PROJECTENOVERZICHT MASTERPLAN MINERALENMANAGEMENT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECTENOVERZICHT MASTERPLAN MINERALENMANAGEMENT"

Transcriptie

1 PROJECTENOVERZICHT MASTERPLAN MINERALENMANAGEMENT VERSIE 2 JULI 2013 In opdracht van: Gefinancieerd door: Voor uw vragen over het MMM kunt u zich wenden tot Tjitse Bouwkamp (PA). Louis Braillelaan 80 Postbus AX Zoetermeer mmm@hpa.agro.nl

2 AANLEIDING Directe aanleiding voor de totstandkoming van het Masterplan Mineralenmanagement (MMM) is de voedselzekerheid en de toenemende schaarste van minerale grondstoffen voor de plantaardige productie. De akkerbouwsector is van mening dat, om in de toekomst aan de toenemende vraag naar plantaardige producten te voldoen, uitbreiding van het areaal ten koste van natuurlijk habitat geen duurzame optie is. De oplossing moet gezocht worden in de meest efficiënte benutting van areaal en nutriënten met een minimale belasting van de omgeving. DOELSTELLING De akkerbouw streeft naar een emissieneutrale akkerbouw in 2030 waarbij de bijdrage van het landbouwkundig handelen (lees: de verliezen van nutriënten naar bodem, water en lucht) niet hoger is dan de emissie op onbemeste gronden, met maximaal rendement en maximaal gebruik van biodiversiteit. Op weg naar een emissieneutrale akkerbouw in 2030 zijn voor 2017 de volgende tussendoelen gesteld: - maximaal rendement; - voldoen aan de kaderrichtlijn water; - voldoen aan de nitraatrichtlijn; - maximaal gebruik van biodiversiteit; - op koers voor het halen van de doelstellingen uit het agroconvenant Schoon en Zuinig. Het Masterplan Mineralenmanagement (MMM) bestaat uit vijf hoofdthema s, namelijk: (1) Timing en management van mineralen, (2) Vitale bodem, (3) Mineralen en klimaat/energie, (4) Mineralenkringlopen en (5) Communicatie. 1

3 Thema 1: Timing en management van mineralen Een renderende teelt/bedrijfsvoering in de akkerbouw binnen de gestelde kaders vraagt om optimaal en efficiënt mineralengebruik. Verbetering van de huidige prestaties, in termen van een hogere benutting en minder verliezen, zijn nodig. Om dit te bereiken is maximale inzet van de huidige kennis noodzakelijk, maar dit is niet voldoende. Verder vernieuwen en innoveren van het mineralenmanagement is cruciaal voor het bereiken van de doelen. Hoe zorgt de akkerbouwer ervoor dat de plant goed getimed door het groeiseizoen juist die mineralen ter beschikking heeft die zorgen voor een optimale groei? Het gaat erom de voedingsstoffen op de juiste plaats, in de juiste hoeveelheid, in de juiste vorm en op het juiste moment voor de plant (het gewas) beschikbaar te hebben. Alleen dan kan er sprake zijn van een maximale benutting door het gewas, waardoor het overschot en dientengevolge ook de verliezen aan mineralen minimaal zijn. Hiermee wordt gewerkt aan de doelstelling om de milieubelasting van het grond- en oppervlaktewater terug te dringen. Voor het optimaliseren en renderend houden van het mineralengebruik is het aandacht vragen voor en innoveren van het mineralenmanagement dus essentieel. Figuur 1: Timing en management van mineralen: Voedingsstoffen op de juiste plaats, in de juiste hoeveelheid, in de juiste vorm en op het juiste moment voor de plant (het gewas) beschikbaar krijgen. Flexibilisering van gebruiksnormen en ontwikkelen managementsysteem Uitvoerende organisatie(s): PPO/DLV Plant/NMI In dit onderzoek is nagegaan welke mogelijkheden er zijn om binnen milieurandvoorwaarden te komen tot systemen van flexibele gebruiksnormen, waarbij rekening wordt gehouden met de perceels- en bedrijfskenmerken. Er is gekeken naar zowel de stikstof- als fosfaatgebruiksnormen. Globaal kunnen er drie differentiatiesystemen worden onderscheiden: 1) het van tevoren vaststellen van een gedifferentieerde norm (inspanningsverplichting) of systemen met gedifferentieerde normen met controle achteraf via 2) het N-overschot of via 3) bepaling van de hoeveelheid minerale bodem-n in de herfst (resultaatverplichting). Er wordt verder gewerkt met variant 1, waarbij een inspanningsverplichting vooraf plaatsvindt. Door vooraf maatregelen te nemen die het uitspoelingsrisico fors verminderen kan een generieke korting mogelijk worden voorkomen. Bijdrage aan doelstelling MMM: Een systeem van flexibele gebruiksnormen geeft akkerbouwers, daar waar nodig en indien aangetoond, de mogelijkheid voor verruiming van de gebruiksruimte, zodat het bedrijfsmanagement beter is aangepast op de eigen situatie waardoor een beter bedrijfsresultaat wordt verkregen. Kortom, maatwerk op perceels- en bedrijfsniveau met minimale verliezen. Deze studie levert waardevolle brokstukken voor de beleidsmatige discussies die buiten het MMM worden gevoerd. Naar een duurzaam bodem- en nutriëntenbeheer in de akkerbouw Uitvoerende organisatie(s): NMI/DLV Plant/BLGG AgroXpertus Het project bestond uit de volgende onderdelen 2

4 1. Inventarisatie nieuwe ontwikkelingen en onderzoeksresultaten bodem- en nutriëntenmanagement in een bureaustudie; 2. Workshop met teeltadviseurs over praktische inpasbaarheid van verbeteringen in Bodem- en Nutriëntenplan van akkerbouwbedrijven; 3. Analyse van het nutriënten- en bodemmanagement van enkele gangbare praktijkbedrijven (geen voorlopers) en toetsing van het bodem- en nutriëntenplan; 4. Rapportage en synthese. In dit onderdeel zijn de uitkomsten van de voorgaande stappen vertaald in een stappenplan en/of checklist voor een Bodem- en Nutriëntenplan (een verbeterd en verbreed bemestingsplan), dat bruikbaar is voor de praktijk. Bijdrage aan doelstelling MMM: In het Bodem- en Nutriëntenplan wordt een werkwijze beschreven waarbij maximaal aandacht wordt besteed aan een goed bodem- en nutriëntenmanagement binnen de (huidige en toekomstige) gebruiksnormen. Kern is dat het belang van strategische keuzes en de daaruit voortvloeiende acties van groot belang zijn voor het verder beperken van emissies. Een goed strategisch bodem- en nutriëntenplan levert meerwaarde voor zowel ondernemer als milieu. Nieuwe bijmestsystemen en -strategieën in aardappelen voor zand en löss grond Uitvoerende organisatie(s): PPO/ALTIC In dit project van het Masterplan Mineralenmanagement gaat de aandacht uit naar nieuwe N-systemen in aardappel. Door de N-bemesting beter op de stikstofbehoefte van het gewas af te stemmen kan de stikstofefficiëntie worden verbeterd. Met nieuwe sensortechnieken dienen zich mogelijkheden aan om het bijmesten adequaat en praktisch inpasbaar te maken. Bijdrage aan doelstelling MMM: Een verbeterd stikstofbijmestsysteem en/of -strategie draagt bij aan efficiënter mineralengebruik. Organische (nieuwe) meststoffen, (gewenste) samenstelling en werking Uitvoerende organisatie(s): PPO/LBI/Agrifirm De mest- en mineralenwetgeving is en wordt verder aangescherpt. Telers moeten daardoor het aanbod van meststoffen steeds scherper afstemmen op de gewasbehoefte. Bij gebruik van kunstmest is dat makkelijker dan bij gebruik van organische mestsoorten en composten. Deze beweging veroorzaakt dus een tendens naar verminderd gebruik van organische meststoffen. Dat is om diverse redenen een zorgelijke ontwikkeling, o.a. door een lagere organische stofaanvoer. Door beter gebruik te maken van de aanwezige kennis, kan de onzekerheid over de werking van de meststoffen voor een deel weggenomen worden en kunnen ook betere keuzes gemaakt worden in de organische meststoffen die goed bij gewas en bedrijf passen. Daardoor kan het gebruik van organische meststoffen bevorderd worden en kan de mineralenbenutting uit die meststoffen verhoogd worden. Bijdrage aan doelstelling MMM: Kennis over de beschikbaarheid van mineralen uit organische (kunst)mestoffen stelt telers in staat om de juiste organische mesttypes te kiezen. Een juiste keuze draagt bij aan een effectiever mineralenmanagement. Het verkregen materiaal zal ook gebruikt gaan worden door adviseurs bij het opstellen van bodem- en bemestingsplannen. Optimale bodem- en bemestingsstrategie, van papier naar praktijk Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant/NMI/PPO/BLGG AgroXpertus/HLB Op vijf praktijkbedrijven, verspreid over Nederland wordt optimaal mineralenmanagement nagestreefd. Hierbij staan de doelen van het MMM centraal: efficiënt gebruik van mineralen, minder uit- en afspoeling van mineralen, vitale bodem, benutten van de bodembiodiversiteit en maximaal rendement voor het bedrijf. Per bedrijf wordt een plan van aanpak gemaakt (inclusief communicatie). De huidige situatie van de ondernemer dient hierbij als uitgangspunt. De bedrijven bevinden zich op de verschillende grondsoorten in verschillende regio s, te weten: - löss - zuidoostelijk zand - veenkoloniën - zuidwestelijke klei - centraal klei 3

