Ruimtelijke Agenda. Zeist Gemeente Zeist - Provincie Utrecht

Transcriptie

1 Ruimtelijke Agenda Zeist 2015 Gemeente Zeist - Provincie Utrecht

2

3 2

4 Toelichting 1. Inleiding 1.1. Het doel van de agenda Het doel van de agenda is, gezamenlijke ruimtelijke belangen en ambities van gemeente en provincie te realiseren. Dit doen we door vroegtijdig integraal samen te werken, focus aan te brengen in de ruimtelijke ontwikkelopgaven en de belangrijkste strategische opgaven efficiënt uit te voeren. Het vluchtelingenvraagstuk is een zeer actuele maatschappelijke opgave. Gezien de aard en omvang van de opgave is het nu nog niet duidelijk in hoeverre hiervoor ook een gezamenlijke ontwikkelopgave of actie nodig is. Reden om deze thematiek nu (nog) niet op te nemen in de ruimtelijke agenda. Deze agenda is daarentegen dynamisch van karakter. Als de invulling van de opvang van asielzoekers of huisvesting voor vergunninghouders een ontwikkelopgave of actie nodig maakt, dan wordt de agenda daarop aangepast en zal de provincie graag met de gemeente meewerken. De gemeente Zeist heeft in de periode reeds 650 plekken voor noodopvang gerealiseerd Hoe is de agenda tot stand gekomen? De gemeente en de provincie hebben beide een intensieve bijdrage geleverd aan de totstandkoming van deze agenda. Het proces kent de volgende stappen: gemeentelijke en provinciale beleidskaders inventariseren; de belangrijkste ruimtelijke opgaven vaststellen; gemeentelijke en provinciale opgaven op elkaar afstemmen tijdens gezamenlijke werkbijeenkomst; agenda bepalen met ontwikkelopgaven, acties en aandachtspunten; agenda bestuurlijk ondertekenen; ontwikkelopgaven en acties uitvoeren. De gemeente Zeist en de provincie hebben onderzocht welke behoeften, kansen en ambities er zijn voor de ruimtelijke opgaven in de gemeente. Tijdens de ambtelijke werkbijeenkomst op 2 juli 2015 zijn de potentiële bouwstenen voor de agenda nader uitgediept waarna deze zijn vertaald in concrete ontwikkelopgaven, acties en aandachtspunten Waaruit bestaat de agenda? Ontwikkelopgaven In de uitvoering van de agenda staan de ontwikkelopgaven centraal. Deze opgaven: hebben een ruimtelijke (strategische) component; dienen gezamenlijke belangen; hebben een integraal karakter; zijn actueel en uitvoerbaar. De ontwikkelopgaven zijn verdeeld in bestaande, nieuwe en potentiële opgaven. Hierdoor ontstaat een volledig beeld van de ruimtelijke opgaven waar we al mee bezig zijn, die we willen starten en die we in de nabije toekomst willen realiseren. Acties Op de agenda staan ook acties. Dit zijn acties waar de gemeente Zeist en de provincie beide belang bij hebben en die actueel en uitvoerbaar zijn. Het verschil met de ontwikkelopgaven is dat acties soms niet integraal zijn, geen strategische component hebben en eenmalig of kortdurend zijn. Acties zijn vaak eenvoudiger op te lossen en vragen minder capaciteit. 3

