BRIS bv Postbus BV Rotterdam T (010) F (010) E I

Transcriptie

1 2 BRIS bv Postbus BV Rotterdam T (00) 899 F (00) E bris@bris.nl I

2 DEZE HANDLEIDING Dit is een verkorte versie van de handleiding die in BRANDO2 (versie 2.) is opgenomen. INHOUDSOPGAVE 2 REKENING HOUDEN MET DE VOLGENDE PUNTEN ) meter afstand tussen observatiepunten en openingen in brandruimtes: Observatiepunten kunnen volgens de NEN-norm in de meeste gevallen niet op een afstand kleiner dan meter van openingen in de brandruimte staan. 2) Eén brandruimte / brandcompartiment per tekening: Houdt de tekening zo eenvoudig mogelijk. In principe wordt per tekening maar één brandruimte berekend. ) Meer hoeken / gevels = meer rekentijd: De berekening word complexer en duurt langer naarmate er meer hoeken en gevels in een ruimte (omsloten grondvlak) aanwezig zijn. OVERZICHT VAN BESCHREVEN FUNCTIONALITEITEN Voor het tekenen van een ruimte is in het volgende voorzien: ) Raster: Een raster met een afstand van 2000 millimeter tussen elke rasterlijn. 2) Navigatie en lagen: BRANDO2 (versie 2.) kent voor elk type object (openingen, gevels, maatlijnen) een eigen laag. Dit is vooral nuttig bij het verwijderen van objecten zoals openingen en gevels. ) Importeren van bouwtekeningen: bouwtekeningen in de vorm van JPG bestanden kunnen in Brando worden geimporteerd en in de tekentool opgeroepen. Gevel tekentool: Een tekentool waarmee een gevel kan worden getekend. ) Eigenschappen van gevel: Elke gevel heeft een verzameling van eigenschappen en instellingen waaronder: lengte, hoek, gespiegeld of niet. ) Weergeven en ankeren van A en B hoekpunt: door aan te geven welke hoekpunt van een gevel A en B is, kunnen manipulaties op lengte en breedte inzichtelijker worden uitgevoerd. 6) Cijfermatig tekenen en aanpassen van gevels via relatieve hoek en lengte: de mogelijkheid om gevels te tekenen door de lengte en de relatieve hoek van de nieuwe gevel in te geven ten aanzien van de op dat moment geselecteerde gevel. 7) Stappen herhalen: door de spatiebalk in de drukken kan een stap worden herhaald bij het cijfermatig tekenen. 8) Spiegelen van gehele objecten: Elke ruimte in de tekening wordt in z n geheel gespiegeld. Dit kan per gevel worden ingesteld. 9) Brandruimte beheren: Elke gesloten ruimte kan in principe een brandruimte zijn. Een eigenschap kan worden toegevoegd en verwijderd. 0) Dupliceren van een object naar de volgende bouwlaag: Elke ruimte in de tekening wordt inclusief openingen naar de bovenliggende etage gekopieerd. ) Openingen toevoegen en beheren: Deuren en ramen van een object worden via openingen toegevoegd aan een gevel. Observatiepunten kunnen later worden aangegeven. 2) Maatlijnen: Maatlijnen kunnen worden toegevoegd om afstanden tussen objecten te bepalen of het tekenproces te ondersteunen. ) Bouwlagen: Voor ruimten met meerdere etages. ) Stappen ongedaan maken: Als er bij het tekenen iets fout gaat, of als er een verkeerde handeling wordt verricht,, kan de voorgaande staat van de tekening weer hersteld worden. : RASTER...2 2: WEERGAVE / LAGEN a. Onderdelen b. Lagen...2 : Onderlegger...2.a. Onderdelen...2.b. Importeren van onderlegger...2.c. Bouwlagen en onderlegger...2.d. Kiezen uit lijst met onderlegger...2.e. Verschuiven en schalen van een onderlegger...2.f. Verwijderen van een onderlegger...2.g. Onderlegger tonen/verbergen...2 : LIJNTEKENTOOL....a. Onderdelen....b. Overtrekken van een bouwtekening....c. Tekenen van een ruimte met de muis....d. Verplaatsen van een gevel of hoekpunt....e. Verwijderen van een gevel... : EIGENSCHAPPEN VAN EEN GEVEL....a. Onderdelen... 6: WEERGEVEN EN ANKEREN VAN A EN B HOEKPUNT... 6.a. Weergeven... 6.b. Ankeren... 7: CIJFERMATIG TEKENEN EN AANPASSEN VAN GEVELS... 7.a. Cijfermatig aanpassen van gevels... 7.b. Cijfermatig tekenen van gevels... 8: STAPPEN HERHALEN / SNELTEKENEN... 9: SPIEGELEN VAN GEHELE OBJECTEN... 9.a. Onderdelen... 9.b. Spiegelen aanzetten... 9.c. Spiegelen uitzetten... 0: BRANDRUIMTE BEHEREN... 0.a. Onderdelen... 0.b. Brandruimte toevoegen... 0.c. Brandruimte verwijderen... : DUPLICEREN VAN EEN RUIMTE NAAR DE VOLGENDE BOUWLAAG....a. Object / ruimte dupliceren naar de volgende bouwlaag....b. Vervangen van een bestaand duplicaat... 2: OPENINGEN TOEVOEGEN EN BEHEREN... 2.a. Onderdelen... 2.b. Opening toevoegen... 2.c. Opening verplaatsen... 2.d. Opening verwijderen... 2.e. Eigenschappen van een opening... : MAATLIJNEN....a. Onderdelen....b. Maatlijn tekenen....c. Maatlijn verwijderen....d. Eigenschappen van een maatlijn... : BOUWLAGEN....a. Onderdelen....b. Bouwlaag selecteren / tekenen van een bouwlaag....c. Vloerdikte en hoogte binnenruimte instellen... : STAPPEN ONGEDAAN MAKEN / HERSTELLEN....a. Onderdelen....b. Ongedaan maken....c. Herstellen...

