Voorwoord. Bestuur Afdeling West- en Midden-Brabant

Transcriptie

1

2 Voorwoord Dankzij de beroepskrachten en de aanwezigheid van een afdelingskantoor is de zichtbaarheid van de Dierenbescherming in de regio West- en Midden-Brabant enorm vergroot. De beroepskrachten en het bestuur werken samen met alle vrijwilligers aan de verdere professionalisering binnen de eigen organisatie en versterking van de Dierenbescherming als geheel. In 2013 gaan we daar mee door. Wat onze concrete plannen zijn, leest u in dit jaarplan. Zo start in 2013 eindelijk de nieuwbouw van het dierenasiel Breda e.o.. Daarnaast hopen we belangrijke stappen te kunnen zetten ten aanzien van een nieuw dierenopvangcentrum in de regio West-Brabant. Uiteraard gaan we ondertussen door met succesvolle activiteiten op het gebied van dierenhulp, zoals de TNR-activiteiten en het project Minimakat. De financiële uitdagingen van de afdeling worden ondertussen steeds groter. Het afnemen van structurele financieringsbronnen moet op andere manieren worden gecompenseerd. Het bestuur laat in dit jaarplan zien wat de kosten per activiteit zijn, inclusief doorbelaste personeelskosten. Als laatste komt in dit jaarplan de organisatie van de afdeling aan bod en de wet&regelgeving waar de Dierenbescherming mee te maken heeft. Ook in 2013 rekenen wij weer op de steun en het vertrouwen van onze leden en vrijwilligers om de belangen van alle dieren in de regio West- en Midden-Brabant te blijven behartigen. Bestuur Afdeling West- en Midden-Brabant 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inhoudsopgave 3 1. De Dierenbescherming afdeling West- en Midden-Brabant dichtbij Achtergrond Visie, missie, doelstellingen en strategie SWOT-analyse (sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen) Financiële toekomst De kosten van de organisatie 8 2. Het werk van de Dierenbescherming afdeling West- en Midden-Brabant Kerntaak 1: Dierenhulp Kerntaak 2: Toezicht op dierenwelzijn Kerntaak 3: Voorlichting Kerntaak 4: Beleidsbeïnvloeding PR en Communicatie De inkomsten van de afdeling West- en Midden-Brabant Contributiegelden De collecte Overige fondsenwerving Begroting 2013 (samenvatting) Hoe werkt het binnen de afdeling West- en Midden-Brabant? Structuur afdeling en gelieerde partners Overige ketenpartners en samenwerkingsverbanden Hoe doet u mee met de afdeling West- en Midden-Brabant Welke regels gelden er? Toezicht houden Besturen Uitvoeren Beheersing en evaluatie 23 Bijlage 1: Organogram 24 3

4 1. De Dierenbescherming afdeling West- en Midden-Brabant dichtbij 1.1 Achtergrond In 2012 staat de afdeling als een professioneel gestuurde Nieuwe Stijl Afdeling: een meer toezichthoudend bestuur, een vaste kern van drie beroepskrachten (regiomanager, coördinator dierenhulp en toezicht dierenwelzijn en managementassistent), een ingericht kantoorpand, professionalisering van de werkorganisatie, een heldere financiële organisatie, actieve werkgroepen binnen de kerntaken en een herzien vrijwilligersbeleid. In 2013 zullen we accenten leggen op: 1. Fondsenwerving (collecte, vermogensfondsen, acties e.d.) om financieel gezonder te worden en op termijn minder financieel afhankelijk te worden. 2. Zichtbaarheid, voor wat betreft onze bijdragen aan het dierenwelzijn. 3. Versterking van de Dierenbescherming, door samen met de andere afdelingen en het Verenigingsbureau op te trekken, samen te werken en te komen tot één Dierenbescherming. 1.2 Visie, missie, doelstellingen en strategie Onze uitgangspunten, doelstelling en visie De Dierenbescherming gaat bij haar belangenbehartiging uit van de eigen waarde van het dier, los van de nutswaarde die het dier voor mensen bezit. Dieren behoren met respect behandeld te worden als zelfstandige wezens met gevoelens, bewustzijn en integriteit. Daarnaast zijn vooral de gezondheid en het welzijn van het individuele dier van groot belang. Met dit uitgangspunt, de erkenning van de eigen waarde van dieren, komt de Dierenbescherming actief op voor de belangen van alle dieren. Ons doel is een diervriendelijke maatschappij, waarin mens en dier in harmonie met elkaar leven. In de samenleving die de Dierenbescherming nastreeft, geeft de mens duurzame invulling aan welzijn, gezondheid en integriteit van ieder dier. Als afdeling van de Dierenbescherming dragen wij deze visie uit. Onze missie Het beschermen van dieren door het verlenen van (nood)hulp, het handhaven van welzijn en het beïnvloeden van de samenleving. Onze waarden Onze collectieve en intrinsieke waarden zijn: betrouwbaarheid, daadkracht en betrokkenheid. Onze algemene doelstellingen zijn: 1. De Dierenbescherming werkt professioneel aan dierenwelzijn De Dierenbescherming is de voortrekker in de keten van hulp aan dieren Dierenwelzijn in de vee-industrie is substantieel verbeterd Er is groter maatschappelijk bewustzijn van de belangen en het welzijn van dieren in het wild 2. De Dierenbescherming heeft een sterk imago en een goede marktpositie De Dierenbescherming heeft één identiteit en een sterk en herkenbaar merk Fondsenwerving is succesvol 3. De Dierenbescherming is toegerust voor haar taken Er is één professionele Dierenbescherming De Dierenbescherming is hét kennis- en informatiecentrum over het welzijn van dieren De Dierenbescherming heeft haar strategische koers geëvalueerd en indien nodig herijkt Onze regionale doelstellingen (vertaald in de vier kerntaken) zijn: Het bieden van (nood)hulp (1) aan en het verbeteren van welzijn van dieren (2) in onze regio. Het gaat hierbij om opvang (via het dierenasiel, gastgezin of een gespecialiseerde opvang), 4