5 Aandachtspunten Uit de inventarisatie van beleidskaders zijn aandachtspunten naar voren gekomen die niet direct leiden tot een ontwikkelopgave of actie, maar wel nadrukkelijk aandacht verdienen. Deze aandachtspunten zijn ook in de agenda opgenomen, zodat er rekening mee wordt gehouden bij het opstellen en uitvoeren van plannen Welke beleidskaders vormen de basis voor de agenda? Deze agenda is gebaseerd op bestaande beleidskaders van de gemeente Zeist en de Provincie Utrecht: Gemeentelijke beleidskaders Het ruimtelijk beleid van de gemeente Zeist is allereerst vastgelegd in de Structuurvisie Zeist 2020 die op 1 maart 2011 is vastgesteld. De structuurvisie geeft aan waar en welke ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn tot De ontwikkelingen zijn gevisualiseerd op de structuurvisiekaart streefbeeld De structuurvisie Zeist bouwt voort op het eerder ontwikkelde Ontwikkelingsperspectief In dit perspectief werden 4 kernwaarden geformuleerd: natuur en landschap, cultuurhistorie, duurzaam en zorgzaam én de kwaliteit van vijf kernen met eigen identiteit. De kernwaarden zijn vertaald naar tien hoofdkeuzes: 1. Groen versterken. 2. Verleden zichtbaar maken. 3. Ervaren en gebruiken (recreatief). 4. Kracht van buurten, wijken en kernen. 5. Leefomgeving en milieu: zone A28, onderzoek overkapping. 6. Beter bereikbaar. 7. Bouwen en wonen: maatwerk en kwaliteit voorop. 8. Centrum aantrekkelijk. 9. Economisch gezond en duurzaam. 10. Van visie naar uitvoering. De belangrijkste gemeentelijke kaders die verder van invloed zijn op het ruimtelijk beleid, zijn: Groenstructuurvisie. LOP (landschap ontwikkelingsplan) GVVP (gemeentelijk verkeer en vervoersplan). Diverse bestemmingsplannen. Provinciale beleidskaders Het ruimtelijk beleid van de provincie is vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) van 4 februari In deze visie gaat de provincie uit van lokaal wat kan, regionaal wat moet. Ook is met deze visie het accent verschoven van toetsing naar ontwikkeling. Om het provinciaal ruimtelijk beleid te kunnen realiseren, is het belangrijk dat het een goede vertaling krijgt in gemeentelijke plannen en visies. Dit vraagt om een actieve, ontwikkelingsgerichte aanpak en om een invulling van de relatie tussen gemeente en provincie. Deze relatie is meer gericht op samenwerking. Door in een vroeg stadium te overleggen, kunnen ruimtelijke opgaven gezamenlijk worden opgepakt. Hierbij houden gemeente en provincie elkaars rol en specifieke belang in het oog. We kiezen voor een integrale aanpak van ontwikkelopgaven, acties en aandachtspunten. Daarom betrekken we naast de PRS ook andere provinciale beleidsplannen en programma s bij deze agenda. Dit maakt het mogelijk om mee te liften met initiatieven uit andere beleidsvelden. Een voorbeeld hiervan is het Mobiliteitsplan Met dit Mobiliteitsplan wil de provincie Utrecht zorgen voor een goede bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto in een gezonde omgeving. Dit maakt onze provincie een aantrekkelijke vestigingsplaats, het versterkt de economie en het bevordert een duurzame leefomgeving. 4

6 2. Ontwikkelopgaven, acties en aandachtspunten Bestaande ontwikkelopgaven Bevorderen woningbouww en binnenstedelijke ontwikkeling Omschrijving In zowel de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) als de gemeentelijke e woonvisie is een ambitie vastgelegd v om tot woningenn te realiseren. Dit zijn gemiddeld circa 145 woningen per jaar. Hierbij wordt in eerst instantie gedacht aan het verder verdichten van het binnenstedelijke gebied zodat het buitengebied wordt ontzien. Nieuwbouw van woningen staat niet los van overige binnenstedelijke ontwikkeling zoals transformatie van verzorgingshuizen en kantoren of het leefbaar houden van dorpskernen. Om de ambities voor wonen en binnenstedelijkee ontwikkeling te realiseren, hanteert de provincie de kadernota Stedelijke ontwikkeling. Hier vindt onder meer afweging plaats ten aanzien van de in te zetten instrumenten en rollen. Afstemming tussen de genoemdee thema s zal daar d een plaats in krijgen. Met de gemeente Zeist zijn afspraken opp projectniveau gemaakt. Binnen de gemeente Zeist is een tendenss waarneembaar van winstmaximalisatie van de plannen p met zoveel mogelijk woningenn naar meer kwaliteitsgerichte plannen met minder woningen. Diverse plannen waaronder de woningbouwplannen bij winkelcentrum De Clomp zijn in aantal te bouwen woningen gereduceerd ten opzichte van de oorspronkelijk plannen. De gemeente Zeist gaat in haar woonvisie uit van een meer organische gebiedsontwikkeling waarbij kwaliteit leidend is en niet gestuurd wordt w op hardee aantallen. Een andere tendens is dat voor appartementen binnen de gemeente Zeist nauwelijks marktvraag aanwezig is. Bij het project t Rond (achter het gemeentehuis) is dee gemeente voornemens omm de nog te realiseren appartementen om te zetten naar zorgappartementen. Doelstelling Realisatiee van de binnenstedelijke woningbouwop pgave met aandacht voor te integreren overige binnenstedelijke ontwikkelingen. Uitvoering Voortzetting van het bestaande samenwerkingsverband. Waar mogelijk de samenwerkings g verbeteren. Planning Doorlopend. De voortgang wordt jaarlijks gemonitord. Trekker Gemeente: Eveline Lock Duo-partner Provincie: Wendy van Poppel 5

