Drs. J. van der Span Dr. Q. Elvira. Van M&O naar Bedrijfseconomie

Transcriptie

1 Drs. J. van der Span Dr. Q. Elvira Van M&O naar Bedrijfseconomie

2 De meerwaarde van het nieuwe programma? De wereld om ons heen wordt steeds complexer Financiele kwesties worden steeds lastiger De kleine lettertjes worden steeds belangrijker Contracten Jongeren komen hier op steeds jongere leeftijd mee in aanraking Het vak M&O kan hier een bijdrage aan leveren: Het opleiden tot kritische, creatieve en reflectieve burgers

3 Hiervoor nodig: Geef jongeren kennis die hun probleemoplossend vermogen versterkt Leer ze samenwerken Leer ze zelf initiatieven nemen Leer ze zelf besluiten nemen Leer ze hun eigen verantwoordelijkheid nemen Leer ze constructief en productief met informatie omgaan

4 Van Lifo tot gouden Loeki Twee activerende werkvormen presenteren

5 5 vragen voor het ontwerpen van eigen materiaal 1. Voor welk onderwijsprobleem of onderwijsuitdaging is dit ontwerp een antwoord? 2. Zijn de kenmerken van de lerende (bijv. sociale en culturele achtergrond, leeftijd, geslacht, ontwikkelingsniveau, cognitieve vaardigheid, samenstelling en grootte groep) meegenomen in je lesontwerp? 3. Waarin verschillen dé kenmerken van je eigen ontworpen materiaal met die van de methode die je gebruikt in de klas. En waarom heb je hiervoor gekozen? 4. Wat wilde je met de les(sen) bij je leerlingen bereiken (leerdoelen)? 5. Weet je of je leerlingen de leerdoelen hebben bereikt? En hoe ben je erachter gekomen?

6 Analyse Leerlingen ervaren voorraadwaardering als een saai onderwerp Lastig om leerlingen duidelijk te maken dat het een administratief systeem is Ze kennen FIFO uit de supermarkt ( Waarom zou je eigenlijk LIFO toepassen?!!! ) Lastig om uit te leggen voor welk probleem een voorraadwaarderingssysteem een oplossing is

7 Het ontwerp Zelf het probleem van voorraadwaardering ondervinden Spelelement, hand-on, spanning, in groepjes Leerling moet motiveren waarom zij voor hun oplossing hebben gekozen. Er is niet 1 juist antwoord.

8 Wat ontwikkelen we bij de leerlingen? Ze leren het nut van voorraadwaardering, leren het begrijpen en analyseren Ze kunnen omgaan met onzekerheid van het bestaan van meerdere juiste antwoorden Ze kunnen omgaan met het bestaan van teveel informatie Ze kunnen tot een besluit komen

9

10 Deze bank is 15 april ingekocht voor 2.000,= De bank staat achteraan in het magazijn. Deze bank is 1 mei ingekocht voor 1.750,= De bank staat in het midden van het magazijn. Deze bank is 1 juni ingekocht voor 1.400,= Dit was een aanbieding. De bank staat in het midden van het magazijn. Deze bank is 1 juni ingekocht voor 1.400,= Dit was een aanbieding. De bank staat in het midden van het magazijn. Deze bank is 1 juli ingekocht voor 1.500,= Hij staat voorin het magazijn Deze bank is 1 augustus ingekocht voor 1.600,=. Hij staat voorin het magazijn. Deze bank is 15 april ingekocht voor 2.000,= De bank staat achteraan in het magazijn. Deze bank is 1 mei ingekocht voor 1.750,= De bank staat in het midden van het magazijn. 10

11 De vragen aan de groepjes: Jullie vormen de Firma KNAB Jullie hebben 8 exact dezelfde banken in het assortiment. De banken zijn op verschillende momenten ingekocht (zie achterzijde) Bereken de waarde van de voorraad op 1 augustus aan het einde van de dag voor de firma KNAB. Op 2 augustus kom ik 3 banken kopen bij de firma KNAB. Ik betaal voor iedere bank 3.000,-. Bereken de inkoopwaarde van de omzet voor de firma KNAB. Laat de berekening zien. Bereken de bruto winst voor de firma KNAB. Laat de berekening zien. Als je klaar bent, deel je met mij de uitkomsten. 11

12 Verzamelen van de antwoorden Schema op het bord: Waarde voorraad Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Inkoopwaarde van de omzet Bruto winst 12

13 Implementatie Op zoek naar vele mogelijke antwoorden in plaats van één. Toestaan om wilde en gekke suggesties evenals degenen die zinnige lijken te maken. Niet te vroeg oordelen over ideeën- behandel ideeën alsof ze de zaden van iets potentieels bruikbaars zijn. Sta toe om dag te dromen of te spelen met de theorie. Beseffen dat deze benaderingen noodzakelijkerwijs leiden tot het maken van veel van suggesties die onwerkbaar zijn en gek klinken. Maak fouten Leren van wat er is niet zo goed als wat deed werkte.

