Is partneralimentatie toe aan modernisering?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Is partneralimentatie toe aan modernisering?"

Transcriptie

1 Is partneralimentatie toe aan modernisering? Rechtvaardig partneralimentatie in een moderne samenleving Student: Sevgi Akpinar Administratienummer: Instelling: Opleiding: Scriptiebegeleider: Tweede beoordelaar: Tilburg University Rechtsgeleerdheid accent privaatrecht Prof. mr. P. Vlaardingerbroek mr. Y. Bogaers Afstudeer datum: 27 januari 2016 Plaats: Tilburg

2 Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie welke ik in het kader van mijn Master Rechtsgeleerdheid heb geschreven. Al vrij vroeg in mijn jeugd wist ik dat ik iets met rechten wilde gaan doen. Hier heb ik dan ook mijn keuzes op afgestemd. Zo heb ik voor mijn universitaire opleiding, de opleiding HBO-Rechten afgerond. Tijdens mijn HBO opleiding kwam ik erachter dat mijn interesse met name lag op het gebied van privaatrecht en niet bij strafrecht, zoals ik altijd had gedacht! Tijdens mijn stage bij een advocatenkantoor kwam ik in contact met het personen- en familierecht en huwelijksvermogensrecht. Dit vond ik bijzonder interessant. Om deze reden was het voor mij makkelijk om keuzes te maken voor mijn Mastervakken en de keuze dat er een scriptie geschreven moest worden die raakvlakken zou hebben met een van de twee rechtsgebieden. Het schrijven van deze scriptie is niet altijd even makkelijk geweest voor me. Daarom wil ik in het bijzonder de heer Vlaardingerbroek bedanken voor zijn begeleiding en tijd. Daarnaast wil ik iedereen bedanken die met me mee heeft gelezen, mee heeft gedacht en gesteund hebben tijdens het schrijven van dit onderzoek. Sevgi Akpinar 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord...2 Hoofdstuk Inleiding Politieke ontwikkelingen Het onderzoek Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Methoden Onderzoeksopzet...7 Hoofdstuk Inleiding Historie en ontwikkelingen Maatstaven partneralimentatie Grondslagen partneralimentatie Wettelijke grondslag Behoefte Draagkracht Niet-financiële factoren Termijn partneralimentatie Einde partneralimentatie Conclusie...17 Hoofdstuk Inleiding Kritiek vanuit de politiek Wetsvoorstel Wet herziening partneralimentatie Kritiek vanuit literatuur Grondslagen debat Het belang van onderscheid tussen de twee grondslagen Duur van Partneralimentatie Huidige partneralimentatie met betrekking tot de duur voldoende benut? Conclusie.30 Hoofdstuk België Toekennen partneralimentatie Zware fout Partnergeweld Behoeftigheid door eigen toedoen Duur van partneralimentatie Einde partneralimentatie Tussenconclusie Duitsland.36 3

4 4.7 Toekennen partneralimentatie Duur partneralimentatie Partneralimentatie voor de zorgende ouder Partneralimentatie bij ziekte Partneralimentatie wegens werkeloosheid of niet volledig in eigen levensonderhoud kunnen voorzien Einde partneralimentatie Conclusie.40 Hoofdstuk Conclusie Aanbevelingen...44 Literatuurlijst 46 4

5 Hoofdstuk Inleiding Het aantal echtscheidingen is sinds 2009 weer aan het stijgen. Gemiddeld strandt één op de drie huwelijken. 1 Een gevolg van de echtscheiding 2 kan zijn dat er alimentatie betaald moet worden. Alimentatie is te verdelen in twee onderdelen, te weten partneralimentatie en kinderalimentatie. In dit onderzoek zal gekeken worden naar partneralimentatie. Over dit onderwerp is de afgelopen jaren veel geschreven en gediscussieerd. In het bijzonder over de vraag of het nog wel van deze tijd is en of het alimentatierecht aan vernieuwing toe is. In de politiek en literatuur is regelmatig kritiek geuit op het huidige alimentatierecht. Het zou niet bij de behoeften van de huidige samenleving passen en een te lange termijn hebben. In de huidige wetgeving is de maximale termijn voor partneralimentatie twaalf jaar, met de mogelijkheid van verlenging. In het onderzoek zal alleen gekeken worden naar partneralimentatie na een echtscheiding of verbreking van een geregistreerd partnerschap. Samenwoners komen niet aan bod, omdat er voor deze groep geen wettelijke onderhoudsplicht bestaat. Het staat de samenwoners vrij om zelf iets te regelen over partneralimentatie in het alimentatierecht tussen ex-partners, bijvoorbeeld een samenlevingscontract. 1.2 Politieke ontwikkelingen In de politiek is al eerder geprobeerd verandering te brengen in het alimentatierecht tussen ex-partners. Op 22 april 2014 is een wetsvoorstel van Bontes (PVV) om de maximale duur van partneralimentatie, van twaalf naar vijf jaar, te verlagen verworpen door de Tweede Kamer. Bontes voerde in zijn wetsvoorstel onder andere aan dat de verhoudingen tussen mannen en vrouwen de afgelopen jaren veranderd zijn en dat er vrijwel geen sprake meer is van een klassiek rollenpatroon. Vrouwen begeven zich vaker op de arbeidsmarkt dan vroeger, wat voor financiële onafhankelijkheid zorgt. Tevens voerde hij aan dat de huidige wetgeving niet meer op voldoende draagvlak binnen de samenleving kan rekenen. Uit onderzoek zou gebleken zijn dat de meerderheid van de bevolking een termijn van vijf jaar meer gerechtvaardigd acht dan een termijn van twaalf jaar. 3 Ondanks dat veel Kamerleden zich wel konden vinden in de verkorting van de alimentatieduur, waren zij het niet helemaal eens met de uitwerking van Bontes wetsvoorstel. In het verslag van de bespreking van het wetsvoorstel is te lezen dat de andere partijen van mening zijn dat in het voorstel niet helemaal duidelijk is uitgewerkt hoe de wijziging in zijn werk zou gaan. Of de duur van 5 jaar in alle gevallen van toepassing is? Of er een nuancering is? De VVD is van mening dat ook de grondslag van partneralimentatie aan herziening toe is. Het wetsvoorstel gaat hier echter niet op in. Verder geeft de PvdA fractie aan dat zij bang zijn dat het een zware belasting gaat zijn voor de WWB (nu Participatiewet). Ook de situatie dat alleenstaande moeders op bijstandsniveau komen, met grote gevolgen voor de kinderen, is niet wenselijk. Het feit dat er in het wetsvoorstel weinig aandacht is voor uitkeringsgerechtigden, die belast zijn met de zorg voor een of meerdere jonge kinderen, stuitte op kritiek Waar in dit onderzoek over echtscheiding en huwelijk wordt gesproken wordt mede bedoeld verbreking van geregistreerd partnerschap en het geregistreerd partnerschap. 3 Kamerstukken II 2011/ nr. 3 (Memorie van Toelichting) 4 Kamerstukken II 2012/ nr. 7 (verslag) 5

6 Op 19 juni 2015 hebben de Kamerleden Van Oosten (VVD), Recourt (PVDA) en Berndsen (D66) een nieuw wetsvoorstel ingediend. 5 Voorafgaand aan het wetsvoorstel hebben zij in juni 2012 al een initiatiefnota 6 ingediend, waarin zij pleitten voor een limitering van partneralimentatie. Zij zijn van mening dat het huidige wettelijke stelsel en de berekeningssystematiek toe is aan herziening. In dit wetsvoorstel geven de initiatiefnemers aan dat zij de partneralimentatie korter 7, eerlijker en simpeler willen maken. De Kamerleden nemen de arbeidskansen van de uitkeringsgerechtigden als uitgangspunt. Ook zou de nieuwe alimentatieregeling voorzien zijn van een prikkel om op eigen benen te staan. Verder zouden partijen bij huwelijkse voorwaarden of bij een geregistreerd partnerschapovereenkomst kunnen afwijken van de wettelijke minimumregeling. Contractsvrijheid is hierbij het uitgangspunt. Tevens wordt er een andere grondslag van partneralimentatie voorgesteld. Deze zou verschuiven van een nahuwelijkse solidariteit naar een compensatie van misgelopen inkomen door het huwelijk Het onderzoek Gebleken is dat er onvrede heerst over het huidige partneralimentatierecht. Tevens wordt er ook veel geprocedeerd over partneralimentatie wat wellicht samenhangt met het maatschappelijke draagvlak voor partneralimentatie. Hierdoor ben ik tot de volgende centrale onderzoeksvraag gekomen: Op welke wijze dient het alimentatierecht voor de ex-partner op een rechtvaardige manier te worden geregeld? Het doel van het onderzoek is om te kijken op welke wijze er tot een meer rechtvaardige regeling van de partneralimentatie gekomen kan worden. De vraag of de huidige wettelijke regeling nog aansluit bij de hedendaagse behoefte is dan ook de grondslag van de discussie. Als er tot een meer rechtvaardig partneralimentatierecht gekomen kan worden, kan dat ook leiden tot een breder maatschappelijk draagvlak. Door de knelpunten van het huidige alimentatierecht te onderzoeken wordt een duidelijker beeld geschapen van wat er eventueel nodig is om tot een meer rechtvaardige regeling te komen. Tevens zal er gekeken worden of het wetsvoorstel, zoals dat er nu ligt, tot verbeteringen zal leiden. 1.4 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Zoals al eerder is aangehaald is de partneralimentatie al meerdere keren onderwerp van discussie geweest in de politiek en literatuur. De vraag of de huidige wettelijke regelingen nog aansluiten bij de hedendaagse behoefte is dan ook de grondslag van deze discussie. Ook het feit dat er regelmatig wordt geprocedeerd over partneralimentatie geeft aan dat een herziening wellicht zou kunnen leiden tot een beter rechtvaardigheidsgevoel bij de ex-partners. Zou de doorvoering van de nieuwe wet kunnen leiden tot een beter rechtvaardigheidsgevoel en minder procedures? Met de contractsvrijheid, die wordt voorgesteld, kunnen partijen vooraf (bij huwelijkse voorwaarden) al afspraken maken over partneralimentatie. Dit zou ook weer kunnen leiden tot een beter rechtvaardigheidsgevoel en minder procedures. Dit kan dan weer leiden tot verlichting van de werkdruk van de rechters. 5 Kamerstukken II2014/ nr.2 (Wet herziening partneralimentatie) 6 Kamerstukken II 2011/ nr.2 (initiatiefnota) 7 Ook in dit wetsvoorstel willen ze naar een termijn van vijf jaar als uitgangspunt. 8 Kamerstukken II 2014/ nr.3 (Memorie van Toelichting) 6

