NUMMER 7 JAARGANG 130 JULI 2016 MAGAZINE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NUMMER 7 JAARGANG 130 JULI 2016 MAGAZINE"

Transcriptie

1 NUMMER 7 JAARGANG 130 JULI 2016 MAGAZINE

2 VOORWOORD, COLUMN VELE HANDEN MAKEN LICHT WERK! Dit is mijn eerste column als opvolger van Bert Beugelsdijk. Recent werd ik benaderd door Jasper Smelt omdat KLN mij in het vizier had voor de een of andere taak binnen de organisatie van onze liefhebberij. Net als bijna alle andere potentiële kandidaten heb ook ik het druk. Ik werk inmiddels dan wel wat minder, maar omdat ik nu weer wat meer tijd heb voor mijn hobby s kom ik toch haast weer tijd te kort. Ik ga mij niet uitgebreid aan u voorstellen, in de komende tijd hoop ik velen van u te ontmoeten vanuit mijn functie binnen Nederlandse Kleindierenpublicaties BV. Ook is mij de eer te beurt gevallen dat er in ons mooie blad een stuk over mij is verschenen. In de gesprekken welke ik met Jasper, Bert, Piet Bouw en Geri Glastra gevoerd heb, is mij duidelijk geworden dat ook binnen onze organisatie we te maken hebben met een fenomeen, -dat ik ook vaststel binnen andere vrijwilligersorganisaties-, namelijk dat te weinig mensen te veel werk moeten verrichten. Dit heeft regelmatig tot resultaat dat goede mensen het op (moeten) geven, simpelweg omdat het gewoon te veel is. Als men een baan heeft, een gezin en een of meerdere andere verplichtingen dan mogen wij als leden/ liefhebbers, feitelijk niet toestaan dat een enkel persoon opgezadeld wordt met zo veel werk en verantwoordelijkheid. Helemaal te gek voor woorden is het wanneer buitenstaanders dan ook nog eens gaan beweren dat een persoon met een zware functie te veel invloed heeft of als arrogant of dominant bestempeld wordt! Na mijn gesprekken met genoemde personen heb ik besloten om een bijdrage te gaan leveren. Wanneer we met elkaar langs de zijlijn blijven staan dan gebeurt er helemaal niets en zullen we de boel zien inzakken. Ik ben een Brabander en doorgaans draai ik niet om de hete brij heen. Ik weet dat vandaag de dag de sociale media niet meer zijn weg te denken uit onze maatschappij, ik ben zelf geen fanatiekeling op Facebook, maar wel volg ik bepaalde dingen. Ik kan heel weinig waardering opbrengen voor personen die via deze media steeds maar kritiek uiten en er altijd keihard in gaan. Vaak ben ik wel geneigd om te reageren, doe het dan toch maar weer niet. Ik gebruik mijn energie liever om links en rechts zelf mee aan te pakken. Mijn hele leven al (ik ga inmiddels ook al richting 60 jaar) houd ik me bezig met ras fokkerij en ik ben er van overtuigd dat ook onze liefhebberij zal blijven bestaan. Toegegeven, er komen steeds meer zaken om de hoek kijken als dierenwelzijn en daar moeten we oplossingen voor vinden. Onze hobby, het houden en fokken van onze dieren, heeft toekomst, maar we moeten wel met elkaar ook de organisatie draaiende houden en ik hoop werkelijk dat we op alle fronten meer vrijwilligers kunnen vinden die hun steentje gaan bijdragen, want vele handen maken licht werk! AGENDA Jan/aug. Allround kampioenschap keuringen Ned./België Ned. Leghornclub Tiel SIS jongdierenavond KDC Den Haag Sebrightclub informele fokkersdag Beckum PA Utrecht bespreking sier- en watervogels Veenendaal RRSVT club fokkersdag Tiel Internationale Cochindag Zeddam PA Utrecht bespreking hoenders Zegveld Rhode Island Red Club Amersfoort New Hampshirefokkers Club Amersfoort Landelijke Jeugdshow Laren Vechthoenderfokkers Vereniging Amersfoort Nationale Havana enz. Club fokkersdag Holl. Krielenfokkers Club jongdierendag Amersfoort Hollandse Kropper Club jaarverg./fokkersdag Voorst Chinchilla enz. Club Amersfoort Ned. Wyandotte Club jongdierendag Tiel Assendelfter en N-H Blauwen Club jubileumshow Amersfoort Clubshow SIS KDC Den Haag Sebrightclub Jubileumtentoonstelling Apeldoorn 04/05-11 Holl. Krielenfokkers Club jubileumshow Zevenaar U I T D E ( K L E I N D I E R ) B L A D E N Uit de (kleindier)bladen is een vaste rubriek in Kleindier Magazine waarin vereniging-en, speciaalclubs en anderen die belangwekkende onderwerpen in hun bladen hebben geschreven aan het woord komen. De redacteur van Uit de (kleindier)bladen verwoordt bondig wat er vermeld wordt en door wie. Stuurt u daarom uw clubblad en artikelen uit andere bladen naar: Piet Kroon, Maanderweg 25, 6711 NC Ede. Zet dit adres op uw verzendlijst en de kans is groot dat uw club/vereniging vermeld wordt. Het volgende nummer van Kleindier Magazine verschijnt uiterlijk 19 augustus Club- en verenigingsberichten bestemd voor de bijlage voor het eerstvolgende nummer moeten voor de 10de van de maand, voorafgaand aan publicatie, g d worden naar: clubberichten@kleindiermagazine.nl Aanleveren van alle overige kopij in overleg met de redactie. Benno Crezee, alg. directeur NKP Uiterste verschijningsdata 19 augustus 16 september 21 oktober Foto omslag: Zilver Kampische hennevederige hoen haan. 2

3 INHOUD 5 Algemeen 2 Voorwoord en agenda 3 Inhoud 4 Uit de bladen 30 Bradfordshow 34 In gesprek met Marten van Pijkeren 37 Alles kids 48 Westdorpe e.o. 52 Nederlandse DFKP club 64 Bondsberichten 66 Fokkertjes Hoenders en dwerghoenders 11 De Braekel 26 Stresskippen 60 Orloffs en -krielen Konijnen 18 Regelmatig hokken reinigen 23 Witte van Hotôt Siervogels 19 De wereld achter de blauwe Pauw 45 Lagelandse kalkoen 30 Watervogels 32 Afrikaanse dwergeend 58 Roodschoudertalingen 33 Sierduiven 28 Trommelduiven 40 Thüringer witborst, -witkop 34 Cavia s en kleine knagers 5 Bijscholing Eur. caviakeurmeesters 56 Muizen, irritant en interessant 37 Voeding en gezondheid 9 Vergiftiging 3

4 Uit de bladen Door: Piet Kroon Clubblad Nationale Vlaamse Reuzen Club, maart 2016 Sjaak aait Bram. Bram is een Vlaamse reus van 8,5 kilo. Sjaak is de fokker van het dier. Beiden halen Max Magazine. Sjaak vergelijkt het meedoen van Bram aan tentoonstellingen met missverkiezingen. Alleen deze informatie kan al voldoende zijn om een breed lezerspubliek te bereiken. Dat lukte met Bram en Max. Natuurlijk heeft dit clubblad meer te melden. Het heeft 34 pagina s tekst en foto s. Bram en Sjaak zijn er vast heel blij mee. Chaamse Hoender Courant, februari 2016 Voorzitter Ad Taks overhandigt voorzitter Cees Floorijp van het Pluimveemuseum een opgezette Chaamse hoen haan. Wie het Pluimveemuseum bezoekt komt het exemplaar tegen in een van de hallen. Het is een haan uit de beginjaren van de comeback van dit ras ongeveer 20 jaren geleden. Half januari ging er een hen broeden bij lid Martin. Er werd een warmtelamp boven gehangen en ondanks de vorst lukte het. Er liepen na drie weken kuikens bij deze kloek meej pielekes. Clubnieuws Oud-Hollandse Meeuwenclub, februari 2016 Deze club gaat een districtshow onderbrengen bij de clubshow van de Duitse zustervereniging. Daar gaan ook Nederlandse keurmeesters keuren. Bij meerdere diergroepen zien we ontwikkelingen naar meer samenwerking met onze oosterburen. Wierd de Boer maakte een nieuwe website voor de club. Deze club wil gaan werken met aspirant bestuursleden. De bestuurlijke nieuwkomers kunnen hierdoor beter voorbereid worden op hun toekomstige bestuurslidmaatschap. Een idee. Tan, clubblad, maart 2016 Redacteur Kees vroeg een preek. Kees kreeg een preek. Voorzitter Lucas Talsma doet in het clubblad een oproep om in gesprek te gaan als er onderwerpen zijn die hier om vragen. Opmerkingen aan het papier toevertrouwen heeft een lagere drempel dan met iemand een gesprek beginnen over iets dat ook maar een beetje wringt. Voorzitter Talsma vraagt het laatste te doen. Het geeft meer kansen voor een echte gedachtewisseling en het verhoogt de sfeer uiteindelijk. Iedere club kent dit verschijnsel. Logisch; we zijn mensen. Het is prima er aandacht voor te hebben. Nederlandse Hangoor Dwergen Clubblad, lente 2016 Om te voorkomen dat de bonte Nederlandse hangoordwergen van het toneel verdwijnen heeft het bestuur extra prijzen op deze kleurslag gezet. Hopelijk helpt het. Voorzitter Jan Renes stelt vragen bij zijn waarneming dat de kwaliteit van de dieren afneemt naarmate het seizoen vordert. Showen we te weinig selectief? vraagt hij zich af. De rastechnische commissie maakt zich ook zorgen over het ras. Gelukkig komen ze ook in actie. Ze stellen voor workshops te organiseren waarbij fokkers en keurmeesters elkaar scherp houden op kwaliteit. Zie ook: Een fors clubblad op A4 formaat. Zeldzaam Huisdier, februari 2016 Kinderboerderij Wolfslaar in Breda is een educatief centrum van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen. Men houdt er het Chaams Hoen, de Kraaikop, Brabanter en bijvoorbeeld de Nederlandse landgeit. Wolfslaar heeft een lespakket over de jonge Willem Wolfslaar en zijn Kraaikoppen. Brabanters werden door kinderen vanwege hun kuif spontaan discokippen genoemd. Trouw, 8 maart 2016 Kip zet insect op ons menu, is de kop van een artikel over de presentatie van een nieuw product, het oerei. Weer een nieuw etiket voor eenzelfde product. Wat is het verschil met al die andere soorten? Kippen die oereieren leggen hebben de levende larven van de zwarte soldaatvlieg op hun menu. Ze vinden ze heerlijk. De eieren zijn te koop bij de Agrimarkt. Ze kosten 31 cent per stuk. De EU-wetgeving staat niet toe dat er verwerkte dierlijke eiwitten gevoerd worden, maar levende larven vallen hier niet onder. Hollandse krielen Magazine, maart 2016 De speciaalclub bestaat zeventig jaren. Dit lustrum wordt o.a. gevierd met een expositie in het Nederlands Pluimveemuseum en een show in Zevenaar. De expositie met veel voorwerpen uit de geschiedenis van het ras is zeker de moeite van een bezoek waard. Er is hiervoor rijk materiaal gehaald uit de verzameling van de heer Pieter Borst. Complimenten. De lustrumshow op 5 november in Zevenaar staat in de steigers. Er wordt gewerkt aan een mooi prijzenpakket en er komen bijvoorbeeld een fokkersavond en een verloting, De Vliegende Hollander, maart 2016 Voorzitter Wim Halsema prijst de makers van het clubblad, met name Rein Slikker en Roel Bijkerk. Hij schrijft ook over de kop- en snavelkenmerken bij de hoogvliegers en helmen, actuele thema s in de rasvereniging voor liefhebbers van Nederlandse tuimelaars. De algemene ledenvergadering van de club werd het in 2015 eens over de ideale hoogvliegerkop. Deze foto werd hiervoor gebruikt. Het bestuur liet er vervolgens een schets van maken. De standaardcommissie accepteerde de tekening. Tot slot maakt de heer Frindel op basis hiervan een standaardtekening. Daarna wordt deze standaardtekening over alle landen van Europa verspreid om op te nemen in hun standaards. Een vergelijkbaar traject werd gedaan bij de Hagenaar, omdat het Nederlandse rassen zijn. De Gelderlander, 24 maart 2016 De hanenkraaiwedstrijd in het Gelderse Grafwegen krijgt anderhalve pagina met elf(!) foto s van deelnemers en hun hanen en de nodige tekst. Mooi, leuk kijk- en leesvoer voor de lezers. 4

5 Bijscholing Europese caviakeurmeesters Deze Hollander in de blauwe kleur had al wel een mooie tekening, maar moest beter van kleur. Tekst en foto s: Anneke Vermeulen-Slik Het tweede weekend van maart werd het jaarlijkse seminaar voor de caviakeurmeesters gehouden in Landskrone, Zweden. Dit jaar werd het congres bezocht door Anneke Vermeulen, Aly Bennink, Carla Swaap, Gerrit Grooten, Jan Schop en Bertus van Dijk. De samenwerking onderling was prima geregeld Aly zorgde voor de vliegtickets, Jan de trein- en buskaartjes en Carla en Jan samen de reservering in het vliegtuig. Vrijdagmiddag werd er om uur verzameld op Schiphol en werden we uitgezwaaid door Ruud Swaap en Mense Bennink. Na een voorspoedige reis kwamen we aan in ons hotel en werd iedereen begroet door de andere 32 deelnemers uit Europa. Na een eenvoudige maaltijd en een drankje was het vroeg bedtijd. Eerste dag de Hollander Na een uitgebreid keuzeontbijt begonnen we om 9.00 uur met vier voordrachten over de kleur Hollander, driekleur en magpie en het ras Lunkarya door vier Zweden. We startten met de Hollander en er werd verteld dat er maar twee of drie fokkers zijn in Zweden en dat ze voor De kopplaten van deze Hollander waren gelijk getekend en gelijk van grootte. 5

6 bloedverversing aangewezen zijn op Engeland. Ook geven sommige lijnen een beter patroon dan anderen. Belangrijk is dat er een evenwicht en gelijk gevormde en grote kopplaten en manchetten te zien zijn. Ook mag de broek niet te veel afzakken. Voor de fok is het niet zo belangrijk als het wit over de hakken heen gaat. Wel belangrijk is dat bij het ontbreken van één manchet toch nog enkele witte haren rond de nagels te zien zijn, omdat anders het ontbreken van één manchet wordt vastgelegd. De inleidster zei dat de rode kleur het makkelijkste is om te kruisen met een eenkleurige. De eerste generatie geeft dan dieren met iets wit, maar onderling gekruist of met een Hollander, geeft in de tweede en derde generatie al goede dieren die soms al showwaardig zijn. Er blijkt maar 2% als showdier te worden geboren in de normale lijnen en 10% als je een goede lijn te pakken hebt. Dus iets voor mensen die van een uitdaging houden. Bij andere kleuren moet je toch rekenen op vijf generaties voordat er iets fatsoenlijks uit komt. Magpie en driekleur Bij de magpie wordt een lijn verwacht vanaf de kop over de rug, via de achterhand en buik weer terug naar de neus. De dambordverdeling moet zichtbaar zijn en dit is in de meeste gevallen het geval. Een bles wordt niet als een fout bestraft, maar we hebben dit liever niet omdat de scheidingslijn dan niet helemaal goed is. De drie kleuren moeten aan beide zijden zichtbaar zijn en bij witte voeten moet er wel wat kleur in de nagels te zien zijn. In sommige lijnen komen soms witte dieren voor met donkere ogen, maar het is beter om dit niet te hebben, omdat de kleurvelden Gerrit start met volle overgave een van de magpie gekleurde cavia. meestal te licht zijn. De zwarte vlakken kunnen nooit de kleur hebben van een eenkleurige, maar moeten niet te flets worden door de invloed van de witte kleur. Zweedse fokkers lieten ook dieren zien die geen wit hadden maar crème gecombineerd met zwart, choco en lilac. De driekleuren hebben in wezen dezelfde eisen als die van magpie. Dezelfde bloktekening en kleurverdeling. Type en bouw geven soms wat problemen en er moet gekeurd worden naar de standaard en de kwaliteit die er op dat moment is. Bij de driekleur is ook een bles toegestaan, maar dit schaadt de koptekening. De ruglijn is vaak niet optimaal maar moet wel zichtbaar zijn. De kleurbanden en de brindeling van de kleurvelden werd besproken en hier werd verschillend over gedacht. Lunkarya (Peruvian type) Er waren tien dieren op de show aanwezig en er was een kleine inleiding van de historie van het ras dat in de jaren 80 is ontdekt in een dierenwinkel. Daar werd op beperkte schaal gefokt met de dieren en de afwijkende beharing werd herkend en een zilveragouti-bonte beer werd ingezet in de verdere fok, zijn naam was prins Adam. Doordat Ook Bertus moest vijf magpie s keuren die erg verschillend waren. Driekleuren zijn mooi als ze voldoen aan de voorwaarden en dan worden zoals deze. 6

7 De keurmeesters die aanwezig waren op de bijscholing in Landskrone. het om een dominante mutatie gaat ging het erg snel. De dieren hebben een harde beharing met slagen erin en de beharing staat van het lichaam af. De beharing kan zeer verschillend zijn en moet goed dicht ingeplant en levendig aanvoelen. Het moet geen levenloze en dorre beharing zijn, maar Carla en Anneke buigen zich over de driekleuren. vitaal en vol van levendigheid. De problemen met dit ras zijn verschillende oogproblemen, zoals uitgezakte oogleden, spek-ogen en cherry-eyes. De beharing moet zich opliften en voldoende volume hebben, een volle iets zachte beharing, maar met voldoende ruwheid. De beharing moet één en dezelfde lengte hebben, ook op de voorhand, pony en bakkebaarden. Het hebben van voldoende beharing op de flanken is een must om voldoende lift te krijgen. Hier ontbreekt het soms aan, net als de inplanting. Doordat er geen punten voor kleur worden gegeven in Zweden was dit bij de keuring een probleem voor de andere keurmeesters. De behandeling van de beharing kan gedaan worden zoals een ieder dat wenst, maar de beste beharingen werden geborsteld en van een grove kam voorzien tijdens de keuring. Vlak voor de keuring gaat er dan een klein beetje water (verneveld) over de beharing heen en worden de grove krullen erin gemaakt zoals dit te zien was op een Engelse show. Hier werd dit niet gedaan, maar klitten, enz. waren niet toegestaan. De beharing moest geheel verzorgd zijn. De beharing ontwikkelt zich tot zeker een jaar voordat het klaar is. Na deze bespreking moesten we eerst op de foto en hadden we een lunch in hetzelfde gebouw. Na de lunch gingen we verder in vier ploegen aan de slag om de dieren te keuren die we s ochtends hadden besproken. Keuren Er waren van de drie kleuren en het ene ras, 10 dieren aanwezig waarvan er vijf gekeurd moesten worden. De volgende dag werd begonnen om de resultaten te bespreken. De groep waarin Carla en ik waren ingedeeld begon met de Hollandertekening. Dit was een mooie gelijkmatige groep die toch fouten lieten zien die we op een show tegenkomen. Daarentegen hadden de dieren 7

8 Aly en Jan keuren de Lunkary als start. mooie kopplaten en voldoende gekleurde broeken. De volgende kleur was de magpie. Hier bleek wel een EE-standaard van te zijn in het Duits, maar niet in het Engels. We hebben toen maar de driekleurstandaard gebruikt en ze zo gekeurd met uiteraard gebruikelijke kleurvelden. De kwaliteit was zeer wisselend en het was moeilijk om bij de lilac gekleurde dieren de gemengde velden goed te beoordelen. Het bleek dat vele dieren/lijnen te maken hebben met gevouwen oorranden en een hoge oordracht. De driekleuren waren over het algemeen ook wisselend en we konden hier ook aardig aan de slag. Het type, kop, ogen, oren en kleuren/verdeling waren zeer wisselvallig en leverden dus ook vele onvoldoendes op. Van de Lunken kreeg meer dan de helft een onvoldoende op kleur en beharing, dus heel leerzaam voor ons hoe de kwaliteit wel moet zijn. Die avond vroeg eten omdat de Zweden graag voor de zesde zaterdagavond op rij met miljoenen naar het landelijke songfestival van hun land kijken. Het bleek de finale te zijn, dus hebben we maar braaf meegekeken en weten nu dus hoe de Zweedse inzending klinkt van het winnende liedje. De tweede dag, bespreking Zondagmorgen weer vroeg op om alle resultaten te bespreken van de gekeurde dieren. Ook ditmaal waren er veel onvoldoendes gegeven en er waren veel verschillen in keuring. Ondanks dat we nu voor de tiende keer bij elkaar komen zie ik geen verandering en is het opleiden van de keurmeesters erg divers, evenals de standaarden per land. Bij de Hollander kwam als belangrijkste naar voren dat de kopplaten en manchetten zo gelijk mogelijk moeten zijn. Een wat grote manchet moet eigenlijk niet zo zwaar worden gestraft. De magpie gaf discussie omdat een Duitse keurmeester de kleur zwart intens wil hebben. We waren het er over eens dat de magpie een driekleur is die minimaal de drie kleuren aan beide zijden van het lichaam moet laten zien. Ook heeft de MVD in haar wijsheid besloten dat de magpie uit de standaard moet en dat de fokkers nu moeten kiezen voor de brindle of bont. Onbegrijpelijk dat een kleur die ik persoonlijk al 30 jaar ken, niet meer goed is en niet meer als een driekleur is, maar een tweekleur en een enkele kleur moet worden. Ook overhandigde Andreas op verzoek aan de voorzitters Evelyne vier A4 tjes met kleuren en combinaties die ze om een bepaalde reden nooit willen hebben als standaardcommissie. Ik was stom verbaasd dat een standaardcommissie deze instelling heeft ingenomen en heb dit ook gezegd. Een standaardcommissie is er voor de fokkers en heeft als eerste taak om te kijken of dieren gezond zijn en een normaal leven kunnen leiden. Daarna komen pas de andere dingen aan de orde. Op deze manier wordt de fokker aan banden gelegd en is een vrijheid om te creëren weg. Ik vind dit dictatuur van de MVD. Mogelijk heeft nooit iemand dit zo gezegd, maar ik vond het heel erg dit te moeten horen en dat de voorzitter van de sectie blij was met zo n stuk. Er werd gezegd dat bepaalde combinaties niet te herkennen zijn, maar wat hebben we niet moeten kijken toen de rex en de US-Teddy bijna gelijktijdig kwamen en ook de gekrulde langharen en de Lunkarya, daar zijn we ook uitgekomen. De tijd zal het leren en we moeten niet te bang zijn. Dat je niet alles zo snel moet erkennen als tegenwoordig, daar ben ik wel voor. Veel nieuwe kleuren zijn nog lang niet op hun uiteindelijke kleur of beharing, maar zijn wel al erkend, ook in de EE-standaard, terwijl de Skinny s tegen worden gehouden in de EE. De bespreking van de Lunkarya ging over de grote verschillen die we gegeven hadden op de keurkaart. Er waren keurmeesters die niets hadden opgeschreven en de punten liepen hier van 0 (meer dan 55 %) tot een die 97 punten gaf. Wat problemen gaf was het ontbreken van punten voor de kleur in Zweden en daar werd nu ineens met de EE-standaard wel op gekeurd. Toch is er één keurmeester die ondanks de meerdere keren dat ze nu de bijscholing volgt het goed vindt als de Lunk maar iets kleur in de kop laat zien en nog een randje van een andere kleur hier omheen. Dat is voor haar voldoende en dit levert ieder jaar weer dezelfde discussie op, maar ze gaat gewoon door om op deze manier te keuren. Wat moeten we als we met haar samen moet keuren op een Europashow? Ik zou dit niet graag willen meemaken en zeker geen opman(vrouw) willen zijn. Jammer dat hier geen verandering in komt, ondanks alle moeite die hiervoor wordt gedaan en er niet op de juiste wijze met de EE-standaard wordt gewerkt. Tenslotte Na de lunch ging iedereen naar huis. De één met de auto en de ander, waaronder wij per trein en vliegtuig. Het vliegtuig was op tijd en we werden keurig weggereden tot het vliegtuig tot stilstand kwam en tot onze verbazing weer terug ging naar de pier. Het bleek dat we motorpech hadden en dat er vonken uit de motor kwamen. De technische ploeg kon het niet verhelpen en er werd een ander toestel besteld. Iedereen en alle bagage moesten er weer uit en dwars over het vliegveld naar een andere pier toe. Uiteindelijk konden we met dezelfde ploeg personeel naar Amsterdam vliegen, maar waren wel veel te laat. Gelukkig werden we weer opgehaald door de uitzwaaiers. In tegenstelling tot andere mensen die geen trein meer konden halen of de aansluiting met andere vluchten hadden gemist. Om twee uur s nachts ben ik doodmoe in bed gekropen, maar om half zeven ging mijn wekker af in mijn koffer, dus weer vroeg wakker. Moe, maar wel een positief gevoel overgehouden van dit seminaar. Het was erg goed georganiseerd en wat ben ik trots op onze opleiding en standaard in Nederland. Volgend jaar gaan we het derde weekend van maart naar Zwitserland en staat de CH-Teddy, Rus, California, Dalmatiner en Schimmel op het programma. Waar we in 2018 naar toe moeten is nog niet bekend, maar mogelijk wil België dan voor de tweede keer gastheer of -vrouw zijn. 8

9 Waarom blijven veel fokkers hun dieren en zichzelf vergiftigen? Tekst: Ronald Vos Van diverse mensen hoor ik dat ze regelmatig hun dieren behandelen met bestrijdingsmiddelen om aanwezige luizen op hun dieren te bestrijden. Ook worden deze middelen nogal eens gebruikt als voorbehoedsmiddelen om besmetting te voorkomen. De meeste middelen werken nog wel, al zijn diverse middelen uit het verleden niet meer werkzaam omdat de luizen te sterk zijn geworden en resistent zijn. Alleen dit gegeven al moet tot nadenken aanzetten, want wat is er aan de hand. In het verleden werkten deze gifstoffen tegen veel insecten die we liever niet bij onze dieren en in onze hokken zagen, en wat gebeurde er? De meeste exemplaren van de niet gewenste insectensoorten stierven aan dit gif. Echter, zoals bij al het leven is er een enorme diversiteit in genetische aanleg en weerstand bij iedere diersoort, of ze zijn in staat snel genetisch te veranderen. De insecten die sterker waren, of zich snel konden aanpassen, bleven in leven, al waren het soms maar een paar exemplaren. Genetisch sterke jongen is het gevolg Het gevolg daarvan is dat deze insecten weer jongen kregen met een genetisch sterkere aanleg, omdat ze geen concurrentie ondervonden van de nakomelingen van de zwakkere exemplaren, -die ouders waren al gedood-, konden deze sterkere insecten zich beter vermeerderen. Ontdekt men dan weer insecten op de dieren of in de hokken dan worden weer bestrijdingsmiddelen gebruikt met als ongewenste bijwerking wederom selectie op sterkere dieren. Na verloop van tijd is er geen insect meer dat hinder ondervindt van de gebruikte middelen. De vermeerdering kan dus nu ongehinderd plaatsvinden. Als het uit de hand loopt met de ongewenste diertjes moet er gebruik worden gemaakt van sterkere giftige middelen, waardoor het verhaal van de selectie op meer weerstand van de insecten opnieuw begint. Dit kan eindigen in onbehandelbare aanvallen van steeds sterkere ongewenste insecten. Wat ook nu reeds gebeurt, is dat te sterke gevaarlijke bestrijdingsmiddelen worden verboden. Wat kan dit beteken? Waarom gaan de insecten dood? Ze worden vergiftigd. Nu kan wel beweerd worden dat alleen de ongewenste diertjes gevoelig zijn voor deze giften, maar is dit wel zo? DDT bleek achteraf levensgevaarlijk In het verleden werd DDT als onschuldig aangemerkt en in grote hoeveelheid gebruikt op mens en dier. Achteraf was de grondstof (gechloreerde koolwaterstof) een levensgevaarlijk gif dat nooit meer uit je lichaam verdwijnt en waardoor, vooral in Japan duizenden doden zijn gevallen. Hoe dan ook gaan de insecten dood door het gif dat men op de dieren strooit of spuit en ook zelf in ademt. Ook onze dieren worden vergiftigd en ook wijzelf. Waarom zijn diverse in het verleden gebruikte gifsoorten nu verboden? Wat zal er in de toekomst gebeuren met de nieuwe middelen die we nu gebruiken als er voldoende ervaring mee is opgedaan, zoals met de vroegere middelen? Vooral bloedmijten zijn tegenwoordig een ernstig probleem. Vroeger waren ze ook wel aanwezig. Had men een keert last van bloedmijt dan werd een bestrijdingsmiddel gebruikt en was het probleem voor lange tijd over. Zijn ze steeds sterker geworden door de natuurlijke selectie tegen het gebruikte gif? Is er een andere stam opgedoken die in andere landen ontstaan is door betere weerstand tegen gifstoffen? Hoe dan ook, ze zijn bijna niet meer onder controle te houden. Het is de hoogste tijd om te stoppen met gif Stop met onszelf en onze dieren te vergiftigen en steeds sterker ongewenst ongedierte te fokken. Er zijn best mogelijkheden onze dieren gezond te houden zonder gifstoffen. Ik gebruik al sinds jaar en dag geen gifmiddelen. Dit geeft gezondere dieren en minder gevaren. Op echt gezonde dieren komen al minder medebewoners voor en als ze er toch zijn is een keer een potje met slaolie of zonnebloemolie met een kwastje voldoende om ze te bestrijden. Luizen ademen door huidmondjes die open moeten blijven Als er luizen zijn smeer ik met een kwastje zonnebloemolie op de plaatsen waar ze zich bevinden en ze zijn meestal na een behandeling allemaal dood. Ze lopen door de olie en krijgen dit op hun lichaam en dus ook in huidmondjes, die daardoor verstopt raken waardoor ze stikken. Een bijkomend voordeel is, dat als er enkele mochten overleven omdat ze niet geraakt zijn, is dit toeval en niet heeft niet als oorzaak dat ze sterker zijn en dus tegen gif kunnen. Het ongedierte wordt niet sterker en blijft goed bestrijdbaar als het weer op mocht duiken. Al tientallen jaren gaat dit uitstekend. De luizen gingen dood maar de neten (eieren) bleven intact De sterkere bloedmijten waren jaren geleden een probleem. Ook ik heb mij toen gedwongen gevoeld enkele jaren bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Eerst uit Nederland, daarna Duitse middelen, maar welke middelen ook, na enige weken zat alles weer vol. Ook al omdat de meeste bloedmijten er wel aan dood gaan, maar de eieren niet gedood worden. Omdat er altijd onnoemelijk veel bloedmijteieren aanwezig zijn, komen er zo weer nieuwe bloedmijten. Ook heb ik twee jaar de biologische roofmijten gebruikt. Echter na enige tijd hadden de bloedmijten de nesten van de roofmijten als verstopplaats in beslag genomen in plaats van opgegeten te zijn. Dieselolie was ook niet ideaal Destijds ben ik over geschakeld op dieselolie. Die smeerde ik regelmatig op de zitstokken en in de kieren van de wanden. Dit hielp zeker net zo goed als de giftige bestrijdingsmiddelen omdat ook de eieren voor een deel werden gedood. Door de dieselolie wordt ook de ademhaling verstoord en de omgeving onleefbaar, maar omdat ze zich overal kunnen verstoppen zijn ze niet overal te bereiken en blijven er altijd veel over die zich weer gaan vestigen op de plaatsen waar de olie is uitgewerkt. Teveel dieselolie geeft ook stank en vervuilde plekken. Ook een vetoplossend middel blijkt uitstekend te werken Nu al enkele jaren is het probleem opgelost door een vetoplossend middel. Alle huid is vettig, ook die van de bloedmijt, die een vettig soort schild heeft. Door regelmatig een vetoplossend middel te spuiten op de zitstokken en de hokwanden drogen de bloedluizen op omdat hun huid gedeeltelijk oplost. Ook heeft dit eerder een reinigend effect dan een vervuilend. Het middel dat tegenwoordig door heel veel fokkers wordt gebruikt is Dasty, verkrijgbaar bij de Wibra. Dit is het goedkoopste middel, maar ook andere ontvettingsmiddelen zullen wel dezelfde gevolgen hebben. Vooral de liefhebbers met maar enkele dieren zullen wel zonnebloemolie en een ontvettingsmiddel in huis hebben en kunnen dus zonder extra kosten hun dieren ongediertevrij houden. 9

10 100% gezond Natuurlijke dooierkleur Grove en natuurlijke meelstructuur Versterkt de natuurlijke weerstand door een hoge vitaminering Uitstekende prijskwaliteitverhouding grove meelstructuur legvoer in korrelvorm Green-Line Scharrel-Meel en Scharrel-Korrel HAVENS pluimveevoeders zorgen voor een perfecte gezondheid en een natuurlijke eiproductie. Het voer is 100% natuurlijk en 100% compleet. Scharrel-Korrel en Scharrel-Meel zijn kerngezonde en uiterst voedzame legvoeders met veel granen, erwten en andere hoogwaardige grondstoffen. Beide bevatten extra calcium voor een optimale eischaal. De basis voor een gezond en natuurlijk ei. Meer weten? Kijk op of bel HAVENS

11 12 16:46 Braekels of Kempensche hoenders, goud. Begin vorige eeuw was er nog weinig verschil. De Braekel in vergelijking met andere Europese landhoenrassen Tekst: Jan Schaareman, Geri Glastra Foto s: Jan Schaareman, W. en M. Hoekstra In Nederland en de ons omringende landen komen al eeuwen landhoenrassen voor, die qua type gelijkenis vertonen, maar nogal variëren in grootte. Een aantal van die rassen heeft een zogenoemde peltekening die zich bij enkele rassen weer tot een bandtekening heeft Zottegems hoen, zilver v/j met fraaie staarttekening, Europees kampioen met 97 punten op de EE show in Brakel. KDM16_CW _TDS_NR indd 11 ontwikkeld. De grondkleuren zijn meestal zilver en goud, maar ook geel komt voor bij witte tekening, een kleur die optisch het midden houdt tussen zilver en goud, citroen. Meestal zijn deze landhoenders van oorsprong prima leghoenders, maar vanwege hun aard zijn ze minder geschikt om in een kleine ruimte te worden gehouden. Altijd oplettend, zijn ze steeds in beweging en zoeken naar iets van hun gading. Ze Zilver Kempische hennenvederige hoenders volgens Van Gink. Opvallend is dat de bandtekening bij de haan volledig hennenvederig is (ook op de schouders en in het zadel), maar ook dat de sikkels nog duidelijk herkenbaar aanwezig zijn. Dit wordt nu minder getolereerd, evenals 11 bij Hollandse hoenders en zeker niet bij Sebrights :49