3 : RASTER : BOUWTEKENINGEN IMPORTEREN Het raster kan onder andere worden gebruikt om bouwtekeningen op schaal te zetten. Het raster is niet instelbaar. De afmetingen zijn 000x000 voor het subraster en 2000x2000 mm voor het hoofdraster. 2: WEERGAVE / LAGEN 2.a. Onderdelen.a. Onderdelen ) Opties voor bouwtekeningen 2) Lijst met beschikbare bouwtekeningen ) Bouwtekening verplaatsen ) Bouwtekening verwijderen ) Bouwtekening vergroten / verkleinen 6) Bouwtekening tonen/verbergen.b. Importeren van bouwtekeningen Vanuit Instellingen bij een berekening, kan per laag een bouwtekening worden geimporteerd in BRANDO2. Deze bouwtekening kan vervolgens via knop (2) in de tekenwerkset worden opgeroepen..c. Bouwlagen en bouwtekeningen Op elke bouwlaag kan één eigen bouwtekening als onderlegger worden geplaatst d. Kiezen uit lijst met bouwtekeningen Knop (2) roept de lijst met bouwtekeningen op. Klik op een bouwtekening in de lijst, klik op OK en de tekening wordt op de onderlegger worden geplaatst. Klik op () om de tekening juist te positioneren. Verander de schaalgrootte in () om de tekening op de juiste schaal te brengen. ) Inzoomen 2) Uitzoomen ) Alles tonen ) Aanzichten ) Opties voor bouwtekeningen 6) Opties voor gevels 7) Opties voor ruimtes 8) Opties voor gevelopeningen 9) Opties voor maatlijnen 0) Undo / redo ) Instellingen.e. Verschuiven en schalen van een bouwtekening Voor het overtrekken van een bouwtekening is het noodzakelijk dat deze op de juiste schaal in BRANDO2 wordt getoond. Verander de waarde in () om de tekening op schaal te brengen (7.8% in het voorbeeld). Zoom in met de loupe om meer detail te zien. Klik op knop () om de maatlijnen van de bouwtekening op het raster of een maatlijn van BRANDO2 te plaatsen tijdens het schalen. (Zie onderstaand voorbeeld) b. Lagen BRANDO2 kent: bouwtekeningen, gevels, openingen en maatlijnen. Elke ruimte is op een eigen laag geplaatst. Door op een icoon in het menublok Tekenen te klikken wordt de betreffende laag geactiveerd met de beschikbare tools. De andere lagen worden automatisch geblokkeerd. Zie.b. mbt importeren van een bouwtekening..f. Verwijderen van een bouwtekening Een bouwtekening kan van de onderlegger worden verwijderd door eerst () aan te klikken en met het kruisje de bouwtekening..g. Bouwtekeningen tonen/verbergen Door de checkbox van (6) aan te klikken kan de bouwtekening worden verborgen of getoond.