7 1.5 Methoden In dit onderzoek is voornamelijk gebruik gemaakt van studie van wettelijke regelingen, die op dit moment gelden met betrekking tot partneralimentatie alsmede het wetsvoorstel, 9 zoals dat er nu ligt. Het is een actueel onderwerp waar veel over gediscussieerd en geschreven is en ook uit de jurisprudentie blijkt dat het een levendig onderwerp is. Tevens zal gekeken worden naar de literatuur, jurisprudentie en artikelen uit tijdschriften die gespecialiseerd zijn in het huwelijksvermogensrecht. Ook onderzoeken van andere instanties zullen bekeken worden, bijvoorbeeld onderzoeken die in het wetsvoorstel worden aangedragen, een onderzoek dat in opdracht van de vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingmediators (vfas) en een empirisch onderzoek uitgevoerd door mr. Spalter. 1.6 Onderzoeksopzet Voor het onderzoek zal voornamelijk gebruik gemaakt gaan worden van studie van de wettelijke regelingen en jurisprudentie die op dit moment gelden met betrekking tot partneralimentatie alsmede het wetsvoorstel, 10 zoals dat er nu ligt. Ook zal de literatuur hierover aan bod komen met de meningen van de auteurs. Het onderzoek is als volgt opgezet: In hoofdstuk 2 en 3 zal het huidige alimentatierecht behandeld worden. Er wordt hier gekeken naar de wettelijke regelingen, de rechtvaardiging en de achtergrond hiervan. Vervolgens zullen de knelpunten behandeld gaan worden, maar ook hoe in de literatuur gedacht wordt over partneralimentatie. Tevens zal ook het eerder besproken wetsvoorstel tegen het licht gehouden worden. Is de beoogde situatie een wenselijke verandering in het partneralimentatierecht? In hoofdstuk 4 zal gekeken worden naar het alimentatierecht van België en Duitsland. Met een rechtsvergelijkend onderzoek kan gekeken worden hoe andere landen omgaan met partneralimentatie. Wellicht biedt het oplossingen voor de knelpunten waar het huidige Nederlandse alimentatierecht mee kampt. Tot slot wordt er in hoofdstuk 5 een conclusie getrokken en worden er aanbevelingen geschreven die zouden kunnen leiden tot een meer rechtvaardig partneralimentatierecht met meer maatschappelijk draagvlak. Dit zou namelijk tot gevolg kunnen hebben dat er meer gevoel van rechtvaardigheid is en acceptatie bij de ex-echtgenoten. Dit zou dan weer kunnen leiden tot minder procedures over het alimentatierecht en uiteindelijk een verlichting van werk voor de rechtspraak. 9 Wet herziening partneralimentatie 10 Wet herziening partneralimentatie 7

8 Hoofdstuk Inleiding In dit hoofdstuk zal het huidige Nederlandse partneralimentatierecht uiteengezet worden. Er wordt kort gekeken naar de historie en de ontwikkelingen. Verder worden de maatstaven van partneralimentatie en de alimentatieduur behandeld. 2.2 Historie en ontwikkelingen Het huidige partneralimentatie heeft sinds de invoering hiervan op 1 oktober veel ontwikkelingen meegemaakt. Vóór de invoering van die wet golden als gronden voor echtscheiding ernstige misdragingen van de ene echtgenoot tegenover de ander. In de conservatieve familie-ideologie, die destijds in Nederland heerste, werd een schuldloze echtscheidingsgrond uitdrukkelijk verworpen door de wetgever. Een echtscheiding in onderlinge overeenstemming werd expliciet verboden. 12 Deze scheidingsmogelijkheid werd in strijd geacht met de zedelijke beginselen. In het oude BW kon het huwelijk in principe op vier echtscheidingsgronden worden ontbonden: - overspel; - kwaadwillige verlating (van minstens 5 jaar); - veroordeling wegens een misdrijf tot een vrijheidsstraf van 4 jaar of langer; - zware verwondingen of mishandelingen door de ene echtgenoot gepleegd jegens de andere. 13 Alleen de onschuldige echtgenoot kon de echtscheiding vorderen. De scheiding van tafel en bed kon op dezelfde gronden worden verzocht. Daarnaast waren er nog extra gronden als buitensporigheden, mishandeling en belediging. 14 De scheiding van tafel en bed kon echter wel op gemeenschappelijk verzoek worden verkregen. Hierdoor hadden echtgenoten wel impliciet de mogelijkheid om op gemeenschappelijk verzoek te scheiden, namelijk door het huwelijk te laten ontbinden na (een vijf jaar durende) scheiding van tafel en bed. 15 De echtscheidingsgronden moesten bewezen worden door de eiser als de gedaagde ontkende. Mochten de echtgenoten nu willen scheiden zonder dat er was voldaan aan de strenge wettelijke eisen, dan konden zij afspreken dat de gestelde echtscheidingsgrond niet zou worden weersproken (ook al was hier geen sprake van). Dit werd de grote leugen genoemd. De echtscheiding werd dan bij gebrek aan verweer toegewezen. Volgens het oude BW kon het recht van alimentatie slechts toekomen aan degene op wiens verzoek de echtscheiding was uitgesproken. Dit had tot gevolg dat de gedaagde partij geen aanspraak kon maken op partneralimentatie. Sinds 1 oktober 1971 zijn de strenge eisen voor een echtscheiding komen te vervallen. Als grond voor echtscheiding is het voldoende als het huwelijk duurzaam is ontwricht. Door het vervallen van de band tussen een recht op alimentatie en de schuld voor de ontwrichting van het huwelijk is het aantal procedures over alimentatie toegenomen. Hierdoor 11 Wet van 6 mei 1971, Stb Artikel 263 oud BW 13 Gronden volgens art. 264 oud BW 14 Artikel 288 oud BW 15 Spalter 2013 p