5 Rondom deze bedrijven worden diverse communicatieactiviteiten georganiseerd (demonstraties van technieken en methoden, excursies van studiegroepen etc.). Binnen de communicatie zal Kennisakker.nl een belangrijke rol spelen, zodat per regio/grondsoort de juiste informatie wordt verspreid. Bijdrage aan doelstelling MMM: Getoonde en door de ondernemer uitgevoerde maatregelen en effecten zullen een bijdrage moeten leveren aan de doelstellingen MMM. Dit project is vooral gericht op communicatie naar de praktijk. Rijenbemesting: kansen, nieuwe producten en technieken Uitvoerende organisatie(s): PRI/PPO/ALTIC Het Masterplan Mineralen Management (MMM) streeft een emissieneutrale akkerbouw na in Dat vraagt om een efficiënt gebruik van meststoffen en een verhoging van de nutriëntenbenutting. Eén van de mogelijkheden daartoe is een betere plaatsing van de meststoffen via rijenbemesting. In het verleden is al veel onderzoek gedaan aan rijenbemesting met stikstof en fosfaat. De resultaten daarvan waren wisselend, afhankelijk van de weers- en bodemomstandigheden. In een droog en koud voorjaar is, met name voor fosfaat, een groot voordeel van plaatsing te verwachten. Rijenbemesting wordt alleen in maïs op grote schaal toegepast. De belangstelling voor rijenbemesting in akkerbouwgewassen neemt echter toe. Een nieuwe ontwikkeling hierbij is rijenbemesting met dierlijk mest. Uit eerder onderzoek van PPO/PRI bleek rijenbemesting met drijfmest in maïs net zo effectief te zijn als rijenbemesting met kunstmest. Aanvankelijk werd de rijenbemesting tegelijk met het zaaien uitgevoerd (in één werkgang), maar met ondersteuning van RTK-GPS is het nu mogelijk om dat in twee aparte werkgangen te doen, wat praktisch beter uitvoerbaar is. De mest wordt daarbij gedoseerd in rijen op die plaats waar later wordt gezaaid of gepoot. Op deze wijze kan drijfmest maximaal worden benut en hoeft niet te worden vervangen door kunstmest als men rijenbemesting wil toepassen. Bijdrage aan doelstelling MMM: Als de mineralengift door rijenbemesting omlaag kan is er enerzijds sprake van een efficiënter mineralengebruik (en dus minder emissie). Anderzijds kan de verkregen ruimte mogelijk elders in het bouwplan gebruikt worden voor gewassen die meer meststoffen nodig hebben er efficiënter mee omgaan. Fosfaat en ureum toedienen met dompelen/coaten Uitvoerende organisatie(s): NMI/SPNA Een manier om de fosfaatbeschikbaarheid voor kiemende zaden te verhogen is door het aanbrengen van een fosfaathoudende coating. Jonge wortels van kiemend zaad kunnen zo direct beschikken over het aanwezige fosfaat in de directe omgeving van die wortel. Dit wordt in de praktijk reeds toegepast bij maïs en graszaad (i-seed). Bij maïs is gebleken dat een coating een positief effect heeft in aanvulling op rijenbemesting. De vraag is of dit wellicht ook zou kunnen gelden voor pootaardappelen. De doelstelling van dit project is het onderzoeken van de mogelijkheden van het verhogen van de nutriëntenvoorziening van pootaardappelen door dompelen of coaten en het nagaan of risico s van versmering of kiembeschadiging zijn te voorkomen of technisch op te lossen zijn. Naar een nieuw P-bemestingsadvies akkerbouw Uitvoerende organisatie(s): NMI/PPO Voor het schatten van de fosfaatbeschikbaarheid in de bodem wordt gebruik gemaakt van grondonderzoek. In de akkerbouw is daarvoor decennia geleden het Pw-getal ontwikkeld. Het benodigde Pw-getal en de daarbij behorende P-bemesting voor het halen van de optimale opbrengst is in een groot aantal pot- en veldproeven bepaald. Daarbij werd echter geen of nauwelijks gebruik gemaakt van kennis over het gedrag van fosfaat in de grond. Bovendien is op basis van één fosfaatparameter de beschikbaarheid slechts globaal te duiden. Recent zijn grondonderzoeksmethoden gebaseerd P-CaCl 2 en PAL ontwikkeld die een beter inzicht geven in het gedrag van fosfaat in de grond. Daarmee is het mogelijk om aan te geven hoeveel fosfaat direct beschikbaar is, hoe snel er nageleverd kan worden en wat de nalevercapaciteit voor fosfaat is. Zo kan beter worden ingespeeld op de ontwikkeling van de fosfaatbehoefte van gewassen gedurende de groeiperiode. De doelstelling van dit project is de ontwikkeling van een nieuw fosfaatbemestingsadvies voor de akkerbouw dat beter rekening houdt met de directe P-beschikbaarheid en het P-naleverend vermogen van 4

6 de bodem. Hiermee blijft het mogelijk om met een aangescherpt P-beleid een goede gewasproduct en - kwaliteit te behouden, terwijl tegelijkertijd de milieubelasting daalt. 5

7 Thema 2: Vitale bodem Terugkerend onderdeel in alle thema s is de bodemvruchtbaarheid, die zowel op korte als lange termijn de basis vormt van de gewasproductie. Dit komt met name tot uiting in het thema Vitale Bodem, waarbij de aandacht is gericht op het in stand houden van kringlopen en bodemgezondheid, leidend tot een goede gewasproductie en verminderde belasting van het milieu. Onder de noemer Vitale bodem is een aantal deelonderwerpen te onderscheiden dat een rechtstreekse link heeft met mineralenmanagement. Goed mineralenmanagement is altijd gebaseerd op de vruchtbaarheid van de bodem waarop een gewas wordt geteeld. Een werkdefinitie voor bodemkwaliteit is: het vermogen van de grond om op korte en lange termijn, voldoende water, lucht en nutriënten te leveren voor een gezonde bodem, hoge gewasproductie en lage omgevingsbelasting. Op bedrijfsniveau zijn zaken als textuur en grondwaterstand niet of nauwelijks te beïnvloeden, maar andere aspecten van chemische, fysische en biologische bodemkwaliteit zijn dat wel. Gezamenlijk vormen zij de Vitale bodem. Kern van dit thema is dat een vitale bodem kan bijdragen aan de gewasproductie, met een lager gebruik van N en P en/of een verbeterde efficiëntie. Hiervoor is het noodzakelijk om kennisvragen te beantwoorden over organische stof, bodemleven en de wisselwerking daartussen. Voor N is het o.a. van belang hoe de mineralisatie van N uit organische stof optimaal benut kan worden. Sturen van de N-mineralisatie met kennis over organische stof Uitvoerende organisatie(s): HLB/BLGG AgroXpertus/LBI/Alterra Doordat gebruiksnormen de maximale bemesting met stikstof bepalen, wordt het steeds belangrijker om goed te kunnen voorspellen hoeveel stikstof de bodem levert. Wanneer de voorspelbaarheid hoog is kan maximaal rekening worden gehouden met deze levering. In dit project wordt de kennis over de relatie tussen organische stof (en management daarvan) en stikstofmineralisatie ontsloten voor zowel telers als voorlichters. Er wordt nauwe samenwerking gezocht met het project Organische (nieuwe) meststoffen, (gewenste) samenstelling en werking. Samen geven de projecten inzicht in de totale beschikbaarheid van nutriënten voor gewassen vanuit zowel bodem als meststoffen. De kennis wordt vertaald naar een functioneel ontwerp van een adviesmodule waarmee de stikstofbenutting vanuit de bodem gekwantificeerd kan worden bij diverse managementmaatregelen rond organische stof. Op basis hiervan wordt een kosten-batenanalyse uitgewerkt. Daaruit moet blijken in hoeverre de kennis over de stikstofmineralisatie ook winst voor de praktijk oplevert. Na een go/no-go worden de uitkomsten van deze modelmatige berekeningen in fase 3 in de praktijk getoetst. Bijdrage aan doelstelling MMM: Inzicht in de relatie tussen organische stof, het management van organische stof en de stikstofmineralisatie van (de toegevoegde) organische stof is essentieel wanneer een voorspelling nodig is van het N-leverend vermogen van de bodem. Een goede voorspelling kan bijdragen aan een verbeterde N-balans op perceels- en/of bedrijfsniveau en dus efficiënter gebruik van mineralen. De verkregen kennis kan gebruikt worden in de diverse bemestingsplannen of bij bemestingssystemen. Effecten en beïnvloeding (bodem)biodiversiteit Uitvoerende organisatie(s): NMI/Alterra/BLGG AgroXpertus De vraag van veel akkerbouwers is met welke indicatoren zij de toestand van de bodembiodiversiteit kunnen meten, wat die informatie betekent voor de bodemkwaliteit en welke teelmaatregelen geboden zijn. In dit project wordt, in nauwe samenwerking met akkerbouwers, een vertaalslag gemaakt van enkele indicatoren die inzicht geven in de bodemkwaliteit in brede zin of gericht zijn op specifieke functies van de bodem. Bijdrage aan doelstelling MMM: Een goede bodemkwaliteit is belangrijk voor de productie. Door meer inzicht te creëren in relevante bodemindicatoren kan gerichter op bodemkwaliteit (en de verbetering daarvan) worden gestuurd. 6

