WIJZER MET MINERALEN GRONDMONSTERS: DE JUISTE AANPAK GEEFT EEN BETROUWBAAR RESULTAAT
|
|
- Cornelis Vos
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 WIJZER MET MINERALEN GRONDMONSTERS: DE JUISTE AANPAK GEEFT EEN BETROUWBAAR RESULTAAT Masterplan Mineralenmanagement
2 AANLEIDING Akkerbouwers constateren dat er soms onverklaarbare verschillen bestaan in resultaten van grondonderzoek over de jaren. Het komt bijvoorbeeld voor dat volgens het bemestingsadvies wordt bemest en het volgende Pw-getal vijf eenheden lager is, terwijl eenzelfde of een hoger Pw-getal werd verwacht. Deze flyer geeft inzicht in de oorzaken van fluctuaties in de resultaten van grondonderzoek. De akkerbouwer kan een deel van die fluctuaties voorkomen door duidelijke instructies te geven aan de monsternemer. WAAROM GRONDMONSTERS De meeste akkerbouwers laten regelmatig grondmonsters nemen van hun percelen. Zij gebruiken de resultaten van het grondonderzoek om daarop de eerstvolgende jaren de bemesting voor hun gewassen af te stemmen. Het resultaat geeft een beeld van de bodemvruchtbaarheid van de grond. De ph, fosfaat-, kali- en magnesiumtoestand moet voldoende zijn voor een optimale gewasproductie. In het advies staat vervolgens welke mineralen aangevuld dienen te worden met de bemesting. In de praktijk vindt, mede als gevolg van de gebruiksnormen, de bemesting steeds meer plaats op het scherpst van de snede. Dat is ook één van de voorwaarden voor een Goede Landbouw Praktijk (GLP). Het is daarom belangrijk dat de resultaten van grondonderzoek betrouwbaar zijn en representatief voor het perceel. Op de resultaten van het grondonderzoek wordt immers een belangrijk deel van de bemesting gebaseerd. Fluctuerende resultaten Resultaten van grondonderzoek blijken in de loop van de tijd vaak te fluctueren, meer dan op basis van het bemestingsverleden verwacht kan worden. Een voorbeeld hiervan zijn sterk fluctuerende Pw-cijfers. Vaak hebben akkerbouwers daar zelf geen duidelijke verklaring voor. Er zijn echter wel diverse oorzaken voor deze verschillen aan te wijzen. In deze flyer wordt de fluctuatie toegelicht. Dit omdat het Masterplan Mineralenmanagement Akkerbouw (MMM) goed grondonderzoek als basis voor de bemesting belangrijk vindt. Er wordt ingegaan op de juiste techniek van grondbemonstering en op de oorzaken van variatie in analyseresultaten. Kennis van het perceel Percelen zijn nooit homogeen. Hoe groter de variatie binnen het perceel, hoe belangrijker het wordt om op de juiste wijze te bemonsteren en/of meerdere monsters te nemen. Wat is belangrijk? 1. Bepaal het meest representatieve deel van het perceel waarvan u gegevens wilt hebben en waar u de bemesting op wilt afstemmen. Maak dit aan de monsternemer duidelijk. Als akkerbouwer weet u bijvoorbeeld waar het gewas een variabele groei laat zien of waar regelmatig plassen staan. Voor bemestingsonderzoek moet dat deel dan niet worden bemonsterd. Een representatief deel van het perceel komt overeen met het grootste deel van het perceel en is zo homogeen mogelijk. De grootte van dit gedeelte is afhankelijk van de geschiedenis en het ontstaan, maar is bij voorkeur niet groter dan circa 2 ha. 2. Maak de historie van het perceel duidelijk. Eén van de belangrijkste zaken is om na te gaan of een perceel in het verleden uit meerdere percelen heeft bestaan, een andere eigenaar heeft gekend of dat er andere gewassen op zijn geteeld. Hierdoor kunnen er binnen een perceel aanzienlijke verschillen bestaan in bemestingstoestand (ph, K-getal, fosfaattoestand, etc.). Bij een structureel andere voorgeschiedenis dient elk afzonderlijk deel apart bemonsterd te worden. Op termijn is het dan mogelijk deze verschillen door aanvullende bemesting te nivelleren. 3. Om de resultaten van bemonsteringen van een perceel in de tijd met elkaar te vergelijken moeten bemonsteringen steeds op hetzelfde deel van het perceel plaatsvinden. Tegenwoordig is dit goed mogelijk door via GPS de hoekpunten en daar waar bemonsterd is van het bemonsterde gedeelte vast te leggen. De monsternemer kan dan eenvoudig hetzelfde perceelsgedeelte terugvinden. 4. Bij een groot, heterogeen perceel is het aan te bevelen om per afwijkend perceelsgedeelte een monster te nemen. Voor alle duidelijkheid: in deze flyer gaat het om grondmonsters die genomen worden voor bemestingsonderzoek om zodoende uw gewas optimaal te voorzien van mineralen. BEMONSTERINGSTECHNIEK Om een betrouwbaar monster van een perceel te verkrijgen is het belangrijk hoe, waar en wanneer een grondmonster wordt genomen. Daar speelt de monsternemer een belangrijke rol in, maar de rol van u als akkerbouwer is zeker zo belangrijk. Als gebruiker kent u namelijk de percelen het best, o.a. waar afwijkende plekken in het perceel voorkomen en of een perceel in het verleden uit meer percelen heeft bestaan. De grootste verschillen binnen een perceel zijn veelal uit de historie te verklaren. Techniek van de bemonstering Een grondmonster van een perceel bestaat uit meerdere steken op bouwvoordiepte. Hiervoor wordt een gutsboor gebruikt. Uit onderzoek is gebleken dat een aantal van 40 à 50 steken nodig is om een representatief beeld van een perceel te krijgen. Die steken worden verspreid genomen over het te bemonsteren gedeelte. Theoretisch zou het perceel in bijvoorbeeld 40 gelijke blokken moeten worden verdeeld. Op een willekeurige plek wordt dan uit elk blok één steek genomen. Dit is echter een tijdrovende en daardoor kost- 1