12 Zottegems hoen, v/j, goud, 96 punten met de typische staarttekening voor goudgeband. zijn ideaal om als loslopende scharrelkip in een grote tuin te houden. De oplettendheid die ze als echte boerenscharrelkip in hun genen hebben opgeslagen, biedt ze ook een goede bescherming tegen roofdieren. Waarschijnlijk hebben de kruisridders deze hoenders in de middeleeuwen naar West-Europa gebracht. In Egypte komen nog soortgelijke gepelde landhoenders voor zoals de Fayoumi hoenders. Ook deze hoenders zijn bestand tegen barre omstandigheden en schaars aanbod van voedsel. Door deze natuurlijke selectie zijn ze bijzonder ziekteresistent en worden daarom nu nog steeds met tal van foklijnen voor de professionele pluimveehouderij gekruist. Doordat de landhoenrassen op boerenbedrijven zijn ontstaan door natuurlijke selectie, behoren ze tot ons cultureel erfgoed. Ze zijn met name aan de mooie staartpartij te herkennen. Men had het niet breed en een boerenkip mocht weinig kosten en moest zoveel mogelijk opbrengen. Ze leggen allen een wit ei, wat per ras in grootte varieert. De Braekel legt door de bank genomen met ca. 65 gram het grootste ei. Zo n 150 jaar geleden begon men zich voor rassen te interesseren en zijn ook voor het eerst de verschillen tussen deze rassen beschreven. Er waren verschillende kenmerken per streek en zo kregen de rassen vaak de naam van hun leefgebied. Landhoenders bestonden al lang voordat er eind 1800 en begin 1900 andere rassen werden ingevoerd, voornamelijk uit Azië. Die zijn vaak te herkennen aan de bruine eieren en zo ook de eieren van de hiermee gekruiste landhoenrassen. Verspreiding per soort Langs de noordwestelijke kust van Europa komen diverse gepelde en gebande hoenderrassen voor. Op de kaart van de Benelux is per ras schematisch aangegeven waar deze landhoenders hun oorsprong hebben. In het noorden komt hoofdzakelijk de peltekening voor, die naar het zuiden steeds meer geband wordt. Het uiterste noordwestelijke deel van Duitsland kent haar Oost-Friese meeuwen en wat zuidelijker de Westfaalse doodleggers. In Groningen hebben we de Groninger meeuwen en in Friesland de Friese hoenders. Aan de westkant van het IJsselmeer vinden we de Assendelfters en wat zuidelijker de Hollandse hoenders. In Nederland sluiten we ten zuiden van Breda af met het Chaamse hoen (spreek uit: Kaamse Hoen). België is bekend om haar Braekels die uit Oost-Vlaanderen komen, maar ook wat noordelijker in de Kempen kwam het Kempens hoen (de Campine) voor. Verlaten we België in het zuiden bij Doornik, dan komen we net over de grens in Frankrijk in het gebiedje van La Poule d Hergnies en in het gebied tussen Bourgogne en de Jura in het gebied van het Bressehoen. De variant Het verspreidingsgebied van de gepelde landhoenders. (afbeelding uit Brakelboekje) met peltekening is bij dit laatste ras, in tegenstelling tot de eerdergenoemde rassen, zeldzaam. Tot slot is het Italiaanse eiland Sicilië de bakermat voor het Siciliaans bekerkamhoen of zoals de Italianen ze noemen, de Siciliana. Kleur en tekening Veel landhoenrassen zijn oorspronkelijk gepeld, geband of geloverd/getoept, veroorzaakt door verschillende patroongenen en selectie. Later werden ook andere kleuren en tekeningpatronen op deze rassen gefokt. Verder zijn er ook verschillen in de staarttekening. Deze verschillen variëren vaak nog per kleur en per ras en kunnen een verschillende oorsprong hebben, denk aan pigmentatie. Ook kan er een genetische oorzaak zijn, bekend zijn de allelen eb en ER. De eb/eb dieren hebben als kenmerk een zwarte staart, wat duidelijk bij enkele landhoenrassen te zien is. ER dieren hebben als kenmerk naast een borsttekening ook een getekende staart bij de hanen. Omdat ER dominant is, betekent dit dat er ook ER/eb dieren zullen zijn. Waarschijnlijk hebben deze genen ook invloed op de oogkleur. Zwarte ogen zijn volgens Vlaamse overlevering een eigenschap waaraan men goede leghennen kan herkennen (Vlaams Neerhof, Aug. van Speybrouck, 1895 nr. 92). Bij veel rassen zie je ook verschil in staarttekening bij hennen tussen de varieteit goud en zilver. Het gaat een beetje te ver om deze verschillen aan de vererving van ER en eb te wijten, toch zijn deze verschillen er. 12

13 Rasgebonden Europese tentoonstelling voor Braekels in Brakel: Europees kampioen, zilver, m/j met 97 punten. Rijk sikkelbehang met fraaie tekening. Braekel, zilver, v/j, Europees kampioen met 97 punten op de EE show in Brakel. U ziet ook hier een zeldzaam fraai getekende staart. Ook bij de zilver Braekelhennen is soms de staart getekend zoals bij goud. (foto Wilfried Sohier) Braekel of Brakel? Vanaf de eerste Nederlandse vijfdelige standaard uit de jaren vijftig wordt de naam Braekel gebezigd, terwijl de in 1970 uit meerdere gemeentes gevormde Oost-Vlaamse plaats waar ze vandaan komen, Brakel heet. Waarschijnlijk omdat de Belgische standaard vroeger in het Frans was en de Waalse Belgen nog steeds de naam Braekel aanhouden. Heel kort tijdens de blauwe Nederlandse standaard is de naam in Brakel veranderd, maar daarna toch weer terug in Braekel. In de Nederlandse taal is het de gewoonte, dat een naam niet met het veranderen van de spelling verandert. Zo heet een Uilebaard nu niet Uilenbaard. Echter, de Vlaamse Belgen hebben de naam wel gewijzigd in Brakel, terwijl de Waalse Belgen het e-tje nog steeds toevoegen, evenals Frankrijk, Italië en Nederland. Alle overige landen (en EE standaard) volgen de Vlaams-Belgische schrijfwijze. Wij als Nederlanders zouden dat dan toch ook moeten doen. Braekels De Braekel is een landhoen dat in de omgeving van Nederbrakel en Oudenaarde in België is ontstaan en zich kenmerkt door een brede bandtekening en een nagenoeg zwarte oogkleur en zwarte oogranden. In Nederland zijn de gebande Braekels erkend in zilver- en goud zwartgeband en goud witgeband. De zwartgebanden worden overigens alleen zilver en goud genoemd. In België zijn bovendien citroen zwartgeband, citroen witgeband en zilver witgeband erkend. Dat laatste is een hele bijzondere kleur, wit met een witte tekening, maar het wit van de tekening is iets crèmekleurig en dat toont zich min of meer als een wit damast tafellaken. De beschrijving van de bevedering is in het kort: Haan: De kop, hals, rug en zadelbehang zijn in de kleur van de grondkleur (goud of zilver) en verder niet getekend. Over het gehele verdere lichaam is de bevedering breed zwart-, of witgeband van veerrand tot veerrand. In België worden de banden 1-2:1 verlangd en in Nederland 3-4:1. De waarheid zal ergens in het midden liggen. De staartstuurveren zijn zwart. De sikkels moeten aan de veerbasis een vage zilverwitte of goudkleurige bandtekening vertonen die naar het veereinde toe geleidelijk in kracht vermindert. Op basis van de staarttekening kun je een voorstelling maken hoe de borstkleur is. Brakelhanen met veel wit in de sikkels hebben ook minder borsttekening. Bij teveel pigment hebben ze een mooi doorgetekende borst, maar ook stippels in het halsbehang bij de hennen. Brakels fokken is doseren met pigment. Hen: De kop en hals zijn zilver of goud. Het gehele lichaam inclusief vleugels en staart is geband. De stuurveren tonen naar het uiteinde donkerder door het geleidelijk breder worden van de zwarte dwarsbanden en smaller wordende grondkleurbanden. Het Zottegems hoen is een variatie op de Braekel, alleen de kop is donker en de hals is getekend. Chaams hoen, m/j, zilver zwartgeband, de bandtekening is wat fijner dan die van de Braekel. (W&M Hoekstra) Chaams hoen, v/j, goud zwartgeband. (W&M Hoekstra) 13

14 Deze hennenvederige Kempische haan (Campine) laat het driehoekig type zien en is vrij donker van tekening, terwijl de hen een erg lichte borsttekening heeft en ook weinig staarttekening. (Thorkild Buhr) La Poule d Hergnies, opvallend en logisch is de gelijkenis met de Braekel. (internet) Chaams hoen Chaamse hoenders bestaan ook al heel lang. Zij werden al in 1743 door Tomas Ernst beschreven als Chaamse pellen en als vleeshoen waren toen al de Chaamse kapoenen beroemd om hun uitzonderlijke vleeskwaliteit. De huidige Chaam is heel uitzonderlijk al jaren zelfs een officieel slowfood product. Ze hebben veel weg van de Braekels. De onderscheidende eigenschappen zijn een oranje oogkleur (uiteraard zonder zwarte randen) en de bandtekening is met een verhouding van 1:1 smaller dan bij de Braekel. Dit ras was jaren uit beeld, maar is weer uit overgebleven materiaal met gebruikmaking van andere rassen teruggefokt en sinds 2006 weer in Nederland erkend. De oogkleur is vaak te donker en de bandtekening neigt nog wel eens naar de peltekening, zoals die van de Friese hoenders. Dat hoort niet, maar dat komt doordat af en toe wat Fries bloed gebruikt is om de oogkleur te verbeteren. Haan en hen: Behoudens de breedte van de bandtekening is het tekeningbeeld identiek aan dat van de Braekel, ofschoon de kwaliteit van de tekening nog niet te vergelijken is met die van de Braekel. De staartstuurveren behoren ook zwart te zijn en de sikkels, bijsikkels en staartdekveren zijn over de gehele lengte groenglanzend zwart, overdwars geband op zilverwitte of gouden kleur. Onder invloed van ingekruiste gepelde hoenders is de staart bij de hanen vaak nog overwegend zwart, iets dat door sturend keuren langzaam verbeterd moet worden. Ook bij de Chaam tonen de getekende stuurveren van de hen naar het einde toe donkerder door het geleidelijk breder worden van de zwarte dwarsbanden op zilverwitte of gouden kleur. Poule d Hergnies Rond 1880 zou een Franse industrieel Jules Lamy de nodige Braekels hebben aangekocht om op zijn grote domein Bellevue dans l Aisne in Hergnies te houden. De Braekels zijn daar toen Hergnies geworden, maar zijn ondertussen heel zeldzaam geworden. Het ras bestaat nog wel en lijkt uiteraard veel op de Braekel. Opvallend is dat hierbij ook de oranje oogkleur wordt toegestaan. Kempisch hoen De huidige Braekel is ontstaan uit twee op elkaar gelijkende types hoenderrassen. Op de zwaardere grond fokte men de zwaardere Braekel en het op de hogere zandgrond het lichtere Kempisch hoen. Omdat de verschillen tussen deze twee rassen steeds geringer werden, heeft de Belgische standaardcommissie ze later het Braekel-Kempens hoen genoemd. De wat kleinere Kempense variant raakte in onmin, evenals zijn hennenvederige variant en komt in de Belgische standaard niet meer voor. De Kempen ligt voor het grootste deel in België en wordt kortweg begrensd door het zuidelijke deel van Noord-Brabant en noordoostelijk deel van België. Ondanks dat het gebied zich over België en Nederland uitstrekt, is het Kempisch hoen eenduidig een van oorsprong Belgisch ras. Hollands hoen goudpel, m/j, in tegenstelling tot de gebande rassen is de haan zonder peltekening. 14 Hollands hoen goudpel, v/j, de peltekening nijgt naar een bandtekening en houdt het midden tussen de noordelijke rassen als Friese hoenders en zuidelijke rassen als de Braekel. (W&M Hoekstra)

15 Hollands hoen hennenvederig goudpel, m/j, de haan toont iets sikkels, wat voor dit ras prima is. (foto W&M Hoekstra) De Campine Doordat die hennenvederige variant van het Kempisch hoen in het begin van de 20 e eeuw in Engeland op de grootste show, de Christal Palace Show, een paar maal hoge ogen gooide, werd het ras daar omarmd en erkend onder de naam, -zoals in die tijd in Waals-België gebruikelijk was-, Campine. De daar meteen opgerichte speciaalclub koos voor de hennenvederige variant om niet in conflict te komen met speciaalclub van de Hamburgers. Er zijn nog diverse rassen ingekruist, om het hennenvederige ras te verbeteren. Denk daarbij aan de hennenvederige Hollandse hoenders. Na Engeland namen ook de Verenigde Staten naar Engelse voorbeeld de Campine over. Het meest opvallende aan de huidige Campine is, dat het nu via omzwervingen via Engeland een zogenoemd hennenvederig ras is geworden. De haan heeft bescheiden sikkels en de tekening is identiek aan die van de hen. De hennenvederige hanen hebben stompere veren, wat een typische, -maar ook logische-, eigenschap is voor deze variant. Afgelopen jaren zijn er inspanningen geweest om de Campine weer te introduceren in België. Groninger meeuw zilverpel, m/j, deze haan met standaardmatig niet getekend lichaam toont iets van de gewenste tekening in de vleugelband. Verder standaardmatig geen sikkelzoming. (W&M Hoekstra) Hollands hoen De gepelde Hollandse hoenders lijken een andere achtergrond te hebben dan de geloverden en enkelkleurigen, doordat ze wat kleiner en ranker van bouw zijn. Ook de oogkleur is met oranjeachtig roodbruin wat lichter dan bij de andere kleurslagen (m.u.v. uiteraard wit en koekoek). De gepelden komen voor in goudpel, zilverpel, citroenpel, geel witpel en goud blauwpel en hebben een rozenkam. De hanen hebben in tegenstelling tot de Braekels, Chaamse hoenders en Campines een enkelkleurig goudbruin, zilverkleurig, of citroenkleurig lichaam, waarbij de sier- en mantelbevedering verschillende kleurnuances vertonen. Hierin onderscheiden de noordelijke rassen zoals de Oost-Friese meeuw, Groninger meeuw, het Friese hoen, de Assendelfter en het Hollands hoen zich van de hiervoor genoemde zuidelijke rassen, waarbij ook de hanen getekend zijn. De staartstuurveren zijn zwart en de sikkels en staartdekveren groenglanzend zwart met een smalle, scherpbegrensde omzoming in dezelfde tint als de Fries hoen, citroenpel v/j, fraai van kleur en pelling in de mantelbevedering en ZG in de staart. Groninger meeuw, v/j zilverpel, fraaie peltekening op het lichaam, in de staartstuurveren is wat meer tekening gewenst. (W&M Hoekstra) 15

16 Groninger meeuw kriel, v/j citroenpel, fraaie kleur en pelling, maar ook hier is wat meer tekening in de staartstuurveren gewenst. Assendelfter hoen, m/o goudpel, net als de Groninger- en Friese pellen een niet getekend lichaam, maar met de gewenste sikkelzoming. (W&M Hoekstra) Assendelfter hoen, v/j zilverpel, fraai van grondkleur en peltekening. (W&M Hoekstra) lichaamskleur, terwijl bij de geel witpel het zwart is vervangen door meelwit en bij de goud blauwpel door blauw. De hen heeft (m.u.v. de zilverkleurige variant) een iets lichtere grondkleur dan de haan en is over het hele lichaam en in de staart fijn en smal gepeld met groenglanzend zwarte of meelwitte streeptekening (1:1) die van veerrand tot veerrand loopt. Alleen de halskraag moet volkomen vrij van tekening zijn, maar de hals en borst behoren daarentegen weer wel getekend te zijn. Omdat de peltekening van het Hollands hoen duidelijk smaller is dan bij de voorgaande rassen, wordt die daarom geen bandtekening maar peltekening genoemd. De stuurveren van de hen behoren identiek getekend te zijn, maar een niet gewenste zwaardere tekening (veel zwart) in de onderste staartstuurveren komt regelmatig voor. Het Friese hoen De gepelde Friese hoenders hebben donkeroranje ogen en komen voor in goudpel, zilverpel, citroenpel, geel witpel, roodpel en roodbont. De haan is identiek getekend als het Hollands hoen, alleen de peltekening bij de hen is qua vorm duidelijk anders. In plaats van de smalle bandjes, die van veerrand tot veerrand moeten lopen, wordt de peltekening van het Friese hoen gevormd door 4 tot 6 paarsgewijs gelegen vlekjes in de vorm van tarwekorrels en die juist niet de veerrand en veerschacht mogen raken. Ook afwijkend is dat de hals en bovenborst juist vrij van pelling moet zijn. Ook bij de Friese hennen zien we het probleem dat de tekening in de staartstuurveren naar onderen neigt toe te nemen en de stuurveren zwarter worden Groninger en Oost-Friese meeuw De Groninger en Oost-Friese meeuwen zijn bijna identiek. De Oost-Friezen zijn wat forser van bouw en hebben een iets lichtere oogkleur. Groninger meeuwen komen voor in goudpel, zilverpel en citroenpel en de Oost-Friezen alleen in goud- en zilverpel. Groninger meeuwen lijken opvallend veel op Friese hoenders. Alleen zijn de Groningers weer wat zwaarder van bouw dan de Friezen en lichter van bouw dan de Oost-Friezen. De oogkleur is donkerbruin, i.p.v. donkeroranje bij de Friezen. Ook in de tekening zijn er ook enkele verschillen. De hanen van de Groningers en Oost-Friezen mogen geen zoming in de staart tonen en de onderste rij vleugelbandveren moet een smal zwart zoompje tonen, iets dat helaas veelal maar matig getoond wordt. De Groningse hennen onderscheiden zich van de Friese door een andere pelvorm. Die moet bij de Groninger meer blokvormig zijn. Verder moet de achterkant van de kam bij de Groningers bij voorkeur omvallen, iets wat bij de Oost-Friese is toegestaan en bij Friese hennen niet gewenst is. Het Assendelfts hoen Assendelfters zijn erkend in goudpel, zilverpel en citroenpel. Qua type lijken ze het meest op het Friese hoen, maar ze onderscheiden zich door een rozenkam en de ogen zijn oranjerood. De goudpellen waren iets lichter van kleur, maar dat verschil is zo goed als verdwenen. De pelvorm ligt tussen die van de Fries en Groninger in. Veelal is de zoming in de sikkels breed en niet scherp, maar een brede onscherpe zoming heeft de voorkeur boven geen zoming. Dat geldt ook voor de hanen bij de Hollandse hoenders en de Friezen. Westfaalse doodlegger Volgens de Duitse standaard zijn de Westfaalse doodleggers nauw verwant aan de Oost-Friese meeuwen en de Braekels. Als je het ras vluchtig beschouwt lijken ze echter meer op Braekels met rozenkam. Qua tekeningbeeld hebben ze daar ook veel van weg, ook de haan is getekend, waardoor de vergelijking met Oost-Friezen niet op lijkt te gaan. Maar schijn bedriegt. Westfaalse doodlegger, m/j zilver. Duits ras met rozenkam en kenmerken van de Oost-Friese meeuw en Braekel. De sikkels worden zwart met enige tekening aan de rand gewenst. (internet) Westfaalse doodlegger, v/j goud, behoudens de rozenkam zijn er weinig verschillen met de Braekelhen. (internet) Bresse hoen, m/j zilver, Europashow Metz 2015, ZG 95. Prima van kleur en sikkelzoming. Iets tekening in broek en buik is toegestaan, de tekening in de vleugelband kan wat strakker. 16

17 Bresse hoen, v/j zilver, Europashow Metz, U 97. Let op de standaardmatige min of meer bandvormige pelvorm (detail) en de witte borst. De tekening is lang niet zo strak geband van veerrand tot veerrand als bij de Braekels, maar bestaat uit grote langwerpige pellen die overigens bij de hen wat scherper zijn. Ook de geheel zwarte sikkels doen meer aan Oost-Friezen denken dan aan Braekels. Bresse- of Gauloise hoen Deze Franse witvellige landhoentype hoenders zijn medio 17 e eeuw ontstaan. Ze komen voor in wit, wit met bleke kam, zwart, blauw en zilverpel, of zoals de Fransen die laatste noemen: gris. De witte kleurslag met bleke roze-witte kam behoort tot de culinair uitverkoren hoenders van onovertroffen vleeskwaliteit. Wij zouden zeggen slowfood hoenders zoals onze Chaamse hoenders of de in Limburg geadopteerde Hervehoenders onder de naam Mergellandhoen. De naam Bressehoen is wettelijk beschermd (Appelation d Origine Protégée-AOP, zoals bijv. Champagne). Als de Bressehoenders buiten het gebied Bresse zijn gefokt of opgefokt, mogen ze die naam niet meer dragen en heten ze Gauloise hoenders. Vandaar dat de Fransen ze in één adem Bresse/Gauloise hoenders noemen. De kleurbeschrijving volgt grotendeels die van de Friese hoenders. Bij de hanen geniet de sikkelzoming de voorkeur. De fraaiste hanen tonen bij gesloten vleugels wel tekening in de vleugelband en de zwarte uiteinden van de binnenvaan van de kleine slagpennen, die als haakse lijnen op elkaar staan. Je ziet vaak foutief getekende Bresse hanen met veel bandtekening, min of meer zoals bijvoorbeeld de Braekel of het Chaams hoen. De pelling van de hennen is niet zo mooi tarwevormig als bij de Friese hennen. De borst is wit en de pelling begint pas diep onderin de borst en wat aan de zijden van de borst. De peltekening op rug en schouders is grover en minder scherp en meer samengesteld, waardoor een min of meer niet strakke bandtekening ontstaat. De staartstuurveren zijn zwart met en lichte neiging tot tekening. De bovenste staartstuurveren moeten wel krachtig getekend zijn. De vleugeldriehoek past goed bij een witte borst en is bij voorkeur wit. Siciliaans bekerkamhoen Bij dit ras is goudpel de enige kleurslag. Dit ras met zijn typische bekervormige kam, die in feite gevormd wordt door twee enkele kammen die aan de voor- en achterzijde aan elkaar vergroeid zijn en zo de twee ovale helften van de komvormige kam vormen. Onderscheiden worden de oorspronkelijke Siciliaanse bekerkam en de Amerikaanse variant, die daar Buttercup wordt genoemd. Het type, evenals de tekening, is als de Groninger meeuw, dus de haan met een geheel zwarte staart, maar de pelvorm houdt het midden tussen die van de Groninger en de Fries. Siciliaanse bekerkam, goudpel. De bijzonder gesloten bekerkam aan de voor en achterkant is typisch voor dit ras. (W&M Hoekstra) Tot besluit In dit artikel zijn de pel- en bandtekeningen van de verschillende landhoenderrassen beschreven, U heeft kunnen zien dat er nogal wat verschillen en overeenkomsten zijn. In het kader van zo is het wel genoeg geweest, laten we het hierbij en blijven rassen als de Drentse bolstaart, de Uilebaard en de Fayoumi hoenders buiten beschouwing. Deze tekening komt bij die rassen, m.u.v. van de Fayoumi, nauwelijks voor. Ruwweg verandert van noord naar zuid de peltekening van kleine paarsgewijze vlekjes via smalle bandjes in brede krachtige banden. Alleen de Bresse, de Siciliaanse bekerkam en de Fayoumi maken hierop weer een uitzondering. Via Frankrijk, Italië en Egypte komt de peltekening met min of meer los van de veerrand en -schacht liggende vlekjes weer terug. Het zal u opgevallen zijn dat we ons in dit artikel hebben beperkt tot de pel/bandtekening en de meest opvallende verschillen. In de betreffende standaardbeschrijvingen kunt u de finesses lezen. 17

18 Regelmatig de hokken reinigen Tekst: Gerrit Grooten Regelmaat bij het uitmesten en schoonmaken van de konijnenhokken is noodzaak. Sinds ik geen verplichtingen buitenshuis meer heb vanwege mijn leeftijd, is de maandagochtend mijn vaste schoonmaaktijd. Of het te maken heeft dat de maandag vroeger in de gezinnen wasdag was weet ik niet, het komt me nu eenmaal goed uit. Toen ik volop in het werk zat en in veel gevallen ook zaterdags op pad moest, maakte ik s zondags mijn hokken schoon, soms tot ergernis van vrouw en kinderen, maar ik heb zoiets van: Als je dieren hebt moet je ze regelmatig verzorgen. Uitmesten op vaste tijdstippen hoort daar ook bij. Als je eenmaal in een vast ritme zit, is het ook niet moeilijk, je went eraan en na verloop van tijd weet je niet beter. Regelmaat komt onze dieren ten goede Ik ben in het bezit van kunststof bakken die ik gemakkelijk in en uit de hokken kan halen. De mest, in de vorm van stro en hennep in de hoeken, moet ik in zakken afvoeren naar de 7 km van mijn huis gelegen volkstuin. Gemakkelijker is het om het in de kliko te doen, maar dat vind ik zonde van de mest die je prima op de moestuin kunt gebruiken. Geregeld boen ik de bakken uit met een harde borstel. Ze worden dan tevens ontsmet met wat chloor in het water. De konijnen komen dan weer in een schone omgeving. Schone en zuivere stallen zijn, naast vele andere zaken, zijn een voorwaarde voor succes. Te vaak zie ik bij veel konijnenfokkers hokken Pas op met het halen van groenvoer op plekken waar wilde konijnen voor komen. Foto internet. waarbij ik dan denk: Hoe is het mogelijk dat iemand zo konijnen houdt en ook nog resultaat wil boeken! Oude met urine doorweekte hokken met daarin een dikke laag mest. Geen wonder dat zulke fokkers zelden in de prijzen vallen. Schone hokken voorkomen veel kwalen en het is altijd nog zo dat voorkomen beter is dan genezen. Vuil en stof zijn de bakermat voor insecten en parasieten, daarom moeten de stallen glad en zoveel mogelijk zonder naden zijn, waar vuil in gaat zitten. Er zijn fokkers die hun hokken bij iedere schoonmaakbeurt desinfecteren met daarvoor geschikte middelen. Als u dat doet, lees dan wel de bijsluiter! Een heel goed middel is zonlicht. Als u bakken heeft en u zet ze na de schoonmaak buiten in de zon te drogen, dan zorgt dat voor nog meer vernietiging van bacteriën en andere ziektekiemen. De UV-stralen in het zonlicht doen dan hun werk! Als u de mest afvoert naar een composthoop zorgt de warmte -die dan ontstaatervoor dat de meeste kiemen en eventuele insecteneieren wel gedood worden. Een beetje kalk zo nu en dan bevordert het composteringsproces. Een gevaarlijke periode om ziektes in de stal te halen is het showseizoen en dan doel ik niet zo zeer op wat ik altijd de konijnengriep noem. Veelal hebben jonge konijnen na terugkomst van de eerste show een paar dagen last van diarree, geen eetlust en ze zijn wat sloom. Dat is met een paar dagen over. Er zijn ergere ziektes en kwalen die u mee kunt brengen van een show. Denk maar eens aan snot. Waar u zeer zeker ook voor moet oppassen is om groenvoer te halen op plekken waar wellicht wilde konijnen komen. Ik heb vorig jaar onderweg zelf een keer prachtig groenvoer meegenomen van een vreemde plek en daar wijt ik de uitbraak van RHD aan die ik gehad heb. Je kunt niet zorgvuldig genoeg zijn. Het was voor mij weer eens een dure leerschool. Wat u verder kunt doen om uw stal gezond te houden is om van tijd tot tijd de mest te laten onderzoeken door uw veearts of een (ander) laboratorium. Er zijn fokkers die inderdaad zo ver gaan in de zorg voor hun dieren! Allemaal onder het motto dat voorkomen beter is dan genezen. Regelmatig de dieren bekijken en regelmatig schoonmaken is zeer belangrijk. Ik doe het zeer regelmatig, namelijk één keer per maand, zei een fokker eens tegen mij! Dat is echter niet de regelmaat die ik met het bovenstaande bedoel. Onze konijnen verdienen een schone stal waarin ze zich goed voelen. 18

19 De wereld achter de Blauwe pauw, onbekend maakt onbemind Richard (l) en Bernard met drie tweejarige hanen. Brons white eyed (l), Midnight (m) en Blauw white eyed (r). Pronkende Camee zwartvleugel white eyed haan. Tekst: Nico van Wijk Foto s: Nico van Wijk en Aad Rijs Blauwe pauwen hebben de mensen altijd al geïnspireerd, maar worden hier toch niet veel gehouden. Voor het houden van pauwen moet je immers over veel ruimte kunnen beschikken. Heb je er de ruimte voor dan zijn het schitterende siervogels. Ook in het verleden was dit al het geval, oude schilderijen van o.a. Melchior d Hondecoeter bewijzen dit. Hier staan deze prachtige siervogels dikwijls op afgebeeld, zelfs de witte en de bonte pauw zijn hierop te vinden. Dat geeft wel aan dat deze kleurmutaties van de Blauwe pauw al heel lang bestaan. Voor de witte was dit al ruimschoots van voor 1400, ook in het stadswapen van Staverden (gemeente Ermelo) komt de witte pauw voor. In de loop van de tijd zijn er vele kleurmutaties bijgekomen die bij ons nauwelijks bekend zijn. Van deze nieuwe kleurmutaties zijn de VS de bakermat, hier bevinden zich grote commerciële bedrijven die zich toeleggen op de kleurmutatiekweek. Om hier wat meer over te weten te komen is de redactie in contact getreden met de fokkers/liefhebbers Richard en Bernard de Ruiter die al meerdere jaren deze nieuwe kleuren importeerden en er volop mee fokken. De aanleiding Op een gegeven moment kreeg Bernard in de jaren 80 een boekje van Hans Schipper onder ogen. Hier stond een foto van een Camee kleurige (Blauwe) pauw in afgebeeld. Dit beeld is blijven hangen tot een tiental jaren geleden. Toen pas werd er ook daadwerkelijk begonnen met de pauwenliefhebberij. In de tussenliggende jaren vanaf de foto tot de daadwerkelijke aanschaf van pauwen heeft de dierenliefhebberij bij hen niet stilgestaan. Naast het fokken van rashonden werd er ook in deze periode met Struisvogels, Emoes en Nandoes begonnen. Op een gegeven moment stopten ze hier om verschillende redenen mee, dit kwam natuurlijk goed uit, want de dierenverblijven, -kennels en volières-, waren immers nog Kopstudie van een Camee, zwartvleugel white eyed, White eyed heeft altijd een witte keelvlek. intact en hoefden daardoor niet afgebroken te worden. Ze konden prima dienst doen om er een trio of toom pauwen in te huisvesten. Met de oude verblijven van de struisvogels was er wat meer werk aan de winkel. Deze moesten nog overspannen worden met een net om te voorkomen dat de pauwen weg zouden vliegen en de buren er last van zouden ondervinden, kort- of leewieken is voor deze vogels immers geen optie. Aanschaf Omdat er in Europa nauwelijks Blauwe pauwen in mutatiekleuren te koop zijn, behalve natuurlijk de witte- en zwartvleugel pauwen werd er geïmporteerd vanuit Amerika. De pauwen die in Europa wel te koop waren zijn veelal nauw verwante vogels, wat ze beslist niet sterker maken. 19

20 De eieren worden allemaal gemerkt. (foto AR) De oplossing was hierdoor snel gevonden, import dus. Via internet werden websites bezocht van de Amerikaanse bedrijven en er werd een keuze gemaakt. Een andere bijkomstigheid was nog dat niet ieder bedrijf pauwen wil exporteren. Er werd een keuze gemaakt uit een aantal kleuren. Een aantal kuikens van drie maanden oud werden er geïmporteerd. Het moeilijkste van dit alles is om de papieren in orde te krijgen. Na wat moeilijkheden is dit uiteindelijk toch in orde gekomen. Omdat er zulke jonge kuikens werden geïmporteerd moest je toch weer minimaal twee tot drie jaar wachten voordat er gefokt kon worden, maar dat moet je er maar voorover hebben, toch? Fokkerij Pauwen zijn normaal gesproken pas op 3 jarige leeftijd geslachtsrijp. Hierdoor hoef je bij jonge vogels geen haast te hebben met het samenstellen van de foktoom. Meestal geldt drie jaar alleen voor de haan, de hennen zijn doorgaans al op hun tweede levensjaar geslachtsrijp en leggen dan vanzelfsprekend al eieren. Het leggen van de eieren loopt van eind maart tot in augustus, tot de verenrui begint. De eieren worden in het begin van de avond, om de andere dag, gelegd. In hun verblijf worden grote manden opgehangen waarin de hen haar eieren legt. Een enkele keer kan het gebeuren dat zij het ei legt vanaf de zitstok, u begrijpt het al, die is dus verloren. Gebeurt dit regelmatig, dan moet u maatregelen nemen, zoals het tijdelijk verwijderen van de zitstok, of hieronder een vangnetje monteren. Zelden tref je bij pauwen aan dat ze hun eieren opeten, voldoende grit en groenvoer verstrekken is een eerste vereiste. Afhankelijk van de grootte van hun verblijf worden er doorgaans 4-5 hennen bij een haan geplaatst. De hennen kunnen uit meerdere kleuren/kleurcombinaties bestaan. Dit is om weer nieuwe combinatiekleuren te verkrijgen en inteelt tegen te gaan. Elk ei wordt na dat het gegaard is gemerkt, zoals kleur, datum, hoknummer, enz. Richard en Bernard kennen iedere hen en weten welke hen in de mand aan het leggen is. De broedmachines draaien volop (foto AR). Een roepende Silverpied kleurige oude haan. Het bebroeden van de eieren Als de eieren uit de manden vergaard en gemerkt zijn worden zij soms enkele dagen koel bewaard en dagelijks gedraaid. Hierna worden de eieren toevertrouwd aan de broedse krielkippen waarover ze kunnen beschikken. De broedduur van de pauweneieren duurt langer dan die van kippen, namelijk 28 dagen. Tegenwoordig wordt er gebroed met Wyandotte krielen in verschillende kleurslagen, soms worden er ook kalkoenen ingezet voor het bebroeden van de pauweneieren. Zo n kriel kan maar vijf pauweneieren bebroeden vanwege haar grootte. In een apart koel schuurtje zijn deze krielen gehuisvest ieder in een apart kistje, eenmaal daags worden ze gelucht en volop 20

21 De Wyandotte krielen volop in bedrijf. gevoerd, in deze periode kunnen de eieren gelijk afkoelen wat het broedproces bevorderd. Na een week worden de eieren geschouwd of ze wel of niet bevrucht zijn, de onbevruchte eieren worden dan meteen verwijderd. Hierdoor ontstaat er dan weer ruimte voor het volgende legsel. Ook wordt er gebruik gemaakt van meerdere broedmachines van verschillende merken, vrijwel allemaal automatisch. Ook zag ik nog een ruim 60 jaar oude Succes vlakbroeder staan die nog goed functioneerde. Het aanbroeden van de eieren gebeurt door de krielen, indien er natuurlijk broedse hennen aanwezig zijn. Pas in de laatste periode van het broedproces worden de eieren aan de broedmachine toevertrouwd. In de uitkomstkast zijn de laden in vakjes verdeeld, waarin in ieder vakje een ei wordt gelegd. Als het ei uitkomt weten ze precies van welke ouders het kuiken is. Immers op het puntgedeelte van de eischaal staat het merk nog. Als de kuikens droog zijn wordt ieder kuiken voorzien van een vleugelmerk waarvan het nummer wordt genoteerd. Uit ervaring weten zij dat van alle gelegde eieren ongeveer 60% tot een volgroeide pauw leidt. Pauwenkuiken net uit het ei, ze bezitten gelijk al volledige vleugeltjes. Voeding en opfok Tegenwoordig is het niet meer zo moeilijk om je pauwen in een goede conditie te krijgen en te houden. Wat de voeding betreft heeft de tijd niet stil gestaan. Meerdere firma s verkopen tegenwoordig prima voeders. Vele jaren voerden zij Kasper Faunafood, maar op een gegeven moment was dit in hun omgeving moeilijk verkrijgbaar, daarom zijn ze overgestapt naar een plaatselijk veevoederbedrijf dat ook prima voer voor de pauwen verkoopt. De volwassen dieren krijgen de siervogel onderhoudskorrel (buiten het fokseizoen) en de siervogel foktoomkorrel in het fokseizoen. Daarnaast worden er ook nog brandnetels verstrekt, zowel bij de volwassen dieren als bij de kuikens. Wel worden ze voor de kuikens fijn gesneden. Prima voeding is dit voor het tegengaan van de ziekte Blackhead, waaraan ook kalkoenen kunnen lijden. De kuikens die droog uit de broedmachine komen worden in een kunstmoeder geplaatst met een verwarmingselement dat geregeld wordt door een thermostaat. Geleidelijk wordt de temperatuur Kunstmoeders met gaas op de bodem voor de opfok van de kuikens. naar beneden bijgesteld. Jonge pauwtjes moeten namelijk nog een lange periode bij verwarmd worden. Vocht en tocht is funest voor deze kuikens, maar ook niet te vroeg de verwarming uitzetten is een vereiste. Onderin de kunstmoeder is een gazen bodem aanwezig hier valt de mest dan doorheen. Op deze manier hebben de kuikens minder kans op een besmetting, want het blijven op die leeftijd toch nog vrij tere kuikens. Mochten er vooralsnog toch kuikens of volwassen pauwen doodgaan dan worden ze allemaal onderzocht wat de oorzaak hiervan is, om dit later te voorkomen. Een kuiken met een vleugelmerk. De uitkomstlade is verdeeld in vakjes, hierdoor is het kuiken altijd te herkennen aan de eischaal. (foto AR) Een opaal kleurige haan. 21