5 herplaatsing (vanuit de opvang of eigenaar) en toezicht (preventief en wetshandhaving). Hierbij is samenwerking met onze partners, zowel de gelieerde stichtingen als andere opvangcentra enorm belangrijk. Integriteit, openheid en (wederzijds) respect en vertrouwen zijn hierbij onze kernwaarden. Geen wij en zij -gevoel maar constructief samen optrekken en werken in het belang van dieren. Daarnaast ondersteunen we mensen met een minimuminkomen bij de verzorging van hun huisdieren. Voorlichting (3) ter bevordering van diervriendelijk gedrag en preventie van (nood)hulp. Beleidsbeïnvloeding (4) ter bevordering van diervriendelijk beleid met betrekking tot de noodhulp, opvang, herplaatsing, preventie en toezicht. Deze beïnvloeding is vooral gericht op de lokale overheden. In hoofdstuk 2 worden deze kerntaken nader uitgewerkt en geconcretiseerd. Daarnaast heeft de afdeling tot doel de belangen te behartigen van andere dieren dan hierboven beschreven, of dezelfde dieren in andere omstandigheden, door een bijdrage te leveren aan landelijke en/of centrale campagnes en thema s. 1.3 Sterkte / zwakte analyse en risicoanalyse Hieronder volgt een globale SWOT analyse, waarbij de punten in willekeurige volgorde staan. Sterke punten van de afdeling: De Dierenbescherming kent een zeer grote naamsbekendheid. De Dierenbescherming heeft over het algemeen een positief imago. De afdeling kent een groot aantal vrijwilligers (500 inclusief collectanten), die gezamenlijk zeer gemotiveerd bergen werk verzetten. Er staat een professionele afdeling Nieuwe Stijl met een eigen kantoor, herkenbaar, zichtbaar en centraal in het werkgebied. De afdeling onderhoudt een goede en constructieve relatie met het Verenigingsbureau. De financiële organisatie is op orde. Er zijn goede contacten met de media. De Dierenbescherming en met name de afdeling is regelmatig in het nieuws en heeft verschillende ingangen om haar standpunten onder de aandacht te brengen. Alle kerntaken worden uitgevoerd (dierennoodhulp, toezicht op dierenwelzijn, voorlichting en beleidsbeïnvloeding en fondsenwerving) waarbij beroepskrachten het werk van de vrijwilligers faciliteren en coördineren. In onze regio hebben we twee gelieerde asielen die een grote rol spelen op het terrein van noodhulp en opvang van dieren. Daarnaast is er een constructieve samenwerking met het DOC-T. Dierenambulances zijn onderdeel van de asielen waardoor een optimale samenwerking is gewaarborgd. Er is een gering verloop onder de trouwe vrijwilligers in de uitvoering. De afdeling beschikt over een zeer actieve en betrokken werkgroep zwerfkatten. Zwakke punten van de afdeling: Financieel: vanwege het ontbreken van voldoende structurele inkomsten blijft de financiële toekomst uiterst onzeker. Door de beperkte financiële middelen is het noodzakelijk keuzes te maken. Dit betekent dat de professionalisering en vernieuwing niet altijd in het gewenste tempo kunnen worden gerealiseerd. Kwetsbaarheid doordat veel belangrijk werk wordt verricht door vrijwilligers. Continuïteit kan niet altijd gewaarborgd worden en het inspringen op de actualiteit is daardoor niet altijd mogelijk. 5

6 ICT: er is onvoldoende interne kennis van automatisering aanwezig waardoor de afdeling (te) snel externe deskundigheid moet inschakelen. Eenheid: de afdeling en de gelieerde asielen vormen nog geen eenheid, zowel qua uitstraling als qua bedrijfsvoering. De Dierenbescherming, i.c. de afdeling kan niet (altijd) aan de verwachtingen van het publiek voldoen. Het publiek verwacht vaak dat de Dierenbescherming alles direct oplost, wat niet mogelijk is. Dit komt onder meer omdat er beperkingen zijn in de opvangmogelijkheden. De Dierenbescherming is niet één organisatie, er zijn grote verschillen in het land met betrekking tot visie, uitvoering en financiële mogelijkheden. Kansen voor de afdeling: Samenwerking, samen optrekken en solidariteit met andere afdelingen van de Dierenbescherming biedt een duidelijke meerwaarde. Afdelingen kunnen van elkaar leren, er kan gebruik gemaakt worden van expertise en ruime ervaring van afdelingen die al langer professioneel opereren. (Verbetering van de) samenwerking van de afdeling met de asielen en tussen de asielen onderling. De opheffing van de Dierenpolitie zal ruimte bieden aan de Dierenbescherming voor extra inzet en profilering op kerntaak 2 en de uitbreiding van de preventiewerkzaamheden. Collecte: er zijn nog vele zogenaamde witte gebieden in de regio, dat wil zeggen gemeenten en kernen waar nog helemaal niet of slechts minimaal wordt gecollecteerd. Legaten en nalatenschappen vormen een erg belangrijke potentiële inkomstenbron voor de Dierenbescherming. De afdeling wil meer mensen motiveren om na hun overlijden geld na te laten aan de Dierenbescherming. Bedreigingen en risico s voor de afdeling: Er is sprake van een grote werkdruk. Er is (te) veel werk te verrichten m.b.t. de uitvoering van de kerntaken en het genereren van fondsen. De mogelijkheden van wat de Dierenbescherming kan en wil bieden, sluit niet (altijd) aan bij de verwachtingen en die anderen hebben, wat kan leiden tot al dan niet onterechte emotionele reacties, negatieve reclame en imagoverlies. Vanwege het te grote aanbod van dieren is er een tekort aan opvangmogelijkheden voor dieren. Met name voor zwerfkatten zijn er onvoldoende plaatsen, zowel voor de tamme als de verwilderde katten. Organisaties op het terrein van dierenwelzijn en dierenopvang moeten alle zeilen bijzetten om het hoofd (financieel) boven water te houden. Hierdoor dreigt het totale potentieel aan opvangmogelijkheden nog verder in te krimpen. Het is lastig om tot een goed functionerende keten van dierennoodhulp te komen doordat veel organisaties zelfstandig en onafhankelijk zijn en niet onder de regie van de Dierenbescherming werken of willen werken. De economisch zware tijden leiden bij gemeenten tot forse bezuinigingen en beperken de mogelijkheden voor nieuw beleid. Beleid op het terrein van het dierenwelzijn kan hierdoor steeds meer onder druk komen te staan. De trend van daling van ledenaantallen kan zich de komende jaren doorzetten. Dit leidt tot daling van de inkomsten voor de afdeling. Doordat steeds meer mensen het financieel moeilijk krijgen door de economische omstandigheden zal ook de behoefte aan financiële ondersteuning bij het houden en kunnen blijven verzorgen van dieren toenemen. 6