8 Verbeteren mogelijkheden groenbemesters en nieuwe groenbemesters Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant In dit project worden alle feiten en functies rondom groenbemesters op de rij gezet. Groenbemesters zijn belangrijk voor stikstofbinding en -benutting, aaltjesbeheersing, verbetering van de bodemstructuur en organische stofvoorziening. Tevens wordt meegenomen wat het effect is/kan zijn van een mix aan groenbemesters. De verzamelde kennis wordt in een groenbemester kieswijzer samengevat, zodat in één oogopslag duidelijk is wat de voor- en nadelen van bepaalde groenbemesters zijn. Bijdrage aan doelstelling MMM: De teelt van groenbemesters binnen de vruchtwisseling is om diverse redenen van belang. Groenbemesters fungeren als vanggewas, waardoor zij in het najaar aanwezige minerale stikstof behoeden voor uitspoeling. Ook zijn groenbemesters belangrijk voor aaltjesbeheersing, verbetering van de bodemstructuur en organische stofvoorziening. De studie geeft een overzicht van de kansen en mogelijkheden van de diverse groenbemesters. Vervolg verbeteren mogelijkheden groenbemesters en nieuwe groenbemesters Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant Vanuit de deskstudie liggen de nodige vragen. Het blijkt echter (nog) niet wenselijk om de witte vlekken vanuit deze deskstudie nu al op te pakken. De (communicatieve) meerwaarde van demoproeven ligt in het laten zien van een geslaagde teelt van groenbemesters. Deze demoproeven moeten dan alleen niet geïsoleerd liggen. Met andere woorden; probeer aan te sluiten bij goedbezochte praktijkdagen en laat daar een geslaagde teelt van groenbemesters zien. Hier wordt dan ook informatie gegeven over de teelt van groenbemesters in relatie tot de doelstellingen van het MMM. Gekoppeld aan de demo wordt een boodschap gepresenteerd: De keuze voor groenbemesters moet nu gedaan worden, voor het zaaiseizoen; Groenbemesters zijn goede stikstof vangers: emissie beperking; Groenbemesters voegen organische stof toe, dit wordt getoond (boven- en ondergronds); Het effect op aaltjes wordt meegenomen; Er komt een onafhankelijke demo vergelijking tussen 10 verschillende rassen/soorten; De kosten/opbrengsten worden inzichtelijk gemaakt. Welk voordeel ligt er voor de akkerbouwer? Bijdrage aan doelstelling MMM: De teelt van groenbemesters binnen de vruchtwisseling is om diverse redenen van belang. Groenbemesters fungeren als vanggewas, waardoor zij in het najaar aanwezige minerale stikstof behoeden voor uitspoeling. Ook zijn groenbemesters belangrijk voor aaltjesbeheersing, verbetering van de bodemstructuur en organische stofvoorziening. De studie geeft een overzicht van de kansen en mogelijkheden van de diverse groenbemesters. Ruimere vruchtwisseling: voor- en nadelen in relatie tot nutriëntenbenutting en bedrijfseconomie Uitvoerende organisatie(s): PPO Verruiming van de vruchtwisseling met meer graan is gunstig voor de bodemkwaliteit en vaak ook voor de mineralenbenutting, maar is ongunstig voor het economisch bedrijfsresultaat. Met name op bedrijven met pootgoedaardappelen zijn forse opbrengststijgingen nodig om het inkomensverlies te compenseren die op dit moment weinig realistisch lijken. In dergelijke situaties kan beter eerst worden gekeken naar alternatieve maatregelen zoals organische meststofkeuze, inwerken van stro en het telen van vroege rassen. Ook verruiming met vroeg geoogste bloembolgewassen of groenten of landruil met een melkveehouder kunnen aantrekkelijkere alternatieven zijn. De resultaten van het project worden opgepakt in het project Optimale bodem- en bemestingsstrategie, van papier naar praktijk. Bijdrage aan doelstelling MMM: De vruchtwisseling heeft direct invloed op nutriëntenefficiëntie, nutriëntenverliezen, bodemgezondheid, -structuur en het economische bedrijfsresultaten. Dit onderzoek 7

9 brengt effecten van veranderingen in de vruchtwisseling op genoemde aspecten in beeld. Hiermee draagt dit project direct bij aan de doelstellingen van het MMM. Effecten van organische stofaanvoer op bodem en productie Uitvoerende organisaties: PPO Dat een goede bodem de basis is voor een goede opbrengst wordt de laatste tijd weer meer erkend. Onvoldoende organische stof in de bodem en onvoldoende aanvoer van organische stof kan leiden tot een slechte bodemvruchtbaarheid. Voor een hoge productie, vooral ook op lange termijn is een goed organische stofbeheer erg belangrijk. Met de huidige mestwetgeving is echter de aanvoer van organische stof met mest beperkt. Door het slim inzetten en combineren van diverse maatregelen kan het organisch stofgehalte op peil worden gehouden, waarmee de gewasproductie wordt verbeterd en kosten kunnen worden gespaard. Tevens kan zo de kwaliteit van bodem op lange termijn gehandhaafd worden en het milieu worden ontzien. Effecten van grondbewerking op bodem en productie Uitvoerende organisaties: PPO Grondbewerking is een essentiële maatregel in een goed beheer van de bodem. Grondbewerking in Nederland is echter intensief, vooral met het vele ploegen. Dit heeft een aantal negatieve effecten op de bodem, zoals een grotere afbraak van organische stof, meer insporing en minder bodemleven. Minder intensieve grondbewerking, bijvoorbeeld met niet-kerende grondbewerking eventueel in combinatie met vaste rijpaden, heeft deze nadelen niet. Wel zijn er andere nadelen als een lastigere onkruidbestrijding en het maken van een goed zaai- of plantbed. Bodemleven van belang voor goede opbrengst Uitvoerende organisaties: PPO Nauwe rotaties en intensieve teelten geven meer risico s op bodemgebonden ziekten en plagen. Daarnaast is er een maatschappelijk wens het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te reduceren, waardoor deze steeds minder toegepast mogen worden. Daarom is het belangrijk de natuurlijke weerstand van de bodem te verhogen, zodat de schade die door bodemgebonden ziektes en plagen veroorzaakt wordt zo klein mogelijk blijft. Door het slim inzetten en combineren van diverse maatregelen kan de weerstand van de bodem op peil gehouden of zelfs verbeterd worden, maar kunnen ook kosten worden gespaard, de kwaliteit van bodem op lange termijn worden gehandhaafd en het milieu worden ontzien. 30 vragen en antwoorden over bodemvruchtbaarheid Uitvoerende organisaties: Alterra Een vruchtbare bodem is één van de pijlers onder onze voedselvoorziening, nu en in de toekomst. De vraag naar voedsel, en andere biomassa, blijft deze eeuw toenemen. De omgeving waarin de productie tot stand komt, verandert echter continu. De maatschappij vraagt om schone productie met oog op biodiversiteit, de afzetmarkt verandert, grondstoffen worden schaarser en het klimaat verandert. Dat heeft ook gevolgen voor de bodemvruchtbaarheid. Het is dus niet verwonderlijk dat bodemvruchtbaarheid steeds nadrukkelijker op de agenda staat van politiek, overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. De dertig vragen zijn grofweg in drie groepen ingedeeld. Eerst komen de klassiekers aan bod waarin de basiskennis wordt uitgelegd. De volgende groep vragen behandelt de actuele thema s zoals mestbeleid, energieproductie en klimaatverandering. Tot slot komen in de laatste vragen de kennisagenda en nieuwe ontwikkelingen aan bod. Oogst en toediening maaimeststoffen Uitvoerende organisaties: DLV Maaimeststoffen lijken perspectief te bieden als volwaardige meststof. Vooral in de biologische landbouw is er praktijkervaring opgedaan met de inzet van maaimeststoffen voor diverse gewassen. 8

10 Vooral de technische toepassing kent problemen. Indien de meststof niet goed wordt fijngemaakt en/of ingewerkt, kan de uitgereden maaimeststof problemen veroorzaken bij de bewerking of zaaien. De meststof kan gaan stropen waardoor niet meer nauwkeurig gezaaid kan worden. Ook de stikstofdynamiek in de bodem is nog niet heel duidelijk. De benutting van de nutriënten uit de maaimeststoffen is afhankelijk van de wijze waarop deze worden toegepast. Voor een optimale benutting van maaimeststoffen moet deze op juiste wijze en tijdstip worden geoogst en toegediend op het te bemesten perceel. In dit project worden de methoden voor de oogst en toediening van maaimeststoffen vergeleken. Het doel van dit project is meer inzicht verkrijgen over maaimeststoffen en hoe deze in te passen in de bedrijfsvoering. Hierbij wordt onder andere gekeken naar methode en tijdstip van oogst, methode en tijdstip van toedienen, de kosten van de methodes en de benodigde mechanisatie. Varkensmest en bewerkbaarheid grond Uitvoerende organisaties: PPO In de praktijk bestaat de indruk dat het gebruik van varkensmest op zavel- en kleigronden een plakkerige structuur tot gevolg heeft en dat dit de bewerkbaarheid van de grond nadelig beïnvloedt. In de project wordt via een korte studie nagegaan of er iets bekend is over de invloed van verschillende meststoffen (varkensdrijfmest, rundveedrijfmest, digestaat, dikke en dunne fractie, compost) op bouwplanniveau op de structuur van de bodem? Bodembiodiversiteit in de praktijk Uitvoerende organisaties: DLV/HLB//HWODKA/LBI Veel akkerbouwers zijn op de hoogte van het belang van bodembiodiversiteit voor de gewasproductie. Hoe zij zelf de bodembiodiversiteit kunnen (laten) meten,interpreteren en benutten is veel minder goed bekend. Door samen met adviseurs en ondernemers te werken aan bodembiodiversiteit kan zich de nodige ervaringskennis ontwikkelen bij een groep van (voorloper)bedrijven. Er zijn veel netwerken van akkerbouwers die zich met verschillende aspecten van bodemkwaliteit, ecosysteemdiensten en duurzaam telen bezighouden. Vanwege de korte aanloop en looptijd van dit project wordt gebruik gemaakt van bestaande netwerken in: (1) zuidwesten (H-WodKa), (2) zuidoosten, (3) noordoosten en (4) Flevoland. Kennisontsluiting bodembiodiversiteit Uitvoerende organisaties: PPO/NMI/DLV Inmiddels zijn veel akkerbouwers zich bewust van het belang van (bodem)biodiversiteit. Hoe ze er op kunnen sturen/beïnvloeden weet de praktijk echter nog (zeer) beperkt. Ook de kennisintermediairs hebben nog weinig concrete handvatten om kennis over beïnvloeding en sturing van bodembiodiversiteit over te dragen. Er is bij verschillende kennisinstellingen de laatste jaren veel kennis verzameld en ontwikkeld over bodembiodiversiteit en haar rol en functie in het vervullen van ecosysteemdiensten door en voor de landbouw. Deze kennis is deels nog versnipperd en de belangrijke link met het handelingsperspectief ontbreekt vaak of is te weinig praktisch van aard. Dit project richt zich erop om de beschikbare kennis te synthetiseren en geschikt te maken voor de gebruiker. Het handelingsperspectief van de ondernemer is hierbij het uitgangspunt. De belangrijkste doelgroepen zijn de kennisintermediairs (adviseurs, maar ook onderwijs), waarvoor speciale kennispakketjes worden ontwikkeld. Validatie afbraaksnelheid organische stof Uitvoerende Organisaties: NMI/PPO De afbraaksnelheid van organische stof varieert op verschillende bodems van ca. 1 tot 5% per jaar. Momenteel wordt echter een gemiddelde (2%) voor de afbraaksnelheid van organische stof gehanteerd. De CBAV (Commissie Bemesting Akkerbouw/Vollegrondsgroente) vindt het niet verantwoord om een niet goed onderbouwde correctiefactor te hanteren. De correctiefactor heeft namelijk grote invloed op de afbraaksnelheden die worden gehanteerd en daarmee ook op het resultaat van de balansberekening, bijvoorbeeld of er sprake is van een evenwicht tussen aanvoer en afbraak van organische stof of dat er een 9

11 tekort is. Onjuiste informatie kan een verkeerd beeld geven van de organische-stoftoestand op een perceel en mogelijk onnodig paniek veroorzaken. De CBAV wil daarom eerst een betrouwbare correctiefactor hebben, alvorens de voornoemde afbraaktabellen in de adviesbasis worden opgenomen. 10