22 Huisvesting Vanzelfsprekend moeten er voor deze grote siervogels grote volières aanwezig zijn. Met wat aanpassingen, zoals het overspannen met een net zijn deze gemaakt van de oude honden-, struisvogels-, nandoe- en de emoeverblijven. Wil je verschillende kleuren pauwen fokken dan moet je deze kleuren wel apart kunnen huisvesten en aan ruimte is hier dan ook geen gebrek. Per trio pauwen moet je zeker over 15m 2 grondoppervlakte kunnen beschikken, hoe meer ruimte, hoe beter, hierdoor blijft de sleep van de haan ook mooier. De inrichting bestaat uit een of meerdere zitstokken die op ca. twee meter hoogte geplaatst zijn. Voor iedere hen wordt er een mand hoog opgehangen om hierin eieren te leggen. Er worden meerdere manden opgehangen om de pauwen te kunnen laten kiezen in welke mand zij willen gaan leggen. De kans bestaat ook nog dat er meerdere hennen een mand uitkiezen als hun favoriete plek, opletten blijft altijd geboden. Omdat de pauwen het jaarrond in de volière verblijven moet er ook nog een afgeschutte plek aanwezig zijn. Een afdakje met daaronder een zitstok die wat afgedekt kan worden voor de wind. Meer variëteiten in Amerika In de Verenigde Staten van Amerika worden nog meer variëteiten gefokt, maar die hebben een andere uitgangsbasis. Deze zogenaamde Spalding pauw is niets anders dan een kruising tussen de Groene (Java) pauw (oorspronkelijk soort) en de kleurmutatie (zwartvleugel) van de Blauwe pauw. Richard en Bernard zijn van deze kruisingsproducten geen voorstander en willen ze daarom niet in hun collectie opnemen. Met de kleurmutaties van de Blauwe pauw is het een geheel ander verhaal, want dit is gewoon een natuurlijk proces. Het blijft immers binnen hetzelfde soort. Tot slot Iedere kleur heeft zo zijn eigen eigenaardigheden, zo heeft White eyed altijd de witte keelvlek. Met de bruingekleurde vogels (camee) moet u altijd rekening houden dat deze vanwege weersinvloeden altijd aan verkleuring onderhevig zijn. Doordat er maar weinig fokkers zijn in Nederland en België is de verwantschap van de vogels vrij groot, fokken met vitale vogels is een eerste vereiste. Vrijwel alle nafok van deze pauwen is bestemd voor de export, waardoor er maar weinig jonge vogels overblijven voor nieuwe liefhebbers Aad Rijs is onder de indruk van de vele verschillende veerkleuren. in de Benelux. Jammer is dat bijna alle kleuren een Engelse benaming hebben, toch ben ik wel een voorstander om ook deze kleurbenamingen een Nederlandse benaming te geven. Namens Kleindier Magazine willen we Richard en Bernard bedanken voor hun gastvrijheid om eens in hun keuken te mogen kijken bij de mutatiekweek van de Blauwe pauw. Kijk u maar eens op de volgende Amerikaanse websites: peafowl-photo-gallery/ feed to my heart s delight Futter nach meinem Herzen une nourriture du cœur au ventre bezoek ook onze vernieuwde website voer naar mijn hart Heb je een of meer kippen rond het huis, of ga je met sierrassen naar de tentoonstellingen? Garvo heeft een uitgekiende reeks producten om elke kip optimaal gezond en sterk te houden. Bijvoorbeeld 714, 715 en 723 bevatten extra caroteen voor een mooie gele pootkleur. Garvo bv Molenweg DN Drempt telefoon +31 (0) garvo@garvo.nl website

23 Wie de jeugd heeft Witte van Hotôt (ook) in Noord Holland Tekst: Jan Mars Foto s: Th. Janssen Tijdens de terugreis van een keurdag van een der Champion Shows werd het voorstel geopperd om eens een bezoek te brengen aan een paar fokkers die we niet zoveel tegenkomen, maar die toch ingeschreven staan bij de speciaalclub. Voor het zover was, waren we enkele jaren verder, maar het is er toch van gekomen. In oktober/ november 2015 werd afgesproken om op 16 april 2016 naar W.C. Koot en J.A.M. Reijnders te gaan. Nou, dat werd een dag om nooit te vergeten. Op deze zaterdag verzamelden we (Jan G. Derksen, Theo Janssen en Jan Mars) ons om acht uur in Vorden. Niet wetende wat we die dag zouden tegenkomen, want Jos Reijnders kenden we wel van één van de Hotôt dagen, maar Willem Koot alleen maar via de mail. Theo zei later: Als je had gezegd dat hij die dag op zijn buik zou liggen om een koeroeroe (Cururu) op de foto te zetten, had Theo hem voor gek verklaard. Echter aan het eind van de middag lag hij inderdaad op de grond om dit dier op de foto te krijgen. Wie is Willem Koot? Rond de klok van tienen waren we bij Willem in Limmen (NH). Hij stond ons al bij het hek op te wachten met koffie en cake. Ik had maar een vragenlijst gemaakt om als het gesprek stilviel toch iets te hebben om over te praten, maar dat bleek niet nodig. Wat kan die man vertellen, geweldig! Tot een aantal jaren geleden werkte hij voor een bouwbedrijf, maar had daar met een mooie regeling afscheid genomen. Momenteel doet hij nog wat werk met glas in lood zetten. Tijd genoeg dus om er ook een aantal dieren bij te houden, en dat doet hij dan ook. Gelukkig beschikt hij over een onmetelijk grote tuin. Ga maar na, hij fokt Hotôts, maar daarnaast houdt hij kalkoenen, geiten, tinkers (paarden), kippen, vogels en schapen. Naast het verzorgen van deze dieren is hij ook vervend Feijenoordsupporter, en daar gaat hij heel ver in. Ook is hij al 50 jaar verbonden aan de voetbalclub (RKVV) van Limmen. Eerst als speler en later als begeleider. Wel heeft hij aangegeven over niet al te lange tijd te stoppen als masseur van het eerste elftal. In de tijd dat hij nog speelde, voetbalde hij samen met zijn vijf andere broers en allemaal in het eerste. Een familielid van hem -Addick Kootschopte het zelfs tot de profs van PSV. Willem heeft op veel van zijn voerbakken deze tekst staan. 23

24 Het inmiddels beroemde wandbord van Willem. Een duidelijk verschil in oogomzoming. Donkere dieren blijken veelal beter in bouw en type. Voor de vereniging is hij tatoeëerder, als hulp heeft Jos Reijnders daarvoor een mal gemaakt waar een konijn precies in past. Van Vlaamse reus tot Kleurdwerg. Het verschil in grootte lost hij op door houten opvullingen te plaatsen. Voor de veiligheid van het dier is de constructie zo gemaakt dat deze er bij zeer grote weerstand uit kan ontsnappen. Witte van Hotôt bij Willem Vroeger had hij Rexen gefokt, maar hij wilde wel eens wat anders. Toen zijn de Hotôts in beeld gekomen. Via dieren van Groeneveld en Eissens is hij in deze wereld gerold. Dit was eind jaren 70, begin jaren 80. Willem is dus ook al heel lang lid van de Witte van Hotôt club. Hiervan getuigt het wandbord dat bij hem aan de muur hangt. In het verleden heeft hij ook dieren geïmporteerd uit Zwitserland, via zijn zuster die daar woonde. De eerste Hotôt is nooit in Nederland aangekomen, maar de volgende wel. Die kwam weg bij fokker Zurkinden in de buurt van Bern. Opmerkelijk is dat door de hele Hotôtfok er een lijn loopt van Duits-, maar ook veel Zwitsers bloed. Na de koffie kregen we een rondleiding over zijn erf. Direct in het oog sprong een hok waarin twee Witte van Hotôts zaten, een ram en een voedster. Hij ging ervan uit dat de voedster drachtig zou zijn, maar dat bleek niet het geval. Toevallig was er in de buurt een keurmeesterbijeenkomst waar de Hotôt besproken werd. Omdat hij daar ook een dier voor had meegegeven aan Jaap Kooijman kreeg hij die samen met een ram van Bart v.d. Vlis weer terug. Deze heeft hij voorlopig samen in dit hok gezet en t.z.t. zal er wel een nest van komen. Daarna kwamen we via zijn beide geiten en kalkoenen bij de stal van de Hotôts. Hij had al een nest van zes goed getekende en een nest van twee zwarte en twee Hotôt getekende dieren gefokt. Vooral de beide zwarte dieren stonden hem aan, maar het nest van zes herbergde een paar mooie dieren die het zeker verdienen om nog wat langer te blijven. Willem gaf aan dat hij de dieren vooral voor de hobby heeft. Hij bezoekt niet zoveel shows meer met zijn dieren, in het verleden wel. Ook heeft hij een paar dieren ondergebracht bij een kennis. Daar gaat hij, zo af en toe, ook kijken als deze fokker jongen heeft, want je weet nooit wat eruit komt. Uit alles blijkt dat deze fokker een agrarische achtergrond heeft met een hoog gehalte aan zelfredzaamheid. Na een rondleiding bij de dierenverblijven volgde nog een rondleiding door zijn huis, werkplaats en hobbyruimte. Andere hobby s In de werkplaats bleek dat hij een fanatiek Feijenoordsupporter is. Alle zelfgemaakte bakjes zijn voorzien van het Feijenoordlogo. De werkplaats was een bezienswaardigheid op zich. Er bleek heuse kunst aan de muur te hangen. Na de werkplaats kwamen we in zijn hobbyruimte, een In de werkplaats hangt dit borduurwerk. De Blues Brothers houden alles in de gaten in de bar. In de woonkamer bij Willem hangt deze fraaie muurschildering. zelfgemaakte bar onder het huis. Ook hier kwam zijn passie voor Feijenoord en RKVV Limmen weer naar voren. In de hoek heeft hij een drumstel staan dat ook gebruikt wordt. Nadat hij op de jukebox een plaat van Boudewijn de Groot had opgezet drumde hij enthousiast een stuk mee. Volgens eigen zeggen was deze plaat een uniek exemplaar waar er geen tweede van was. Wij geloofden hem wel, want op de andere kant stond ook een andere artiest. Willen heeft de bar De Bombardier gemaakt van louter hergebruikte materialen. Ook de plaatselijke kleindiervereniging heeft van Jos bij zijn Hotôts. 24

25 deze locatie gebruikgemaakt als vergaderplek. Na de borrel was het tijd om door te reizen naar de volgende fokker waar we afgesproken hadden. Bij het afscheid kregen we van Willem ieder nog een voerbakje mee. Jan Derksen met het Feijenoordlogo en wij zonder logo, daar mochten we zelf wat voor bedenken en dat gaat zeker lukken. Voordat we richting Heemskerk gingen nog even een kijkje genomen bij de Tinker paarden en schapen die wat verder op in de wei liepen. Jos Reijnders Om ongeveer twaalf uur stonden we bij Jos op de stoep, hij had aangeboden om voor de lunch te zorgen en daar maakten we graag gebruik van. Het bleek dat Jos werkzaam is als Een overzicht van de kweekafdeling bij Jos. Let op het vlekje bij het niet genummerde dier. Ook hier dieren met (te) veel pigment. onderhoudsmonteur in een ziekenhuis. Jos begon te vertellen over hoe hij met de Hotôts begonnen was. Het bleek om een weddenschap te gaan. Hij wilde bewijzen dat de Hotôt het beste verbeterd kon worden door gebruik te maken van zwarte Weners en niet zoals meerdere fokkers deden met witte Weners. Jos is hier kort na de Europashow in Amsterdam mee begonnen. Ook hij loopt dus al heel lang mee in deze wereld. De erfelijkheidsleer Jos blijkt heel veel van erfelijkheid af te weten door gericht keuzes te maken in de tijd dat hij kleine knagers fokte. Hij heeft muizen en ratten in Hollander- en Lakenveldertekening gehad. Aangezien Jan Derksen zich aan het verdiepen is in de oranje kleurslag bij de Hollanders werden over en weer ervaringen uitgewisseld. Hij heeft Jan toegezegd om zijn gedachten -die hij hierover al eens op papier gezet- te sturen. Daarna werd De drinkwatervoorziening voor de dieren van Jos. Jos heeft een manier om de dieren schoon en wit te houden. er gebruik gemaakt van een fantastische lunch die eenieder zich goed liet smaken. Hierna gingen we zijn dieren bekijken. Deze waren ondergebracht in een schuurtje, waar bleek dat Jos ook liefhebber was van vogels, hij kweekt o.a. Lizzard kanaries en Japanse meeuwen met zadel en broek (kleurslag). Witte van Hotôts bij Jos Verschillende dieren werden op tafel gezet en van commentaar voorzien. Eindconclusie was, dat er ook in deze stam muziek zit. Er werden een paar mooie jonge dieren voor ons neergezet. Jos heeft de mogelijkheid om meerdere rammen in te zetten zodat hij heel gerichte combinaties kan maken, en dat doet hij dan ook. Ook experimenteert hij graag. Hij is bezig om zijn hokken te vernieuwen. Omdat hij graag schone voetzolen wil, gebruikt hij roosters. Het is nog een beetje zoeken wat de onderlinge afstand van de roosterdelen moet zijn, als die te groot is, gaat er teveel stro door de naden. Is deze te klein dan gaat er niets door. Jos maakt gebruik van een centraal drinkwatersysteem. Volgens hem verliest hij op deze manier minder water. Na de Witte van Hotôt was het tijd om ook nog even kort bij zijn vogels te kijken. Deze mooie vogels zijn in een afgescheiden afdeling van zijn garage gehuisvest. Toen kwam nog het klapstuk van de dag. Theo vroeg aan hem of hij nog meer bijzondere dieren had. Nou, die had Jos wel. 25

26 En verder Hij vertelde dat hij ook Koeroeroes (Cururos) hield. Daar hadden we nog nooit van gehoord, we geloofden onze oren niet. Hoe heten die dieren? Koeroeroes. Vervolgens haalde Jos een aantal op terrariumbakken naar voren waarvan wij dachten dat hij daar ratten in hield. Om daar een foto van te maken viel nog niet mee. Door ervaring wijs geworden was Jos zeer voorzichtig met het hanteren van deze dieren. Hij wist een wat ouder dier te pakken dat niet zo snel meer was. We zagen nu ook waarom hij zo voorzichtig was. Deze dieren hebben een paar tanden waar je u tegen zegt. Die tanden zijn zo sterk dat ze probleemloos door een gresbuis heen knagen. Zoals u misschien weet is een gresbuis gemaakt van op beton gelijkend materiaal. Die werden vroeger vooral gebruikt bij het leggen van rioleringen. Om een paar foto s te maken van deze dieren moest Theo op de grond liggen, maar het is hem wel gelukt! Na ook nog even bij de kweekkas te hebben stil gestaan was Een Koeroeroe (Cururu), voor zulke tanden heb je respect. het tijd om naar huis te gaan. We hadden nog een lange reis voor de boeg. Jos heeft toegezegd om nog eens iets op papier te zetten over zijn ervaringen op het gebied van de erfelijkheidsleer van Witte van Hotôts. Deze dag in Noord Holland Wat hebben we genoten van deze dag. Zo leer je de mensen achter de fokkers kennen en wat hen bezighoudt. We werden door Willem en Jos bijzonder gastvrij ontvangen. Ook moet gezegd worden dat de lunch die door Jos en Lieke was verzorgd erg in de smaak viel. Wat een gastvrijheid hebben we daar in het Noord-Hollandse ondervonden. In één woord geweldig. Onze welgemeende dank daarvoor. Wel blijkt dat veel fokkers een agrarische achtergrond hebben. Willem is een boerenzoon en Jos is de kleinzoon van een agrariër. Misschien is dat ook wel nodig om de hobby vol te houden. Stresskippen zonder kop Tekst en foto s: Jeroen van Rooijen De taalkundige Ewout Sanders heeft in de Nederlandse literatuur gezocht naar het voorkomen van de woorden stresskip en kip zonder kop. Het woord stresskip heeft hij voor het eerst aangetroffen in een tekst uit 1981, de uitdrukking kip zonder kop daarentegen bestaat al sinds het midden van de 19 e eeuw (NRC, 5 november 2015). Dat lijkt mij logisch omdat stresskippen voor het ontstaan van merkkippen niet voorkwamen. Raskip Als men vroeger een kip wilde kopen die veel eieren legde dan kon men alleen maar op het uiterlijk afgaan. Zoals u weet zijn kippen van een bepaald ras genetisch erg uniform. Als men Barnevelders kocht kon men verwachten dat het rustige kippen zouden zijn, dat ze veel eieren zouden leggen en dat hun eieren bruin zouden zijn. Zoals u ook weet lijken de nakomelingen van een raskip genetisch erg op hun ouders. Het nageslacht van Barnevelders ziet er dus ook uit als Barnevelders, is rustig en legt veel bruine eieren. Ten slotte weet Merkkippen in proefopstellingen. u dat iemand die eieren van zijn raskippen laat uitbroeden voor de verkoop, met de nafok, -als hij geluk heeft-, een paar centen kan verdienen, maar het zullen zeker geen grote bedragen zijn. Merkkip Met de intensieve pluimveehouderij kwamen de merkkippen. Er zijn nogal wat verschillen met raskippen: Merkkippen in proefopstellingen. Uiterlijk: Het uiterlijk van een merkkip doet er niet toe. De merknaam is de garantie voor de kwaliteit. Aantal eieren: Merkkippen zijn hybriden, kruisingen tussen verschillende inteeltlijnen. Bij het kruisen van lijnen kan men een zogenaamd heterosiseffect krijgen. Dat wil zeggen dat de kruisingen een hogere productie hebben dan de beide ouderlijnen. Merkkippen leggen daardoor meer eieren 26

27 Mike de kip zonder kop. Merkkippen in proefopstellingen. dan raskippen. Genetische samenstelling: Men kent niet alleen ouderdieren maar ook grootouderdieren. In het laatste geval is een merkkip dus het resultaat van het kruisen van vier lijnen. Soms gebruikt men nog meer lijnen (dus minstens overgrootouderdieren). Vermeerdering: Het heeft weinig zin om merkkippen zelf te vermeerderen. In de volgende generatie valt de optimale genetische samenstelling weer uit elkaar. Men heeft dan niet meer de combinatie van genen die zorgde voor een groot aantal eieren. Dit betekent dat boeren voor iedere legperiode weer nieuwe merkkippen moeten kopen. Hierdoor zijn pluimveehouders afhankelijk van de fokbedrijven. Genetische samenstelling per legperiode: Men kan allerlei lijnen kruisen, net zoals een schilder de kleuren op zijn palet kan mengen tot er telkens weer een andere kleur ontstaat. Men kruist niet voor iedere legperiode dezelfde lijnen. Hierdoor kan de samenstelling van een bepaald merk van legperiode tot legperiode verschillen. Net zoals de samenstelling van een blikje kattenvoer afhankelijk is van wat er op dat moment goedkoop op de markt is. Zoals het merk de garantie is dat het kattenvoer toch kwaliteit heeft, zo is het kippenmerk ook de garantie voor de kwaliteit van de kippen. Opbrengst: Dit wil echter niet zeggen dat de kippen van een merk die in de ene legperiode de meeste eieren leveren dit ook in de volgende legperiode zullen doen. In een toetsbedrijf probeert men daarom voor iedere legperiode de merken eerlijk te vergelijken. Alle boeren willen kippen van het merk dat een eitje meer blijkt te leggen. Dit noemt men de winner takes it all (de winnaar krijgt alles)-markt. De winnende fokker verdient dus goed en de verliezers krijgen bijna niets. Hierdoor is de concurrentie tussen fokbedrijven moordend. Negatieve eigenschappen Dit zorgt er weer voor dat fokkerijen gefixeerd zijn op zo veel mogelijk eieren waardoor men de andere aspecten heeft verwaarloosd. Daarom heeft men nooit tegen kannibalisme geselecteerd, men mocht immers toch snavelkappen. Het resultaat van deze selectie op productie waren kippen die erg gevoelig zijn voor ziekten. Dit proberen de pluimveehouders op te vangen door extreme hygiënemaatregelen. Zo mogen er liever geen buitenstaanders bij de kippen komen. Als het niet anders kan moeten deze plastic wegwerpjasjes aan en plastic wegwerpschoenhoesjes. Deze laatste moeten de bezoekers in de halamid ontsmetten voor ze de stal in mogen. De boer zelf draagt steeds een schone overall en schone, telkens weer ontsmette, laarzen. Het is dan ook niet gek dat de commerciële pluimveehouders vonden dat de hobbypluimveehouders maar onhygiënisch werkten en dus wel de oorzaak van de verspreiding van de vogelgriep zouden zijn. Hierdoor moesten hobbydieren geruimd (gedood) worden. Merkkippen zijn niet alleen erg gevoelig voor ziekten maar ook voor verstoringen. Deze kippen noemde men daarom hysterische kippen of stresskippen (google op: hysteria chicken). Stresskippen bestaan dus pas sinds er merkkippen bestaan. Miracle Mike Kippen zonder kop daarentegen bestaan al zolang men kippen de kop afhakt. Als kind vond ik het altijd heel fascinerend als een kip waarvan de kop was afgehakt uit de emmer sprong en fladderend nog een aantal meters wegrende. Ewout Sanders schrijft ook over de beroemdste kip zonder kop: Miracle Mike (Wonder Mike). Dit was een jonge Wyandotte haan die op 10 september 1945 werd onthoofd voor het avondeten van een boer met zijn schoonmoeder in Colorado. Zij was dol op kippennekjes en daarom mikte hij wat hoog. Een oor en het grootste een deel van de hersenstam bleef daardoor intact. De meeste basisfuncties (ademhaling, hartslag) en reflexen van een kip worden gestuurd vanuit deze hersenstam. De bijl had de halsslagader gemist en door een bloedstolsel bloedde Mike niet dood. Zijn kop wel, die werd opgegeten door een kat. De koploze kon op een zitstok balanceren en strompelend lopen. Hij probeerde zich te poetsen en op de grond te pikken. Hij probeerde ook te kraaien maar kwam niet verder dan wat gorgelende geluiden. De kip leefde nog 18 maanden zonder kop. Hierdoor kwam hij in het Guiness Book of Records. Zijn foto s verschenen o.a. in de tijdschriften Time en Life. Mike werd tegen betaling vertoond op kermissen. De boer verdiende hier een goede boterham mee. Hij voerde Mike met een oogdruppelaar melk en water. Mike kreeg ook fijngemalen graan en maïs in zijn slokdarm. Dit was niet alleen genoeg om hem in leven te houden, maar ook om hem verder te laten groeien. Uiteindelijk stikte hij in zijn eigen slijm. Voor afbeeldingen zie Wikipedia Mike de kip zonder kop en Slot Als de termen stresskip en kip zonder kop op mensen worden toegepast bedoelt men met een stresskip iemand die gemakkelijk zenuwachtig wordt. Een kip zonder kop is iemand die geen verstand lijkt te hebben. Merkkippen worden gedood door ze aan hun poten op te hangen waarna hun kop in een waterbad gedompeld wordt. Men elektrocuteert de kip door er een stroomstoot door te jagen. Stresskippen zonder kop bestaan dus normaal gesproken niet. Jeroen van Rooijen, pluimveegedragsbioloog Wageningen 27

28 Trommelduiven met witte schilden, de Dresdener en Harzburger Foto s en tekst: Remco de Koster Het zijn allebei prachtige duivenrassen, maar zoals al uit de samenstelling in hun uiterlijk makkelijk is af te leiden, zijn het niet de eenvoudigste in de fok. Ze worden alleen met witte vleugelschilden gefokt. Beide rassen zijn in Nederland heel zeldzaam, maar ook in Duitsland zijn er maar weinig fokkers, die het volhouden en de kunst beheersen, mooie complete duiven te brengen. Ga er maar staan om deze prachtige Dresdener en Harzburger trommelduiven te fokken. Laten we maar eerst met de basis beginnen: het type De Dresdener trommelduif mag rustig stevig zijn en niet te smal worden, wat wel kan gebeuren wanneer slechts op de witschildtekening en kleur wordt gelet. Het gevederte moet rijk en zo mogelijk breed zijn. Ook de korte en dikke hals onderstreept de stevige algemene indruk. De borst wordt breed en diep gedragen. De rug, vleugels en staart zijn vrij lang. Wel letten op een goede rugafdekking. Dat in de fokwaarde wordt gehecht aan de brede veer, is gemakkelijk te verklaren, omdat dan ook het schild beter tot zijn recht komt. De benen zijn lang en dicht bevederd. De Dresdener staat niet zo zeer laag, de stand van de duif laat dan ruimte voor de bijbehorende gierhakken. Een kort en open voetstuk past niet bij het beeld van een goede Dresdener. Ook even kijken of de binnenste tenen eveneens zijn bevederd. De kop van de Dresdener was altijd al iets fijner en in samenhang met de snavelkap ook iets smaller dan die van de Duitse dubbelgekapte trommelduif, Groep dubbelgekapte Trommelduiven en Schildduiven uit Das Ganze der Taubenzucht uit 1876 (nadruk). daar tegenover staat een mooie hoog zittende, volle kap, die aan beide zijden een duidelijke rozet heeft. De kap mag niet op het achterhoofd rusten, maar dient vrij te staan. Goede fokkers letten hier altijd op, dan staan duiven met werkelijk fraaie koppen in de tentoonstellingskooien, vooral wanneer ook de snavelkap de nodige rijkdom aan veren toont. De snavelkap moet wel strak bevederd zijn, ovaal, natuurlijk gesloten en moet ook een zekere onderbouw hebben, zodat de kap niet over de ogen valt en het zicht belemmert. Vooral aan de linker- en rechterzijde wil de snavelkap nog wel eens wat dun worden en wanneer de kap dan niet sluit, is dat in de fok weer moeilijk te corrigeren. De oogkleur van de rode en gele Dresdener is oranje tot licht oranje. Ondanks alles, wat aan raskenmerken opvalt, is het natuurlijk de witschildtekening, die in het oog springt. Je ziet dan meteen dat prachtige witte schild, maar nog belangrijker is -in principe- de rode en gele kleur. In de geschiedenis van het ras werd altijd al veel waarde gehecht aan een diepe en intensieve kleur, zodat we tegenwoordig prachtige gelijkmatige, diepe kleuren zien. Ook de (verdekte) rug is gekleurd. Een goede kleur is in de fok heel essentieel, om schilf in de slagpennen en lichte veren in het voetstuk te voorkomen. Duiven met schimmelachtige veren hebben voor de fok weinig waarde. Jonge duiven zijn nog eenkleurig, en dan is de kleur van kop tot staart goed te zien, waarbij ook op een goede kleur is te letten in borst en buik; deze mag niet grauw worden. Zo bekeken, kan bij de Dresdener al heel veel worden bekeken, de kap, goede voetveren en kleur. Een goede rode Dresdener trommelduif. Ik was bij fokker Hans Petzi in Beieren Hij fokt dit ras al tientallen jaren en haalt bij de jonge duiven enkele storende veren voor de kap weg (die zogezegd in de kap steken), zodat de kap zich goed kan opbouwen en ook goed door de rui komt. Het geldt ook voor eventuele iets scheve en lange veren in de onderbouw, die de snavelkap anders scheef doen groeien. De witschilden worden gefokt met behulp van de schildgetijgerde exemplaren en eenkleurige duiven met een witte vleugelrozet; deze werden ooit wijndruivig genoemd, omdat het rozetje wel op een trosje druiven lijkt. 28

29 Gele Harzburger trommelduif met een goed type. Dresdener trommelduif met een goed type, het snavelpigment valt bij deze duif op. Beiden zorgen ervoor dat er genoeg kleur in de fok wordt behouden en een tendens naar lichter wordende slagpennen, voetveren en ook gierhakken wordt voorkomen. Natuurlijk moeten fokkers weten hoe deze duiven vererven en hoe hun witschilden het best worden verpaard, opdat in de nafok goede jongen worden voortgebracht. Bij de showvoorbereiding kunnen enkele gekleurde veren in het witte schild, die dan nog storen, worden verwijderd, maar slechts wanneer daardoor geen gaten in het schild ontstaan; dat lijkt dan teveel op plukwerk en niet op vakkundig voorbereiden. De schilden zijn vanaf de derde mantelpen wit, beschrijft de Duitse standaard. Een compleet wit schild is in het eerste jaar nauwelijks te verwezenlijken, maar het ontstaat in het tweede of derde jaar; dan is de Dresdener op zijn mooist! Wel lastig zijn witte veren in de kop. Ze zien er niet goed uit en zijn slechts met veel geduld en het juiste rustige handje aan de veerbasis weg te Kopstudie van een rode Harzburger met prima snavelkap en prachtige kleur, van L. Röhrig, Ottersheim/D. knippen. Zo gezien, kan de uitspraak over een goed doorgekleurd lichaam alleen maar worden onderstreept. Met een intensieve kleur komt ook een donkere snavel in het eerste jaar bij de rode Dresdener voor, die dan meestal dit pigment weer verliezen. De gele Dresdener is goudgeel en vrij krachtig van kleur, omdat de gele witschilden regelmatig aan roden worden gekoppeld. Dresdener trommelduiven kennen een lange geschiedenis. Reeds in 1824 is in de Franse literatuur over de trommelduiven uit Dresden te lezen. Men sprak niet over de Dresdener, maar slechts over witschilden of omgekeerde trommelduiven, in vergelijking met de schildduiven uit Saksen. In de DDR waren de Dresdeners altijd aan te treffen, vooral rond Dresden, zonder meer cultureel erfgoed van de bovenste plank! Vermelden wil ik slechts dat het hier de familie Adler was, die in drie generaties het ras fokte en dus belangrijke impulsen aan het ras over een zeer lange periode heeft gegeven. De derde van de Adlers hield zich ook met de fok van zwarte witschilden bezig, wat maar enkele werkelijk mooie zwarte witschilden opleverde, want deze kleurslag is heel moeilijk. Er zit altijd wel wat wit in de zwarte delen, vooral witte sproeten in de zwarte kop (en dan met de snavelkap erbij). Ook het witte schild is niet eenvoudig te realiseren. Dr. Engelmann uit Dresden hield zich eveneens met de fok van zwarte en ook blauwe witschilden bezig. Als basis dienden zwarte trommelduiven, verpaard met gele witschilden. Misschien is het gewoon beter, die prachtige rode en gele witschilden te fokken. Dan zijn er nog de Harzburger trommelduiven, ze ontstonden aan het begin van de zeventiger jaren bij Peter Ahrens in Harlingerode bij Harzburg. Toen werden Dresdeners met Duitse snavelgekapte trommelduiven gekruist. Het nieuwe ras werd op Duitse tentoonstellingen van 1975 tot 1978 voorgesteld en uiteindelijk in 1979 erkend. Waarschijnlijk was de Harzburger voor het eerst in Nederland op de Europashow 1981 in Amsterdam te zien. Na Ahrens waren het de fokkers Hubrich en Neumann, beide uit de Harz, die de fok ervan voortzetten. Een jong ras dus, dat bij de eerste indruk op een Dresdener zonder kap lijkt, maar toch is het type wel anders te noemen. De Harzburger lijkt meer gedrongen, mag niet te lang zijn en onderstreept dit uiterlijk ook door een korte en stevige hals. Wel mogen de halsveren niet te los zijn, dus alles mooi glad bevederd is het doel. De snavelkap is ovaal van vorm en de ogen zijn oranje. De witschildtekening is natuurlijk als bij de Dresdener, ook bij de Harzburger wordt aan brede vleugels, -zodat grote witte schilden ontstaan-, waarde gehecht. Ook bij dit ras moeten de voeten lang en dicht bevederd zijn. Jammer genoeg zijn er maar heel weinig fokkers van, de beste dieren heeft L. Röhrig uit Ottersheim, die elk jaar een mooie groep Harzburgers op grote tentoonstellingen exposeert. 29

30 Vol bewondering zagen we roggen, zaagbekken, zeeschildpadden, zwartpunthaaien enz. boven onze hoofden zwemmen. Bradford show 2016 Een fraaie kop van een Dumbo rat in Russisch blauw. Tekst en foto s Anneke Vermeulen-Slik Eindelijk was er voor mij weer eens de kans om mee te gaan naar deze show in Harrogate omdat het meestal samenvalt met de Champion Show. Ik had er erg naar uitgekeken, maar het verliep door ziekte niet zoals ik verwacht had, maar ik was niet de enige in de groep. Het is dan fijn als je met meerdere mensen bent. Toen we in Rotterdam aan de reis begonnen Drie verschillende soorten bier werden in een plankje geserveerd. waaide het al behoorlijk en dat bleek in de loop van de nacht alleen maar erger te worden. Windvlagen met een stormkracht van 11 beleefden we en bij het aanmeren in Hull kregen we hulp van twee sleepboten. Ondanks dat bleek de wind van de verkeerde kant te komen. Het resultaat was dat we weer buitengaats moesten om te wachten op betere omstandigheden. Voor zowel passagiers als personeel was dit een bijzondere situatie en alles aan boord ging weer open. We kregen gelukkig wel te drinken en te eten en hebben maar monopoly gekocht om de tijd door te komen. Deze Syrische hamster met de Rexbeharing laat veel golving zien. Met een vertraging van acht uur lukte het gelukkig om de ferry aan wal te krijgen. Eenieder wilde zo snel mogelijk van boord, maar daar dacht de douane anders over en zo duurde het nog een uur extra. Van onze plannen die dag in Hull kwam weinig terecht, maar gelukkig waren de mensen van de bierbouwerij zo aardig om ons als nog te ontvangen. Na uitleg en rondleiding door het bedrijf kregen we verschillende soorten bier te proeven met allerlei hapjes erbij. Daarna op naar York voor onze B&B. We waren benieuwd of er nog wat te zien was van de enorme wateroverlast een maand eerder, maar er was niets meer aan de hand.de volgende morgen zijn we teruggegaan naar de haven omdat we kaartjes hadden voor The Deep, het beste Engelse aquarium. Op een unieke wijze werd vanaf de ontwikkeling van de aarde het ontstaan van vissen en dieren uitgelegd in woord en beeld. Uniek om te zien en wilt u het eens bezoeken kijk dan eens op The Deep voor meer informatie, maar niet verwarren met de film met diezelfde naam. Daarna gauw naar de Harrogate waar de show dit jaar in een tent werd gehouden vanwege 30