9 ontstond er ook de behoefte om de alimentatieberekeningen te standaardiseren. Dit was ook nodig om grote verschillen tussen de gerechten tegen te gaan Maatstaven partneralimentatie Sinds de invoering van de Wet van 6 mei 1971, Stb. 290, is voor het vaststellen van partneralimentatie de schuldvraag niet meer van belang. Het gaat dan ook niet meer over de vraag wat iemands rol is geweest in het ontstaan van de situatie van duurzame ontwrichting. Deze rol is over het algemeen moeilijk vast te stellen en is daarom al niet meer bepalend voor het al dan niet vaststellen van partneralimentatie. De Hoge Raad ziet de rechtsgrond voor het vaststellen van een bijdrage in het levensonderhoud van een vroegere echtgenoot als een verplichting welke berust op de levensverhouding zoals die door het huwelijk is geschapen en die haar werking (zij het in beperkte omvang) behoudt, ook al wordt het huwelijk ontbonden. De Hoge Raad is van mening dat afhankelijk van de concrete omstandigheden, waarin echtelieden na ontbinding van het huwelijk zijn komen te verkeren, of ten laste van de ene echtgenoot aan de andere daadwerkelijk een onderhoudsbijdrage moet worden toegekend. Hierbij moet ook gekeken worden naar de behoefte, draagkracht en de omstandigheden tijdens het huwelijk. Deze maatstaven zullen verderop aan bod komen. 17 In vele huwelijken is met name te zien dat vrouwen niet of moeilijk in staat zijn hun vroegere beroep te blijven uitoefenen en hun ervaring daarin op peil te houden, zeker wanneer zij de opvoeding en verzorging van nog jonge kinderen op zich nemen. De mogelijkheid om bij het einde van het huwelijk (weer voldoende) eigen inkomsten te (kunnen) verwerven is afhankelijk van een aantal factoren. Haar leeftijd, de eventueel nog op haar rustende verzorgende taak, haar gezondheidstoestand en haar werkervaring kunnen factoren zijn die meewegen. Het komt dus vaker voor dat de vrouw een achterstand heeft opgelopen in de mogelijkheid te voorzien in de kosten van haar levensonderhoud. Zij is dan voor levensonderhoud mede afhankelijk van de door de man te betalen bijdrage. Een omgekeerde situatie doet zich wel voor, maar veel minder vaak Grondslagen partneralimentatie In het oude recht was met name de schuldvraag van belang bij het bekijken of iemand in aanmerking zou komen voor partneralimentatie. Alleen de onschuldige echtgenoot kon de echtscheiding vorderen. Alleen voor de eisende, dus onschuldige, partij kon partneralimentatie toegekend worden als deze onvoldoende inkomsten tot levensonderhoud had (280 oud BW). In de doctrine over het oude recht van vóór 1971 werd niet echt diep ingegaan op de vraag waarom ex-echtgenoten na een scheiding financieel verantwoordelijk zouden moeten blijven voor elkaar. Uit de discussie van destijds kan opgemaakt worden dat de opvattingen over de legitimatie van partneralimentatie grofweg is in te delen in twee categorieën. Enerzijds werd partneralimentatie gezien als schade vergoedend, anderzijds als alimentair. In de eerstgenoemde opvatting werd partneralimentatie gezien als een schadevergoeding voor een wanprestatie of onrechtmatige daad. Dit werd gelinkt met het verlies van de huwelijkse levensstandaard waar de onschuldige echtgenoot levenslang recht op zou hebben vanwege de wettelijke huwelijkse onderhoudsplicht (tot de dood ons scheidt). De opvatting dat partneralimentatie zuiver als schadevergoeding gezien moest worden werd echter destijds al in de jurisprudentie afgezwakt. 16 De Bruijn-Lückers 2015 p HR 9 februari 2001, NJ 2001, 216. m.nt. S.Worthmann 18 De Bruijn-Lückers 2015 p

10 Een belangrijk arrest stamt uit In dit arrest bepaalde de Hoge Raad voor het eerst dat ook voor het echtscheidingsrecht gold dat een bekentenis een volledig bewijsmiddel was. Dit betekende feitelijk dat de echtgenoten de mogelijkheid kregen hun huwelijk te ontbinden op grond van wederzijds goedvinden. Dit was in die tijd uitdrukkelijk verboden door de wet. Dit werd de grote leugen genoemd zoals al eerder aangehaald is. De grote leugen had tot gevolg dat het aantal onschuldige onderhoudsplichtigen toenam. Een tweede en derde arrest dat de betekenis van schuld nog verder beperkte zijn door de Hoge Raad in 1913 en 1975 gewezen. 20 Doordat er door de bovengenoemde arresten onschuldige ex-echtgenoten eveneens onderhoudsplichtig konden zijn, werd de opvatting dat partneralimentatie zuiver schadevergoedend was afgezwakt. Hierdoor won de opvatting dat partneralimentatie een meer alimentair karakter had meer terrein, maar rees echter wel de vraag wat de achterliggende gedachte en rechtvaardiging is van partneralimentatie als deze als alimentair werd gekwalificeerd. Waarom zou een onschuldige gescheiden echtgenoot financieel verantwoordelijk blijven voor zijn ex-echtgenoot? Deze vraag werd beantwoord door de Hoge Raad in In dit arrest achtte de Hoge Raad het een verplichting dat de echtgenoot op wiens verzoek de echtscheiding werd uitgesproken, gesteund diende te worden. Deze verplichting berust op de levensverhouding zoals die uit het huwelijk is geschapen. Deze verplichting behoudt haar werking, ook al wordt de huwelijksband geheel of ten dele gestaakt. In een later arrest, dat in werd gewezen, oordeelde de Hoge Raad dat de rechten en verplichtingen die aan het huwelijk verbonden zijn, met de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding een einde nemen. Dit geldt echter niet voor de verplichting tot onderhoud voortvloeiende uit de artikelen 158 en 162 oud BW (de huwelijkse onderhoudsplicht). Hieruit kan opgemaakt worden dat de partneralimentatie een meer alimentair karakter heeft. De achterliggende rechtvaardiging kan gevonden worden in de levensverhouding tussen de echtgenoten die door het huwelijk is ontstaan en die na een echtscheiding niet altijd op financieel gebied eindigt. Het lijkt hier dat de Hoge Raad oordeelt dat de grondslag voor partneralimentatie op een na-huwelijkse solidariteit tussen ex-echtgenoten berust. 23 Er was dus niet een eenduidige rechtsgrond voor partneralimentatie. Door verschillende arresten is deze duidelijker geworden. Bij de wetsherziening van 1971 werd niet echt ingegaan op de grondslag van partneralimentatie, ook al was deze niet geheel duidelijk. De in 1919 door de Hoge Raad geformuleerde grondslag bleef na de wetshervorming gelden. Het grondslagendebat werd echter wel weer aangewakkerd doordat de grondslag voortdurende solidariteit na 1971 leek in te boeten. De opvatting won terrein dat de vrouw na een echtscheiding niet meer het recht had (levenslang) te worden onderhouden. Het huwelijk, en de daarop volgende alimentatie, was geen levensverzekering meer. Iedere volwassene zou in beginsel in zijn eigen levensonderhoud moeten voorzien, dus ook vrouwen. Na de invoering van de nieuwe wetgeving werd dit ook het uitgangspunt. Het partneralimentatierecht werd aangemerkt als uitzonderingsrecht. Ook vrouwen werden dus geacht in eigen levensonderhoud te voorzien. Het uitgangspunt dat iedere volwassene werd geacht in eigen levensonderhoud te voorzien botste met het nieuwe alimentatierecht. In het nieuwe alimentatierecht, op basis van voortdurende 19 HR 22 juni 1883, W Spalter 2013 p HR 11 april 1919, NJ 1919, HR 26 maart 1930, NJ 1930, Spalter 2013 p

11 solidariteit, was het immers eenvoudiger dan voorheen om partneralimentatie toe te kennen nu de processuele positie van een partij geen rol meer speelde. 2.5 Wettelijke grondslag De huidige onderhoudsplicht tussen ex-echtgenoten is geregeld in titels 9 en 17 van Boek 1 BW. De alimentatieverplichting is opgenomen in artikel 1:157 BW. De rechter kan bij de echtscheidingsbeschikking of bij latere uitspraak, aan de echtgenoot die niet voldoende inkomsten voor zijn levensonderhoud heeft (op diens verzoek) ten laste van de andere echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud toekennen. De rechter heeft een discretionaire bevoegdheid. Hij is dus niet verplicht alimentatie vast te stellen en kan zich in hoge mate laten leiden door billijkheid en andere omstandigheden van het geval. 24 Bij de vaststelling van de uitkering kan de rechter rekening houden met de behoefte aan een voorziening in het levensonderhoud in geval van overlijden van degene die tot de uitkering is gehouden. In lid 3 van dit artikel is opgenomen dat de rechter op verzoek van één van de echtgenoten de uitkering kan toekennen onder vaststelling van voorwaarden en een termijn. Bij de vaststelling van een termijn kan de uitkering niet later eindigen dan twaalf jaar na de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking bij de burgerlijke stand. Als de rechter geen termijn vaststelt, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na twaalf jaar (1:157 lid 4 BW). Mocht het geval zich voordoen dat bij de beëindiging van de uitkering (na twaalf jaar), de gevolgen zodanig ingrijpend zijn voor de uitkeringsgerechtigde, dan kan de rechter op diens verzoek bekijken of verlenging van de termijn al dan niet mogelijk is. Dit is op basis van redelijkheid en billijkheid (1:157 lid 5). Indien het huwelijk niet langer dan vijf jaar heeft geduurd en er zijn geen kinderen uit het huwelijk geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk, dus maximaal vijf jaar. Als de rechter een termijn vaststelt, kan deze vaststelling niet tot gevolg hebben dat de uitkering op een later tijdstip eindigt dan de termijn van de totale duur van het huwelijk. Ook hierbij kan de rechter op verzoek van de uitkeringsgerechtigde bepalen of verlenging mogelijk is op grond van redelijkheid en billijkheid. Als het huwelijk korter dan vijf jaar heeft geduurd, maar er zijn wel één of meer kinderen geboren uit het huwelijk geldt (in beginsel) de termijn van twaalf jaar. De wettelijke maatstaven voor de toekenning van partneralimentatie liggen vast in art 1:397 lid 1 BW. Hierin is opgenomen dat bij het bepalen van het verschuldigde bedrag rekening gehouden dient te worden met de behoefte van de verzoekende echtgenoot en de draagkracht van de gewezen echtgenoot. Wat in de wettelijke regelingen geldt voor echtscheidingen geldt in gelijke mate voor de situatie na scheiding van tafel en bed, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed en ontbinding van het geregistreerd partnerschap. Hierbij maakt het ook niet uit of de partners van hetzelfde geslacht zijn. Bepalingen over de onderhoudsverplichting na echtscheidingen worden met geringe beperkingen van overeenkomstige toepassing verklaard voor scheidingen van tafel en bed en voor de ontbinding van geregistreerd partnerschap. In artikel 1: 80d BW is opgenomen dat, in de overeenkomst tot beëindiging van een geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden iets opgenomen moet zijn over partneralimentatie, dit is op straffe van nietigheid. Sinds 1 maart 2009 zijn de artikelen 1:157 lid 4, 6 en 24 Spalter 2013 p

