MASTERSCRIPTIE Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MASTERSCRIPTIE Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers?"

Transcriptie

1 MASTERSCRIPTIE Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers? Student: Silvia Tromp Studentnummer: Master: Privaatrecht: Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Vakgebied: Personen-en Familierecht Scriptiebegeleidster: mevrouw mr. M.I. Peereboom - Van Drunick Tweede lezer: mevrouw mr. T. de Wit Inleverdatum: 30 april 2015

2 Voorwoord De masterscriptie die hier voor u ligt is het afsluitend werk van mijn opleiding Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam. Na vijf jaar studeren betekent dit het einde van een interessante studie en leuke studententijd, waar ik nog vaak met plezier aan terug zal denken. Tijdens de vakken Huwelijksvermogensrecht en Personen-Familie-en Erfrecht ben ik geïnteresseerd geraakt in het juridische verschil tussen gehuwden partners en ongehuwde partners. Dit leek mij erg onrechtvaardig. Het leek mij daarom interessant om mij te verdiepen in een (mogelijk) recht op partneralimentatie voor zowel gehuwden als ongehuwden partners. Op deze plaats zou ik graag een aantal mensen willen bedanken die mij hebben geholpen bij de totstandkoming van deze masterscriptie. Allereerst wil ik mevrouw mr. M.I. Peereboom- Van Drunick bedanken voor haar goede begeleiding en feedback. Verder wil ik mijn vriendinnen bedanken voor de nodige afleiding en lieve woorden. Mijn ouders bedank ik voor de (financiële) steun en het onvoorwaardelijke vertrouwen in mij. Tot slot een woord van dank aan Chiem Westenberg voor zijn steun, liefde en geduld de afgelopen periode. Ik wens u veel leesplezier! Amsterdam, april 2015.

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 : Inleiding 1.1.Uiteenzetting onderwerp 1.2. Onderzoeksvraag 1.3. Verantwoording opzet 1.4. Begrippen Hoofdstuk 2 : Het recht op partneralimentatie na beëindiging huwelijk/geregistreerd partnerschap 2.1. Inleiding 2.2. Grondslag van de partneralimentatie Behoefte Draagkracht Duur van de alimentatieverplichting 2.3. Einde van de alimentatieverplichting Hoofdstuk 3 : Partneralimentatie na ongehuwd of ongeregistreerd samenwonen 3.1. Inleiding Het samenlevingscontract 3.3. Stilzwijgende onderhoudsovereenkomst 3.4. Natuurlijke verbintenis 3.5. Lotverbondenheid voor ex-samenlevers? Lotsverbondenheid Wetsgeschiedenis en jurisprudentie van de lotsverbondenheid Lotsverbondenheid ten aanzien van ex-samenlevers Geen recht op partneralimentatie voor ex-samenlevers Het WOCD-rapport Hoofdstuk 4 : Een kijkje over de grens 4.1. Inleiding 4.2. De wettelijke regeling in Canada Regelgeving 4.3. De wettelijke regeling in Zweden 1

4 De Zweedse samenwoonwet 4.4. De wettelijke regeling in Slovenië Regelgeving Beschouwing Sloveense regelgeving 4.5. De wettelijke regeling in Aruba Regelgeving Beschouwing Arubaanse regelgeving 4.6. Overige landen 4.7. De wettelijke regelgeving in Duitsland, een inspiratie? Regelgeving Beschouwing Duitse regelgeving Hoofdstuk 5 : Conclusie en Aanbevelingen 5.1. Inleiding 5.2. Conclusie 5.3. Eigen visie 5.4. Aanbevelingen 5.5. Slotwoord Literatuurlijst 2

5 Inleiding 1.1.Uiteenzetting onderwerp Een huwelijk schept lotsverbondenheid. Deze lotsverbondenheid heeft een vergaande werking: wanneer het huwelijk eindigt door echtscheiding, eindigt daarmee niet de lotsverbondenheid tussen de partners. Dit betekent dat de partner die na echtscheiding onvoldoende eigen inkomsten kan verwerven recht heeft op partneralimentatie. 1 De regeling van de partneralimentatie is door de jaren heen sterk veranderd. Vóór 1971 had de partneralimentatie de strekking van een levensverzekering, deze kon namelijk onbeperkt voortduren. De levenslange alimentatie was het gevolg van de visie die men destijds had van het huwelijk. Het huwelijk werd gezien als een levenslange lotsgemeenschap. 2 De Wet herziening echtscheidingsrecht die op 1 oktober 1971 in werking trad bracht een grote verandering met zich mee. De rechter kreeg de mogelijkheid partneralimentatie toe te kennen voor bepaalde tijd en onder bepaalde voorwaarden. 3 In 1985 is er een wetsvoorstel op tafel gelegd voor limitering van de alimentatieduur. 4 Dit resulteerde uiteindelijk in de Wet Limitering Alimentatie die op 1 juli 1994 in werking is getreden (hierna te noemen WLA). Deze wet bepaalt dat de maximale duur van de alimentatie in principe twaalf jaar is. Het opnemen van een limiet in de wet is een gevolg van de steeds meer veranderende maatschappelijke opvattingen ten aanzien van het huwelijk. Men was van mening dat er door het huwelijk een onderhoudsverplichting om bij te dragen aan de andere (zwakkere) partij ontstond tussen de partners, maar deze verplichting behoorde niet ongelimiteerd te zijn. Deze gedachte wordt in de kamerstukken nader toegelicht. 5 De veranderingen bestaan voornamelijk uit het feit, dat er niet langer sprake is van een rolverdeling waarbij de vrouw het huishouden op zich neemt en de man kostwinnaar is. Tevens hebben steeds meer vrouwen een opleiding waardoor zij in staat zijn zelf in hun onderhoud te voorzien. 6 Ook recent is er discussie ontstaan over de duur van de partneralimentatie. Veel Nederlanders zijn van mening dat de duur van de partneralimentatie onredelijk lang is. De termijn van de partneralimentatie zou niet meer van deze tijd zijn en zou moeten worden herzien. 7 Dit standpunt vindt haar grondslag voornamelijk in de geëmancipeerde rol van de vrouw. De laatste decennia zijn er ook andere ontwikkelingen te zien omtrent de relatievorming die aanleiding zouden kunnen zijn voor een aanpassing in de huidige partneralimentatieregeling. De opkomst van het ongehuwd samenwonen Tot het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw leefde de Nederlandse bevolking volgens een traditioneel patroon: men was gehuwd of ongehuwd. Samenwonen kwam niet of nauwelijks voor. In die tijd werden samenlevingscontracten in beginsel als onzedelijk gezien en waren daarmee nietig. 8 Sinds enkele decennia is het niet meer zo vanzelfsprekend om in het huwelijk te treden. Men heeft tegenwoordig de vrijheid om zelf een relatievorm te kiezen die het beste bij hem of haar past. Men kan besluiten om ongehuwd en ongeregistreerd samen 1 Artikel 1:158 BW. 2 R.C. Gisolf 1988, Alimentatierecht in beweging, pag Zie artikel 1:157 lid 3 BW. 4 Kamerstukken II, 1985/86, 19295, A-C en Idem. 6 Kamerstukken II, , 19295, nr.5, p.2. 7 Spalter 2013, p W.G. Huijgen 2009, p