7 1.4 Financiële toekomst In het algemeen kan worden gesteld, dat een begroting de financiële vertaling is van de voorgenomen activiteiten in een bepaalde periode; meestal 12 maanden of een kalenderjaar. In het geval van instellingen, die afhankelijk zijn van de financiële welwillendheid van leden of donateurs, is het vaak zo, dat de activiteiten moeten worden afgestemd op de financiële middelen die worden verkregen. Bij de Dierenbescherming is dat laatste ook het geval. Een afdeling van de Dierenbescherming heeft te maken met drie inkomende geldstromen: 1. Contributie van de leden; 2. De jaarlijkse collecte; 3. Eenmalige inkomsten uit nalatenschappen, giften, e.d.. Niet alle geldstromen komen ten goede aan de afdeling. Voor de instandhouding van de landelijke Vereniging worden aanzienlijke afdrachten gepleegd uit de inkomsten van de contributie. En in testamenten wordt vaak de Dierenbescherming als begunstigde genoemd of specifiek een bepaald asiel. Door de ontstane onzekerheid over het eigen inkomen zien we al in 2012 een teruglopende bereidheid om te doneren aan goede doelen in het algemeen en dus ook aan de Dierenbescherming. Terwijl het de verwachting is dat op de verzorging van een huisdier (bijvoorbeeld het bezoeken van een dierenarts bij ziekte) al snel wordt bezuinigd, met een toenemende hulpvraag als gevolg. Binnen de landelijke Dierenbescherming is een discussie gaande over de financiering van het Verenigingsbureau en op welke wijze moet worden omgegaan met de grote verschillen in kapitaalkracht tussen de verschillende afdelingen. In hoofdstuk 3 zal daar nader op worden ingegaan. De landelijke financiële problemen hebben een onmiddellijk gevolg voor de subsidie voor het professionaliseringsproces, dat binnen onze afdeling nog gaande is. In oorsprong was het de bedoeling dat de afdelingen die nog geen beroepskrachten in dienst hadden, gedurende vijf jaar een bijdrage van de landelijke vereniging zouden krijgen voor de noodzakelijke loonkosten. Al halverwege 2012 is deze subsidie voor onze afdeling gestopt en het is de verwachting dat wij voor het begrotingsjaar 2013 geen beroep kunnen doen op deze subsidie. Het bestuur acht de werkzaamheden van de manager en haar medewerkers echter van dusdanig groot belang voor het dierenwelzijn in onze regio, dat we de kosten vooralsnog voor eigen rekening wensen te nemen. Het gevolg van de geschetste omstandigheden is wel, dat we voor 2013 een begroting presenteren, die sluit met een negatief saldo van ,- Dat wil zeggen, dat we verder interen op het toch al bescheiden eigen vermogen. Nu de perikelen van de fusie en de inrichting van de professionele organisatie grotendeels achter de rug zijn zal van de manager, maar ook van iedereen die bij de afdeling betrokken is, worden gevraagd de focus fors te richten op het verwerven van inkomsten. Het inzetten van betaalde krachten wordt door het bestuur als zeer waardevol ervaren. Niet alleen is de continuïteit van zorg meer gewaarborgd, ook de brede aandacht voor het welzijn van de dieren in onze regio komt steeds nadrukkelijker onder de aandacht van beleidsmakers. Het uitdragen van onze heldere visie op het welzijn van dieren in de diverse gremia van de samenleving (overheden, bedrijven, woningcorporaties, e.d.) zal moeten leiden tot een hogere bijdrage in de kosten. Voor het begrotingsjaar zullen we de uitdrukking de tering naar de nering zetten in omgekeerde volgorde moeten hanteren. Met dit in ons achterhoofd is in dit document een combinatie gemaakt van het jaarplan 2013 in relatie tot de verwachte financiële mogelijkheden. 7

8 1.5 De kosten van de organisatie De kosten van de organisatie bestaan met name uit: De directe en overige personeelslasten De huisvestingskosten De inventariskosten De kantoorkosten De huisvestingskosten zijn relatief laag omdat we anti-kraak huren. Daarnaast geven we relatief weinig uit aan inventaris- en kantoorkosten omdat een groot deel wordt gesponsord in natura. De kosten van de organisatie worden uiteraard wel doorberekend over de kerntaken. De directe personeelskosten en de kosten voor de activiteiten worden genoemd in hoofdstuk 2, dat het werk van de afdeling in 2013 behandelt. Personeelskosten (2,2 fte) * Huisvestingskosten Afschrijvingen Kosten Beheer & Administratie Bestuurskosten Bankkosten Totaal ** Ad * Personeelskosten doorbelast aan activiteiten -/ Ad ** In 2011 is de bijdrage uit het landelijk fonds voor professionalisering van de afdelingen in de personeelskosten gesaldeerd Ten behoeve van de financiering van het verdere verloop van de professionalisering, zoals in 2010 is ingezet, zal voor 2013 opnieuw een beroep worden gedaan op het Fonds Professionalisering, dat ter beschikking staat binnen de landelijke vereniging. In de begroting is hiermee (nog) geen rekening gehouden. 8

9 2. Het werk van de Dierenbescherming afdeling West- en Midden-Brabant De (afdeling West- en Midden-Brabant van de) Dierenbescherming richt zich vanuit haar visie, missie en doelstellingen op de vier kerntaken: dierenhulp, toezicht op dierenwelzijn, voorlichting en beleidsbeïnvloeding. Daarnaast is er nog een hoofdtaak: fondsenwerving. De belangrijkste aandachtspunten in 2013 zijn: Nieuwbouw dierenbeschermingscentrum+ Breda: start van de nieuwbouw en het versterken van de samenwerking door het realiseren van een kantoor voor de afdeling op het nieuwe complex. RDOC West-Brabant: het dichterbij brengen van de realisatie van een nieuw regionaal dierenopvangcentrum in West-Brabant. TNR: het vergroten van het aantal opvangplekken voor verwilderde katten die niet op de vangplek teruggeplaatst kunnen worden. Liefst in de vorm van een structurele (tijdelijke) opvang voor verwilderde katten. Preventieteam: ondersteunen en begeleiden van (probleem-)eigenaren van huisdieren. PR & Communicatie: vergroten zichtbaarheid en verbetering imago. Fondsenwerving: nieuwe financiële middelen genereren om financiële positie voor nu en de toekomst te versterken. 2.1 Kerntaak 1: Dierenhulp Gelieerde asielen en de keten dierennoodhulp In 2012 heeft het bestuur van de afdeling de besturen van beide gelieerde asielen uitgenodigd voor een gesprek over de samenwerking om uiteindelijk tot een optimale keten van dierennoodhulp in onze regio te komen. De wederzijdse verwachtingen zijn helder en structurele afstemming tussen de voorzieningen is geregeld. In 2013 zal er gezamenlijk een plan van aanpak worden geformuleerd: de beschrijving van de huidige situatie, de verbeterpunten en de acties die moeten worden ondernomen. Vanaf medio 2013 zal dit plan worden geïmplementeerd. Bijdragen aan asielen Doorbelaste personeelskosten Opvangcentra algemeen In de afgelopen jaren zijn er diverse opvangcentra financieel ondersteund door de afdeling. De Dierenbescherming is van mening dat deze opvangcentra erg belangrijk zijn. De gelieerde asielen zijn ingericht voor de opvang van honden en katten. Alle overige dieren moeten na een eerste opvang vervoerd kunnen worden naar een gespecialiseerde opvang. De directe financiële ondersteuning zal voor een deel ook in 2013 worden voorgezet. Echter, er zal in 2013 ook aan de diverse opvangcentra hulp worden geboden bij fondsenwerving. De ervaring leert dat veel fondsen graag opvangcentra ondersteunen, omdat die zich bezighouden met de directe (nood)opvang van dieren. De afdeling is van mening dat zij door middel van de inzet van deskundigheid en uren uiteindelijk meer inkomsten kan genereren voor de verschillende opvangcentra dan voorheen het geval was. Daarnaast wordt door de afdeling incidenteel opvang ingekocht voor dieren die in nood verkeren. Bijdragen aan opvangcentra Opvang dieren in nood Doorbelaste personeelskosten

