Verantwoord preventief ingrijpen bij onverantwoord ouderschap

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verantwoord preventief ingrijpen bij onverantwoord ouderschap"

Transcriptie

1 Masterscriptie Verantwoord preventief ingrijpen bij onverantwoord ouderschap Onderzoek naar de vraag of een maatregel van gedwongen anticonceptie bij onverantwoord ouderschap juridisch te rechtvaardigen is Naam: Nicole Broos ANR: Tilburg University Master Rechtsgeleerdheid, accentprogramma Privaatrecht December 2012 Examencommissie: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Mr. V.M. Smits

2 VOORWOORD Vorig jaar rond deze tijd zag mijn leven er nagenoeg hetzelfde uit als nu: ik had de scriptie van mijn eerste masteropleiding afgerond en ik stond op het punt om af te studeren. Nu, net geen jaar later, ben ik wederom op dit punt aanbeland. Een groot verschil is er echter wel. Toen besloot ik er nog een tweede master aan vast te plakken in Tilburg, maar nu zal ik de Universiteit van Tilburg tegenwoordig Tilburg University toch echt gaan verlaten waarmee mijn studietijd tot een eind komt. Niet alleen mijn tweede masteropleiding komt nu tot een eind, maar ook het jaar Wanneer ik terugkijk op dit jaar kan ik enkel concluderen dat het een bewogen jaar was. Er waren veel hoogtepunten, maar helaas ook dieptepunten. Toch ben ik erin geslaagd om deze opleiding dit jaar nog tot een succesvol einde te brengen, uiteraard tot mijn grote vreugde. Waar de ene deur dichtgaat, gaat de volgende deur open. Momenteel ligt er een uitdagende baan op mij te wachten. Vanaf januari zal ik werkzaam zijn in de advocatuur. Zoals velen van jullie weten, is dit voor mij een (kinder)droom die werkelijkheid wordt. De laatste periode van mijn studie heb ik volledig gewijd aan de masterscriptie die nu voor u ligt. Een onderwerp voor dit onderzoek vinden, bleek voor mij geen enkel probleem te zijn. Ik wist namelijk al gauw waarover ik wilde schrijven. De positie van het kind in het recht houdt mij al jaren bezig, ongeacht op welk gebied. Zo stonden de rechten van het kind reeds centraal in mijn eerste masterscriptie en zo wist ik al gauw dat ook voor mijn tweede masterscriptie (het belang van) het kind centraal moest staan. Verdere inspiratie voor het onderwerp deed ik op buiten mijn studie. Sinds een kleine twee jaar ben ik naast mijn studie op vrijwillige basis werkzaam als omgangsbegeleider bij het omgangscentrum van JUZT. Iedere zaak die hier binnenkomt, is anders, maar toch hebben alle zaken één ding gemeen en dat is dat de verhoudingen tussen de ouders onderling of tussen ouder en kind verre van normaal zijn. Naast een nare scheiding waarvan het kind vaak getuige is geweest, zijn er dikwijls ook nog andere omstandigheden die de zaak nog problematischer maken. Zo zijn verslavingen, psychische stoornissen en criminaliteit geen ongewone factoren in de meeste zaken. Ik kan dan ook niet ontkennen dat in sommige schrijnende gevallen de gedachte door mijn hoofd speelt dat zowel kind als ouder veel beter af zouden zijn zonder elkaar. Ik ben mij ervan bewust dat deze gedachte behoorlijk radicaal is, maar toch denk ik dat menigeen het met mij eens zal zijn wanneer ook zij direct geconfronteerd zouden worden met deze praktijk. Ik ben dus erg stellig van mening dat het in bepaalde situaties beter is dat er geen kinderen ter wereld komen. Toen in één van de colleges die ik het afgelopen jaar gevolgd heb het onderwerp van gedwongen anticonceptie naar voren kwam, wist ik meteen dat ik wilde onderzoeken of een dergelijke drastische maatregel ook juridisch mogelijk is. Uiteraard wil ik deze ruimte ook benutten om een aantal mensen te bedanken. Zoals ik al aangaf, ben ik erin geslaagd om deze opleiding dit jaar nog succesvol af te ronden. Een aantal mensen hebben dit absoluut mede mogelijk gemaakt voor mij. Allereerst gaat mijn dank uit naar prof. Vlaardingerbroek voor de begeleiding en feedback die ik van hem heb mogen ontvangen tijdens dit proces. Het is mij niet ontgaan dat dit voor hem een erg drukke periode is, desondanks heeft hij het voor mij mogelijk gemaakt om nog in deze drukke periode voor de feestdagen af te kunnen studeren. Hartelijk dank hiervoor. Daarnaast gaat mijn dank uit naar mr. Smits voor haar bereidheid deel uit te maken van de

3 examencommissie. Tot slot wil ik drie personen in het bijzonder bedanken. Deze drie personen zijn mijn vader, mijn moeder en Lars. Vanaf het moment dat ik aangaf nog een tweede masteropleiding te willen doen, hebben zij mij hierin gesteund. Ik ben hen erg dankbaar voor de onvoorwaardelijke steun die ik heb mogen ontvangen tijdens de afgelopen periode die gepaard ging met de nodige stress. Zij wisten mij te motiveren op de momenten waarop ik dit het hardst nodig had. Mede dankzij hen sta ik hier nu aan de eindstreep. Nicole Broos Hoeven, december 2012

4 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Lijst van afkortingen Inleiding 1 Hoofdstuk 1 Kinderbescherming anno Het probleem gedefinieerd Inleiding Verschillende vormen van kindermishandeling De gevolgen van kindermishandeling Kinderbescherming vandaag de dag Inleiding De maatregelen van kinderbescherming De ondertoezichtstelling De uithuisplaatsing De ontneming van het gezag De ontheffing van het ouderlijk gezag De ontzetting uit het ouderlijk gezag of de 10 voogdij Het Wetsvoorstel Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen Preventieve kinderbescherming bij onverantwoord ouderschap: de toekomst? Tussenconclusie 16 Hoofdstuk 2 De rechtspositie van de ouder Inleiding Het recht op procreatie Het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven Het recht om te huwen en een gezin te stichten Het zelfbeschikkingsrecht Tussenconclusie 30 Hoofdstuk 3 De juridische status van het toekomstig ongeboren kind Inleiding De juridische status van het toekomstig ongeboren kind op internationaal 32 niveau Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en 34 de Fundamentele Vrijheden De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Geen bescherming voor het toekomstig ongeboren kind? 37

5 3.3 De juridische status van het toekomstig ongeboren kind op nationaal niveau De Grondwet Het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek Art. 1:2 BW De heersende leer van Leenen Het belang van het ongeboren kind van art. 1:2 BW De Embryowet Toch enige beschermwaardigheid voor het toekomstig ongeboren kind 44 op nationaal niveau? Het recht om niet geboren te worden? De DES-dochters Art. 1:41 BW Tussenconclusie 48 Hoofdstuk 4 Rechtsvergelijking: kinderbescherming in Nieuw-Zeeland Inleiding Kindermishandeling in Nieuw-Zeeland De aanpak van kindermishandeling in Nieuw-Zeeland De positie van de ouder nader bekeken De positie van het toekomstig ongeboren kind nader bekeken Conclusie 57 Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Aanbevelingen 61 Literatuurlijst 64

6 LIJST VAN AFKORTINGEN art. BW CJG CYPF Act ECRM EHRM EVRM FGC Gw HR IVBPR IVF IVRK KI MvT OM OTS PTSS Rb. RvdK UVRM WAZ WGBO Wjz WvSr artikel Burgerlijk Wetboek Centrum voor Jeugd en Gezin Children, Young Persons and Their Families Act Europese Commissie voor de Rechten van de Mens Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden family group conference Grondwet Hoge Raad der Nederlanden Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten in-vitrofertilisatie Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind kunstmatige inseminatie memorie van toelichting Openbaar Ministerie ondertoezichtstelling Post Traumatische Stress Stoornis Rechtbank Raad voor de Kinderbescherming Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Wet afbreking zwangerschap Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst Wet op de jeugdzorg Wetboek van Strafrecht