31 In de groep driekleur gladhaar waren vele fraai getekende dieren te zien. Wie biedt er meer voor dit Rex konijn op de veiling? hamsterclubs. De gesprekken die ik heb gevoerd met de keurmeesters en fokkers waren zeer zinvol en daardoor zullen de standaarden van de erkenningsdieren beter zijn geworden. Ideeën voor shows in Nederland? Er worden op deze show geen dieren te koop aangeboden, maar er wordt aan sommige bekende fokkers gevraagd om wat dieren te doneren voor de veiling waarvan de opbrengst voor de club is. Op sommige dieren wordt zo een heel hoge prijs binnengehaald. Het seminar op de show werd goed bezocht door de bezoekers en zo konden clubs hun rassen presenteren en informatie verstrekken. Ook kan op deze manier voeding, ziekten, enz. gepresenteerd worden. Ook de hoeveelheid kraampjes, -soms hebben ze niets met onze dieren te maken-, was leuk om te bezoeken. Zelf heb ik wat typische Engelse dingen gekocht die ik niet in Nederland kan kopen. Ondanks alle problemen met de storm en de ziekte was het weer gezellig om mee te gaan. Welke muis in de kleur variageted of de Hollander wordt de mooiste? De variagated (de bovenste) won. nieuwbouw. Omdat het nog steeds stormde klapperde het zeildoek erg en veel dieren en mensen vonden dit niet leuk. De inzenders konden de avond tevoren hun dieren niet inkooien in verband met de veiligheid en ze moesten de dieren in de auto blijven, of meegesmokkeld worden in een hotel of B&B locatie. Het was s zaterdags koud, ongezellig en er was weinig sfeer in de tent. Toch moest ik i.v.m. de erkenningen dit jaar in Nederland, contacten zien te krijgen bij de ratten- en Een seminar tijdens de show zou ook in Nederland gebruikt kunnen worden. 31

32 De Afrikaanse dwergeend Tekst: Toon Selten Foto s: Nico van Wijk, Rolf van Oosten Een eendensoort die we maar zelden in collecties aantreffen. Meestal zullen we hiervoor een vogelpark of dierentuin moeten bezoeken. In tropische kassen kan men ze daar wel eens te zien krijgen. De wetenschappelijke naam voor de Afrikaanse dwergeend is Nettapus auritus. Tot dit geslacht behoren nog een paar dwergeenden, namelijk de Indische dwergeend (Nettapus coromandelianus) ook wel Coromandel eendje genoemd. Ze komen voor in tropisch Azië en Australië. Ook is er nog de Groene dwergeend (Nettapus pulchellus) die voorkomt in Australië en Nieuw Guinea. Ze behoren alle drie tot de groep pronkeenden. In sommige landen worden ze ook wel dwerggans of Pygmee gansjes genoemd, net als de bekende Manengans die ook tot de pronkeenden behoort. Of men ze nu dwerggans of dwergeend noemt, ze doen hun naam eer aan, ze zijn allemaal klein van stuk tussen de 27 en 37 cm van de punt van de snavel tot het uiteinde van de staart. Dit is vergelijkbaar met de ons bekende Hottentottaling. Ze hebben allemaal gemeen dat ze een zeer korte snavel en korte poten hebben. Ook hebben ze een Een mooi koppeltje heerlijk zwemmend in het eendenkroos. rond kopje en de kleuren van man en vrouw tonen veel gelijkenis. De Afrikaanse dwergeend behoort tot de kleinste soort en is ca. 30 cm en weegt tussen de 260 en 290 gram. Het mannetje heeft een wit gezicht, met op de zijkant van de kop een groene vlek welke is afgezet met een zwarte rand. De bovenkop is zwart, sterk groenglanzend, dit zwart loopt door tot over de rug naar de staart die ook zwart is. Echter door de groene glans lijken de bovendelen helemaal groen. Ook de vleugels zijn groen. Over de kleine slagpennen loopt een witte band die te zien is als ze vliegen. De bovenborst en flanken zijn kaneelbruin en de buik is wit. De snavel Een paartje, op de voorgrond het eendje. (D. Hauwert) is oranjegeel met een zwarte punt en de poten zijn zwart. Het vrouwtje onderscheidt zich van het mannetje doordat ze de groene vlek aan de zijkant van de kop mist. Bovendien is de kop niet helder wit maar wat grijs gevlekt. Voor en achter het oog bevindt zich en oogstreepje. Bovendien zijn ze wat minder glanzend op de rug. Zoals de naam al aangeeft komt de Afrikaanse dwergeend voor in Afrika van Senegal tot oostelijk in Somalië en Eritrea langs het oosten, helemaal tot in Zuid Afrika. Ook op Madagaskar komen ze voor. Ze leven paarsgewijs in kleine groepen langs traag Een prachtige woerd. (RvO) 32

33 meerdere dierentuinen in Europa werden deze eendjes aangeschaft, maar het lukte maar niet om nageslacht te krijgen. Pas in 1975 lukte het in Winston Quest s Duck Puddle farm in New York de eerste nakomelingen te fokken uit een paartje dat in 1971 in Afrika gevangen was. Ook Vogelpark Avifauna is het in 1991 gelukt om nafok te verkrijgen. Ik was blij verast toen ik daar in dat jaar toevallig een bezoek bracht, en daar in de tropenkas op de vijver in het eendenkroos plotseling Afrikaanse dwergeendjes zag zwemmen met een vijftal mooie zwartbonte kuikentjes. Het is Avifauna meerdere keren gelukt jonge eendjes te krijgen. Ondanks dat het niet gemakkelijk is, zijn er enkele particulieren die deze ongetwijfeld mooie eendjes houden. Ze worden over het algemeen gehouden in, -zeker s winters- verwarmde ruimtes. Door het water steeds vers op te pompen blijft het in de winter ook op een temperatuur van rond de 10º C. Omdat het holenbroeders zijn kan men gewone broedhokjes gebruiken. Al blijken ze als ze niet geleewiekt zijn de voorkeur te geven voor hoger geplaatste nestkasten. Een groep wildvang vogels bij de handel in de jaren dat dit nog kon. (RvO) stromende rivieren maar vooral ook in moerasgebieden zoals de Okavango delta. Deze delta in Botswana is de grootste binnenlandse moerasdelta ter wereld en is in 2014 op de werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst. In dit reusachtig gebied komen ze veelvuldig voor. Doch ook in andere gebieden met moerasachtige vegetatie kan men ze aantreffen. Vooral in gebieden met veel waterlelies waartussen ze kunnen foerageren vinden ze hun ideale biotoop. Het voedsel bestaat uit zaden en delen van waterplanten. Ook waterinsecten worden gegeten maar het voedsel is hoofdzakelijk plantaardig. Van de waterlelies nemen ze de zaaddozen die ze tijdens de balts aan het vrouwtje aanbieden. Ze verblijven hoofdzakelijk op het water en komen maar weinig aan land. Hoewel ze goed kunnen vliegen doen ze dat niet veel, en dan nog dikwijls laag over het water. kan variëren van 6 tot zelfs 12. Deze worden in 23 tot 24 dagen door het vrouwtje bebroed. Het mannetje blijft wel in de buurt het territorium verdedigen. Na ongeveer zeven weken zijn ze vliegvlug en ze worden geslachtsrijp op tweejarige leeftijd. Ze kunnen voor zulke kleine eendjes erg oud worden, wel 10 tot 15 jaar. De eendjes in volièremilieu Slechts in zeer weinig particuliere collecties zul je deze eendjes vinden. Men zal hiervoor veelal naar dierentuinen of vogelparken moeten. De eerste paartjes werden in 1935 naar Clères in Frankrijk gebracht. Ze kwamen echter niet tot leggen. Door Volgens insiders blijkt eendenkroos als voedsel onmisbaar, dit kan men aanvullen met gehakte groente. Echter ook commerciële voeders zoals pellets aangevuld met zaden als gierst en zaad voor vinkensoorten worden wel gegeven. Ook meelwormen, garnalen en kleine krekels zullen ze niet versmaden. Afhankelijk van het weer kan in ons land het broedseizoen omstreeks februari beginnen. Over kunstmatige kweek is nog weinig bekend. Meestal zal men al zeer blij zijn als men natuurlijke nafok kan krijgen. Na een maand kan men ze ringen met een 7 mm ring. Men zal de jongen na ongeveer vier maanden moeten scheiden van de ouders omdat het woerdje ze anders zal verjagen. Het is jammer dat ze zo veel zorg behoeven, want het zijn mooie eendjes om te zien. Zeker met jongen op het water is het een prachtig gezicht. Het zijn hoofdzakelijk holenbroeders die soms op grote hoogte in een boom broeden. Er wordt zelfs in verlaten nesten van andere vogels gebroed en soms ook op de grond. Het nest bestaat uit grassen en plantenresten, maar er wordt geen dons gebruikt. De broedperiode is sterk afhankelijk van het regenseizoen en verschilt daarom van plaats tot plaats. Er wordt zodoende vrijwel het hele jaar gebroed. Zo broeden ze aan de oostzijde van Zuid-Afrika van oktober tot december, in Zambia en Zimbabwe in januari en februari, in Uganda van juni tot oktober en in Nigeria in juli en augustus. Er worden gemiddeld 9 eieren gelegd, maar dit Eendje met haar kuikens. (fotograaf onbekend) 33

34 In gesprek met Marten van Pijkeren Marten aan de keukentafel lezend in Kleindier Magazine. De andere hobby een keurig onderhouden bijenstal. Tekst en foto s Willem Voskamp Het leek de redactie een goed idee om eens bij Marten op bezoek te gaan. Hij heeft immers nu al aangegeven dat hij na het seizoen z n keurjas voorgoed opbergt. Natuurlijk maakt dat dan anderen nieuwsgierig naar het waarom, vooral omdat hij inmiddels een veel gevraagd keurmeester is. Hij staat bij zowel fokkers als collega s als zeer kundig bekend, maar eerst maken we kennis met de mens Marten van Pijkeren. Wat wil je over jezelf vertellen? Ik ben 68 jaar en al ruim 10 jaar met pensioen, ben getrouwd, heb vier zonen, een dochter en inmiddels al een heel stel kleinkinderen. Van 1970 tot 2005 ben ik werkzaam geweest bij de politie, na verschillende functies binnen de organisatie ben ik uiteindelijk geëindigd als teamchef. Het is een periode geweest waar ik met veel tevredenheid op terug kijk. voor onze kinderen. Achteraf bleken dat zwarte Hollandse krielen te zijn en vanaf dat moment zijn er altijd Hollandse krielen gebleven, omdat ik ze zelf toch ook wel heel mooi vond. Door een tentoonstelling te bezoeken werd ik enthousiast. De sfeer die er heerste en de gezelligheid onder elkaar zorgden er voor dat ik in 1985 lid werd van de plaatselijke vereniging in Wezep. Binnen deze vereniging heb ik diverse bestuursfuncties vervuld, lidmaatschap is immers nooit geheel vrijblijvend en alleen contributie betalen is niet altijd voldoende. Je hebt samen de verantwoordelijkheid om de club draaiende te houden. Op een bepaald moment kreeg ik de behoefte om de opleiding voor keurmeester te gaan volgen, niet om direct keurmeester te worden, maar meer om kennis op te doen. De toenmalige cursusleider Sikke Oostenbrug vroeg ik of de cursus gevolgd kon worden zonder de verplichting om daadwerkelijk te gaan keuren. Nou, dat kon prima, volgens Sikke en in 2000 deed ik schriftelijk examen, maar nog voor ik praktijkexamen deed, bezorgde Sikke Heb je nog andere hobby s? Mijn vrouw en ik doen ook nog diverse dingen op het kerkelijke en het sociaalmaatschappelijke vlak. We zien het als onze plicht om zolang we nog kunnen het welzijn van anderen te verbeteren. Er zijn nogal wat mensen die op een bepaald gebied hulp nodig hebben en daar willen we graag een bijdrage aan leveren. Bovendien ben ik na mijn pensioen met imkeren begonnen. Het houden van, en omgaan met, bijen is veel boeiender dan je zou verwachten. Je gaat op een andere manier naar de natuur kijken en je wordt je veel meer bewust van wat bijvoorbeeld de weersomstandigheden voor invloed hebben op het gedrag van bijen. Heel interessant is ook om uit te vinden welke volken geschikt zijn en of ze voldoende productief zijn. Vooral de wijze waarop je de dingen om je heen gaat ervaren waar je vroeger minder aandacht aan besteedde. Zoals: wanneer bloeit de heide, de wilg of de paardenbloem? Als je honing wilt winnen moet je er wel op tijd bij zijn. Wanneer ben je met kippen begonnen? Na ons trouwen zijn we op een flat in Zwolle gaan wonen. We zijn in 1982 weer in Wezep komen wonen in een huis met een ruime tuin en op een dag kwam m n vader met een trio krielkippen aanzetten. Dat vond hij wel leuk De functionele buitenrennen voor de foktoomhokken. 34

35 De grote buitenren voor de opgroeiende jonge dieren. Patrijs Hollandse kriel met een fraai type. me een keuring in Friesland. Na enige aarzeling heb ik toen die jongdierenkeuring verricht en dat beviel me eigenlijk best wel goed. Sikke had blijkbaar door dat ik even een duwtje in de juiste richting moest krijgen. Wat vind je van onze huidige organisatie? Allereerst heb ik respect voor het vele werk dat door de KLN bestuurders gedaan wordt. Mensen worden steeds kritischer en dat maakt het allemaal niet eenvoudiger. Ik denk dat we moeten proberen om ook de liefhebbers die niet met hun dieren showen aan ons te binden. Niet iedereen heeft er behoefte aan om dieren te fokken die welhaast standaardmatig zijn. Overigens vind ik de sfeer onder de collega-keurmeesters prettig, men is altijd bereid om elkaar te helpen of indien nodig van advies te dienen. Het congres van de KV is gezellig en altijd ontspannen en als verdieping en afstemming zonder meer noodzakelijk. Overigens denk ik wel dat onze reglementen aan een herijking toe zijn, we moeten ons afvragen of hetgeen we nu allemaal geregeld hebben nog wel van deze tijd is. Het valt bijvoorbeeld op dat eendaagse keuringen steeds succesvoller worden, blijkbaar willen fokkers hun dieren liever niet meer dagen van huis hebben. Volgens mij zouden de aanstaande bijscholingsdagen voor keurmeesters, -waarin speciaalclubs een belangrijke inbreng krijgen-, geschikt zijn om een nieuw te erkennen ras of kleurslag uitgebreid te gaan bespreken en daar dan tevens de keurbevoegdheid aan te koppelen. Waarom nu al stoppen als keurmeester? Ja, ik heb me voorgenomen om na het volgende seizoen te stoppen. In de eerste plaats wil ik stoppen op het moment dat het keuren nog goed gaat. Bovendien denk ik dat er momenteel voldoende jongere keurmeesters zijn die de kwaliteit hebben om het stokje over te nemen. Daarnaast willen we, m n vrouw en ik, wat meer tijd samen doorbrengen en meer aandacht besteden aan onze kinderen en kleinkinderen. Blijf je wel fokker? Misschien op iets bescheidener schaal, maar ik blijf zeker meedoen zolang dat mogelijk is. Waarom juist Hollandse krielen? Dat was louter toeval, maar ook het gedrag en het type bevallen me goed. Naast zwart fok ik patrijs en een enkele blauwe, deze laatste omdat ze zo zeldzaam zijn. Geheel onverwacht heb ik dit jaar enkele volledig witte dieren uit zwart gefokt, hoe dat kan is me niet duidelijk. Overigens heb ik naast de Hollandse krielen ook altijd wel vechtkrielen gefokt. Dezelfde hen nog een keer. Waar let je op bij het samenstellen van de foktoom? Het antwoord is kort: Type, vitaliteit en bevedering. Haal je wel eens vreemd bloed? Bij zwart erg weinig en bij de patrijskleurigen wel eens, maar dan bij voorkeur bij iemand die al eens een dier van mij gebruikt heeft. Hoeveel kuikens fok je per jaar en wat voer je? Van de Hollandse krielen ongeveer 80 zwarte en 80 tot 100 patrijskuikens. Van de Modern Engelse vechtkrielen ook zo n 60 kuikens. De kuikens krijgen tot drie weken Garvo opfokmeel en daarna Start en Growmeel van Havens. Als ze wat ouder worden schakel ik over op opfokkorrel van Fuite. In de fokperiode voer ik foktoomvoer van Garvo, daarnaast geef ik maximaal twee keer per week wat groenvoer. Doe je preventief iets tegen coccidiose? Ja, als ik de kuikens na ongeveer drie weken verplaats van de opfokhokjes 35

36 Een extra mooie Hollandse kriel haan met prima type en kleur. om één en ander onder de aandacht te brengen. Overigens vind ik dat ook de speciaalclubs een belangrijke taak en verantwoording hebben in het nog meer bekwamen van keurmeesters. De al eerder genoemde bijscholingdag van keurmeesters geeft daarvoor goede mogelijkheden. Naast de Hollandse krielen worden er ook steeds wat vechtkrielen gefokt, hier een fraai gestelde Modern Engelse krielhaan. naar de binnenrennen geef ik ze een preventieve kuur en als ze na een week of tien naar buiten gaan, dan geef ik ze opnieuw een preventief kuurtje. Binnen de Hollandse Krielen Club heb je een actieve rol gespeeld om verbeterpunten onder de aandacht van de collega-keurmeesters te brengen. Ben je tevreden over het resultaat? Ja, daar ben ik wel tevreden over. Het is gebleken dat je met heldere afspraken en eenduidigheid bij het keuren een goede invloed hebt op de kwaliteit van de dieren. Ook op het congres van de KV kregen we de mogelijkheid Bestaat onze hobby over 25 jaar nog? Als we tijdig inspringen op alle veranderingen om ons heen dan ben ik er van overtuigd dat er ook dan nog hobbydieren gehouden en geshowd worden. Het is wel moeilijk om in dichtbebouwde wijken dieren te houden, mensen worden ook steeds minder verdraagzaam. Wat vind je van Kleindier Magazine? Zonder meer een goed en noodzakelijk blad. Dat jeugdleden het blad gratis kunnen ontvangen is een prima zaak. Marten van Pijkeren, een man die recht voor z n mening uit durft te komen en bovendien het standpunt huldigt: Zeg wat je doet en doe wat je zegt! Na nog een drankje genuttigd en de dieren bekeken te hebben, konden we met een tevreden gevoel huiswaarts keren. Enkele dieren in de trainingskooi, ideaal om af en toe wat dieren in te plaatsen, zodat ze aan de tentoonstellingskooi gewend raken. Een tweetal patrijshennetjes waarvan de rechtse nog iets mooier van kleur en pepering is. 36

37 Eendjes kijken met Rick en Sven Niets is mooier dan bij dieren te kunnen zijn vinden Rick en Sven. Door Marjan Holmer-Vriezekolk Op weg naar de watervogelfokkers Rick en Sven ten Have dacht ik aan mijn jeugd toen ik nog bij mijn ouders in een klein dorp woonde. Heel af en toe gingen we met moeder mee naar de grote stad. Dat was een hele belevenis met de bus. Steevast ging er een zak met oud droog brood mee, want we gingen bij aankomst eerst eendjes en zwanen voeren. Bij het busstation in Deventer is namelijk een hele grote waterpartij (het Nieuwe plantsoen) met veel eenden en een paar mooie hagelwitte zwanen. Eendjes voeren, we keken er naar uit! Dit plezier ervaren de in Lievelde wonende Rick en Sven elke dag in hun jeugd. Wat een rijkdom als je mag wonen zoals zij. Aan een zandweg tussen weilanden en akkers. Een mooie plek voor watervogels en alles wat er -tot verrassing- nog meer bleek te wonen. Rick s Oud Hollandse kuifeenden hebben alle ruimte. er ook in bij Rick. Niks wordt door vader Arno gedwongen. Welke dieren heb jij Rick? Oud Hollandse kuifeenden, Kwakers in zilver donkerwildkleur, Witoog eenden, Serama s, Cochinkrielen meerzomig patrijs en witte Texelaar stamboekschapen. Dat is al een hele rij met rassen. De lol van het showen van dieren voor Rick is dat hij zich kan meten met andere fokkers, die leert kennen en zo ook weer dieren kan uitwisselen als dat zo uit komt. Ook heeft Rick er geen moeite om soms niet mee te doen in de jeugdklasse. Ik hoef niet perse te winnen, want dan is er voor een ander ook niks aan. Een uitspraak die deze dierenliefhebber siert. Op de vraag wat dan leuk is om te winnen komt het antwoord: Ik ben overal blij mee. Over zijn verwachtingen van het komende tentoonstellingsseizoen kan Rick nog weinig zeg- gen. Hij heeft 40 Serama kuikens en 20 Kuifhoen kuikens. Bij de Kwakers helaas nog geen jonge dieren. Een wilde kat en een marter zijn daar de oorzaak van. Zijn mooiste succes van de afgelopen Wie is Rick? De 16-jarige Rick gaat na de zomervakantie vier dagen werken bij een boomkweker en één dag naar school op het Groenhorst College in Velp. Hij kiest voor een opleiding in Velp omdat hij anders misschien wel ergens nog verder weg op kamers moet gaan wonen. Dat is geen optie geeft Rick aan, want dan moet ik weg van mijn dieren en dat wil ik niet. Zijn hobby s zijn werken bij een boomkwekerij en thuis een beetje prutsen, zoals hij zegt. Dat prutsen is vooral bezig zijn met de dieren die de familie Ten Have rijk is. Als vierjarige was Rick al lid van VPKV Varsseveld. Hij krijgt het met de paplepel ingegoten, maar het zit Oud Hollandse Kuifeend met hun grappige kuif, Rick heeft al zeker 20 kuikens. Rick geniet ook van Cochinkrielen, meerzomig patrijs. Op de achtergrond de ezels Pien en Pleun. 37

38 jaren? Oneto 2015, daar had ik de beste Serama en de beste gedomesticeerde watervogel, mijn Kuifeend. Toen we gebeld werden met de uitnodiging voor de prijsuitreiking werd er gezegd dat we weer met de hele familie mochten komen, vertelt Rick lachend. Sven had mooiste oorspronkelijke watervogel, een Chilitaling en pa mocht bij de senioren de prijs voor de mooiste oorspronkelijke watervogel in ontvangst nemen. Wie is Sven? Sven is 14 en volgt ook groen onderwijs op het AOC in Borculo. Hoewel planten ook leuk zijn gaat Sven meer voor de techniek die overal bij komt kijken. Elke dag moet er zeker 34 km gefietst worden voor een retourtje school. Als of dat nog niet genoeg is, voetbalt Sven als linksvoor bij SV Longa 30 in Lichtenvoorde. Dan moeten we toch even de vraag stellen van welke landelijke club Sven fan is. De Graafschap en Ajax, is het antwoord. Oei, dan zat je aan het eind van de competitie in een lastig parket, zeg ik. Valt wel mee, aldus Sven, want het werd toch 1-1? Tja, zo kun je het ook beredeneren. Dan is er nog het Portugese Benfica met de grijs van daar zul je wel nooit van gehoord hebben. Sinds 2011 is Sven ook fan van watervogels en hoenders en dus ook lid van VPKV. De raskeuze is gevallen op Chilitaling en buff Cochinkrielen. De Chilitaling vind ik gewoon mooi is de logische verklaring op de vraag waarom nu speciaal deze. De moeilijkheid aan het fokken van mooie Chilitalingen is de snavel. Hoe beter de tekening op de snavel, hoe beter ook de tekening op het lichaam, weet Sven. In de standaard staat voor een woerd: Vanaf de basis tot de punt een zwarte streep met lichtblauwe omranding. Vanaf de basis aan de zijkanten een gele vlek welke reikt tot ¾ van de snavellengte, overgaand in blauw naar de punt. Het fokken van Chilitalingen gaat best goed, want Sven won op de open Van Pallandtshow in Varsseveld de collectieprijs, een glazen bokaal met een klokje erin. Het was een verrassing voor Sven tijdens de jaarvergadering. Hoewel het schoolvakantie was, wilde ik eigenlijk niet mee naar de vergadering. Ik wilde mijn lievelingsfilm de Hobbit kijken, aldus Sven, maar mijn moeder wist mij toch zover te krijgen om mee te gaan, 2015 was een succes jaar. Hij wint het liefst een beker, als ik geld win dan gaat het naar pa, omdat hij het inschrijfgeld en het voer voor mij betaalt Chilitalingen zijn nog beter dan de Paashaas in het verstoppen van hun eieren. Dat is lastig geeft Sven aan, want hij wil de eieren onder een kip laten uitbroeden en moet de eieren dus rapen, maar dan moet je ze wel kunnen vinden. Tijdens de rondgang over het erf komen we in het schuurtje waar de broedse kippen aan hun hobby bezig zijn. Watervogels fokken Hoe gaat het fokken van watervogels in zijn werk als er diverse soorten bij elkaar op één terrein en één vijver wonen? Watervogelkoppels zijn vrij monogaam, volgens de jonge heren. Als er eieren zijn gelegd dan rapen we die en leggen we die onder onze kippen. Op die manier kunnen de eenden zorgen voor een tweede legsel. Onze kippen zijn een allegaartje van kruisingen maar we letten wel op dat het niet al te grote kippen Sven is een fan van Chilitalingen en hoopt met zijn jonge kuikens weer mooie beoordelingen te behalen. worden, maar wel brede dieren. Onder brede broedse kippen passen meer broedeieren. De broedtijd is zo n vier weken, dan gaan de kuikens in een opfokbak voorzien van warmtelamp. In een bak met een klein laagje water begint de eerste zwemles en zo leren ze zichzelf in te vetten. Die beschermlaag op hun veren hebben ze nodig om te kunnen zwemmen. Na verloop van tijd krijgen ze meer en dieper water tot hun beschikking. Na vier tot zes weken hebben ze veren en kunnen ze terug op de vijver, nadat ze hun zwemlessen hebben gehad in de schuur. Sven vertelt dat hij bij zijn jonge Chilitaling kuikens ook een jong Cochinkuiken heeft zitten. Kippenkuikens zijn altijd druk in de weer om voer te pikken en zo kunnen de eendenkuikens dat mooi van ze afkijken en vervolgens nadoen. Rondleiding De familie Ten Have woont lekker buitenaf en heeft alle ruimte, wat de dierenliefhebbers dikwijls verleidt aankopen te doen. Rick en Sven geven een rondleiding over het terrein dat Buff Cochins, Sven gaat duidelijk voor oranje! 38 Met zakken gevuld met mensenhaar moeten ervoor zorgen dat marters en andere ongewenste dieren het erf mijden.

39 voorzien is van stroomdraad, een wildcamera en aardappelzakken gevuld met mensenhaar. Omdat ze zo heerlijk buiten wonen is het wel zo dat ze die ruimte delen met vossen, marters en andere roofdieren die graag buiten de dierenverblijven worden gehouden. Een wildcamera heeft al een vos op foto vastgelegd. Niets is vervelender als je s ochtends buiten komt en je mist dieren of ziet ze dood liggen. Langs het pad van de watervogels hangen aardappelnetjes met daarin mensenhaar dat vader Arno bij de plaatselijke kapsalon heeft opgehaald. Dit zou o.a. maters moeten tegenhouden. Vrij eenvoudig en gratis te realiseren, dus de moeite van het proberen waard. De ezels Pien en Pleun slaan ons gade. Rick is dol op de ezels, ze lijken wel helderziend. Ezel Pien legt haar kop zo op een plek waar je pijn hebt, vertelt Rick. Terloops werpt Rick een snelle blik op de pony s Mirthe en Sterre. Eén van de dames moet vandaag of morgen bevallen. De uitvoerige rondleiding voert langs de hokken van de jonge Chilitalingen en jonge Kuifeenden. Kijk, zegt Rick, deze heeft een goede kuif en die eend niet, deze heeft twee kuiven op zijn hoofd. Dan komt er nog een foto tevoorschijn van een Kuifeendkuiken waarbij een poot uit zijn hoofd groeide, foutje van de natuur. Sven showt zijn Cochinkrielen en moet dan naar de voetbal. Aan Cochinkuikens kun je goed het verschil tussen hanen en hennen zien. De hen is op de borst meer patrijs gekleurd en de haan is roder op de borst en in het geheel lichter van kleur. In de weide lopen Rick s Kuifeenden en Kwakers. In de schuur ook volop Serama s. Tussen neus en lippen door komt er een verhaal op tafel over een soort van Naturalis museum in Londen waarvan twee vertegenwoordigers in de herfst van 2015 bij de familie op bezoek zijn geweest omdat ze hier goede Kuifeenden in wildkleur zouden kunnen fotograferen. Belevenissen zijn er genoeg met hun dieren. Zo ook het verhaal van de ontsnapte struisvogel in 2006 dat de media haalde. De struisvogel was ontsnapt nadat hij was geschrokken van overkomende feestballonnen en na een week was hij nog niet terug, totdat hij gespot werd door de melkboer en zijn vrouw, die de familie waarschuwde. Er volgde een struisvogelrodeo in samenwerking met de brandweer, de enige instantie die hulp wilde bieden. Urenlang werd geprobeerd de vogel te vangen tussen mais en aardappels. Op een gegeven moment werd de vogel moe en struikelde hij en met een snoekduik lagen vader Arno en de vrouw van de melkboer in een greppel, maar ze hadden hem toch te pakken. Zo lag het stel samen met de struisvogel in de armen en was de vogel weer veilig thuis zonder een ongeval te veroorzaken op de rijksweg. Google maar eens, dan zie je het verhaal op internet. De struisvogel heeft inmiddels een andere baas en nu lopen er Wallaby s, een kleine kangoeroesoort, met een jong. Na een draagtijd van ongeveer vier weken wordt het jong geboren en kruipt het als wurm van amper een cm een weg van 15 centimeter naar de buidel van de moeder om zich verder te ontwikkelen. Het klemt zich vast aan één van de drie tepels en neemt die in de mond. Hieruit komt melk die geschikt is voor het jong, want aan de vierde tepel drinkt het jong van vorig jaar nog en dat is andere melk. Na zes maanden steekt het jong voor het eerst zijn kopje naar buiten. De ontwikkeling gaat nog steeds door tot het sterk genoeg is om een paar sprongen te maken in de buitenwereld. Het is duidelijk dat Rick verknocht is aan zijn dieren. Ook heeft hij op school al een andere jongen besmet met het dierenvirus. Vaak gingen er broedeieren op de fiets mee naar school om zijn klasgenoot te voorzien. Het AOC kocht ook eenden van Sven. Zelfs op de basisschool droeg hij zijn hobby uit tijdens een spreekbeurt en vooral aan de hand van echte dieren zaken te laten zien. School is ook op bezoek geweest. De familie had een leuke rondleiding bedacht en een quiz. Een perfecte locatie voor praktijklessen of zorgboerderij initiatieven! Hebben jullie, jongens en meisjes, er wel eens aangedacht je klas uit te nodigen om zo je klasgenootjes kennis te laten maken met je hobby? Vraag anders eens bij je club of je kindervrijkaartjes mag uitdelen in je klas. Samen naar jullie clubshow hoe leuk zou dat zijn! Hebben de heren Rick en Sven nog ambities? Ja, die zij er zeker. Rick zou na zijn studie best een bestuursfunctie willen vervullen binnen VPKV of Oneto. Sven is ook bereid de handen uit de mouwen te steken, als het maar niet met cijfers is. Nu helpt Rick ook al volop tijdens de Van Pallandtshow. Hij neemt er zelfs zijn enige baaldag van school voor op. Of ik ben gewoon ziek, geeft hij aan, maar helpen zal ik. Opbouw, schrijven bij een keurmeester, afbouw en bij de troeteldierkeuring. Het mooiste van hun eigen van Pallandtshow? Het uitsmijters eten na afloop als alles gedaan is. Rick en Sven zijn uit het juiste hout gesneden. Dus jongelui, als het bestuur je vergeet te vragen voor werkzaamheden en je wilt wel graag, meld je dan zelf aan. Er zijn leuke klusjes voldoende binnen de vereniging. Doen he! Je zult er veel plezier aan beleven net als Rick en Sven. Eendjes kijken, het is en blijft boeiend. De Chilitalingen van Sven dobberen hier graag met alle andere soorten, zoals twee zwarte zwanen. Wallaby s, Rick weet er alles van. Eerst door een studie voor een spreekbeurt en nu door ervaring. Ook hier kun je uren naar kijken. 39

40 Thüringer witkop Thüringer witborst De tekeningen tonen overeenkomsten en verschillen tussen de Thüringer witkop en de Thüringer witborst. Thüringer witborst, -witkop Tekst: Hans Schipper Foto s: Ben Kocken Beide rassen zijn fokproducten uit het Groene Hart van Duitsland, het Thüringerwoud, in plaatsen aan de zuidwestrand van dit gebergte. Daar bestaan heel romantische verhalen over handwerkers die in de donkere dalen tijdens hun werk van voor hun werkplaats scharrelende duiven zaten te genieten. Er zou toch ook nog wel gewerkt worden? Niettemin: deze mensen hebben ons schitterende sierduivenrassen nagelaten. Fokkers aldaar hielden kennelijk van voetbevedering In die hoek ligt ook de oorsprong van de Schmalkaldener moorkop. Deze vormt met de Thüringer witborst, de Thüringer witkop en de Thüringer eenkleurige veldduif (Thüringer Einfarbige) het kwartet voetbevederde Thüringer sierduivenrassen. De Schmalkaldener moorkop is nu een structuurduif, de anderen zijn kleurduiven. Thüringer witborst blauwzilver geband De Thüringer witborst ontleent zijn naam aan de witte slab op de voorhals, de borst zit lager. De Thüringer witkop aan de witte monnikskop. De Thüringer witborst en de -witkop vormen met de Thüringer witplaat kleurduif (Mäuser) een drieduifschap. De rassen hebben dezelfde oorsprong 40