12 artikel 1:158 BW ook van toepassing verklaard op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden Behoefte Iedereen heeft behoefte aan financiële middelen om te kunnen voorzien in zijn eigen levensonderhoud. Een voorwaarde om recht te hebben op partneralimentatie is dat de ex-echtgenoot niet voldoende inkomsten heeft om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien (art 1:157 lid 1). Alleen als hier sprake van is, kan aanspraak worden gemaakt op partneralimentatie. Behoeftigheid moet in dit verband worden gezien als de toestand waarin een persoon verkeert, die redelijkerwijze niet in eigen behoefte kan voorzien en daarin hulp nodig heeft. 26 Artikel 1:392 lid 2 stelt dat er sprake moet zijn van behoeftigheid als men aanspraak wil maken op partneralimentatie. 27 Niet voldoende inkomsten hebben, noch in redelijkheid kunnen verwerven Voor de ex-echtgenoot geldt als voorwaarde dat hij of zij die inkomsten ook niet redelijkerwijs kan verwerven. Het is dus belangrijk te bepalen wat de omvang van de behoefte is. Vervolgens moet gekeken worden of in die behoefte kan worden voorzien uit eigen inkomsten of uit inkomsten die in redelijkheid kunnen worden verworven. Op grond daarvan kan worden bepaald of aanvulling op die inkomsten nodig is, of er behoeftigheid bestaat. Wat de alimentatiegerechtigde in redelijkheid aan inkomsten kan verwerven wordt bepaald door de feitelijke omstandigheden. De omstandigheden die het verwerven van (voldoende) eigen inkomen in de weg staan, kunnen onder meer zijn: de noodzaak tot verzorging van de kinderen; de leeftijd en de gezondheidstoestand van de alimentatiegerechtigde; de situatie op de arbeidsmarkt; de achterstand in scholing en vakopleiding; 28 (mantel)zorg voor een familielid. Als de alimentatiegerechtigde de bron van inkomsten die tot beperking van de behoefte leidde verliest, dan herleeft (in beginsel) de huwelijksgerelateerde behoefte, tenzij het aan de gedragingen van de alimentatiegerechtigde is te wijten dat die tot inkomensvermindering hebben geleid. 29 Omvang van de behoefte De rechter kan kijken naar de mate van welstand tijdens het huwelijk van de gewezen echtgenoten. Dit kan hij in aanmerking nemen als omstandigheid die van invloed kan zijn op de behoefte van de alimentatiegerechtigde. 30 De aard en omvang van de bestedingen kunnen een indicatie geven van het welstandsniveau van partijen en moeten worden betrokken bij de vraag naar de hoogte en de behoeftigheid van de alimentatiegerechtigde. 31 Dat wil (volgens Hof Amsterdam) niet zeggen naar huidige maatschappelijke opvattingen, dat de man gehouden is zijn ex-echtgenote in staat te stellen 25 De Bruijn-Lückers 2015 p De Bruijn-Lückers 2015 p Deze voorwaarden geldt niet voor kinderalimentatie. 28 De Bruijn-Lückers 2015 p HR 24 april 1998, NJ 1998, HR 12 februari 1988, NJ 1988, HR 19 december 2003, NJ 2003, 140, FJR 2004,

13 voort te leven op de wijze als zij tijdens het huwelijk gewend waren. Het hof overwoog daarbij dat de vrouw in een soortgelijke situatie verkeerde als waarin ze zou verkeren, mocht ze niet getrouwd zijn geweest. 32 Van de man kan niet worden verlangd dat hij de vrouw in staat stelt een levensstandaard te handhaven welke hij zelf niet kan genieten. Het hof overwoog daarbij dat partijen tijdens hun huwelijk betrekkelijk eenvoudig hadden geleefd en mocht het huwelijk voort hebben geduurd, zij waarschijnlijk geen hogere levensstandaard zouden hebben bereikt. 33 Een korte duur van een huwelijk en eventuele behoeftigheid voor het huwelijk zijn geen factoren die de behoefte kunnen bepalen. 34 Hof-norm Voor de vaststelling van de behoefte is door de hoven de 60% norm ontwikkeld. De 60% norm houdt in dat er wordt gekeken naar het gezinsinkomen ten tijde van het uiteengaan. Van dit gezinsinkomen worden de kosten van de kinderen afgetrokken. Van het bedrag wat dan overblijft wordt 60% berekend en dit wordt gezien als het bedrag van behoefte. Als het bedrag wordt betwist, kan niet worden volstaan met de toepassing van de 60% norm. In een uitspraak van de Hoge Raad 3 september werd bepaald dat deze norm niet voldoende is als deze wordt betwist en dat er dan gekeken moet worden naar de concrete uitgaven tijdens het huwelijk. 36 Zo is er een uitspraak van het Hof s-gravenhage 37 waarin een eerdere uitspraak werd vernietigd, omdat het hof van mening was dat voor de berekening van de behoefte van de vrouw niet kon worden voldaan met de Hof-norm nu de man deze uitdrukkelijk had betwist. De man was van mening dat de vrouw een behoefteberekening had moeten overleggen, zodat de behoefte kon worden vastgesteld aan de hand van concrete gegevens en kosten van haar levensonderhoud. De man stelt voorts, dat de vrouw in haar eigen levensonderhoud moet kunnen voorzien nu ze haar opleiding tot schoonheidsspecialiste heeft afgerond. Het hof overweegt als volgt. Nu door de man de behoefte van de vrouw uitdrukkelijk is bestreden, had het op de weg van de vrouw gelegen haar behoefte nader te specificeren en met bescheiden te onderbouwen. De behoefte aan partneralimentatie dient immers in redelijkheid te worden bepaald met inachtneming van alle door partijen aangevoerde relevante omstandigheden, waarbij zoveel mogelijk rekening gehouden moet worden met concrete gegevens. Nu de vrouw haar behoefte op geen enkele wijze heeft onderbouwd, kan het hof haar behoefte niet vaststellen. De vrouw ontving een WWB-uitkering naar de norm van een alleenstaande ouder. Het hof stelt haar behoefte vast gelijk aan het bedrag van de uitkering. Het hof kwam zo uit op een bedrag van 1.146,-. Dit in tegenstelling tot het bedrag waar de vrouw om verzocht had aan de hand van de Hof-norm van 1.860,-. Het hof bepaalde voorts, dat de vrouw in staat werd geacht om in haar eigen behoefte te kunnen voorzien, omdat ze niet had aangetoond dat ze niet in staat zou zijn om te werken. Het hof is van oordeel dat de vrouw in staat moet worden geacht een inkomen van ten minste 75% van het minimumloon te kunnen genereren, wat neerkomt op een bedrag van 1.150,- per maand. De verdiencapaciteit van de vrouw overstijgt de behoefte. Het hof acht de vrouw niet behoeftig, derhalve is de man niet gehouden tot het betalen van partneralimentatie. 32 Hof Amsterdam 5 december 1972, NJ 1973, Hof Amsterdam 19 november 1974, NJ 1975, De Bruijn-Lückers 2015 p HR 3 september 2010, LJN BM7050, NJ 2010/ Mr. P. Dorhout en mr.c. de Bie-Koopmans, Emancipatie in het alimentatierecht, zegen of zorg? FJR 2011/52 37 ECLI:NL:GHSGR:2011:BP