7 dumpen. 1 Het verhaal van Rowena Rikkers zal niemand ongeroerd laten. Het zal voor velen niet te Inleiding Op 27 augustus 2001 wordt bij strand Nulde in Putten een romp van een meisje aangetroffen. Een paar dagen later wordt in Hoek van Holland een kinderhoofdje gevonden en nog een ruime maand later wordt uit het Veluwemeer een hand gehaald. In december 2001 wordt duidelijk dat deze lichaamsdelen van de vierjarige Rowena Rikkers ook wel het Meisje van Nulde genoemd zijn. Twee weken later worden de moeder van Rowena en haar partner aangehouden op verdenking van moord. Rowena werd door de partner van haar moeder stelselmatig mishandeld en seksueel misbruikt. De laatste twee maanden van haar leven zat zij opgesloten in een hondenkooi. Uiteindelijk overleed Rowena nadat zij herhaaldelijk door de partner van haar moeder in haar buik werd gestompt. Rowena werd vervolgens in stukken gesneden en in de vriezer bewaard. Om het identificatieproces te bemoeilijken, besloot hij om de verschillende lichaamsdelen van Rowena verspreid over het land te bevatten zijn dat dit soort gebeurtenissen in ons land plaatsvinden. Toch is dit de keiharde realiteit. Men zal zich afvragen hoe zoiets in godsnaam heeft kunnen gebeuren. Waarom werd Rowena niet weggehaald bij haar moeder en haar partner? Was dit geval überhaupt al bekend bij hulp- en zorginstanties? Dit zijn vragen die in dit verband erg relevant zijn. Hoe onvoorstelbaar het ook klinkt, een geval als Rowena Rikkers is geen uitzonderingsgeval. Vergelijkbare zaken hebben zich namelijk afgespeeld in ons land. Uit dit onderzoek zal blijken dat kindermishandeling een schrijnend probleem vormt in Nederland. Het aantal gevallen van kindermishandeling ligt erg hoog en ook al zullen de meeste van deze gevallen gelukkig niet tot de dood van het kind leiden, toch is er in deze gevallen vaak sprake van levenslange schade voor het mishandelde kind. Deze schrijnende realiteit was voor mij reden genoeg om mij te verdiepen in ons huidige kinderbeschermingsapparaat. Gezien de praktijk, valt het mijns inziens te betwisten of dit kinderbeschermingsapparaat naar behoren functioneert. Een aantal jaren geleden kwam, inmiddels ex- Kamerlid, Van Dijken met een voorstel van meer preventieve kinderbescherming. Zij oppert dat het in de meest schrijnende gevallen mogelijk moet zijn te voorkomen dat er binnen deze gezinnen opnieuw kinderen ter wereld gebracht worden. Een justitiële maatregel van gedwongen anticonceptie zou volgens haar hiervoor de oplossing zijn. Dat een dergelijke maatregel radicaal is, behoeft mijns inziens geen grondige uitleg. Het staat een ieder tenslotte vrij om al dan niet te kiezen voor kinderen. Een dergelijke maatregel zal dan ook vanzelfsprekend op gespannen voet staan met bepaalde rechten. Daar staat weer tegenover dat de praktijk laat zien dat een dergelijke maatregel misschien wel nodig is. Of de voorgestelde maatregel van gedwongen anticonceptie nu wel of niet tot de mogelijkheden behoort, vormt het centrale thema van dit onderzoek. De onderzoeksvraag binnen dit onderzoek luidt dan ook als volgt: Is het opleggen van een maatregel van gedwongen anticonceptie aan ouders waarvan eerder is gebleken dat zij niet in staat zijn om kinderen op te voeden en dit naar alle aannemelijkheid in de nabije toekomst ook niet zullen kunnen, juridisch te rechtvaardigen? 1 Rowena Rikkers als hond gekooid, De Telegraaf 20 april 2002, (zoek op Rowena Rikkers); M. el Ayadi, Proces Rowena Rikkers/Rowena Rikkers lag gewoon opeens dood op de grond, Trouw 29 juni 2006, (zoek op Rowena Rikkers). 1

8 Getracht zal worden deze vraag aan het eind van dit onderzoek te beantwoorden. Om dit te kunnen doen, zal ik in hoofdstuk 1 allereerst ons huidige kinderbeschermingsapparaat onder de loep nemen en het voorstel van Van Dijken grondig bespreken. Vervolgens zal ik ingaan op de rechtspositie van de ouder en daarna op de rechtspositie van de partij die hier in dit verband lijnrecht tegenover staat, te weten het toekomstig ongeboren kind. In hoofdstuk 4 zal een rechtsvergelijking aan bod komen. Het recht van Nederland wordt op dit punt vergeleken met het recht van Nieuw-Zeeland. Uiteindelijk zullen in hoofdstuk 5 conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan kunnen worden. 2

9 Hoofdstuk 1 Kinderbescherming anno Het probleem gedefinieerd Inleiding De feiten liegen er niet om. De gevallen van kindermishandeling in ons land zijn talrijk. Afgaand op de uitkomst van een recent onderzoek werden in 2010 nagenoeg kinderen het slachtoffer van mishandeling. 2 Dit is ruim drie procent van het totaal aantal kinderen in Nederland. 3 Dit zijn mijns inziens schrikbarende cijfers, maar ongeacht de hoogte van de cijfers denk ik dat een ieder het met mij eens zal zijn dat ieder geval van kindermishandeling één geval te veel is. In dit hoofdstuk zal allereerst dieper ingegaan worden op het probleem van kindermishandeling in ons land en vervolgens zal ons huidige kinderbeschermingsapparaat onder de loep genomen worden in de hoop erachter te komen waarom dit apparaat het probleem niet effectief (genoeg) aanpakt. Aan het eind van dit hoofdstuk zal ingegaan worden op een - reeds voorgestelde - meer preventieve kinderbeschermingsmaatregel Verschillende vormen van kindermishandeling Het is niet eenduidig vast te stellen om wat voor soorten mishandeling het in al deze gevallen gaat. Dit loopt namelijk behoorlijk uiteen. Artikel 1 van de Wet op de jeugdzorg (Wjz) definieert kindermishandeling als elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Kindermishandeling kan dus uit diverse vormen bestaan. In de meeste gevallen gaat het om mishandeling in de vorm van fysieke dan wel emotionele verwaarlozing. 4 Hierbij kan gedacht worden aan de ouder die zijn of haar kind maaltijden ontzegt of juist verkeerde maaltijden voorschotelt met (ernstig) overgewicht als gevolg. Een ander voorbeeld is de ouder die zijn of haar kind geen enkele liefde of geborgenheid geeft. Verwaarlozing is een passieve vorm van kindermishandeling, de ouder doet niet, maar laat na. 5 Naast verwaarlozing kan het ook gaan om fysiek of psychisch geweld. 6 Denk hierbij aan de ouder die zijn of haar kind daadwerkelijk slaat, schopt, krabt of uitscheldt. In dit geval gaat het juist wel om een doen van de ouder en dus niet om een nalaten zoals bij verwaarlozing het geval is. Dit is derhalve een meer actieve vorm van kindermishandeling. 7 Naast bovengenoemde vormen behoort ook seksueel misbruik tot het lijstje van vormen van kindermishandeling. 8 Hierbij dient gedacht te worden 2 Alink e.a. 2011, p Nederlands Jeugd Instituut, (zoek op cijfers kindermishandeling). 4 Kamerstukken II 2009/10, , nr. 2, p Wolzak & Ten Berge 2005, p Ibid supra n Ibid supra n. 5, p Ibid supra n. 4. 3