41 Thüringer witborst zwart. en zijn geleidelijk ontstaan uit selectie op voorkeur voor verschijningsvorm (fenotype), veroorzaakt door mutaties in erffactoren en kruisingen met andere rassen. Ruim 100 jaar geleden zijn uit deze mengelmoes drie fenotypes gespecificeerd in variëteiten die later zijn benoemd en gestandaardiseerd, zoals we ze nu kennen. Door verminderde welvaart en oorlogen heeft ook in Thüringen de duivenhobby zijn ups en downs gekend. Na iedere down moest fors gekruist worden met andere rassen -o.m. trommelduiven, witstaarten (Saksen ligt naast de deur) en Lahore-, om ook de witborst en witkop weer in de up te krijgen. De gevolgen van die erfenissen en ook elkaar dwarszittende raskenmerken, overwegend in en/of door de tekening, houden, vooral bij de zeldzamere kleurslagen het reproductierendement voor showduiven aan de lage kant. Naast dit euvel zal voetbevedering ook een rol spelen (kaalbenige duiven vergen minder zorg) waardoor deze rassen in alle tijden zeldzaam zijn geweest, ook in hun geboortestreek. Dat blijkt uit de inzendingen op de clubshows van de Duitse speciaalclub voor Thüringer Kleurduiven. Op de Jubileumshow 2013 in Leimbach/ Thüringen zaten 250 witborsten van 23 inzenders in 12 van de 14 erkende kleurslagen en 125 witkoppen van 12 inzenders in 12 kleurslagen. Hoezo zeldzaam? Dat is gemiddeld 10 duiven per inzender. Wanneer zo n tentoonstelling in hun nabije omgeving plaatsvindt komen daar altijd wel grootinzenders die ook één of twee duiven van een zeldzame kleurslag inzenden. De Duitse Sierduivenfokkersbond VDRT heeft deze rassen gepromoot. In 2010 was de Thüringer witkop Ras van het Jaar, in 2013 was dat de Thüringer witborst. Rasbeschrijving De overeenkomsten en verschillen van beide rassen worden in hetzelfde tekstdeel beschreven. Te beginnen met type, grootte, stand en houding. Door hun figuur zijn beide rassen ook vormduiven. Ze moeten de contouren (type) en de grootte van de veldduif (stadsduif) tonen. Goed ontwikkeld maar niet fors of groot. De Duitse standaard gebruikt het woord kräftig dat stevig, sterk betekent. Het type kán perfect zijn, terwijl een duif te Thüringer witkop geel. klein, of te groot (lomp) kan zijn. Goed gevulde, geronde en wat naar voren gedragen borst. De rug relatief breed en licht afhellend (30 o ). Naar boven slank wordende hals met daarop een langwerpig, lichtgewelfd kopje, voorzien van een schelpkap. Dit alles staat op krap middellange, in het enkelgewricht iets doorgeknikte stadsduivenpootjes. De houding is de natuurlijke duivenhouding: onderrand vleugel waterpas, de staart in het verlengde van de ruglijn en vrij van de grond. De pootjes zijn begroeid met voetbevedering. Tekening Beide rassen hebben een gekleurd lichaam en gekleurde vleugels. De staart en voetbevedering is wit. Bij de witborst op de voorhals een witte slab. Een ideale slab loopt vanaf de kap recht naar beneden tot even boven de vleugelboegen en vervolgens met een boog naar de borst tot de hoogte van het borstbeen. Van voren gezien wordt de slab naar beneden breder en onderaan rond gewenst, symmetrisch en scherp afgetekend. Niet groter, kleiner mag, maar niet te veel. Om de slab in acceptabele showconditie te krijgen moet ze doorgaans worden bijgewerkt. Dat vergt een fijn schaartje, geduld en vroeg beginnen. Zonder kapperskunst geen show-witborst. Wanneer de duif in de kooi zijn kop draait kan de aftekening toch nog worden verstoord. Conditioneren heeft zijn grenzen. De staart op de rug/stuit bij voorkeur zo laag mogelijk en strak afgetekend. Bij een standaardmatige witte borst wil het wit op de rug graag omhoog kruipen. De slab gaat voor! Dat geldt ook, -maar in mindere mate- voor de witkop. De ideale aftekening van de witte monnikskop loopt vanaf de kap met een scherpe booglijn tot 1 tot 1½ cm onder de snavel. Die tekening kan te hoog, maar ook te laag zitten en moet wel strak zijn. Ook bij dit ras bij voorkeur een lange rug. Kopaftekening eerst. De relatie tussen de koptekening en de rugaftekening blijkt, ondanks vele pogingen, niet vast te leggen. De overeenkomst in tekening van de witborst en witkop, -en daarmee ook wel hun probleem-, is de afwijkende monniktekening. Monnikduiven hebben witte slagpennen, de witborst en witkop gekleurde. Ze voeren meer kleurstof, daardoor gekleurde staartpennen (hoewel dat ook bij Monnikduiven voorkomt) en gekleurde voetveren. Gekleurde staartpennen vormen een kleurreserve en kunnen nuttig zijn, maar zij vererven ook behoorlijk. Beide rassen moeten -in elk geval op de show- 10 gekleurde slagpennen en 12 witte staartpennen hebben! De voetbevedering is wit met gekleurde gierhakken. Kleur en kleurslagen Beide rassen kennen nogal wat kleuren. Bij de witborst zijn de blauwe en blauwzilver kleuren favoriet, direct gevolgd door de lakkleuren zwart, rood en geel. Bij de witkop komen de lakkleuren op de eerste plaats, gevolgd door blauw en geel zilvergeband. De overige postduivenkleuren zijn met 41

42 Thüringer witborst geelzilver gekrast. afstand zeldzaam en kennen heel weinig fokkers. Bij een kleurduif mogen/moeten hoge eisen worden gesteld aan de kleur, deze moet zuiver zijn. De lakkleuren met veel glans. Bij zwart groenglans op de borst, buik en flanken. Bij rood wordt naar een groene waas (glanszoom) op het rood gestreefd. Bij beide rassen is bij rood en geel het krijgen van een goed doorgekleurde buik en/ of doorgekleurde slagpennen een hele toer. Wanneer toch op de kleur iets is aan te merken zitten daar doorgaans de problemen. Topduiven tonen aan dat een egale kleur mogelijk is. Bij zwart en de blauw- en blauwzilver kleurslagen worden hoge eisen gesteld. Onder kleur verstaan we ook het vleugelpatroon. Daar kan niet zo hard aan worden getrokken als bij voorbeeld bij Thüringer vleugelduiven of -zwaluwen. Bandaanzet bij ongebanden, aanzet van een derde band bij gebanden en schimmel of roest in het vleugelpatroon zijn bij kleurduiven altijd ernstige fouten. Een regelmatig kraspatroon is belangrijk. Door de veerstructuur wijkt de krassing op schouders/rug af van die op de vleugels. Bij blauw- en blauwzilver gekrast is het vleugelpatroon doorgaans scherper dan bij roodzilver- en geelzilver gekrast. Ondergetekende fokt al meerdere jaren rood- en geelzilver gekraste witborsten. Nergens te krijgen, dan maar zelf maken, en t is gelukt in zeer acceptabele kwaliteit. Echter op een enkele uitzondering na kan ik van de gekraste dieren alleen jonge duiven showen. Bij veel overjarige dieren worden de buitenvanen van de slagpennen, -die bij deze kleuren licht moeten zijn-, donker. Dat ontsiert en je hebt keurmeesters Gelijk hebben ze! Oogkleur Eén onderdeel heeft in de loop der tijd voor de nodige deining gezorgd: de oogkleur. In de boeken van Spruyt en vooroorlogse Duitse standaards staat de oogkleur beschreven als geel tot roodbruin, maar deze rassen werden, -als gevolg van kruisingen- ook met donkere ogen gefokt. Daar zitten we nog mee. Voor de gevolgen van twee oogkleuren is steeds heftig gewaarschuwd. In de Duitse standaard van 1951 is een keuze gemaakt: Thüringer witkop rood, detail kop. Thüringer witborst geelzilver geband. 42

43 Thüringer witborst blauw zwartgeband. Thüringer witkop rood. Thüringer witkop geelzilver geband. Witborst: donker of rood (vakuitdrukking voor oranjerode iris), witkop: donker bij alle kleurslagen. Dat laatste is het meest consequent: in een witte kop zitten genetisch (kleurloze) donkere ogen (er zijn uitzonderingen; dat zijn genetisch schimmels). De huidige praktijk is dat bij de witborst de lakkleuren worden gefokt met donkere ogen en de postduivenkleuren met oranje iris. Het plaatje in onze standaard toont dat andersom. Ervaren topfokker Günther Schneider uit Viernau/Thüringen, bezorgde mij de uitdaging om bij de zeldzame kleurslagen toch vooral op goede oogkleur te letten. Nou, dat vergt incassering. Veel afwijkingen. Zijn antwoord op mijn beklag daarover: Ja Hans, dát hoort erbij! Ergo: De witkop kent dan wel één oogkleur, maar wel degelijk ook oogafwijkingen. Niet mee fokken. Houdt het bestand beperkt, maar hiermee ook het aantal showduiven. Voetbevedering, de grootte is verschillend Witborst: krap middellange, dichte voetbevedering. De Duitse speciaalclub hanteert de norm dat de tenen tenminste bedekt moeten zijn. Witkop: goed ontwikkelde voetbevedering. Korter dan bij de Saksische kleurduiven, maar iets langer dan bij de Neurenberger zwaluw. Gerond en gesloten, te lang is ongewenst. Kap Beide rassen moeten een brede schelpkap hebben aan weerszijden begrensd door rozetten. De kap van de kop afstaand, goed gesloten en regelmatig. De kap moet van voren gezien boven de kop een mooie ononderbroken boog vormen en van terzijde gezien in een ononderbroken boog overgaan in de nekbevedering. De kap moet aan weerszijden van de kop begrensd zijn door rozetten. Die moeten -in de kooi- duidelijk waarneembaar zijn. De rozetten zijn rondom gesloten en op oorhoogte. Niet lager, maar ook niet hoger, niet in de nek en op gelijke hoogte. Op hoogte sterk van elkaar afwijkende of ontbrekende rozetten is een heel ernstige fout. De kap vergt vakkundig conditioneren, maar vooral onzichtbaar. Dat geldt ook voor eventuele wenkbrauwen. Snavel Een normale duivensnavel, die moet blank zijn. Een gevlekte snavel is een ernstige fout. Thüringer witborst met mooie slab, dit vergt vaak vakkundig conditioneren. Thüringer witkop blauwzilver ongeband, deze kleur is uiterst zeldzaam. 43

44 Heeft uw vereniging iets te vieren? Geen tijd om te stoppen? Kom online shoppen! DE SPECIALIST - Diervoeders - Benodigdheden - Geneesmiddelen - Bodembedekking - Laarzen/Klompen - Reinigingsmiddelen - Enkelvoudige zaden - Bestrijdingsmiddelen - Tuin & Landbouw artikelen Totaal samengesteld pakket tot 25 kg 3,95 verzendkosten Ook voor de grootverbruiker kunnen wij een scherpe offerte aanbieden. Ga naar de site of bel! Uitgegeven ter gelegenheid van het 80 jarig bestaan van Kleindiervereniging Onze Liefhebberij. De Witte van Hotôt bedankt u voor uw inbreng een verjaardagskalender? PRINTING Ganskamer JG Epe info@jbprinting.nl LP Sportwapens Luchtbuksen en pistolen Handbogen Kruisbogen Blaaspijpen Jachtartikelen Persluchtartikelen Verrekijkers Richtmiddelen Optiek Diverse accessoires Vierkant achter kwaliteit in dierenverblijven Kenauweg BB Leiden / (Privé) info@lpsportwapens.nl / De grootste speciaalzaak van luchtbuksen in Nederland

45 Lagelandse kalkoen Bord in het centrum van het dorp dat het fokcentrum nog aanduidt. Een geelschouder haan. Tekst en foto s: René Zanderink We werden op 8 december op een zonnige dag in de vrieskou op haar boerderij begroet met helikoptergeronk. Mevrouw Foubert bezwoer ons dat dit door ons bezoek kwam, de helikopterpiloot zou op zoek zijn naar bewijs dat zij en haar man nog steeds op grootschalige wijze kalkoenen zouden fokken en verkopen. En dat is streng verboden! We bevinden ons in het centrum van de kalkoenfok in het Waalse dorp Ronquières (provincie Henegouwen). Of de helikopter nu op zoek is naar bewijslast van illegaal mest uitrijden, illegale vissers op het étang even verderop, of inderdaad op zoek waren naar honderden, of duizenden uit de bouwvallige hokken losgelaten kalkoenen, zal wel een mysterie blijven. Feit blijft dat het kalkoendorp sinds 2008 eigenlijk geen kalkoendorp meer is. Het helikoptergeraas lijkt op iets dat in Nederland een wietvlucht wordt genoemd, een speurtocht naar een illegale hennepplantages. Mevrouw Foubert wilde ons eigenlijk ook niet ontvangen, omdat ze bang is voor te veel publiciteit en vervolgens nog meer inspecties en helikopters, want ze mag sinds 2008 niet meer dan 100 kalkoenen houden. Ze hadden er ooit 1.000, zo vlak vóór de Kerst. We overreden haar door onze passie voor en kennis over haar bijzondere kalkoenen te tonen. Als de helikopter voor de tweede maal boven onze hoofden rondzwenkt, maar ditmaal iets dichterbij, beginnen we toch te geloven dat onze komst en het rondvragen bij de plaatselijke kruidenier niet onopgemerkt gebleven is. Immers, net buiten het dorp stond een bord met de aankondiging dat we hier het Belgisch centrum van de kalkoenfok betraden, vervolgens stond er nog een bord Zo moeten de kalkoenen tegenwoordig vanwege allerlei wetsbepalingen gehouden worden. midden in het dorp, maar even verderop bij de kerk staakten de aanduidingen. Later zou duidelijk worden waarom er geen breed gedragen kalkoencentrum meer is. Wat een toeristische trekpleister had kunnen zijn, is in elkaar gestort. Meneer en mevrouw Foubert zitten eigenlijk in zak en as, hun zoon wil het bedrijf niet overnemen en ze hebben geen geld voor verbouwingen, zodat ze aan de verplichtingen van de door Brussel opgelegde mestwet niet voldoen. Dat zou namelijk betekenen dat ze betonnen stallen moeten bouwen. De mest mag niet in de grond doordringen. (Net als bij de eendenhouderij bij Harderwijk). Ze moeten voor elke geslachte kalkoen apart een inspecteur betalen, de gemeente laat hen in de steek, subsidies blijven uit. Voor de pers was de kalkoen van Ronquières, zo rond de eeuwwisseling een eenmalig iets, maar toeristisch, -wat men hoopte-, is het niet geworden, de toeristen bleven weg. We moesten bij de dorpskruidenier vragen waar de dindes zich bevinden. Dat weet iedereen in het dorp, want alle klanten in de winkel bemoeien zich met onze vraag. De vogels bevinden zich blijkbaar 2 km verderop aan de andere kant van het dorp. Joachim Beuckelaer, geelschouderkalkoen, Mauritshuis Den Haag. 45

46 Alle rassen (uitgezonderd wit) plus Ardenner kalkoen. De stand van zaken rondom een zeldzaam Belgisch huisdier Wellicht de oudste kalkoen van de Lage Landen. Tenminste als we de founding father van deze gedachte aanhoren, professor Bruno Goddeeris, in het dagelijks leven professor Immunologie aan de universiteiten van Leuven en Gent. Hoe gelaten de stemming van mevrouw Foubert ook was, des te gedrevener deze 60-jarige hoogleraar is. Zijn vader hield altijd allerlei pluimvee, naast duiven, eenden en ganzen, soms ook kalkoenen, en vader, Bruno en broer Boudewijn waren alle drie pluimveekeurmeesters. Op een gegeven moment -zo rond kregen ze een telefoontje van collega keurmeester Andy Verelst dat er zich op de markt van Mol een aparte kalkoen zou bevinden, wellicht een meerzomige patrijskleur. Goddeeris ging er snel kijken en kwam tot de conclusie -wetende hoe de kalkoen op het schilderij van Joachim Beuckelaer De welvoorziene keuken, Rijksmuseum Amsterdam 1566) er uitzag- dat dit wel eens deze kalkoen zou kunnen zijn. Boudewijn had een ander schilderij van Beuckelaer in het Mauritshuis in Den Haag gezien, waarop een soortgelijke kalkoen voorkwam. Was dit de geelschouderkalkoen, die ze in Ronquières de dinde avec épaules jaunes noemden? Volgens de gebroeders Goddeeris wel en ze kochten drie van deze kalkoenen op de markt in Mol en enkele weken later op de markt van Retie nog enkele exemplaren. Later zouden ze nog veel meer van deze kalkoenen in Oost-Europa tegenkomen, want de kalkoen van Ronquières stond als eerste West-Europese kalkoen -hier door de Spanjaarden tijdens de 80-jarige oorlog gebracht- aan de basis van alle overige Europese en later Noord-Amerikaanse kalkoenrassen. Uit de Ronquières zou de beroemde Cröllwitzer kalkoen zijn ontstaan, waar men in Duitsland uiterst trots op is. Wereldwijd zijn er maar een stuk of 20 kalkoenrassen, waarvan de Amerikaanse de bekendste zijn, de Ronquières is de enige kalkoen die erkend wordt in vijf kleurslagen, de overige rassen kennen altijd maar één kleurslag, zoals de Norfolk Black, of de White Holland. Bruno vertelt ons: De Ronquières ontleent zijn naam aan de gemeente Ronquières ten zuiden van Brussel waar ze vanaf de 18 e eeuw op ambachtelijke wijze gefokt werd. Rond 1905 werden hermelijnkleurige Ronquières door Louis Vander Snickt aan Alfred Beeck van het pluimveestation te Halle-Cröllwitz in het oosten van Duitsland voor selectiedoeleinden afgestaan. Hier heeft de hermelijn Ronquières zich als kruisingsproduct onder de benaming Cröllwitzer niet alleen weten staande te houden, maar heeft hij ook de wereld veroverd. Maar in België hebben de twee wereldoorlogen op het ras een catastrofale invloed gehad. Beide broers konden binnen zeer korte tijd de gekende kleurslagen (o.a. volgens de standaard van 1907), namelijk patrijs, vaal en hermelijn, terugfokken. Tijdens de nafok doken ook nog in de standaard niet beschreven kleurslagen op, namelijk wit, geelschouder en zwartvleugel, waarvan hun vroegere bestaan in oude geschriften kon worden nagetrokken. Dit waren doorslaggevende argumenten dat er hier sprake was van een oude en oorspronkelijke Ronquières stam. Naast herkenning van de geelschouder van het schilderij, werden ook de witte en geelschouder kleurslag vervolgens in België officieel erkend. Tijdens deze eerste jaren heeft Bruno op grote schaal kalkoenen gekweekt en gratis uitgedeeld, zo raakte het ras her en der verspreid tot in Ronquières zelf, bij de fokker Marcel Foubert. De status van de Ronquières is nog steeds zeldzaam, hoewel het ras in België nu de meest gefokte sportkalkoen is geworden. Vooral een kwalitatief goede patrijs Ronquières is zeldzaam, de witte kleurslag is zelfs uiterst zeldzaam. Door de jaren heen heeft Bruno in Syrië, Laos en Polen Ronquières-achtige kalkoenen, voornamelijk geelschouders, aangetroffen. In theorie had men ook uit deze dieren de Ronquières kunnen terugfokken, maar dat is niet gebeurd, verzekert Bruno ons nadrukkelijk. Er werd dus bewust geopteerd om uit het nog aanwezige materiaal in de bakermat zelf, België, de Ronquières kalkoen terug te fokken, en met succes! Vijf bijzondere eigenschappen Kalkoenen zijn geen vliegers, maar ze slapen s nachts wel in bomen, althans de Ronquières van de gebroeders Goddeeris en dat is een positieve eigenschap, want daardoor kunnen ze s nachts niet bejaagd worden door een vos of ander roofdier. Tevens zijn ze in tegenstelling tot andere kalkoenrassen en bijvoorbeeld parelhoenders vorstbestendig, want ook bij vorst blijven ze buiten, dat doen parelhoenders ook wel, maar dan kunnen de tenen afvriezen. s Winters kan men bij de kalkoenen op de rug wel eens een laagje ijs of sneeuw waarnemen, maar dat deert hen niet. In een mum van tijd slagen Ronquières er in een weiland dat overwoekerd is met onkruid (vooral gras en brandnetels) tot een net gazon om te toveren. Daarnaast heeft deze kalkoen een uitermate hoog uitkomstpercentage van de eieren, tot wel meer dan 90%. De hennen leggen goed en worden zeer gemakkelijk broeds. Het zijn zeer betrouwbare en uitstekende moeders. Ook komt de zogenaamde zwartkopziekte bij dit oude ras niet voor. De vleesstructuur is zeer fijn en wijkt daarmee duidelijk af van die van de industriële breedborstkalkoenen. Tevens is de smaak zeer afwijkend. Het vlees van die industriekalkoenen is opgepept, korrelig en heeft geen vezelstructuur. De Ronquières daarentegen zijn een delicatesse. Het zijn charmante dieren, dat zie je aan de haan als hij een vrouwtje het hof maakt. Hij gaat lange tijd paraderen, voordat hij de hen betreedt. Gewone kippenhanen springen er gelijk bovenop. Kortom, de Ronquières hebben nog vele kenmerken van hun wilde voorouders behouden. Het ras is zeer gehard en een goede grazer, bezit goede vliegcapaciteiten, een zeer goede leg en is zeer vruchtbaar. Kleuren De Ronquières is het enige kalkoenenras dat in meerdere kleurslagen erkend is, zelfs vijf: wit, hermelijn, geelschouder, patrijs en vaal. Het gevederte vertoont steeds een aantal specifieke kenmerken, ongeacht de kleurslag (uitgezonderd de witte). Zo zijn de grote slagpennen steeds donkerder dan de kleine en vertonen ze een karakteristieke pepering. De veerschachten zijn steeds bleek. De dekveren vertonen allemaal een neiging tot meervoudige U-vormige zoming en de zwarte omzoming van iedere veer wordt gevolgd door een fijn wit eindzoompje. De spiegelzoming en de kleurintensiteit kunnen van jaar tot jaar variëren. Opvallend en typisch is de blauwachtige kop die slechts weinig kopwratjes vertoont. De snavel is beenwit met een blauwachtige basis, zonder zwarte aanslag. De loopbenen zijn steeds wit tot vleeskleurig. In vergelijking met andere rassen is een Ronquièreshaan een lichtgewicht (oude haan: 8-9 kg; jonge haan: 6-7 kg). Het lichaam van een pronkende haan wordt als vierkant omschreven, zowel in voor-, zij-, als bovenaanzicht. De hen is duidelijk kleiner (oude hen: 4-5 kg; jonge hen: 3-4 kg) en heeft minder vlezige uitwassen aan de kop. In de weide van familie Goddeeris lopen vooral geelschouder Ronquières, naast enkele hermelijnkleurige en vale dieren. Als resultaat van een geslaagde koppeling tussen geelschouder Ronquières komen naast geelschouder ook vale en Hermelijn. 46

47 Geelschouder op tentoonstelling. Vale. hermelijnkleurige kuikens uit het ei. Opvallend is dat de kuikens van alle kleurslagen bij de geboorte wit of bijna wit zijn. Bij hermelijn verlangt men de zwarte zoming ook in de hals, zij het zeer fijn. De grondkleur is wit en iedere veer draagt een fijne subterminale zwarte dwarsband en een zéér fijne witte eindzoom, vooral die van de hen. De borst, hals en kraag moeten volledig gezoomd zijn en liefst subterminaal. De zoming mag echter niet over de hele veer zijn uitgepeperd. De rugveren zijn aan het uiteinde helemaal zwart. Bij de haan worden volledig zwarte veren in de bovenrug getolereerd, maar de rug en de flanken mogen geen doorlopend zwart veld vormen. Men kan stellen dat geelschouders identiek zijn aan de hermelijn, maar met geelbruine schouders en kop. De grondkleur van halskraag, voorborst, voorhals en flanken is wit, al dan niet met een zeer lichte vale aanslag. Vaak is de vale grondkleur van schouders, vleugelvlek en spiegel te bleek en/of sterk gepeperd. De vale heeft een vaal -rosse grondkleur met een fijne zwarte subterminale zoming en gepeperde grote slagpennen. Het onderdons is grauwgeel en de schachten zijn gekleurd. Bij niet-raszuivere dieren ontbreekt de grijze pepering en zijn de slagpennen wit. Vaak is de grondkleur niet warm genoeg. Ook ziet men wel eens vale dieren met een zwakke zoming, of ontbreekt die volledig. Enkele jaren geleden kwam er tijdens een kweekronde geheel onverwacht een nieuwe kleurslag tevoorschijn. De kleur kan het best als zalmkleur, -zeer licht vaal met roze aanslag en met zwarte zoming-, omschreven worden. Die nieuwe kleur viel eerst in de smaak, maar werd na verloop van tijd niet langer getolereerd. Bizar feit was dat alle zalmkleurige hanen na verloop van tijd zeer agressief werden. Levensgevaarlijk! Bovendien vertoonden 20-30% van de zalmkleurige kuikens in de broedmachine een opvallende afwijking: ze vielen steeds achterover. Daarom werd er bewust voor geopteerd om deze kleurvariant af te voeren. Patrijs haan. Momenteel zijn er geen exemplaren van deze bijzondere variëteit meer in leven. Erkend streekproduct? De Ronquières is anno 2016 geen langdurig succesverhaal geworden. Dit kalkoenras is wel teruggefokt maar een commerciële basis heeft niet kunnen ontstaan. Terwijl men in Nederland initiatieven ontplooid heeft zoals het Zeldzaam Lekker-label van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen en opname in de Ark van de Smaak van Slowfood Nederland (zoals het Chaams hoen en de Twentse landgans), ziet het er bij de Ronquières kalkoen naar uit dat zo dicht bij Brussel de naleving van de milieu- en welzijnswetten het meest verstikkend zijn, terwijl men juist daar (op 47

48 de Belgisch-Franse taalgrens, al dan niet chauvinistisch) zou verwachten dat men voor de eigen biodiversiteit op zou komen. Zo zien we dit wel terug bij het Vlaamse paard enkele tientallen kilometers verderop. De Henegouwse kalkoen blijft voorlopig in de hobbyhoudershoek, terwijl het even leek dat men er een erkend streekproduct en toeristische trekpleister bij zou hebben, die door een samenwerkingsverband van tientallen fokkers gekweekt zou kunnen gaan worden. Een individualistische, maar gepassioneerde familie dient nu wellicht het loodje te leggen. Bij het verlaten van het erf van mevrouw Foubert trekt ze ons nog eenmaal de woonkamer in, waar ze ons een schilderij toont van de kalkoenenoptocht. Enkele malen werd namelijk in het dorp vanuit haar boerderij een kalkoenoptocht -net zoals in de Franse dorpjes bij Calais en Varaignes jaarlijks gehouden worden (maar dan breed gedragen en met duizenden bezoekers)- naar de kapel gehouden. Na 2008 werd dit ook niet meer toegestaan. Ze zegt het niet, maar ze heeft nog één droom: Nog eenmaal zo n kalkoenprocessie meemaken zou geweldig zijn. Maar misschien kunnen we ze naar Nederland halen, het was immers ooit de kalkoen van de Lage Landen: voor één haan en drie hennen is slechts minimaal 25 m 2 grond noodzakelijk. Kalkoenenoptocht zoals die tot voor enkele jaren geleden nog gehouden mocht worden. Een kalkoen met geschiedenis, zo valt dit ras wel samen te vatten. Weinig kalkoenen hebben zo n stamboom als deze. Het zijn zuivere dieren, de selectie is gericht op de oorspronkelijke kenmerken. Aangename dieren ook, die meer contact leggen met mensen dan bijvoorbeeld kippen. Charmante dieren bovendien. De historische Ronquières zijn niet te vergelijken met de kalkoenen uit de bio-industrie, die zijn speciaal gemaakt voor de vetmesterij. Die dikke breedborstkalkoenen, veelal gefokt in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, kunnen niets meer: ze kunnen niet vliegen, zijn zelfs niet Twee broers, Boudewijn en Bruno Goddeeris uit Vlaanderen, stelden de toekomst van de uitgestorven gewaande Ronquières veilig. De fokkers hebben bovendien, door toeval én selectie, twee eeuwenoude kleurvariëteiten weer tot leven gewekt. Iedereen dacht dat ze waren verdwenen. Opgegeten tijdens de barre oorlogsjaren van 40-45, meegenomen door de Duitsers, die verder fokten met de hermelijnkleurigen onder de naam Cröllwitzer. Echter, dan blijken er tientallen jaren later tot veler verrassing nog een paar authentieke exemplaren over. Nazaten van onderduikers met dank aan een paar boeren, die het kennelijk niet over hun hart konden verkrijgen om zulke prachtige dieren in de pan te doen. meer in staat tot geslachtsgemeenschap. De voortplanting is geregeld via kunstmatige inseminatie. Het is maar goed dat men zelfs in tijden van nood de verleidingen van het overheerlijke vlees heeft kunnen weerstaan. Anders was het echt gedaan geweest met deze unieke kalkoen. Westdorpe en Omstreken, vereniging in Zeeuws Vlaanderen, tegen de Belgische grens Tekst en foto s: Jogchum IJpma Om een bezoek te brengen aan de vereniging Westdorpe en Omstreken is t het beste om via Belgisch Antwerpen te rijden. Voorwaar geen reis die even tussen neus en lippen wordt gedaan, maar eenmaal in Zeeuws Vlaanderen aangekomen wordt de rust van het uitgestrekte landschap ervaren. Echter, de scheepvaart speelt hier een belangrijke rol en als de brug eenmaal open is kan de motor van de auto uitgezet worden. Geduld is ook voor een westerling een schone zaak. De vereniging Westdorpe en Omstreken, op steenworp afstand van de Belgische grens, is opgericht in 1958 en is eigenlijk een vrij kleine vereniging. Deze telt thans 12 leden met een fokkerskaart en 11 leden zonder, in feite zijn dit ondersteunende leden. Soms zijn dat mensen die eerder dieren fokten, maar ook familie van leden. Het aantal jeugdleden is beperkt; welgeteld één! Er worden per jaar maar enkele leden bijeen - komsten belegd. Veelal worden de leden via de mail op de hoogte gehouden. Het bestuur bestaat uit Eddy D haene (voorzitter), Annelies van Heck (secretaris), Patrick Wijnacker (penningmeester a.i.) en Jaco Jonker (algemeen adjunct). Door het onlangs overleden bestuurslid Tonny Pijcke is er een bestuurszetel vacant. Jaarlijks wordt er een jongdierendag gehouden in samenwerking met andere verenigingen waardoor er rond 100 dieren ter keuring worden aangeboden. Verder staan bestuursleden en leden met eigen dieren op de jaarmarkt en vindt er dan een huisdierenkeuring plaats. Dit trekt altijd heel veel dieren van allerlei soort, over publieke belangstelling bij deze keuring heeft men niets te klagen. De laatste keer kwam er een jongetje met een dinosaurus wat de nodige hilariteit teweeg bracht. Als de tuincentra opendagen organiseren schuiven leden van de vereniging graag aan om de hobby te promoten. Ook dan krijgt men veel belangstelling en worden vele vragen gesteld en beantwoord. Hoog in het vaandel staat de onderlinge band met en tussen de leden. Ook al wonen ze niet op Zeeland Patrick Wijnacker en Eddy D haene, de overige bestuursleden waren verhinderd. 48

49 steenworp van elkaar, de verenigingsband staat hoog aangeschreven. Voor de toekomst wordt naarstig gezocht hoe op een breder vlak samenwerking tot stand zou kunnen komen. Zo n samenwerking kan een bijdrage leveren om meer mensen bij de hobby te betrekken. Er is in het Zeeuwse volop ruimte om dieren te houden, nu nog de mensen daartoe zien te bewegen, en samen sta je sterker! Tentoonstelling Natuurlijk wordt er jaarlijks een (open) tentoonstelling gehouden waar rond 300 dieren worden ingeschreven. De verhouding haren en veren is ongeveer gelijk, maar opvallend is dat de sierduiven hier het grootst is. Eerder vond deze show in een oud schoolgebouw plaats, maar het publiek liet het nogal eens afweten. Nu wordt deze al enkele jaren in een niet meer in gebruik zijnde Katholieke kerk gehouden, -met nog veel kerkelijke voorwerpen-, die het geheel een aparte uitstraling geven. De beelden worden aangemerkt als bewakers van de levende have! Verrassend is dat er nu veel publiek de show bezoekt. De dieren staan niet getopt wat het showelement ten goede komt. Om het financiële plaatje rond te krijgen kan gerekend worden op medewerking van sponsors en leden doen -voor zover mogelijk-, veel zelf. Vooral de verlichting liet aanvankelijk te wensen over, maar met gezamenlijke inspanning is dit opgelost. Kortom, door deze unieke locatie komen de bezoekers in aanraking met de kleindierliefhebberij. Een praatje bij enkele fokkers Eddy D Haene De ontvangst voor het interview vond plaats bij de voorzitter, Eddy D Haene in het tegen Sas van Een blik in de volière van Patrick. De prachtige duivenvolières van Patrick Wijnacker. Gent aanliggende plaatsje Zandstraat. Zowel de plaats als de straat hebben dezelfde naam. Eddy stond al op zijn pad toen ik kwam aanrijden. Hij werd bijgestaan door Patrick Wijnacker. In een gezellig gesprek waar de Zeeuwse bolus uiteraard bij de koffie niet ontbrak, werd over de dieren gesproken. Eddy is 17 jaar fokkend lid en in navolging van zijn vader in de georganiseerde liefhebberij gekomen. Sinds vier jaar fokker van Thrianta s en heeft enkele blauwe Weners. Met dit laatste ras wordt vanwege de ouderdom van de dieren niet meer gefokt, zij genieten van hun oude dag! Wel wordt er met de Thrianta s gefokt, jaarlijks rond de 15 jongen. Eddy geeft aan dat er nogal eens wat kleurverschil valt op te merken tussen de jongen, uiteindelijk worden de beste dieren aangehouden. Ook pluimvee heeft zijn belangstelling en in een fraaie, nog nieuwe huisvesting worden Hollandse krielen in de kleurslag tarwe gehouden. Achter op het erf lopen nog een paar bejaarde zwarte Plymouth Rocks. De hobby bestaat bij Eddy dus niet alleen uit fokken, maar zeker ook uit het aanhouden van dieren die eerder de prijzenkast vulden. Naast zijn functie als voorzitter is Eddy tatoeëerder, secretaris/penningmeester van KL Zeeland, gedelegeerde FB en ringencommissaris. Dus aan activiteiten geen gebrek! Patrick Wijnacker In het eveneens kleine plaatsje Nieuw Namen woont Patrick. Hij is al 42 jaar lid. Zijn flinke erf is met veel zorg met verschillende soorten planten aangelegd. Er kan best gezegd worden dat hier van een grote fokker gesproken kan worden. Niet van één diersoort, nee, sierduiven, konijnen, cavia s en hoenders zijn allemaal op een prachtige wijze gehuisvest. Het benoemen van de duivenrassen die Patrick erop na houdt -ongeveer 300 duiven- gaat mijn pet te boven. Ontegenzeggelijk fraaie huisvesting wat het schoonhouden vergemakkelijkt. Als de duiven bekeken zijn vormt de konijnenstal eveneens een verrassing: Hollanders, in meerdere -en niet de gemakkelijkste- kleurslagen gehouden, maar ook de Meissner hangoor, Rex luchs en Hulstlander hebben zijn warme belangstelling. Gladharige cavia s in wit, crème en goud agouti hebben 49