3 bare methode. Door met de monstername een w-vormig of zig-zagpatroon te lopen komt u tot het beste compromis. Hoeveel slagen er in de w worden gemaakt hangt af van de lengte/breedteverhouding van het perceel. Randen van de percelen en kopakkers worden niet meegenomen in de bemonstering. Het is belangrijk dat in het monster geen onregelmatigheden komen, zoals kluiten mest, compost of gewasresten. Verder is het belangrijk dat elke steek even diep is en dat de boor elke keer geheel gevuld is. Voor bouwland geldt een standaardbemonsteringsdiepte van 25 cm. Het is aan te bevelen dat een ervaren monsternemer de grondmonsters neemt. Wilt u het onderzoek mee laten tellen voor verruiming van de fosfaatgebruiksruimte dan moet het monster genomen worden door een gecertificeerde monsternemer. Heeft u te maken met hoge Pw cijfers (>55) dan kunt u ook zelf bemonsteren. Tijdstip van bemonstering Normaal wordt een bemonstering uitgevoerd in de periode dat er geen gewas op het veld staat. Wanneer er precies bemonsterd moet worden hangt af van een aantal factoren. 1. Van september t/m december is de beste periode van bemonstering. U weet dan hoe het staat met de ph en een tijdige bekalking is nog mogelijk. Ook andere reparaties, bijvoorbeeld van de kali- of de fosfaattoestand, zijn dan tijdig uit te voeren. 2. Voor vergelijking met voorgaande analyseresultaten is het van belang om in dezelfde periode (maand) en na hetzelfde gewas te bemonsteren als bij de vorige bemonstering. 3. Voer de bemonstering uit voor een gewas met een hoog saldo (vaak is dat na een graangewas). 4. Voer geen grondonderzoek uit vlak voor egaliseren of een diepe grondbewerking, maar juist na deze werkzaamheden. 5. Voer geen grondonderzoek uit na een teelt van vlinderbloemigen. Vooral de fosfaatanalyse kan dan een afwijkende waarde geven. 6. Als frequentie van de bemonstering wordt eens per vier jaar aanbevolen. De op algemeen bouwlandonderzoek gebaseerde bemestingsadviezen zijn namelijk vier jaar geldig. 7. Houd in uw planning rekening met een mogelijke vorstperiode. Wanneer kunt u beter geen grondmonsters nemen? Wanneer kort geleden dierlijke mest of compost is uitgereden, is er een grote kans op afwijkende waarden. Het advies is om na mesttoediening minimaal zes weken te wachten met bemonsteren. Hetzelfde geldt als kort geleden een bekalking is toegepast (inclusief gips) of wanneer kunstmest is toegediend (bijvoorbeeld fosfaat). Waarom 40 steken per monster? Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat, ook al zijn percelen op het oog homogeen, er toch grote verschillen kunnen voorkomen binnen een perceel in bijvoorbeeld fosfaat- of kaligehalte. Dat wordt de ruimtelijke variabiliteit genoemd. Het aantal te nemen steken is afhankelijk van de ruimtelijke variabiliteit in het veld, de gestelde nauwkeurigheid en de grootte van het perceel. De ruimtelijke variabiliteit verschilt per bodemparameter; de variabiliteit van fosfaat is bijvoorbeeld groter dan die van stikstof. Bij de bepaling van de stikstofvoorraad in de bodem kan dus met een geringer aantal steken worden volstaan dan bij de bemonstering op de fosfaattoestand. Het is echter wel mogelijk om een grondmonster dat genomen is voor de bemonstering op fosfaat ook te gebruiken voor de bepaling van de stikstofvoorraad. Een grondmonster kan dus gebruikt worden voor meerdere doeleinden, als het aantal steken maar is afgestemd op de bodemparameter met de grootste variabiliteit. Voor algemeen bemestingsonderzoek wordt 40 à 50 steken per monster geadviseerd. De kans dat analyseresultaten dan afwijken van de werkelijke waarde is in dat geval minimaal. Onderzoek op minerale stikstof (Nmin) Voor het onderzoek op minerale stikstof geldt in principe dezelfde methodiek. De bemonsteringsdiepte en het aantal benodigde steken wijken echter af van het standaard grond- of algemeen bemestingsonderzoek. Minerale stikstof is over het algemeen veel homogener door de grond verdeeld dan bijvoorbeeld fosfaat. Uit onderzoek is gebleken dat meestal 20 steken per perceel voldoende zijn. Dit aantal is echter ook afhankelijk van de bemonsteringsdiepte; bij bemonstering van de laag 0-90 cm is het aantal steken bepaald op 10. De bemonsteringsdiepte zelf is afhankelijk van het te telen gewas (zie de bemestingsadviesbasis). Stikstofonderzoek kan het beste