10 aan alle seksuele aanrakingen die een kind opgedrongen worden door een volwassene, maar ook aan seksueel beoogde handelingen. 9 Daarbovenop komt ook nog eens het feit dat in ons land jaarlijks tientallen gevallen van kindermishandeling resulteren in de dood van het kind. Onderzoek wijst uit dat we te maken hebben met ca. 50 tot 85 kinddodingen per jaar. 10 Naar mijn mening een schrikbarend aantal. De ernst van het probleem komt hiermee duidelijk naar voren De gevolgen van kindermishandeling Waarschijnlijk behoeft het geen verdere uitleg wat nu precies zo problematisch is aan de bovengeschetste realiteit. Desalniettemin zal ik beknopt aangeven waarom het uiterst noodzakelijk is dat desbetreffende realiteit een halt wordt toegeroepen. De mishandelingen brengen voor de mishandelde kinderen zelf uiteraard veel negatieve gevolgen met zich mee. Daarbij valt niet enkel te denken aan lichamelijke gevolgen, maar ook aan psychische gevolgen. Wat betreft de lichamelijke gevolgen kan de ernst ervan zeer uiteenlopen. Zo dient gedacht te worden aan blauwe plekken, botbreuken en schade aan de organen, maar ook aan groeiachterstanden en problemen in de (motorische) ontwikkeling van het kind. Zoals reeds hierboven aangegeven kan zelfs de dood intreden als gevolg van de diverse mishandelingen. Daarnaast dienen ook de psychische gevolgen niet vergeten te worden. Het mishandelde kind kan te maken krijgen met emotionele dan wel gedragsproblemen. Vaak krijgen slachtoffers van kindermishandeling te maken met psychische problemen waaronder Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) waarbij het slachtoffer door middel van herinneringen de aangrijpende gebeurtenissen herbeleeft met de nodige angsten. Ook dissociatieve stoornissen en psychosomatische klachten zijn veelvoorkomend bij slachtoffers van kindermishandeling. Daarenboven dient nog opgemerkt te worden dat onder de slachtoffers van kindermishandeling veel gevallen van verslaving dan wel zelfverwonding (automutilatie) voorkomen. 11 Het moge duidelijk zijn dat veel slachtoffers van kindermishandeling hun hele leven beschadigd blijven, is het niet lichamelijk dan wel psychisch. Dit heeft ook weer de nodige uitwerking op onze maatschappij. Naast de directe gevolgen voor de slachtoffers zelf, zijn er meer indirecte gevolgen te benoemen voor de gehele maatschappij. Onderzoek toont namelijk aan dat de meerderheid van de (jeugd)delinquenten in ons land een achtergrond heeft waarin enige vorm van kindermishandeling voorkomt. 12 De onveiligheid en overlast die de maatschappij ervaart door de misdaden die worden gepleegd door desbetreffende delinquenten is dus vaak oorspronkelijk terug te voeren naar de onveiligheid die zijzelf ervaren hebben tijdens hun jeugd. 13 Daarnaast ondervindt de maatschappij ook de financiële gevolgen van kindermishandeling. Om kindermishandeling en de gevolgen die hieruit voortkomen aan te pakken, is (per geval) een plan van aanpak vereist. Wat dit plan van aanpak ook moge zijn, voor de tenuitvoerlegging ervan zal altijd geld nodig zijn. Grote 9 Ibid supra n. 5, p Ibid supra n Ibid supra n. 5, p Ibid, p Ibid. 4

11 kostenposten in dit verband zijn onder andere de tenuitvoerlegging van kinderbeschermingsmaatregelen 14 en medische zorg. 15 Tenslotte dienen de gevolgen ook vanuit een juridisch perspectief bekeken te worden. Naast het feit dat kindermishandeling vanuit ethisch oogpunt te veroordelen is, stuit het ook vanuit een juridisch perspectief op veel bezwaren. Ieder mens heeft mensenrechten. Dit is voor een kind niet anders, een kind is tenslotte ook een mens. Deze mensenrechten liggen verankerd in diverse internationale mensenrechtenverdragen. Bijzondere aandacht wil ik hier schenken aan het Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) 16. Zoals de naam van het verdrag reeds doet vermoeden, is dit verdrag in het leven geroepen ter bescherming van (de rechten van) het kind. Doordat kinderen (nog) niet de competenties bezitten om op te komen voor hun eigen rechten door, bijvoorbeeld, de mogelijkheid tot stemmen of de mogelijkheid om hun rechten zelfstandig af te dwingen voor de rechter, vormen zij een kwetsbare groep in onze maatschappij. Wat extra bescherming voor het kind kan zodoende dus geen kwaad en een verdrag als het IVRK is dan ook alles behalve overbodig te noemen. In dit verdrag zijn diverse bepalingen neergelegd die in dit verband relevant zijn. Zo bepaalt art. 19 IVRK dat het kind het recht heeft om beschermd te worden tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik, terwijl het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft. Alle bovengenoemde vormen van kindermishandeling zijn terug te vinden in deze bepaling. Ouders die zich schuldig maken aan één van deze vormen schenden dus de mensenrechten die het kind toekomen onder dit artikel. Naast art. 19 dient ook art. 18 IVRK genoemd te worden. In lid 1 van dit artikel is namelijk bepaald dat de ouders dan wel de wettige voogden de eerste verantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Kindermishandeling en de gevolgen hiervan zullen nu niet bepaald positief bijdragen aan de opvoeding en de ontwikkeling van een kind en een positieve bijdrage wordt nu juist wel verlangd van de ouders. Ouders die zich schuldig maken aan kindermishandeling handelen dus ook in strijd met art. 18 IVRK. 17 Het moge dus duidelijk zijn dat ook vanuit juridische overwegingen kindermishandeling aangepakt dient te worden. Dergelijke handelingen leveren namelijk schendingen op van de mensenrechten die een kind toekomen. 1.2 Kinderbescherming vandaag de dag Inleiding De vorige paragraaf heeft duidelijk gemaakt dat kindermishandeling een groot probleem vormt in Nederland. Een probleem dat een drastische aanpak behoeft. Onze wetgeving kent reeds diverse maatregelen van kinderbescherming. Deze kinderbeschermingsmaatregelen zullen in deze paragraaf besproken worden. 14 Over kinderbeschermingsmaatregelen later meer. 15 Ibid supra n.5, p Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (aangenomen op 20 november 1989, van kracht sinds 2 september 1990). Nederland heeft dit verdrag geratificeerd op 6 februari Ibid supra n. 5, p

12 Niet enkel uit internationale regelgeving - zoals het IVRK - blijkt dat ouders de eerste verantwoordelijkheid hebben waar het de opvoeding en de ontwikkeling van hun kind betreft, ook in onze nationale wetgeving is dit terug te vinden. In Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (BW) zijn regels omtrent het ouderlijk gezag vastgelegd. Art. 1:247 lid 1 BW bepaalt dat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder omvat zijn of haar minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. In lid 2 van desbetreffend artikel wordt vervolgens bepaald dat onder verzorging en opvoeding mede verstaan dient te worden de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Lid 2 vervolgt dat in de verzorging en opvoeding van het kind geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling wordt toegepast door de ouders. Uitgangspunt is dus dat de ouders het ouderlijk gezag uitoefenen over hun kinderen. In beginsel dient de overheid dit gezag te eerbiedigen. Echter, dit ouderlijk gezag is niet geheel onbegrensd. Naar mijn mening is, onder andere, in art. 1:247 lid 2, laatste zin BW de rechtvaardiging te vinden voor overheidsingrijpen bij gevallen van kindermishandeling. Wanneer het ouderlijk gezag niet meer naar behoren wordt uitgeoefend en wanneer het belang van het kind dit vordert, komt de overheid de bevoegdheid toe om in te grijpen. De overheid beschikt over verscheidene instrumenten om dit ingrijpen te realiseren. Deze instrumenten zijn de zogenaamde kinderbeschermingsmaatregelen die wettelijk zijn neergelegd in Boek 1 BW. 18 In het volgende worden deze kinderbeschermingsmaatregelen nader besproken De maatregelen van kinderbescherming Zoals reeds aangegeven zijn de maatregelen van kinderbescherming die ons land kent terug te vinden in Boek 1 BW. In deze paragraaf zullen de verschillende kinderbeschermingsmaatregelen besproken worden, al wil ik vooraf opmerken dat deze maatregelen van kinderbescherming uiterste maatregelen (ultimum remedium) zijn. Vrijwillige hulpverlening blijft namelijk het uitgangspunt. Wanneer ouders dan wel kinderen bij de opvoeding problemen ervaren, kunnen zij zelf (op vrijwillige basis) hulp inschakelen. Dit kunnen zij doen door, bijvoorbeeld, naar de huisarts te gaan of naar een maatschappelijk werker te stappen. Een andere mogelijkheid is om zich te wenden tot een Bureau Jeugdzorg (Bjz) of een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). 19 Pas als alle vormen van vrijwillige hulpverlening uitgeput zijn, dient overgegaan te worden op drang en wanneer ook drang niet sufficiënt blijkt te zijn, zal overgegaan mogen worden op dwang waarbij men terecht komt bij de justitiële kinderbeschermingsmaatregelen. 20 Daarnaast is in art. 5 lid 4 Wjz het zogenaamde zo-zo-zo beleid neergelegd wat erop neerkomt dat een toegepaste maatregel van kinderbescherming zo licht mogelijk, zo kort mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis geboden dient te worden. 18 Doek & Vlaardingerbroek 2009, p ; Van der Linden, Ten Siethoff & Zeijlstra-Rijpstra 2009, p. 125; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Van der Linden, Ten Siethoff & Zeijlstra-Rijpstra 2009, p Dit is ook terug te vinden in art. 5 Wjz. 20 Ibid. 6