12 Thema 3: Mineralen en klimaat/energie In het thema mineralen en klimaat/energie moet gezocht worden naar zogenaamde win-win situaties. Verbetering van het mineralenmanagement moet leiden tot behoud of verbetering van de rentabiliteit van de bedrijven en waar mogelijk tegelijkertijd een bijdrage leveren aan de doelstellingen op het gebied van energiereductie, reductie van broeikasgassen zoals koolzuur, lachgas en methaan. Deze hebben hun effecten op de klimaatdoelstelling. Voor wat betreft de emissie van broeikasgassen gaat het in de akkerbouw voornamelijk om koolzuur en lachgas. Emissie van lachgas ontstaat bij de processen nitrificatie (beperkt) en denitrificatie (belangrijk); processen die zich in de bodem afspelen. Denitrificatie vindt vooral plaats onder zuurstofarme omstandigheden bij aanwezigheid van minerale stikstof in de bodem. Zulke omstandigheden doen zich vooral voor als de grond verzadigd is met water en bij een verdichte bodem. Een goede bodemstructuur en een snelle afvoer van overtollig water helpt dus bij het voorkomen of beperken van denitrificatie. Emissie van lachgas kan zich bovendien voordoen bij de productie/toediening van kunstmeststikstof. Het thema mineralen en klimaat/energie heeft veel raakvlakken met het jaarwerkprogramma Schoon en Zuinig Open Teelten. Waar mogelijk zal naar synergie worden gezocht tussen initiatieven en projectideeën in dit jaarwerkprogramma en de uitwerking van thema 3 in het Masterplan mineralenmanagement. Water, daar waar het nodig is! Uitvoerende organisatie(s): LLTB/DLV Plant/DACOM Dit praktijkproject implementeert en valideert op het gebied van watermanagement nieuwe technieken, zoals vochtsensoren en WaterWatch. Hierbij ligt de nadruk op het optimaliseren van het watergebruik. Dit moet leiden tot een vermindering van watergebruik. Een ander spoor is het voorkomen van doorlekken van water (en mineralen) uit de bouwvoor naar grondwater. Doordat zuiniger wordt omgegaan met water, biedt dit openingen om de bestaande regelgeving op het vlak van beregening (zogenoemde stand-still) te versoepelen. In 2010 hebben een tiental deelnemers in Limburg de bodemvochtsensor getest in de gewassen aardappel, waspeen, lelie en prei. Na 1 jaar testen blijkt, uit de evaluatie met de deelnemers, dat werken met de bodemvochtsensor gebruiksvriendelijk is en ondersteuning geeft bij de planning van beregenen. Er is vastgesteld dat na een beregeningsgift geen water is doorgelekt naar een niveau onder de wortels. Er zijn ook stikstofmetingen uitgevoerd in aardappelen tijdens en na de teelt. Door de beregening heeft het gewas goed gebruikgemaakt van de aanwezige stikstof. Bijdrage aan doelstelling MMM: Verantwoordelijk omgaan met water is belangrijk. In dit project wordt gezocht naar effectievere methoden om met water om te gaan. Het voorkomen van doorlekken van water (en mineralen) naar grondwater sluit direct aan op de doelstellingen van het MMM. Structuur- en bodemverbeteraars Uitvoerende organisatie(s): PPO/NMI/IRS De voorlopige resultaten laten zien dat er verschillen zijn tussen de bodemverbeteraars in hun effecten op opbrengst, maar deze zijn over het algemeen nog niet betrouwbaar. De kalkmeststoffen lijken een positief effect te hebben op de kleigronden. De bodemmetingen laten per bodemparameter incidenteel verschillen zien. Geen van de behandelingen (waaronder biochar) vertoont bij meerdere bepalingen een afwijkend gedrag ten opzichte van de referentie. Daarmee zijn er vooralsnog geen sterke aanwijzingen dat de behandelingen een duidelijk effect hebben op de bodemstructuur. Bijdrage aan doelstelling MMM: Een verbeterde bodemvruchtbaarheid kan leiden tot hogere productie en/of efficiënter gebruik van mineralen. 11

13 Producten van mest, toepasbaarheid en klimaateffecten Uitvoerende organisatie(s): NMI/Alterra/BLGG AgroXpertus Er komen steeds meer producten uit de be- en verwerking van dierlijke mest voor de akkerbouw beschikbaar. Op dit moment is het gebruik van bijvoorbeeld mineralenconcentraten nog kleinschalig. De verwachting is dat door de op handen zijnde verplichte mestverwerking het aanbod sterk zal groeien. Belangrijk is het dan om te weten welke producten in de akkerbouw goed inzetbaar zijn. Hiertoe is een bureaustudie uitgevoerd naar de toepasbaarheid van de producten in de akkerbouw en de klimaateffecten. Bijdrage aan doelstelling MMM: Het project geeft een helder beeld van de verschillen in emissies en milieubelasting tussen de verschillende mestproducten. Het beschikbaar komen van (nieuwe) mestproducten kan leiden tot een betere afzet voor de veehouder en een betere toepasbaarheid voor de akkerbouwer. Een win-win situatie dus. 12

14 Thema 4: Mineralenkringlopen Bij het zoveel mogelijk sluiten van mineralenkringlopen kan op vier verschillende niveau s worden gedacht: (1) kringlopen binnen het bedrijf, (2) kringlopen binnen verschillende agrarische sectoren, op regionaal niveau, (3) kringlopen op nationaal niveau en (4) kringlopen op mondiaal niveau. De belangrijkste kringlopen die aan de orde komen zijn die voor stikstof en fosfaat, die voor dierlijke mest en die voor overig organisch materiaal (organische stof). De stikstofkringloop wordt in belangrijke mate bepaald door die van dierlijke mest en overige organische materialen. Dierlijke mest is een nuttige grondstof voor de teelt van akkerbouwgewassen. Het levert organische stof, N, P, K en een reeks van andere mineralen en spoorelementen. Probleem van dierlijke mest is dat niet alle mineralen op een voorspelbaar moment ter beschikking komen. Dit geldt overigens ook voor andere organische reststromen die in de akkerbouw worden gebruikt. Bestaande kennis kringlopen N en P ontsluiten (Leaflet N en Leaflet P) Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant/PRI/NMI In deze brochures wordt kort en toegankelijk ingegaan op de achtergronden van N en P. Wat doet het, wat zijn de emissieroutes, waarom is er een probleem, etc. Tevens wordt aangegeven wat de akkerbouwer kan doen om de emissies van N en P naar de omgeving te beperken en zijn stikstof- en fosfaatbemesting binnen de normen op peil te houden. Hierbij wordt rekening gehouden met diverse grondsoorten. Bijdrage aan doelstelling MMM: Door middel van deze brochures/leaflets wordt getracht de onduidelijkheden en oplossingsrichtingen voor zowel de stikstof- als fosfaatproblematiek op een toegankelijke wijze inzichtelijk te maken. Het is nu aan de ondernemers om met de aangeboden kennis aan de slag te gaan. Benutting fosfaatvoorraad in akkerbouwgronden Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant/ALTIC De fosfaatvoorraden in de wereld zijn eindig en er is in de loop der jaren reeds een groot gedeelte gebruikt. Dat betekent dat het fosfaat, dat op de ene of de andere manier reeds in de kringloop of het agrarische systeem aanwezig is, maximaal moet worden benut of waar mogelijk hergebruikt. In dit project wordt een antwoord gezocht op de vraag: Hoe kan het aanwezige fosfaat in akkerbouwgronden, zonder schadelijke neveneffecten, vrij worden gemaakt voor benutting door het gewas?" Uit de deskstudie is gebleken dat bekalking op zure gronden, het toepassen van siliciumbemesting en het enten met fosfaatoplossende bacteriën en schimmels geen perspectiefvolle oplossingen zijn om de fosfaatbeschikbaarheid in de bodem te verbeteren. Over het effect van nieuwe bodemanalysemethoden en uitmijning is nog te weinig bekend. Door de jaarlijkse toepassing van drijfmest en de hoge bodemvruchtbaarheid in de Nederlandse bodems lijkt het effect van het toepassen van humuszuren op de fosfaatbeschikbaarheid klein. Door de lokale verzuring als gevolg van rijenbemesting met verzurende N-meststoffen kan lokaal in de wortelzone de fosfaatbeschikbaarheid voor het gewas sterk toenemen. Of dit wenselijk is, is een tweede. Cruciferen en vlinderbloemigen kunnen efficiënt fosfaat opnemen bij een lage fosfaatoestand in de bodem. Cruciferen doen dit door een uitgebreid wortelstelsel en vlinderbloemigen door een hoge stofwisselingsactiviteit rond de wortel. Van mycorrhiza s is bekend dat zij de voorraad opneembaar fosfaat voor het gewas in de bodem vergroten. Het effect van mycorrhiza s is groter bij een lage fosfaatbeschikbaarheid, een laag gebruik van biociden en minimale grondbewerking. Door integratie van gewassen en rassen met een hoge affiniteit voor mycorrhiza s zou de voorraad fosfaat in de bodem beter kunnen worden benut. Op basis van de deskstudie is geconcludeerd dat de fosfaatkluis voorlopig niet bereikbaar is voor de akkerbouwer. Bijdrage aan doelstelling MMM: Door de in de bodem aanwezige fosfaat te recyclen kan de akkerbouwer met minder aangevoerd fosfaat toe. Hiermee wordt direct bijgedragen aan efficiënter mineralengebruik. 13