50 Patrick Wijnacker, een gedreven fokker. eveneens een mooi plekje in de ruime stal waar tevens oude, -niet meer in gebruik zijnde-, landbouw en handgereedschappen aan de wand hangen. Als laatste dieren sinds kort een toom wit Columbia Brahma s. Naast de zorg voor al deze dieren heeft Patrick nog tijd om tentoonstellingssecretaris te zijn en als gedelegeerde FB te fungeren. Eerder was hij voorzitter van de provinciale FK. Ook is hij daarbij nog voorzitter van de Belgische kleindiervereniging te Stekene. Kortom, een fokker en verenigingsman in hart en nieren! Sytse de Bruine toont trots zijn duif waarmee bij vele erecertificaten heeft behaald. van overtollige dieren met liefhebbers uit andere landen, waaronder Arabië. Naast deze hobby heeft ook de aanleg van een fraaie tuin zijn interesse en fotografeert hij duiven voor Kleindier Magazine en Aviculture Europe. Sytse is secretaris van de Schoonheidspostduiven Vereniging en meer. Binnen het FB is hij belast met het maken van het tentoonstellingsrooster, dus ook hier een actief persoon op meerdere vlakken! Gilbert en Wim van Putte In Clinge krijgen we een gastvrij onthaal bij de familie Van Putte. Gilbert is inmiddels 88 jaar en ondanks die leeftijd bruist hij nog van energie. Is al 70 jaar konijnenfokker en lid van de landelijke organisatie (voorheen NKB, nu KLN). Al vanaf zijn achtste jaar houdt hij konijnen. En... altijd Vlaamse reuzen in de kleurslag konijngrijs. Zoon Wim kan op dat gebied ook niet worden uitgevlakt. Hij fokt inmiddels al 30 jaar -hoe kan het ook anders- Vlaamse reuzen, maar dan in de haaskleur, dus ieder zijn eigen kleurslag. De dieren zitten wel in dezelfde ruimte en de verzorging doen ze gezamenlijk. De jonge dieren worden nadat ze bij de moeder weggehaald worden in een zeer ruim gedeelte van de stal ondergebracht. Daarna komt de eigenlijke selectie aan bod. Wim vertelt dat hij elk geboren jong bij de moeder laat. Een nestje van 12 jongen geeft geen problemen. Wel groeien die aanvankelijk wat minder snel dan die van kleinere nesten, maar bij een juiste verzorging halen ze dat weer in. Aan tafel komen de vele verhalen los. In een prachtige vitrine zijn de vele prijzen uitgestald, en natuurlijk moet dat op de foto. Deze werd aan Gilbert getoond die opmerkte dat zijn trots, de Sytse de Bruine In Sas van Gent woont Sytse de Bruine, een ambitieuze liefhebber van sierduiven. Aanvankelijk fokte hij Vlaamse reuzen en Belgische hazen wat drie jaar is volgehouden om daarna op sierduiven over te stappen. Dit doet hij inmiddels 22 jaar. Ook hier worden meerdere rassen gehouden zoals Exhibition Homers, Oud Engelse postduivenrassen en Carriërs. Met trots toont Sytse zijn inmiddels 10 jaar oude doffer waarmee meer dan tienmaal een erecertificaat met 97 punten is behaald. Veel energie stopt Sytse in het creëren van witte Exhibition Homers waar hij al acht jaar mee bezig is. Inmiddels is hij daar ver mee gevorderd en hoopt over een of twee jaar dieren ter erkenning in te sturen. Toch is het niet eenvoudig deze kleurslag te brengen vanwege de aanwezigheid van een letaalfactor. Inmiddels is Sytse erachter gekomen hoe dit probleem voor een groot deel wordt omzeild. Als regel wordt met 30 tot 35 koppels duiven gefokt. Hij heeft goede contacten voor de afzet Sytse vordert al flink met zijn creatie witte Exhibition Homer. 50

51 Trots laat Gilbert foto s zien van vele jaren terug. Zoon Wim en vader Gilbert van Putte hebben hun hart verpand aan Vlaamse reuzen. Een vitrine vol gewonnen ereprijzen, een bewijs van fokkerskunst. fraaie bekers die er bovenop stonden op de foto ontbraken! Dus nogmaals een plaatje geschoten waarop de fraaie trofeeën goed uitkomen. Niet alleen Gilbert en Wim steken hun handen uit de mouwen voor de vereniging, ook mevrouw Van Putte helpt daar waar nodig en mogelijk is. Kortom, mensen die nodig zijn in de liefhebberij. Anthony van Dierendonck Aan de voet van de dijk tegen het Verdronken Land van Saeftinge ligt het kleine plaatsje Emmadorp waar Anthony zijn hobby beoefend. Hij fokte aanvankelijk grote Rhode Island Reds, maar is inmiddels overgestapt op de krielvorm met daarnaast Barnevelder krielen, Hollandse krielen en roodporselein Orpington krielen. Anthony fokt al zo n 40 jaar en is C-keurmeester. Toen ik hem zei dat hij daar te laat mee is begonnen, vertelde Anthony dat hij al in 1980 van plan was om keurmeester te willen worden. Hij had alle benodigde bescheiden in huis. Toen besefte hij dat het ambt van keurmeester veel meer inhoudt dan dieren van een beoordeling voorzien. Nog volop in het arbeidsproces actief, besloot hij daar toch maar vanaf te zien. Toen het moment aanbrak dat met werken kon worden gestopt, begon het toch weer te kriebelen en meldde hij zich wederom aan. Inmiddels is hij nu twee jaar C-keurmeester en hij geniet er erg van. Hij krijgt als zeer gewaardeerde mentor veel steun van collega Jo De Dooij, die hemelsbreed niet ver weg Anthony van Dierendonck voor de ren waar de jonge dieren het aan niets zal ontbreken. woont, alleen de weg ernaar toe is erg lang! Met veel enthousiasme weet Anthony te vertellen over het hele kleindiergebeuren. Hij wil zich daarbij inzetten om met andere verenigingen de eerdergenoemde samenwerking handen en voeten te geven. Jaarlijks worden er rond 120 kuikens gefokt. Als ze eenmaal onder de kunstmoeder weg kunnen, krijgen zij de beschikking over een flink hok met een ruime uitloop die voorzien is van een prachtige grasmat. Deze uitloop is in tweeën verdeeld waardoor regelmatig van plaats gewisseld kan worden. Naast de genoemde rassen heeft hij een paar Belgische krielkuikens. Een ras dat weinig voorkomt, mogelijk als gevolg van te sterke inteelt en slechte uitkomst van de eieren. Dit ras is bedoeld als studieras naast de Hollandse kriel. Een man die zijn kennis niet alleen uit de boeken haalt, maar dit aan de hand van dieren wil ervaren. Verder maakt hij deel uit van het bestuur van KL Zeeland. Slot Hoewel Westdorpe en Omstreken een kleine vereniging is, kent zij zeer actief fokkende leden. Voeg daarbij dat er binnen de vereniging veel aan gelegen is om activiteiten te ontplooien met andere verenigingen. Die kunnen er dan toe leiden dat in dit uitgestrekte gebied meer mensen tot de georganiseerde liefhebberij worden aangetrokken. De hele dag hebben Eddy en Patrick uw verslaggever begeleid waarvoor dank, niet in het minst door de goede verzorging en de ongedwongen sfeer. 51

52 De Nederlandse DFKP club Tekst en foto s: René Hut De Nederlandse DFKP club is de speciaalclub voor fokkers en liefhebbers van oorspronkelijke duiven, Lachduiven en Diamantduiven, Frankolijnen, Kwartels en Patrijzen. Waarom deze speciaalclub? De belangstelling voor deze siervogels neemt snel toe. Op tentoonstellingen zien we steeds grotere aantallen van deze siervogels en dan vooral van oorspronkelijke duiven, Lachduiven, Diamantduiven en Kwartels. Een bundeling van krachten in een speciaalclub voor siervogels stimuleert het houden en fokken en maakt een betere belangenbehartiging op vele niveaus mogelijk. De Nederlandse DFKP club is opgericht op 2 maart 2002 in Amersfoort en is aangesloten bij KLN. De leden staan ook ingeschreven bij KLN of bij één van de Nederlandse vogelbonden ANBvV, de Algemene Nederlandse Bond van Vogelhouders, NBvV de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers en/of Aviornis International. Liefhebbers van onze siervogels die niet zijn aangesloten bij een landelijke bond zijn natuurlijk ook van harte welkom bij de Nederlandse DFKP-club om samen het houden van prachtige siervogels te stimuleren. Het bestuur Het bestuur bestaat uit vijf personen, te weten: Aart Deetman voorzitter, Ben van Dijk secretaris, Gerrit Claassen penningmester en de leden Janita Smelt en Piet Botden. Voor iedere diergroep zit er iemand in het bestuur en voor eventuele vragen kunt u altijd bij één van hen terecht. Zij kunnen u goed helpen, of verwijzen naar een ander clublid gezien de vele diersoorten. Het doel van deze speciaalclub is om met elkaar de genoemde siervogels in stand te houden en volgens standaardeisen te fokken en te verbeteren. Belangrijk is om elkaar daarbij te helpen, anderen te enthousiasmeren en plezier te beleven aan het houden, fokken en tentoonstellen van siervogels. Clubactiviteiten van de Nederlandse DFKP club zijn: Het stimuleren van het houden en fokken van oorspronkelijke duiven, Lachduiven, Diamantduiven, Frankolijnen, Kwartels en Patrijzen. Het bemiddelen bij koop en verkoop van (fok)dieren met als doel om meer liefhebbers en fokkers te helpen aan goede dieren. Het jaarlijks organiseren van een fokkersdag en een jaarvergadering om kennis, ervaringen en dieren uit te wisselen en de onderlinge band Logo DFKP-club Nederlandse DFKP- club te verstevigen. Het uitzetten van prijzen om de fokkerij, het tentoonstellen van dieren en een gezonde en plezierige onderlinge strijd te stimuleren. Het vergroten van de bekendheid van haar soorten siervogels in algemene zin, bv. door publicatie in het maandblad Kleindier Magazine, op tentoonstellingen en op andere manieren. Het driemaal per jaar samenstellen en digitaal uitgeven van een clubblad voor haar leden. Het behartigen van de belangen van haar leden bij de landelijke kleindierverenigingen, de overkoepelende bond KLN, de standaardcommissie en de keurmeestervereniging. Het publiceren en onderhouden van de website van de club om ook geïnteresseerden te voorzien van informatie. Op deze site vindt u informatie over alle diergroepen die bij de speciaalclub ondergebracht zijn. De jaarvergadering Deze jaarvergadering wordt in het voorjaar in Apeldoorn georganiseerd. Naast het huishoudelijk gedeelte wordt ook aandacht besteed aan de dieren door middel van lezingen, presentaties, e.d. Dit jaar was deze vergadering op zaterdag 20 februari jl. en deze begon -zoals gepland was- om exact uur. De opkomst tijdens de jaarvergadering viel ditmaal erg tegen. Misschien had dit wel te maken Het bestuur met v.l.n.r.: Janita Smelt, Piet Botden, Ben van Dijk, Aart Deetman en Gerrit Claassen. Diamantduif in natuurlijke omgeving; Australië. Foto: internet. 52

53 aanvraag s.v.p. op tijd in! Vervolgens vond de prijsuitreiking plaats aan de winnaars van de club- en districtshows met o.a. de uitreiking van prachtige oorkondes. Bij de rondvraag werd aan de leden gevraagd om op te geven welke dieren iemand fokt. In het ledenoverzicht staat een letter van de diergroep achter hun naam vermeld en hier zitten behoorlijk wat onvolkomenheden in. Fokkersdag In het najaar, -meestal begin september-, wordt er ook in Apeldoorn een fokkersdag georganiseerd. Voor dit jaar is dat op 3 september en deze dag staat geheel in het teken van de praktijk van onze hobby. Heren keurmeesters bij deze bent u van harte uitgenodigd! De tegenvallende opkomst tijdens de jaarvergadering. Misschien had dit te maken met een grote vogelshow in Zwolle en het begin van de vakantie. met een grote vogelshow in Zwolle en/of het begin van de vakantie. De voorzitter was blij dat het bestuur weer compleet is. Ook is het verheugend dat er op de Noordshow voor het eerst meer siervogels dan watervogels aanwezig waren! We zitten op de goede weg. Voor volgend jaar staat de jaarvergadering gepland op 4 maart, omdat onze vaste datum in het carnavalsweekend valt. Het financieel verslag werd goedgekeurd en aan het bestuur werd decharge verleend. De contributie blijft ongewijzigd voor 2017, alleen vindt er wel een aanpassing plaats. De status van individuele leden die een combinatie vormen wordt gewijzigd. Nu zijn bv. twee mensen (die een combinatie vormen) lid en schrijven dus in als combinatie. De combinatie wint dan met een dier op een show een prijs, terwijl de bewuste combinatie geen lid is, en dat kan natuurlijk niet! Nu wordt per de combinatie als lid ingeschreven. Vorig jaar heeft Jaap Stelling zich wegens ziekte moeten terugtrekken uit het bestuur. De voorzitter vraagt de vergadering of deze het er mee eens is dat Jaap wordt benoemd als erelid van de DFKP-club. Hier was een ieder het volledig mee eens. Aart zal er persoonlijk voor zorgen dat de Califonische kuifkwartel. Foto: internet. versierselen behorende bij het erelidmaatschap aan Jaap overhandigd zullen gaan worden. Het viel de voorzitter erg tegen dat er op de fokkersdag, 5 september vorig jaar, maar slechts drie hoenderkeurmeesters aanwezig waren. Dit is juist de plaats voor discussies over bv. de verschillende kleuren bij Kwartels en Lachduiven! Op zo n goed leermoment is er dan bijna niemand aanwezig, want hier kan dan ook veel opgestoken worden van fokkers en liefhebbers. Er is heel veel respect voor konijnenkeurmeesters. Zij moeten de kleuren toch allemaal perfect in hun hoofd hebben, als je dit vergelijkt met hoenderkeurmeesters. Deze laatste hebben nog een goed vergelijk als ze langs de kooien lopen tijdens een keuring, maar een konijnenkeurmeester moet het bij een dier meteen weten als die op tafel komt! Er ontstond een gezonde discussie over met name de duiven. Hieronder vallen de oorspronkelijke duiven, Lach- en Diamantduiven. De verhoudingen zijn een beetje zoek, als je dit vergelijkt met de te winnen prijzen. Besloten wordt dat het prijzenschema zal worden aangepast. Aangezien er momenteel minder Lachduiven worden ingestuurd op shows, wordt het prijzenschema op districtshows gelijk aan dat van de Kwartels, nl. een prijs per 15, 30, 40, etc. ingezonden dieren. Dit geldt ook voor de oorspronkelijke duiven op de clubshow, met dit verschil dat deze op de districtshows ongewijzigd blijft. Het was verheugend om te constateren dat op de Noordshow de DFKP stand continu bemenst was. Het is goed om te weten dat er bij de ingang twee gratis toegangsbewijzen en parkeerkaarten per dag aanwezig zijn, maar natuurlijk geldt dit niet voor een paar uurtjes! Voor het showseizoen zijn de nieuwe districtshows weer vastgesteld. Een paar vaste shows werden echter nog wel gemist. Stuur uw District- en clubshow De DFKP club vindt het belangrijk dat haar clubrassen bekend worden bij een groter publiek. Daarom worden er prijzen beschikbaar gesteld op alle tentoonstellingen waar minimaal 40 dieren van haar clubrassen worden ingeschreven. Daarnaast heeft de club, -verdeeld over het hele land-, een tiental districtsshows. Het hoogtepunt wat betreft de tentoonstellingen is natuurlijk de jaarlijkse clubshow die is ondergebracht bij de bondsshow veren op de Noordshow in Assen. De club is hier gedurende de gehele tentoonstelling aanwezig met een stand om bezoekers en fokkers te informeren. Op alle vermelde tentoonstellingen zijn punten te verdienen voor het clubkampioenschap. Voor en direct na de lunch werden door Nico van Wijk en Aart Deetman de aanwezige Blauwe grondduifjes omschreven voor de standaard. Voeding kleine siervogels Na de lunch werd het woord gegeven aan Gerrit Koerhuis, docent voeding in het agrarisch onderwijs in Barneveld. Hij behandelde de voeding voor kleine siervogels in het algemeen. Hij gaf aan dat in vergelijk met zoogdieren, vogels een hogere lichaamstemperatuur hebben, die varieert nl. van 37,5 o tot 41 o C. Het in de handel verkrijgbare onderhoudsvoer is samengesteld voor verbranding, beweging en om de kachel op temperatuur te houden. Niet alleen voor extra inspanningen, maar ook bij extreme kou, want dan hebben onze vogels iets extra s nodig om op temperatuur te kunnen blijven. De ene vogel is ook beter uitgerust dan de andere. Neem nou bv. parkietachtigen, die hebben een snavel waarmee ze zaden kunnen uitpellen. Dit is niet het geval bij bv. duiven, die slikken de complete zaden in z n geheel door, inclusief de harde buitenkant. Duiven voeden hun jongen de eerste dagen met kropmelk en na verloop van tijd verandert de verhouding naar zaden. Deze kropmelk bevat o.a. 12% eiwit en 6,4% vet. Behalve duiven geven ook Flamingo s en Keizerpinguïns kropmelk. 53

54 Nico van Wijk en Aart Deetman zijn bezig met het beschrijven van de kleuren van een Blauwe grondduif doffertje voor de standaard. Jan Bosch (midden) werd hierbij soms om advies gevraagd. Een koppeltje Blauwe grondduifjes. Jonge Lachduif doffer wildkleur. Verreweg de meeste vogels hebben twee blinde darmen. Opvallend is dat de blinde darmen bij vleeseters veel kleiner zijn dan bij zaad- en planteneters. Echter Lachduiven zijn hier een uitzondering op, zij hebben twee heel kleine blinde darmen. Spijsvertering. Zaadetende vogels hebben een kliermaag en een spiermaag. De vliezen en harde delen worden verteerd in de kliermaag. De spiermaag kennen we allemaal wel (kippenmaagjes), hier zit een heel dikke binnenrand in. Hierin bevinden zich o.a. steentjes en scherpe maagkiezel. De laatstgenoemde zijn heel belangrijk, want als die hun werk hebben gedaan zijn ze niet meer puntig, maar echt helemaal rond. De vogels zijn bv. verzot op Katjang idjoe, dit kennen we in de keuken beter in uitgelopen versie als taugé. De commercie speelt handig in op de verschillende diervoeders. Zo zijn er bv. konijnen- en caviavoeders waar een mooi roze- of roodgekleurd hartje in zit. Niet voor de dieren zelf, maar voor de kinderen die mee gaan als er in dierenwinkels voer moet worden gehaald. De verschillende diergroepen De Lachduif De populaire Lachduif is de gedomesticeerde vorm van de Afrikaanse tortelduif (geslacht Streptopelia). De lachduif wordt al meer dan vier eeuwen door de mens gehouden en gefokt. Het grote aantal kleurmutaties bij de Lachduif geeft wel aan dat het een zeer geliefd duifje is en veel liefhebbers aan zich weet te binden. De eerste kleurmutaties, pastel en crème-ino, waren al in de 16e eeuw bekend. Enkele andere bekende soorten zijn de Zomertortel, Parelhalsbandtortel en de Turkse tortel. De verschillende soorten tortelduiven zijn kleine (ca. 19 cm) tot middelgrote (ca. 34 cm) duiven met een slank postuur. De meeste soorten hebben een relatief lange staart en lange puntige vleugels. Naast kleurmutaties zijn er ook twee bevederingsmutaties bekend: zijdevederig en gekuifd. Diamantduifjes Dit kleine duifje is niet veeleisend wat betreft huisvesting en voeding. Natuurlijk moet de huisvesting altijd wel aan de eisen voor welzijn voldoen. Zonder echt schuw te zijn blijven Diamantduiven over het algemeen schrikachtiger dan Lachduiven. Het zijn echte zonaanbidders en hier moet met de plaatsing van de huisvesting rekening mee worden gehouden. Diamantduiven moeten paarsgewijs gehuisvest worden om vechtpartijen in de broedtijd te voorkomen, samen met andere kleine vogels in een volière is geen probleem. Er zijn veel kleurmutaties. Frankolijnen Frankolijnen behoren tot de kleine hoenderachtigen en zijn iets groter dan kwartels en vergelijkbaar met patrijzen. Er bestaan wereldwijd 42 soorten Frankolijnen. In onze kleindiersport zien we Frankolijnen nog maar sporadisch. Het zijn echte grondvogels. 54

55 Japanse kwartel crème wildkleur Een jong Halsbandfrankolijn haantje. Meestal zien we vrijwel alleen de Halsbandfrankolijn, die wat grootte betreft vergelijkbaar is met de kleinste dwerghoenders. Een andere soort die we soms bij fokkers en liefhebbers zien is de Erckelfrankolijn. Deze is vrij groot, ruim gram. Frankolijnen zijn niet zo gemakkelijk te houden als onze kippen en worden ook niet zo tam. Om de dieren toch wat rustiger te krijgen hebben ze een grote volière nodig met veel schuilmogelijkheden als planten en struiken. Een haan en hen vormen een koppel, andere hennen worden niet geaccepteerd. Frankolijn haantjes kunnen in het voorjaar ook behoorlijk veel lawaai maken. Ze maken een eenvoudig ondiep nest in de grond, de bekleding stelt niet veel voor. Frankolijnen broeden goed en brengen de jongen meestal samen groot. De eieren kunnen ook in een broedmachine uitgebroed worden. Frankolijnen zijn -nog weinig bekendeprachtige siervogels en zijn bijzonder boeiend. Patrijzen Patrijzen zijn sterke vogels die een flinke ruimte nodig hebben, bij voorkeur een ruime volière met veel schuilgelegenheden van planten en struiken. De Europese veldpatrijs is een bekende soort. Patrijzen zijn monogaam, een haan en een hen vormen een koppel. Meer hennen worden niet geaccepteerd. Een haan en een hen die goed bij elkaar passen en elkaar accepteren moeten niet gescheiden worden, ze hebben een vaste band met elkaar. De Rode patrijs heeft een gewicht van ongeveer 500 gram. De hen is meestal iets kleiner dan de haan. De haan is goed te herkennen aan de kleine sporen op de poten. De Chinese bamboepatrijs is een bekende verschijning. Ze zijn prachtig getekend en een sieraad in een volière. Ze overnachten graag hoog op een tak en heeft een harde en schelle roep, die soms tot geluidsoverlast kan leiden. De Chukarpatrijs is een prachtige vogel met contrastrijke kleuren en tekening die we regelmatig op tentoonstellingen zien. Ze kunnen na enige training zeer tam worden en kunnen dan soms vrij in de tuin kan rondlopen zonder er vandoor te gaan. Roul Roul of Gekuifde bospatrijs wordt vanwege de lange kuif bij de haan ook wel de struiskwartel genoemd. Ze zijn vrij klein, ongeveer 25 centimeter en wegen ca. 250 gram. Het is de enige patrijs die absoluut een vochtige bodem nodig heeft. Op droge gronden krijgt het dier problemen met de poten. Het is geen gemakkelijke soort om te houden, maar wel erg mooi. Kwartels Pas sinds een jaar of 50 worden kwartels als hobbydieren door liefhebbers gehouden en gefokt. Als hobbydieren zijn kwartels aantrekkelijk, ze zijn klein en leggen behoorlijk veel eieren. Kunstmatig uitbroeden en opfokken gaat goed en ze hebben een prachtig verenkleed en kunnen redelijk tam worden. Ze eten weinig en verschillende soorten kunnen samen met bijv. (tropische) vogels in volières worden gehouden. Kwartels zijn grondgerichte vogels en vliegen soms als schrik- en vluchtreactie bijna rechtstandig omhoog. Kwartelhaantjes hebben een opvallend stemgeluid om hun territoria te verdedigen en hennen te lokken. Verschillende soorten zijn als hobbydier niet geschikt. In Nederland kennen we acht soorten kwartels die we vrij regelmatig zien, in volgorde van grootte: de Chinese dwergkwartel, Harlekijnkwartel, Coromandelkwartel, Europese kwartel, Japanse kwartel, Blauwschubbenkwartel, Californische kuifkwartel en Virginische boomkwartel. De Chinese dwergkwartel, Japanse kwartel en Virginische boomkwartel kennen we ook in een aantal mooie kleurmutaties. De andere vijf soorten komen alleen in wildkleur voor. Heeft u vragen over de bovengenoemde siervogels of wilt u meer informatie kijk dan eens op of neem dan contact op met de secretaris de heer Ben van Dijk, tel.:

56 Muizen, irritant en interessant Tekst: Rolf Captijn Tekeningen en foto s: Martin Braak Wij worden er vroeg of laat mee geconfronteerd; in het kippenhok, volière, konijnenstal, of erger nog in huis. Meestal zijn ze gelukkig eenvoudig te bestrijden, maar er zijn ook onverbeterlijke inbrekers en vandalen in deze megagrote familie. Dwergmuis Schade, die ze wereldwijd aanrichten Deze is nog vele malen groter dan u zich in uw stoutste dromen kunt voorstellen. Die schade ontstaat door het aanvreten en verontreinigen van produkten met hun uitwerpselen. Zelfs de hardste houtsoorten en kunststoffen zijn op den duur niet Afrikaanse dwergmuis. opgewassen tegen dit knaaggeweld. Ik heb zelfs een keer meegemaakt dat een complete hoek was weggevreten uit een alluminiumplaat. Er is echter ook een keerzijde; ze behoren tot de grootste knaagdierenfamilie ter wereld. We kennen een paar soorten die zeer tot de verbeelding spreken en soms verrassende verwantschap vertonen met andere zoogdiergroepen en ook afwijkend gedrag kunnen vertonen. Vreemde kostgangers De vreemdste eend in de muizenbijt is wel de olifantsmuis. Van origine heet hij vierteenolifantsmuis, komt voor in Afrika en behoort tot de familie van de klipdassen. Er zijn maar liefst 16 ondersoorten bekend en nou komt ie Hij is verwant aan de olifant, echt waar! Normale muizen hebben vijf tenen aan de achtervoet maar deze vriend heeft er slechts vier! In het Latijn heet dit wondertje Petrodromus tetradactylus. Toen ik naar afbeeldingen zocht zag ik ineens de overeenkomst met het opgefokte eikeldiertje dat we kennen uit de Ice-age films die mijn kleinkinderen hier vaak bekijken. In een eerder gepubliceerd muizenartikel heb ik al gemeld dat een spitsmuis geen muis is en behoort tot de mollenfamilie. Zijn hartslag en metabolisme zijn zo snel dat hij bijna dag en nacht moet blijven eten. Massale zelfmoord De fatale trektocht van lemmingen spreekt ook al eeuwenlang tot de verbeelding. Dit fenomeen zou volgens sommige deskundigen ontstaan uit inteeltprotectie, anderen wijten dit aan het feit dat lemmingen geen winterslaap zouden houden en uit zelfbehoud dan maar de dood verkiest in plaats van te verhongeren, omdat er s winters niet genoeg voedsel beschikbaar zou zijn voor zoveel dieren. Maar hoe je het ook bekijkt, het blijft iets aparts want lemmingen worden graag gegeten door de aanwezige roofdieren dus is een snelle reproductie voor het voortbestaan eigenlijk een vereiste. Slaap, muisje, slaap Dan is er nog de zevenslaper, (Glis glis) behorend tot de orde der slaapmuizen. Een werkelijk prachtig diertje, watervlug maar toch een geboren luiaard. Men kent hem ook wel onder de naam relmuis, maar met zijn saaie levensritme denk ik dat er weinig tijd over zal blijven om te rellen. Met hun lange pluimstaart zou je eerder aan een klein soort eekhoorn denken, temeer omdat hij in Wolmuis boomtoppen leeft tot een hoogte van meter in de Pyreneeën. In Nederland komen ze helaas niet voor, maar vooral in Frankrijk en Spanje zijn ze veel te vinden. Ze kunnen, goed doorvoed wel 300 gram wegen, wat veel is voor een muisachtige, die ca. zeven jaar oud kan worden, ook uitzonderlijk in de muizenwereld. Pikant detail is dat zevenslapers gekookt bij de oude Romeinen bekend stonden als een lekkernij. Ze werden vetgemest en daarna met salade geserveerd. Maar we zijn er nog niet! De wolmuis (Chinchilla laniger) is ook alweer geen muis, maar een lid uit de knaagdierfamilie uit het Andesgebergte. Deze kent nog maar twee ondersoorten, de C. lanigera en de grotere koningschinchilla (C. brevicaudata). Ook was er de Chinchilla costina die een slanker voorkomen had. Er zijn in Peru ook andere min of meer verwante knaagdiersoorten aangetroffen die een raakvlak met de Chinchilla hebben. De populatie Veeltepelmuis 56

57 Stekelmuis aan in het wild levende Chinchillasoorten was vroeger veel groter maar zijn mede door overbejaging veelal uitgestorven. Veel tepels, dus veel kroost Een andere rariteit in deze club is de veeltepelmuis (Mastomys natalensis). Deze komt voor in met name Afrika en staat bekend als virusverspreider die de gevreesde pest kan veroorzaken. De vrouwtjes hebben twaalf paren tepels, vandaar de naam. Interessant aan deze soort is dat ze reeds op jonge leeftijd enorme nesten (ca. 22!) grootbrengen en dat het hele jaar door! Liefhebbers van exotische knaagdieren zullen deze alleseters niet graag houden, temeer omdat ze redelijk onhandelbaar kunnen zijn en fel van zich af kunnen bijten. Prikkelbaar We zijn er nog niet; onze muizenfamilie kent nog meer kleurrijke verwanten zoals bv. de stekelmuis. Dit geslacht kent 15 soorten waarvan de familienaam Acomys is. De stekelmuis behoort tot de echte oude muizen en zijn historie gaat terug naar wat wij noemen de oude wereld. Er zijn fossielen van stekelmuizen gevonden in Afrika en Azië. Het is, net als de meeste knaagdieren een planteneter (herbivoor) en de stekels zijn eigenlijk niets meer dan een wat stug uitgevallen beharing. De stekels hebben niet echt, zoals bij de egel een verdedigingsfunctie. Deze familie kent een kleine 15 ondersoorten. Als huisdier (voor de echte liefhebbers) is hij redelijk te houden en zal zich in gevangenschap eenvoudig voortplanten. In het wild zijn ze echter extreem schadelijk en worden ze door de plaatselijke bevolking (Noord-Afrika) zwaar bestreden. Ze graven niet maar bouwen eenvoudige bovengrondse nesten. Er is zelfs een dwergsoort bekend, de Acomys spinossimus die vaak wat schuwer en meer een nachtdiertje is. Woelmuis De hanteerbaarheid van in gevangenschap gehouden stekelmuizen is zeer afhankelijk van hun dagelijkse verzorging, maar echte knuffels zijn het niet. Ze hebben, net als gerbils het vermogen hun staart los te laten met dit verschil dat deze nooit meer aangroeit. Opvallend bij deze soort is dat de jongen meteen na de geboorte hun ogen openen, wat bij de meeste andere muisachtigen niet het geval is. Het zijn (binnen een kleine groep) zeer sociale diertjes die zelfs het begrip geboortehulp hanteren, vrouwtjes helpen elkaar met de bevalling. Zoveel meer nog te vertellen Omdat ik het niet te lang wil maken en het toch voor onze knaagdierliefhebbers tot een compleet iets wil maken, heb ik het muizenverhaal in drieën gesplitst. Omdat ik voorstander ben van het promoten van niet-alledaagse knagerhouderij (zoals vroeger plaatsvond binnen de gelederen van de VEZ), maar vooral ook om een beetje respect te kweken bij onze andere fokkers die maar al te vaak door nalatigheid een muizenplaag over zich afroepen door onvoldoende rekening te houden met het vermogen van deze diertjes onder alle omstandigheden kunnen overleven of, zoals Napoleon ooit zei: Hij, die zijn vijand kent zal zijn zwakheden uitbuiten en uiteindelijk overwinnen. Huismuis Nog even wat rechtzetten In mijn laatst geplaatste artikel Je moet ze voeren was ten onrechte vermeld dat het daar geplaatste spotprentje van mijn hand zou zijn. Was dat maar waar! Dat tekeningetje is van de hand van de rechtbanktekenaar Felix Guerain uit Lelystad. Omdat ik ook voor dit artikel weinig fotomateriaal had heeft hij hieraan weer een bijdrage geleverd samen natuurlijk met een paar mooie plaatjes van Martin Braak. Felix is een groot dierenliefhebber en is bereid -als wij hem dat vragen- tekeningetjes te maken voor ons mooie magazine in geval er geen foto beschikbaar is. Ook kan hij zo een humorvolle bijdrage leveren. 57

58 Roodschoudertalingen, het hele jaar mooi Tekst: Jogchum IJpma Foto s: Nico van Wijk In menige collectie wordt een paartje, -soms meerdere-, Roodschoudertalingen, ook wel Ringnektalingen, of Ringtaling genoemd, gehouden. Een vrij rustige soort welke goed met andere soorten gehouden kan worden. Ze zijn nauwelijks kruisingsgevoelig. Het is niet verwonderlijk dat deze soort veel aanhang heeft; he t woerdje is het hele jaar op kleur zoals dat bij meer soorten van het zuidelijk halfrond het geval is. Oorsprong Roodschoudertalingen (Callonetta leucophrys) kennen geen ondersoorten. Ze komen relatief gezien in een beperkt gebied van Zuid-Amerika voor, globaal genomen Santa Cruz, Argentinië en Paraguay. Er is een tijd geweest, zo rond 1975, dat de aantallen in de vrije natuur ernstig zorgen baarde. Inmiddels blijkt dat de aantallen in positieve zin zijn toegenomen waardoor ze niet meer in de gevarenzone zitten. Ze leven zowel paarsgewijs als in grotere groepen en bij voorkeur in moerassige gebieden. Rijk beboste gebieden worden gemeden. Het voedsel is voornamelijk plantaardig. Houden en fokken Roodschoudertalingen zijn vrij gemakkelijk te houden, zowel op beperkte als ruimere terreinen. Roodschoudertalingen zitten graag hoog, ergens op te rusten. Een ruime vijver geeft de liefhebber in de paartijd een prachtig schouwspel te zien als het woerdje zijn baltskunsten vertoont. Hij zwemt rond het eendje, trekt zijn kop sterk naar achter en laat een fluitend geluidje horen. Roodschoudertalingen zijn het eerste jaar geslachtsrijp. Dat geeft echter geen garantie dat ze zich dan al zullen voortplanten. Vliegende eendjes nestelen in holle bomen, hoger geplaatste nestkasten, of bij gebrek daaraan in op de grond geplaatste nestkasten. Echter, Een prachtig koppel, wel heeft de woerd nog iets aanslag op zijn snavel. niet vliegende dieren geven de voorkeur aan iets hoger geplaatste nestkasten die met een trapje te bereiken zijn. Het legsel bestaat voor jonge dieren meestal uit 5 tot 7 eieren, bij oudere dieren kan dit wel tot 12 eieren oplopen. De broedduur ligt rond de 26 dagen, enige dagen langer of korter kan afhankelijk zijn van de buitentemperatuur. Ze kunnen zowel in het vroege voorjaar, in de zomer als laat in het najaar broeden. Meerdere broedsels per kalenderjaar zijn geen uitzondering. In de vorstperiode vraagt de verzorging enige extra aandacht. De pootjes zijn vorstgevoelig. Bij niet te strenge vorst kan volstaan worden door het water open te houden. Ze kunnen dan op een ondiep gedeelte gaan staan waardoor bevriezing wordt voorkomen. Bij strenge vorst is het beter ze binnen op een dikke laag stro te houden. Natuurlijk Een mooie woerd, volledig op kleur met nog iets aanslag op de snavel. 58