7 2.1.2 Uitvoeren samenwerkingsovereenkomsten Hart van de Heuvelrug en Vliegbasiss Soesterberg Omschrijving Eind april 2015 hebben h de gemeenteraden van de gemeenten Zeist en Soest en Provinciale Staten ingestemd met de d samenwerkingsovereenkomsten Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg. Met de samenwerkingsovereenkomsten wordt de verdere uitvoering en aansturing van het programma Hart van de Heuvelrug en het project Vliegbasis Soesterberg geborgd. In de overeenkomsten zijn eenduidige afspraken gemaakt over de uitvoering van de projecten, de verdelingg van de risico s en kansen én de organisatie van het programma en het project. Per project zijn trekkers benoemd die primair verantwoordelijkk zijn voor de totstandkoming van het genoemd project. Voor gemeente Zeist zijn dat de projecten Gebiedsvisie Den Dolder Noordoost (Willem Arntsz hoeve h en omgeving) en Huiss ter Heide West (woningbouw vanaf 2020) binnen de samenwerkingsovereenkomstt Hart van de Heuvelrug. Binnen deze overeenkomst is de provincie trekker van Kamp vann Zeist (vergroening) en Dorrestein (ontwikkelingsmogelijkheden worden nog nader onderzocht). In het kader van de samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis Soesterberg is de provincie trekker vann het deelproject Woonwijk vliegbasis v dat t grotendeels op het grondgebied van de gemeente Zeist ligt en voor het overige deel op het grondgebied van de gemeente Soest. Doelstelling Realisatiee van de projecten binnen de kaders die zijn opgenomen in de beidee samenwerkingsovereenkomsten. Uitvoering Aansturing door de stuurgroep zoalss bedoeld in dee samenwerkingsovereenkomsten. Planning Doorlopend; samenwerkingsovereenkomsten hebben thans als einddatum 31 december Trekker Gemeente: Henk Bosch voor de Hart van de Heuvelrug projecten waarvan de gemeente trekker is Provincie: Carla Bisseling voor projecten waarvan de provincie trekker is. Dit geldt zowel voor de projecten uit de samenwerkingsovereenkomst Hart van v de Heuvelrug als voor de projecten van uit de samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis Soesterberg. Duo-partner Gemeente: Henk Bosch voor de Hart van de Heuvelrug projecten waarvan de provincie trekker is Roel Faems voor de Vliegveld Soesterberg projecten waarvan de provincie trekker is Provincie: Carla Bisseling voor de projecten waarvan de gemeente trekkerr is 6

8 2.2. Nieuwe ontwikkelopgave Op dit moment zijn er geen nieuwe ontwikkelopga aven. Het is wel de bedoeling om in 2016 een of meerdere potentiëlee ontwikkelopgaven op te gaan pakken, zodra een Plan van Aanpak opgesteld is Potentiële ontwikkelopgave Rol Provincie bij omgevingsvisie Gemeente Zeist vindt het belangrijk om bij het opstellen van visies in een vroeg stadium alle partijen te betrekken. Voorbeelden hiervan zijn de 2 deelvisies die in het kader van het bestemmingsplan Buitengebied Zuid West opgesteld worden (omgeving Tolakkerlaan en omgeving Bunsinglaan). Deze nadere uitwerking wordt met de partijen uit het gebied gedaan om tot een gedragen voorstel te komen waarbij natuur, werken, wonen, sporten s en recreëren een plek krijgen. Een dergelijke aanpak wil de gemeente breed implementeren (zie ook 2.4.1, GONS). Eenn onderwerp waar dit ook op van toepassing is, is het proces rond de Omgevingswet. Vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu ( I&M) wordt gewerkt aan de Omgevingswet (verwachtee invoering in 2019). Doel van deze wet is het mooier, schoner en veiliger maken van de leefomgeving. De nieuwe wet moet de bestaande wetten vervangen en zorgen z voor een integrale én gebiedsgerichte benadering. In het kader van de herijking van de PRS door de provincie wordt ook gekeken of er ruimte geboden kan worden voor meer maatwerk en experimenteerruimte. Twee belangrijke kerninstrumenten voor v gemeenten zijn de omgevingsvisie en e het omgevingsplan. De gemeente is verplicht invulling te geven aan deze instrumenten. Ditzelfde geldt voor de provincie Utrecht, zij het dat op provinciaal niveau wordt gesproken over de omgevingsverordening in plaats van het omgevingsplan. Bij het opstellen van deze documenten is afstemming tussen de gemeente en de provincie noodzakelijk. De inhoud van de provinciale omgevingsvisie vormtt immers een kader van waaruit de gemeentelijke omgevingsvisie kan worden opgesteld. De omgevingsverordening/het omgevingsplan vormt vervolgens een vertaling vanuit deze visies. Met name op het moment dat gewerkt gaat worden aan de gemeentelijke omgevingsvisie zal de provincie Utrecht in een vroeg stadium hierbij betrokken worden om hiermee de afstemming met de provincialee omgevingsvisie te borgen. Doelstelling Provincie in vroeg stadium betrekken bij gemeentelijke omgevingsvisie. Trekker Gemeente Verkennen toekomstmogelijkheden van zorginstellingen aan de Arnhemse A Bovenweg. Omschrijving Langs de Arnhemse Bovenweg liggen diverse (zorg)instellingen, bedrijven en scholen. De gebouwen van een aantal zorginstellingen zijn inmiddels fysiek verouderd. Zee dateren veelal uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Het gebied rondom de Arnhemse Bovenweg ligt buiten de bebouwingscontour en maakt m onder andere onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur r (EHS) en dee cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS) zoals opgenomen in de PRV. Bij nieuwee ruimtelijke ontwikkelingen moeten de PRV bepalingen ten aanzien van deze onderwerpen in acht worden genomen. Ook de gemeente Zeist heeft voor dit gebied kaders opgesteld. De gemeente wil zich oriënteren op de toekomstmogelijkheden van de zorginstellingen aan de Arnhemse Bovenweg voor het geval de uitbreidingsvraag van de zorginstellingen actueel zou gaan worden. De vraagg is of en zo, jaa welke uitbreiding toelaatbaar is binnen de huidige ruimtelijke kaders. De herinrichting van zorginstelling Heerenwegen kan hierbij 7