15 BioNPK Uitvoerende organisatie(s): Cosun/Avebe/Duynie/KCPK/PA Producten vanuit de akkerbouw dienen vaak als grondstof in de verwerkende industrie. Naast een verkoopbaar product ontstaat daar een reststroom waar veel (nuttige) mineralen in aanwezig zijn. Vanuit het werkpakket BioNPK wordt gezocht naar concepten om deze nuttige mineralen terug te winnen, zodat meer gesloten kringlopen ontstaan. Er wordt ingezet op drie trajecten: 1) Een dikke fractie schone organische stof en een dunne fractie NPK; 2) Een dikke fractie schone organische stof en een dunne fractie NP; 3) Een dikke fractie schone organische stof en een dunne fractie met gescheiden N, P en K. Bijdrage aan doelstelling MMM: Lukt het om schone organische stof (organische stof zonder mineralen) te vervaardigen, dan kan de akkerbouwer sturen op zijn organische stofbalans. Hiermee wordt direct invloed uitgeoefend op bodemkwaliteit en -gezondheid en dus (potentiële) opbrengsten. Daarnaast worden de kringlopen (tussen industrie en primaire sector) meer sluitend gemaakt. Meer waarde uit mest Uitvoerende organisatie(s): KNN Advies/Bioclear De focus van dit project ligt op het sluiten van mineralenkringlopen door middel van het terugwinnen van mineralen uit dierlijke mest en/of digestaat. De winning van mineralen uit mest is technisch mogelijk, maar wordt nog niet op commerciële schaal toegepast omdat het financieel niet rendabel is. Door een combinatie van innovatieve technologieën op het gebied van mestvergisting en mestraffinage kunnen de commerciële kansen van zowel de productie van mineralen als van de productie van biogas worden vergroot. Bijdrage aan doelstelling MMM: Door mineralen uit dierlijke mest terug te winnen, kunnen (regionale) kringlopen (meer) sluitend worden gemaakt. Bijeenkomst regionaal gemengd bedrijf Uitvoerende organisatie(s): Wijzer met mineralen Gedurende bijeenkomsten komen ervaringen, mogelijkheden en knelpunten naar voren die in onderzoek/demoproeven/praktijksituaties zijn gevonden. De bijeenkomsten dragen bij aan de formulering van een aantal aanbevelingen voor vervolgacties die er mede toe moeten leiden dat er op regionaal niveau meer gesloten kringlopen ontstaan. Bijdrage aan doelstelling MMM: Door verschillende partijen in een regio bij elkaar te brengen, kunnen vraag- en aanbodrelaties gestalte krijgen. Mogelijk resulteert dit in meer gesloten (regionale) mineralenkringlopen waarbij door middel van op maat geleverde organische mest een bijdrage wordt geleverd aan het rendement van de akkerbouwer: de mineralenaanvoer wordt effectiever en er wordt gewerkt aan bodemvruchtbaarheid. Emissieneutrale akkerbouw Uitvoerende organisatie(s): PRI Het Masterplan Mineralenmanagement streeft er naar om in 2030 een emissieneutrale akkerbouw te hebben gerealiseerd, dat wil zeggen een akkerbouw die niet meer nutriënten naar water, bodem en lucht mag verliezen dan de verliezen die optreden uit een onbemeste bodem. Het is wenselijk om tijdig in beeld te krijgen hoever we van die doelstelling verwijderd zijn en wat denkbare maatregelen zijn om het eventuele gat te dichten. Het rapport concludeert dat het streven naar een emissie-neutrale akkerbouw op zijn minst op gespannen voet staat met de productie van een gevarieerd voedselpakket en bio-based grondstoffen als alternatief voor fossiele grondstoffen, tenzij meer natuur in landbouwgrond wordt omgezet of landbouwgrond elders intensiever gebruikt wordt. Winst aan biodiversiteit op de ene plek, zal daarom ten koste kunnen gaan van biodiversiteit elders. Een ontwikkeling in de richting van een emissie-neutrale akkerbouw dient afgewogen te worden tegen de maatschappelijke prijs die daarvoor op andere terreinen betaald moet worden. Het lijkt 14

16 daarom zinniger om na te gaan welk emissieniveau toelaatbaar is om specifieke vormen van biodiversiteit in een zekere omvang en met een zekere nabijheid te kunnen behouden, dan om de akkerbouw kost-watkost niet meer dan onbemeste gronden te laten emitteren. Bijdrage aan doelstelling MMM: Verkenning van de mogelijkheden van een emissieneutrale akkerbouw en de consequenties die dit heeft voor de wijze van bemesten, voor bodemvruchtbaarheid, voor gewasopbrengsten en voor de vraag naar landbouwgrond. 15

17 Thema 5: Communicatie Het Masterplan Mineralenmanagement dient een viertal doelgroepen, te weten: (1) akkerbouwers, (2) intermediairs (toelevering, afnemers, voorlichting en onderzoek), (3) bestuur en overheid en (4) maatschappelijke organisaties (m.n. het onderwijs). Tenminste 75% van het budget, de activiteiten en producten/diensten zal gericht zijn op de akkerbouwers en intermediairs; de primaire doelgroepen. Een andere doelstelling is dat het Masterplan Mineralenmanagement gaat functioneren als kristallisatiepunt voor alle activiteiten door de verschillende partijen uitgevoerd als het gaat om mineralenmanagement op het akkerbouwbedrijf. Het Masterplan Mineralenmanagement kan daardoor het communicatiekanaal worden van informatie vanuit bijvoorbeeld het PA en EL&I onderzoek. De centrale boodschap van de communicatie is een vertaling van de doelstelling van het masterplan: Door een zo efficiënt mogelijke benutting van areaal en nutriënten met een minimale belasting van de omgeving wil de akkerbouw in 2030 emissieneutraal, rendabel, divers en zuinig zijn. Wijzer met mineralen Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant/PPO/NMI In dit project wordt de kennis rondom mineralenmanagement breed verspreid. Hiervoor worden demonstraties, leaflets, workshops, studiedagen voor intermediairen en open dagen georganiseerd. De resultaten van de diverse onderzoeken (zowel intern als extern ) worden in de diverse activiteiten worden meegenomen. Het MMM financiert een serie interessante onderzoeksprojecten. Afstemming van de communicatie over de resultaten van de projecten draagt bij aan draagvlak voor en een goede beeldvorming van het project. Regelmatig overleg met de projectleiders moet het publicatieplan actueel houden. Bijdrage aan doelstelling MMM: Dit kennisoverdrachtproject heeft als doel om akkerbouwers en intermediairs maximaal gebruik te laten maken van de kennis over optimaal en efficiënt gebruik van mineralen. Zowel van de bestaande als de nieuwe kennis die de komende jaren uit onderzoek (mede vanuit het MMM) beschikbaar komt. Betrouwbaarheid van grondbemonstering(s techniek) Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant/PPO/NMI Ervaringen uit de praktijk leren dat er soms forse verschillen bestaan tussen de resultaten van grond- /bemestingsanalyses op hetzelfde perceel. Deze verschillen zijn voor akkerbouwers vaak onverklaarbaar. Zij versterken in ieder geval niet het vertrouwen van akkerbouwers in de juistheid van de analyseresultaten. En dat terwijl grondanalyses vaak de basis zijn voor bemestingsadviezen en ook heel belangrijk zijn in relatie tot bijvoorbeeld precisielandbouw. Dit ook in relatie tot de doelstellingen van het MMM. In het verleden zijn door diverse onderzoeksinstellingen en laboratoria onderzoeken uitgevoerd naar het gewenste aantal steken per monster, de maximale oppervlakte waarop een monster betrekking zou moeten hebben, het moment en de wijze van bemonstering, etc. Ook aan variatie in analyse-uitslagen is veel aandacht besteed. Daarnaast is hierover ook veel kennis aanwezig bij de diverse laboratoria en worden via ringonderzoek analyseresultaten van diverse laboratoria met elkaar vergeleken. Het is van groot belang dat er draagvlak bij de diverse laboratoria bestaat voor de tekst in de leaflet; dus afstemming met deze partijen is noodzakelijk. Bijdrage aan doelstelling MMM: Uniforme grond- en bemestingsanalyses zijn onmisbaar voor de vertaalslag naar de akkerbouw. Betrouwbare analyseresultaten worden steeds belangrijker i.v.m. het steeds meer op het scherpst van de snede moeten bemesten. Door alle beschikbare kennis in een leaflet/brochure te vatte ontstaat een duidelijk beeld voor de akkerbouwer. 16

18 Vragen en antwoorden over bemesting/bodemvruchtbaarheid Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant/PPO/NMI Op het vakgebied van bemesting en bodemvruchtbaarheid worden door akkerbouwers vaak dezelfde vragen gesteld. Het MMM heeft zich voorgenomen om deze vragen te inventariseren en duidelijk te beantwoorden. Bijdrage aan doelstelling MMM: Door vragen uit de praktijk te beantwoorden wordt de betrokkenheid met de doelstellingen van het MMM vergroot. 17

19 Thema overig: Algemeen bemesting, bodem en water Met de komst van het Masterplan Mineralenmanagement valt ook het algemene bemesting-, bodem- en wateronderzoek onder de paraplu van het MMM. Commissie Bemesting Akkerbouw/Vollegrondsgroente (CBAV) Uitvoerende organisatie(s): PPO (secretariaat) Sinds 1997 is de CBAV een commissie van LTO Nederland, waarbij werkzaamheden worden gefinancierd door het PA (en voor 2005 ook PT). Het MMM wil graag dat de CBAV gedurende de looptijd van het MMM een commissie onder verantwoordelijkheid van het MMM wordt. Het MMM is met de CBAV van mening dat een proactieve en zichtbare CBAV gewenst is. Naast de huidige taken (onderhoud bemestingsadviesbasis, beoordelen nieuwe adviezen, inventariseren bemestingsonderzoek, vergaderen) ziet het MMM ook de volgende taken: De CBAV kan op eigen initiatief aangeven welk bemestingsonderzoek op korte en middellange termijn relevant en gewenst is; De CBAV zal op verzoek het MMM adviseren over onderzoeksaanvragen die een relatie hebben met de bemestingsadviesbasis; De CBAV breidt de huidige adviesbasis uit tot een praktijkhandboek voor bemesting (en/of bodembeheer). Dit betekent dat er naast de formele adviezen ook informatie dient te worden gegeven over andere analysetechnieken (Spurway, CaCl2), andere kengetallen (P-PAE e.a.), nieuwe organische meststoffen en (nieuwe) toedieningstechnieken. Overwogen kan worden zelfs uit te breiden richting bodembeheer door aandacht te schenken aan biologische indicatoren, structuurbehoud, grondbewerking, etc. Effect precisiebemesting op opbrengst en kwaliteit Uitvoerende organisatie(s): HLB/SPNA Er komen steeds meer precisielandbouw instrumenten en diensten beschikbaar zoals remote sensing via satelliet opnamen of sensoren op trekker of werktuig, diensten om de verschillen in de bodem in kaart te brengen, diensten voor gedetailleerde bodembemonstering, sensoren om het bodemvochtverloop continue te volgen en sensoren voor opbrengstmeting. Deze ontwikkelingen zijn aanleiding geweest voor onderzoek naar de bruikbaarheid van genoemde diensten en sensoren als instrument voor precisiebemesting op een viertal praktijkbedrijven. De voorspellende waarde van één enkele sensormeting; demol, EM38, near sensing of remote sensing, op de opbrengst is gering. Het sturen op één enkele grootheid; N bemonstering van de bodem, NDVI, EM38 waarnemingen en bodemscans en schatting van N in het blad levert geen consistente resultaten op. Reflectie metingen zijn goed in staat effecten van stikstof trappen aan te geven. Als dat effect niet zichtbaar is, geeft dat een indicatie dat stikstof tot dat moment niet beperkend was. De te volgen strategie kan hier op worden afgestemd. Het is de moeite waard om het principe van stimuleren van een betere gewasontwikkeling verder te onderzoeken. In een aantal situaties doen zich opbrengstverschillen voor die met de beschikbare informatie niet zijn te verklaren. Blijkbaar zijn er (combinaties van) andere factoren die de opbrengstverschillen veroorzaken. Fosfaatrijenbemesting in maïs Uitvoerende organisatie(s): NMI/DLV Plant Rijenbemesting van maïs staat momenteel volop in de belangstelling, zeker gezien de steeds scherper wordende gebruiksnormen. Voor nieuwe producten claimen leveranciers vaak een betere efficiency dan die van gangbare meststoffen. In 2009 en 2010 is een veldproef aangelegd bij korrelmaïs. Daarin werden verschillende rijenmeststoffen vergeleken. Bij rijenbemesting was het uitgangspunt dat fosfaat in de rij twee keer zo goed werkt als breedwerpig toegediend fosfaat. Voor stikstof is de werking 1,25 keer zo goed. Voor alle objecten is de werkzame stikstof- en fosfaatgift vervolgens aangevuld tot hetzelfde niveau per proefveld. In 209 was dit circa 150 kilo N en 85 kilo P 2 O 5 ; in 2010 circa 160 kilo N en 95 kilo P 2 O 5. Alle objecten ontvingen evenveel kali en borium. Gedurende de looptijd van de proeven werd het gewas regelmatig beoordeeld. Het enige opvallende was dat in juni de planten van het object met Physiostart een sterker vertakt wortelstelsel hadden dan die van andere objecten. Dit gold met name in het eerste jaar. Bij 18