plaatsvinden kort voor de bemesting van een gewas. Wanneer dit gebeurt is afhankelijk van het te telen gewas. Bemonster wintertarwe rond half februari, zodat eind februari begin maart de eerste stikstof gegeven kan worden. Voor suikerbieten en aardappelen kan bemonsterd worden kort voor zaaien of poten of kort voordat er organische mest gereden wordt. Maart is een prima tijd, omdat er dan minder kans bestaat op uitspoeling. Eind maart kan er al wel mineralisatie optreden, waardoor bodemvoorraden oplopen. Conclusie: de perceelskennis van de akkerbouwer, gecombineerd met de kennis van de monsternemer over bemonsteringstechnieken geeft de beste garantie voor een betrouwbaar resultaat van het grondonderzoek. HANDLING EN ANALYSE VAN DE MONSTERS Transport van de monsters Na monstername dienen grondmonsters zo snel mogelijk te worden gekoeld. Bij lage temperatuur worden omzettingsprocessen sterk afgeremd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de mineralisatie van stikstof uit het in de grond aanwezige organische materiaal. Belangrijk is ook dat de monsters zo snel mogelijk worden getransporteerd naar het laboratorium en daar worden verwerkt. Laboratoria hebben voorbehandelingsmethoden waardoor monsters langer kunnen worden bewaard. Analyse van de monsters Tegenwoordig worden vrijwel alle analyses uitgevoerd met geautomatiseerde apparatuur. Uit eerder onderzoek is duidelijk geworden dat de meeste fouten ontstaan door menselijk handelen. Bij geautomatiseerde apparatuur is dat vrijwel niet meer aan de orde. 2
4 Bovendien worden binnen de laboratoria voortdurend controles uitgevoerd (zowel intern als extern, zie hierna) om te beoordelen of alle processen volgens de standaarden verlopen. Ringonderzoek door de laboratoria De meeste laboratoria nemen deel aan ringonderzoeken. Bij ringonderzoek wordt een goed gemengd grondmonster gesplitst en gestuurd aan de deelnemende laboratoria. De laboratoria rapporteren hun analyses en de resultaten worden rondgestuurd. Op deze manier zien de laboratoria in hoeverre de resultaten lijken op die van hun collega s. Daarnaast hebben laboratoria hun eigen, interne controlemechanismen. Deze zijn bij geaccrediteerde laboratoria verplicht. Er worden dan regelmatig (vaak dagelijks) standaardmonsters meegenomen in analyses. Als deze standaardmonsters afwijkende resultaten laten zien dan voert het laboratorium alle analyses opnieuw uit. INVLOED VAN HET WEER Weersomstandigheden zijn van invloed op de uitslag van het grondmonster. Voor een N-mineraalbepaling geldt bijvoorbeeld dat het analyseresultaat laag zal zijn na een natte periode. Stikstof spoelt vooral op lichte gronden gemakkelijk uit bij een neerslagoverschot. Zodra de grond verzadigd is, kan stikstof in de vorm van nitraat ook vervluchtigen door denitrificatie. Voor kali geldt dat in een natte periode een gedeelte, met name op lichte gronden, kan uitspoelen. Onder droge omstandigheden geldt voor fosfaat dat de beschikbaarheid laag kan zijn. Onderzoek heeft vastgesteld dat op hetzelfde perceel een hogere fosfaattoestand wordt gemeten wanneer de grond voldoende vochtig is dan na een droge periode. In het najaar is er normaal geen sprake van een erg droge bodemtoestand. Dat is dan ook het beste moment om de ontwikkeling van de fosfaattoestand te bepalen. Variatie in resultaten Variatie in resultaten kan diverse oorzaken hebben. De meest voorkomende zijn: Een werkelijke verandering in de bodemvruchtbaarheid. Grondonderzoek vindt gewoonlijk eens in de vier jaar plaats en de veranderingen kunnen aanzienlijk zijn, bijvoorbeeld als u de laatste jaren bent overgegaan op de aanwending van forse hoeveelheden compost. Variatie in fosfaat zal minder snel optreden als van bijvoorbeeld kali of magnesium. Een slechte verdeling over het perceel van heterogene mest of door strooibanen. De bemonstering is op een ander deel van het perceel uitgevoerd, of wellicht zelfs op een geheel ander perceel. Als u dat vermoedt, overleg dan met de monsternemer. Tip: maak vooraf goede afspraken met de monsternemer, bijvoorbeeld geef de monsternemer een kaart van het te bemonsteren deel van het perceel en zorg er voor dat steeds hetzelfde deel van het perceel bemonsterd wordt. Variatie in de laboratoriumanalyse zelf is tegenwoordig nauwelijks meer van belang. De methodes zijn dusdanig geautomatiseerd en gecontroleerd dat hierdoor nog nauwelijks fouten ontstaan. 3