6 te wonen. Soms heeft dit als doel om proef te draaien voor het huwelijk, soms is het blijvend. Uit onderzoek blijkt, dat 40% van de samenwonende nooit de intentie heeft om in het huwelijk te treden. 9 Een sociologische verklaring voor de groei van het aantal ongehuwd samenwonenden is te vinden in twee pijlers: individualisering en informalisering. 10 Individualisering betekent, dat mensen hun eigen wensen en behoeften belangrijker gaan vinden dan het belang van het gezin of de familie. 11 Men gaat niet langer uit van wij maar van ik. Informalisering is na een golf van emancipatie in de jaren 70 ingevoerd en verwijst naar meer informele en soepele omgangsvormen. 12 Zowel de individualisering als de informalisering hebben bijgedragen aan de groei van het aantal ongehuwd samenwonenden in Nederland. Ook zijn religieuze argumenten denkbaar. Gevolg is echter wel, dat de regels omtrent partneralimentatie niet gelden voor deze groep ongehuwd of ongeregistreerd samenwonenden. De Hoge Raad heeft dit bevestigd in zijn arrest van 9 januari Het oordeel was, dat samenwonen geen rechtsgrond schept tot het voorzien in elkaars levensonderhoud. 13 Het ontbreken van een dergelijke regeling kan verdedigd worden aan de hand van het feit dat men zelf de keuze maakt voor een relatievorm die geen juridische gevolgen met zich mee brengt. Uiteraard zijn er situaties denkbaar waarin het ontbreken van de verplichting tot partneralimentatie bij beëindiging van de samenleving geen enkel probleem oplevert. Hierbij moet men voornamelijk denken aan twee samenlevers die elk een eigen inkomen verwerven zodat zij door of tijdens de samenleving niet aan verdiencapaciteit hebben ingeleverd. Bij het verbreken van de relatie zal er in dat geval vaak geen financieel probleem ontstaan. Echter zijn er ook situaties denkbaar waarbij het ontbreken van levensonderhoud wel degelijk voor problemen zal zorgen. Dit zal zich voornamelijk voordoen indien samenlevers hun leven op dezelfde wijze hebben ingericht als gehuwden. Denk hierbij aan de situatie, waarin de vrouw haar carrière op een laag pitje heeft gezet om de zorg van de kinderen op zich te nemen of het huishouden te verzorgen. In dergelijke gevallen kan er bij beëindiging van de samenleving een onwenselijke situatie ontstaan. De vraag is dan of wettelijk ingrijpen hier noodzakelijk is. Is het rechtvaardig om de gehuwde vrouw een recht op twaalf jaar levensonderhoud toe te kennen en de ongehuwd samenwonende vrouw in de kou te laten staan terwijl zij in feite dezelfde levensweg hebben gekozen?. 14 Het samenlevingscontract Wanneer partijen besluiten om ongehuwd of ongeregistreerd samen te blijven leven en niet in het huwelijk te treden, bestaat er de mogelijkheid om afspraken vast te leggen in een samenlevingscontract. In een samenlevingscontract kunnen onder andere zaken betreffende het eigen vermogen of inkomen geregeld worden alsmede een verdeling van gemeenschappelijke goederen bij het eindigen van een relatie en de partneralimentatie. 15 Ondanks de mogelijkheid die gegeven wordt om juridische gevolgen te verbinden aan het ongehuwd of ongeregistreerd samenleven, blijkt uit de gegevens van het CBS dat slechts de helft van de ongehuwd samenwonenden daadwerkelijk een samenlevingscontract heeft 9 W.G. Huijgen 2009, p C. de Hoog 2007, FJR Idem. 12 R. van Daalen 2006, p HR 9 januari 1987, NJ 1987, HR 8 juni 2012, ECLI:NL:PHR:2012:BV9539,LJN BV S.F.M. Wortmann e.a.2009, pag

7 opgesteld. 16 De oorzaak zou men kunnen vinden in het feit, dat veel samenlevers niet willen denken aan de mogelijkheid dat de relatie ooit zou kunnen eindigen. Ook speelt de onwetendheid een rol. Veel samenlevers weten niet welke gevolgen er kleven aan het beëindigen van de relatie. De samenlevers realiseren zich vaak niet dat er geen recht op partneralimentatie bestaat bij het beëindigen van de relatie Onderzoeksvraag Uit het bovenstaande blijkt dat de ex-echtgenoot wordt beschermd bij de beëindiging van het huwelijk. De wetgever kent de ex-echtgenoot het recht op levensonderhoud toe indien men niet in staat is om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. In principe geldt dat voor de duur van twaalf jaar. Ex-samenlevers hebben dit recht niet. Deze situatie gaat uit van het eigen vermogen van de partner. De vermogensrechtelijke lotsverbondenheid is beperkt. Er zijn landen die wel degelijk een recht op partneralimentatie toekennen aan de ongehuwde en ongeregistreerde samenlevers. Zou Nederland daar een voorbeeld aan moeten nemen? In deze scriptie wordt daarom getracht antwoord te geven op de volgende vraag: Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers? Deze scriptie zal een vergelijkend onderzoek inhouden waarbij de Nederlandse regelgeving omtrent partneralimentatie zal worden vergeleken met landen die wel een recht op partneralimentatie toekennen aan ex-samenlevers. Hierbij zal ik de wetgeving van de landen Canada, Zweden, Slovenië en Aruba als vergelijkingsmateriaal onder de loep nemen. Ook zal ik de Duitse alimentatie-regeling onderzoeken Verantwoording opzet Mijn scriptie zal bestaan uit een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Nederlands en enkele andere landen. Om antwoord te kunnen geven op de bovengenoemde onderzoeksvraag zal ik in het volgende hoofdstuk onderzoeken hoe de partneralimentatie in Nederland is geregeld na beëindiging van het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Beschreven zal worden, wanneer en onder welke omstandigheden er een recht op partneralimentatie bestaat en wanneer dit recht eindigt. Dit is van belang voor de latere rechtsvergelijking. In het derde hoofdstuk zal ik daarom opnemen, welke regeling de wetgever heeft getroffen voor ex-samenlevers. Het samenlevingscontract zal hier uitgebreid aan bod komen. Zonder te onderzoeken hoe de partneralimentatie is geregeld voor ongehuwde of ongeregistreerd samenwonenden, zou ik geen aanbevelingen kunnen doen over hoe een vergelijkende regeling zou kunnen gelden voor ex-samenlevers. Vervolgens zal ik in dit hoofdstuk ingaan op de grondslag van de alimentatieregeling, te weten lotsverbondenheid. Hier zal beschreven worden of een dergelijke vermogensrechtelijke verbondenheid ook ontstaat bij samenlevers en welke gevolgen dit mogelijk zou kunnen hebben voor hun recht op partneralimentatie. In het vierde hoofdstuk zal ik ingaan op de vraag, waarom men zou kunnen kiezen voor de relatievorm ongehuwd of ongeregistreerd samenleven. Hier zullen religieuze en sociale aspecten nader belicht worden. Ook zal ik hier kort een mogelijke toekomstvisie beschrijven geraadpleegd op 18 november

8 Om een antwoord op de onderzoeksvraag te formuleren zal in hoofdstuk vijf een rechtsvergelijking worden gemaakt met de rechtsstelsels van de landen Canada, Zweden, Slovenië en Aruba. Deze landen kennen namelijk wel een regeling met betrekking tot partneralimentatie voor ex-samenlevers. Aangegeven zal worden hoe de verplichting tot partneralimentatie voor ex-samenlevers in de desbetreffende landen wettelijk is geregeld. Ook zal ik de Duitse alimentatieregeling uitgebreid bespreken. Ons buurland heeft namelijk recentelijk de alimentatieregelingen vernieuwd en aangepast aan de huidige ontwikkelingen in de samenleving. Ik wil graag onderzoeken, of dit stelsel een voorbeeld voor Nederland zou kunnen zijn. Als laatste zullen in hoofdstuk zes de conclusies van de onderzoeksresultaten worden weergegeven. Ook zal ik mijn eigen visie bespreken. Verder zullen er (mogelijke) aanbevelingen voor de Nederlandse regeling omtrent partneralimentatie voor ex-samenlevers gegeven worden Begrippen In deze masterscriptie zal ik de (juridische) positie van ongehuwde partners vergelijken met gehuwde partners. Indien ik de term gehuwde partners gebruik bedoel ik daar tevens geregistreerde partners mee. Verder gebruik ik gemakshalve steeds de relatievorm manvrouw. Uiteraard zijn mogelijke rechten op partneralimentatie voor ongehuwd samenwonende ook van toepassing op relaties met personen met hetzelfde geslacht. Tevens zal ik naast de term ongehuwde partners ook de term samenlevers gebruiken. Ter verduidelijking geef ik aan dat met de term ongehuwd samenwonenden een duurzame relatie wordt bedoeld waarin twee volwassen personen een gezamenlijke huishouding voeren (er is meer dan slechts een affectieve relatie). 6