14 In een uitspraak van de Rechtbank s-gravenhage 38 bepaalde de rechtbank, dat de Hof-norm als uitgangspunt moet worden genomen voor de berekening van de behoefte van de vrouw. Zij overweegt dat het juist is dat de behoefte aan de hand van concrete gegevens dient te worden berekend. Desondanks overweegt ze dat de Hof-norm een goede maatstaaf kan zijn bij de bepaling van de huwelijkse welstand van partijen en daarmee de te verwachten levenskosten van de vrouw. Het inkomen van de man is bepalend geweest voor de huwelijkse welstand. Dat de man gedurende een groot gedeelte van het huwelijk afwisselend vier weken in het buitenland, vier weken in Nederland verbleef was voor de rechtbank geen reden om de Hof-norm buiten beschouwing te laten. Voort is de rechtbank van mening, dat de man onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de behoefte van de vrouw aanzienlijk lager zou uitvallen dan op basis van Hof-norm berekening. De man was naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte uitgegaan van een minimumbehoefte van de vrouw in plaats van de huwelijksgerelateerde behoefte. De man had gedurende de eerste periode na feitelijk uiteengaan maandelijks een hoge, voorlopige bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw gedaan Draagkracht De financiële draagkracht van de alimentatieplichtige wordt enerzijds bepaald door de financiële middelen waarover hij beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, anderzijds de lasten die hij heeft. De Werkgroep Alimentatienormen heeft richtlijnen opgesteld voor de berekening van de inkomens en lasten. De rechter is niet gebonden aan de richtlijnen, maar deze worden over het algemeen wel overgenomen. Het is dus aan de rechter, die over de feiten oordeelt om te beslissen in hoeverre een geval zich leent voor een berekening van behoefte en draagkracht aan de hand van de alimentatienormen. Als een bron van inkomen vrijwillig wordt opgezegd door de onderhoudsplichtige, kan de rechter de vermindering van draagkracht buiten beschouwing laten. Zo is er een arrest waar in casu een vader zonder noodzaak een betaalde baan had opgegeven en daardoor afhankelijk was geworden van een rijksstudietoelage. Dit vond de rechter echter geen grond voor verlaging van de bestaande toelage. 39 Er is echter wel een nuancering op dit oude arrest. Bij de bepaling van de draagkracht komt het niet alleen aan op het inkomen dat hij verwerft, maar ook het inkomen dat hij redelijkerwijs kan verwerven in de naaste toekomst. Of een vermindering van inkomen, door zijn gedraging zelf teweeggebracht, bij het bepalen van zijn draagkracht buiten beschouwing moet blijven, hangt af van een aantal factoren. Als eerste moet gekeken worden of hij redelijkerwijs in staat is om opnieuw het oorspronkelijke inkomen te kunnen gaan verdienen en of de onderhoudsgerechtigde dit ook van hem kan vergen. Als aan die voorwaarden niet kan worden voldaan hangt het van de omstandigheden van het geval af of de inkomensvermindering geheel of ten dele buiten beschouwing behoort te blijven. Enkel het feit dat de onderhoudsplichtige zelf de inkomensvermindering teweeg heeft gebracht, sluit niet uit dat bij het bepalen van zijn draagkracht hier rekening mee gehouden wordt. Het is ook van belang om te beoordelen of de onderhoudsplichtige, met het oog op de onderhoudsgerechtigde en diens belangen, zich had moeten onthouden van de gedragingen die tot inkomensvermindering hebben geleid. Verder is van belang dat het buiten beschouwing laten van de inkomensvermindering niet mag leiden tot een daling van zijn inkomen tot een niveau van 90% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm, bij voldoening van zijn alimentatieverplichting. De beslissing van een alimentatieplichtige om een bron van inkomen op te zeggen kan dus door omstandigheden gerechtvaardigd worden ECLI:NL:RBSGR:2011:BS HR 24 december 1976, NJ 1977, 385 m.nt. WHH 40 De Bruijn-Lückers 2015 p

15 Als de rechter van oordeel is dat de alimentatieplichtige slechts een beperkte bijdrage kan leveren aan de alimentatiegerechtigde (beperkte draagkracht) is hij in beginsel niet vrij om geheel af te zien van het opleggen van partneralimentatie. De alimentatiegerechtigde is in de regel ook al gebaat bij een geringe bijdrage Niet-financiële factoren Bij niet-financiële factoren kan onder meer gedacht worden aan bijvoorbeeld de duur van het huwelijk en het gedrag van de onderhoudsgerechtigde. Het gedrag kan zo grievend zijn dat van de alimentatieplichtige doorbetaling niet verwacht kan worden. Bijvoorbeeld als de vrouw heeft getracht haar echtgenoot (alimentatieplichtige) om het leven te (laten) brengen. De vrouw kan dan na de echtscheiding en ontslag uit de gevangenis geen aanspraak maken op partneralimentatie. 42 Maar er zijn ook voorbeelden te vinden die minder ernstig van aard zijn en een matiging van de onderhoudsverplichting kunnen opleveren. Zo is er een uitspraak van de Rechtbank Almelo waarin de alimentatie was gematigd tot twee-derde deel van de draagkracht van de man op grond van niet weersproken misdragingen van de vrouw. De misdragingen bestonden uit bedreigingen met geweld en de dood, achtervolgingen, vernielingen van eigendommen van de man, beschuldigingen van incest en het lastigvallen van (oud) personeelsleden van de man. De rechtbank achtte het redelijk te veronderstellen dat de man door die gedragingen zich niet verplicht voelde volledig bij te dragen aan het levensonderhoud van de vrouw. De rechtbank is van mening, dat voor de lotsverbondenheid die het huwelijk met zich meebrengt, de echtgenoten een zekere verantwoordelijkheid tegenover elkaar moeten voelen en dat zij vertrouwen in elkaar dienen te hebben. Dit vertrouwen is door de vrouw zodanig aangetast dat van de man nog steeds niet kan worden verlangd dat hij zijn volledige draagkracht benut voor het betalen van partneralimentatie. Dat de vrouw inmiddels geen wangedrag tegenover de man meer vertoont doet hier niets aan af. 43 Bij een uitspraak van het hof in Amsterdam acht het hof wel bewezen dat er sprake is van wangedrag door de vrouw, maar dat deze niet dermate grievend is dat het zou moeten leiden tot een matiging van de onderhoudsverplichting jegens de vrouw. De vrouw in casu had een brief geschreven naar de werkgever van de man. De man was gezagvoerder van een passagiersvliegtuig. De brief was bedoeld om twijfels te zaaien over de betrouwbaarheid en deskundigheid van de man. De brief van de vrouw is voor de werkgever de aanleiding geweest om een intern onderzoek te starten naar de man. Uit het onderzoek is niet gebleken, dat de man in verband kan worden gebracht met onregelmatige gedragingen. 44 Bij een ander arrest van het Hof Den Bosch werd de gedraging van de man (onderhoudsgerechtigde) jegens de vrouw (onderhoudsplichtige) zodanig ernstig gevonden, dat het voor de vrouw niet redelijk was om nog langer bij te dragen in het levensonderhoud van de man. De vrouw was werkzaam bij de afdeling Fraude en Opsporing van het UWV. De man had tot twee keer toe een officiële klacht tegen de vrouw ingediend, waardoor er een onderzoek naar de vrouw was gestart. De klacht hield in dat de privacy van de man geschonden zou zijn, omdat de vrouw (vertrouwelijke) informatie uit zijn dossier van het UWV zou gebruiken. Het UWV is hierop een onderzoek gestart naar het handelen van de vrouw. Hieruit bleek dat er geen sprake was van schending van de privacy van de man. Het hof was van oordeel, dat de man bewust het risico heeft genomen dat met zijn tweede klacht de reputatie, geloofwaardigheid en integriteit van de vrouw zouden worden 41 De Bruijn-Lückers 2015 p Van Mourik en Nuytinck 2015 p Rechtbank Almelo 11 november 2009, LJN: BK Hof Amsterdam 9 november 2006, LJN: AZ9605 rov

16 aangetast en dat hij daarmee haar baan en inkomen in gevaar heeft gebracht. Op basis hiervan achtte het hof het niet redelijk dat de vrouw nog een bijdrage in het levensonderhoud van de man moest betalen Termijn partneralimentatie Zoals al eerder aangegeven is de maximale termijn voor partneralimentatie in beginsel 12 jaar. De termijnen, die in de wet zijn opgenomen, zijn van toepassing als de man en vrouw zelf geen afspraken hebben gemaakt met betrekking tot de termijn. Uitgangspunt is dat de rechter de vastgestelde alimentatie niet later dan 12 jaar na de echtscheidingsdatum eindigt. In de overeenkomst tussen partijen kan gekozen worden voor een langere termijn. 46 Hierna zullen verschillende situaties met de gevolgen voor partneralimentatie uiteengezet worden: Huwelijken langer dan 5 jaar met kinderen Huwelijken korter dan 5 jaar met kinderen Huwelijken korter dan 5 jaar zonder kinderen Huwelijken langer dan 5 jaar zonder kinderen Maximaal 12 jaar art. 1:157 lid 3 en 4 Maximaal 12 jaar art. 1:157 lid 3 en 4 Maximaal termijn die gelijk is art. 1:157 lid 6 aan de duur van het huwelijk Maximaal 12 jaar art. 1:157 lid 3 en 4 Als de rechter een termijn heeft vastgesteld kan deze alleen binnen de grenzen van art. 1:401 lid 2 gewijzigd worden. Dit lid spreekt van een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden dat ongewijzigde handhaving van de uitspraak in het kader van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd. Enkel wijziging van omstandigheden, zoals bedoeld in 1:401 lid 1 BW, is niet voldoende. 47 In zijn de twee maximumtermijnen in de wet opgenomen. De wetgever destijds had gekozen voor een periode van 12 jaar, omdat dit in verband lag met de zorg voor jonge kinderen. Hierbij is hij van het meest ongunstige geval uitgegaan; dat de ouders zouden scheiden vlak na de geboorte. Na 12 jaar gaat het kind naar de middelbare school en heeft minder intensive zorg nodig. De gescheiden ouder kan zich dan ook voorbereiden om in eigen levensonderhoud te kunnen gaan voorzien. De termijn van 5 jaar is opgenomen in de wet, omdat de wetgever vond dat naarmate het huwelijk korter stand had gehouden dit ook in mindere mate nadelige (financiële) gevolgen kon hebben, die door het huwelijk zouden kunnen ontstaan. De grens van 5 jaar is een willekeurige keuze geweest. 49 Het is voor te stellen dat bij een korter huwelijk sprake is van minder financiële afhankelijkheid. Als er al een keuze is gemaakt om te stoppen of minder te werken is het makkelijker om weer werk te vinden als er niet een al te lange tijd is verstreken. Dit geldt alleen als er geen jongere kinderen in het spel zijn, anders geldt de termijn van 12 jaar weer. 45 Hof s-hertogenbosch 9 juni 2009, LJN: BI :158 BW 47 Van Mourik en Nuyting 2015 p Wet Limitering Alimentatie 49 Spalter 2013 p