5 Hoe groot mag de afwijking zijn tussen de daadwerkelijke bodemvruchtbaarheid van het perceel en de uitslag van het genomen grondmonster? Er is altijd een onzekerheid tussen de werkelijke en de gemeten toestand van de grond. Deze onzekerheid is opgebouwd uit: De bemonsteringsfout. Deze fout is alleen geheel te vermijden als alle grond bemonsterd zou worden, wat uiteraard onmogelijk en ook onwenselijk is. Een monster is dus altijd een steekproef. Als deze volgens de voorschriften is genomen is het monster representatief voor het bemonsterde perceel of perceelsgedeelte met een maximale oppervlakte van 5 ha. De onzekerheid van de meting in het laboratorium. Door automatisering en controle van gecertificeerde laboratoria wordt algemeen aangenomen dat deze fout verwaarloosbaar klein is ten opzichte van de bemonsteringsfout. Conclusie: de nauwkeurigheid waarmee een monster wordt genomen bepaalt voor een belangrijk deel de bruikbaarheid van de analyseresultaten. CONSEQUENTIES VAN ANALYSERESUL- TATEN DIE NIET REPRESENTATIEF ZIJN Wanneer resultaten van grondonderzoek niet representatief zijn en de akkerbouwer maakt gebruik van deze resultaten voor zijn bemestingsplan, dan kost dat geld. Wanneer de gemeten waarden lager zijn dan de werkelijke bodemvruchtbaarheid, dan worden te hoge meststofgiften geadviseerd. Enerzijds kan dat leiden tot te hoge meststofkosten, anderzijds en met name bij stikstof tot vermindering van de kwaliteit van het geoogste product.wanneer de gemeten waarden hoger zijn dan de werkelijke toestand, dan wordt minder bemest dan gewenst is. Dit kan tot gevolg hebben dat de optimale opbrengst niet wordt bereikt, bijvoorbeeld doordat de ph te laag is of doordat te weinig stikstof of kali wordt toegediend. Conclusie: representatieve resultaten van grondonderzoek zijn medebepalend voor het rendement van uw teelt. 4
6 TIPS Bemonster regelmatig, eens in de vier jaar, bij voorkeur voor een gewas met een hoog saldo of een behoeftig gewas zoals aardappelen. Vergelijk wanneer mogelijk uw monsteruitslagen met die van een vorige analyse. Bemonster zo mogelijk na een zelfde gewas en in dezelfde periode van het jaar. Bemonster delen van een perceel met een ander verleden afzonderlijk. Maak duidelijke afspraken met monsternemers over welk gedeelte van uw perceel u wilt laten bemonsteren. Als u zeker wilt zijn van het bemonsterde areaal, zorg er dan voor dat u tijdens de bemonstering aanwezig bent, of vraag om een kaart van de bemonstering (tegenwoordig hebben monsternemers GPS bij zich). Ga niet zelf bemonsteren. De monsternemers zijn niet voor niets gecertificeerd. Bovendien zorgen monsternemers er voor dat de grondmonsters de volgende dag al in het laboratorium liggen, waar ze onmiddellijk gedroogd worden, zodat de chemische eigenschappen niet meer veranderen. Neem bij twijfel over de uitslag eerst contact op met de monsternemer: is het juiste (deel van het) perceel wel bemonsterd? Als u naar uw mening een te groot verschil constateert met een vorige analyse, dan kunt u een heranalyse aanvragen. Dit kan op twee manieren: het monster dat reeds in het bezit is van het laboratorium kan opnieuw worden geanalyseerd (doe deze aanvraag snel, want grondmonsters worden in de regel maar gedurende enkele weken bewaard) of u kunt het perceel opnieuw laten bemonsteren, maar dat brengt extra kosten met zich mee. COLOFON 2013, MASTERPLAN MINERALENMANAGEMENT DEZE LEAFLET IS EEN UITGAVE VAN HET MASTERPLAN MINERALENMANAGEMENT Redactie: DLV Plant en NMI Foto s: DLV Plant, NMI en BLGGAgroXpertus Het Masterplan Mineralenmanagement is een initiatief van LTO Nederland, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond en het Productschap Akkerbouw Informatie over het Masterplan Mineralenmanagement: PA, Tjitse Bouwkamp, Postbus 908, 2700 AX Zoetermeer Telefoon , mmm@hpa.agro.nl Internet: Deze leaflet is met de uiterste zorg samengesteld op basis van de meest actuele en betrouwbare informatie. DLV Plant, NMI en het Masterplan Mineralenmanagement aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van deze informatie. 5
Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen
Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:
Nadere informatieWAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN
WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN Masterplan Mineralenmanagement Meer met minder stikstof De vraagstukken rondom de voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking en de afnemende
Nadere informatieNutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.
NutriNorm.nl Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien. Wij werken samen met onze kennispartners: Eurofins Agro, WageningenUR, Louis Bolk
Nadere informatieORGANISCHE STOF: WAT LEVERT HET OP? KOSTEN EN BATEN VAN ORGANISCHE STOF VOOR DE AKKERBOUWER
ORGANISCHE STOF: WAT LEVERT HET OP? KOSTEN EN BATEN VAN ORGANISCHE STOF VOOR DE AKKERBOUWER Masterplan Mineralenmanagement INLEIDING Organische stof in de bodem staat sterk in de belangstelling. Organische
Nadere informatieALLES WAT U MOET WETEN OVER FOSFAAT VRAGEN EN ANTWOORDEN
ALLES WAT U MOET WETEN OVER FOSFAAT VRAGEN EN ANTWOORDEN Masterplan Mineralenmanagement Fosfaat: een grondstof om zo optimaal mogelijk in te zetten De vraagstukken rondom de voedselzekerheid voor een groeiende
Nadere informatie25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?