9 als voorbeeld dienen. Daarnaast is ook een scenario denkbaar dat zorginstellingen (onderdelen van) een locatie afstoten. Ook voor deze situatie is het mogelijk omm vervolgfuncties in beeld tee brengen. Deze laatste situatie doet zich momenteel bijvoorbeeld voor bijj de locatie Dee Wijngaard in Bosch en Duin van de Accolade Zorggroep. Recentelijk gaven zij aan op deze locatie twee gebouwen af te willen stoten. Bij het opstellen van de Nota van Uitgangspunten voor het bestemmingsplan Buitengebiedd Zeist Zuid West zijn de toekomstplannen van de zorginstellingen geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie blijkt t dat op dit moment bij de zorginstellingen een beperkte behoefte bestaatt aan uitbreiding. Uitzondering vormt de zorginstelling Heerenwegen van zorginstelling De Warande/Antroz. Voor de vernieuwing van deze zorginstelling loopt inmiddels een apart bestemmingsplantraject. Doelstelling Verkennen van de toekomstmogelijkheden van zorginstellingen aan de Arnhemse Bovenweg. Trekker Gemeente Verkennen kansen van de Utrechtse- enn Driebergseweg Omschrijving Gemeente Zeist is in haar (geactualiseerde) ambtelijke verkenning naar leegstand tot de conclusie gekomen dat de leegstand van kantoren, winkels en bedrijfsgebouwen binnen de gemeente toeneemt. De leegstand problematiek van kantoren concentreert c zich momenteel met name op het vastgoed langs de Utrechtseweg maarr ook langs de Driebergseweg neemt de leegstand toe. Beide verkeersverbindingen zijn ook beeldbepalende entrees van de kern Zeist: de Utrechtseweg vanuit Utrecht en Driebergseweg vanuit Driebergen. De inzet is dat deze verkenning onder andere een aanzet gaat geven voor visievorming naar de toekomst van het vastgoed langs beide verbindingswegen. Naast onderzoek naar n de kansen voor toekomstbestendig vastgoed kunnen ook o verkeerskundige aspecten zoals de doorstroming en verkeersveiligheid binnen deze verkenning meegenomen worden. Een ander aandachtspunt is dat zowel de Utrechtseweg als de Driebergseweg onderdeel uitmaken van de Stichtse Lustwarande. De Stichtse Lustwarande is in de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (PRV) opgenomenn als cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS). Vanuit dit kader gelden bij de mogelijke (her)inrichtings svraagstukkenn aanvullendee voorwaarden. De eerstee stap is om de leegstands- en mobiliteitsproblemen en kansen langs beide wegenn te verkennen. In een eventueel vervolgtraject kunnen vervolgenss gerichtere stappen gezet worden. w Achtergrond De leegstand van vastgoed langs de Utrechtseweg zal de komende jaren naar verwachtingg verder toenemen. Zo is de Triodosbank voornemens om op korte termijnn haar hoofdkantoor Nederland langs de Utrechtseweg te verplaatsen naar landgoed De Reehorst grenzendd aan het stationsgebied Driebergen-Zeist (op het grondgebied van de Utrechtse Heuvelrug). Het Rijksvastgoedbedrijf heeft aangegeven de penitentiaire inrichting Eickenstein langs de Utrechtseweg te gaan sluiten en het is dee verwachting dat ook TNO en de Rabobank (data-centrum) gaan vertrekken naar locaties buiten de gemeentee Zeist. Langs de Driebergseweg zijn de verwachtingenn minder duidelijk, maar ook in dit gebied zijn veranderingenn op komst. Voor het leegkomend vastgoed zullen naast de bestaande bestemmingsplanmogelijkhedenn waarschijnlijk ook nieuwe mogelijkheden in beeld komen nu de bestaande functies van het vastgoed langs dee Utrechtse- en Driebergseweg bij marktpartijen inmiddels minder gewild zijn dan in vroegere tijden. Voor het (toekomstig) leegstaand vastgoed wordt gekeken naar de betekenis voor het Utrecht Science Park en de aansluiting daarop zoals research en development activiteiten. De gemeente onderzoekt hoe daar concreet inhoud aan kan worden gegeven. Tevens is een bestuursopdracht in voorbereiding v om een gebiedsvisie op te stellen s voor het deel Utrechtseweg- de hele West (bij de entree vanuit Utrecht). Om de samenhang met dit gebied en USP, maar ook ten opzichte van as, te borgen. 8