9 Hoofdstuk 2 : Het recht op partneralimentatie na beëindiging huwelijk/geregistreerd partnerschap 2.1. Inleiding Zoals reeds in het vorige hoofdstuk is besproken bestaat er van oudsher een onderhoudsverplichting tussen echtgenoten. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het recht op partneralimentatie anno 2014 in de Nederlandse wet is geregeld. Allereerst zal ik de grondslag van de partneralimentatie nader toelichten. Verder wordt besproken in welke gevallen men recht heeft op partneralimentatie en wanneer dit recht eindigt Grondslag partneralimentatie De grondslag voor de partneralimentatie is gelegen in de verantwoordelijkheid voor elkaars bestaan. Deze verantwoordelijkheid komt tijdens het huwelijk tot uitdrukking in artikel 1:81 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW). Dit artikel geeft aan dat echtgenoten elkaar getrouwheid, hulp en bijstand zijn verschuldigd. Tevens dienen echtgenoten elkaar het nodige te verschaffen. Dit artikel brengt een dwingendrechtelijke onderhoudsverplichting met zich mee. 17 Artikel 1:84 BW ziet toe op de huishoudkosten. Tezamen vormen deze twee artikelen de rechtsgrond voor de partneralimentatie. De echtscheiding heeft niet als gevolg dat de lotsverbondenheid die ex. artikel 1:81 ontstaat, wordt verbroken. 18 De Hoge Raad oordeelde in 1977 als volgt: Hoezeer na de ontbinding van een huwelijk tussen de echtgenoten wat de verplichting tot het verschaffen van levensonderhoud betreft een nieuwe rechtstoestand intreedt die beheerst wordt door andere regels dan die welke die verplichting tijdens het huwelijk regelden, de aard der verplichtingen is in beide gevallen dezelfde en de verplichting om na de ontbinding van het huwelijk de echtgenoot, die niet voldoende inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft noch zich in redelijkheid kan verwerven, te blijven steunen, berust evenzeer als de in artt. 81 en 84 Boek 1 BW omschreven verplichting, op de levensverhouding zoals die door het huwelijk is geschapen en die haar werking, zij het in beperkter omvang, behoudt ook al wordt de huwelijksband geheel of ten dele geslaakt. 19 Dit oordeel werd in 2001 wederom bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtsgrond voor het bestaan van een onderhoudsverplichting tussen de echtgenoten is gelegen in de lotsverbondenheid zoals die door het huwelijk is geschapen. 20 Uit het bovenstaande blijkt dat de lotsverbondenheid niet eindigt door echtscheiding maar dat zij zich vertaalt in een recht op partneralimentatie. Partneralimentatie kan daardoor worden gezien als de nawerking van de wederzijdse verantwoordelijkheid binnen het huwelijk. Die nawerking zorgt ervoor dat de economische zwakkere partij moet worden gecompenseerd. De partneralimentatie is hiermee aan te merken als een compensatie na het huwelijk. Bij de berekening van de partneralimentatie dient men rekening te houden met de behoefte van de alimentatiegerechtigde en de draagkracht van de alimentatieplichtige. Daarnaast speelt het 17 Van Mourik & Nuyticnk 2009, p Van Mourik & Verstappen 2006, p HR 28 september 1977, ECLI:NL:HR:1977:AC HR 9 februari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA

10 welstandsniveau waarin de gehuwden hebben samengeleefd ook een rol. 21 Deze voorwaarden zal ik hieronder nader bespreken Behoefte Partneralimentatie kan slechts worden toegekend indien er sprake is van een huwelijksgerelateerde behoefte aan de zijde van de alimentatiegerechtigde. Er is een onderscheid tussen behoefte en behoeftigheid. De behoefte van de alimentatiegerechtigde wordt mede bepaald door de welstand waarin echtgenoten leefden ten tijde van het huwelijk. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat bij het bepalen van de aan de welstand gerelateerde behoefte rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval. 22 Er dient gekeken te worden naar het inkomen dat de partners voor de echtscheiding verworven. Daarnaast spelen het uitgavepatroon en de vermogensvorming een rol. 23 Behoeftigheid wil zeggen dat een persoon (de alimentatiegerechtigde) niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien 24. Het gaat om een persoon die onvoldoende inkomsten heeft en deze ook niet in redelijkheid kan verwerven. 25 De Commissie Alimentatienormen heeft in 1978 een aantal omstandigheden genoemd die er redelijkerwijs voor zouden kunnen zorgen dat een persoon niet in staat is om zelf inkomsten te verwerven. Dit zou het geval kunnen zijn indien een persoon de zorg heeft over kinderen. Ook zouden de leeftijd en de gezondheidstoestand in de weg kunnen staan bij het vinden van een baan. Tevens spelen de situatie op de arbeidsmarkt en de mede door het huwelijk opgelopen achterstand in scholing en vakopleiding een rol. 26 Indien een persoon niet in staat is om in het levensonderhoud te voorzien (en dus behoeftig is), wordt de hoeveel hulp die noodzakelijk is aangeduid met de behoefte. De vraag is dus, hoeveel financiële middelen er nodig zijn (de behoefte) om aan de behoeftigheid (het onvermogen) te kunnen beantwoorden. 27 De bepaling van de behoefte is maatwerk en zal in beginsel in het concrete geval moeten worden vastgesteld. Als vuistregel wordt de behoefte van een onderhoudsgerechtigde op 60% van het besteedbaar gezinsinkomen gesteld. 28 Deze vuistregel wordt enkel toegepast indien de ex-echtgenoten het met elkaar eens zijn over de hoogte van de partneralimentatie. Indien zij geen overeenstemming kunnen bereiken ten aanzien van de partneralimentatie dan zullen beide partijen een behoeftelijst moeten inleveren waaruit zou kunnen blijken dat er een behoefte aan partneralimentatie bestaat. Wanneer blijkt dat de ex-echtgenoot niet behoeftig is en in voldoende mate in zijn of haar levensonderhoud kan voorzien bestaat er geen recht op partneralimentatie Draagkracht 21 Artikel 1:379 lid 2 BW. 22 HR 19 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AM Idem 24 Rechtbank Den Haag 14 augustus 2012 LJN: BX Vlaardingerbroek 2008, p Vlaardingerbroek 2008, p Vlaardingerbroek 2008, p De zogenoemde Hofnorm is sinds 2001 ontwikkeld vanuit in de jurisprudentie. Zie HR 19 oktober 2001, LJN AB2742 en HR 19 december 2003, LJN AM 2379 en Hof Den Bosch 15 januari 2004 (FA RK 2003/00601). 8

11 Naast de behoeftigheid speelt ook de draagkracht een belangrijke rol. Draagkracht verwijst naar het bedrag dat de alimentatieplichtige zou kunnen betalen. Om de draagkracht vast te stellen wordt er gekeken naar de financiële middelen die hem ten dienste staan en wat nodig is om zichzelf en zijn ex-echtgenoot te onderhouden. 29 Bij de vaststelling van de draagkracht heeft de rechter een zelfstandige taak. 30 De rechter kan bij de berekening van de draagkracht gebruik maken van de zogenaamde alimentatienormen. 31 Deze alimentatienormen zijn vastgesteld door de werkgroep Alimentatie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en worden jaarlijks aangepast en gepubliceerd. 32 In deze normen staat vermeld naar welke inkomsten en overige kosten gekeken dient te worden. De Hoge Raad heeft de Alimentatienormen niet erkend als recht in de zin van art. 79 RO. 33 De normen dienen dus slechts als richtlijn. 34 Het deel van het inkomen dat geen draagkracht oplevert wordt het draagkrachtloos inkomen genoemd. 35 Het gaat hier om de bijstandsnorm en andere vaste lasten. Wanneer het inkomen hoger is dan het draagkrachtloze deel is er draagkrachtruimte voor alimentatievaststelling en dient de onderhoudsplichtige partneralimentatie te betalen aan zijn ex-echtgenoot. 36 Het vaststellen van de draagkracht is een zelfstandige taak van de rechter. 37 Hij kan rekening houden met alle omstandigheden van het geval. Denk hierbij aan de inkomens- en vermogenspositie van de alimentatieplichtige, de leefsituatie, de woonlasten en het pensioen. 38 Uit vaste jurisprudentie blijkt dat de rechter de draagkrachtruimte voornamelijk baseert op het inkomen en het vermogen van de alimentatieplichtige. 39 Daarbij komt, dat de rechter - naast het daadwerkelijk verworven inkomen - ook rekening kan houden met hetgeen de alimentatieplichtige redelijkerwijs aan inkomsten zou kunnen verwerven. In 2001 oordeelde de Hoge Raad als volgt: Uitgangspunt bij de bepaling van diens draagkracht is immers dat het daarbij niet alleen aankomt op het inkomen dat hij verwerft maar ook op het inkomen dat hij geacht kan worden zich redelijkerwijs in de naaste toekomst te kunnen verwerven. 40 Dit betekent dat er naast het feitelijk inkomen ook kan worden gelet op de verdiencapaciteiten van de alimentatieplichtige, mits dit van hem gevergd kan worden. 41 Naast het inkomen en de mogelijke verdiencapaciteiten zal er ook gekeken worden naar de schulden van de alimentatieplichtige. 42 Van belang is dat de alimentatieplichtige het bestaan van de schuld voldoende aannemelijk maakt. Ook kan de rechter verlangen dat men aan kan tonen dat er sprake is van een aflosverplichting en dat men daadwerkelijk feitelijk aflost op de 29 Rapport Alimentatienormen HR, 23 september 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC Voorheen bekend als de Tremanormen. 32 Zie < geraadpleegd op 25 november HR 1 november 1991, NJ1992, Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Zie Rapport Expertgroep Alimentatienormen 2014, p Idem. 37 HR 23 september 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC Van Mourik & Nuytinck 2009, p Zie o.a.hr 23 april 2010, ECLI: NL: HR:2010:BL8622 en HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014: HR 23 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD HR 6 december 2013, ECLI:NL:PHR:2013: HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:40. 9