13 De ondertoezichtstelling In art. 1:254 e.v. BW is de zogenaamde ondertoezichtstelling (OTS) geregeld. De OTS wordt gezien als de minst ingrijpende kinderbeschermingsmaatregel en is daarmee ook meteen de meest opgelegde maatregel. 21 De OTS dient ook als een preventieve maatregel: het dient te voorkomen dat de situatie zich voordoet waarin ingrijpendere kinderbeschermingsmaatregelen noodzakelijk zijn. 22 Bij een OTS wordt het ouderlijk gezag dan wel de voogdij van de ouder respectievelijk de voogd over het kind niet ontnomen maar slechts beperkt. 23 Een OTS wordt ten uitvoer gelegd door middel van een gezinsvoogd 24 die aangesteld wordt met als doel hulp en steun te bieden aan de ouder of het kind waar het de opvoeding en verzorging van desbetreffend kind betreft. Het uitgangspunt bij een OTS is dat het kind, voor zover mogelijk, gewoon thuis woonachtig blijft. De hulpverlening is gericht op het gezin waarvan het kind onderdeel vormt, zodoende blijft het uitgangspunt dat het kind woonachtig blijft bij dit gezin. Op het eerste gezicht lijkt er dus niet erg veel te veranderen, het kind blijft tenslotte thuis wonen en ook het gezag wordt niet ontnomen. De beperking is echter gelegen in het feit dat de dragers van het gezag niet geheel vrij meer zijn in de wijze waarop zij desbetreffend kind opvoeden. De gezinsvoogd heeft namelijk de bevoegdheid om schriftelijke aanwijzingen op te leggen aan degenen die het gezag over het kind uitoefenen, waarbij zij de verplichting hebben om dergelijke aanwijzingen op te volgen (art. 1:258 lid 1 jo. lid 2 BW). De grondslag voor een OTS is gelegen in art. 1:254 lid 1 BW. 27 Volgens lid 1 van dit artikel kan de kinderrechter een kind onder toezicht stellen 28 wanneer blijkt dat desbetreffend kind zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of zullen falen. Als aanvullend vereiste wordt gezien dat het opleggen van de maatregel het belang van het kind moet dienen. 29 De bepaling in art. 1:254 lid 1 BW is zodanig ruim geformuleerd dat het een ruime discretionaire bevoegdheid voor de kinderrechter met zich meebrengt. Om een voorbeeld te noemen, er is niet nader geformuleerd wat concreet verstaan dient te worden onder een ernstige bedreiging. Dit laat veel ruimte open voor de rechter om hier nader invulling aan te geven met als doel dat de bepaling op veel situaties toepasbaar zal zijn. 30 Om nader te bepalen of er sprake is van een bedreiging die aanleiding geeft tot het uitspreken van een OTS, kan door de rechter gekeken worden naar het aanwezig zijn van bepaalde factoren. In de praktijk worden deze factoren onderverdeeld in oudergebonden factoren en kindgebonden factoren. Bij de eerste categorie kan gedacht worden aan kindermishandeling, psychiatrische problemen van de ouders of verslavingsproblemen en bij de tweede categorie valt te denken aan het veelvuldig spijbelen door het kind, weglopen van huis of psychiatrische problemen van het kind. Het aanwezig zijn van een 21 Eind 2011 waren ruim kinderen onder toezicht gesteld; zie Centraal Bureau voor de Statistiek, (zoek op ondertoezichtstelling). 22 Ibid supra n. 19, p Ibid, p. 126; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p ; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Deze zijn in dienst van de Bureaus Jeugdzorg. 25 Ibid supra n. 19, p ; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Let wel, de met gezag belaste ouder en het kind van twaalf jaar of ouder kunnen zich tot de kinderrechter wenden wanneer zij bezwaren hebben tegen de door de gezinsvoogd opgelegde aanwijzingen; zie art. 1:259 BW. 27 Dit betreft echter wel de grondslag voor een OTS van kinderen die onder ouderlijk gezag staan. De grondslag voor een OTS van kinderen die onder voogdij staan is neergelegd in art. 1:326 BW. 28 Het is het minderjarige kind dat onder toezicht gesteld wordt en dus niet de ouder of de voogd van het kind; zie Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Ibid supra n. 19, p. 127; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Ibid supra n. 19, p. 127; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p ; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p

14 dergelijke factor kan dus een aanleiding vormen om over te gaan tot een OTS. Overigens komt het in de praktijk ook vaak voor dat er niet slechts sprake is van één van de bovengenoemde factoren, maar dat zich zowel oudergebonden als kindgebonden factoren voordoen. 31 Ingevolge art. 1:255 BW kan ook een voorlopige OTS worden uitgesproken. Wanneer het onderzoek naar de vraag of een OTS vereist is in een bepaald geval nog hangende is, maar de uitkomst van dit onderzoek niet afgewacht kan worden doordat hulpverlening op dat moment al noodzakelijk is, kan de kinderrechter het kind voorlopig onder toezicht stellen. 32 Vervolgens verdient ook de zogenaamde prenatale OTS vermelding in deze paragraaf. In ons land is het namelijk mogelijk om een OTS uit te spreken nog vóór de geboorte van het desbetreffende kind. Grondslag hiervoor biedt art. 1:254 lid 1 BW jo. art. 1:2 BW. De ongeboren vrucht van 24 weken of ouder kan onder toezicht gesteld worden. Er wordt dan al voor de geboorte van het kind een gezinsvoogd aangesteld, al zal in deze gevallen de gezinsvoogd toezicht houden op en begeleiding bieden aan de moeder aangezien het kind uiteraard nog niet ter wereld is. Het doel van een prenatale OTS is het monitoren van de leefstijl van de moeder. Vaak zal deze leefstijl zodanig slecht zijn dat deze gevaren voor de ongeboren vrucht met zich meebrengt. De gezinsvoogd dient de moeder ervan te overtuigen een leefstijl aan te nemen die niet schadelijk is voor haar ongeboren kind. 33 In de jurisprudentie zijn reeds voorbeelden te vinden van gevallen waarin de rechter een OTS van de ongeboren vrucht heeft uitgesproken. 34 De OTS betreft een tijdelijke maatregel. Op grond van art. 1:256 lid 1 BW kan de kinderrechter de OTS uitspreken voor ten hoogste een jaar. Verlenging van de OTS is mogelijk op grond van art. 1:256 lid 2 BW. Ook deze verlenging duurt telkens ten hoogste een jaar en een dergelijke verlenging kan plaatsvinden tot aan de meerderjarigheid van het kind. 35 Wanneer in een bepaalde bedreigende situatie blijkt dat enkel een OTS onvoldoende is om desbetreffende situatie effectief aan te pakken, kan er, ondanks het uitgangspunt dat het onder toezicht gestelde kind thuis blijft wonen, toch een uithuisplaatsing gekoppeld worden aan de OTS. 36 Meer hierover in de volgende paragraaf De uithuisplaatsing Zoals hiervoor aangegeven is het uitgangspunt bij een OTS dat het onder toezicht gestelde kind gewoon bij het gezin blijft wonen. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij een OTS niet voldoende is. De mogelijkheid bestaat dan om de OTS gepaard te laten gaan met een uithuisplaatsing. Een OTS die gepaard gaat met een uithuisplaatsing is uiteraard een meer ingrijpende maatregel dan een OTS op zich. Er zijn twee wijzen van uithuisplaatsing te onderscheiden terwijl er een OTS loopt. Ten eerste is er de vrijwillige uithuisplaatsing ex art. 1:258 lid 3 BW waarbij de met gezag belaste ouder zelf tot uithuisplaatsing overgaat. Voor deze wijze van uithuisplaatsing is geen machtiging van de 31 Ibid supra n. 19, p ; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Ibid supra n. 19, p Enkelaar & Van der Does 2009, p. 7; Van Os & Hendriks 2010, p. 185; Romer 2008, p Rb. Utrecht 10 april 2008, LJN BC9962; Rb. Rotterdam 23 juli 2008, LJN BD8461; Rb. s-gravenhage 7 oktober 2008, LJN BG0849; Rb. Groningen 10 oktober 2008, LJN BG4372; Rb. Groningen 24 oktober 2008, LJN BG4374; Rb. Rb. Groningen 31 oktober 2008, LJN BG Ibid supra n. 19, p ; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p

