Gunstige effecten van cryochirurgische behandeling bij benigne en laaggradig maligne bottumoren bij 120 patiënten
|
|
- Lotte Vos
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 3 Raap AK. Advances in fluorescence in situ hybridization. Mut Res 1998;400: Brown PO, Botstein D. Exploring the new world of the genome with DNA microarrays. Nat Genet 1999;21(1 Suppl): Duggan DJ, Bittner M, Chen Y, Meltzer P, Trent JM. Expression profiling using cdna microarrays. Nat Genet 1999;21(1 Suppl): Hahne M, Rimoldi D, Schroter M, Romero P, Schreier M, French LE, et al. Melanoma cell expression of Fas(Apo-1/CD95) ligand: implications for tumor immune escape. Science 1996;274: Curry BJ, Myers K, Hersey P. Polymerase chain reaction detection of melanoma cells in the circulation: relation to clinical stage, surgical treatment, and recurrence from melanoma. J Clin Oncol 1998;16: Gaffney EF, O Neil AJ, Staunton MJ. bcl-2 and prognosis in nonsmall-cell lung carcinoma [letter]. N Engl J Med 1994;330: Kawasaki H, Altieri DC, Lu CD, Toyoda M, Tenjo T, Tanigawa N. Inhibition of apoptosis by surviving predicts shorter survival rates in colorectal cancer. Cancer Res 1998;58: Dubus P, Vergier B, Beylot-Barry M, Delaunay MM, Goussot JF, Beylot C, et al. Contribution of histopathologic and molecular analyses to the diagnosis of cutaneous B-cell infiltrates. Mod Pathol 1996;9: Niho S, Yokose T, Nishiwaki Y, Mukai K. Immunohistochemical and clonal analysis of minute pulmonary meningothelial-like nodules. Hum Pathol 1999;30: Shay JW. Telomerase in cancer: diagnostic, prognostic, and therapeutic implications. Cancer J Sci Am 1998;4( Suppl 1):S Kinzler KW, Vogelstein B. Lessons from hereditary colorectal cancer. Cell 1996;87: Sturm PD, Hruban RH, Ramsoekh TB, Noorduyn LA, Tytgat GN, Gouma DJ, et al. The potential diagnostic use of K-ras codon 12 and p53 alterations in brush cytology from the pancreatic head region. J Pathol 1998;186: Rubnitz JE, Crist WM. Molecular genetics of childhood cancer: implications for pathogenesis, diagnosis, and treatment. Pediatrics 1997;100: Bovée JVMG, Hogendoorn PCW. Moleculair-biologische diagnostiek bij tumoren van het steun- en bewegingsapparaat. Ned Tijdschr Geneeskd 1997;141: Sidransky D. Nucleic acid-based methods for the detection of cancer. Science 1997;278: Brennan JA, Sidransky D. Molecular staging of head and neck squamous carcinoma. Cancer Metastasis Rev 1996;15: Min CJ, Tafra L, Verbanac KM. Identification of superior markers for polymerase chain reaction detection of breast cancer metastases in sentinel lymph nodes. Cancer Research 1998;58: Blaheta HJ, Schittek B, Breuninger H, Maczey E, Kroeber S, Sotlar K, et al. Lymph node micrometastases of cutaneous melanoma: increased sensitivity of molecular diagnosis in comparison to immunohistochemistry. Int J Cancer 1998;79: Liefers GJ, Cleton-Jansen AM, Velde CJ van de, Hermans J, Krieken JH van, Cornelisse CJ, et al. Micrometastases and survival in stage II colorectal cancer. N Engl J Med 1998;339: Wyld DK, Selby P, Perren TJ, Jonas SK, Allen-Mersh TG, Wheeldon J, et al. Detection of colorectal cancer cells in peripheral blood by reverse-transcriptase polymerase chain reaction for cytokeratin 20. Int J Cancer 1998;79: Fidler IJ. Critical determinants of melanoma metastasis. J Inv Dermatol Symposium Proceedings 1996;1: Nakagawara A, Ikeda K, Tsuda T, Higashi K. Biological characteristics of N-myc