10 Uitvoering TNR verwilderde zwerfkatten De Dierenbescherming wil bevorderen dat het aantal verwilderde katten in Nederland wordt teruggedrongen. Onze afdeling heeft al jaren een zeer actieve werkgroep verwilderde katten. In Nederland behoort onze afdeling tot de top drie van actiefste afdelingen op dit terrein en daar zijn we trots op. We zullen dus blijven investeren om deze plek te behouden. Sinds september 2012 participeert de afdeling in een landelijke werkgroep om tot landelijk beleid te komen. Wij hopen hiermee te bewerkstelligen dat er meer aandacht komt voor de zwerfkattenproblematiek en ook meer geld wordt vrijgemaakt om onze gezamenlijke doelstelling (het terugdringen van het aantal verwilderde katten) te realiseren. Op dit moment is er slechts één gemeente in onze regio die meebetaalt aan de TNR-activiteiten en dat is veel te weinig. In 2012 hebben wij gemeenten geïnformeerd over de zwerfkattenproblematiek en aangetoond dat het probleem zich in alle gemeenten voordoet. Deze ingeslagen weg (informeren, lobbyen en druk uitoefenen) zullen we dit jaar continueren. In 2013 verwachten we ongeveer 600 volwassen katten te neutraliseren en 400 kittens (op) te vangen en te socialiseren. Uitvoeringskosten Doorbelaste personeelskosten Kat zoekt buitenkans Voor (verwilderde) katten die niet als huiskat geschikt zijn en op een locatie zitten waar ze na castratie of sterilisatie niet teruggeplaatst kunnen worden, worden plaatsen gezocht bij boerderijen, maneges, particulieren in het buitengebied, e.d. In 2012 hebben veel meer katten dan voorheen een nieuwe buitenkans gekregen, maar er blijven altijd meer katten dan plekken, zo weten we. Ook in 2013 zullen we ons netwerk moeten uitbreiden voor nog meer buitenkanslocaties. Met als resultaat dat minimaal 50 katten een buitenkans krijgen. Twee afdelingen van de Dierenbescherming zijn in 2012 gestart met een tijdelijke opvang voor verwilderde katten. Deze opvang vindt plaats op het terrein van de plaatselijke asielen, waardoor continue zorg voor de dieren is gegarandeerd. Ook onze afdeling zou graag zien dat er binnen onze regio een dergelijke opvang wordt gerealiseerd. De mogelijkheden daartoe worden in 2013 verder onderzocht. Uitvoeringskosten Doorbelaste personeelskosten Project Minimakat Mensen met een minimuminkomen kunnen gebruik maken van onze actie minimakat waarbij de kat gesteriliseerd of gecastreerd worden met een financiële bijdrage van 50%. De katten worden daarnaast ook ontwormd, ontvlooid en gechipt. De verwachting is dat we minstens hetzelfde aantal katten zullen helpen als vorig jaar, zo n 60 katten. Wellicht wat meer, omdat we eind 2012 alle dierenartsen in onze regio hebben geïnformeerd over deze actie. Activiteiten Doorbelaste personeelskosten

11 Fonds Dieren in nood (DIN) Het fonds is bedoeld voor mensen met een krappe beurs die niet in staat zijn om noodzakelijke medische zorg voor hun dieren te bekostigen. Het verstrekken van financiële hulp is een goede zaak. Immers, hiermee voorkomen en bestrijden wij dierenleed. In principe betaalt de eigenaar zelf 50% van de kosten, omdat het zijn plicht is om de noodzakelijke zorg voor zijn huisdier te regelen. Op dit moment is het lastig inschatten hoe vaak er in 2013 een beroep zal worden gedaan op dit noodfonds. De dierenpolitie verdwijnt en dat zal er zeker toe leiden dat wij als afdeling meer meldingen van vermeende dierenverwaarlozing en mishandeling in behandeling zullen nemen, waardoor er ook vaker een beroep gedaan zal worden op dit fonds. Daarnaast zijn vanaf eind 2012 alle dierenartsen op de hoogte van het bestaan van dit fonds en zullen zij ook mensen hierop attenderen. De economische crisis zorgt ervoor dat meer mensen financieel in de problemen raken en de vrijwilligers van het preventieteam zullen dus ook regelmatig een beroep moeten doen op dit fonds. We gaan daarom uit van een stijging van 50% ten opzichte van 2012 en dat zou betekenen dat er 60 keer een beroep op het noodfonds wordt gedaan. Kosten medische zorg Doorbelaste personeelskosten In het wild levende dieren Voor de opvang van in het wild levende dieren is weinig geregeld in Nederland. De meeste opvangcentra ontvangen geen subsidie en zijn volledig afhankelijk van donaties en giften. De afdeling ondersteunt het Vogelrevalidatiecentrum in Zundert en de Egelopvang in Roosendaal. Daarnaast hebben wij ons in 2012 sterk gemaakt voor financiële ondersteuning van deze opvangcentra vanuit de Provincie. Daartoe was een nota opgesteld door de Partij voor de Dieren. De uitkomst hiervan is op het moment van schrijven van dit jaarplan nog niet bekend. In 2012 is er door de Dierenbescherming op landelijk niveau een start gemaakt met een gezamenlijke financiële voorziening voor opvanginstanties die gewonde, in het wild levende dieren opvangen. Het doel is hiermee op een meer eenduidige en gerichte wijze deze belangrijke tak van opvang te ondersteunen. Men hoopt dat in 2013 veel afdelingen aan deze gezamenlijke voorziening zullen bijdragen. Volgens vooraf op te stellen kwaliteitscriteria kunnen opvanginstanties aanvragen indienen. Tevens worden door de afdeling West- en Midden-Brabant de dierenartsrekeningen betaald van de dieren die in de subregio Bergen op Zoom worden opgevangen door dierenasiel h Onderdak en die medische zorg nodig hebben. Activiteiten Doorbelaste personeelskosten Kerntaak 2: Toezicht op dierenwelzijn Toezicht dierenwelzijn anno 2013 Door de komst van de dierenpolitie en het meldnummer 144-red-een-dier is de rol van de Dierenbescherming in 2012 erg veranderd. Immers, vanaf de komst van de dierenpolitie hadden onze afdelingsinspecteurs geen handhavingstaak meer. Na enkele maanden heeft de politiek echter besloten de stekker er alweer uit te trekken. Het is op dit moment nog onduidelijk wat de consequenties hiervan zijn voor onze afdeling. Gaan wij onze handhavingstaak weer volledig oppakken, of blijven we ons uitsluitend richten op preventie? Van een beleidskeuze zal geen sprake 11