15 kinderrechter nodig; de ouder werkt tenslotte vrijwillig mee. 37 Ten tweede is er de wijze die is neergelegd in art. 1:261 BW waarbij de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing afgeeft aan het Bjz, ook wel de gedwongen uithuisplaatsing genoemd. 38 Volgens art. 1:261 lid 1 BW kan deze gedwongen uithuisplaatsing nodig zijn in het belang van de verzorging en opvoeding van het kind of voor onderzoek naar de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van dit kind. 39 De maatregel van uithuisplaatsing in het kader van een OTS is tijdelijk van aard. Art. 1:262 lid 1 BW bepaalt dat de kinderrechter de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing kan stellen op ten hoogste een jaar. Deze duur kan telkens met ten hoogste een jaar verlengd worden. Vervolgens bepaalt art. 1:263 lid 1 BW dat Bjz de maatregel van uithuisplaatsing te allen tijde kan beëindigen. Daarnaast bepaalt het tweede lid van dit artikel dat ook de met gezag belaste ouder dan wel de pleegouder of het kind van twaalf jaar of ouder kan verzoeken de uithuisplaatsing te beëindigen dan wel de duur ervan te verkorten wanneer zich gewijzigde omstandigheden voordoen De ontneming van het gezag Nog ingrijpender is de maatregel waarbij het gezag van de ouder(s) of de voogd(en), wordt ontnomen. De ontneming van het gezag kan volgens onze wet op twee manieren, te weten door de ouder(s) te ontheffen van het ouderlijk gezag (art. 1:266 BW) of door de ouder(s) dan wel de voogd(en) te ontzetten uit het ouderlijk gezag (art. 1:269 BW) respectievelijk de voogdij (art. 1:327 BW). Beide manieren worden hieronder besproken De ontheffing van het ouderlijk gezag Wanneer blijkt dat de ouder ongeschikt of onmachtig is de plicht tot verzorging en opvoeding van zijn of haar kind te vervullen, staat voor de rechtbank de mogelijkheid open om op grond van art. 1:266 BW de desbetreffende ouder te ontheffen van het gezag dat deze ouder over dit kind uitoefent. De bevoegde instantie om een dergelijke ontheffing te verzoeken is de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) of het Openbaar Ministerie (OM) (art. 1:267 lid 1 BW). Daarnaast kunnen op grond van art. 1:267 lid 2 BW de pleegouders een ontheffingsverzoek doen na een geslaagd beroep gedaan te hebben op het blokkaderecht als neergelegd in art. 1:268 lid 2 sub d BW. De ontheffingsmaatregel is toepasbaar op één ouder of op beide ouders en op de niet-ouder die op grond van art. 1:253t BW samen met de ouder het gezag over het kind uitoefent. De ontheffingsmaatregel is niet toepasbaar op de voogd(en). 41 Uitgangspunt is dat de ontheffing niet kan worden uitgesproken wanneer de ouders zich hiertegen verzetten (art. 1:268 lid 1 BW). Toch kan aan dit verzet voorbijgegaan worden door middel van de zogenaamde gedwongen ontheffing die uitgesproken kan worden wanneer sprake is van één 37 Ibid supra n. 19, p. 133; ibid supra n. 36, p ; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Ibid supra n. 19, p. 133; ibid supra n. 36, p. 423; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Ibid supra n. 19, p. 133, 137; ibid supra n. 39, p. 350, Ibid supra n. 36, p

16 van de vier uitzonderingen 42 neergelegd in art. 1:268 lid 2 BW. Het gevolg van de ontheffing voor de ouder is dat deze ouder geen gezag meer uitoefent over het kind zoals dit voorheen wel het geval was. Echter, het verlies van dit gezag betekent uiteraard niet dat alle familierechtelijke betrekkingen tussen ouder en kind verloren gaan. Deze betrekkingen blijven gewoon bestaan. De ouder blijft wel gewoon juridisch ouder en ook de onderhoudsplicht voor de ouder blijft gewoon (naar draagkracht) bestaan. De ouder behoudt ook gewoon het recht op omgang met het kind. 43 In tegenstelling tot bovengenoemde maatregelen, betreft het bij de ontheffing geen maatregel van tijdelijke aard, maar een maatregel van onbepaalde tijd 44. Bij een OTS, al dan niet gepaard gaand met een uithuisplaatsing, is het doel vaak dat de ouders uiteindelijk toch weer in staat zijn om zelf de rol van opvoeder voor hun kind op zich te nemen of, ten minste, weer een rol gaan spelen in het leven van hun kind. Hierbij betreft het dus tijdelijke hulp, zodra het bovengenoemde doel bereikt is, zal voortzetting van de maatregel overbodig zijn. Dit is dus niet het geval bij de ontheffingsmaatregel. De ouder wordt ontheven van het ouderlijk gezag voor onbepaalde tijd. Dit geeft de ingrijpendheid van desbetreffende maatregel weer, al dient wel in het achterhoofd gehouden te worden dat een dermate ingrijpende maatregel uiteraard niet zomaar zal worden opgelegd. Situaties waarin een ontheffing wordt uitgesproken, zullen situaties zijn waar lichtere maatregelen zoals een OTS of een OTS met uithuisplaatsing geen redding meer zullen bieden. Zoals reeds vermeld, het zogenaamde zo-zo-zo beleid brengt met zich mee dat geen zwaardere maatregel zal worden toegepast dan nodig is. Bovendien biedt art. 1:277 BW de rechtbank de mogelijkheid om de ontheven ouder te herstellen in het gezag wanneer de rechtbank overtuigd is, dat het kind wederom aan de ontheven ouder kan worden toevertrouwd. Kortom, ondanks het feit dat het een maatregel van onbepaalde tijd betreft, betreft het dus géén onherroepelijke maatregel De ontzetting uit het ouderlijk gezag of de voogdij Naast de ontheffing kent ons wettelijk stelsel nog een gezagsontnemende maatregel, te weten de ontzetting. Deze kinderbeschermingsmaatregel staat bekend als de meest ingrijpende maatregel met het meest onterende karakter. De ontzettingsmaatregel is namelijk onlosmakelijk verbonden met termen als onwaardigheid en verwijtbaarheid. Met andere woorden, wanneer de rechtbank een ontzetting uitspreekt, verwijt deze de ouder onwaardig te zijn voor het uitoefenen van het gezag over zijn of haar kind. 46 Het moge duidelijk zijn dat een dermate drastische maatregel enkel wordt opgelegd wanneer dit onontkoombaar is. Anders dan bij de ontheffing, kan zowel de ouder als de voogd ontzet worden door de rechtbank. De grondslag voor de ontzetting van de ouder uit het ouderlijk gezag is te vinden in art. 1:269 BW en de ontzetting van de voogd uit de voogdij vindt zijn grondslag in art. 1:327 BW. 42 Deze vier uitzonderingen zijn: gegronde vrees dat een OTS (met uithuisplaatsing) onvoldoende is om de dreiging als bedoeld in art. 1:254 BW af te wenden, zonder de ontheffing van de ene ouder de ontzetting van de andere ouder de kinderen niet aan diens invloed zou onttrekken, zodanig gestoorde geestvermogens van de ouder dat deze ouder niet in staat is zijn of haar wil te bepalen of de betekenis van zijn of haar verklaring te begrijpen en vrees voor ernstig nadeel voor het kind wanneer het kind zou terugkeren naar de ouder nadat het kind ten minste een jaar in een ander gezin dan het ouderlijke is verzorgd en opgevoed. 43 Ibid supra n. 19, p De maatregel zal dan eindigen op het moment dat het kind meerderjarig wordt, de maatregel loopt dus niet daadwerkelijk oneindig door. 45 Ibid supra n. 19, p Ibid supra n. 36, p