4 : GEVELTEKENTOOL 6: WEERGEVEN EN ANKEREN VAN A EN B HOEKPUNT 6.a. Onderdelen ) Tekenlaag 2) Teken gevel ) Verplaats gevel ) Verwijder gevel 2.b. Overtrekken van een bouwtekening Uitgangspunt: stappen 2.b, 2.d en 2.e. zijn reeds gedaan. Klik op (2). Trek vervolgens de contouren van de binnenkant van het brandcompartiment. (WBDBO berekeningen volgens NEN 6068 hebben betrekking op de binnenruimte.).c. Tekenen van een ruimte met de muis Klik op knop (2). Teken de ruimte met de muis. BRANDO2 tekent automatisch een vloer als de ruimte gesloten is. Klik op de spatiebalk om het tekenen van gevels te onderbreken..d. Verplaatsen van een gevel of hoekpunt Klik op (). Breng de muis naar de hoekpunt van twee gevels, of naar een gevel. Klik en versleep de gevel of het hoekpunt. Het muis-icoon geeft de bewegingsrichtingen aan en ziet er uit zoals hiernaast is weergegeven..e. Verwijderen van een gevel Klik op (). Klik op een gevel. De gevel wordt verwijderd. : EIGENSCHAPPEN VAN EEN GEVEL.a. Onderdelen ) Hoekpunten A en B 2) Lengte van de gevel ) Hoek van de geselecteerde gevel ) Ankerpunt van waaruit mutaties in lengte en hoek van gevel worden uitgevoerd ) Gevel toevoegen 6) Aanzicht van gevel omdraaien 7) Spiegelsymmetrie toepassen 8) Afstand van de spiegellijn ten aanzien van de gevel a. Weergeven Klik op de tekenlaag Teken gevel (zie.a). Klik op een gevel. Automatisch worden hoekpunten A en B weergegeven. 6.b. Ankeren Standaard is hoekpunt A geankerd. Als de hoek of lengte van een gevel wordt veranderd, is het geankerde hoekpunt het uitgangspunt van de verandering. De positie van het geankerde hoekpunt blijft onveranderd. De circel van een geankerd hoekpunt wordt lichtblauw. 7: CIJFERMATIG TEKENEN EN AANPASSEN VAN GEVELS 7.a. Cijfermatig aanpassen van gevels Klik op een gevel. Het fomulier Eigenschappen gevel verschijnt. Kies welk hoekpunt verankerd moet blijven. Een blauwe lijn geeft de nieuwe situatie aan in de tekening. Pas in (2) en () de lengte en hoek van een gevel aan. Klik op toepassen om de verandering te bestendigen. 7.b. Cijfermatig tekenen van gevels Klik op een gevel. Kies welk hoekpunt ( A of B ) verankerd moet blijven (zie.b Ankeren ). Klik op (): + Gevel. Vul de lengte en hoek in van de nieuwe gevel. Klik op maken. De blauwe lijn wordt vervangen door een gevel. De hoek van een nieuwe gevel is altijd relatief ten aanzien van de gevel die aangeklikt is. 8: STAPPEN HERHALEN / SNELTEKENEN Door de spatiebalk in te drukken wordt de vorige stap van het maken van een nieuwe gevel herhaald. Dit is vooral handig voor ronde ruimten waarin de hoek en lengte van een gevel herhaald worden. In de afbeelding zijn de instellingen zichtbaar die gebruikt zijn voor het sneltekenen van de ronde ruimte. 7