12 zijn. Immers, als de (dieren)politie meldingen van dierenmishandeling en verwaarlozing niet meer in behandeling neemt, zullen wij als Dierenbescherming deze taak weer op ons moeten nemen. Het voorkomen en bestrijden van dierenleed is tenslotte onze kernactiviteit. Kosten inspectie Doorbelaste personeelskosten Preventieteam dierenwelzijn Steeds vaker wordt er een beroep gedaan op de Dierenbescherming om, in het belang van het dier, een financiële bijdrage te leveren voor noodzakelijke medische zorg. De ervaring tot nu toe leert ons dat eenmalige hulp vaak niet voldoende is. Veel huishoudens (waar naast diergerelateerde ook vaak andere problemen spelen), moeten langere tijd begeleid worden om herhaling en opeenstapeling van problemen te voorkomen. De doelstellingen kunnen als volgt worden geformuleerd: Het aanpakken van de ongewenste situatie, zoals hierboven geschetst; Medische zorg aan dieren verlenen; Middels sterilisatie en castratie voortplanting voorkomen om zo uithuisplaatsing van veel dieren te reduceren; Ondersteunen en begeleiden van eigenaren van huisdieren en toezicht uitoefenen om te voorkomen dat de situatie weer uit de hand loopt. Medio 2012 zijn we daadwerkelijk gestart met dit nieuwe project. De komst van de dierenpolitie begin 2012 en vooral het invulling geven aan de samenwerking met de dierenpolitie heeft veel tijd gekost. De eerste ervaringen met het preventieteam laten zien dat er veel eigenaren zijn die ondersteuning bij de zorg voor hun huisdier nodig hebben. We hebben vooralsnog geen zicht op de gemiddelde duur van de ondersteuning. In 2013 verwachten we minimaal 50 eigenaren gedurende een bepaalde periode ondersteuning te bieden. In het jaarverslag van 2013 zal het project uitvoerig worden geëvalueerd. Vrijwilligers- en medische kosten Chipactie Doorbelaste personeelskosten Kerntaak 3: Voorlichting Voorlichting betreft het gericht en actief verspreiden van informatie. Enerzijds om het publiek en de publieksdoelgroepen zoals huisdierbezitters, consumenten, jeugd en dierenasielbezoekers aan te zetten tot diervriendelijke keuzes en anderzijds om een groter bewustzijn ten aanzien van dieren en dierenwelzijn te creëren. Voorlichtingsactiviteiten zorgen voor zichtbaarheid van de organisatie en zijn daarom mede van invloed op het imago van de organisatie. Tegelijkertijd kunnen imagoactiviteiten een voorlichtende component bevatten. De afdelingsvoorlichting staat niet op zich, want ook het Verenigingsbureau en andere afdelingen geven voorlichting. In veel gevallen is een efficiënte en effectieve samenwerking met het Verenigingsbureau en andere afdelingen daar waar nodig en mogelijk dan ook onze keuze. De afdeling West- en Midden-Brabant is al jaren actief op het gebied van voorlichting. Informatie wordt verstrekt via de website, folders, posters, diverse nieuwsbrieven, social media, redactionele artikelen, persberichten en campagnes. Sinds de komst van het kantoor wordt er ook veel diergerelateerde informatie verstrekt via de telefoon en mailcontact. Op jaarbasis worden er ongeveer 12

13 1.000 informatievragen aan ons gesteld. Naast onze reguliere voorlichtingsactiviteiten richten we ons in 2013 op drie pijlers: hondenschool Breda, scholenvoorlichting en cursus dieren EHBO. Hondenschool Breda Het jaar 2012 heeft vooral in het teken gestaan van investering in: nieuwe trainers, werving van nieuwe cursisten, een nieuwe aanpak, imagoverbetering, transparant beleid (administratief, financieel en vrijwilligers) en tot slot het terrein en de accommodatie. De doelstellingen zijn volledig bereikt; de hondenschool functioneert zeer goed! In 2013 zal de ingeslagen weg worden voortgezet. In 2013 verwachten wij 100 nieuwe cursisten te mogen begroeten. Uitvoeringskosten Doorbelaste personeelskosten Scholenvoorlichting In het kader van maatschappelijke beïnvloeding is de afdeling WMB begin 2012 gestart met voorlichting over dierenwelzijn binnen het basisonderwijs. Het is belangrijk dat kinderen al zo vroeg mogelijk respect voor dieren wordt bijgebracht, zeker als zij dat van huis uit niet meekrijgen. Voorlichting op scholen is daarom nodig en gewenst. We zijn gestart binnen de gemeente Etten-Leur waarvoor we een financiële bijdrage hebben ontvangen van de Rabobank West-Brabant Noord. De eerste ervaringen zijn uitermate positief. Alle betrokken partijen zijn enthousiast. Bij het project zijn vier vrijwilligers betrokken en de coördinatie is in handen van een beroepskracht. In 2013 zullen we het project verder uitbreiden over de regio, waarvoor ook nog enige vrijwilligers worden aangetrokken. We verwachten in 2013 met onze voorlichting 250 leerlingen van het basisonderwijs te bereiken. Uitvoeringskosten Kosten KfA Doorbelaste personeelskosten EHBO-cursus September 2012 is de eerste cursus EHBO voor dieren van start gegaan. Deze cursus, met een erkend diploma, wordt wekelijks over een periode van vier maanden gegeven. Er is voldoende animo en niet uitsluitend voor deze lange cursus. Veel mensen geven aan een verkorte cursus te willen volgen om in ieder geval de basisbeginselen van de dieren-ehbo te kennen. In 2013 zullen twee verkorte cursussen worden gegeven. Uitvoeringskosten Doorbelaste personeelskosten Kerntaak 4: Beleidsbeïnvloeding Beleidsbeïnvloeding betreft het beïnvloeden van het beleid van overheid, politiek, bedrijven en organisaties. De beleidsmakers die stakeholder zijn in het werkgebied van de afdeling worden met een mix van overleg, advies, lobby, pressie en protest gestimuleerd om diervriendelijker beleid te maken. Relevante beleidmakers voor een afdeling zijn overheden zoals gemeenten, provincies en semi-overheden zoals het onderwijs, woningcorporaties, gezondheidszorg- en welzijnsinstellingen. 13