17 Uitgangspunt is dat een ontzetting enkel wordt uitgesproken wanneer dit noodzakelijk is in het belang van het kind. Het is niet vereist dat de ouder of de voogd instemt met de ontzetting. 47 Art. 1:269 lid 1 BW noemt de gronden voor een ontzetting uit het ouderlijk gezag. Kort samengevat zijn dit misbruik van het gezag of grove verwaarlozing van de verzorging of opvoeding, slecht levensgedrag, een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling, het veronachtzamen van de aanwijzingen van Bjz of het belemmeren van een uithuisplaatsing en, tot slot, het bestaan van gegronde vrees voor verwaarlozing van de belangen van het kind, doordat de ouder het kind terugneemt dan wel terugeist van de pleegouders. De gronden voor ontzetting uit de voogdij zijn te vinden in art. 1:327 lid 1 BW; deze gronden komen grotendeels 48 overeen met de zojuist opgesomde gronden van art. 1:269 lid 1 BW. 49 Er zijn verschillende personen en instanties bevoegd tot het indienen van een verzoek tot ontzetting. Art. 1:270 lid 1 BW bepaalt dat tot het indienen van een verzoek tot ontzetting bevoegd zijn de andere ouder, één van de bloed- of aanverwanten van het kind tot de vierde graad, de RvdK en het OM. Lid 2 van dit artikel vult hierop aan dat ook de pleegouder bevoegd is tot het indienen van een dergelijk verzoek indien er sprake is van de grond voor ontzetting neergelegd in art. 1:269 lid 1 sub e BW inhoudende het bestaan van gegronde vrees voor verwaarlozing van de belangen van het kind, doordat de ouder het kind terugneemt of terugeist van deze pleegouder. Wat betreft de duur van de maatregel tot ontzetting geldt hetzelfde als voor de maatregel tot ontheffing, namelijk dat deze voor onbepaalde tijd is. Echter, ook hier geldt de mogelijkheid tot herstel in het gezag ex art. 1:277 BW. Ook wat betreft de gevolgen van de ontzettingsmaatregel kan ik kort zijn, aangezien deze overeenkomen met de gevolgen van de ontheffingsmaatregel Het Wetsvoorstel Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen Op 18 juli 2009 werd door de toenmalige minister voor Jeugd en Gezin, Rouvoet, en de minister van Justitie, Hirsch Ballin, het wetsvoorstel tot herziening van de maatregelen van kinderbescherming ingediend. 51 Het beoogde doel van dit voorstel is dat de hulpverlening effectiever en efficiënter wordt. Meer specifiek, de te bereiken doelen bij de OTS dienen duidelijker geformuleerd te worden, de taken van Bjz, de RvdK en de kinderrechter moeten duidelijker worden afgebakend, de positie van de feitelijke verzorger moet worden versterkt en bij de uithuisplaatsing van een kind dient het mogelijk te zijn dat het gezag van de ouder of de voogd voor een deel bij Bjz neergelegd wordt. 52 Op 15 maart 2011 is het voorstel naar de Eerste Kamer gestuurd waar het voorstel vandaag de dag nog steeds ligt. De Eerste Kamer dient zich uit te spreken over de tekst vervat in het gewijzigd voorstel van wet 53. Hieronder zal ik de meest relevante voorgestelde wijzigingen ter sprake brengen. Om te beginnen is er in het wetsvoorstel een nieuwe maatregel geopperd, te weten de maatregel van opgroeiondersteuning. Deze maatregel toont veel gelijkenissen met de OTS, echter 47 Ibid, p Op een aantal specifieke gronden voor een ontzetting uit de voogdij na, waaronder de grond dat de voogd reeds uit een andere voogdij is ontzet en de grond dat de voogd in staat van faillissement verkeert. 49 Ibid supra n. 36, p Ibid supra n. 19, p ; ibid supra n. 36, p Kamerstukken II 2008/09, , nr Volledige titel: Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming. 52 Ibid supra n. 36, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. A. 11

18 betreft de maatregel van opgroeiondersteuning een lichtere maatregel. De kinderrechter kan een maatregel van opgroeiondersteuning opleggen wanneer een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn of haar ontwikkeling wordt bedreigd, en de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor dit kind of voor de ouder die het gezag uitoefent, door hen niet of niet voldoende wordt geaccepteerd. 54 Het verschil met een OTS ligt met name in het feit dat voor het opleggen van een OTS een ernstige bedreiging vereist is en voor een maatregel van opgroeiondersteuning slechts een bedreiging. Daarnaast kan een maatregel van opgroeiondersteuning maximaal twee jaar duren (de duur is ten hoogste één jaar te verlengen met eenmaal ten hoogste één jaar) 55, terwijl de OTS telkens verlengd kan worden tot aan de meerderjarigheid van het kind en dus veel langer dan twee jaar kan duren. Verder wordt bij een maatregel van opgroeiondersteuning ook een hulpverlener van Bjz aangesteld, maar uit het wetsvoorstel volgt niet dat desbetreffende hulpverlener bevoegd is tot het geven van schriftelijke aanwijzingen, waartoe de gezinsvoogd bij een OTS wél bevoegd is. 56 Ook de maatregel van de OTS wordt aangepakt in het wetsvoorstel. Hoewel men de grond voor een OTS toch onveranderd wil laten, wordt er wel een wijziging van de tekst van de huidige grondslag voor de OTS, art. 1:254 BW, geopperd. 57 Deze voorgestelde tekst is nagenoeg identiek aan de tekst van de grondslag voor de maatregel van opgroeiondersteuning (zoals hiervoor reeds geformuleerd), al zij hierbij wel opgemerkt dat het voor het opleggen van een OTS nog steeds vereist blijft dat er sprake is van een ernstige bedreiging. Bovendien wordt de tekst nog aangevuld met de bepaling dat de verwachting gerechtvaardigd moet zijn dat de met gezag belaste ouder binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van het kind aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijk voor de verzorging en de opvoeding van dit kind wederom op zich kan nemen. Wordt aan al dit bovenstaande voldaan, dan zal een OTS de geschikte op te leggen maatregel zijn. 58 Tot slot wil ik noemen dat voorgesteld wordt om de huidige gezagsontnemende maatregelen van ontheffing en ontzetting te vervangen door één gezagsontnemende maatregel. 59 In plaats van de ontheffing van en de ontzetting uit het gezag, wordt in het voorstel gesproken over beëindiging van het gezag. 60 Deze maatregel kan opgelegd worden aan zowel de ouder als de voogd. 61 Een drastische wijziging is terug te vinden in de gronden voor het opleggen van een gezagsontnemende maatregel. Het criterium voor het beëindigen van het gezag luidt hetzelfde als voor het opleggen van een OTS, al is voor het beëindigen van het gezag vereist dat er juist géén gerechtvaardigde verwachting is dat de met gezag belaste ouder binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van het kind aanvaardbaar te achten termijn in staat is om de verzorging en de opvoeding van dit kind weer op zich te nemen. Daarnaast kan het gezag beëindigd worden wanneer sprake is van misbruik van het gezag. 62 Verder dient vermeld te worden dat de herstelmogelijkheid blijft bestaan. 63 Zoals reeds vermeld, ligt het hiervoor besproken wetsvoorstel momenteel nog bij de Eerste Kamer en het is dus nog niet aangenomen. Echter, het enkele feit dat er een wetsvoorstel ligt tot herziening van de maatregelen van kinderbescherming suggereert naar mijn mening dat het huidige 54 Ibid, p Ibid, p Ibid, p Ibid supra n. 36, p Ibid supra n. 53, p Ibid supra n. 36, p Ibid supra n. 53, p Ibid, p. 12, Ibid, p Ibid supra n. 36, p