5 9: SPIEGELEN VAN GEHELE RUIMTEN 9.a. Onderdelen ) Originele gevel 2) Gespiegelde gevel ) Spiegelsymmetrie aan/uit ) Loodrechte afstand van spiegellijn ten aanzien van originele gevel 2.a. Ruimte dupliceren naar de volgende bouwlaag Klik op () in het tekenmenu onder de tekentool Ruimten tab (). Klik op de vloer van de ruimte die naar de bovenliggende bouwlaag moet worden gedupliceerd. Klik op OK bij de vraag of u de ruimte naar de bovenliggende bouwlaag wil kopieren. Alle openingen worden bij het dupliceren ook overgenomen..b. Vervangen van een bestaand duplicaat Als er al een duplicaat aanwezig is, wordt deze vervangen door de nieuwe kopie. 2: OPENINGEN TOEVOEGEN EN BEHEREN 8 9.b. Spiegelen aanzetten Klik op een gevel. Klik op () zodat de checkbox is aangevinkt. Klik op toepassen. Dit kan voor alle gevels. Het complete brandcompartiment, inclusief gevelopeningen wordt gespiegeld. Ook latere aanpassingen in het brandcompartiment worden automatisch in de gespiegelde ruimte doorgevoerd. 2.a. Onderdelen ) Tekentool Openingen 2) Openingen toevoegen ) Opening verplaatsen ) Opening verwijderen 2.b. Opening toevoegen 2 Klik op (2). Klik op een gevel. De opening wordt automatisch juist gepositioneerd op de gevel. 9 9.c. Spiegelen uitzetten Klik op een gevel die gespiegeld is. Klik op () zodat de checkbox is uitgevinkt. Klik op toepassen. Dit kan voor alle gevels. Instellingen van gevelopeningen worden bewaard in de oorspronkelijke ruimte. 2.c. Opening verplaatsen Klik op (). Klik op een opening. Houdt de muisknop ingedrukt en sleep de opening. 2.d. Opening verwijderen Klik op (). Klik op een opening. De opening wordt verwijderd. 0: BRANDRUIMTE BEHEREN 0.a. Onderdelen ) Tekentool Opties voor ruimten 2) Eigenschap brandruimte aan / uit ) Ruimte kopieren naar bovenliggende bouwlaag ) Brandruimte verwijderen 0.b. Brandruimte toevoegen 2 Klik op (2). Klik op de vloer van een ruimte wat de eigenschap brandruimte moet krijgen. De vloer van de ruimte wordt rood. 0.c. Brandruimte verwijderen Klik op (). Klik op een ruimte met een rode vloer. De vloer wordt grijs. De ruimte is geen brandruimte meer. 2.e. Eigenschappen van een opening Klik op een opening. Het venster Gegevens opening verschijnt. Hierin kunnen de volgende zaken worden aangepast: ) De hoogte, breedte en positionering van de opening 2) Of de opening observatiepunten bevat. Punten waar de stralingsflux wordt berekend.de richting van de opening (deze staat standaard in dezelfde richting als de gevel) ) Het aantal gridlijnen waarop de meetpunten worden geplaatst ) Of het een opgaande gevel betreft ) Een weergave van de opening zoals deze in de gevel is geplaatst 2 6 : DUPLICEREN VAN EEN RUIMTE NAAR DE VOLGENDE BOUWLAAG NAAR DE VOLGENDE BOUWLAAG

6 : MAATLIJNEN.a. Onderdelen ) Tekenlaag Maatlijnen 2) Maatlijn tekenen ) Maatlijn verwijderen 2.b. Maatlijn tekenen Klik (2). Klik op het beginpunt van de maatlijn. Klik op het eindpunt..c. Maatlijn verwijderen Klik op (). Klik op de maatlijn die verwijderd moet worden. Aantekeningen 0 : BOUWLAGEN.a. Onderdelen ) Bouwlaag selecteren 2) Instellingen van bouwlaag tonen ) Instellingen van verdiepingshoogte en dikte van bovenliggende vloer 2.b. Bouwlaag selecteren / tekenen van een bouwlaag Klik op een bouwlaag in (). Alle items op die bouwlaag worden getoond. Tekeningen die op de geselecteerde bouwlaag worden gemaakt, horen bij die bouwlaag..c. Vloerdikte en hoogte binnenruimte instellen Klik op (2). Het dialoogvenster Instellingen bouwlaag wordt zichtbaar. In () kunnen de verdiepingshoogte en de dikte van de bovenliggende vloer worden ingevoerd. : STAPPEN ONGEDAAN MAKEN / HERSTELLEN.a. Onderdelen Undo / ongedaan maken / vorige stap herstellen Redo / herstellen.b. Ongedaan maken Klik op () om de vorige staat van de tekening op te roepen. 2.c. Herstellen Klik op (2) om weer terug te gaan naar de meest recente staat van de tekening, voordat undo werd aangeklikt.