14 Maar ook dierenartsen, niet gelieerde dierenstichtingen en zelfs deurwaarders zijn stakeholders waarbij beleidsbeïnvloeding positieve effecten op het dierenwelzijn kan hebben. Door de werkgroepleden wordt vooralsnog ingezet op de beïnvloeding van gemeentelijk beleid. Gemeenten Met de 22 gemeenten worden gesprekken gevoerd over het werk van de Dierenbescherming en komen onderwerpen aan bod zoals de zwerfkattenproblematiek, de asielen, informatievoorziening aan burgers, noodzaak kadernota dierenwelzijn, aanpak dierenplagen, e.d.. Hoewel we van mening zijn dat alle gemeenten meer geld moeten besteden aan dierenwelzijn, zijn onze bezoeken op de eerste plaats gericht op relatieopbouw. De (financiële) vruchten hopen wij op termijn te kunnen plukken. Met alle gemeenten zijn contacten geweest, maar niet alle gemeenten zijn persoonlijk bezocht. Omdat we van mening zijn dat persoonlijk contact tot het beste resultaat leidt, zullen we in 2013 trachten alle resterende gemeenten met een bezoekje te vereren. Uitsluitend binnen de gemeente Tilburg hebben we, door de grote inzet van de vrijwilligers van de werkgroep zwerfkatten aldaar, ook contacten kunnen leggen met de lokale politiek, waardoor onze beïnvloeding niet stopt bij de portefeuillehouder dierenwelzijn. In 2013 zullen we een start maken met het benaderen van de lokale politiek in enkele andere gemeenten. Daarnaast zal er ook in 2013 minimaal vier keer een digitale nieuwsbrief verzonden worden aan burgemeesters, wethouders, raadsleden, fractieleden en andere geïnteresseerden in de gemeentelijke politiek binnen West- en Midden-Brabant. In deze nieuwsbrief wordt nieuws dat interessant is voor deze doelgroep op een makkelijke en aantrekkelijke manier gepresenteerd. Deze informatie kan gebruikt worden bij het bevorderen van dierenwelzijn binnen gemeenten. Overheidsinstanties Doorbelaste personeelskosten PR en Communicatie Communicatie wordt ingezet om verschillende doelstellingen te bereiken. Zoals eerder gesteld worden ook voorlichtingsdoelen vaak bereikt door de inzet van communicatie. Daarnaast is interne communicatie van groot belang om te zorgen voor goede afstemming, efficiëntie en het bereiken van eenheid. Tot slot is corporate communicatie van belang (eenheid in uitstraling, sterk en positief imago, goede reputatie, goede relatie met stakeholders). Het bevorderen en bewaken van het merk Dierenbescherming en het bevorderen van het algemene imago worden door het Verenigingsbureau voor de totale organisatie uitgevoerd. De afdeling draagt bij aan centrale imagodoelen door de externe uitingen (waaronder diverse eigen en externe communicatiemiddelen, gevelaankleding en autobelettering, kleding, gedrag, telefonisch contact en persvoorlichting) binnen de centraal vastgestelde kaders uit te voeren en gebruik te maken van de centrale richtlijnen, sjablonen en materialen. Het gebruik van de huisstijl en het merkpaspoort is essentieel om te zorgen voor die eenheid in uitstraling. De zichtbaarheid vergroten is met name voor de werkgroep PR en Communicatie het centrale doel. De belangrijkste doelstellingen zijn: Up-to-date houden van de websites; Minimaal drie persberichten per maand verspreiden; De vrijwilligersnieuwsbrief maandelijks uitbrengen; De algemene digitale nieuwsbrief maandelijks uitbrengen; De politieke nieuwsbrief verschijnt vier keer in 2013; Social media inzetten; Campagnes ondersteunen; 14

15 Foldermateriaal ontwerpen en vervaardigen; Campagne voor konijnen uitvoeren. Kosten communicatie Kosten Informatie leden Kosten collectes Kosten fondsenwerving Doorbelaste personeelskosten

16 3. De inkomsten van de afdeling West- en Midden-Brabant Onze afdeling heeft, zoals alle afdelingen van de Dierenbescherming, te maken met drie inkomende geldstromen: 1. Contributie van de leden; 2. De jaarlijkse collecte; 3. Eenmalige inkomsten uit nalatenschappen, giften sponsoring e.d.. In de volgende paragrafen worden de verschillende inkomstenbronnen verder uitgewerkt en wordt vervolgens een toelichting gegeven op het begroot resultaat en het verwachte verloop van ons eigen vermogen. 3.1 Contributiegelden Sinds 2010 is er (ook landelijk) sprake van een daling van het aantal leden. Deze daling bedroeg in 2011 voor onze afdeling 4,5%. De daling tot september 2012 is 1%. De inkomsten vanuit de leden die door de landelijke vereniging wordt geïnd, zijn in 2011 wel gestegen. Veel leden hebben een of meermalen per jaar een extra donatie gedaan. Volgens afspraak komt slechts de helft van deze inkomsten ten goede aan de afdeling. In de Algemene Vergadering van november 2011 is besloten om het percentage van 50% ten behoeve van de afdeling als lening te verstrekken aan de landelijke vereniging De collecte De opbrengst van de collecte bedraagt 20% van de totale inkomsten van onze afdeling en is daarmee een belangrijke bron van inkomsten. De landelijke tendens bij collectes, zowel bij de Dierenbescherming als bij andere goede doelen, laat een daling van de collecteopbrengst zien. Enerzijds zijn minder mensen bereid om te collecteren en anderzijds wordt er minder geld opgehaald (opbrengst per bus daalt). Ook bij onze afdeling bedroeg de opbrengst in % minder dan het jaar ervoor. Toch zijn we van mening dat de opbrengst in de toekomst kan stijgen. Onze regio kent nog veel zogenaamde witte vlekken ; kernen en wijken waar niet wordt gecollecteerd. In 2012 zijn we vroeg in het jaar gestart met de voorbereidingen van de collecte. Er zijn nieuwe coördinatoren, wijkhoofden en collectanten geworven. De opbrengst van de collecte in 2012 was nog niet bekend bij de totstandkoming van dit jaarplan Overige fondsenwerving Subsidie van gemeenten De Dierenbescherming kent nog nauwelijks (structurele) subsidies van overheden. In 2012 heeft de afdeling uitsluitend een bedrag ontvangen van de gemeente Tilburg ten behoeve van de TNRactiviteiten bij zwerfkatten. Ondanks de slechte economische tijden zullen we toch de gemeenten blijven benaderen voor financiële bijdragen voor het werk dat wij voor hun dieren verrichten. Onze focus ligt daarbij op de eerste plaats op de zwerfkatten. Overigens zullen hiervoor niet uitsluitend gemeenten, maar ook woningcorporaties, eigenaren van bungalowparken en campings worden benaderd. 16