19 pakket aan maatregelen niet naar behoren functioneert. Heel zwart-wit bekeken, als het huidige pakket naar behoren zou functioneren, zou een herziening overbodig zijn. Daarbovenop komt ook nog dat het niet enkel blijft bij het voorstel tot herziening van de huidige maatregelen. Gesuggereerd wordt dat er in ons land veel gevallen zijn waarbij de maatregelen van kinderbescherming überhaupt niet toereikend zullen zijn. Om precies die reden wordt er iets nieuws geopperd, te weten het overgaan op meer preventieve kinderbescherming. In de volgende paragraaf zal hier uitvoerig op ingegaan worden. 1.3 Preventieve kinderbescherming bij onverantwoord ouderschap: de toekomst? Ondanks ons scala aan kinderbeschermingsmaatregelen, blijft het aantal gevallen van kindermishandeling in ons land schrikbarend hoog. Velen pleiten dan ook voor een andere aanpak. Gesteld wordt dat de kinderbescherming vaak al te laat komt. Met andere woorden, op het moment dat gestart wordt met de hulpverlening, is het leed vaak al geschied. Leed dat misschien wel voorkomen had kunnen worden. Zodoende wordt er gepleit voor een meer preventieve aanpak. Een naam die in dit verband niet achterwege gelaten kan worden, is Van Dijken, voormalig Tweede Kamerlid en fervent voorstandster van preventieve kinderbescherming in de vorm van gedwongen anticonceptie. Van Dijken diende op 10 juni 2010 haar initiatiefnota met de titel Onverantwoord ouderschap in. 64 In deze nota oppert Van Dijken dat de mogelijkheid moet bestaan om een maatregel van gedwongen anticonceptie op te leggen in situaties waar sprake is van onverantwoord ouderschap. De eerste vraag die rijst, is de vraag wat nu eigenlijk verstaan dient te worden onder de door Van Dijken gebruikte term onverantwoord ouderschap. Als het onverantwoord is dat iemand opnieuw ouder wordt, is er sprake van onverantwoord ouderschap, voert Van Dijken aan. 65 Maar wanneer is het nu onverantwoord dat iemand opnieuw ouder wordt? Van Dijken vervolgt dat van onverantwoord ouderschap in ieder geval sprake is wanneer door toedoen van de ouder een kind uit huis geplaatst moet worden of wanneer de ouder het gezag over zijn of haar kind ontnomen is. 66 Kortom, wanneer in een bepaalde situatie reeds eerder kinderbeschermingsmaatregelen opgelegd zijn, kan het onverantwoord zijn dat de betrokken ouder opnieuw ouder wordt. Nu kan het natuurlijk niet zo zijn dat in werkelijk ieder geval waarin kinderbeschermingsmaatregelen zijn opgelegd automatisch aangenomen moet worden dat er sprake is van onverantwoord ouderschap. Een rechter zal aan de hand van de feiten en omstandigheden van een bepaald geval moeten bepalen of er al dan niet sprake is van onverantwoord ouderschap. 67 Eén feit is hieruit al gauw te distilleren en dat is dat Van Dijken zich met haar voorstel richt tot de groep van personen die reeds ouder van een kind zijn. Het is dus niet zo dat zij aanvoert dat een maatregel van gedwongen anticonceptie aan een ieder op te leggen moet zijn. Zij maakt hier een duidelijke afbakening. De initiatiefnota van Van Dijken richt zich op ouders waarvan eerder gebleken is dat zij niet in staat zijn hun kind(eren) op te voeden en waarvan gebaseerd op eerdere ervaringen met die ouders het ook niet aannemelijk is dat zij dit in de nabije toekomst wel zullen kunnen. 68 Het gaat dus in feite om twee elementen die aanwezig moeten zijn: ten eerste moet het gaan om de ouder 64 Kamerstukken II 2009/10, , nr Ibid, p Ibid. 67 Ibid. 68 Ibid, p

Ouder van mijn ouders Van helpen en ondersteunen tot gedwongen hulp en gezagsbeëindiging. Nijkerk, Opstandingskerk. 25 mei 2016

Ouder van mijn ouders Van helpen en ondersteunen tot gedwongen hulp en gezagsbeëindiging. Nijkerk, Opstandingskerk. 25 mei 2016 Ouder van mijn ouders Van helpen en ondersteunen tot gedwongen hulp en gezagsbeëindiging Nijkerk, Opstandingskerk 25 mei 2016 Prof.mr. Paul Vlaardingerbroek Cijfers Jaarlijks worden ca. 119.000 kinderen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) Artikel 3 IRVK 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten

Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten Is een regeling betreffende gedwongen anticonceptie in strijd met artikel 8 en artikel 12 EVRM of kan het belang van het ongeboren kind een inbreuk op

Nadere informatie

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING LEGITIMATIE VAN OVERHEIDSINGRIJPEN IN HET FAMILIE- EN GEZINSLEVEN JOYCE DE BRUIJN SEPTEMBER 2012 2 Van gezagsbeperking naar gezagsontneming Legitimatie van overheidsingrijpen

Nadere informatie

Ouderschap: Geschikt of Ongeschikt?

Ouderschap: Geschikt of Ongeschikt? Ouderschap: Geschikt of Ongeschikt? Een onderzoek naar preventieve kinderbeschermingsmaatregelen ter voorkoming van onverantwoord ouderschap Datum: 19 september 2012 Naam: Orthe Angela Maria Slaats ANR:

Nadere informatie

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Voorzitter: Paul van Teeffelen Inleider: Esther Lam Referent: Sonja de Pauw Gerlings Introductietekst workshop

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Op 18 juli 2009 is bij de

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Mr. dr. A. van Montfoort Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Presentatie Themadag jeugdrecht SSR,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 131 Wet van 12 maart 2014 tot aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van

Nadere informatie

Gedwongen anticonceptie bij onverantwoord ouderschap

Gedwongen anticonceptie bij onverantwoord ouderschap Gedwongen anticonceptie bij onverantwoord ouderschap Van wens naar wet?! Özlem Aydogan Juni, 2012 Gedwongen anticonceptie bij onverantwoord ouderschap Van wens naar wet?! Door Özlem Aydogan (ANR: 128396)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

In het belang van het kind?

In het belang van het kind? In het belang van het kind? Een onderzoek naar de wijzigingen van de kinderbeschermingsmaatregelen in Boek 1 BW Auteur: Daphne de Kreij Breda, 26 mei 2014 Opleiding: HBO-Rechten Onderwijsinstelling: Juridische

Nadere informatie

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Wat is de invloed van het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen

Nadere informatie

INZICHT IN JEUGDRECHT

INZICHT IN JEUGDRECHT INZICHT IN JEUGDRECHT Ingeborg Galama Juridisch adviseur Raad voor de Kinderbescherming Onderwerpen 1.Doel en grond voor de ondertoezichtstelling 2.Uithuisplaatsing 3.Gesloten jeugdzorg 4.Ontheffing/ontzetting

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Geschiedenis van de OTS

Geschiedenis van de OTS 1 Geschiedenis van de OTS 1.1 Inleiding Ruim 85 jaar geleden werd de ondertoezichtstelling (OTS) ingevoerd. Doel ervan was om ouders en kinderen 1 tijdelijke gedwongen hulp te verlenen in de hoop dat de

Nadere informatie

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij Versie 1.0 13 mei 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding In de wet staat dat minderjarigen altijd iemand moeten hebben die gezag over hen heeft. Dit gezag ligt in principe bij de ouders van de minderjarige.

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Vrijwillig kader Gedwongen kader Bureau Jeugdzorg Toegang AMK Jeugdbescherming Jeugdreclassering CIT Voorlopige Ondertoezichtstelling

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf / 11

Inhoudsopgave. Woord vooraf / 11 Inhoudsopgave Woord vooraf / 11 1 De ondertoezichtstelling 90 jaar: versleten of vitaal? / 13 Mariëlle Bruning & Ton Liefaard 1.1 Inleidende opmerkingen / 13 1.2 De OTS na 1995 / 13 1.3 Aanleiding tot

Nadere informatie

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht -

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Prof.mr.drs. Mariëlle R. Bruning Najaarslezing Vereniging voor Gezondheidsrecht, 2 november 2012 Thema Zorgverlening aan en het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:1824

ECLI:NL:GHARL:2015:1824 ECLI:NL:GHARL:2015:1824 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Civiel recht (personen- en familierecht) Datum uitspraak: 3 maart 2015 zaaknummer 200.156.874/01 (zaaknummer rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 7 > De gezinsvoogd 8 > Wie doet wat

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

Mariëlle Dekker Direkteur Augeo Foundation

Mariëlle Dekker Direkteur Augeo Foundation Mariëlle Dekker Direkteur Augeo Foundation WHY aanpak kindermishandeling Veilig opgroeien Herstel WHY van het schadefonds maatschappelijke uiting solidariteit erkenning van het onrecht en leed geschade

Nadere informatie

Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg

Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg Pleegouders kunnen een juridisch vangnet zijn voor hun pleegkind. Daarom is het belangrijk je rechtspositie als pleegouder te kennen, zodat je voor een kind kunt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 197 Besluit van 1 mei 2003 tot wijziging van het Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Presentatie Huiselijk Geweld

Presentatie Huiselijk Geweld Definitie: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

Kinderbeschermingsmaatregelen. De noodzaak voor een herziening van de ondertoezichtstelling?