12 lening dan wel rente betaalt. Tegenwoordig is de hoofdregel echter dat alle schulden in beginsel worden meegenomen bij de bepaling van de draagkracht. 43 De omstandigheden kunnen er voor zorgen dat de draagkracht wordt verhoogd. Denk hierbij aan de situatie, waarin de alimentatieplichtige een nieuwe partner krijgt en zij ook een eigen inkomen heeft (waardoor hij zijn vaste lasten met haar kan delen). De draagkracht kan echter ook verminderen. 44 Hierbij kan worden gedacht aan de situatie, waarbij de nieuwe partner van de alimentatieplichtige geen eigen inkomen heeft en kinderen meebrengt. De alimentatieplichtige kan zich dan verantwoordelijk voelen voor het welzijn van zijn nieuwe partner en stiefkinderen. 45 De Hoge Raad heeft in haar arrest aangegeven, dat dit een legitieme reden is om de partneralimentatie van de ex-echtgenoot te verminderen aangezien de draagkracht van de alimentatieplichtige is afgenomen: Bij de beoordeling van de draagkracht van de man met het oog op het vaststellen van zijn wettelijke verplichting om bij te dragen in het levensonderhoud van zijn gewezen echtgenote, dient in beginsel rekening te worden gehouden met alle redelijke uitgaven die ten laste van de man komen. Tot dergelijke uitgaven zullen in het algemeen ook moeten worden gerekend redelijke uitgaven van de man om te voorzien of bij te dragen in het levensonderhoud van een met hem samenwonende nieuwe partner en haar kind. 46 De draagkracht is dus afhankelijk van verschillende factoren en kan daardoor zowel toe- als afnemen Duur van de alimentatieverplichting Voor 1 juli 1994 bestond er geen limiet voor de alimentatieduur. De alimentatie kon toen levenslang doorgaan. Na de inwerkingtreding van de WLA op 1 juli 1994 is de termijn van twaalf jaren in de wet opgenomen. In beginsel is de alimentatieduur dus twaalf jaar tenzij door de rechter een andere termijn is vastgesteld, artikel 1:157 lid 4 BW. De uitzondering is opgenomen in lid 6: Indien de duur van het huwelijk niet langer dan 5 jaar bedraagt en er uit het huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van de termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk. Indien de beëindiging van de alimentatie - als gevolg van het verstrijken van de wettelijke termijn - van zo ingrijpende aard is kan handhaving van de twaalf jaren termijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet worden gevergd. De rechter kan in dat geval op verzoek van de alimentatiegerechtigde een termijn vaststellen (artikel 1:157 BW). Ook kunnen partijen zelf een termijn vastleggen in een overeenkomst (artikel 1:158 BW). Deze termijn kan langer duren dan twaalf jaren. Deze overeenkomst kan voor of na de beschikking tot echtscheiding tot stand zijn gekomen. De alimentatieovereenkomst kan wegens wilsgebreken vernietigbaar zijn (artikel 3:44 jo. artikel 3:59 BW). Ook kan de overeengekomen termijn door de rechter gewijzigd of ingetrokken worden indien zij door een wijziging van omstandigheden niet langer voldoet aan de wettelijke maatstaven of als zij is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven Einde van de partneralimentatieverplichting 43 Idem. 44 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Van Mourik & Nuytinck 2009, p HR 3 juli 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC Artikel 1:401 lid 1 en lid 5 BW. 10

13 In paragraaf 2.2 is aan bod gekomen wanneer er een recht op partneralimentatie bestaat en welke factoren van belang zijn. Hierna zal worden besproken in welke situaties het recht op partneralimentatie eindigt of zal wijzigen Beëindiging van rechtswege Zoals eerder vermeld is de regeling omtrent de partneralimentatie voor het laatst gewijzigd in juli 1994 (in werking treding WLA). Sindsdien is de duur van de partneralimentatie gelimiteerd. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt, dat deze termijn aansluit bij de meest ongunstige situatie waarbij het kind van partijen werd geboren vlak voor de echtscheiding. De achterliggende gedachte is dat de alimentatiegerechtigde gedurende de tijd dat de kinderen nog opgroeien langzamerhand kan wennen aan een leven zonder financiële steun van haar exechtgenoot. 48 De wetgever heeft echter bij de limitering wel de mogelijkheid opengelaten om na het verstrijken van de termijn van twaalf jaar- een verzoek tot verlenging in te dienen. Voorwaarde voor verlening is, dat beëindiging van de partneralimentatie van zo ingrijpende aard zou zijn dat ongewijzigde handhaving van de termijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de alimentatiegerechtigde niet kan worden gevergd. 49 Dit verzoek dient binnen 3 maanden na de beëindiging van rechtswege te worden ingediend bij de rechter. Dit is een fatale termijn. 50 Wanneer het huwelijk niet langer heeft geduurd dan vijf jaren en er uit het huwelijk geen kinderen zijn geboren, is de alimentatieverplichting geen twaalf jaar maar is de termijn gelijk aan de duur van het huwelijk Beëindiging op grond van artikel 1:160 BW. Naast het feit dat de alimentatieverplichting eindigt na afloop van de termijn, eindigt de verplichting ook bij het overlijden van één van de ex-echtgenoten. Dit vanwege het hoogst persoonlijke karakter van de verplichting. Daarnaast heeft de wetgever bepaald dat er geen recht op partneralimentatie meer bestaat wanneer de alimentatiegerechtigde hertrouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat, of gaat samenleven als ware zij gehuwd. 52 Deze laatste voorwaarde is opmerkelijk gelet op het feit dat er geen recht op partneralimentatie ontstaat indien samenlevers besluiten de relatie te beëindigen. De wetgever meet hier dus met twee maten. Enerzijds worden er geen rechtsgevolgen toegekend aan de relatievorm samenleven maar anderzijds eindigt het recht op partneralimentatie indien je als ex-echtgenoot met een andere partner gaat samenleven als ware zij gehuwd (het recht dat je bij beëindiging van het huwelijk had verworven). De wetgever verbindt in het ene geval geen rechtsgevolgen aan de relatiekeuze samenwonen maar in het andere geval wel. Dit zorgt voor rechtsongelijkheid. Het samenleven als ware zij gehuwd is lastig te bewijzen. Allereerst kan men slechts samenleven als ware zij gehuwd indien de samenleving zou kunnen worden omgezet naar een huwelijk of geregistreerd partnerschap. 53 Daarnaast moet vast komen te staan dat tussen 48 Kamerstukken II, , 19295, nr.6 p Zie artikel 1:157 lid 5 BW Geraadpleegd op 2 december Zie artikel 1:157 lid 6 BW. 52 Zie artikel 1:160 BW. 53 C. Forder & A. Verbreke 2005, p

14 de samenwonenden een affectieve relatie (1) bestaat van duurzame aard (2) die meebrengt dat de gescheiden echtgenoot en die ander elkaar wederzijds verzorgen (3), met elkaar samenwonen (4) en een gemeenschappelijke huishouding voeren (5). 54 Ondanks het feit dat in 2001 het vereiste dat echtgenoten tijdens het huwelijk tot samenwoning verplicht zijn uit de wet is geschrapt heeft dat niet tot gevolg gehad dat ook voor artikel 1:160 BW het samenwoningsvereiste is komen te vervallen. Voor de uitleg van artikel 1:160 BW dient aansluiting te worden gezocht bij de kenmerken van een als 'normaal' te beschouwen huwelijk. Een van die kenmerken is dat de echtgenoten met elkaar samenwonen, aldus de Hoge Raad. 55 Bij een LAT-relatie kan dus geen beroep op artikel 1:160 BW worden gedaan. 56 Dit artikel wordt restrictief uitgelegd omdat toepassing ervan vergaande consequenties heeft. De alimentatiegerechtigde verliest definitief haar recht op partneralimentatie van de exechtgenoot. Dit betekent dat de alimentatieplicht niet meer kan herleven. Ook niet als de alimentatiegerechtigde niet meer samenleeft of indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap is stukgelopen. Uit het bovenstaande blijkt dat de kans op een geslaagd beroep op artikel 1:160 BW nihil is Wijziging van de alimentatieverplichting op grond van 1:401 BW Ingevolge artikel 1:401 BW is een rechterlijke uitspraak vatbaar voor wijzigingen indien er sprake is van een wijziging van omstandigheden. 57 Een wijziging van omstandigheden kan gelegen zijn in het feit dat de alimentatiegerechtigde geen behoefte meer heeft aan partneralimentatie of wanneer de alimentatieplichtige geen draagkracht meer heeft. De partij die een wijziging van alimentatie verzoekt zal moeten stellen en bewijzen dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een grond oplevert voor het wijzigen van de alimentatie. Er zijn verschillende redenen denkbaar waarbij de behoefte van de alimentatiegerechtigde kan afnemen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de alimentatiegerechtigde zelf in het eigen onderhoud kan voorzien. Ook het achterwege blijven van inspanningen om tot verbetering van de inkomenspositie te komen kan in bepaalde situaties worden aangemerkt als het afnemen van de behoefte. Indien de alimentatiegerechtigde kan aantonen dat zij voldoende inspanningen heeft verricht om een passende dienstbetrekking te vinden maar het desondanks niet is gelukt om haar werkzaamheden uit te breiden, is niet voldaan aan dit criterium. 58 Daarnaast kan de draagkracht van de alimentatieplichtige door omstandigheden afnemen wanneer hij een wettelijke onderhoudsplicht jegens een derde krijgt. Denk hierbij aan de situatie waarbij de alimentatieplichtige een nieuwe partner heeft gevonden en er sprake is van uitbreiding van het nieuwe gezin. Een verzoek tot wijziging kan worden afgewezen indien de nieuwe partner in staat wordt geacht zelf in haar levensonderhoud te voorzien. 59 Ook kan een 54 HR 13 juli 2001, ECLI:NL:HR:2001:ZC HR 3 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AS Hof Den Haag 9 september 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013: HR 2 mei 1986, ECLI:NL:HR:1986:AB Hof Den Haag 2 maart 2009, LJN BG Hof Den Haag 1 mei 2005, LJN AE2387; geschil over draagkracht man, man is hertrouwd en nieuwe echtgenote is na geboorte van de baby gestopt met werken. Volgens het hof brengt een afweging van de belangen met zich mee dat aan de huidige echtgenote enige verdiencapaciteit moet worden toegerekend. 12