17 Subsidie landelijke vereniging In 2011 en 2012 heeft de afdeling subsidie ontvangen van de landelijke vereniging ten behoeve van de professionalisering van de afdeling. Helaas werd in 2012 slechts een deel van de aanvraag gehonoreerd. Het feit dat onze aanvraag voor de tweede helft van 2012 werd afgewezen, betekent hoogstwaarschijnlijk dat wij ook in 2013 geen bijdrage vanuit het fonds Professionalisering hoeven te verwachten. Dit betekent overigens niet dat we in een later stadium, als onze vermogenspositie (nog) verder afneemt, niet met succes een beroep kunnen doen op dit fonds. Daarnaast ontvingen we in 2012 subsidie voor onze KfA-activiteiten (waaronder scholenvoorlichting) en voor TNR. De verwachting is dat wij dat ook in 2013 zullen ontvangen. Donaties en giften De afdeling ontvangt enkele malen per jaar spontane donaties, maar de meeste donaties zijn het resultaat van gerichte activiteiten van medewerkers van de afdeling. Voorbeelden hiervan zijn de donaties van bedrijven en particulieren ten behoeve van TNR-activiteiten. Ook scharen we hieronder de bedrijvensponsoring. Een groot deel hiervan vindt in natura plaats en wordt niet opgenomen in de begroting. Maar daarnaast is er ook gesponsord in munten, zoals bijvoorbeeld bij de totstandkoming van de ballpoint van de afdeling. Medio 2012 is de afdeling gestart met de statiegeldactie. In supermarkten staan, naast de emballage, zuilen waarin klanten hun statiegeldbonnetje kunnen deponeren. De opbrengst is voor de afdeling. Vermogensfondsen Voor de Dierenbescherming biedt een aantal fondsen een kans om financiële ondersteuning aan te vragen voor de realisering van projecten (immers fondsen financieren doorgaans geen structurele activiteiten). In 2012 is dit enkele malen met succes gedaan. Ook in 2013 verwachten we enkele fondsen te vinden die onze afdeling financieel willen ondersteunen. Opbrengst cursussen De hondenschool Breda vraagt cursusgeld en kan daarmee zo gezegd haar eigen broek ophouden. Dit zelfde geldt ook voor de cursussen dieren-ehbo die door onze afdeling worden verzorgd. Overige Onder overige valt onder andere de rente die de afdeling ontvangt over haar vermogen en bijvoorbeeld de inkomsten door verkoop van artikelen. Nalatenschappen Bij nalatenschappen kan het gaan om een erfenis of een legaat. Bij een legaat staat vooraf vast welk bedrag voor welke persoon of organisatie (de legataris) staat gereserveerd. In 2012 is door de afdeling een eigen brochure nalaten aan de Dierenbescherming in uw regio vervaardigd. Het in toenemende mate verwerven van fondsen door middel van nalatenschappen is weliswaar een proces van de lange adem, maar heeft absolute prioriteit, omdat langs deze weg hoge inkomsten gegenereerd kunnen worden. Subsidie overheden Subsidie landelijk vereniging Donaties en giften Vermogensfondsen Opbrengst cursussen Overige Totaal

18 3.4 BEGROTING 2013 (samenvatting) Directe kosten en opbrengsten (exclusief doorbelasting) KOSTEN Organisatie algemeen Kerntaak 1. Dierenhulp Kerntaak 2. Toezicht op dierenwelzijn Kerntaak 3. Voorlichting Kerntaak 4. Beleidsbeïnvloeding 500 PR en Communicatie en Fondsenwerving Onvoorzien en calamiteiten Totaal kosten OPBRENGSTEN Contributies Collectes Subsidies, giften, fondsen, enz Totaal opbrengsten GERAAMD TEKORT ====== 18

19 4. Hoe werkt het binnen de afdeling West- en Midden-Brabant? 4.1 Structuur afdeling en gelieerde organisaties De Dierenbescherming West- en Midden-Brabant heeft een toezichthoudend bestuur, een afdelingskantoor en drie betaalde krachten: een regiomanager, een coördinator dierenhulp en toezicht dierenwelzijn en een managementassistent. Met name in de uitvoering heeft de afdeling daarnaast ongeveer 60 vrijwilligers in dienst (inclusief wijkhoofden en collectanten ruim 600 vrijwilligers). Binnen haar consolidatie zijn er twee gelieerde dierenopvangcentra: in Breda (Dierenasiel Breda) en Bergen op Zoom (h Onderdak). Deze dierenopvangcentra zijn aparte entiteiten met eigen besturen, betaalde krachten en vrijwilligers. 4.2 Overige ketenpartners en samenwerkingsverbanden Naast de gelieerde asielen en de partners in de dierenopvang kennen we de volgende belangrijke partners: de lokale overheden dierenartsen de dierenpolitie de hulpverleningsinstanties en sociale diensten woningbouwverenigingen de basisscholen bedrijven en netwerkclubs 4.3 Hoe doet u mee met de afdeling West- en Midden-Brabant? Regionalisering, schaalvergroting en professionalisering mogen niet ten koste gaan van de binding met onze leden, vrijwilligers, de samenwerkende organisaties en het publiek. Binding algemeen De binding met de hierboven genoemde stakeholders valt of staat met goede communicatie. Er zullen in de communicatie duidelijk accenten worden gelegd in 2013 om de zichtbaarheid van (het werk van) de Dierenbescherming in het algemeen en de afdeling in het bijzonder te vergroten. Binding vrijwilligers In de eerder opgestelde nota vrijwilligersbeleid is het belang aangegeven van binding van vrijwilligers aan de organisatie. De afdeling werkt volgens het opgestelde beleid. Algemene Leden Vergadering In 2013 zal (evenals in 2012) tweemaal een algemene ledenvergadering (ALV) worden uitgeschreven. Voor de ALV worden de leden, volgens de statutair voorgeschreven procedure, uitgenodigd om het afdelingsbeleid inclusief jaarstukken goed te keuren. Gedragscode De Dierenbescherming is lid van de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI) en onderschrijft in die hoedanigheid van harte de gedragscode van de VFI. De basiswaarden zijn respect, betrouwbaarheid en kwaliteit. 19

20 4.4 Welke regels gelden er? CBF De Dierenbescherming heeft het keurmerk voor Goede Doelen van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). Dit keurmerk geldt voor de totale Dierenbescherming als goed doel, inclusief de afdelingen en de gelieerde stichtingen. De Dierenbescherming heeft hiermee de status van bonafide organisatie, die de gelden besteedt aan het doel waarvoor ze ingezameld zijn. Het CBFkeurmerk wordt op alle briefpapier en eigen media van de Dierenbescherming afgebeeld. ANBI De Dierenbescherming West- en Midden-Brabant heeft de ANBI-status. Een ANBI is algemeen nut beogende instelling die als zodanig door de Belastingdienst is aangewezen. Een organisatie met een ANBI-status is vrijgesteld van successie- of schenkbelasting te betalen over erfenissen en schenkingen die de ANBI ontvangt voor het algemeen belang. Daarnaast kan een donateur giften die aan een ANBI worden gegeven aftrekken van de belasting (uiteraard binnen de daarvoor geldende regels). Het publiek beschouwt het hebben van de ANBI-status steeds vaker als bewijs van kwaliteit. Als organisatie dient de Dierenbescherming, inclusief de afdelingen en de gelieerde stichtingen, zich aan een groot aantal voorschriften en regels te houden. Natuurlijk is er op de eerste plaats de Nederlandse wet- en regelgeving en daarnaast de volgende regels en voorschriften opgelegd door: het keurmerk van het CBF de codes en richtlijnen van de VFI (Vereniging van Fondswervende Instellingen); de brancheorganisatie voor goede doelen de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (code Wijffels) de accountantsrichtlijn RJ650 (richtlijn voor fondswervende instellingen) interne statuten en reglementen (van de landelijke vereniging, van de regionale afdeling en de gelieerde stichtingen) Daarnaast worden de door de afdeling en gelieerde stichtingen vastgestelde werkprocessen gehanteerd, vallend binnen de landelijke vastgestelde kaders. Een schenker kan er dan ook op rekenen dat zijn of haar geld zo goed mogelijk wordt besteed, en dat een groot deel van het geschonken geld aan de doelstelling wordt besteed. Om onafhankelijke controle van de besteding van middelen en het behalen van doelen te garanderen, heeft de afdeling West- en Midden-Brabant een transparante functiescheiding ingesteld. De Dierenbescherming Westen Midden-Brabant streeft naar een scheiding tussen toezicht houden, besturen en uitvoeren, conform de Code Wijffels, model III. 4.5 Toezicht houden Het bestuur van de Dierenbescherming WMB heeft een toezichthoudende en beleidsbepalende rol, volgens het model III van de Code Goed Bestuur. Het afdelingsbestuur is statutair eindverantwoordelijk voor de afdeling. Statuten en reglementen Naast de statuten heeft de afdeling in 2011 een bestuurs- en managementreglement opgesteld, waarin het onderscheid wordt gemaakt tussen het toezichthoudende bestuur enerzijds en de (dagelijkse) leiding van de organisatie die in handen is van de regiomanager anderzijds en waarin de verantwoordelijkheden en bevoegdheden helder staan beschreven. 20