10 De Utrechtse- en Driebergseweg zijn ook van belang voor de afwikkeling en doorstroming van het verkeer. Gemeente en provincie vinden de verkeerssituatie momenteel voldoende robuust zeker nu de ondertunneling van de Driebergseweg bij station Driebergen/Zeist doorgaat. Daarnaast liggen er plannen om de doorstroming op de Utrechtseweg richting Utrecht te vergroten door de Utrechtseweg tussen de Krommerijnlaan en de Jordanlaan met een extra rijstrook te verbreden. De financiering van deze verbreding is echter nog niet rond. Tevens wordt door de partijen gestudeerd op een fietstunnel onder de Utrechtseweg in de zone tussen Schorteldoeksesteeg en kruising Kromme-Rijnlaan De reconstructie van de bocht in de provinciale weg N237 ter hoogte van landgoed Vollenhoven op het grondgebied van gemeente De Bilt gaat binnenkort van start. Ter hoogte van deze bocht wordt een fietstunnel onder de N237 aangelegd zodat zowel de fietsverbinding tussen Zeist en Utrecht ten noorden van de N237 als het gemotoriseerde verkeer op de N237 richting Amersfoort. v.v. beter kan doorstromen. Langs zowel de Utrechtse- als de Driebergseweg ligt de beeldbepalende landgoederenzone van de Stichtse Lustwarande. Naast kansen kan dit gegeven bij herinrichtingsvraagstukken van vastgoed en infrastructuur ook beperkend werken gezien de bepaling uit de PRV 2013 ten aanzien van de cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS), dat een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling alleen toelaatbaar is als deze de CHS behoudt en versterkt. Gekeken kan worden of in een vroeg stadium al op deze PRV bepaling geanticipeerd kan worden waarbij niet teveel afbreuk gedaan wordt aan de naar verwachting gewenste dynamiek langs de Utrechtseweg en Driebergseweg. Doelstelling Verkennen van de kansen voor gehele as Utrechtse- en Driebergseweg. Uitvoering Verkenning Trekker Gemeente Zeist 2.4. Acties Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl (GONS) Omschrijving GONS staat voor een spontane manier van gebiedsontwikkeling (GO) in de gemeente Zeist. Kaders worden hierbij gezien als ondersteunende in plaats van leidend. GONS gaat niet uit van masterplannen of een blauwdruk. GONS is gericht op co-creatie met oog voor het proces. Waar ruimtelijke of andere duurzame initiatieven uit de samenleving voorop staan. Waar de wensen en eisen van belanghebbenden voorop staan en waar een meer uitnodigende, ondersteunende en verbindende gemeente een rol speelt. Het proces met de samenleving is nieuw. Alle partijen moeten wennen aan een andere rolverdeling tussen gemeente en samenleving waarbij het volgens de gemeente de kunst is om de kaders niet te veel leidend te laten zijn maar juist buiten de gebaande paden te leren denken om een ontwikkeling te kunnen realiseren. Samenwerking met provincie De nieuwe werkwijze die de gemeente Zeist uitwerkt heeft ook gevolgen voor de samenwerking met de provincie. De vraag is op welke wijze de provinciale belangen (vanuit PRS/PRV) worden geborgd. GONS is een werkwijze die zoekt naar het beste draagvlak voor ruimtelijke ontwikkeling. Naar de mening van de gemeente Zeist hoort de provincie in die werkwijze ook een rol te hebben. Een duidelijk antwoord op deze ontwikkeling is nu niet direct te geven. Voorgesteld wordt daarom te verkennen op welke wijze de samenwerking met de provincie binnen GONS vorm krijgt en dit onderdeel te betrekken bij de herijking van de PRS/PRV in Doelstelling Werkwijze Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl (GONS) betrekken bij PRS/PRV. 9

