandiger bezig zijn met leren, het laat leerlingen effectiever leren. De
Nadere informatieSuperisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes
Superisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes Elisa Van Kenhove Onderzoeksgroep Bouwfysica, Constructie en Klimaatbeheersing Vakgroep Architectuur & Stedenbouw Faculteit Ingenieurswetenschappen
Nadere informatieFlyer Intervisie. Intervisie is vooral taakgericht en resultaatgericht werken met collega s ter optimalisering van de werkzaamheden van alledag.
Flyer - Intervisie Wat is intervisie? Intervisie is vooral taakgericht en resultaatgericht werken met collega s ter optimalisering van de werkzaamheden van alledag. De volgende omschrijving van intervisie
Nadere informatieWISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Sociaal-cultureel werk
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Sociaal-cultureel werk Module Groepswerk Code Bc2 Lestijden 40 Studiepunten Ingeschatte totale 60 studiebelasting (in uren) 1 2.Inhoud Als sociaal-cultureel
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)
Nadere informatieBijlage 3: Format beschrijving opdrachten onderzoekend leren
Bijlage 3: Format beschrijving opdrachten onderzoekend leren Dit format is bedoeld voor docenten die onderzoekend-lerenopdrachten gaan maken voor het gebruik in hun eigen groep en/of voor gebruik door
Nadere informatieD.1 Motiveren en inspireren van leerlingen
DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt
Nadere informatieBachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal
Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.
Nadere informatieRealiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren
Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft
Nadere informatieThermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming
H01N2a: Energieconversiemachines- en systemen Academiejaar 2010-2011 Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming Professor: Martine Baelmans Assistent: Clara
Nadere informatieVlaamse premie voor energiebesparende investeringen. folder niet-belastingbetalers vo1 1
8 Vlaamse premie voor energiebesparende investeringen door niet-belastingbetalers Inleiding Komt u in aanmerking? Algemene voorwaarden De Vlaamse overheid wil dat elke woning tegen beschikt over een geïsoleerd
Nadere informatieNatuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)
BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen
Nadere informatieMEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT
MEDMEC01 Q1 JAAR 1 THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT Vandaag Wat is er in het nieuws? Dummy: show us what you got! Convergerende technieken
Nadere informatie