15 verzoek tot wijziging worden ingediend indien men bij de vaststelling van de draagkracht is uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens. 60 Wanneer een verzoek tot alimentatievermindering of nihil stelling wordt toegewezen vervalt de aanspraak op alimentatie niet definitief. 61 Op grond van wijziging van omstandigheden kan de alimentatiegerechtigde een verzoek indienen om de partneralimentatie te vermeerderen of te laten herleven. 60 Zie artikel 1:401 lid 4 BW. 61 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p

16 Hoofdstuk 3 : Partneralimentatie na ongehuwd of ongeregistreerd samenwonen 3.1. Inleiding Zoals reeds in de inleiding is aangegeven bestaat er op dit moment nog geen wettelijke regeling voor partneralimentatie na ongehuwd of ongeregistreerd samenwonen. Indien samenlevers de relatie verbreken hebben zij dus geen aanspraak op partneralimentatie jegens de ander, tenzij dit uitdrukkelijk is overeengekomen. 62 Partijen kunnen afspraken omtrent partneralimentatie schriftelijk vastleggen in een contract of als onderdeel in het samenlevingscontract. Deze laatste vorm zal ik hieronder nader bespreken. Ook zal ik de overige mogelijkheden voor ex-samenlevers en de mogelijkheid tot een aanspraak op partneralimentatie bespreken. Tot slot zal ik het begrip lotsverbondenheid toepassen op exsamenlevers en toelichten of zij hieruit een aanspraak op partneralimentatie kunnen baseren Het samenlevingscontract Uit cijfers van het CBS blijkt dat ruim de helft van de ongehuwd samenwonenden een samenlevingscontract heeft opgesteld. 63 Door het opstellen van een samenlevingscontract bestaat er duidelijkheid over ieders rechten en plichten. Een samenlevingscontract is niet bij wet verplicht maar kan problemen voorkomen indien de relatie van de ongehuwd samenwonende wordt beëindigd. Partijen kunnen verschillende aspecten opnemen in het samenlevingscontract. Er is niet één universeel model. Dit zorgt ervoor dat ongehuwde samenwoners er voor kunnen kiezen om op hun eigen manier de juridische aspecten van het ongehuwd samenzijn kunnen regelen. Ongehuwde samenwoners kunnen het samenlevingscontract laten ondertekenen door een notaris (men spreekt dan van een notariële akte). Het gevolg daarvan is dat het samenlevingscontract bewijskracht krijgt. Dit betekent dat de partners elkaar kunnen aanspreken op het niet-naleven van de afspraken die zijn vastgelegd in het samenlevingscontract en juridische stappen kunnen ondernemen (nakoming vorderen) op basis van de notariële akte. De inhoud van het samenlevingscontract kan door de ongehuwde samenwoners zelf worden ingevuld. Het samenlevingscontract kent daarmee grote contractsvrijheid. De begrenzing van de contractsvrijheid is te vinden in artikel 3:40 BW (strijd met de wet, openbare orde). Het contract heeft geen externe werking. Dat betekent dat een derde partij geen rekening hoeft te houden met afspraken die partners in het samenlevingscontract hebben opgenomen (die gelden enkel tussen de partners onderling). Zaken die voornamelijk worden geregeld zijn: afspraken over de woning, verdeling van bezittingen, de verdeling van de financiële kosten (denk aan huishoudkosten e.d.). Ook kan er een regeling omtrent partneralimentatie worden 62 A. Heida e.a., Echtscheidingsrecht, Den-Haag: Boom Juridische uitgevers 2010, p geraadpleegd op 6 december

17 opgenomen in het samenlevingscontract. Een bepaling zou kunnen zijn, dat bij beëindiging van het samenlevingsverband de minst verdienende partner recht heeft op alimentatie of dat de minst verdienende partner op basis van redelijkheid en billijkheid een bedrag aan partneralimentatie zal ontvangen. Het enkele feit dat ongehuwd samenwonende de mogelijkheid hebben om de partneralimentatie vast te laten leggen in een samenlevingscontract betekent niet dat iedereen ook daadwerkelijk gebruik maakt van deze mogelijkheid. De vraag is dan ook, of ongehuwd samenwonende wel voldoende op de hoogte zijn van deze mogelijkheid Stilzwijgende onderhoudsovereenkomst Wanneer samenwoners geen samenlevingscontract hebben opgesteld kan er ook sprake zijn van een impliciet contract, de zogenoemde stilzwijgende overeenkomst. De kwalificatie van een dergelijke overeenkomst is de op rechtsgevolg gerichte wil van partijen. Zij moeten deze wil ook kenbaar hebben gemaakt. 64 De ongehuwde samenwoners kunnen dus stilzwijgend in rechte bindende afspraken hebben gemaakt die uit de dagelijkse gang van zaken kan worden afgeleid. 65 Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien één van de partners fulltime werkt en de andere ouder de zorg van de kinderen of het huishouden op zich heeft genomen. Voor diegene die een fulltime dienstverband heeft zou mogelijk onder omstandigheden een onderhoudsverplichting kunnen ontstaan gelet op het financiële nadeel van de partner die gedurende de samenleving thuis is gebleven. In de rechtspraak is echter weinig bekend over de stilzwijgende onderhoudsovereenkomst. Dit komt doordat dit aspect rechtsonzekerheid met zich mee brengt. Het is vaak onduidelijk hoe men aan de hand van feitelijke omstandigheden vast kan stellen of sprake is van een op rechtsgevolg gerichte wil. 66 Schrama is van mening dat men vooral zou moeten kijken naar de manier waarop ongehuwde samenwonende hun relatie in financieel opzicht geregeld hebben. 67 Zij geeft daarmee aan dat er aansluiting moet worden gezocht bij de uitleg van de wet op het ontstaan van een alimentatie/onderhoudsplicht. Het gaat hierbij ook om een dermate financieel nadeel welke een direct gevolg is van een keuze gemaakt tijdens de samenleving Natuurlijke verbintenis Een andere mogelijkheid voor het ontstaan van een onderhoudsverplichting is mogelijk door middel van een beroep op een natuurlijke verbintenis. Er is sprake van een natuurlijke verbintenis wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige aard dat naleving daarvan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, naar maatschappelijke opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden aangemerkt Zie artikel 3:33 BW jo. 6:213 BW. 65 Zie HR 8 juni 2012, NJ 2012, 364; de vraag of er sprake is van een impliciet contract dient te worden beantwoord aan de hand van het Haviltexcriterium. 66 Schrama 2000, p Schrama 2010, p Ik wil echter wel benadrukken dat Schrama van mening is dat een onderhoudsplicht voor ongehuwde samenwoners niet zonder meer uit een stilzwijgende overeenkomst kan worden aangenomen. Meerdere factoren spelen een rol. 69 Zie artikel 6:3 lid 1 en lid 3 BW. 15