59 Vaak wordt er nog laat in het jaar gebroed, bij natuurbroed doe je het gehele koppel tijdelijk in de opfokbak. moet daarbij wel gezorgd worden voor drink- en badwater. Het eendje is een trouwe broedster en zeer zorgzaam voor de kuikens. Het woerdje hoeft niet verwijderd te worden, zo nodig helpt hij ongewenst bezoek te verjagen. Bij een juiste verzorging, waarbij verstrekken van zogenaamd eendenkroos of ander groen gewenst is, groeien de kuikens vlot op. Ook kunnen de kuikens kunstmatig worden opgefokt. Kortom, het is voor de liefhebbers een dankbaar soort. Kleur en tekening De foto s geven een mooi beeld hoe mooi gekleurd en getekend de woerdjes zijn. Als de kop wordt bekeken valt de zwarte aalstreep op de kop en nek op. De zachte bruingrijze kleur van de wangen met een zeer fijne tekening is mooi strak gescheiden van de aalstreep. De loodblauwe snavelkleur maakt het plaatje van de kop compleet. De roze borstkleur is voorzien van regelmatige zwarte stippen. Hier sluit de -van fijne streepjes voorziene- grijze flankkleur mooi bij aan. Op het einde van de flanken tot onder de staart is de kleur zwart met daarin aan elke zijde twee duidelijke witte, ovaalronde vlekken. De schouders zijn rood van voldoende kleurdiepte. In geopende toestand is op elke vleugel een ellipsvormige witte vlek te zien evenals de kevergroene vleugelspiegel. De kleur van de rug tot op de stuit is olijfkleurig. Met de rozerode pootkleur is het kleurenpalet compleet. Hier hebben ze hun naam aan te danken, let eens op de witte vleugelvlek, dit bij beide geslachten. Bij het eendje valt als eerste de bruinzwarte bovenkop op met de bruine wangen waarin onregelmatig gevormde witte vlekken voorkomen. Van eend tot eend kan er verschil in deze witte vlekken voorkomen. Bij oude eenden neemt de grootte van deze vlekken toe. Op de blauwgrijze snavel bevindt zich op de bovensnavel een zwartbruine streep. De borstkleur is olijfkleurig en verloopt naar de flanken in grijsbruin, deze zijn voorzien van crème wolktekening. Rug en vleugeldek zijn olijfkleurig, de vleugelspiegel is gelijk aan die van de woerd. De bevedering bij beide geslachten is van een zachte structuur, strak en glad aanliggend met een matige glans. Kleurmutanten Hoewel in de vrije natuur ook kleurmutanten zullen worden geboren hebben deze weinig overlevingskansen. In beschermd milieu komen ze Een groep eendjes, de woerd heeft een prachtige borsttekening. echter wel tot volle wasdom. Zowel blauw- als bruin wildkleur komen voor. Ook bekend is dat uit blauw wildkleurige ouders zilver wildkleur kan voortkomen, echter alleen vrouwelijke dieren. Belangrijk is de oorspronkelijke kleur en tekening zuiver te houden. Ten slotte Roodschoudertalingen vormen een sieraad op de vijver. Ze zijn niet luidruchtig, rustig en vertrouwelijk van aard. Ze kunnen de liefhebber daardoor veel genoegens geven. Enkele kleurmutanten: links: wildkleur 0-1, voor blauwwildkleur 1-0, rechts bruinwildkleur 1-0 en midden achter: zilverwildkleur 0-1. Dit jonge woerdje begint op kleur te komen. Twee eendjes, let eens op de mooie spiegelglans, er zit wel veel tekeningverschil op de flanken. Een trio bruin wildkleurige talingen. 59

60 Orloffs en Orloff krielen Tekst: Conno Vlaardingerbroek Foto s: Klaas v.d. Hoek, Wim Haverkate Een paar jaar geleden heb ik zo n 20 broedeieren gekregen via een Duitse fokvriend van roodporselein Orloffs en witte Orloff krielen. De groten heb ik een jaar gehouden en een paar kuikens van gefokt om ze vervolgens naar de volière van de plaatselijke kinderboerderij te brengen. Ik vind ze te groot, ik ben meer een krielenman. Rustig, productief en statig Aan de krielen had gelijk mijn hart verpand. Rustig, productief, statig en natuurlijk die prachtige brede kop met grote driedelige baard. Door de ruime ervaring in het houden van diverse hoender- en krielhoenderrassen ga je als vanzelf een aantal zaken rond te houden rassen vergelijken en wat opvalt bij zowel de groten als de krielen is de bovengemiddelde productie van gemiddeld meer dan 150 grote eieren per jaar. Vooral bij de krielen zijn de eieren in verhouding groot en mooi licht bruin. Gewichten van rond de kilo bij de krielen maken een stevige bout en dan is verhuizen naar de keuken zeker ook interessant. Een echt dubbeldoel kipje. Het lidmaatschap van de Duitse speciaalclub geeft veel informatie en brengt contacten waarmee je kennis en dieren kunt uitwisselen. Bijkomend voordeel is dat de Europese standaard wel door Duitsland ingevuld en bepaald zal gaan worden als we over de Orloff en Orloff kriel praten. Orloffs die we in Nederland tegenkomen hebben hun oorsprong tien tegen een van de oosterburen, dus ook hier bepaalt de grote buur grotendeels hoe ze eruit zien. Het ras is van oorsprong Russisch (richting Perzië) en zo gefokt dat bij zeer strenge winters de kopversierselen niet bevriezen. De kleine walnootkam en kinlellen goed verstopt in de baard garanderen voldoende warmte, doorbloeding en dus geen vorstschade. Geschiedenis De historie van de Orloff is niet helemaal helder en aangezien auteurs zich weer beroepen op eerdere auteurs sluipt er zomaar een mooi verhaal in dat ik hierbij vermeld. De grote man en schepper van het ras is de Russische graaf, staatsman en soldaat (admiraal) Alexei Grigoryevich Orlov. Hij leefde van Het is een avonturier geweest, betrokken bij vele intriges aan het hof van Catharina de Grote. Op internet is zijn bijdrage aan de rijke Russische geschiedenis makkelijk te vinden. Zeer waarschijnlijk heeft hij zelfs het bed gedeeld met deze beruchtste Tsarina allertijden. Creatieve mensen zijn doorgaans wat minder burgerlijk dan vermeerderaars en zo zien we dan ook aan de graaf dat hij een avontuurlijk scheppend leven vol passie heeft geleefd. Naast het hoenderras is hij ook de schepper van de Orlov Trotter een uitermate snel renpaard en een tuimelaar (duivenras). Recent literatuuronderzoek leert ons dat het zeker anders is gegaan en dat de Orloff is gecreëerd uit kruisingen tussen het in 1737 uit Iran komende 60 Kopstudie Een ideale Orloff kop bont. De ideale kopvorm bij een porselein krielhen. Korte brede kop met wat dieper liggende ogen. Fraaie korte dikke snavel en driedelige baard.

61 baardloze hoogbenige Gilanski hoen (Maleier uiterlijk) dat gekruist werd met Russische landhoenders met baard Uschankahoenders genaamd. (Op internet vind je als je Googelt bij Uschanka een soort Brahma met baard en Thüringer baardhoenders. De baard moet ergens vandaan komen en zeker niet van de Maleier, dus deze herkomst klinkt logisch. Ook het Sultanhoen duikt op als mogelijke leverancier van de baard.) Deze waren kortbenig en hadden gele benen. Of genoemde graaf Orloff aan deze kruisingen en creatie nog een bijdrage heeft geleverd weten we niet, maar het is wel een mooi verhaal. In het voorjaar van 1884 kwamen de eerste roodbonte dieren definitief in handen van de Duitsers A. List en professor Zürn uit Leipzig. Rond 1910 vond nieuwe import uit Moskou plaats via priester D.R. Ranft uit Oberhelmsdorf/Saksen. De standaardomschrijving kwam al in 1899 tot stand en de Duitse speciaalclub is opgericht 10 februari 1912 in Hotel Drei Raben te Dresden. Eén van de grote mannen die het ras in Duitsland heeft groot gemaakt is Rudolf Barth, jarenlang voorzitter en promotor van het ras. Op grote shows konden mensen door het beantwoorden van vragen Orloff broedeieren winnen als prijs en dit heeft enorm bijgedragen aan de verbreiding van het ras. Zowel tijdens de Eerste Wereldoorlog als de crisisjaren die erop volgden, waarin Duitsland op Een kwartet jonge dieren, wel met enig kleurverschil. de rand van een hongersnood verkeerde, heeft de Orloff populatie enorm te lijden gehad. De Tweede Wereldoorlog was helemaal dramatisch en het getuigd van enorme liefde voor het ras en veerkracht dat al in 1949 in Frankfurt 127 Orloffs geëxposeerd werden op een show. Rudolf Barth bleef ondanks de tweedeling van Duitsland met veel moeite contact houden met fokkers in West-Duitsland. Hij keurde er, hield lezingen, schreef artikelen en deed alles wat hij kon om eenheid in beoordeling en visie te handhaven. De hereniging van de twee speciaalclubs op 20 mei 1991 heeft hij niet meer mee mogen maken, hij overleed in Samen met de heren Squar, Beckhoff (de vader van de huidige voorzitter van de Duitse speciaalclub) en Lohman, is in 1924 de dwergvorm van de Orloff gecreëerd. De dwergen zijn in principe qua type en vorm miniaturen van de groten zou je denken, maar dat gaat niet geheel op. In de praktijk wordt door inkruising van andere rassen de borst van vooral de hanen wat verder naar voren gedragen. Bij de groten wil men in Duitsland dat er een rechte lijn Fraaie kopstudie van een haan. Duidelijk te zien dat door de baard de nekveren naar achter geduwd worden. Op deze foto oogt het wat rommelig en de baard kan veel voller en beter driedelig. Orloff kriel van Wim Haverkate. Fraaie witte kriel van deze topfokker die dit krielras weer echt op de kaart zet. 61

62 De opengeslagen vleugel laat een ideale tekening zien passend bij mahonierood. Fraaie zwartwit gepareld krielhen, die duidelijk de wat meer horizontale stand en in Nederland gewenste borstdiepte laat zien. Kop voor deze kleurslag is uitzonderlijk fraai. is te trekken van de basis onderkant snavel langs de borst tot op de onderkant dij. Dit kan alleen als er sprake is van een vlakke borst en een wat naar voren gedragen kop. Bij de krielen accepteert men die duidelijk iets naar voren gedragen borst waardoor het type van de groten en krielen afwijkt van elkaar. In Nederland willen we naar onze standaard wel wat borst en iets onderbelijning zien, waardoor bij ons de krielen miniaturen zijn van de groten. is een pre in Duitsland. De Nederlandse standaard geeft voldoende ruimte om aan de porseleinkleurslag wat minder hoge eisen te stellen. Nog altijd worden andere rassen ingekruist waardoor uniformiteit in type en bouw ver te zoeken is. Per kleurslag worden andere rassen gebruikt en dat zie je in de verschillen in type en bouw tussen de kleurslagen. Bij de mahonieroden is de Aseel in 2011 ingekruist om de vitaliteit te verbeteren en dat zie je terug in de zeer brede schouders en wat meer vechthoen als we naar type en stelling kijken. In Duitsland liggen ze van die verschillen in type en bouw niet echt wakker en kan een dier met lange nek (Maleier type) net zo makkelijk een U halen als een dier in een andere kleurslag dat meer gedrong en van type en bouw is met een duidelijke borst. In de praktijk blijkt op een clubshow dat niet alleen de dieren erg afwijken van elkaar maar dat ook een gezamenlijke visie op het gewenste uiterlijk en gewicht ontbreekt. In Nederland zal men eerder geneigd zijn via bijscholing en onder invloed van de speciaalclub het beoordelen van de dieren op één lijn te krijgen. Overigens is er voor de Orloffs in Nederland geen speciaalclub. Verdere beschrijving Een winterhard ras gehard en geschikt voor extreme Russische weersomstandigheden. Uit afbeeldingen rond begin twintigste eeuw zien we duidelijk dat het een landhoentype is. Pas later is door meer invloed van de Maleier een soort vechthoen ontstaan. De nek werd langer de houding opgerichter, schouders breder en borst vlakker, maar de baard en kamvorm bleven. De mooiste dieren zijn meestal te vinden in de porseleinkleurslag die in Duitsland roodbont genoemd wordt. Veel ínkruisingen van de Rhode Island maken dat de kleurslag wat roder is dan gewoonlijk bij porselein. De verdeling van het wit is anders dan bij porselein, want een parel op iedere zwarte toep of lover is niet echt nodig bij de Orloff. Een paar geheel witte vleugelslagpennen of staartstuurveren zijn ook geen zaken waar de oosterburen wakker van liggen, dit geeft witte baarden en dat Fraaie kop van een roodporselein haan die goed de stierennek laat zien die direct na het knikje achter de kop rijk en wijd begint. Prima oogkleur en kamvorm. 62

63 Grote Orloff haan roodporselein, de borstbelijning graag wat meer naar voren. Het lijkt zo wel erg veel op een Maleier met baard. De krielen Rudolf Barth maakte o.a. een start met de creatie van de krielen in Hij nam daarvoor een wat klein gebleven Orloff haan, Oud-Engelse vechtkrielen en Rhode Island Red hennen. In West-Duitsland heeft de heer Beckhoff die van Rudolf Barth en van Otto Sqarr eind twintiger jaren krielen ontvangen en deze in Orloffkriel roodporselein, een fraaie hen van Wim Haverkate. West-Duitsland succesvol verder gefokt ook na de splitsing in Oost en West. Ondanks de muur onderhielden ze zo mogelijk contact en wisselenden eieren uit. Bij het creëren van de krielen zijn voor de koekoekkleurige variant Dominicaner(krielen) gebruikt. Bij de zwarten groot en kriel zwarte Leghorns en Leghornkrielen. Afgelopen jaar zag ik een nieuw gecreëerde F1 met zwarte Maleierkrielen om daarmee de zwarte Orloff krielen wat meer schouders en een hogere stelling te geven. In 1952 schreef R. Barth een artikel in de Geflügel Börse waarin hij waarschuwde voor nog meer ínkruisingen van landhoenachtige typedieren omdat volgens hem een Orloff primair een vechthoen is maar dan één met een enorme legcapaciteit. Minimaal 150 eieren per jaar rond Zelf heb ik bij de zwarte krielen zwarte Dresdener dwergen ingekruist om de beenkleur en vitaliteit te verbeteren. De F4 ziet er goed uit en zowel hanen als hennen behaalden tijdens de Duitse speciaalclubshow allen een ZG 93 of 94. Nadeel is wel dat je pas heel laat aan de kuikens kunt zien of het hennen of hanen zijn en dat geldt eigenlijk voor alle kleurslagen. Daardoor moet je lang veel dieren aanhouden voordat je kunt selecteren. Kan lastig zijn i.v.m. ruimte, later slachten en hogere voerkosten. Bij de porseleinkleurigen en de mahonieroden is het goed te weten dat de kuikens geboren worden over drie erfelijke factoren en wel over tarwe, patrijs en heel donkerrood. Kuikens over patrijs (rechter kuikentje op de foto) zijn alleen te gebruiken. De tarwekleurige kuikens worden te licht in grondkleur en de lovers worden makkelijk zomen. De rode kuikens worden te donker in grondkleur en hebben te veel zwart in het gevederte. Dat betekent dat voor de fok maar 1/3 bruikbaar is om mee te exposeren en verder mee te fokken. De Orloff en de Orloff kriel vragen dan ook wat meer ruimte om succesvol mee te fokken dan sommige andere rassen. Ook het feit dat je pas op latere leeftijd kunt zien wat hanen of hennen zijn is als een nadeel te ervaren maar het voordeel van iets aparts hebben weegt daar wel tegen op. Gelukkig hebben we sinds kort weer een paar topfokkers in Nederland en België waardoor er aan goed materiaal te komen is. In Duitsland zal men dieren met wat ruimere borstbelijning ook graag verkopen en dat treft, want die voldoen perfect aan onze Nederlandse standaardeisen. Grote mahonierode hen met te vlakke borst, wat meer dijen zou de hen sieren. Fraaie baard, kop en kleur. In Duitsland behaalde deze een F 96 Orloff kuikens rood en patrijs over drie erfelijke achtergronden. 63

64 Voorzitter J. Smelt Westeinde 352, 7671 CN Vriezenveen Tel: Secretaris G.J. Glastra Soetendaalseweg 14, 6721 XB Bennekom Tel: Penningmeester G. Roseboom Patrimoniumlaan 89, 3904 AC Veenendaal Tel.: Rek.nr.: NL27 RABO Centrale ledenadministratie Nederlandse Kleindierenpublicatie BV Harnsesteeg 14, 6721 NH Bennekom Tel: Ringenbureau Mw. Wilma Smelt Westeinde 352, 7671 CN Vriezenveen Tel: Boeken en materiaalbeheer P. Boskma Schwartzenberghlaan 57, 9201 JZ Drachten Tel: of KLN berichten Adviezen en instructies m.b.t. RHD(2) KLN heeft begin mei een bericht naar alle verenigingssecretarissen gestuurd om de konijnenfokkers te adviseren hun konijnen te laten vaccineren tegen RHD en de 2 variant. Dat is het enige zekere advies dat wij geven kunnen. Nu wordt ons gevraagd hoe te handelen met tatoeëren en jongdierendagen. Als de dieren gevaccineerd zijn, geeft dat in alle gevallen voldoende bescherming. RHD komt al ongeveer 30 jaar voor, het nieuwe type 2 is al zo n 3 jaar in Nederland. De laatste maanden is extreem veel aandacht gegeven aan deze besmettelijke ziekte, die acuut optreedt en veel sterfte geeft. Omdat de beide varianten al langer voorkomen en toen ook geen speciale maatregelen werden genomen, is er nu ook geen reden tot paniek. Hokbezoeken, jongdierdagen en tentoonstellingen kunnen daarom gewoon doorgaan. Wie zekerheid wil, laat zijn dieren vaccineren, want de ziekte wordt door allerlei oorzaken verspreid zoals o.a. insecten. Omdat de ziekte zo acuut optreedt, kan er tot een dag voor het evenement, het bezoek, of zelfs het evenement zelf nog afgelast worden. Elk contact met besmette fokkerijen moet vermeden worden als uw konijnen niet gevaccineerd zijn. Via de tatoeëertang kan natuurlijk ook de besmetting overgedragen worden. Daarom na ieder konijn de tang en nummers goed ontsmetten met alcohol (ethanol 70%), methanol (spiritus), of een ander desinfectiemiddel (bijv. Virkon S) en na elke fokker de handen goed met desinfecterende zeep wassen. Tatoeëerders zijn meestal ook konijnenfokkers en hebben nu met alle ophef niet graag veel vreemde konijnen op hun erf. Doe daarom het tatoeëren bij een kippenfokker of bij de betreffende konijnenfokkers thuis. De RHD varianten zijn geen meldingsplichtige dierziekten en daarom geldt van overheidswegen geen vervoersverbod en ook geen vaccinatieplicht. Als tentoonstellingsbestuur kunt u eisen dat alle ingezonden konijnen minimaal 14 dagen voor aanvang van een tentoonstelling zijn gevaccineerd tegen RHD(2). De dierenarts kan een entverklaring afgeven, die op alle bijeenkomsten met uw konijnen getoond kan worden. Nationaal, provinciaal en raskampioen Het KLN prijzensysteem is veranderd, meer Europees gericht. Dat wil zeggen dat op bondsshows, provinciale shows en nationale shows de winnaars van een ras op die betreffende shows nationaal-, provinciaal- en raskampioen worden en van KLN daarvoor passende prijzen ontvangen. Datzelfde geldt ook voor grote kleurslagen. KLN vraagt de showorganisaties van de genoemde shows en de keurmeesters deze terminologieën te hanteren. Zie voor het volledige prijzenschema het KLN jaarboek of de Almanak. Noordshow naar drie dagen De organisatie van de Noordshow deelt mee dat de leden van de vereniging in hun vergadering van 19 mei jl. hebben besloten de duur van de Noordshow met een dag in te korten. Dit betekent dat de inkooidag woensdag wordt, de keurdag donderdag en dat de show geopend is voor het publiek van donderdag t/m zaterdag (op donderdag voor een deel). Beweegredenen om tot dit besluit te komen zijn o.a. wensen van fokkers, contacten met KLN, publicaties in Kleindier Magazine en ontwikkelingen op het maatschappelijke en politieke terrein rond het thema dierenwelzijn en alles wat daarmee te maken heeft. Wanneer hierover vragen zijn, kunt u contact opnemen met de secretaris van de Noordshow, de heer Jaap Solle. Keurmeester Berta van der Meer gestopt Keurmeester dwerghoenders en Serama s Berta van der Meer uit Oostwold-Scheemda is om gezondheidsredenen per 1 januari 2016 gestopt. Berta was keurmeester sinds Het is heel spijtig dat Berta haar keurmeesterschap moest opgeven. Keurmeester Piet van Foeken overleden Op 26 mei 2016 is A-keurmeester konijnen Piet van Foeken uit Lemmer overleden. Piet was 75 jaar en keurmeester sinds Met Piet is een gedreven docent en aimabel keurmeester heengegaan. Oud-keurmeester Jan van Someren overleden Op 31 mei 2016 is oud-keurmeester Jan van Someren uit Maarheze op 85 jarige leeftijd overleden. Jan was ca. 40 jaar keurmeester en was zo n 15 jaar geleden om gezondheidsredenen gestopt. EE Beirat en Sparte Geflugel Janny Hermans maakte voor ons als lid van de Beirat für Tiergesundheit und Tierschutz van de Entente een verslag van het congres van 4 t/m 8 mei in Vössendorf/Wenen. Beirat Postduiven zijn op een eerder tijdstip uit de AI-regelgeving gehouden, zodat men ermee kon blijven vliegen. Voorstel prof. dr. Schille: Bij een uitbraak van AI worden alle duiven uit de voedingsmiddelketen genomen, zodat ze geen last hebben van de maatregelen omtrent AI. Het is vervelend dat de commerciële houders van duiven voor duivenvlees hier last van hebben. Ze moeten zorgen dat hun duiven niet meer in de voedselketen terecht komen. Evaluatie Metz Volgens Schille een incompetent tentoonstellingsbestuur, dat teveel zelf wilde regelen en niet luisterde naar zijn medewerkers. Ze deden voorkomen alsof alles goed geregeld was en vroegen geen hulp. Deze hulp is pas op het laatste moment op gang gekomen door een enorme hoeveelheid werk van de Franse Bonden, de EE en o.a. Andy Verelst. Op ALV vertelt de Franse voorzitter dat eigenlijk het hele complex was afgehuurd. Eén maand voor EE show deelde het zalencentrum hen mee dat ze een hal minder kregen. Daarom hadden de jeugdshow en landenstands minder plaats. Ook stond er eerst een grotere tent voor de hoenders. Deze werd echter afgebroken en ging terug naar Duitsland. Toen moest men halsoverkop andere tenten regelen die minder geschikt waren. Schille beschouwt het als een provocatie dat er in de voorruimte van de hallen een volière met naakthals eenden is opgesteld. Ze zijn net als naakthalzige Zijdehoenders niet erkend door EE en mogen niet op EE show staan. Vraag van Janny: Was het aantal dieren niet te groot? Er was namelijk aanvankelijk gerekend op dieren en het bleken er uiteindelijk bijna te zijn. Schille: Nee, normaal zitten dieren ook wel eens in tenten, maar hier was de ventilatie (condens) en verlichting een probleem. De controle op verkoop en omwisselen van dieren (om beter dieren te kopen) was volstrekt onvoldoende. Leewieken in Europa Gedomesticeerde watervogels mogen net als in Nederland niet geleewiekt worden. Uitzondering voor enkele gedomesticeerde rassen kent met alleen in Nederland. Oorspronkelijke watervogels en siervogels mogen nog geleewiekt 64

65 Voorzitter Th. A.M. Laming Nieuwstraat 138, 5126 CH Gilze Tel: Penningmeester J.D. van Doorn Postbus 253, 4330 AG Middelburg Tel: Giro: t.n.v. NBS Utrecht Secretaris R. Bijkerk Rosa Caninalaan 9, 9674 EC Winschoten Tel: Bureau Fokkerskaarten en Ringenbureau Laguitensebaan 36, 4891 XR Rijsbergen Tel: Voor ringen: giro t.n.v. Ringenbureau NBS te Rijsbergen worden in o.a. Duitsland, België, Luxemburg en Frankrijk. In Kroatië mogen niet gedomesticeerde dieren soms geleewiekt worden, maar mogen niet geshowd worden (diskwalificatie). Landen waar leewieken niet meer is toegestaan zijn Nederland (va ) en Denemarken. Tierschutz in Zwitserland Doet op dit moment een onderzoek naar orientaalse Meeuwtjes en andere duivenrassen met zeer korte snavels. De postduivensport ligt onder vuur: 1) duiven willen eigenlijk niet zover en zo vaak vliegen. 2) Je dwingt deze dieren tegen hun wil om te vliegen, want je brengt ze naar verre oorden en dan zijn ze gedwongen om terug te vliegen. 3) de uitval van dieren kan vrij groot zijn. Skinny en Baldwin cavia Schille blijft tegen elke nieuwe verliesmutatie (deletiemutatie). Hij vindt dat alles wat al honderden jaren bestaat (zoals kortsnaveligheid bij duiven) zich heeft bewezen en moet blijven. Alle nieuwe rassen en variaties zoals naakthals Zijdehoenders moeten we als EE niet willen. Tegenwerpingen van Peter Supuka en Janny Hermans helpen niet. Schille blijft in zijn mening volharden. Skinny s en naakthals Zijdehoenders zullen niet op een EE show erkend worden. De landen zijn natuurlijk vrij zelf te bepalen wat ze op hun eigen shows doen. Volgende Europashows 2018 Denemarken, Herning: : zou in Duitsland zijn. Leipzig heeft zich echter teruggetrokken vanwege medewerkersgebrek zou in Oostenrijk zijn, maar Oostenrijk heeft aangeboden nu 2021 te organiseren. Nederland is gevraagd in plaats van 2027 nu de 2024 editie te organiseren. Preisrichtertagung 2017 Voor het EE keurmeesterscongres voor keurmeesters van gevogelte en sierduiven in 2017 is voor Nederland gekozen. De aanvraag die Spanje had gedaan voor 2017 is met algemene stemmen afgewezen. Rasgebonden EE shows 18/ : Villers La Montagne (F): Haudan, Zwerg-Haudan, Faverolles, Deutsche Lachshuhner, Deutsche Zwerg-Lachshuhner, Mantes/ZwergMantes. 25/ : Epinal (F) Seidenhuhner + Ganze/Enten. 8/ : Verdun (F). Serama. 1/ : Enschede (NL): alle Nederlandse hoender en dwerghoenderrassen. NCD enting In de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE s staat in artikel 54 lid 3 dat na een enting de dieren gedurende maximaal 5 maanden naar tentoonstellingen gebracht mogen worden. Daarna moet opnieuw geënt worden tegen NCD, voordat opnieuw de dieren tentoongesteld kunnen worden. Geri Glastra, secretaris Mededelingen FB Toekenning tentoonstellingsnaam. M.i.v. 1 juni 2016 is aan de vereniging Ons Ideaal te Nunspeet (G46), de tententoonstellingsnaam Veluwemeershow toegekend. Deze naam is gekoppeld aan hun rammen-, beren en hanenshow. TT seizoen In de maand juli worden er al weer voorbereidingen getroffen door verschillende tentoonstellingsorganisaties voor hun show in het komend seizoen. Een paar tips die het FB jullie mee wil geven: zoek vroegtijdig contact met de gedelegeerde voor de controle van het concept vraagprogramma. Dit is een verplichting voor alle te houden tentoonstellingen. De toegewezen gedelegeerde staat op de TT aanvraag. Vermelding van de gedelegeerde (naam + adres) in het vraagprogramma en de catalogus is ook een verplichting. De inzenders moeten kunnen zien bij wie ze terecht kunnen met eventuele vragen. Een paar veel voorkomende fouten zijn het niet goed benoemen van de HEP, en het gebruik van de letters FK voor het tentoonstellingsreglement. Al een aantal jaren is dit het FB reglement. Dit reglement staat zowel op de site van KLN als NBS. Aanvraag tentoonstellingsnaam P.K.V. Muntendam e.o. (A14) heeft een verzoek ingediend tot erkenning van de tentoonstellingsnaam Midden Groningen Show. Eventuele bezwaren met redenen omkleed kunnen tot 1 augustus worden ingediend, anders zal deze naam m.i.v. dezelfde datum worden toegekend. Namens het FB veel succes met de voorbereidingen. Kees Mollema 65

66 Kleindier Magazine Avicultura/Fokkersbelangen Voor liefhebbers van konijnen, cavia s, kleine knagers, hoenders, dwerghoenders, sier-, en watervogels en sierduiven. Waarin tevens opgenomen de officiële berichten van FOKKERTJES Spelregels Fokkertjes Iedere abonnee van Kleindier Magazine vindt maandelijks een opgavestrook voor een Fokkertje bij Kleindier Magazine. De gratis beschikbare advertentieruimte is beperkt tot 3 regels. Indien u toch kiest voor meer tekst, dan betaalt u voor die extra regels 2,00 per regel. Het is niet de bedoeling dat commerciële instellingen en handelaren gebruik maken van deze gratis beschikbare ruimte. Tegen zeer redelijke tarieven kunt u in Kleindier Magazine adverteren. Fokkertjes voor het eerstvolgende nummer kunt u opgeven tot uiterlijk de tweede zaterdag van de maand naar: fam.p.fioole@gmail.com of via Uitgegeven door Nederlandse Kleindierenpublicaties B.V. ISSN: Verschijnt 12 x per jaar. Redactieadres Redactie Kleindiermagazine De Wezeboom 4, 6971 HP Brummen Telefoon: , mobiel: eindredacteur@kleindiermagazine.nl Administratie Voor adreswijzigingen, betalingen en klachten bezorging Piet Bouw, Harnsesteeg 14, 6721 NH Bennekom Telefoon: administratie@kleindiermagazine.nl Redactie Hoofdredacteur: René Hut Eindredacteur: Henk de Boer Technisch redacteur: Jan Bosch Leden Redactieteam: Konijnen: Gerrit Grooten, Martin Kok, Jorn Westerlaken Cavia s en Kleine knagers: Anneke Vermeulen-Slik, Rolf Captijn Hoenders en Dwerghoenders: Geri Glastra, Willem Voskamp, Hendrik Timmer Sier- en Watervogels: Nico van Wijk, Jogchum IJpma Sierduiven: Jouke v.d. Siepkamp, Jan de Wit Gezondheid en voeding: Willem Mulder Jeugd: Marjan Holmer Algemeen: Piet Kroon Voor België: Wilfried Lombary Verantwoording Hoewel de redactie er naar streeft artikelen op te nemen waar ze volledig achter kan staan, blijft elke auteur toch verantwoordelijk voor zijn/haar geschreven artikelen. Zonder aanzien des persoons wordt iedereen in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten, al dan niet in overleg met de auteur. Ingezonden brieven worden alleen dan geplaatst wanneer daarin de normen van goed fatsoen niet worden overtreden. Druk: Ten Brink, Meppel. Vormgeving en prepress: FIZZ marketing en communicatie, Meppel Advertenties (geldt niet voor Fokkertjes) E.J. Meutstege, Strengendijk 8, 7261 KM Ruurlo. Telefoon: advertenties@kleindiermagazine.nl Abonnementen administratie Nieuwe abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en worden automatisch jaarlijks verlengd. Opzegging voor het nieuwe kalenderjaar schriftelijk, per fax of vóór 1 december bij de administratie. Konijnen & Cavia s T.k. 8 Papillons jong en oud, ram en voedster. Kleur: zwart/bruin/3-kleur. Tel T.k. 1-3 jonge Franse Hangoren zwartbont en 0-1 Havanna. Tel (DR) Hoenders en dwerghoenders T.k. 1-0 Holl. Kuifhoenkriel zwart-witkuif, pred. F en ZG bevruchting. Tel (FR) Sier- en watervogels Gevraagd: Bosfazant: formosa en wit, Muskuseend bruin-zwart-witkop. Tel (LI) Sierduiven Gevraagd: 1-1 Cuco Kroppers. Tel (ZH) Diversen Foto s van mijn gepubliceerde afbeeldingen in Kleindier Magazine kunt u bestellen bij: W. Hoekstra, Wijsterseweg 126, 7934 TE Stuifzand. Tel: Prijs 20x25 cm: 7,00 incl. porto. Dick Hamer zoekt van alles wat met duiven te maken heeft, wie helpt hem?? Tel (Gld) Overspanningsnetten voor fazanten en tegen roofvogels. Alle maten, mazen van 2 tot 10 cm, 10 jaar garantie. Tuinnetten alle maten en vangkooien. Iedere woensdag op Barneveldse markt. Stokkers Neede, tel Te koop: flexibele Kippen en kleindiernetten, geschikt voor hoenders en watervogels. Keuze uit 25 en 50 meter lang, diverse hoogtes, wel of niet stroomvoerend. Kijk voor afbeeldingen en meer info op onze website: schapenhoeve.nl/33-flexinetten-kleinvee Abonnementsprijzen 2016 Leden KLN en NBS: januari t/m december 36,50 Bij tussentijds ingaan: 3,25 per maand Niet leden in Nederland: 46,50 Bij tussentijds ingaan: 4,00 per maand Voor België: 49,50; Overige EU landen: 60,00 Bij automatische incasso 2,50 korting per jaar Buitenlandse KLN en NBS leden 10,00 korting Betalingen t.n.v. Ned. Kleindierpublicaties Bennekom Rabobank: IBAN nr.: NL94 RABO BIC: RABONL2U Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever, de Nederlandse Kleindierenpublicaties B.V. Het auteursrecht op dit tijdschrift en op daarin verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. Op toegestane verveelvoudiging is het wettelijk bepaalde inzake het Reprorecht van toepassing (art. 16b en 17 Auteurswet en AMvB van , St. bl. 351). Bezoek onze webwinkel Koudijs vitamine 1 ltr 17,50 PerForm - Wormstop - Ontsmettingsmiddelen - Luis/worm druppels Klaus - Vit/Mineralen - Voer/drinkbakken. Info Bloedluisbehandelpakket voor Hok / Dier- Nestbehandeling 66

67 BROEDMIJ Pasteurweg LB Coevorden T F Broedmij is een leverancier van broedmachines, pluimvee en knaagdierproducten. Wij hebben een eigen assortiment broedmachines, maar bieden o.a. ook Brinsea broedmachines aan. Voor meer informatie en bestellingen kunt u terecht op onze vernieuwde website

68 Kippen willen graag lekker pikken... en het voer moet een goede structuur hebben. Welsumer topfokker Harrie Pelgrim kan het weten. Al vanaf zijn vierde jaar is hij bezig met fokken. Goede dieren fokken, daar gaat het om. Door steeds maar weer te selecteren en te fokken met de beste dieren won Pelgrim tijdens de Noordshow 2016 de hoofdprijs in de categorie Fraaiste grote hoen. Kasper Faunafood brengt een serie pluimveevoeders op de markt die zorgen voor een goede opfok, groei en eierproductie. Kwalitatief hoogwaardige voeding, die alle noodzakelijk voedingsstoffen, vitaminen, mineralen en sporenelementen bevat. Er is een voeder voor elk ontwikkelingsstadium. Ook verkrijgbaar in Hobbyline kleinverpakking! Fokkerstip: Goede dieren fokken en blijven selecteren Harry Pelgrim met zijn Welsumers Kasper Faunafood, een merk van Arie Blok Animal Nutrition

De Java Kriel DOOR WILLY TOONEN P R ESENTATIE ZATERDAG 9 ME I L A NDELI JK K E URMEESTERS CON G RES

De Java Kriel DOOR WILLY TOONEN P R ESENTATIE ZATERDAG 9 ME I L A NDELI JK K E URMEESTERS CON G RES De Java Kriel DOOR WILLY TOONEN PRESENTATIE ZATERDAG 9 MEI 2015 LANDELIJK KEURMEESTERS CONGRES De Javakriel, een sierlijk en pittig, maar moeilijk dwerghoen. Waarom moeilijk? Massaal afpikken van kamdoorntjes

Nadere informatie

wildkleur KEURMEESTERSCONGRES 24 EN 25 MEI 2013

wildkleur KEURMEESTERSCONGRES 24 EN 25 MEI 2013 wildkleur KEURMEESTERSCONGRES 24 EN 25 MEI 2013 WAT IS NU WILDKLEUR BIJ HOENDERS? BANKIVA RODE KAMHOEN GALLUS GALLUS SONNERATH HOEN/GALLUS SONNERATII VORKSTAARTHOEN/GALLUS VARIUS CEYLONHOEN/ GALLUS

Nadere informatie

Een presentje van onze Zuiderburen, de Kwartelkleur. KV 2013, Aad Rijs

Een presentje van onze Zuiderburen, de Kwartelkleur. KV 2013, Aad Rijs Een presentje van onze Zuiderburen, de Kwartelkleur KV 2013, Aad Rijs Een verschil in interpretatie van de standaard tussen Nederland en België bleek in 2011 een probleem België en Nederland; twee landen

Nadere informatie

Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen)

Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen) Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen) Helaas werkte het door mij meegebrachte fototoestel die dag niet mee. Ik heb het verslag wat aangevuld met al bestaande foto s.