14 Implementatie Op zoek naar vele mogelijke antwoorden in plaats van één. Toestaan om wilde en gekke suggesties evenals degenen die zinnige lijken te maken. Niet te vroeg oordelen over ideeën- behandel ideeën alsof ze de zaden van iets potentieels bruikbaars zijn. Sta toe om dag te dromen of te spelen met de theorie. Beseffen dat deze benaderingen noodzakelijkerwijs leiden tot het maken van veel van suggesties die onwerkbaar zijn en gek klinken. Maak fouten Leren van wat er is niet zo goed als wat deed werkte.

15 Implementatie Op zoek naar vele mogelijke antwoorden in plaats van één. Toestaan om wilde en gekke suggesties evenals degenen die zinnige lijken te maken. 1. Niet te vroeg oordelen over ideeën- behandel ideeën alsof ze de zaden van iets potentieels bruikbaars zijn. Sta toe om dag te dromen of te spelen met de theorie. Beseffen dat deze benaderingen noodzakelijkerwijs leiden tot het maken van veel van suggesties die onwerkbaar zijn en gek klinken. Maak fouten Leren van wat er is niet zo goed als wat deed werkte.

16

17 Analyse Boeiend onderwerp, mede door praktijkkennis van leerlingen, maar is er sprake van diepe kennis hierover? Lesmethode is te oppervlakkig. Leerlingen leren feitjes. Leerlingen hebben een eenzijdig beeld van reclame veelal vanuit een commerciële insteek oftewel de consument overtuigen/verleiden om het product te kopen. Leerlingen beperken zich tot termen als leuk en grappig.

18 Het ontwerp Activeren van de voorkennis van leerlingen over het doel van reclame op de tv. Confronteren met hun eenzijdige focus (commerciële reclame). Creëren van groepen op basis van sexe (doelgroep-focus). Uitdagen van leerlingen om hun impliciete kennis te expliciteren. Interesseverhogend Spelelelement, hands-on, identificatie, sociale interactie en inhoud.

19 Wat ontwikkelen we bij de leerlingen? - Leerlingen kunnen het onderscheid maken tussen commerciële reclame en ideële reclame. - Leerlingen kunnen omgaan met onzekerheid van het bestaan van meerdere juiste antwoorden. - Leerlingen zien dat een vraagstuk op meerdere manieren opgelost kan worden (multiperspectiviteit). - Leerlingen kunnen criteria formuleren waaraan goede reclame moet voldoen. - Leerlingen kunnen opties wegen en vervolgens op basis van interne criteria tot een besluit komen (=top 3). - Leerlingen reflecteren op hun kennis en passen deze aan.

20 Implementatie Ronde 1 Wat is het doel van reclame? Noem minimaal 6 kenmerken waaraan, volgens jou, een goede reclame op tv aan moet voldoen. Licht elk van je kenmerken toe. Ronde 2 Vorm groepen van 3 personen en kom gezamenlijk tot een lijst van criteria waaraan, volgens jou, een goede reclame op tv aan moet voldoen. Licht elk van je kenmerken toe. Ronde 3 Jullie zijn gevraagd als jurylid. Jullie gaan 10 reclames beoordelen die bij de voorselectie worden beschouwd als zeer goede reclames vertoond in Nederland. Op basis van de kenmerken die jullie als groep hebben bepaald in ronde 2, gaan jullie de reclames waarderen. Bij het hokje kenmerk schrijf je het kenmerk voluit of nummer bijbehorend aan het kenmerk dat jullie vinden passen bij de commercial. Jullie moeten de top 1 (goud), 2 (zilver) en 3 (brons) commercial kiezen uit deze 10 commercials. Succes!

21

22

23

24

25

26 Evaluatie Leerlingen zijn in staat om criteria op een duidelijke manier toe te lichten. Leerlingen voegen vaak aan hun bestaande criteria nog criteria toe die ze op basis van het kijken naar de commercial bedenken. Leerlingen zijn enthousiast over de lesvorm. Leerlingen blijven in eerste instantie haken op de ideële reclame De nabespreking biedt veel mogelijk om vele aspecten van marketing te bespreken (koppeling het verschil commerciële reclame en ideële reclame; criteria vergelijken met wat experts zeggen dat geschikte criteria zijn voor een goede reclame (=effectieve reclame); vraag aan koppelen over identiteit en imago)