18 Er is weinig rechtspraak bekend waarin ongehuwde samenlevers een beroep op een natuurlijke verbintenis hebben gedaan. Door de Rechtbank Amsterdam 70 is in 2008 geoordeeld dat er sprake was van een natuurlijke verbintenis tussen ongehuwd samenwonenden. De rechter overwoog hierbij echter wel dat de drempel voor het aannemen van een natuurlijke verbintenis in die situatie in het algemeen hoger zal liggen dan bij echtgenoten die zijn gehuwd in algehele uitsluiting. Een belangrijke beperking bij de natuurlijke verbintenis is dat deze verbintenis alleen geldt indien de partner tijdens de samenleving reeds geld of goederen aan de andere partner heeft verstrekt. Een natuurlijke verbintenis is immers een dringende morele verplichting, die rechtens niet afdwingbaar is en alleen van dienst kan zijn bij de vraag of het geld en de goederen moeten worden teruggegeven. De natuurlijke verbintenis creëert geen recht op een periodieke uitkering, zoals alimentatie. Wanneer de ene partner geen goederen of geld tijdens de samenleving aan de partner heeft verstrekt zal de natuurlijke verbintenis geen mogelijkheid bieden Het huwelijksvermogensrecht analoog toepassen? Zou het mogelijk zijn om de vermogensrechtelijke regels die van toepassing zijn op gehuwden ook van toepassing te verklaren op ongehuwd samenwonenden? Vanuit juridisch oogpunt zijn er veel verschillen tussen de samenleefvormen aan te wijzen maar praktisch gezien komt het vaak op hetzelfde neer. Het analoog toepassen van het huwelijksvermogensrecht uit boek 1 van het BW op ongehuwd samenwonenden word in de literatuur vaak afgewezen. 71 De voornaamste reden is te vinden in het feit, dat de wetgever deze regels specifiek voor gehuwden heeft opgesteld. Dit neemt niet weg dat deze regels wel degelijk van enige betekenis kan zijn voor ongehuwd samenwonenden. Schrama is van mening dat de huwelijksvermogensrechtelijke regels in bepaalde gevallen analoog zouden kunnen worden toegepast op ongehuwde samenwoners Getrouwheid, hulp en bijstand Zoals in hoofdstuk 2 is vermeld zijn echtgenoten elkaar hulp, getrouwheid en bijstand verschuldigd (artikel 1:81 BW). Deze regeling is niet van toepassing op ongehuwd samenwonenden. Volgens van Mourik spreekt dit voor zich gelet op de aard van de huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap en alle daarmee samenhangende regels. 73 Deze regeling is dan ook niet terug te vinden in de algemene vermogensrechtelijke regels van boek 3, 5, 6 en 7 BW. Ook in een samenlevingscontract kan men dergelijke bepalingen omtrent getrouwheid, hulp en bijstand niet laten vastleggen. Deze normen zijn namelijk niet van vermogensrechtelijk aard. Ook zijn deze waarden nimmer objectief bepaalbaar. Nu de ongehuwd samenwonenden geen werking kunnen ontlenen aan artikel 1:81 BW zijn zij aangewezen op de ongeschreven regels van de redelijkheid en billijkheid Kosten van de huishouding Zoals de naam al aangeeft hebben de kosten van de huishouding te maken met de kosten die worden gemaakt ten behoeve van de huishoudelijke zaken. Denk hierbij onder andere aan de boodschappen, abonnementskosten, woonlasten, verzekeringen of vakanties. Ongehuwd 70 Rechtbank Amsterdam, 2 juli 2008:BE Zie o.a. Van Mourik 2009, p. 185 en Quispel 2005, p Schrama 2004, p Van Mourik 2009, p

19 samenwonenden kunnen in een samenlevingscontract nadere invulling geven aan het begrip kosten der huishouding en aangeven welke zaken daar wel of juist niet onder vallen. Belangrijk is dat deze kosten altijd primair een verbruikskarakter dienen te hebben. Tijdens de relatie kunnen deze kosten gezamenlijk door de partners worden gedragen. Dit kan worden gerealiseerd door bijvoorbeeld gebruik te maken van een gezamenlijke rekening. In de meeste gevallen houden de partners hier echter geen rekening mee. Na verloop van tijd is het vaak moeilijk vast te stellen wie er voor welke kosten opdraait. Wanneer de relatie wordt beëindigd zal het vaak onmogelijk zijn om te achterhalen, of men gedurende de relatie in gelijke mate heeft bijgedragen in de huishoudkosten. Van belang is dat het slechts gaat om de interne verhoudingen tussen partners. Volgens de algemene regels van het verbintenissenrecht is men alleen aansprakelijk voor verbintenissen die men zelf is aangegaan. In het huwelijksvermogensrecht is de draagplicht ten aanzien van de huishoudkosten opgenomen in artikel 1:84 BW. Deze luidt als volgt: de kosten der huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, komen ten laste van het gemene inkomen van de echtgenoten en, voor zover dit ontoereikend is, ten laste van hun eigen inkomens in evenredigheid daarvan; voor zover de inkomens ontoereikend zijn, komen deze kosten ten laste van de eigen vermogens naar evenredigheid daarvan In eerste opzicht zou men deze regeling analoog kunnen toepassen op ongehuwd samenwonenden. De vraag is echter, of ongehuwd samenwonenden ook daadwerkelijk iets hebben aan deze regeling. Volgens Schrama is het toepassen van artikel 1:84 BW op ongehuwde samenwoners moeilijk afdwingbaar. 74 In beginsel spelen de algemene vermogensrechtelijke regels een rol. De vraag is, of de partners expliciet dan wel impliciet afspraken hebben gemaakt ten aanzien van de huishoudkosten Expliciet contract Wanneer ongehuwde samenwoners ervoor kiezen de kosten van de huishouding en de daarbij horende draagplicht vast te leggen in een samenlevingscontract, is er sprake van een expliciet contract. Zoals in het begin van dit hoofdstuk is aangegeven, is een samenlevingsovereenkomst voornamelijk gebaseerd op zelfregulering. Partners kunnen er voor kiezen om de draagplicht van de huishoudkosten naar rato van inkomsten te verdelen, net zoals dit in artikel 1:84 BW voor gehuwde of geregistreerde partners is vastgesteld Impliciet contract (stilzwijgende overeenkomst) Indien er geen expliciet contract is valt men terug op de in paragraaf 3.3 besproken stilzwijgende overeenkomst. Zoals vermeld is het lastig vast te stellen welke impliciete afspraken er - aan de hand van de feitelijke omstandigheden - tussen de partners zijn gemaakt. Zoals eerder vermeld is Schrama van oordeel dat men voornamelijk dient te kijken naar de manier waarop de ongehuwde samenwoners hun relatie in financieel opzicht hebben ingericht. 75 Belangrijke aspecten waar men aan kan toetsen is de vraag of de ongehuwd samenwonende de inkomsten en uitgave gescheiden houden en of zij de wens hebben om 74 Schrama 2010, p Schrama 2010, p

20 financieel onafhankelijk van elkaar te zijn (en de financiën ook op die wijze vorm hebben gegeven). Indien deze vragen bevestigend worden beantwoord kan worden aangenomen dat de ongehuwd samenwonende de kosten van de huishouding op basis van het evenredigheidsbeginsel hebben willen dragen en zal er sprake zijn van analoge toepassing met het huwelijksvermogensrecht Lotsverbondenheid voor ex-samenlevers? Zoals reeds in de inleiding van het eerste hoofdstuk is besproken berust de grondslag van de partneralimentatie op het idee dat indien aan het huwelijk een einde komt, de lotsverbondenheid tussen de partners die door het huwelijk is ontstaan door de echtscheiding niet zal worden verbroken. Deze lotsverbondenheid brengt met zich mee dat de partner die onvoldoende eigen inkomsten verwerft, een beroep kan doen op zijn of haar recht op partneralimentatie. In de voorgaande paragrafen heb ik besproken in welke gevallen er wellicht een rechtsgrond bestaat voor partneralimentatie. In de volgende paragraaf zal ik het begrip lotsverbondenheid toepassen op ex samenlevers en zal ik nader bespreken, of hieruit een recht op partneralimentatie kan worden afgeleid Lotsverbondenheid Zojuist is aangegeven dat lotsverbondenheid een voorwaarde is voor het toekennen van een onderhoudsbijdrage aan de ex-partner. 77 Ex-samenlevers kennen een dergelijke regeling niet. De vraag is of er bij samenlevers ook een dergelijke lotsverbondenheid ontstaat. Hieronder zal ik eerst de wetsgeschiedenis van de lotsverbondenheid bespreken. Vervolgens zal ik een tweetal auteurs aanhalen die van mening zijn dat er sprake is van lotsverbondenheid bij exsamenlevers. Daartegenover zullen twee auteurs worden aangehaald die van mening zijn dat er geen aparte regeling ten aanzien van partneralimentatie dient te komen voor exsamenlevers. Tot slot zal ik een onderzoeksrapport aanhalen waaruit geconcludeerd wordt dat ex-samenlevers een recht op partneralimentatie zouden moeten verwerven Wetsgeschiedenis en jurisprudentie van de lotsverbondenheid Blijkens de wetsgeschiedenis vormt de lotsverbondenheid die tussen gehuwde partners ontstaat de grondslag van de partneralimentatie. Het huwelijk schept daarmee een wederzijdse financiële verantwoordelijkheid. 78 Deze lotsverbondenheid kan enkel door het voltrekken van de huwelijksceremonie ontstaan. De Hoge Raad heeft op 14 juni 2013 wederom geoordeeld dat er geen recht op partneralimentatie bestaat voor ex-samenlevers. 79 De huidige jurisprudentie sluit hierbij aan op de wetsgeschiedenis Lotsverbondenheid ten aanzien van ex-samenlevers Voor veel samenwoners zal gedurende de samenleving een gelijke vorm van lotsverbondenheid worden ervaren. Volgens Swennen ontstaat er door de samenleving een tijdelijke vorm van lotsverbondenheid met betrekking tot de lasten die als gevolg van de samenleving zijn ontstaan (o.a. woning, huishoudkosten e.d.). 80 De manier waarop men 76 Idem. 77 C. Forder, supra noot 35, p Kamerstukken II 1985/86, nr. 3, blz. 2 en Kamerstukken I 1993/94, , 109a, p. 1 en HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA C. Forder en A. Verbeke 2005, Gehuwd of niet: maakt het iets uit?, p