25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen
Nadere informatie5 Voederbieten. November
5 Voederbieten 5-1 5.1 Voederbieten: Kalk De gewenste ph voor voederbieten is 6 of hoger. Deze ph is niet op alle gronden te realiseren (zeer hoge kalkgiften nodig). Bovendien is deze ph niet altijd geschikt
Nadere informatieTeelthandleiding wettelijke regels
Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,
Nadere informatieTrends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden
Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden Arjan Reijneveld 8 N o v e m b e r 2013 Trends in bodemvruchtbaarheid in kaart gebracht met hulp van gegevens grondonderzoek Opbouw presentatie
Nadere informatie2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium
2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium Het natriumadvies voor grasland is niet gericht op verhoging van de opbrengst, maar wordt uitsluitend gegeven met het oog op de gezondheidstoestand van het rundvee
Nadere informatieHandboek bodem en bemesting
Handboek bodem en bemesting Van adviesbasis naar nieuwe basis voor adviezen Symposium bemesting in de 21 e eeuw Wageningen 28 november 2014 Janjo de Haan Belang bemestingsadviezen Handvaten voor (economisch)
Nadere informatieSchadewijzer. Vrijlevende- en wortelknobbelaaltjes in de akkerbouw
Schadewijzer Vrijlevende- en wortelknobbelaaltjes in de akkerbouw Inhoudsopgave: 1. Inleiding schadedrempels... 2 2. Verschillende vormen van schade... 2 3. Factoren die van invloed zijn op schade... 3
Nadere informatieWintergranen : actueel hoge N-reserves
Wintergranen : actueel hoge N-reserves Jan Bries, Davy Vandervelpen, Bodemkundige Dienst van België Na de vorstperiode halfweg januari is op de Bodemkundige Dienst de staalnamecampagne voor de bepaling
Nadere informatie3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie
3.3 Maïs: Fosfaat De adviesgift voor fosfaat is afhankelijk van de grondsoort, de fosfaattoestand en de gewasbehoefte. Het advies bestaat uit een gewasgericht en een bodemgericht advies. Aan beide adviezen
Nadere informatie2.2 Grasland met klaver
2.2 Grasland met klaver Tot grasland met klaver wordt gerekend grasland met gemiddeld op jaarbasis meer dan 10 15 procent klaver. 2.2-1 2.2.1 Grasland met klaver: Kalk In deze paragraaf wordt alleen de
Nadere informatieAnalyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers
Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...
Nadere informatieTips voor het uitvoeren van bemestingsproeven
Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Inleiding De CBGV baseert haar adviezen bij voorkeur op zoveel mogelijk proefresultaten. Resultaten moeten daarbij
Nadere informatieBemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot
Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot Uw klantnummer: 5001382 Postbus 170 NL- 6700 AD Wageningen T +31 (0)88 876 1010 E klantenservice@blgg.agroxpertus.com I blgg.agroxpertus.nl T monstername:
Nadere informatieBemesten van gras na mais en mais na gras?
Bemesten van gras na mais en mais na gras? Wim Bussink (NMI) & Janjo de Haan (WUR) Voorkomende situaties: Rotatie/wisselbouw: 3 jaar gras en 3 jaar mais Eénmaal in de 5-10 jaar, bouwland middels mais,
Nadere informatie3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie
3.3 Maïs: Fosfaat De adviesgift voor fosfaat is afhankelijk van de grondsoort, de fosfaattoestand en de gewasbehoefte. Het advies bestaat uit een gewasgericht en een bodemgericht advies. Aan beide adviezen
Nadere informatieBemesten van gras na mais en mais na gras?
Bemesten van gras na mais en mais na gras? Wim Bussink (NMI) & Janjo de Haan (WUR) Powerpoint gewijzigd na toekenning derogatie dd 04-04-2018 Voorkomende situaties: Rotatie/wisselbouw: 3 jaar gras en 3
Nadere informatieBemestingsplan. Hans Smeets Adviseur DLV team boomteelt. DLV Plant
Bemestingsplan Hans Smeets Adviseur DLV team boomteelt Waarom een grondanalyse? Inzicht krijgen in de beschikbare voeding voor de plant; Hoofdelementen; Sporenelementen; ph van de grond; Organische stof
Nadere informatieMasterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012. Peter Stevens,
Masterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012 Peter Stevens, 1 Aanleiding MMM Directe aanleiding voor de totstandkoming van het Masterplan MineralenManagement (MMM) is de voedselzekerheid
Nadere informatieNaar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting
Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Themadag bemesting akkerbouw, Nijkerk 2 februari 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Romke.postma@nmi-agro.nl
Nadere informatieN-index: wat zeggen de cijfers?
Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking
Nadere informatieVoorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen
Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen
Nadere informatieCommissie bemesting akkerbouw en vollegrondsgroenten (CBAV) Bemestingsadviesbasis akkerbouw en vollegrondsgroenten
Commissie bemesting akkerbouw en vollegrondsgroenten (CBAV) Bemestingsadviesbasis akkerbouw en vollegrondsgroenten Klankbordgroepbijeenkomst Wageningen 26 februari 2013 Programma Opening Presentatie over
Nadere informatieDe bodem is de basis voor gewasbescherming!
De bodem is de basis voor gewasbescherming! www.tenbrinkebv.nl Agenda Bemestingsproeven bloembollen. Bodemvruchtbaarheid Flevoland in gevaar. Verschillen tussen kavels binnen de Noordoostpolder. Grond
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46607 7 september 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 6 september 2016, nr. WJZ/16125101,
Nadere informatieToetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven
Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven J.J. de Haan, D. van Balen & C. Topper (PPO-agv Wageningen UR) M.J.G. de Haas, H. van der Draai
Nadere informatieStikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?
Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Piet Ver Elst, Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België De Bodemkundige Dienst van België voert jaarlijks een groot aantal analyses
Nadere informatieHandboek Bodem en Bemesting
Handboek Bodem en Bemesting Voor een optimale bemesting en een beter bodembeheer Jaarvergadering vakgroep Akkerbouw LLTB Baexem, 19 januari 2016 Janjo de Haan Van adviesbasis bemesting naar Handboek bodem
Nadere informatieKwaliteitsregeling KeurMest
Module: Gebruiker Categorieën: 'Akkerbouw' en 'Vollegrondsgroenteteelt' Versie 1.1 11-6-2019 Normdocument Norm Voorschrift Interpretatie voorschrift Ingangsdatum Meetmethode A B C D NVT KO Algemeen A1
Nadere informatie7 Bemesting. 7.1 Bemesting met organische mest. 7.2 Mineralenverlies. 7.3 Mineralenbalans per perceel
7 Bemesting De biologische landbouw is milieuvriendelijk omdat ze geen gebruik maakt van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De bemesting wordt uitgevoerd met organische mest. Het probleem dat hierbij optreedt
Nadere informatieKosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC
Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC LEI Wageningen UR: Co Daatselaar Aanleiding en doelstellingen onderzoek Veel mest elders af te zetten tegen hoge kosten, druk verlichten
Nadere informatieRijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing
Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs Inleiding Willem van Geel en Gerard Meuffels, PPO-AGV Effect rijenbemesting op mineralenbenutting en gewasgroei stikstof, fosfaat, kali Rijenbemesting met drijfmest
Nadere informatieBAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof
- Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het
Nadere informatieNaar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Grond
Nadere informatieSKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl SKB-Showcase Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw Romke Postma
Nadere informatieHistoriek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013)
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006
Nadere informatieOrganische stofbeheer en stikstofleverend vermogen van de grond in de Nederlandse akkerbouw
Organische stofbeheer en stikstofleverend vermogen van de grond in de Nederlandse akkerbouw In opdracht van en gefinancierd door: Dit project is uitgevoerd door: Auteur(s): Jan Bokhorst Geert-Jan van der
Nadere informatieBemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5
Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5 Uw klantnummer: 5001382 Postbus 170 NL- 6700 AD Wageningen T +31 (0)88 876 1010 E klantenservice@blgg.agroxpertus.com I blgg.agroxpertus.nl T monstername:
Nadere informatieCOMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING
COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING 1 BEMONSTERING... 1 1.1 Doelstelling en toepassingsgebied... 1 1.2 Bemonsteringsstrategie... 1 1.3 Materiaal... 2 1.4 Praktische
Nadere informatiebodemvoorraad kg N/ha (jan/febr)
4.3 Stikstofbemesting CONTACTPERSOON: PETER WILTING De hoogte van de stikstofbemesting beïnvloedt het rendement van de teelt van suikerbieten. Te weinig stikstof betekent een lagere wortelopbrengst, te
Nadere informatieORGANISCHE STOF BEHEER
ORGANISCHE STOF BEHEER Weet wat je bodem eet! Anna Zwijnenburg van A tot Z landbouwadvies EVEN VOORSTELLEN Zelfstandig landbouwadviseur voor de akkerbouw/groenvoeder gewassen voor de thema s bodem, vruchtwisseling
Nadere informatieToestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen.
Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen. Voor het eerst de resultaten van jaar bodemanalyse van Vlaamse tuinen met een schat aan informatie voor elke
Nadere informatieBemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5
Bemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5 Uw klantnummer: 2386585 H. Driessen Korenhorsterwg 6 7044 AJ LENGEL Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Johnny te Veluwe: 0652002126 T klantenservice:
Nadere informatieRE-gras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting
Soil for life RE-gras Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting Een project van het Nutriënten Management Instituut NMI in opdracht van het Productschap
Nadere informatie4/11/2017. Rendement uit Bodemspiegel en perceelsvergelijking. Herman Krebbers. Vanuit de lucht zie je meer. Direct snel overzicht perceel en zones
Rendement uit Bodemspiegel en perceelsvergelijking Herman Krebbers Vanuit de lucht zie je meer Direct snel overzicht perceel en zones 1 Rendement uit data Bewustwording teler verbeter potentie perceel
Nadere informatiec.c. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EX Den Haag Bilthoven, 29 augustus 2016
Technische commissie bodem Postbus 30947 T 070 4566596 2500 GX Den Haag E info@tcbodem.nl Staatssecretaris van Economische Zaken De heer ir. M.H.P van Dam Postbus 20401 2500 EK Den Haag c.c. De Staatssecretaris
Nadere informatieBeproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud
Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Nadere informatieHandleiding 2014 voor Unitip online Unitip extern module
Handleiding 2014 voor Unitip online Unitip extern module Bestemd voor: Gebruikers die Online teeltgegevens invoeren in Agrovision. Inleiding: Met deze handleiding wordt u stap voor stap door het programma
Nadere informatieStikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen?
Stikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen? Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten 30 november 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Aanleiding
Nadere informatieToestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België
BODEMVRUCHTBAARHEID Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België Stan Deckers Piet Ver Elst Wegwijs in de bodemvruchtbaarheid van de Belgische akkerbouw- en weilandpercelen (2004-2007) Inhoud
Nadere informatieKLW KLW. Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari Ruwvoerproductie en economie!
Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk!? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari 2017 Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Ruwvoerproductie en economie! KLW Actualiteit: Managementinstrument
Nadere informatie2 BEMESTING WINTERTARWE
2 BEMESTING WINTERTARWE 2.1 Bekalking, basisbemesting en stikstofbemesting in wintertarwe W. Odeurs 1, J. Bries 1 Een beredeneerde bemesting is een belangrijke teelttechnische factor voor het bekomen van
Nadere informatieWIJZER MET MINERALEN NIEUWE MEST, OUDE KRACHT. Masterplan Mineralenmanagement
WIJZER MET MINERALEN NIEUWE MEST, OUDE KRACHT Masterplan Mineralenmanagement INLEIDING De wereld van bemesting en meststoffen verandert voortdurend, net als de wettelijke kaders waarbinnen gewerkt moet
Nadere informatieBemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar 1-2-2016.
Even Voorstellen Pascal Kleeven Akkerbouw/vollegrondgroentebedrijf Sinds1999 in dienst bij Vitelia-Agrocultuur Bemesting Wie teelt er maïs? Vragen Wie heeft er een mestmonster? Wie heeft er actuele grondmonsters?
Nadere informatieOrganisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem
Organisch bemesten in de akkerbouw 6 februari 2019 Beitem Agenda Dierlijke mest Effluent Dierlijke mest Voordelen Bevat alle nodige plantennutriënten (ook micronutriënten) Bron van organische stof, essentieel
Nadere informatieMAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!
MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit
Nadere informatieToelichting aanvraag AM onderzoek (1 juli juni 2018) op vrije grond.
U kunt officieel AM-onderzoek ook digitaal aanvragen via het NAK-Loket. Als u dit doet, wordt u automatisch langs keuzemenu s geleid, uw aanvraag wordt sneller verwerkt en u behoudt overzicht over al uw
Nadere informatieDe invloed van een goede ph op maïsopbrengsten, na bekalking met Ankerpoort kalk
De invloed van een goede ph op maïsopbrengsten, na bekalking met Ankerpoort kalk Onderzoek naar de effecten van bekalking op de maïsopbrengsten is zeer gedateerd. Deze onderzoeken zijn gedaan in een tijd
Nadere informatieOpdrachten. Organische bemesting opdrachten 1
Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de
Nadere informatieCOMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING. VERSIE januari 2008
COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING VERSIE januari 2008 1 BEMONSTERING... 1 1.1 Doelstelling en toepassingsgebied... 1 1.2 Bemonsteringsstrategie... 1 1.3 Materiaal...
Nadere informatieBodemkwaliteit op zand
Bodemkwaliteit op zand 2011-2016 Resultaten gangbare en biologische bedrijfssystemen rond opbrengsten, bodemkwaliteit, bemesting en uitspoeling Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten, 30 november 2017
Nadere informatieGroenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!
Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij
Nadere informatieBehoud meerjarig proefveld organische bemesting
Behoud meerjarig proefveld organische bemesting Instandhouding meerjarig proefveld organische bemesting hyacint voor toekomstig onderzoek naar organische bemesting op duinzandgrond Peter Vreeburg Praktijkonderzoek
Nadere informatieEindrapport Project Winterswijk-Oeding,
BIJLAGE 1 Samenvatting en conclusies In de regio Winterswijk-Oeding is in de periode 2010 2012 een grensoverschrijdend project uitgevoerd, gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit in het stroomgebied
Nadere informatieBemestingsonderzoek Grasland voor paarden voorste deel Postbus 115
voorste deel Onderzoek Onderzoek-/ordernr: Datum monstername: Datum verslag: 110027/001746286 07-10-2010 22-10-2010 Monster genomen bij: A. Dierhouder 8822 XX ARUM Grondsoort: Bemonsterde laag: Monster
Nadere informatieLandbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 3 maart 2015
Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2015.G.04, 3 maart 2015 INSCHATTING
Nadere informatiePrecisiebemesting & optimalisatie mineralen kringlopen met NIRS
Precisiebemesting & optimalisatie mineralen kringlopen met NIRS Philipp Heck John Deere Intelligent Solutions Group Precisielandbouw Toepassingen 2 Mineralen Management & Bemesting Eisen en grote uitdagingen
Nadere informatieGroenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!
Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij
Nadere informatieDe rol van loonwerkers in de mineralenkringloop
De rol van loonwerkers in de mineralenkringloop en precisielandbouw Praktijknetwerk loonwerker maar melkveehouder kringloopwijzer Stappenplan naar maximaal ruwvoer van eigen grond Technische uitvoering
Nadere informatieFractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven
Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt
Nadere informatieGroenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek
Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek Bram Van Nevel Bram.van.nevel@inagro.be 051/27.33.47 Waarom groenbedekkers? 1. Restnitraat 2. Verhogen bodemvruchtbaarheid 3. Verlagen
Nadere informatiePeeters Financieel Advies Groenestraat PT Dorst Tel:
Peeters Financieel Advies Groenestraat 18 4849 PT Dorst Tel: 0161-416770 www.peetersadvies.com Over Peeters Financieel Advies Peeters Financieel Advies is opgericht in 2007 door Pascal Peeters. Peeters
Nadere informatieHet beste tijdstip om grasland te vernieuwen
Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...