20 de oogst van de korrelmaïs bleken er geen statistisch betrouwbare verschillen te bestaan tussen de verschillende objecten. Dat betekent dat het nauwelijks of geen verschil maakte welke meststof werd gebruikt. Opvallend was dat in beide proeven het object zonder rijenbemesting het goed deed; gemiddeld was de droge korrelopbrengst daar zelfs het grootst. Maar nogmaals: de verschillen zijn niet significant en zijn derhalve toe te schrijven aan toevallige omstandigheden. Een conclusie die wel kan worden getrokken is dat de aanname dat fosfaat toegediend in de rij twee keer zo goed werkt als breedwerpig toegediend fosfaat bij deze proeven terecht was. Hetzelfde geldt voor de aanname dat de werking van in de rij toegediende stikstof 1,25 keer zo goed is als die van breedwerpig toegediende stikstof. Overigens komt deze conclusie overeen met de opmerkingen die in de Adviesbasis bemesting Grasland en Voedergewassen gemaakt worden voor de bemesting van snijmaïs. Daarbij maakt het geen verschil of rijenbemesting in korrelvorm of in vloeibare vorm wordt toegepast. Vloeibare fosfaatmeststoffen in consumptieaardappel Uitvoerende organisatie(s): DLV Plant/Rusthoeve/NMI De afgelopen jaren is de interesse in vloeibare fosfaatmeststoffen op de markt gekomen. Deze meststoffen worden volop aangeprezen, met name voor wat betreft een betere efficiëntie van het fosfaat uit deze meststoffen. In de aardappelteelt kunnen deze vloeibare meststoffen bij het poten in de rij worden toegediend. Door de hogere efficiëntie zou kunnen worden bespaard op de kunstmestgift fosfaat. Dit argument wordt genoemd omdat de totale fosfaatgift per hectare steeds meer wordt beperkt door de aanscherping van de fosfaatgebruiksnorm. Ook ontstaat door de besparing op mineraal fosfaat meer ruimte voor toepassing van drijfmest en/of compost. Het project heeft als doel om de gebruikswaarde van enkele (nieuwe) vloeibare fosfaatmeststoffen toegediend in de rij vast te stellen in de teelt van consumptieaardappelen. In 2009 en 2010 heeft DLV Plant en het NMI op 6 proeflocaties bemestingsonderzoek uitgevoerd naar het toepassen van vloeibare fosfaatmeststoffen in de rij bij het poten van consumptieaardappelen. Van meerdere vloeibare meststofsystemen is het uiteindelijke effect op opbrengst en maatsortering vastgesteld. Als referentie voor de prestatie van deze systemen is een object met een breedwerpige fosfaatgift met TSP in de proeven opgenomen. De fosfaatgift toegediend met de vloeibare meststofsystemen bedroeg 50% van de breedwerpige fosfaatgift met TSP. Als belangrijkste conclusie kon worden vastgesteld dat met behoud van opbrengst het door het toepassen van vloeibare fosfaatmeststoffen in de rij bij het poten een besparing van 50% op de breedwerpige fosfaatgift kon worden gerealiseerd. Effect Borium op hardheid ui Uitvoerende organisatie(s): PPO In 2009 zijn op twee percelen, één met een goede boriumtoestand en één met een minder goede boriumtoestand, stroken aangelegd met wel en geen boriumbemesting. Op het perceel met de goede boriumtoestand (Lelystad) was het ras Hytech gezaaid en op het perceel met een minder goede boriumtoestand (Espel) Hybelle. Op beide percelen lagen 3 objecten in enkelvoud, namelijk: Geen boriumbemesting; 19

Masterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012. Peter Stevens,

Masterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012. Peter Stevens, Masterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012 Peter Stevens, 1 Aanleiding MMM Directe aanleiding voor de totstandkoming van het Masterplan MineralenManagement (MMM) is de voedselzekerheid

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Grond

Nadere informatie

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn BAVB workshop 11 februari 2014 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid heeft

Nadere informatie

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014 Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl SKB-Showcase Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw Romke Postma

Nadere informatie

WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN

WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN Masterplan Mineralenmanagement Meer met minder stikstof De vraagstukken rondom de voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking en de afnemende

Nadere informatie

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Themadag NBV, Wageningen, 8 november 2013 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid

Nadere informatie

Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer?

Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Gera van Os Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (WUR) Bodembeheer Waterbeheer Diepe sporen als gevolg van

Nadere informatie

ORGANISCHE STOF: WAT LEVERT HET OP? KOSTEN EN BATEN VAN ORGANISCHE STOF VOOR DE AKKERBOUWER

ORGANISCHE STOF: WAT LEVERT HET OP? KOSTEN EN BATEN VAN ORGANISCHE STOF VOOR DE AKKERBOUWER ORGANISCHE STOF: WAT LEVERT HET OP? KOSTEN EN BATEN VAN ORGANISCHE STOF VOOR DE AKKERBOUWER Masterplan Mineralenmanagement INLEIDING Organische stof in de bodem staat sterk in de belangstelling. Organische

Nadere informatie

Duurzame bemesting: omgeving

Duurzame bemesting: omgeving Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Duurzame bemesting Visie NMI Duurzame bemesting: omgeving Beperking milieubelasting

Nadere informatie

Handboek bodem en bemesting

Handboek bodem en bemesting Handboek bodem en bemesting Van adviesbasis naar nieuwe basis voor adviezen Symposium bemesting in de 21 e eeuw Wageningen 28 november 2014 Janjo de Haan Belang bemestingsadviezen Handvaten voor (economisch)

Nadere informatie

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven J.J. de Haan, D. van Balen & C. Topper (PPO-agv Wageningen UR) M.J.G. de Haas, H. van der Draai

Nadere informatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project

Nadere informatie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie 3.3 Maïs: Fosfaat De adviesgift voor fosfaat is afhankelijk van de grondsoort, de fosfaattoestand en de gewasbehoefte. Het advies bestaat uit een gewasgericht en een bodemgericht advies. Aan beide adviezen

Nadere informatie

Kennisontsluiting. Bodembiodiversiteit. Voor adviseurs, docenten en bedrijfsbegeleiders. Inhoud van het kennispakket.

Kennisontsluiting. Bodembiodiversiteit. Voor adviseurs, docenten en bedrijfsbegeleiders. Inhoud van het kennispakket. Kennisontsluiting Bodembiodiversiteit Voor adviseurs, docenten en bedrijfsbegeleiders Inhoud van het kennispakket December 2013 Marjoleine Hanegraaf (NMI) (marjoleine.hanegraaf@nmi-agro.nl) & Frans van

Nadere informatie

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? 25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen

Nadere informatie

WIJZER MET MINERALEN GRONDMONSTERS: DE JUISTE AANPAK GEEFT EEN BETROUWBAAR RESULTAAT

WIJZER MET MINERALEN GRONDMONSTERS: DE JUISTE AANPAK GEEFT EEN BETROUWBAAR RESULTAAT WIJZER MET MINERALEN GRONDMONSTERS: DE JUISTE AANPAK GEEFT EEN BETROUWBAAR RESULTAAT Masterplan Mineralenmanagement AANLEIDING Akkerbouwers constateren dat er soms onverklaarbare verschillen bestaan in

Nadere informatie

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas. Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap

Nadere informatie

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

WIJZER MET MINERALEN NIEUWE MEST, OUDE KRACHT. Masterplan Mineralenmanagement

WIJZER MET MINERALEN NIEUWE MEST, OUDE KRACHT. Masterplan Mineralenmanagement WIJZER MET MINERALEN NIEUWE MEST, OUDE KRACHT Masterplan Mineralenmanagement INLEIDING De wereld van bemesting en meststoffen verandert voortdurend, net als de wettelijke kaders waarbinnen gewerkt moet

Nadere informatie

Handboek Bodem en Bemesting

Handboek Bodem en Bemesting Handboek Bodem en Bemesting Voor een optimale bemesting en een beter bodembeheer Jaarvergadering vakgroep Akkerbouw LLTB Baexem, 19 januari 2016 Janjo de Haan Van adviesbasis bemesting naar Handboek bodem

Nadere informatie

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs Inleiding Willem van Geel en Gerard Meuffels, PPO-AGV Effect rijenbemesting op mineralenbenutting en gewasgroei stikstof, fosfaat, kali Rijenbemesting met drijfmest