11 Uitvoering Uitwerken op welke wijze de samenwerking met de provincie binnen GONS vorm krijgt. Planning 2016 en verder Trekker Gemeente Opstellen afspraken over beoordelen ecologische onderzoeken Omschrijving Het buitengebied van gemeente Zeist ligt voor een groot deel in de ecologische hoofdstructuur (EHS) zoals vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 en de partiële herziening uit 2014 (PRV). De PRV stelt voorwaarden aan ontwikkelingen. Eén van de voorwaarden is dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen middels een ecologisch onderzoek aangetoond moet worden dat een nieuwe ontwikkeling niet leidt tot een significante aantasting van de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS. De provinciale EHS wijzer geeft onder andere aan welke onderzoeksvragen bij dit ecologische onderzoek beantwoordt moeten worden. Tijdens de werkbijeenkomst is door de gemeente Zeist aangegeven dat de beoordeling van door externe bureaus opgestelde ecologisch onderzoeken en interpretatie van de EHS momenteel niet goed ingebed is in de gemeentelijke organisatie. Deze constatering kwam naar voren tijdens een discussie over de werking van de ecologische corridor tussen Den Dolder Noord en Bilthoven Noord ter hoogte van de voetbalvelden van DOSC. Het gevolg is dat projectleiders zelf het onderzoek moeten gaan beoordelen, hetgeen niet hun expertise is. De ecologische rapporten worden door deze projectleiders vervolgens vaak, zonder een gemeentelijke beoordeling, naar de provincie doorgezonden met een verzoek om een inhoudelijk reactie. Dit leidt vaak tot lange discussies/processen met name als het onderzoek niet aan de gestelde voorwaarden uit de PRV voldoet. De gemeente is verantwoordelijk voor de regie op planprocedures en voor het beoordelen van de ecologische rapporten. Nu dit binnen de gemeente Zeist lastig te realiseren lijkt, is het zinvol om eens gezamenlijk na te gaan welke maatregelen mogelijk zijn om een inhoudelijke beoordeling van EHS en ecologie door de gemeente mogelijk te maken. Doelstelling Goede inhoudelijke beoordeling van ecologische onderzoeken door de gemeente. Uitvoering Onderzoeken van mogelijkheden om dit een plek in de organisatie te geven. Planning 2016 Trekker Gemeente 2.5. Aandachtspunten Provinciale handreikingen Om gemeenten zo goed mogelijk te faciliteren, heeft de Provincie Utrecht een aantal praktische handreikingen gemaakt. Gemeenten kunnen deze handreikingen gebruiken als inspiratiebronnen voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het gaat om handreikingen voor thema s als: de kwaliteit van kernrandzones; nieuwe functies van vrijkomende agrarische bedrijfspercelen; de ruimtelijke inpassing van duurzame energie; ruimtelijke ontwikkelingen binnen de EHS. 10

12 Bodem en water In de provinciale Kadernota ondergrond van 14 april 2014 staat het ontwikkelen van een duurzaam bodem- en watersysteem en een waterveilige omgeving centraal. Deze kadernota heeft ook betrekking op het grondgebied van de gemeente Zeist. In de handreiking Overstromingsrobuust inrichten ondersteunt de provincie gemeenten om via het ruimtelijk spoor wonen en werken in gebieden met overstromingsrisico s veiliger te maken. Het is belangrijk dat kwetsbare en vitale objecten, grootschalige woonwijken en bedrijventerreinen bestand zijn tegen overstromingen. In buitendijkse gebieden geldt dit ook voor kleinschalige woonwijken en bedrijventerreinen. Door een goed doordachte locatiekeuze en inrichting kunnen de gevolgen van een overstroming aanzienlijk worden beperkt. Klimaat en duurzame energie Met de handreiking Inpassing duurzame energie biedt de provincie handvatten voor het inpassen en stimuleren van duurzame energie en het combineren van de verschillende vormen met andere ruimtelijke functies. Denk aan initiatieven voor duurzame energie als wind, biovergisting, waterkracht en zonne-energie. No-regret-maatregelen om te anticiperen op de langetermijngevolgen van de klimaatverandering, leiden mogelijk tot nadere acties. Als daar aanleiding voor is wordt dit onderwerp, het daarbij behorende realisatieplan en de klimaatatlas besproken in het periodiek of sectoraal overleg. Milieu Het uitvoeringsprogramma Milieubeleidsplan en de milieukwaliteitsprofielen krijgen aandacht in het periodiek ambtelijk overleg of in een specifiek sectoraal overleg wanneer er nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen zijn of wanneer specifieke projecten daartoe aanleiding geven. Bedrijventerreinen Er gelden regionale afspraken voor de uitbreiding en herstructurering van bedrijventerreinen. In de PRS is binnen de gemeente Zeist overigens geen uitbreiding van bedrijventerreinen voorzien. Mobiliteit Bij ruimtelijke initiatieven wordt gekeken naar eventuele gevolgen voor de mobiliteit. Scans of toetsen maken deze gevolgen inzichtelijk. De resultaten en de consequenties daarvan worden opgenomen in ruimtelijke plannen. Landschap Bestemmingsplannen voor het landelijk gebied besteden aandacht aan het landschap. In de gemeente Zeist zijn er verschillende landschapstypen. Om ruimtelijke initiatieven te beoordelen, kan de gemeente de Kwaliteitsgids voor de Utrechtse Landschappen gebruiken. Voor de gemeente Zeist zijn de katernen Rivierengebied en Utrechtse Heuvelrug relevant. Bij initiatieven in het buitengebied wordt altijd gestreefd naar een landschappelijk goede inpassing, of daarbij nu wel of niet gebruik wordt gemaakt van het ruimtelijk instrumentarium. Het Ervenconsulentschap geeft advies over de inrichting van erven in het buitengebied. Zie voor meer informatie de webpagina: Natuur Om een vitaal en samenhangend stelsel van natuurgebieden te behouden en ontwikkelen, verdienen naast de EHS en de Groene Contour ook natuurwaarden daarbuiten aandacht. Wanneer initiatieven aan de orde komen die invloed hebben op of plaatsvinden binnen de EHS dan vormt het natuurbelang al in een vroeg stadium een onderdeel van de afweging. Landbouw Een economisch vitale landbouwsector is van belang en verdient aandacht. In ruimtelijke plannen voor het buitengebied is vooral de beperkte ontwikkelruimte voor agrarische bedrijven vaak een knelpunt. Dit is een gevolg van de recente jurisprudentie over stikstofemissie bij verschillende scenario s. Samen met onder andere LTO, VNG en gemeenten werkt de provincie aan oplossingen voor dit probleem in de nota Stikstofdepositie. 11