17 2.7 Einde partneralimentatie Partneralimentatie eindigt altijd bij de dood van een van de partijen of als de afgesproken duur ten einde is gekomen. Art. 1:160 BW bepaalt dat de verplichting van de gewezen echtgenoot om uit hoofde van echtscheiding levensonderhoud te verschaffen aan de wederpartij eindigt wanneer deze opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenleven. Met samenleven wordt bedoeld alsof ze waren gehuwd of een geregistreerd partnerschap hadden. Er moet dus voldaan worden aan de kenmerken van het als een normaal te beschouwen huwelijk. Hierbij kan gedacht worden aan de tot lotsverbondenheid leidende levensgemeenschap, welke het kenmerk is van een normaal huwelijk. Naast een duurzame en affectieve relatie dient er ook sprake te zijn van een gemeenschappelijke huishouding. Als er sprake is van (slechts) een LAT-relatie 50 van de alimentatiegerechtigde met een nieuwe partner, kan dit niet leiden tot het vervallen van de alimentatieverplichting. 51 Bij hertrouwen ontstaat er een onderhoudsplicht tussen de nieuwe echtgenoten. De eerdere alimentatie eindigt dan en is definitief. Herleving van de alimentatieverplichting, na verbreking van de nieuwe relatie of ontbinding van het nieuwe huwelijk is doorgaans niet mogelijk. Partijen kunnen hier wel afwijkende afspraken over maken. Op die manier is herleving van partneralimentatie wel mogelijk. Als hier geen afspraken over zijn gemaakt, ligt de onderhoudsplicht bij de nieuwe ex-echtgenoot. Bij samenwoners bestaat er geen wettelijke onderhoudsplicht. Als de nieuwe samenwoonrelatie wordt verbroken, herleeft de oude alimentatieverplichting niet. De Hoge Raad in meerdere arresten heeft bepaald dat samenleven als waren zij gehuwd restrictief moest worden uitgelegd. Uit de praktijk blijkt, dat de wederzijdse verzorging en de financiële verwevenheid moeilijk te bewijzen zijn. Uit de feitenrechtspraak is gebleken, dat het de onderhoudsplichtige makkelijker gemaakt wordt door bijvoorbeeld de zogenaamde voorhandsconstructie. Dit wil zeggen dat de rechter voorlopig aanneemt (op voorhand) wat door de onderhoudsplichtige gesteld wordt, is bewezen. Vervolgens ligt een bewijsopdracht op de alimentatiegerechtigde die tegen het voorlopige bewijsoordeel tegenbewijs kan leveren. Als achteraf blijkt dat er te lang partneralimentatie is betaald, moet dit in principe worden terugbetaald Conclusie Gebleken is dat het partneralimentatierecht door de jaren heen veel ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Van een levenslange alimentatieverplichting is in 1994 met de invoering van de Wet Limitering Partneralimentatie een einde gekomen. Bij de vraag of er sprake is van recht op partneralimentatie moet de rechter naar verschillende maatstaven kijken. Er moet gekeken worden naar behoefte, draagkracht en naar niet-financiële factoren. Pas als er sprake is van behoefte kan er aanspraak gemaakt worden op partneralimentatie. De behoefte van de onderhoudsgerechtigde wordt doorgaans berekend aan de hand van de Hof-norm ofwel de 60%-norm. Als deze betwist wordt, is het aan de rechter om een berekening te maken aan de hand van concrete omstandigheden. Op de termijnen die aan het huidige alimentatierecht zijn gekoppeld, maxima van 12 jaar of bij een huwelijk korter dan 5 jaren zolang als het huwelijk heeft geduurd, is veel kritiek geuit. Vanuit de politiek is er al langere tijd een discussie of 12 jaar niet te lang is. Er zou geen maatschappelijk draagvlak zijn, wat betekent dat er weinig acceptatie is 50 Living Apart Together 51 De Bruijn-Lückers 2015 p Spalter 2013 p

18 onder de mensen. Eerder bleek al, dat de 5 jaar een willekeurige keuze van de wetgever is geweest. Bij mij rijst de vraag of het rechtvaardig is, dat ex-echtgenoten die 6 jaar een huwelijk hebben gehad evenveel recht hebben op 12 jaar alimentatie als ex-echtgenoten die misschien wel 20 jaar een huwelijk hebben gehad. Zou hier een nuancering op zijn plek zijn? In een arrest uit 1919 is vast komen te staan, dat de grondslag of rechtvaardiging van partneralimentatie is te vinden in voortdurende solidariteit tussen ex-echtgenoten. Geeft de na-huwelijkse solidariteit nog wel voldoende rechtvaardiging? Er is ook een verschuiving waar te nemen naar een compensatie voor tijdens het huwelijk verloren gegane verdiencapaciteit. Er is echter niet een eenduidige grondslag waar de alimentatie op gebaseerd is. Ook in de rechtspraak is niet een duidelijk onderscheid te vinden. Naar mijn mening is compensatie als partneralimentatie een sterkere rechtsgrond dan de voortdurende solidariteit. Nu de ene echtgenoot vaak moet inleveren op arbeid en inkomen, kan de ander wel verder ontwikkelen en groeien. De ontwikkeling en groei van de ene is dus eigenlijk ten koste van de ander. Waar de een verrijkt, verarmt de ander als het ware. Wellicht wordt er bewuster omgegaan met de keuze om wel of niet minder te gaan werken als er sprake is van compensatie, in plaats van partneralimentatie op grond van voortdurende solidariteit. 18

19 Hoofdstuk Inleiding Om een antwoord te krijgen op de centrale vraag hoe we tot een meer rechtvaardige partneralimentatie kunnen komen, is het belangrijk om te kijken wat nu precies de knelpunten zijn van het huidige recht. In dit hoofdstuk zal gekeken worden naar de kritiek vanuit de politiek en vanuit de literatuur. Ook de voorgestelde verbeterpunten om tot een rechtvaardiger partneralimentatie te komen zullen aan bod komen. Om een compleet beeld te krijgen zullen er ook wat cijfers voorbij komen met betrekking tot echtscheiding en partneralimentatie. Er zal gekeken worden naar het aantal echtscheidingen en in hoeveel gevallen er partneralimentatie wordt toegekend door de rechter. Hiermee wordt een duidelijker beeld geschetst van partneralimentatie. In onderstaand grafiek is duidelijk dat het aantal echtscheidingen de afgelopen 5 jaar is gestegen. Flitsscheidingen zijn sinds 2009 niet meer mogelijk. De in 2014 ontbonden huwelijken hebben gemiddeld een duur van bijna 15 jaar. Dat is een langere duur dan 10 jaar geleden. In 2014 vond 30% van de echtscheidingen plaats na een huwelijk van meer dan 20 jaar, 10 jaar geleden was dit nog een kwart. 53 Bron: CBS htm (geraadpleegd op ) 19

20 In 2011 werd bij bijna één op de zes echtscheidingen partneralimentatie toegewezen door de rechter. Dit is minder vaak dan 10 jaar geleden, maar de bedragen zijn wel hoger geworden. In 2011 heeft de rechter keer alimentatie toegewezen aan de vrouw; dat is bijna 16% van de echtscheidingen die dat jaar door de rechter werden afgedaan. In 2001 was dit percentage 18%. Toen ging het in de helft van de gevallen om een bedrag van meer dan 450 per maand. In 2011 is dat bedrag toegenomen tot 650 per maand. Deze stijging van 44% is twee keer zo groot als de inflatie over deze periode. De toename van het bedrag komt mede doordat de gemiddelde leeftijd bij scheiding hoger is geworden. Hier horen veelal ook hogere inkomens bij; dit leidt weer tot een hoger alimentatiebedrag. 54 In 2012 is een onderzoek uitgevoerd door TNS NIPO namens de vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingmediators (vfas). 55 In dit onderzoek stonden de echtscheiding en alimentatie centraal.bij dit onderzoek is een aantal stellingen voorgelegd aan gescheiden en niet-gescheiden mensen. Hieruit is een aantal interessante cijfers naar voren gekomen. Bij de stelling of de duur van de huidige partneralimentatie moet worden ingekort zijn de meningen verdeeld. Tweederde van de gescheiden Nederlanders vindt dat de ex-partner na maximaal 5 jaar in zijn of haar eigen levensonderhoud moet kunnen voorzien. 17% vindt dat er geen maximum aan gesteld moet worden. Mannen vinden vaker dan vrouwen dat de duur omlaag zou moeten naar maximaal 5 jaar (83% versus 54%). De gemiddelde Nederlander is, vaker dan de groep gescheiden Nederlanders, van mening dat de duur van partneralimentatie tussen de 1 en de 3 jaar zou moeten liggen. Driekwart vindt dat de huidige duur van partneralimentatie te lang is. Mannen vinden dit vaker dan vrouwen (90% versus 62%). De ondervraagden die het te lang vinden duren geven aan dat de periode 3,5 jaar (gemiddeld) zou moeten zijn. De groep ondervraagden die het te kort vinden duren geven aan dat een periode van 21(!) jaar (gemiddeld) wenselijk zou zijn Kamerstukken II 2014/ nr.3 (Memorie van Toelichting) 55 Het onderzoek is uitgevoerd onder gescheiden Nederlanders, daarnaast is nog een groep van 987 Nederlanders ondervraagd die representatief is voor de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder. 56 Rapport Scheiden in Nederland 2012 te raadplegen via < 20