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Swinkels tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten

Nadere informatie

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht Inhoud I 1 2 II 3 4 5 6 7 III 8 9 10 IV 11 12 Relatievormen Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen Vindplaatsen relatievermogensrecht Boek 1 en Boek 3 Burgerlijk Wetboek Pensioenwetgeving

Nadere informatie

Het voorkomen van vermogensrechtelijke problemen bij ongehuwde samenwoners in Nederland

Het voorkomen van vermogensrechtelijke problemen bij ongehuwde samenwoners in Nederland 2012 Het voorkomen van vermogensrechtelijke problemen bij ongehuwde samenwoners in Nederland Master thesis Rechtsgeleerdheid Universiteit van Tilburg Student: P.G.J. (Pieter) van den Berg Studentnummer:

Nadere informatie

Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet?

Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet? Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet? M. VAN MEURS & M. NIEUWENDIJK 1 1. Inleiding Als mensen gaan trouwen (of een geregistreerd partnerschap aangaan) beloven ze, bij de ambtenaar van de

Nadere informatie

*/530%6$5*& 5XFF DBTVT

*/530%6$5*& 5XFF DBTVT Op de verscheurde foto staan de 35-jarige Lisa en haar twaalf jaar oudere ex-man David. Lisa en David zijn na een huwelijk van tien jaar van elkaar gescheiden. Het voormalige echtpaar leidde een zeer welvarend

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 3 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 VERHAAL VAN BIJSTAND Algemeen Op grond van artikel 61 van de Wet werk en bijstand (WWB) kunnen door het College de kosten van bijstand worden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 311 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

Ex-samenwonenden en het recht op onderhoud. Een onderzoek naar de wenselijkheid een onderhoudsplicht tussen exsamenwonenden

Ex-samenwonenden en het recht op onderhoud. Een onderzoek naar de wenselijkheid een onderhoudsplicht tussen exsamenwonenden Ex-samenwonenden en het recht op onderhoud Een onderzoek naar de wenselijkheid een onderhoudsplicht tussen exsamenwonenden in de wet op te nemen 1 Ex-samenwonenden en het recht op onderhoud Universiteit:

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie Nieuwe richtlijn kinderalimentatie maart 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid?

12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid? 12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid? Op 1 juli 2006 is het twaalf jaar geleden dat de Wet Limitering Alimentatie na scheiding

Nadere informatie

BELEIDSREGELS VERHAAL

BELEIDSREGELS VERHAAL BELEIDSREGELS VERHAAL ALGEMEEN 1. Algemeen (art. 61 Wwb) Met ingang van 1 juli 2009 is de invoeringswet (de verhaalswetsartikelen uit de oude Abw) volledig vervangen door de artikel 61 en 62 Wwb. De Wwb

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Hoofdstuk 1 - Algemeen Beleidsregels verhaal WWB 2014 Hoofdstuk 1 - Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis

Nadere informatie

Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden

Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden Een onderzoek naar de wijze waarop het recht op partneralimentatie in Nederland voor exsamenwonenden kan worden aangepast, zodat ook ex-samenwonenden een (wettelijke)

Nadere informatie

NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING

NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING Materiële problemen en onbillijkheden na scheiding van in koude uitsluiting gehuwde echtgenoten en na scheiding van ongehuwd samenlevende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur In hoeverre vraagt de onderhoudsverplichting, zoals neergelegd in artikel 1:157 BW, om een herziening en in hoeverre zou het Spaanse recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900 ECLI:NL:HR:2017:1273 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 07-07-2017 Datum publicatie 07-07-2017 Zaaknummer 17/00900 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:487

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1 1 Inleiding 1 2 Onderzoeksopzet en verantwoording 5 2.1 Synopsis 5 2.2 Relevantie van het onderzoek 6 2.3 Afbakening en verantwoording van het onderzoek 7 2.4 Probleemstelling 9 2.5 Opbouw van het boek

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Bijgewerkt t/m nr. 13 (Derde nota van wijziging d.d. 1 oktober 2018) 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet

Nadere informatie

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân.

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân. Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân. Artikel 1: Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig

Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Citeertitel: Beleidsregels verhaal Pw 2015 gemeente Zundert

Nadere informatie

Relatievermogensrechtjournaal. November 2015

Relatievermogensrechtjournaal. November 2015 Relatievermogensrechtjournaal November 2015 Items Vinger aan de pols: Wet herziening partneralimentatie Literatuur Alimentatietermijn Beroep op vervalbeding? Samenwoners en. pensioen? Periodiek verrekenbeding

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van Oosten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet?

De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet? De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet? Een onderzoek naar de voorstellen inzake de wijziging van partneralimentatie Student: Nicole Hoijtink Administratienummer: S769766 Instelling: Universiteit

Nadere informatie

Is partneralimentatie toe aan modernisering?

Is partneralimentatie toe aan modernisering? Is partneralimentatie toe aan modernisering? Rechtvaardig partneralimentatie in een moderne samenleving Student: Sevgi Akpinar Administratienummer: 118889 Instelling: Opleiding: Scriptiebegeleider: Tweede

Nadere informatie

Is Nederland toe aan een partneralimentatieregeling voor ex-samenwoners?

Is Nederland toe aan een partneralimentatieregeling voor ex-samenwoners? Is Nederland toe aan een partneralimentatieregeling voor ex-samenwoners? Door: Kicky van Bavel ANR: 361503 Vak: Personen- en familierecht Begeleiders: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Mr. R. de Jong Afstudeerdatum:

Nadere informatie

ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN

ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN Mr. S.Y. Dijkstra is werkzaam als advocaat personen- en familierecht bij De Haan Advocaten & Notarissen. Het personen- en familierecht is volop in beweging. Ook de wet-

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld Huwelijksvermogensrecht Goed geregeld 2 De veranderingen van het huwelijksvermogensrecht vanaf 1 januari 2018: de beperkte gemeenschap van goederen als de nieuwe standaard van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 311 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

De (on)wenselijkheid van een wettelijke regeling van partneralimentatie voor ongehuwd samenwonenden bij beëindiging van de relatie.

De (on)wenselijkheid van een wettelijke regeling van partneralimentatie voor ongehuwd samenwonenden bij beëindiging van de relatie. De (on)wenselijkheid van een wettelijke regeling van partneralimentatie voor ongehuwd samenwonenden bij beëindiging van de relatie Januari 17 De (on)wenselijkheid van een wettelijke regeling van partneralimentatie

Nadere informatie

Door: Rik Smit FFP RFEA. Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht

Door: Rik Smit FFP RFEA. Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht Door: Rik Smit FFP RFEA Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht Stellingen Alimentatie advies is allesomvattend, behalve juridisch van aard Alimentatie advies is allesomvattend,

Nadere informatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Opmerkingen vooraf: - de richtlijn is niet aangepast aan de nieuwe regelgeving met ingang van 1 januari 2013. - de nieuwe regelgeving per 1 januari 2013 is wel verwerkt

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. Oktober 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. Oktober 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal Oktober 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur Afwikkeling huwelijkse voorwaarden of afkoop? Verdeling vorderen? Beleggingsvisie en samenwoners?