21 Bestuur Op het moment dat we dit jaarplan vaststellen, is de samenstelling van het bestuur als volgt: functie naam jaar laatste einde periode c.q. benoeming herbenoeming voorzitter Betty van de Sanden secretaris Yvonne Fens penningmeester Ab Sintnicolaas algemeen bestuurslid Femke Dingemans algemeen bestuurslid vacature Nevenfuncties Om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen zijn de (neven-)functies van de bestuursleden in kaart gebracht: Betty van de Sanden: binnen de consolidatiekring: voorzitter met aandachtsgebied voorlichting buiten de consolidatiekring: eigenaar communicatie bureau Yvonne Fens: binnen de consolidatiekring: secretaris met aandachtsgebied personeelszaken en bestuurslid van het Dierenasiel Breda buiten de consolidatiekring: manager HRM Regionale Milieu Dienst Ab Sintnicolaas: binnen de consolidatiekring: penningmeester buiten de consolidatiekring: gepensioneerd en als vrijwilliger actief bij Kerkgenootschap Femke Dingemans: binnen de consolidatiekring: algemeen bestuurslid met aandachtsgebieden fondsenwerving en beleidsbeïnvloeding buiten de consolidatiekring: manager bij Achmea Bank Bezoldiging Het bestuur ontvangt geen bezoldiging voor haar werkzaamheden. Reiskosten kunnen gedeclareerd worden voor 0,28 per gereden kilometer of kosten voor openbaar vervoer op basis van 2e klas. Accountant Voor het opmaken van de jaarrekening en tevens het afgeven van een samenstellingsverklaring werkt de afdeling West- en Midden-Brabant vanaf het boekjaar 2012 met Van den Bemt & Verkroost Accountancy. 4.6 Besturen Het bestuur is statutair eindverantwoordelijk, maar delegeert een groot deel aan de verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan de regiomanager. Een en ander is neergelegd in het bestuurs- en managementreglement. De regiomanager is gemandateerd om de dagelijkse leiding te geven. De regiomanager rapporteert aan het afdelingsbestuur. De profielen van bestuursleden zoals die landelijk in de ALV van november 2010 zijn vastgesteld, worden gebruikt bij de werving van nieuwe bestuursleden. Het bestuur evalueert zichzelf jaarlijks, waarbij bevindingen worden vastgelegd en aanbevelingen uitgewerkt. 21

22 Regiomanager De functie van regiomanager wordt vervuld door Anja van Splunder. Het is een parttime functie van 32 uur per week. De inschaling van de regiomanager vindt plaats op advies van het Verenigingsbureau, waarbij de salarisschalen van de CAO ziekenhuizen worden gehanteerd. Om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen zijn de nevenfuncties van de regiomanager in kaart gebracht. De huidige regiomanager is lid van de vrouwennetwerkorganisatie Hera te Tilburg. 4.7 Uitvoeren De regiomanager geeft leiding aan het afdelingskantoor, dat faciliterende, ondersteunende en uitvoerende taken heeft v.w.b. de administratie, vrijwilligers, dieren(nood)hulp, toezicht dierenwelzijn, voorlichting, beleidsbeïnvloeding, fondsenwerving en PR & Communicatie. Personeel Het team van vaste krachten van de Dierenbescherming WMB is als volgt samengesteld: Regiomanager (32 u/w, 0,89 fte) : Anja van Splunder Managementassistent (20-28 u/w,0,56-0,78 fte) : Marian van Tussenbroek Coördinator Dierenhulp/Toezicht Dierenwelzijn (24 u/w, 0,67 fte) : Marjolein van Oosterhout Totaal fte voor 2012: 2,22 fte. De uniforme functieprofielen worden gebruikt. Jaarlijks vinden functioneringsgesprekken plaats: het bestuur met de regiomanager en de regiomanager met de beroepskrachten. In bijlage 1 is een organogram van de afdeling opgenomen. Stagiairs Naast de betaalde krachten en de vrijwilligers werkt de Dierenbescherming West- en Midden-Brabant ook met stagiairs. De noodzaak of de voordelen van het aantrekken van een stagiair dienen helder te zijn. Er moet sprake zijn van een meerwaarde, dat wil zeggen dat de opbrengst van de inzet van de stagiair minimaal moet opwegen tegen de investering in tijd en energie voor aansturing en begeleiding. Verzuim medewerkers Het gemiddelde verzuimpercentage in Nederland ligt rond de 4,0 4,3% (CBS). Het verzuimpercentage bij onze afdeling lag in 2012 ruim onder het landelijk gemiddelde, namelijk op 0,2 %. Vrijwilligers Een goed vrijwilligersbeleid voor de gehele organisatie is van groot belang. In 2011 is dit beleid dan ook volledig vernieuwd. Wij willen onze organisatie aantrekkelijk maken voor mensen die zich als vrijwilliger willen inzetten. Niet alleen het binnenhalen is van belang, maar ook het zo lang mogelijk behouden van de vrijwilligers. Binding van de vrijwilligers aan de organisatie is dan ook essentieel en dat willen we bereiken door regelmatig contact, het instellen van overleg, ruimte geven voor inbreng, het organiseren van een jaarlijkse bijeenkomst en waardering. Wij willen vrijwilligers datgene geven wat zij verwachten: leuk en belangrijk werk voor dierenwelzijn, sociale contacten, allerlei ervaringen opdoen en plezier in het werk en het gevoel zinvol werk te verrichten. We moeten onze vrijwilligers steeds goed laten zien wat we met de inzet van allen elk jaar bereiken, want daarin zit toch de belangrijkste drijfveer voor mensen om zich op vrijwillige basis voor de Dierenbescherming in te zetten. 22