VRAGEN STELLEN.

Transcriptie

1 2/#.VqivaZrhDMs VRAGEN STELLEN

2 WAT? Door vragen te stellen stimuleer je studenten om tijdens de les actief met de leerstof bezig te zijn. Het voordeel van de interactie die je stimuleert is dat je als docent snel zicht krijgt op of je studenten mee zijn en dat je studenten op een indirecte manier feedback krijgen. WAAROM? Zet je studenten aan kritisch en grondig over de leerstof na te denken. Houd je studenten alert en betrek ze meer in het lesgebeuren. Hebben de studenten voorkennis, misconcepties of vooroordelen over een bepaald thema? Hebben de studenten je uitleg begrepen en kunnen ze het tempo en het niveau van de les volgen? Studenten krijgen op indirecte wijze feedback. Ze kunnen immers hun eigen denken aftoetsen aan dat van hun peers of aan het antwoord dat jij als docent geeft.

3 HOE? De piramide van Bloom geeft de verschillende niveaus van kennis weer, in oplopende moeilijkheidsgraad. Reproduceren van kennis en begrijpen zijn lagere niveaus van kennis, terwijl analyse en evaluatie tot een hoger niveau behoren. Afhankelijk van de doelen die je nastreeft, kies je voor een bepaald type van vraag. Creëren Evalueren Analyseren Toepassen We onderscheiden volgende soorten: Begrijpen Onthouden Reproductievragen Geef de definitie van Met welke formule berekenen we Peilen naar (voor)kennis Nagaan of studenten de stof gememoriseerd hebben Kennis & toepassingsvragen Wat verstaan we onder? Welke theorie illustreert onderstaande case? Peilen naar (voor)kennis Nagaan of studenten de stof in eigen woorden kunnen uitleggen Peilen naar begrip van leerstof

4 HOE? Creëren Evalueren Analyseren Toepassen Begrijpen Onthouden Toepassingsvragen Welke theorie illustreert onderstaande case? Hoe kunnen we probleem X best oplossen? Peilen begrip van de leerstof Peilen naar eventuele misvattingen Nagaan of studenten een nieuw probleem kunnen oplossen o.b.v. wet, formule, Toepassings- en inzichtsvragen Hoe kunnen we probleem X best oplossen? Welke factoren zijn van invloed op? Vergelijk X en Y op vlak van Kritisch en zelfstandig denken oefenen Problemen leren analyseren en reorganiseren Evaluatieve vragen: Wat vind je van de manier waarop? Ben je van mening dat X leidt tot meer Y? Verklaar waarom. Discussie op gang brengen Studenten leren beoordelen en beargumenteren Studenten leren informatie op waarde schatten en betrouwbaarheid beoordelen Ontwerpen, maken, plannen, produceren, Meer omvattende opdrachten zoals bijvoorbeeld het uitvoeren van een onderzoek waarbij studenten zelfstandig een onderzoeksvraag beantwoorden.

5 HOE? Wanneer je vragen stelt tijdens je les, doe je er goed aan om op voorhand over een aantal zaken na te denken: WAAROMstel ik vragen? Wat wil ik hiermee bereiken bij mij studenten? Hoe staan ze in verhouding tot de doelstellingen van mijn OPO? HOE FORMULEERik de vragen?ook dit hangt samen met wat je wil bereiken. Hierbij is het belangrijk dat je voor jezelf nagaat wat voor antwoord je verwacht van je studenten. Dit zal immers bepalend zijn voor de manier waarop je je vragen zal formuleren. Los van de doelen is het belangrijk dat je gerichte en concrete vragen stelt. WELKE ANTWOORDENverwacht ik van mijn studenten? Hoe ga ik daarop inspelen? WANNEERga ik mijn vragen stellen? Op welke momenten in de les? Bijvoorbeeld bij de start van het college om te peilen naar de voorkennis of nadat je een bepaald concept hebt uitgelegd om na te gaan in hoeverre ze dit begrepen hebben.

6 AANDACHTSPUNTEN Communiceer aan je studenten waarom je vragen stelt. Op die manier wordt het voor studenten duidelijk dat je niet zomaar wat vragen stelt, maar dat je hier een bepaalde bedoeling mee hebt. Bovendien is het belangrijk dat je studenten de tijd geeft om zich aan te passen aan jouw aanpak. Zeker wanneer ze in een grote groep les krijgen, kan het voor hen beangstigend zijn om te interageren. Het is dan ook belangrijk dat je je studenten geleidelijk aan laat wennen aan jouw aanpak en de interactie stelselmatig opdrijft. Formuleer goede vragen. In eerste instantie is een goede vraag qua niveau aangepast aan je studentenpubliek, het is dus belangrijk dat je zicht hebt op waar je studenten staan en daarop in te pikken. Gesloten vragen bieden weinig uitdaging voor studenten en veel te open vragen kunnen ontmoedigend werken. Laat studenten de redenering achter hun antwoord meegeven. Studenten leren veel uit de renedering van jou en hun medestudenten. Door je studenten te vragen hun denkproces te expliciteren, krijg je als docent al snel zicht op waar ze eventueel een denkfout maken.

7 AANDACHTSPUNTEN Creëer een veilig klimaat en verlaag de drempel voor studenten om te interageren. Dit kan je op verschillende manieren doen: Benadruk dat ze fouten mogen maken Geef studenten voldoende tijd om na te denken over een vraag. Stiltes zijn vaak ook een indicatie van het feit dat studenten aan het nadenken zijn. Laat dus zeker stiltes toe. Loop rond terwijl je vragen stelt. Laat studenten overleggen met hun peers vooraleer je ze laat antwoorden. Hierdoor leren ze dat ook hun medestudenten niet altijd het antwoord kennen en dat fouten maken ok is. Voorbeelden hiervan zijn roezemoesgroepen of think-pair-share. Werk met digitale stemsystemen om de drempel te verlagen. Het grootste voordeel van deze stemsystemen is dat studenten anoniem kunnen blijven zowel voor de docent als voor de andere studenten. Anonymity of clicker responses appears to increase responding from students that do not normally respond in-class (Beekes, 2006 in Lantz, 2010, p. 557). Speel zowel goede als foute antwoorden terug naar de groep en stimuleer op die manier de onderlinge interactie. Neem je tijd. Vragen stellen neemt meer tijd in beslag dan doceren om dezelfde inhouden te behandelen. Het is belangrijk om je hier bewust van te zijn en eventueel te overwegen om minder leerstof te behandelen of dit in zelfstudie aan te bieden.