Kinderbeschermingsmaatregelen. De noodzaak voor een herziening van de ondertoezichtstelling? Kinderbeschermingsmaatregelen De noodzaak voor een herziening van de ondertoezichtstelling? Naam: Varsha Harkisoen Datum: 7 november 2011 Titel: Ondertitel: Kinderbeschermingsmaatregelen De noodzaak voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 Instantie Datum uitspraak 23-05-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C-16-366100 - JE RK 14-841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

De ondertoezichtstelling herzien

De ondertoezichtstelling herzien De ondertoezichtstelling herzien Op welke wijze dienen de huidige protocollen van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant met betrekking tot de ondertoezichtstelling te worden gewijzigd, zodat zij in overeenstemming

Nadere informatie

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Deze folder is voor ouders van cliënten van de Welkom 2 OnderToezichtStelling Graag stellen wij ons voor. Wij zijn de William Schrikker Jeugdbescherming. Wij geven

Nadere informatie

90 jaar OTS: versleten of vitaal? Werkgroep 1 Verlenging OTS/UHP: dilemma s in de praktijk

90 jaar OTS: versleten of vitaal? Werkgroep 1 Verlenging OTS/UHP: dilemma s in de praktijk 90 jaar OTS: versleten of vitaal? Werkgroep 1 Verlenging OTS/UHP: dilemma s in de praktijk Regelgeving OTS - tegengaan ernstige bedreiging ontwikkeling kind - met als doel: a) de ouder/opvoeder op een

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck Datum mei 2019 Team Processen Auteur Kees de Groot 1 1. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1.1 Wat verstaan we onder huiselijk geweld

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2004 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming Inleiding Als het Bureau Jeugdzorg zich grote zorgen maakt over het opgroeien van uw kind, én als zij vinden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-09-2015 Datum publicatie 23-10-2015 Zaaknummer 200.166.964/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-01-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 200.114.823/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 Instantie Datum uitspraak 10-12-2009 Datum publicatie 26-01-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 09-3292 / 353683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 4 juli 2011 telefoonnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp

Nadere informatie

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE-

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- 4. JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- ZONDHEmSZORG. Soms rijst bij hulpverleners binnen de sector van de jeugdhulpverlening een vermoeden dat een kind slachtoffer is (geweest) van ritueel

Nadere informatie

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Gedwongen hulpverlening Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Ondertoezichtstelling Zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig bedreigd en andere middelen hebben gefaald of,

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

De minister van Justitie De heer dr E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag

De minister van Justitie De heer dr E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De minister van Justitie De heer

Nadere informatie

MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD OPENBAAR APOTHEKERS De Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld is een uitgave door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Over de Raad voor de Kinderbescherming Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als opvoeden een probleem is Soms kunnen ouders hun kind (tijdelijk)

Nadere informatie

De beëindiging van uithuisplaatsing

De beëindiging van uithuisplaatsing De beëindiging van uithuisplaatsing Wanneer is beëindiging van de uithuisplaatsing in het kader van een ondertoezichtstelling (art. 1:261 BW) in het belang van het kind en welke verbeteringen zullen in

Nadere informatie

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard (voorheen wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband

Nadere informatie

EEN ONDERZOEK NAAR DE JURIDISCHE WERKING VAN DE

EEN ONDERZOEK NAAR DE JURIDISCHE WERKING VAN DE EEN ONDERZOEK NAAR DE JURIDISCHE WERKING VAN DE AANWIJZINGSBEVOEGDHEID VAN BUREAU JEUGDZORG Te verdedigen tegenover de examencommissie, bestaande uit: Mevrouw mr. V.M. Smits en mevrouw mr. Y. Bogaers Op

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling 2. Gevolgen van kindermishandeling voor kind en omgeving De emotionele, lichamelijke en intellectuele ontwikkeling van een kind berust op genetische mogelijkheden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:2587

ECLI:NL:RBZWB:2017:2587 ECLI:NL:RBZWB:2017:2587 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 26-04-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/327890 / JE RK 17-430 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Vijfhoek & Ronde Tafel, versie 31 juli 2017 1 Introductie De Vijfhoek Kindveiligheid (Ouder- en Kind Teams, Samen DOEN, Veilig Thuis, de William Schrikker groep,

Nadere informatie

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin,

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin, De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 5 juni 2008 van Ontwikkeling contactpersoon Mr. R.H. Kroon doorkiesnummer 070-361 9814 faxnummer 070-361 9746 e-mail

Nadere informatie

Informatie voor gezinnen

Informatie voor gezinnen Informatie voor gezinnen Wat is Jeugdbescherming? Jeugdbescherming Regio Amsterdam draagt bij aan de bescherming van kinderen en daardoor aan een blijvend veilige ontwikkeling van kinderen. Kinderen hebben

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Zaaknummer C/13/614102 / FA RK 16-5813 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd Kinderen beschermen we samen Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd 1 juni 2013 Beelden van de Raad 2 Tijd om kennis te maken! Kennismaking met de Raad voor de Kinderbescherming

Nadere informatie

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten)

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten) LJN: BI3542, Centrale Raad van Beroep, 08/3709 WJZ + 08/3713 WJZ Datum uitspraak: 15-04-2009 Datum publicatie: 12-05-2009 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Toepassing van een gezagsbeëindigende kinderbeschermingsmaatregel vereist een Salomonsoordeel

Toepassing van een gezagsbeëindigende kinderbeschermingsmaatregel vereist een Salomonsoordeel Toepassing van een gezagsbeëindigende kinderbeschermingsmaatregel vereist een Salomonsoordeel Een onderzoek naar de belangenafweging bij gezagsbeëindigende kinderbeschermingsmaatregelen in het oude en

Nadere informatie

(Potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Relevante relaties met bedrijven --- Aard van de relatie ---

(Potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Relevante relaties met bedrijven --- Aard van de relatie --- (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Relevante relaties met bedrijven --- Aard van de relatie --- NTS congres 2019 Omzien naar elkaar! Afspraak. Doelen Aan het einde van de workshop kan de cursist

Nadere informatie

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Logopedie en Kindermishandeling Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) Juni 2009 Inleiding Omgaan met (vermoedens van) kindermishandeling

Nadere informatie

voor alle kinderen zoals ik

voor alle kinderen zoals ik 1 voor alle kinderen zoals ik 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De minderjarige 2.1 Definitie minderjarige 2.2 Het gezag over de minderjarige 2.3 Handelingsonbekwaamheid 3. De rechtspositie van de minderjarige

Nadere informatie

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding Waarom een onderzoek? De Raad voor de Kinderbescherming wordt ingeschakeld op het moment dat je ouders of andere mensen uit je omgeving vinden dat het mis met

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Zwolle afdeling civiel recht zaaknummer gerechtshof 200.128.246 (zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, 137888) beschikking

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2015:6066 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 27-07-2015 Datum publicatie 17-08-2015 Zaaknummer 200.172.365/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen.

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Oordeel De Kinderombudsman is van mening dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestiging Oss en de politie Oost-Brabant

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 Rapport Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, vestiging Roosendaal, zonder

Nadere informatie

KINDEREN IN DE JEUGDZORG

KINDEREN IN DE JEUGDZORG informatieblad voor jongeren KINDERRECHTEN KINDEREN IN DE JEUGDZORG Voor wie? Dit informatieblad is bedoeld voor jongeren van de tweede en derde klas van het voortgezet onderwijs die meer willen weten

Nadere informatie

Uithuisplaatsing van een kind zou nooit in het vrijwillig kader moeten plaatsvinden. TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG

Uithuisplaatsing van een kind zou nooit in het vrijwillig kader moeten plaatsvinden. TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG Inhoud presentatie TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG Verworvenheden en knelpunten Dr. Peter M. van den Bergh 1. Uithuisplaatsing 2. Dilemma s in de pleegzorg 3. Terugplaatsing 4. Internationale

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.199.846/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij De kinderrechter heeft besloten dat Jeugdbescherming west het gezag over uw kind gaat uitoefenen. Dat wordt voogdij genoemd. Hiervoor kunnen verschillende

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2014:4151 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-04-2014 Datum publicatie 27-05-2014 Zaaknummer 200.141.970-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC Het bevoegd gezag van de Stichting het Nationaal Register van Chiropractoren (SNRC) Overwegende dat Register Chiropractoren verantwoordelijk zijn voor

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 Instantie Datum uitspraak 04-05-2011 Datum publicatie 08-07-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.083.271-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek Cibap vakschool & ontwerpfabriek dt-18-278 Stappenplan verbeterde meldcode 1 Voorwoord Voor u ligt de meldcode van Cibap vakschool voor verbeelding. Aanleiding is dat uit onderzoek is gebleken dat veel

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is uw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn uw rechten?»»

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij)

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij) Inleiding Ondertoezichtstelling Ondertoezichtstelling (OTS) is een kinderbeschermingsmaatregel, die alleen kan

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling april 2016 Inhoud Kindermishandeling...... 2 Definitie... 2 Vormen van kindermishandeling.... 2 Herkenning..... 2 Risicofactoren... 2 Aanwijzingen bij het

Nadere informatie