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Swinkels tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten

Nadere informatie

*/530%6$5*& 5XFF DBTVT

*/530%6$5*& 5XFF DBTVT Op de verscheurde foto staan de 35-jarige Lisa en haar twaalf jaar oudere ex-man David. Lisa en David zijn na een huwelijk van tien jaar van elkaar gescheiden. Het voormalige echtpaar leidde een zeer welvarend

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen

Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen Leidt het initiatiefwetsvoorstel 34231 Herziening partneralimentatie tot een grotere terugval van de financiële

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 3 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

Geschiedenis partneralimentatie vanaf 1830

Geschiedenis partneralimentatie vanaf 1830 De indieners van de wet hebben in hun Memorie van Toelichting uitvoerig de geschiedenis beschreven van partneralimentatie. Ze zijn daarbij teruggegaan tot 1830, toen voor het eerst wettelijk werd vastgelegd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 311 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet?

De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet? De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet? Een onderzoek naar de voorstellen inzake de wijziging van partneralimentatie Student: Nicole Hoijtink Administratienummer: S769766 Instelling: Universiteit

Nadere informatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie Nieuwe richtlijn kinderalimentatie maart 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Bijgewerkt t/m nr. 13 (Derde nota van wijziging d.d. 1 oktober 2018) 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 VERHAAL VAN BIJSTAND Algemeen Op grond van artikel 61 van de Wet werk en bijstand (WWB) kunnen door het College de kosten van bijstand worden

Nadere informatie

12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid?

12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid? 12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid? Op 1 juli 2006 is het twaalf jaar geleden dat de Wet Limitering Alimentatie na scheiding

Nadere informatie

De bewijslast in artikel 1:160 BW procedures

De bewijslast in artikel 1:160 BW procedures De bewijslast in artikel 1:160 BW procedures Inleiding Zoals collega Van den Anker al eerder (Samenleven en alimentatie ontvangen? EB 2009, 32) schreef, is de alimentatieplicht niet oneindig. Deze kan

Nadere informatie

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken. Antwoorden door Een scholier 2544 woorden 4 oktober 2004 5,9 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Verslag: Scheiden, alimentatie en bijstand in Nederland In dit verslag heb ik, in ieder geval, de antwoorden

Nadere informatie

Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet?

Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet? Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet? M. VAN MEURS & M. NIEUWENDIJK 1 1. Inleiding Als mensen gaan trouwen (of een geregistreerd partnerschap aangaan) beloven ze, bij de ambtenaar van de

Nadere informatie

De grondslag van de partneralimentatie

De grondslag van de partneralimentatie De grondslag van de partneralimentatie Een onderzoek naar de invulling van de huwelijksgerelateerde vermindering van de verdiencapaciteit als grondslag voor het partneralimentatierecht Jelske Adema ANR

Nadere informatie

BELEIDSREGELS VERHAAL

BELEIDSREGELS VERHAAL BELEIDSREGELS VERHAAL ALGEMEEN 1. Algemeen (art. 61 Wwb) Met ingang van 1 juli 2009 is de invoeringswet (de verhaalswetsartikelen uit de oude Abw) volledig vervangen door de artikel 61 en 62 Wwb. De Wwb

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van Oosten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de

Nadere informatie

Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig

Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Initiatiefnota Partneralimentatie

Initiatiefnota Partneralimentatie Initiatiefnota Partneralimentatie Initiatiefnota van de leden Van der Steur, Recourt en Berndsen 1. Het plan in het kort Indieners willen dat partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter wordt. Zij

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Hoofdstuk 1 - Algemeen Beleidsregels verhaal WWB 2014 Hoofdstuk 1 - Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2748 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 316/2007

ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2748 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 316/2007 ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2748 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2007 Datum publicatie 25-01-2008 Zaaknummer 316/2007 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010 Nr. 23

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010 Nr. 23 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010 Nr. 23 Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand (b. en w.-besluit van 9 maart 2010) Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht; BESLUIT vast te stellen het volgende

Nadere informatie

Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig?

Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig? Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig? Jurisprudentie-onderzoek naar de huidige rechtspraktijk omtrent limitering van de duur van partneralimentatie en het wetsvoorstel

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015 BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015 Het College van burgemeester en wethouders van Utrecht; BESLUIT: Vast te stellen het volgende BELEIDSREGELS BIJSTANDSVERHAAL 2015 FORMELE GRONDSLAG Wettelijk kader 1.

Nadere informatie

De herziening van de partneralimentatie Een game changer of een wensdenken?

De herziening van de partneralimentatie Een game changer of een wensdenken? De herziening van de partneralimentatie Een game changer of een wensdenken? Naam: Claire Zonneveld Masteropleiding: Privaatrechtelijke rechtspraktijk Begeleider: Dr. I. Curry-Sumner Tweede lezer: Mw. dr.

Nadere informatie

Inhoud VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN V XV 1 DE FASE VOOR DE SCHEIDING 1 1.1 Scheiden of niet 1 1.2 Inschakeling van een advocaat 2 1.3 Verzoening 10 1.4 Gescheiden wonen 11 1.5 Risico s bij

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Dankwoord... ix Lijst van afkortingen... xiii Lijst van verkort aangehaalde literatuur... xv

INHOUD. Voorwoord... v Dankwoord... ix Lijst van afkortingen... xiii Lijst van verkort aangehaalde literatuur... xv INHOUD Voorwoord............................................................ v Dankwoord.......................................................... ix Lijst van afkortingen.................................................

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900 ECLI:NL:HR:2017:1273 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 07-07-2017 Datum publicatie 07-07-2017 Zaaknummer 17/00900 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:487

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 311 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

Lijst met veel gebruikte afkortingen. Introductie 1. Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9

Lijst met veel gebruikte afkortingen. Introductie 1. Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9 INHOUDSOPGAVE Lijst met veel gebruikte afkortingen XII Introductie 1 Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9 Hoofdstuk 1 Het onderscheid tussen de twee grondslagen in het huidige

Nadere informatie

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. DERDE AFDELING VAN ECHTSCHEIDING Artikel 260-142 De vordering tot echtscheiding wordt ingesteld bij de kantonrechter, binnen wiens rechtsgebied de gedaagde op het ogenblik van de indiening van het in artikel

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082 Rapport Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Datum: 14 mei 2012 Rapportnummer: 2012/082 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen In België kan men onder andere aan de hand van twee verschillende procedures uit de echt scheiden: - de procedure EOT (Echtscheiding Onderlinge Toestemming) - de procedure

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016

Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016 1 https://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken-in-adviezen/tekst-advies.html?id=12235 Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016 De initiatiefnemers danken de Afdeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1985-1986 18813 Wijzigingen van bepalingen in de Algemene Bijstandswet die betrekking hebben op het verhaal van kosten van bijstand Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 10.1 INLEIDING In dit proefschrift is onderzocht in hoeverre en op welke wijze het Nederlandse partneralimentatierecht verbeterd kan worden door een duidelijk

Nadere informatie

MASTERSCRIPTIE Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers?

MASTERSCRIPTIE Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers? MASTERSCRIPTIE Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers? Student: Silvia Tromp Studentnummer: 5875404 Master: Privaatrecht: Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Vakgebied: Personen-en

Nadere informatie

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd;

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd; ECHTSCHEIDINGSCONVENANT Ondergetekenden..., de man, en..., de vrouw, IN AANMERKING NEMENDE: Partijen zijn op..., te..., gehuwd; de man heeft de... nationaliteit; de vrouw heeft de... nationaliteit; Uit

Nadere informatie

Aan de lidorganisaties van de Nederlandse VrouwenRaad. Betreft: Voortgang Wet herziening partneralimentatie, nr Datum: 1 december 2016

Aan de lidorganisaties van de Nederlandse VrouwenRaad. Betreft: Voortgang Wet herziening partneralimentatie, nr Datum: 1 december 2016 1 Aan de lidorganisaties van de Nederlandse VrouwenRaad Betreft: Voortgang Wet herziening partneralimentatie, nr. 34.231 Datum: 1 december 2016 Beste vrouwen, Hierbij een bericht over de voortgang van

Nadere informatie

Artikelen. Bijna 33 duizend echtscheidingszaken afgehandeld in 2007. Arno Sprangers en Nic Steenbrink

Artikelen. Bijna 33 duizend echtscheidingszaken afgehandeld in 2007. Arno Sprangers en Nic Steenbrink Artikelen Bijna 33 duizend echtscheidingszaken afgehandeld in 7 Arno Sprangers en Nic Steenbrink In 7 werden 32,6 duizend huwelijken door de Nederlandse rechter ontbonden. Dit is vrijwel gelijk aan het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320

Rapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320 Rapport Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen weigert om bij de inning van de verschuldigde kinderalimentatie

Nadere informatie

Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden

Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden Een onderzoek naar de wijze waarop het recht op partneralimentatie in Nederland voor exsamenwonenden kan worden aangepast, zodat ook ex-samenwonenden een (wettelijke)

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Scheiden en Alimentatie

Scheiden en Alimentatie Scheiden en Alimentatie Dagelijks worden aan CSG Advocatuur tientallen vragen gesteld over Scheiden en Alimentatie. Op deze pagina vindt u de antwoorden op de aan CSG Advocatuur meest gestelde vragen over

Nadere informatie

Scriptie Master Privaatrecht 2015. Partneralimentatie

Scriptie Master Privaatrecht 2015. Partneralimentatie Scriptie Master Privaatrecht 2015 Is de duur van huidige partneralimentatieregeling nog wel van deze tijd? Naam Studentnr. 5925339 Anneleonie Kaspers Begeleider Mevrouw mr. M.I. van Drunick-Peereboom 2

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BK7496

ECLI:NL:RBHAA:2009:BK7496 ECLI:NL:RBHAA:2009:BK7496 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 01-12-2009 Datum publicatie 23-12-2009 Zaaknummer 158430 - FA RK 09-1924 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet herziening

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1993-1994 Nr. 109a 22 170 Wijziging van enige bepalingen van het voorstel van wet houdende wijziging van bepalingen in het Burgerlijk Wetboek in verband

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743

ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743 ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743 Instantie Datum uitspraak 14-12-2005 Datum publicatie 17-02-2006 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 112-H-05

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BR3795

ECLI:NL:RBALK:2010:BR3795 ECLI:NL:RBALK:2010:BR3795 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 16-12-2010 Datum publicatie 01-08-2011 Zaaknummer 124126 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur In hoeverre vraagt de onderhoudsverplichting, zoals neergelegd in artikel 1:157 BW, om een herziening en in hoeverre zou het Spaanse recht

Nadere informatie

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Inleiding Door omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat het inkomen van een belanghebbende niet (volledig) toereikend is ter voorziening

Nadere informatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Werkgroep alimentatienormen 16 november 2012 Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Stap 1: netto besteedbare inkomen Voor alimentatiedoeleinden is het netto inkomen,voorzien

Nadere informatie

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015 Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015 De raad van de gemeente Zaanstad, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van.. 2014; nr. gelet op de artikel

Nadere informatie

Alimentatie. In dit informatieblad. Inleiding

Alimentatie. In dit informatieblad. Inleiding Alimentatie In dit informatieblad vindt u informatie over de alimentatie van ex-echtgenoten, ex-geregistreerde partners en ouders voor hun kinderen tot 21 jaar. Deze situaties komen het meest voor. Bent

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012. Rapportnummer: 2012/005

Rapport. Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012. Rapportnummer: 2012/005 Rapport Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012 Rapportnummer: 2012/005 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het LBIO nog vijf maanden opslagkosten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:2181

ECLI:NL:GHSHE:2014:2181 ECLI:NL:GHSHE:2014:2181 Instantie Datum uitspraak 15-07-2014 Datum publicatie 16-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD 200.132.743_01 Civiel

Nadere informatie

Door: Rik Smit FFP RFEA. Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht

Door: Rik Smit FFP RFEA. Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht Door: Rik Smit FFP RFEA Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht Stellingen Alimentatie advies is allesomvattend, behalve juridisch van aard Alimentatie advies is allesomvattend,

Nadere informatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Opmerkingen vooraf: - de richtlijn is niet aangepast aan de nieuwe regelgeving met ingang van 1 januari 2013. - de nieuwe regelgeving per 1 januari 2013 is wel verwerkt

Nadere informatie

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Op 1 juli 2015 treedt het belangrijkste deel van de Wet werk en zekerheid in werking: de herziening van het ontslagrecht. Hoe die

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657

ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657 ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657 Instantie Datum uitspraak 08-02-2006 Datum publicatie 09-03-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 1103-M-05 Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:172

ECLI:NL:CRVB:2017:172 ECLI:NL:CRVB:2017:172 Instantie Datum uitspraak 13-01-2017 Datum publicatie 19-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4485 AOW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011 OUDERSCHAPSPLAN II juli 2011 mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 december 2007 Rapportnummer: 2007/313

Rapport. Datum: 18 december 2007 Rapportnummer: 2007/313 Rapport Datum: 18 december 2007 Rapportnummer: 2007/313 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het LBIO: namens verzoekers ex-echtgenote de kinderalimentatie voor verzoekers zoon heeft geïnd over de maanden

Nadere informatie

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015 Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Nummer 21, 24 december 2014 Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015 De raad van de gemeente De Wolden;

Nadere informatie

Verslag VVR-Seminar Is partneralimentatie aan vernieuwing toe? 18 september 2015, De Pont, Amsterdam

Verslag VVR-Seminar Is partneralimentatie aan vernieuwing toe? 18 september 2015, De Pont, Amsterdam Verslag VVR-Seminar Is partneralimentatie aan vernieuwing toe? 18 september 2015, De Pont, Amsterdam De voorzitter van de Vereniging voor Vrouw en Recht, Clara Wichmann (VVR), mr. M.M.(Mieke) van der Burg,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 Instantie Datum uitspraak 25-09-2013 Datum publicatie 11-10-2013 Zaaknummer 2113562 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 16-12-2014.. gelet op het bepaalde in paragraaf 6:5 van de Participatiewet (Pw) inzake verhaal van bijstand; besluiten: vast te stellen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar bij verordening

Nadere informatie

ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN

ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN Mr. S.Y. Dijkstra is werkzaam als advocaat personen- en familierecht bij De Haan Advocaten & Notarissen. Het personen- en familierecht is volop in beweging. Ook de wet-

Nadere informatie

Voorlopig verslag van de schriftelijke vragen van de Eerste Kamerfracties over wetsvoorstel , partneralimentatie, 11 februari 2019

Voorlopig verslag van de schriftelijke vragen van de Eerste Kamerfracties over wetsvoorstel , partneralimentatie, 11 februari 2019 - 1 - Eerste reactie, via e-mail We zijn verheugd over de ingebrachte vragen en opmerkingen van de Eerste Kamerleden! Ze hebben o.i. goed gekeken naar wat er in het wetsvoorstel staat en daar via hun vragen

Nadere informatie

Handleiding bij scheiding

Handleiding bij scheiding Handleiding bij scheiding door mr. J.A.M.P. Keijser Derde, herziene druk Kluwer-Deventer-1995 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De fase vöör de scheiding 1 1.1. Scheiden of niet 1 1.2. Inschakeling van een advocaat

Nadere informatie

Partneralimentatie nieuwe stijl: korter, eenvoudiger, beter?

Partneralimentatie nieuwe stijl: korter, eenvoudiger, beter? Partneralimentatie nieuwe stijl: korter, eenvoudiger, beter? Adviesrapport over het initiatiefvoorstel Wet herziening partneralimentatie Auteur: Zohal Shadman Studentnummer: 2069121 Onderwijsinstelling:

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR326941_1. Beleidsregels verhaal WWB Hoofdstuk 1 - Algemeen. 9 januari Officiële uitgave van Venlo.

CVDR. Nr. CVDR326941_1. Beleidsregels verhaal WWB Hoofdstuk 1 - Algemeen. 9 januari Officiële uitgave van Venlo. CVDR Officiële uitgave van Venlo. Nr. CVDR326941_1 9 januari 2018 Beleidsregels verhaal WWB 2014 Beleidsregels verhaal WWB 2014 Hoofdstuk 1 - Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die

Nadere informatie

Kinder- en partneralimentatie

Kinder- en partneralimentatie 1 Kinder- en partneralimentatie 2 Inhoud Voorwoord... 3 Kinderalimentatie... 4 Kinderkosten/kinderbijslag en kindgebonden budget... 4 Tremanormen... 4 Werkelijke kinderkosten en werkelijke inkomsten en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1704

ECLI:NL:RBNHO:2015:1704 ECLI:NL:RBNHO:2015:1704 Instantie Datum uitspraak 04-03-2015 Datum publicatie 07-04-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/214023 / FA RK 14-1759 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De partner-alimentatieverplichting van een directeur-grootaandeelhouder

De partner-alimentatieverplichting van een directeur-grootaandeelhouder De partner-alimentatieverplichting van een directeur-grootaandeelhouder Masterscriptie voor de master commerciële rechtspraktijk aan de Universiteit van Amsterdam Door: Frank Aartsen Studentnummer: 5873592

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Publicatiedatum: 15 oktober 2014 Rapportnummer: 2014 /139 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Een onderzoek naar de titel op grond waarvan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Scriptie. Thema: Partneralimentatie

Scriptie. Thema: Partneralimentatie Scriptie Thema: Partneralimentatie In hoeverre kunnen het huidige en het voorgestelde recht met betrekking tot de partneralimentatie verbeterd of aangevuld worden aan de hand van het Duitse recht met betrekking

Nadere informatie