Nadere informatieGelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2012;
1 Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 betreffende de bemestingsadvisering voor groenteteelten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende nadere
Nadere informatieBEMESTINGSADVIES. Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen
BEMESTINGSADVIES Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Januari 2012 Colofon Uitgever Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen p.a. Animal Sciences Group Postbus 65 8200 AB Lelystad Telefoon
Nadere informatieHandleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen
OP O Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen VERSIE AUGUSTUS 2018 TE VINDEN OP : WWW.PRECISIEBEMESTINGZUIDHOLLAND.NL DE JUISTE PLAATS: IN DE WORTELZONE DE JUISTE MESTSTOF:
Nadere informatieKennismiddagen 2017
Kennismiddagen 2017 1 Licentieverlenging voor competentie - teelt - Let bij wisselen van pasje op uw inloggegevens (oude pasnr. is inlog!!) ALGEMEEN 2 Brengplicht veiligheidsbladen Leveranciers zijn volgens
Nadere informatieMest zo efficiënt mogelijk gebruiken
Mest zo efficiënt mogelijk gebruiken De winterperiode geeft de kans om stil te staan bij het optimale gebruik van de beschikbare mest in het voorjaar. Het is de moeite waard de mest te laten ontleden:
Nadere informatieGevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer
Inhoud Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer Wim van Dijk PPO, Lelystad Keuze dierlijke mestproducten Dekking PK-behoefte Kunstmestaanvoer Bodemvruchtbaarheid Organische stof Bijdrage dierlijke
Nadere informatieReport 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.
Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap
Nadere informatieTCB A057(2010) Den Haag, 15 februari 2010
Technische commissie bodem Postbus 30947 T 0703393034 2500 GX Den Haag E info@tcbodem.nl Aan De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Postbus 20401 2500 EK Den Haag TCB A057(2010) Den Haag,
Nadere informatie3 november 2011 Ben Rooyackers
3 november 2011 Ben Rooyackers Mestac, mestproducenten coöp. Afzet drijfmest (300.000 ton/jaar) Vooraf gemaakte afspraken Faciliteert mestverwerking; Begeleiding, stimulering gebruik nieuwe generatie meststoffen
Nadere informatieSturen van de N-bemesting
Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Sturen van de N-bemesting: gedreven door onderzoek, voorlichting en beleid Jan Bries & Davy Vandervelpen BDB Sturen van de N-bemesting Onderzoek
Nadere informatieBrochure en poster bemesting
Brochure en poster bemesting Lore Schoeters 1 Bemesting Wat gebeurt er met meststoffen in de bodem? Hoe kan ik de nutriënten die in de bodem zitten optimaal gebruiken? Hoe kan ik ervoor zorgen dat de uitspoeling
Nadere informatieEquivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken
Equivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken De voorgestelde equivalente maatregelen open teelten zijn: A. Opbrengstafhankelijke
Nadere informatieDeze fiche legt uit wat een nitraatresidu is, waarom het bepaald wordt, en hoe het beoordeeld wordt.
NITRAATRESIDU Deze fiche legt uit wat een nitraatresidu is, waarom het bepaald wordt, en hoe het beoordeeld wordt. Wat is het nitraatresidu? 1 Wat is de aanleiding voor een nitraatresidubepaling? 2 Perceelsevaluatie
Nadere informatieOpstellen van een bemestingsplan met BDB-net
Opstellen van een bemestingsplan met BDB-net 1 Wat is BDB-net? BDB-net is een overkoepelende benaming die in de toekomst alle internet-diensten van de Bodemkundige Dienst zal omvatten. Vanaf 2008 biedt
Nadere informatieResultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland
Resultaten onderzoek 2013 Gerard Meuffels Rijenbemesting Betere benutting van nutriënten en verkleinen van het risico van uitspoeling / afstroming Kunstmeststoffen reeds gangbare praktijk (o.a. mais) Stikstof:
Nadere informatieStudieavond prei. Bemesting van winterprei
Studieavond prei Bemesting van winterprei - TIP - Ken uw veld Rekenvoorbeeld fictief veld herfstprei 25/4: 15 ton varkensdrijfmest (8 kg N/ton) 31/05: profielanalyse (0-30/30-60) cm: 13/06: toediening
Nadere informatieBegeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen
Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen Programma Mededelingen Eerste resultaten 2015 Teeltseizoen 2015 Opbrengsten Eerste resultaten uitspoelingsmetingen
Nadere informatieEvenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant
Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Belangrijk om te weten: Algemeen: Fosfaat, kali, magnesium Op zand: ph en o.s. Op klei: % slib Bodemmonster Fosfaat laag: voldoende bemesten
Nadere informatie3. Analysegegevens digistaat: Vrachten worden gewogen en bemonsterd volgens meststoffenwet en volgens meststoffenwet op de landbouwgrond aangevoerd.
Het college van gedeputeerde staten van de Provincie Drenthe Postbus 122 9400 AC ASSEN Nijkerkerveen, 22 april 2015, Betreft: Aanvraag ontheffing, artikel 10.63 Wet milieubeheer, Geachte heer/mevrouw,
Nadere informatieBemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland
Bemesting en Kringloopwijzer 2016-2018 Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt 1 Agenda 1. Basis kennis bodem 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland 3. Kringloopwijzer Efficiënt Bemesten:
Nadere informatieActua Bemesting. Dominique Van Haecke. PCS Studiedag Boomkwekerij 2016, 4 februari 2016, Destelbergen 1
Actua Bemesting Dominique Van Haecke 1 Inhoud Systeem Werkzame Stikstof Fosforbemestingsnormen Verplichte staalnames met bemestingsadvies Staalnames ikv betalingsrechten CVBB - Individuele Begeleiding
Nadere informatieEiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen
Eiwitgewassen Eiwitrijke gewassen Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja Voordelen luzerne Nadelen luzerne Positief effect op bodemstructuur Droogteresistent door diepe beworteling Nalevering N: 60
Nadere informatieir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011
ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters
Nadere informatie