13 Recreatie De PRS onderstreept het belang van gewenste recreatieve functies en goede stad-landverbindingen. Dit biedt ruimte aan uitnodigende kernrandzones, die stad en land verbinden en adequate recreatieve voorzieningen bieden. De provinciale handreiking Kernrandzones biedt gemeenten hiervoor inspiratie. Specifieke aandacht is nodig om te voorkomen dat infrastructuur een barrière vormt voor het recreatieve netwerk. Dit geldt ook voor het beleefbaar en toegankelijk maken van het landelijk gebied, het cultuurhistorisch erfgoed en de natuur. In de structuurvisie Zeist 2020 is in paragraaf 5.7 de ambitie uitgesproken dat Zeist in de toekomst de spil kan worden in het regionale recreatieve netwerk. Slot Zeist is hierbij een belangrijk element. Zeist zet ook in op recreatie die is gekoppeld aan groen en cultuurhistorie (pag. 142 structuurvisie Zeist). Binnen de gemeente Zeist liggen twee TOP s (toeristische overstapplaatsen). Dit zijn Slot Zeist en het Jagershuis. Ook bestaan uitbreidingsplannen van camping De Krakeling en herontwikkelingsideeën over camping Dijnselburg. De gebiedscommissie Nationaal park Utrechtse Heuvelrug wil het gelijknamige nationale park uitbreiden door ook gebieden ten noorden van de A28 bij het park te betrekken. 12

14 3. Uitvoering 3.1 Verantwoordelijkheden De bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken voor de agenda zijn: namens het college van Burgemeester en Wethouders: de wethouder Werk, Economie, Ruimte en Sport; namens het college van Gedeputeerde Staten: de portefeuillehouder Ruimtelijke Ontwikkeling. Beide ondertekenen de agenda en bekrachtigen hiermee de samenwerking om de afgesproken opgaven en acties te realiseren. Het ambtelijk opdrachtgeverschap van de agenda berust bij: het afdelingshoofd Ruimtelijke Ordening van de gemeentelijke afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling: Henri Elands; de teamleider van het provinciale team Gemeentelijke Ruimtelijke Ontwikkeling: Marianne Scheepstra. Opdrachtnemers/accounthouders zijn namens de gemeente Erica Gielink van de afdeling Strategie en Bestuur en namens de provincie Peter Verlaan van het team Gemeenteljke Ruimtelijke Ontwikkeling. Zij hebben de agenda opgesteld en delen de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering en voortgang van de ontwikkelopgaven, acties en aandachtspunten. Ze volgen het verloop van de opgaven proactief en signaleren tijdig obstakels, waarover zij afstemming met elkaar zoeken. Dit doen zij tijdens periodiek overleg of zo nodig vaker. Hierbij wordt geen inbreuk gedaan op de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken ambtenaren binnen de specifieke ontwikkelopgave en de bestaande portefeuilleverdeling binnen betrokken colleges en ambtelijke afdelingen. Voor elke opgave wordt één trekker van gemeente of provincie en een duo-partner bij de andere partij, de contactpersonen, benoemd. Zij zorgen voor de uitvoering en informeren de coördinatoren van de agenda over de voortgang. Bij het uitvoeren van de samenwerkingswerkingsovereenkomsten zijn beide partijen trekker. Zie tabel 1 voor een totaaloverzicht van de ontwikkelopgaven inclusief de bestuurlijk verantwoordelijke portefeuillehouder, de organisatie die trekker is en de overige contactpersonen van beide organisaties. Tabel 1: Totaaloverzicht ontwikkelopgaven: 1en 2 bestaande opgaven; 3,4 en 5 potentiële opgaven. Ontwikkelopgave bestuurlijk verantwoordelijke portefeuillehouder trekker contactpersonen gemeente provincie gemeente Provincie 1. Bevorderen woningbouw en binnenstedelijke ontwikkeling -- Pim van den Berg gemeente Eveline Lock Wendy van Poppel 2. Uitvoeren Sander Bart Krol Beide, Henk Bosch Carla Bisseling samenwerkingsovereenkomst Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg Jansen afhankelijk van project 3. Rol provincie bij omgevingsvisie gemeente Verkennen toekomstmogelijkheden van zorginstellingen aan de Arnhemse Bovenweg 5. Verkennen kansen van de Utrechtse- en Driebergseweg gemeente gemeente