Nadere informatie

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit Resultaten Bodemkwaliteit op Zand Congres Beter Bodem Beheer, Lunteren, 4 oktober 2016 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Willem

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen

Nadere informatie

ALLES WAT U MOET WETEN OVER FOSFAAT VRAGEN EN ANTWOORDEN

ALLES WAT U MOET WETEN OVER FOSFAAT VRAGEN EN ANTWOORDEN ALLES WAT U MOET WETEN OVER FOSFAAT VRAGEN EN ANTWOORDEN Masterplan Mineralenmanagement Fosfaat: een grondstof om zo optimaal mogelijk in te zetten De vraagstukken rondom de voedselzekerheid voor een groeiende

Nadere informatie

Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector. Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans

Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector. Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans Introductie Mark Heijmans LTO Nederland Vereniging met 60.000 agrarisch

Nadere informatie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie 3.3 Maïs: Fosfaat De adviesgift voor fosfaat is afhankelijk van de grondsoort, de fosfaattoestand en de gewasbehoefte. Het advies bestaat uit een gewasgericht en een bodemgericht advies. Aan beide adviezen

Nadere informatie

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond: BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond: Zoektocht naar een duurzaam bodembeheer op klei en zand Programma Bodem 5 juni 2012, Janjo de Haan en Derk van Balen Systeemonderzoek Ontwikkeling van strategieën

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

Commissie bemesting akkerbouw en vollegrondsgroenten (CBAV) Bemestingsadviesbasis akkerbouw en vollegrondsgroenten

Commissie bemesting akkerbouw en vollegrondsgroenten (CBAV) Bemestingsadviesbasis akkerbouw en vollegrondsgroenten Commissie bemesting akkerbouw en vollegrondsgroenten (CBAV) Bemestingsadviesbasis akkerbouw en vollegrondsgroenten Klankbordgroepbijeenkomst Wageningen 26 februari 2013 Programma Opening Presentatie over

Nadere informatie

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1 Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de

Nadere informatie

Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland

Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

Peeters Financieel Advies Groenestraat PT Dorst Tel:

Peeters Financieel Advies Groenestraat PT Dorst Tel: Peeters Financieel Advies Groenestraat 18 4849 PT Dorst Tel: 0161-416770 www.peetersadvies.com Over Peeters Financieel Advies Peeters Financieel Advies is opgericht in 2007 door Pascal Peeters. Peeters

Nadere informatie

Bodemkwaliteit op zandgrond

Bodemkwaliteit op zandgrond Bodemkwaliteit op zandgrond Presentatie opzet project Janjo de Haan Bodem speerpunt voor ministerie van EL&I Bodemprogramma Samenvoeging gewasbeschermings, bemestings, en systeemonderzoek Co innovatieprogramma

Nadere informatie

Organische stof, meer waard dan je denkt

Organische stof, meer waard dan je denkt Organische stof, meer waard dan je denkt Ervaringen uit het systeemonderzoek PPO-locatie Vredepeel Bodem Anders Den Bosch, 20 maart 2015 Janjo de Haan De bodem Vaste fractie Water Lucht De bodem en organische

Nadere informatie

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters

Nadere informatie

Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer

Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer Inhoud Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer Wim van Dijk PPO, Lelystad Keuze dierlijke mestproducten Dekking PK-behoefte Kunstmestaanvoer Bodemvruchtbaarheid Organische stof Bijdrage dierlijke

Nadere informatie

Bodemkwaliteit, bemesting en teelt van maïs. Jaap Schröder

Bodemkwaliteit, bemesting en teelt van maïs. Jaap Schröder Bodemkwaliteit, bemesting en teelt van maïs Jaap Schröder Inhoud Bodemkwaliteit NP-Verliezen, gebruiksnormen, isokwanten Wijzigingen a.g.v. 5e NL Actieprogramma Nitraatrichtlijn Schadebeperking Equivalente

Nadere informatie

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien. NutriNorm.nl Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien. Wij werken samen met onze kennispartners: Eurofins Agro, WageningenUR, Louis Bolk

Nadere informatie

Nieuwsbrief MMD; nr 1. 2012

Nieuwsbrief MMD; nr 1. 2012 Nieuwsbrief MMD; nr 1. 2012 De Stichting Minerale Meststoffen Distributie (MMD) beheert het register van ondernemers die handelen in minerale meststoffen, zoals dat voor het Security Convenant Kunstmest

Nadere informatie

Integraal bodembeheer, wat en hoe

Integraal bodembeheer, wat en hoe Integraal bodembeheer, wat en hoe Voorbeelden uit de PPS Bodem Lelystad 18 mei 2015 Janjo de Haan, m.m.v. diverse collega s Even voorstellen: Janjo de Haan Projectleider BOGO Bodem Water Secretaris Commissie

Nadere informatie

Projectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel

Projectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel Carel de Vries Aanleiding Toekomstvisie LTO Noord-Gelderland Sectorvisie mestbeleid: Koersvast richting 2020 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer Watervisie 2030, Water schap Rijn en IJsselAgenda Achterhoek

Nadere informatie

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit

Nadere informatie

Welke mineralen passen bij de akkerbouw?

Welke mineralen passen bij de akkerbouw? Welke mineralen passen bij de akkerbouw? Tonnis A. van Dijk, Nutriënten Management Instituut NMI Inleiding Het project BioNPK streeft ernaar zoveel mogelijk mineralen terug te winnen uit digestaat (het

Nadere informatie

Naar een duurzaam bodem- en nutriëntenbeheer in de akkerbouw

Naar een duurzaam bodem- en nutriëntenbeheer in de akkerbouw Naar een duurzaam bodem- en nutriëntenbeheer in de akkerbouw In opdracht van en gefinancierd door: Dit project is uitgevoerd door: Auteur(s): Organisatie: R. Postma NMI L. van Schöll NMI H.J. Russchen

Nadere informatie

Equivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken

Equivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken Equivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken De voorgestelde equivalente maatregelen open teelten zijn: A. Opbrengstafhankelijke

Nadere informatie

Bodemkwaliteit op zand

Bodemkwaliteit op zand Bodemkwaliteit op zand 2011-2016 Resultaten gangbare en biologische bedrijfssystemen rond opbrengsten, bodemkwaliteit, bemesting en uitspoeling Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten, 30 november 2017

Nadere informatie

Bodemvruchtbaarheid Flevoland in gevaar Bemesting op maat!

Bodemvruchtbaarheid Flevoland in gevaar Bemesting op maat! Bodemvruchtbaarheid Flevoland in gevaar Bemesting op maat! Back to the roots. www.tenbrinkebv.nl Agenda Doelstelling bemestingsproeven bloembollen. Resultaten zichtbaar gemaakt. Conclusie meerjarig onderzoek.

Nadere informatie

Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland

Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland Resultaten 2009 en 2010 W. van Geel, W. van Dijk, R. Wustman en regionale onderzoekers Praktijkonderzoek Plant en Omgeving Inhoud Doel onderzoek

Nadere informatie

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Inleiding De CBGV baseert haar adviezen bij voorkeur op zoveel mogelijk proefresultaten. Resultaten moeten daarbij

Nadere informatie

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC LEI Wageningen UR: Co Daatselaar Aanleiding en doelstellingen onderzoek Veel mest elders af te zetten tegen hoge kosten, druk verlichten

Nadere informatie

Equivalente Maatregelen en KringloopWijzer Akkerbouw. Jaap Schröder

Equivalente Maatregelen en KringloopWijzer Akkerbouw. Jaap Schröder Equivalente Maatregelen en KringloopWijzer Akkerbouw Jaap Schröder Inhoud nitraat-bodemoverschot-gebruiksnorm-bemestingsadvies Equivalente Maatregelen KringloopWijzer Akkerbouw Conclusies = Presentatie

Nadere informatie

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Marjoleine Hanegraaf

Nadere informatie

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Naam: Milieu Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Slootrandenbeheer Baggeren Krabbescheer bevorderen

Nadere informatie

DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST

DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (Wageningen UR) Duurzaam Bodembeheer DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE

Nadere informatie

Betere maïs met drijfmest in de rij

Betere maïs met drijfmest in de rij Betere maïs met drijfmest in de rij Mogelijkheden en beperkingen van drijfmest in de rij op snijmaïs Albert-Jan Bos DLV Rundveeadvies 12 febr. 2015 Inhoud Hoe werkt het? Wat zijn de effecten op de opbrengst?

Nadere informatie

Adding sustainability to productivity

Adding sustainability to productivity 28/11/2014 Bemesting in de 21 e eeuw : Smart Fertilization Adding sustainability to productivity Precisiebemesting van akkerbouwgewassen 1 28/11/2014 Bemestingsadvisering in de 21e eeuw Ir. J. de Haan

Nadere informatie

DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW

DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW Samen de schouders onder duurzaam bodembeheer EEN GEZONDE BODEM IS IN BELANG VAN DE HELE MAATSCHAPPIJ Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut hebben in opdracht van

Nadere informatie

Organische stof Impact op waterhuishuishouding

Organische stof Impact op waterhuishuishouding Landbouw & Waterkwaliteit Organische stof Impact op waterhuishuishouding 26 januari 2018 Gerard H. Ros Nutriënten Management Instituut Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Wageningen Universiteit Gerard Ros

Nadere informatie

Notitie Bemestingswaarde van digestaten

Notitie Bemestingswaarde van digestaten 1 Notitie Bemestingswaarde van digestaten J.J. Schröder (lid LTO-Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen) Wageningen, 25 oktober 2016 Digestaat is een algemene benaming voor meststoffen afkomstig

Nadere informatie

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen Programma Mededelingen Eerste resultaten 2015 Teeltseizoen 2015 Opbrengsten Eerste resultaten uitspoelingsmetingen

Nadere informatie

Bodembiologie: praktische handvaten voor het behoud van een productieve bodem

Bodembiologie: praktische handvaten voor het behoud van een productieve bodem Bodembiologie: praktische handvaten voor het behoud van een productieve bodem Gera van Os PPO-Bollen, Bomen & Fruit Introductie Bodem is de basis voor een goede teelt: Opbouw en afbraak organische stof

Nadere informatie

In de afgelopen periode is gewerkt aan verdere invulling en concretisering van het Masterplan mineralenmanagement akkerbouw.