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; Verordening individuele inkomenstoeslag Westerveld 2015 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid,

Nadere informatie

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN Heden, @, verschijnen voor mij, mr. @, notaris te Utrecht: 1. @; 2. @; hierna samen ook te noemen: de Partners. De Partners verklaren met elkaar een geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet herziening

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 16-12-2014.. gelet op het bepaalde in paragraaf 6:5 van de Participatiewet (Pw) inzake verhaal van bijstand; besluiten: vast te stellen

Nadere informatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Werkgroep alimentatienormen 16 november 2012 Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Stap 1: netto besteedbare inkomen Voor alimentatiedoeleinden is het netto inkomen,voorzien

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1011

ECLI:NL:GHDHA:2015:1011 ECLI:NL:GHDHA:2015:1011 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 22042015 Datum publicatie 10062015 Zaaknummer 200.158.976/01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Besluit College van BenW

Besluit College van BenW Besluit College van BenW Titel: Zaaknummer: Documentnummer: Datum besluit: Beleidsregels Verhaal Participatiewet Someren 2015 SOM/2014/015504 SOM/2014/015560-3 FEB.2015 Het college van burgemeester en

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015 BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015 Het College van burgemeester en wethouders van Utrecht; BESLUIT: Vast te stellen het volgende BELEIDSREGELS BIJSTANDSVERHAAL 2015 FORMELE GRONDSLAG Wettelijk kader 1.

Nadere informatie

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018 Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018 De raad van de gemeente Ameland; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, jo. artikel 36 van de Participatiewet;

Nadere informatie

voor de pensioenregeling van Henkel Nederland B.V. gevestigd te Nieuwegein

voor de pensioenregeling van Henkel Nederland B.V. gevestigd te Nieuwegein Addendum op het op 1 januari 2008 in werking getreden pensioenreglement-b (= middelloon) 2008 (Pensioenregling 55-minners) van Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. voor de pensioenregeling

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen

Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen Leidt het initiatiefwetsvoorstel 34231 Herziening partneralimentatie tot een grotere terugval van de financiële

Nadere informatie

Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015

Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Gemeente Heerhugowaard Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 gemeente Heerhugowaard Pagina 1 Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Het college van burgemeester

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:4320

ECLI:NL:RBROT:2016:4320 ECLI:NL:RBROT:2016:4320 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-06-2016 Datum publicatie 09-06-2016 Zaaknummer C/10/491474 / HA ZA 15-1264 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Kinder- en partneralimentatie

Kinder- en partneralimentatie 1 Kinder- en partneralimentatie 2 Inhoud Voorwoord... 3 Kinderalimentatie... 4 Kinderkosten/kinderbijslag en kindgebonden budget... 4 Tremanormen... 4 Werkelijke kinderkosten en werkelijke inkomsten en

Nadere informatie

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen' Voorbeeld samenlevingscontract met verblijvingsbeding Dit samenlevingscontract is slechts een voorbeeld. U mag de inhoud van de overeenkomst natuurlijk inrichten zoals u wilt. Let op: als er sprake is

Nadere informatie

Beleidsregels verhaal PW 2015 gemeente Roosendaal. gelet op het bepaalde in de Participatiewet (PW) inzake verhaal van bijstand;

Beleidsregels verhaal PW 2015 gemeente Roosendaal. gelet op het bepaalde in de Participatiewet (PW) inzake verhaal van bijstand; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roosendaal. Nr. 8857 30 januari 2015 Beleidsregels verhaal PW 2015 gemeente Roosendaal Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal; gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op het bepaalde in artikel 7, alsmede paragraaf 6.5 Wet werk en bijstand,

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op het bepaalde in artikel 7, alsmede paragraaf 6.5 Wet werk en bijstand, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op het bepaalde in artikel 7, alsmede paragraaf 6.5 Wet werk en bijstand, vast te stellen de Beleidsregels verhaal WWB Weststellingwerf

Nadere informatie

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet De raad van de gemeente Kollumerland c.a., Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet Besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag

Nadere informatie

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten Geachte heer ( ), Bij brief van 16 mei 2013 heeft u bij ons een klacht voorgelegd van mevrouw ( ) over de Dienst Terugkeer en Vertrek (de DT&V). Op 2 juli 2015 heb ik u laten weten dat wij een onderzoek

Nadere informatie

Het proces naar meer eenheid. De wenselijkheid van verplichte partneralimentatie voor de ongehuwd samenwonenden

Het proces naar meer eenheid. De wenselijkheid van verplichte partneralimentatie voor de ongehuwd samenwonenden Het proces naar meer eenheid De wenselijkheid van verplichte partneralimentatie voor de ongehuwd samenwonenden Het proces naar meer eenheid. 1 Naam: Maaike Amersfoort ANR: 535714 Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 3. Algemeen verbintenissenrecht Het gebruik van algemene voorwaarden; zo standaard is het niet!

NIEUWSBRIEF 3. Algemeen verbintenissenrecht Het gebruik van algemene voorwaarden; zo standaard is het niet! NIEUWSBRIEF 3 Welkom bij de periodieke nieuwsbrief van Koppelaar & Linssen Advocaten. In een kort tijdsbestek bent u op de hoogte van uw rechten, plichten en (recente) juridische ontwikkelingen. In onze

Nadere informatie

Geschiedenis partneralimentatie vanaf 1830

Geschiedenis partneralimentatie vanaf 1830 De indieners van de wet hebben in hun Memorie van Toelichting uitvoerig de geschiedenis beschreven van partneralimentatie. Ze zijn daarbij teruggegaan tot 1830, toen voor het eerst wettelijk werd vastgelegd

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37810

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. Januari 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. Januari 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal Januari 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Pensioen Een Turkse zaak Huwelijksvoorwaarden: van periodiek naar finaal

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2748 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 316/2007

ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2748 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 316/2007 ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2748 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2007 Datum publicatie 25-01-2008 Zaaknummer 316/2007 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. ); 2013, no. < no. > De Raad der gemeente Stein; gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. ); gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken. Antwoorden door Een scholier 2544 woorden 4 oktober 2004 5,9 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Verslag: Scheiden, alimentatie en bijstand in Nederland In dit verslag heb ik, in ieder geval, de antwoorden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig?

Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig? Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig? Jurisprudentie-onderzoek naar de huidige rechtspraktijk omtrent limitering van de duur van partneralimentatie en het wetsvoorstel

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade Verordening Individuele Inkomenstoeslag Gemeente Kerkrade 2015 Vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn vergadering van 17 december 2014 (raadsbesluit 14Rb089) Pagina 2/8 Verordening Individuele

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:3011

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:3011 Hoge Raad 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3011 Inhoudsindicatie De Hoge Raad beantwoordt de prejudiciële vragen: Het kindgebonden budget, inclusief de alleenstaande ouderkop, dient niet in aanmerking te worden

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320

Rapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320 Rapport Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen weigert om bij de inning van de verschuldigde kinderalimentatie

Nadere informatie

Voorstel vereenvoudiging richtlijn kinderalimentatie

Voorstel vereenvoudiging richtlijn kinderalimentatie Voorstel vereenvoudiging richtlijn kinderalimentatie Werkgroep alimentatienormen november 2012 Voorstel vereenvoudiging richtlijn kinderalimentatie/co-ouderschap Stap 1: netto besteedbare inkomen Voor

Nadere informatie

Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen

Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen Er bestaat onduidelijkheid over de vraag of de rechter in het kader van een echtscheidingsprocedure voorzieningen kan treffen, die niet met zoveel woorden in art.

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016

Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016 1 https://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken-in-adviezen/tekst-advies.html?id=12235 Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016 De initiatiefnemers danken de Afdeling

Nadere informatie

Inhoud VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN V XV 1 DE FASE VOOR DE SCHEIDING 1 1.1 Scheiden of niet 1 1.2 Inschakeling van een advocaat 2 1.3 Verzoening 10 1.4 Gescheiden wonen 11 1.5 Risico s bij

Nadere informatie

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015 Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Nummer 21, 24 december 2014 Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015 De raad van de gemeente De Wolden;

Nadere informatie

HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN

HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN Sinds 1 april 2001 is het huwelijk een samenlevingsverband van twee personen van gelijk of verschillend geslacht. De vermogensrechtelijke

Nadere informatie

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Te behandelen uitspraken: ECLI:NL:GHSHE:2014:4672 (facultatief verrekenbeding) ECLI:NL:HR:2015:1297 (gemeenschap)

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/150395

Nadere informatie

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13 Inhoudsopgave Voorwoord 1 1 Samenwoners 2 11 Inleiding 2 12 Een samenlevingscontract 2 13 Wat regelt u in een samenlevingscontract? 2 131 Voor de periode waarin u samenwoont 2 132 Voor het geval u besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3051

ECLI:NL:CRVB:2016:3051 ECLI:NL:CRVB:2016:3051 Instantie Datum uitspraak 12-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/6172 WWAJ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Artikel 1 Verhaal van bijstand Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:

Artikel 1 Verhaal van bijstand Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Apeldoorn. Nr. 9486 24 februari 2014 Beleidsregels verhaal WWB 2013 BESLUIT: Het college van de gemeente Apeldoorn; gelet op de artikelen 61 en 62 van de Wet

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 De raad van de gemeente Ameland Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet Besluit vast te stellen de Verordening

Nadere informatie