15 De bestaande ontwikkelopgaven zijn ondergebracht in bestaande programma s of projecten. De accounthouders checken of er plannen van aanpak zijn en of deze voldoende duidelijkheid geven over de samenwerking tussen gemeente en provincie. Als dat laatste niet het geval is, maken de accounthouders en trekker afspraken hierover. In overleg kan de trekker alsnog een plan van aanpak maken of het bestaande plan aanvullen met relevante informatie. De contactpersonen monitoren deze opgave. Zo nodig krijgt het project de impuls die het nodig heeft. Voor de uitvoering van de nieuwe ontwikkelopgave maakt de trekker een plan van aanpak. Hierin staan minimaal vermeld: omschrijving; doel en resultaat; organisatie (betrokken partijen/personen, inclusief de trekker, en schatting van de uren); planning; benodigde/beschikbare financiële middelen. Als het plan van aanpak voor een opgave gereed is, start de uitvoering volgens planning. De acties vragen vaak minder intensieve of kortdurende samenwerking. 3.2 Planning Een detailplanning maakt onderdeel uit van elk plan van aanpak. Zie tabel 2 voor een globale planning per ontwikkelopgave. Een gedetailleerde planning voor potentiële ontwikkelopgaven volgt zodra besloten is deze opgaven daadwerkelijk te realiseren. Tabel 2: Globale planning per ontwikkelopgave Ontwikkelopgave > Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 1. Bevorderen woningbouw en binnenstedelijke ontwikkeling 2. Uitvoeren samenwerkingsovereenkomst Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg Zoals vermeld onder 3.1. Verantwoordelijkheden, worden ook de acties ingepland. Aandachtspunten worden niet specifiek ingepland: bij alle opgaven en acties wordt gekeken of zij onderdeel uitmaken van het proces. 3.3 Financiële middelen Vanuit het Ruimtelijk Actie Programma (RAP) kunnen, naast personele inzet voor projectbegeleiding, (beperkte) financiële middelen worden ingezet. Deze middelen zijn in eerste instantie bedoeld voor gebiedsverkenningen, haalbaarheidsonderzoeken en (in beperkte mate) proceskosten. Ten behoeve van voorbereidende gebiedsverkenningen voor het bestemmingsplan Buitengebied Zeist Zuid West is in het kader van de RAP een subsidieverzoek 8.000,- ingediend. Deze subsidie is eind 2015 verleend. Voor zover dit niet al inzichtelijk is bij de agendavorming, moet in een plan van aanpak voor een ontwikkelopgave duidelijk zijn aangegeven welke financiële middelen nodig zijn en hoe deze gedekt worden. 3.4 Monitoring In het periodiek regulier overleg staat de agenda centraal. In dit overleg bespreken de betrokkenen de inhoud en voortgang van de ontwikkelopgaven. Zijn er middelen ingezet vanuit het Ruimtelijk Actie Programma, dan wordt ook besproken hoe deze middelen zijn besteed. Beide coördinatoren laten zich voorafgaand aan het overleg informeren door de contactpersonen van de ontwikkelopgaven. Desgewenst sluiten deze of andere betrokkenen aan bij het overleg. 14

16 Het overleg is ook belangrijk om potentiële of nieuwe ontwikkelopgaven te signaleren. Er is ook ruimte om in meer algemene zin tot integrale afstemming te komen. Bij regulier overleg in oktober of november schuiven de verantwoordelijke managers aan. Na dit overleg stellen de coördinatoren het jaarlijkse voortgangsverslag op. Zij koppelen deze rapportage terug aan de betrokken bestuurders. Deze bestuurders ontvangen ook tussentijds informatie als input voor bestuurlijk overleg of werkbezoek. Beide partijen hebben hierin hun eigen verantwoordelijkheid. De agenda is dynamisch en heeft geen gepland eindmoment. Het is daarom belangrijk de agenda regelmatig te actualiseren, door: nieuwe of bestaande opgaven de status gereed te geven en af te voeren van de agenda; van potentiële opgaven nieuwe opgaven te maken; nieuwe of potentiële opgaven toe te voegen; acties toe te voegen of af te voeren; de aandachtspunten te actualiseren. De verwachting is dat de agenda om de 4 jaar volledig wordt herijkt. Waarschijnlijk zijn de opgaven dan zo veranderd of afgerond dat de agenda niet meer actueel is. Een nieuwe inventarisatie van opgaven en acties is dan nodig. Deze nieuwe agenda wordt ook weer bestuurlijk ondertekend. In overleg kan besloten worden, de agenda eerder of later te herijken. 15

17 Gemeente Zeist Postbus AM Zeist Provincie Utrecht Postbus TH Utrecht 1 I RUIMTELIJKE AGENDA