In de afgelopen periode is gewerkt aan verdere invulling en concretisering van het Masterplan mineralenmanagement akkerbouw. VERGADERING : COMMISSIE TEELTAANGELEGENHEDEN DATUM : 12 MAART 2010 AGENDAPUNT : 4 BIJLAGE : 3a MASTERPLAN MINERALENMANAGEMENT (MMM) In de afgelopen periode is gewerkt aan verdere invulling en concretisering

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar 1-2-2016.

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar 1-2-2016. Even Voorstellen Pascal Kleeven Akkerbouw/vollegrondgroentebedrijf Sinds1999 in dienst bij Vitelia-Agrocultuur Bemesting Wie teelt er maïs? Vragen Wie heeft er een mestmonster? Wie heeft er actuele grondmonsters?

Nadere informatie

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Themadag bemesting akkerbouw, Nijkerk 2 februari 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Romke.postma@nmi-agro.nl

Nadere informatie

ALGEMEEN. 1. Projecttitel Strategieën voor optimale inzet van mest, mestproducten en kunstmesttypen. 2. Programmatitel -

ALGEMEEN. 1. Projecttitel Strategieën voor optimale inzet van mest, mestproducten en kunstmesttypen. 2. Programmatitel - ALGEMEEN 1. Projecttitel Strategieën voor optimale inzet van mest, mestproducten en kunstmesttypen 2. Programmatitel - 3. Onderzoeks-/projectleider en trekker instituut Wageningen UR Livestock Research:

Nadere informatie

Het klimaat en onze bodem

Het klimaat en onze bodem Het klimaat en onze bodem Gera van Os, Lector duurzaam bodembeheer Het klimaat en onze bodem Ons klimaat verandert Wateroverlast Droogte Verzilting Klimaatakkoord Transitie is nodig voor adaptatie en mitigatie

Nadere informatie

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Aanleiding De provincie Noord Brabant en de regio s Zuidoost en Noordoost Brabant vinden het belangrijk om de handen in één

Nadere informatie

De bodem, weerloos én weerbaar

De bodem, weerloos én weerbaar De bodem, weerloos én weerbaar Hoe onderzoek bijdraagt aan een betere kwaliteit van de bodem en dus stabielere opbrengst voor de lange termijn Bodemkwaliteit op zand De bodem is misschien wel het belangrijkste

Nadere informatie

Manifest. Organische stof: leven in de Nederlandse bodem

Manifest. Organische stof: leven in de Nederlandse bodem Manifest Organische stof: leven in de Nederlandse bodem Benut het 6 de Actieprogramma Nitraatrichtlijn om de positie van organische stof in de Nederlandse meststoffenregelgeving te verbeteren! Wij roepen

Nadere informatie

Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten Doel van project Door middel van beperkte eerste ervaringen in een project waarin boomkwekers

Nadere informatie

Bodemvruchtbaarheid. fundament onder voedselproductie. René Schils

Bodemvruchtbaarheid. fundament onder voedselproductie. René Schils Bodemvruchtbaarheid fundament onder voedselproductie René Schils Bodemvruchtbaarheid fundament onder voedselproductie Wat is bodemvruchtbaarheid? Waarom is bodemvruchtbaarheid belangrijk? Wat zijn de actuele

Nadere informatie

LTO-inzet 6 e Nederlandse Actieprogramma Nitraatrichtlijn

LTO-inzet 6 e Nederlandse Actieprogramma Nitraatrichtlijn Themamiddag Bemesting CBAV Putten, 30 november 2017 Leo Joosten Programmamanager 6 e AP LTO Nederland LTO-inzet 6 e Nederlandse Actieprogramma Nitraatrichtlijn Bodem en water: twee kanten van dezelfde

Nadere informatie

Bodemkwaliteit op zandgrond

Bodemkwaliteit op zandgrond Bodemkwaliteit op zandgrond Presentatie Bodemcolloquium Praktijkcentrum Bodem en Landbouw Janjo de Haan 17 januari 2011 Doel en agenda Doel Informeren over stand van zaken project Meedenken over invulling

Nadere informatie

Digestaat. Voor u en het milieu het beste resultaat SPADE

Digestaat. Voor u en het milieu het beste resultaat SPADE Voor u en het milieu het beste resultaat SPADE Digestaat is een drijfmest die overblijft na het vergisten van mest. Het hoge gehalte aan direct werkzame stikstof en de productie van groene stroom maken

Nadere informatie

ORGANISCHE STOF BEHEER

ORGANISCHE STOF BEHEER ORGANISCHE STOF BEHEER Weet wat je bodem eet! Anna Zwijnenburg van A tot Z landbouwadvies EVEN VOORSTELLEN Zelfstandig landbouwadviseur voor de akkerbouw/groenvoeder gewassen voor de thema s bodem, vruchtwisseling

Nadere informatie

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Resultaten onderzoek 2013 Gerard Meuffels Rijenbemesting Betere benutting van nutriënten en verkleinen van het risico van uitspoeling / afstroming Kunstmeststoffen reeds gangbare praktijk (o.a. mais) Stikstof:

Nadere informatie

Organische stof en bodemleven deel , Nijeholtpade

Organische stof en bodemleven deel , Nijeholtpade maakt werk van bodemkwaliteit in het landelijk gebied Organische stof en bodemleven deel 2. 030211, Nijeholtpade Marjoleine Hanegraaf Nutriënten Management Instituut NMI www.nmi-agro.nl Inhoud Samenvatting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46607 7 september 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 6 september 2016, nr. WJZ/16125101,

Nadere informatie

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders Nick van Eekeren Programma bodem, grasland en ecosysteemdiensten Productie Waterregulatie: kwantiteit en kwaliteit Klimaat: mitigatie en adaptatie

Nadere informatie

23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO Rijenbemesting Betere benutting van nutriënten en verkleinen van het risico van uitspoeling / afstroming Kunstmeststoffen reeds gangbare praktijk (o.a. mais) Stikstof:

Nadere informatie

Bodemkwaliteit, meer met minder

Bodemkwaliteit, meer met minder Bodemkwaliteit, meer met minder Verbetering van de bodemkwaliteit door minder intensief bewerken Afname van bodemkwaliteit Hoe hardnekkige problemen oplossen? De bodem is de belangrijkste productiefactor

Nadere informatie

Precisielandbouw: voet aan wal in Nederland

Precisielandbouw: voet aan wal in Nederland Precisielandbouw: voet aan wal in Nederland Herman Krebbers DLV Plant Nederlandse telers Koplopers in Productiviteit Hoge productie per hectare Goede kwaliteit producten Hoge productie per arbeidseenheid

Nadere informatie

Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen?

Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen? Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen? Jaap Schröder, Wageningen UR Inhoud Wat is er anders vanaf 2015? Bedreigt dat de bodemkwaliteit en opbrengst? Zo ja, zijn er maatregelen

Nadere informatie

De huidige mineralenbalans in Noord-Nederland

De huidige mineralenbalans in Noord-Nederland De huidige mineralenbalans in Noord-Nederland Kansen voor het sluiten daarvan op regionale schaal en bedrijfsschaal Wim de Vries 1, Hans Kros 1, Jan Cees Voogd 1, Kees van Duivendijk 2 & Gerard Ros 2 1

Nadere informatie

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem Actieprogramma 2015 2018 in uitvoering van de Nitraatrichtlijn Uitgangspunt van het 5 de Actieprogramma Bodemkwaliteit (organische stof)

Nadere informatie

7 Bemesting. 7.1 Bemesting met organische mest. 7.2 Mineralenverlies. 7.3 Mineralenbalans per perceel

7 Bemesting. 7.1 Bemesting met organische mest. 7.2 Mineralenverlies. 7.3 Mineralenbalans per perceel 7 Bemesting De biologische landbouw is milieuvriendelijk omdat ze geen gebruik maakt van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De bemesting wordt uitgevoerd met organische mest. Het probleem dat hierbij optreedt

Nadere informatie

Sturen van de N-mineralisatie met kennis over organische stof

Sturen van de N-mineralisatie met kennis over organische stof Sturen van de N-mineralisatie met kennis over organische stof In opdracht van en gefinancieerd door: Dit project is uitgevoerd door: Auteur(s): Kor Zwart Anita Kikkert, Albert Wolfs Aad Termorshuizen Geert

Nadere informatie

De rol van loonwerkers in de mineralenkringloop

De rol van loonwerkers in de mineralenkringloop De rol van loonwerkers in de mineralenkringloop en precisielandbouw Praktijknetwerk loonwerker maar melkveehouder kringloopwijzer Stappenplan naar maximaal ruwvoer van eigen grond Technische uitvoering

Nadere informatie

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag bekeken2052x Bodem, productiefactor onder druk - Verslag 2 mei 2016 Maandagochtend 18 april stond in een goed bezocht Atelier de afnemende vruchtbaarheid van de Flevolandse bodem centraal. Gesprekspartners

Nadere informatie

De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder

De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder Duurzame landbouw Gezond voedsel - Vitaal platteland De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder Gijs Kuneman 15 juni 2017 1 Evaluatievragen Inzet en motivatie Veldleeuwerikteler Inschatten van impact

Nadere informatie

De bodem, doorgronden

De bodem, doorgronden De bodem, doorgronden Zorgen voor een goede bodemkwaliteit begint met meten Bodemgezondheid op zand Afname van bodemkwaliteit Bodemgezondheid; verbeteren en meten De bodem is de belangrijkste productiefactor

Nadere informatie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1 Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf

Nadere informatie

Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen

Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen OP O Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen VERSIE AUGUSTUS 2018 TE VINDEN OP : WWW.PRECISIEBEMESTINGZUIDHOLLAND.NL DE JUISTE PLAATS: IN DE WORTELZONE DE JUISTE MESTSTOF:

Nadere informatie

Datum 20 januari 2015 Betreft Reactie op verzoek om brief over bodemgezondheid en -vruchtbaarheid

Datum 20 januari 2015 Betreft Reactie op verzoek om brief over bodemgezondheid en -vruchtbaarheid > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Bodem en Water, de basis

Bodem en Water, de basis Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer

Nadere informatie

Resultaten Koeien & Kansen en De Marke

Resultaten Koeien & Kansen en De Marke Grasland, bouwland en bodemkwaliteit Resultaten Koeien & Kansen en De Marke Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten. De

Nadere informatie

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord Land- en Tuinbouw Organisatie Noord Notitie Meedoen aan de pilot? U overweegt mee te doen aan de pilot evenwichtsbemsting fosfaat (BEP pilot). Maak zelf de afweging of het in uw situatie zinvol is. Hieronder

Nadere informatie