Nadere informatie

Gestreepte Plymouth Rock

Gestreepte Plymouth Rock Gestreepte Plymouth Rock Belangrijkste zaken bij het keuren van Plymouth Rocks. Type Kop Staart Vleugels en vleugeldracht Streping 1 Type: Krachtig, goed bevederde hals. Fraaie en evenredig ontwikkelde

Nadere informatie

DE GRONINGER MEEUW. A. Boks

DE GRONINGER MEEUW. A. Boks DE GRONINGER MEEUW A. Boks Er bestond een tiental jaren geleden de vrees dat naast het Chaamse Hoen ook de Groninger Meeuw uit de rij van de Nederlandse hoenderrassen zou verdwijnen. Beide rassen zijn,

Nadere informatie

Even pauze.! Enige van de aanwezige keurmeesters, v.l.n.r.: Verboom; Adr. De Mik; S. Boonstra en W. Voskamp. Foto: Klaas v.d. Hoek

Even pauze.! Enige van de aanwezige keurmeesters, v.l.n.r.: Verboom; Adr. De Mik; S. Boonstra en W. Voskamp. Foto: Klaas v.d. Hoek Even pauze.! Enige van de aanwezige keurmeesters, v.l.n.r.: Verboom; Adr. De Mik; S. Boonstra en W. Voskamp. Foto: Klaas v.d. Hoek 12 & 13 MEI 2006 CONGRES NEDERLANDSE PLUIMVEEKEURMEESTERS Tekst: Elly

Nadere informatie

Hoe uniek zijn onze pluimveerassen?

Hoe uniek zijn onze pluimveerassen? Hoe uniek zijn onze pluimveerassen? Wilde hoenderrassen Bankiva, de enige voorouder van onze hoenderrassen? Onderverdeeld naar: Tonking Bankiva Burma Bankiva Indiase Bankiva Java Bankiva Cochin China Bankiva

Nadere informatie

DE NEDERLANDSE UILEBAARD

DE NEDERLANDSE UILEBAARD DE NEDERLANDSE UILEBAARD Tekst: Jan Kraan. Foto s: Piet Kroon, Rolf de Ruiter, Rolinka Snijders en Jan Kraan. Waarom kiezen voor de Nederlandse Uilebaard? In stand houden van een Zeldzaam Oud Nederlands

Nadere informatie

FAVEROLLES Frans, Duits en kriel

FAVEROLLES Frans, Duits en kriel FAVEROLLES Frans, Duits en kriel We hebben hier te maken met een ras wat je over de hele wereld tegenkomt, een ras waar vele schilders en tekenaars inspiratie bij vonden. Naast een spectaculair show ras,

Nadere informatie

Friese Hoenders seizoen 12-13

Friese Hoenders seizoen 12-13 Friese Hoenders seizoen 12-13 Net als voorgaande jaren heeft de FTC getracht in beeld te brengen hoe onze F riese hoenders en krielen ervoor staan. Dit aan de hand van het getoonde materiaal op de clubshow

Nadere informatie

Roodbonte friese kippen

Roodbonte friese kippen Roodbonte friese kippen Al voor het stukje komkommertijd op de friese hoenderclubsite had ik met Piter afgesproken Een stukje te schrijven over de roodbonte friese kip. Afgelopen voorjaar kreeg ik van

Nadere informatie

De Welsumer. Uniek door haar eenvoud

De Welsumer. Uniek door haar eenvoud De Welsumer Uniek door haar eenvoud Met dank aan: Welsumerclub Marcel Eissens Bert Kremer Klaas van der Hoek Aandachtspunten Type Kopversierselen Kleur Stand van het ras Waarderen Bestraffen Jubileumshow

Nadere informatie

Grondkleur van de Doornikse kriel. Keurmeesterscongres 2012/ AR

Grondkleur van de Doornikse kriel. Keurmeesterscongres 2012/ AR Grondkleur van de Doornikse kriel Waarom dit onderwerp? Met ingang van dit jaar is de kleurbeschrijving van de Doornikse kriel gewijzigd. Onze standaard is met een overgangsperiode van vijf jaar gelijkluidend

Nadere informatie

Tekst en foto s: Robert Hoornstra

Tekst en foto s: Robert Hoornstra 75-jarige Jubileum-Show van de Duitse Speciaalclub voor Spreeuwduiven Ondergebracht bij de EUROPA SHOW LEIPZIG 2012, de 27e Europa Show voor pluimvee, duiven, konijnen, cavia s en kooivogels. Gehouden

Nadere informatie

Foktomen bij Barnevelders

Foktomen bij Barnevelders Foktomen bij Barnevelders Foktomen bij Barnevelders samenstellen Is zoeken naar: Het schaap met vijf poten! Een speld in een hooiberg! Foktomen bij Barnevelders WAT KOMT AAN BOD? TYPE EN FORMAAT TEKENING

Nadere informatie

KO SHAMO KO SHAMO. Intro Oorsprong Raskenmerken Kleurslagen Beoordeling Samenvatting. Door: Urs Lochmann

KO SHAMO KO SHAMO. Intro Oorsprong Raskenmerken Kleurslagen Beoordeling Samenvatting. Door: Urs Lochmann KO SHAMO KO SHAMO Intro Oorsprong Raskenmerken Kleurslagen Beoordeling Samenvatting Door: Urs Lochmann Intro Ik begon met kippen houden toen ik 10 was. Mijn eerste kippen waren Wyandotte krielen, vervolgens

Nadere informatie

COCHINS EN COCHINKRIELEN PROBLEMEN VAN ALLE DAG OF TOCH NIET?

COCHINS EN COCHINKRIELEN PROBLEMEN VAN ALLE DAG OF TOCH NIET? COCHINS EN COCHINKRIELEN PROBLEMEN VAN ALLE DAG OF TOCH NIET? COCHINS EN COCHINKRIELEN Wat gaan we bespreken: Het type (groot en kriel) Problemen met de kam (kriel) Problemen met de vleugels (groot en

Nadere informatie

WAT IS STELLING. 1. Type. 2. Bouw. 3. Hoogte. 4. Presentatie. 5. Houding 68% 16% 14% 3% 0%

WAT IS STELLING. 1. Type. 2. Bouw. 3. Hoogte. 4. Presentatie. 5. Houding 68% 16% 14% 3% 0% AANDACHTSPUNTEN Stelling Meer keurmeester binnen 1 ras op 1 show Brakel, geelwitgeband OEV kriel, zwart met messing rug Rangorde op een show Onderwerpen voor 2016 Keuren van trio s Toekennen predikaat

Nadere informatie

KLEIN MAAR FIJN. Door Luuk Hans.

KLEIN MAAR FIJN. Door Luuk Hans. KLEIN MAAR FIJN Door Luuk Hans. Rechts: Antwerpse Baardkriel. Foto: Rik van Lent. België is een van de kleinste landen van de Europese Gemeenschap. Dat was het althans tot de EU recentelijk werd uitgebreid

Nadere informatie

HET HERVE HOEN. Foto: Genootschap Herve / Mergelland Hoen.

HET HERVE HOEN. Foto: Genootschap Herve / Mergelland Hoen. HET HERVE HOEN Door: Jan Schaareman (NL) Foto: Genootschap Herve / Mergelland Hoen. Als fokker van enkele Belgische rassen, volg ik met belangstelling de ontwikkeling en het verhaal rond het Herve Hoen.

Nadere informatie

Waar moet je op letten bij het keuren

Waar moet je op letten bij het keuren Waar moet je op letten bij het keuren Krachtig, trots en elegant met een uitdagende felle blik en opmerkelijke waaierstaart V kinlel en V ogen (te oranje ) F kinlel en G ogen U ogen Foto uit Japan G kinlel

Nadere informatie

THEORIE EN PRAKTIJK BIJ DE CREATIE VAN DE BLAUWGETEKENDE ZALMKLEURIGE WYANDOTTE KRIEL

THEORIE EN PRAKTIJK BIJ DE CREATIE VAN DE BLAUWGETEKENDE ZALMKLEURIGE WYANDOTTE KRIEL THEORIE EN PRAKTIJK BIJ DE CREATIE VAN DE BLAUWGETEKENDE ZALMKLEURIGE WYANDOTTE KRIEL Door Hristo Lukanov (Bulgarije) Boven: Blauwgetekende zalmkleurige Wyandotte haan en hen. Foto met dank aan www.kippenencyclopedie.nl

Nadere informatie

DE UNIE KLEUREN BIJ DE KLEURDWERG

DE UNIE KLEUREN BIJ DE KLEURDWERG DE UNIE KLEUREN BIJ DE KLEURDWERG ZWART BRUIN BLAUW ORANJE GEEL FEH DE PELS De kwaliteit van de pels (fijn en kort), bepaald de kleur; Elke kleur heeft zijn eigen pels kwaliteit en haarlengte; De term

Nadere informatie

Nieuwe erkenningen op de Noordshow 2009

Nieuwe erkenningen op de Noordshow 2009 Nieuwe erkenningen op de Noordshow 2009 Foto's: Klaas van der Hoek, tekst: Aad Rijs. Op de KLN bondsshow voor de pluimveegroepen hebben de leden jaarlijks de gelegenheid nieuwe kleurslagen of rassen die

Nadere informatie

Aandachtspunten bij Brahma s Keurmeesterscongres 2009

Aandachtspunten bij Brahma s Keurmeesterscongres 2009 Aandachtspunten bij Brahma s Keurmeesterscongres 2009 Hedendaagse minpunten en vaststellingen bij keuringen Bouw te smal en te weinig borstdiepte Schedel te smal en slordige kamvorm Ontbreken van de knip

Nadere informatie

HET WELSUMER EI HOORT ER GEWOON BIJ

HET WELSUMER EI HOORT ER GEWOON BIJ HET WELSUMER EI HOORT ER GEWOON BIJ Door Marcel Eissens (NL) De Welsumer heeft zijn naam te danken aan het Overijsselse plaatsje Welsum en is in eerste instantie bekend geworden om de productie van grote

Nadere informatie

Serama. Raskenmerken haan:

Serama. Raskenmerken haan: Serama Herkomst: Wereldwijd verspreid Maleisisch oorspronkelijk krielras. In 2001 in Noord-Amerika en enkele jaren later via Nederland naar Europa ingevoerd. Algemeen voorkomen: Zeer klein, breed en compact

Nadere informatie

PLUIMVEEMUSEUM IN BARNEVELD

PLUIMVEEMUSEUM IN BARNEVELD PLUIMVEEMUSEUM IN BARNEVELD Door: Luuk Hans. Boven: Het Pluimveemuseum, met een volière met Barnevelders ervoor. Foto: Gerard van de Bruinhorst, PR Pluimvee Museum. Het Pluimveemuseum in Barneveld was

Nadere informatie

1250-1330 1340-1440 1450-1650 1660-1700

1250-1330 1340-1440 1450-1650 1660-1700 Nederlandse Hangoor Dwerg Het land van oorsprong is Nederland. Is in Nederland erkend in 1964 Puntenschaal Groep 6.Hangoren. Pos. Onderdeel Punten 1 Gewicht 10 2 Type, bouw en stelling 20 3 Pels en pelsconditie

Nadere informatie

Tekst en foto s: Luuk Hans

Tekst en foto s: Luuk Hans DE OORSPRONG VAN DUNKLEUR: DE KLEUR KHAKI EN CHOCOLATE Tekst en foto s: Luuk Hans Inleiding In november 2002 bezocht ik de nationale pluimveeshow in Columbus, Ohio. Deze landelijke show wordt één keer

Nadere informatie

Thans volop in de schijnwerper. De Australorps

Thans volop in de schijnwerper. De Australorps Thans volop in de schijnwerper De Australorps We hebben al wel eens eerder vastgesteld dat verschillende rassen in ons pluimvee wereldje volop in de belangstelling komen van de fokkers, terwijl andere

Nadere informatie

Genetische symbolen voor driekleur zwart: Zie Rijnlander blz 171.

Genetische symbolen voor driekleur zwart: Zie Rijnlander blz 171. 46 a Lotharinger Dwerg Het land van oorsprong is Duitsland In Nederland erkend in 2010 Genetische symbolen voor driekleur zwart: Zie Rijnlander blz 171. 304a Puntenschaal groep 2. Tekening Pos. Onderdeel

Nadere informatie

ANCONA s. seizoen 2010/2011. Door: Bernard Hanskamp

ANCONA s. seizoen 2010/2011. Door: Bernard Hanskamp ANCONA s seizoen 2010/2011 Door: Bernard Hanskamp De stand van de Ancona nu Als hoen is de Ancona nu langzamerhand zeldzaam geworden. Het lijkt er sterk op dat de Middellandse Zeerassen helemaal uit de

Nadere informatie

We denken dat u zoals vanouds, deze show niet zal willen missen, en dit dan ook te waarderen door enkele dieren in te zenden.

We denken dat u zoals vanouds, deze show niet zal willen missen, en dit dan ook te waarderen door enkele dieren in te zenden. Vraagprogramma Voorwoord Beste Kleindierliefhebbers, Voor u ligt het vraagprogramma van De Sportfokkers Neer e.o. Dit jaar organiseren we een Open Show in de Burg. Hannenhal te Baexem, een van de kerkdorpen

Nadere informatie

De Orpington en haar aandachtspunten

De Orpington en haar aandachtspunten De Orpington en haar aandachtspunten KLN-congres Hoenders en Dwerghoenders 9 mei 2015 1e vaststelling: Zowel groot als kriel zijn er topdieren De Orpington en haar aandachtspunten Het type Gewicht Stelling/beenlengte

Nadere informatie

DE KLEURSLAGEN MADAGASCAR, ISABELLA EN BEIGE BIJ ONZE KLEURDWERGEN

DE KLEURSLAGEN MADAGASCAR, ISABELLA EN BEIGE BIJ ONZE KLEURDWERGEN DE KLEURSLAGEN MADAGASCAR, ISABELLA EN BEIGE BIJ ONZE KLEURDWERGEN Keurmeestersdag N.P.K.C Zaterdag 17 mei 2014 Peter Oude Groothuis MADAGASCAR, ISABELLA (EN BEIGE) BIJ ONZE KLEURDWERGEN Weinig dieren..

Nadere informatie

Foto: Hub Maar Tekst: Syb Cornel Foto s: Berend Beekhuis, allen genomen op de Gelderlandshow Eindredactie: Sytze de Bruine

Foto: Hub Maar Tekst: Syb Cornel Foto s: Berend Beekhuis, allen genomen op de Gelderlandshow Eindredactie: Sytze de Bruine NIEUWS VAN DE BRAHMACLUB NEDERLAND Foto: Hub Maar Tekst: Syb Cornel Foto s: Berend Beekhuis, allen genomen op de Gelderlandshow Eindredactie: Sytze de Bruine Het tentoonstellingsseizoen 2015 zit er weer

Nadere informatie

Predikaat Kooi Naam inzender Merk Punten Te koop

Predikaat Kooi Naam inzender Merk Punten Te koop Datum: 11/12/15 Catalogus Pagina: 1 Predikaat Kooi Naam inzender Merk Punten Te koop Hoenders Keurmeester: Oers F van (A) FRIES HOEN * Roodpel * Man jong G 1 J Santen van - v.d. Koppe 92.0 G 2 J Santen

Nadere informatie

Tekst en foto s: N.M.D. van Benten

Tekst en foto s: N.M.D. van Benten Tekst en foto s: N.M.D. van Benten Links: Fraaie roodschimmel Ned. Krulveerkropper Onder: Witte Ned. Krulveerkropper met een matige krulling en structuur. Voetbevering en blaaswerk zijn echter wel naar

Nadere informatie

NEDERLANDSE KRULVEERKROPPER?

NEDERLANDSE KRULVEERKROPPER? WAT IS ER GEBEURD MET DE Door: Hein van Grouw (NL/UK) NEDERLANDSE KRULVEERKROPPER? In 1997 werd de Nederlandse Krulveerkropper in zijn land van oorsprong erkend als een nieuw ras. Andere landen volgden,

Nadere informatie

Fokkerij van de rashoenders door de Nederlandse sportfokkers. Ad Boks

Fokkerij van de rashoenders door de Nederlandse sportfokkers. Ad Boks Fokkerij van de rashoenders door de Nederlandse sportfokkers Ad Boks Uitkomst enquête Aantal deelnemers 137. 135 keer rasnaam of namen doorgegeven. Eigenaren van: 48 rassen grote hoenders. 46 rassen dwerghoenders.

Nadere informatie

Foto boven: Cochinkriel, hen, bobtail. Foto: Jogchum IJpma.

Foto boven: Cochinkriel, hen, bobtail. Foto: Jogchum IJpma. NIEUWE CREATIES NOORDSHOW JANUARI 2013 Foto boven: Cochinkriel, hen, bobtail. Op de KLN Bondsshow afdeling veren - ondergebracht bij de Noordshow te Zuidlaren in januari 2013, werd weer een groot aantal

Nadere informatie

Deel 1 JANUARI Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties

Deel 1 JANUARI Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 JANUARI 2011 Een fotoverslag met medewerking van diverse Speciaalclubs en redactieleden van Aviculture Europe In het kader van het

Nadere informatie

Tekst en foto s: Danne J. Honour 2009

Tekst en foto s: Danne J. Honour 2009 Tekst en foto s: Danne J. Honour 2009 De kleur parelgrijs zit dicht bij het gen voor bevederingsrem (op het chromosoom). Het vererft dus makkelijk samen. De bevederingsrem zorgt voor verdroogde of misvormde,

Nadere informatie

Door Jan Schaareman op de vergadering van de speciaalclub 19 maart 2017 Geschiedenis

Door Jan Schaareman op de vergadering van de speciaalclub 19 maart 2017 Geschiedenis Brakels 2017 Door Jan Schaareman op de vergadering van de speciaalclub 19 maart 2017 Geschiedenis Fayoumi hoenders (oorsprong?) Opgezette zilver Brakelhaan uit 1863 Museum voor Nat. Historie te Rijsel

Nadere informatie

ARAUCANA S. Tekst en foto s: Anne Cushing (US) Ik ben niet begonnen met Araucana s ondanks

ARAUCANA S. Tekst en foto s: Anne Cushing (US) Ik ben niet begonnen met Araucana s ondanks ARAUCANA S Tekst en foto s: Anne Cushing (US) Ik ben niet begonnen met Araucana s ondanks de uitdagingen die het ras met zich mee brengt, maar VANWEGE die uitdagingen. Ik had me uitgebreid geïnformeerd

Nadere informatie

Hoenders: Herkomst en aanschaf

Hoenders: Herkomst en aanschaf Hoenders: Herkomst en aanschaf Kippen zijn al zo oud als de wereld, zul je weggen. Hoe zijn al die rassen ontstaan, wil je weten. Het doet niet ter zake of de kip er nu eerder was of het ei. De Bankiva

Nadere informatie

Tabel 1. Risicostatus 1 van de Nederlandse 2 landbouwhuisdierrassen (peildatum voorjaar 2014) 3

Tabel 1. Risicostatus 1 van de Nederlandse 2 landbouwhuisdierrassen (peildatum voorjaar 2014) 3 Tabel 1. Risicostatus 1 van de Nederlandse 2 landbouwhuisdierrassen (peildatum voorjaar 2014) 3 1 Criteria voor risicostatus (kritiek, bedreigd, kwetsbaar) zijn gebaseerd op de FAO Guidelines In Vivo Conservation

Nadere informatie

Ik heb het woord zeldzame tussen haakjes geplaatst, daar het mij beter lijkt deze zeldzame rassen te laten zien in groter verband.

Ik heb het woord zeldzame tussen haakjes geplaatst, daar het mij beter lijkt deze zeldzame rassen te laten zien in groter verband. (ZELDZAME) NEDERLANDSE HOENDERRASSEN A. Boks, Liedererf 20, 7364 BG Lieren Ik heb het woord zeldzame tussen haakjes geplaatst, daar het mij beter lijkt deze zeldzame rassen te laten zien in groter verband.

Nadere informatie

Satsumadori (ook wel Kagoshima game genoemd)

Satsumadori (ook wel Kagoshima game genoemd) Satsumadori (ook wel Kagoshima game genoemd) Door: Wanda Zwart De Geschiedenis De Satsumadori komt oorspronkelijk uit Japan. Volgens de Laboratory of Animalbreeding and Genetics van de Universiteit van

Nadere informatie

GALLINOVA 9 en 10 november 2012 in de Markthal in Barneveld Foto's: Ko Smidt

GALLINOVA 9 en 10 november 2012 in de Markthal in Barneveld Foto's: Ko Smidt Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 2 GALLINOVA 9 en 10 november 2012 in de Markthal in Barneveld Foto's: Ko Smidt Een prachtige show met heel veel verschillende rassen,

Nadere informatie

Jongdierendag

Jongdierendag HOENDERS HOUDAN bont 93 ZG 1 M. Wisselink 95 ZG 2 M. Wisselink 92 G 3 M. Wisselink FAVEROLLES (FRANS TYPE) 96 F 25 T. ten Brinke 94 ZG 26 T. ten Brinke 93 ZG 27 T. ten Brinke 95 ZG 28 T. ten Brinke 94

Nadere informatie

Door: Fabio van Olst (NL)

Door: Fabio van Olst (NL) Door: Fabio van Olst (NL) In de standaard die we in Nederland kennen van de Felegyhazer Tuimelaar staat de kleurslag zilver vermeld. Ik heb al eens in een artikel geschreven, dat ik ze nooit gezien heb

Nadere informatie

Tekst: Jan Willem Hondelink

Tekst: Jan Willem Hondelink KLEURSLAGEN GROTE WYANDOTTEN IN DE GEVARENZONE Tekst: Jan Willem Hondelink De Nederlandse Wyandotte Club is een grote vereniging met ruim 500 leden. 87% van deze leden fokt krielen, dus de krielen zijn

Nadere informatie

Witpatrijs uit geelwitpel x patrijs, een geslaagd experiment

Witpatrijs uit geelwitpel x patrijs, een geslaagd experiment Witpatrijs uit geelwitpel x patrijs, een geslaagd experiment Witpatrijs is een aantrekkelijke kleurslag welke reeds met diverse namen door het krielkippen leven is gegaan. Fokkers die al wat langer in

Nadere informatie

Parelfeh en Geert Paasman

Parelfeh en Geert Paasman Parelfeh en Geert Paasman De parelfeh is een middenras en is ondergebracht bij de zevenrassenclub. Voor de prijsverdeling over de zeven groepen is het ondergebracht isn groep 3, verzilvering en pareling,

Nadere informatie

Friese hoenders seizoen 2011-2012

Friese hoenders seizoen 2011-2012 Friese hoenders seizoen 2011-2012 Zoals u inmiddels gewend bent van de FTC hebben wij (onder andere) aan de hand van de ingestuurde dieren op de clubshow weer een verslag gemaakt over de stand van zaken

Nadere informatie

HOENDERS DWERGHOENDERS G Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ

HOENDERS DWERGHOENDERS G Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ ZG Combinatie ROBÉ HOENDERS LAKENVELDER 29 92 G Combinatie ROBÉ 30 93 ZG Combinatie ROBÉ 31 93 ZG Combinatie ROBÉ 32 95 1ZG Combinatie ROBÉ 33 94 ZG Combinatie ROBÉ 1 92 G G Koekkoek 2 92 G G Koekkoek 3 00 O Jan Vijn 4 92

Nadere informatie

Mededelingen standaardcommissie konijnen maart 2012

Mededelingen standaardcommissie konijnen maart 2012 Mededelingen standaardcommissie konijnen maart 2012 Erkenningen Per 1 april 2012 zijn definitief erkend: De Franse Hangoor in mignon. De Angora Hangoor in wit blauwoog. De Lotharingerdwerg in zwart, bruin,

Nadere informatie

Deel 1. Kleindieren Expo, gehouden op 24, 25 en 26 januari 2008 in Utrecht

Deel 1. Kleindieren Expo, gehouden op 24, 25 en 26 januari 2008 in Utrecht Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 Kleindieren Expo, gehouden op 24, 25 en 26 januari 2008 in Utrecht Tekst en foto s: Dirk de Jong. Dit is traditioneel de laatste,

Nadere informatie

Trotse eigenaars, topdieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1

Trotse eigenaars, topdieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 Trotse eigenaars, topdieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 VANUIT AUSTRALIË De Canberra/Queanbeyan Poultry Club Show 2006 Door: Greg Davies Het doel van onze kleine club is het promoten en

Nadere informatie

KIP. Z.O.- en O.-Aziatische rassen. Cochin. Brahma. tentoonstelling; enkelvoudige kam, grote kinlellen; voetbevederd; hanen henbevederd;

KIP. Z.O.- en O.-Aziatische rassen. Cochin. Brahma. tentoonstelling; enkelvoudige kam, grote kinlellen; voetbevederd; hanen henbevederd; Etnografie 1/6 Z.O.- en O.-Aziatische rassen KIP Cochin Brahma tentoonstelling; enkelvoudige kam, grote kinlellen; voetbevederd; hanen henbevederd; verscheidene kleuren gedrongen vechthoenders tentoonstelling;

Nadere informatie

HOENDERS DWERGHOENDERS. Haan jong. Haan jong. Hen jong G J. Stoffers G J. Stoffers. Hen jong

HOENDERS DWERGHOENDERS. Haan jong. Haan jong. Hen jong G J. Stoffers G J. Stoffers. Hen jong HOENDERS HOLLANDSE KRIEL WELSUMER Roodpatrijs 1 93 ZG J. v Lenthe 2 92 G J. v Lenthe 3 92 G J. v Lenthe 4 92 G J. v Lenthe 5 96 F J. v Lenthe 6 94 ZG J. v Lenthe 7 93 ZG J. v Lenthe 8 91 G J. v Lenthe

Nadere informatie

MIJN ERVARINGEN MET DE BARB - Door Josip Pekanović

MIJN ERVARINGEN MET DE BARB - Door Josip Pekanović De gekapte Valkenet... Bestaat nog steeds Tekst en foto s: Josip Pekanović (Servië) Het hierna volgende artikel is ons toegezonden door Josip Pekanović uit Servië. Hij schreef ons zijn artikel in het Duits,

Nadere informatie

CHIBI & TOSA CHIBI. Boven: Tosa-Chibi haan en hen. Met dank aan Bert Santema. Foto's Klaas Dillema.

CHIBI & TOSA CHIBI. Boven: Tosa-Chibi haan en hen. Met dank aan Bert Santema. Foto's Klaas Dillema. CHIBI & TOSA CHIBI Met dank aan Bert Santema. Foto's Klaas Dillema. Boven: Tosa-Chibi haan en hen. In het Friese dorp De Westereen, houdt Bert Santema zich bezig met de fokrichting Chibi en Tosa-Chibi.

Nadere informatie

Tekst: Elly Vogelaar Foto s: Marius Gahrmann en Aviculture Europe

Tekst: Elly Vogelaar Foto s: Marius Gahrmann en Aviculture Europe Tekst: Elly Vogelaar Foto s: Marius Gahrmann en Aviculture Europe Wat is er toch mooier dan een enthousiaste fokker horen vertellen over zijn hobby en vooral over zijn ras! Deze keer laten we u kennismaken

Nadere informatie

HET 3 e BELGISCHE KRIELENFESTIJN Tekst: Hans Heemskerk. Foto s: ZOBK club

HET 3 e BELGISCHE KRIELENFESTIJN Tekst: Hans Heemskerk. Foto s: ZOBK club Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 3 HET 3 e BELGISCHE KRIELENFESTIJN Tekst: Hans Heemskerk. Foto s: ZOBK club Op 29 oktober 2011 is in de Veenendaalhal in Veenendaal

Nadere informatie

Notulen van de Diertechnische Raad d.d. 25 februari 2017

Notulen van de Diertechnische Raad d.d. 25 februari 2017 Notulen van de Diertechnische Raad d.d. 25 februari 2017 1. Opening en Vaststelling agenda Voorzitter Jasper Smelt opent de vergadering en heet allen van harte welkom. Hij is verheugd dat hij meer afgevaardigden

Nadere informatie

Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 Merelbeke (België) door Dirk de Jong

Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 Merelbeke (België) door Dirk de Jong Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 Merelbeke (België) door Dirk de Jong Provinciale Kampioenen: Parkvogels: Ronquièreskalkoen van Geert Roosens Watervogels: Carolina

Nadere informatie

Catalogus. Jongdierendag. Georganiseerd door de 6 kleindiersportverenigingen uit de Krimpenerwaard

Catalogus. Jongdierendag. Georganiseerd door de 6 kleindiersportverenigingen uit de Krimpenerwaard Catalogus Jongdierendag Georganiseerd door de 6 kleindiersportverenigingen uit de Krimpenerwaard Bergambacht, 19 september 2015 CATALOGUS JONGDIERENDAG KRIMPENERWAARD Voor u ligt de catalogus van de jongdierendag

Nadere informatie

De Kleurdwerg midden-konijngrijs-verzilverd Erkenning als eindstation en/of tussenstation

De Kleurdwerg midden-konijngrijs-verzilverd Erkenning als eindstation en/of tussenstation De Kleurdwerg midden-konijngrijs-verzilverd Erkenning als eindstation en/of tussenstation Vooraf: In Nederland zien we de laatste jaren meerdere fokkers die zich richten op de creatie van nieuwe rassen

Nadere informatie

hoenders foto s: Ruben Boonen, Andy Verelst & Cedric Van de Walle Het Vlaams Neerhof - oktober - november - december 2012

hoenders foto s: Ruben Boonen, Andy Verelst & Cedric Van de Walle Het Vlaams Neerhof - oktober - november - december 2012 hoenders De Belgische en Waasse kriel De laatste jaren zien we op meer regelmatige basis Belgische en Waasse krielen op onze tentoonstellingen verschijnen. Niet enkel de kwaliteit is fl ink omhoog gegaan,

Nadere informatie

Edese Pluimvee Vereniging

Edese Pluimvee Vereniging Hokbezoek Van Barneveld in Ede Op zaterdag 29 mei 2010 verzamelden een groepje Gallinova leden zich op de Vetkamp om ca. half elf af te reizen richting Ede. Want vandaag gingen we voor de eerste keer in

Nadere informatie

de brahma S van Tekst en foto s: Geri Glastra

de brahma S van Tekst en foto s: Geri Glastra de brahma S van martin linskens Tekst en foto s: Geri Glastra Brahma s nemen in ons hoenderwereldje een geheel eigen plaats in. De grootte en de strenge, haast vechtlustige blik, maar ook de rust en de

Nadere informatie

trucjes bepalen mede het wauw-effect bij de keurders en het kan je predicaat enkel ten goede komen.

trucjes bepalen mede het wauw-effect bij de keurders en het kan je predicaat enkel ten goede komen. RDENNER KRIELEN Door: Paul de Cuyper (België) Achtergrondfoto: Jan Bollen. Mijn kleinveeverhaal begon een 5-tal jaar geleden toen ik vooral geïnteresseerd was in Mechelse koekoeks en Brahma s. Dus kocht

Nadere informatie

Lotharinger, Hotot, Rhon, Hollander en Rus 9 mei 2015

Lotharinger, Hotot, Rhon, Hollander en Rus 9 mei 2015 Lotharinger, Hotot, Rhon, Hollander en Rus 9 mei 2015 Woonachtig in Rolde Jaren bezig met het fokken van de beste dwerg met Hollander tekening Vlinder, Doorn, Oogringen Wangstippen en Oorkleur Vlinder,Vleugels

Nadere informatie

HOENDERS DWERGHOENDERS. Hen jong. Haan jong. Haan jong. Hen jong G J Vijn G J Vijn ZG J Vijn. Haan jong 5 00 O J Vijn.

HOENDERS DWERGHOENDERS. Hen jong. Haan jong. Haan jong. Hen jong G J Vijn G J Vijn ZG J Vijn. Haan jong 5 00 O J Vijn. HOENDERS FRIES HOEN Zilverpatrijs 19 92 G J. Stoffers 20 93 ZG J. Stoffers GRONINGER MEEUWKRIEL Geelwitpel 1 91 1G J Vijn 2 92 2G J Vijn 3 91 3G J Vijn 4 93 1ZG J Vijn LAKENVELDER Zilverpel 21 90 V Patrick

Nadere informatie

BULGAARSE PLUIMVEE RASSEN Deel 2

BULGAARSE PLUIMVEE RASSEN Deel 2 BULGAARSE PLUIMVEE RASSEN Deel 2 Tekst: Hristo Lukanov (Bulgarije) Foto s: Hristo Lukanov, Petar Petrov, Plamen Spassov (Bulgarije) DE RASSEN - deel 2 2. RODE STARA ZAGORA KIP/ STAROZAGORSKA RED CHICKEN

Nadere informatie

Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1

Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1 Sierduiven Brünner Kropper, zwart m/j. Pred. 97 punten. Inz. Comb. Olthof. Brünner Kropper, wit m/j. Pred. 97 punten. Inz. A. Oosterbroek.

Nadere informatie

Nationaal Park Hoge Kempen

Nationaal Park Hoge Kempen !! Nationaal Park Hoge Kempen Wat is een vogel? Wat is het verschil tussen roofvogels en uilen? Zijn er grote verschillen tussen roofvogels? Hoe kan ik roofvogels herkennen? Wat is de grootste roofvogel?

Nadere informatie

DE WATERMAALSE BAARDKRIEL

DE WATERMAALSE BAARDKRIEL DE WATERMAALSE BAARDKRIEL HUN HISTORIE IN AUSTRALIË Er zijn maar heel weinig Watermaalse Baardkrielen in Australië. Zelfs vandaag, nu er heel veel interesse is in deze leuke kleine krielen, zijn de aantallen

Nadere informatie

KONIJNEN. Kooinr. Fokker Merken Geslacht Klasse Pred. Pnt. VLAAMSE REUS

KONIJNEN. Kooinr. Fokker Merken Geslacht Klasse Pred. Pnt. VLAAMSE REUS KONIJNEN Kooinr. Fokker Merken VLAAMSE REUS haaskleur 1 Comb. Gebr. Laan 8WE 104 voedster jong 1e ZG 94 konijngrijs 2 Comb. Gebr. Laan 6WE 111 ram oud 1e F 95½ 3 Dhr. K. Borst 8EW 517 voedster Cklasse

Nadere informatie