amplified neuroblastoma in patients over one year of age. Progress in Clinical & Biological Research 1988;271: Pegram MD, Pauletti G, Slamon DJ. HER-2/neu as a predictive marker of response to breast cancer therapy. Breast Cancer Research & Treatment 1998;52: Brown JM, Wouters BG. Apoptosis, p53 and tumor cell sensitivity to anticancer agents. Cancer Res 1999;59: Gezondheidsraad: Commissie DNA-diagnostiek. DNA-diagnostiek. Publicatie nr 1998/11. Rijswijk: Gezondheidsraad; Aanvaard op 7 oktober 1999 Oorspronkelijke stukken Gunstige effecten van cryochirurgische behandeling bij benigne en laaggradig maligne bottumoren bij 120 patiënten h.w.b.schreuder, l.c.m.keijser en r.p.h.veth Cryochirurgie is een vorm van chirurgie waarbij behalve een operatieve behandeling ook aanvullende lokale destructie van weefsel plaatsvindt door de toepassing van zeer lage temperaturen. In de orthopedische oncologie wordt cryochirurgie gebruikt als een adjuvante lokale therapie na een gecontamineerde, meestal intralesionale resectie (curettage) van benigne en laaggradig maligne bottumoren. 1 Het koude letsel breidt zich dan uit tot net buiten de begrenzing van de oorspronkelijke tumor en resulteert in een vergroting van de chirurgische marge, die dan vergelijkbaar is met die van een marginale resectie. Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen. Dr.H.W.B.Schreuder en prof.dr.r.p.h.veth, orthopedisch chirurgen; L.C.M.Keijser, assistent-geneeskundige. Correspondentieadres: dr.h.w.b.schreuder. Samenvatting: zie volgende bladzijde. Cryobiologie is de studie van de fysieke effecten van lage temperaturen op levend weefsel en verklaart de destruerende eigenschappen van een koudeletsel op een individuele (tumor)cel. Het effectiefst ontstaat dit letsel wanneer cryochirurgie wordt uitgevoerd door middel van zeer snelle bevriezing. Dit gaat gepaard met intracellulaire ijsvorming, die mechanische beschadiging van de celkern en de celmembranen induceert. Daarnaast zijn een minimumtemperatuur van 50 C en langzame ontdooiing essentieel. Dit laatste gaat opnieuw gepaard met intracellulaire (re)kristallisatie van water en dus opnieuw met membraanbeschadiging. Lokale ischemie door beschadiging van de microcirculatie heeft een additioneel necrotiserend effect op de (tumor)cel. Ned Tijdschr Geneeskd november;143(45) 2275
2 samenvatting Benigne en laaggradig maligne bottumoren worden in het algemeen behandeld met een intralesionale curettage. Op microscopisch niveau blijven tumorcellen achter, die kunnen leiden tot een recidief. Aanvullende lokale behandeling is derhalve noodzakelijk. Methode. Door vloeibare stikstof in de vorm van een spray in de resterende holte te spuiten, worden achtergebleven tumorcellen zeer snel bevroren. IJsvorming in de (tumor)cel resulteert in een mechanische beschadiging, leidend tot celdood. Deze adjuvante therapie als onderdeel van een operatieve behandeling wordt cryochirurgie genoemd. Resultaten. Bij 120 patiënten met een follow-up van minimaal 1 jaar waren de behandelresultaten goed. Het ging om patiënten met een aneurysmatische botcyste (n = 32), een simpele botcyste (n = 13), een chondroïde tumor (n = 43), een reusceltumor (n = 13), een eosinofiel granuloom (n = 7) en een monostotische fibreuze dysplasie (n = 12). In totaal recidiveerden 10 tumoren. Sommige recidieven waren klein; 6 recidieven werden met succes opnieuw behandeld; bij 2 recidieven werd marginale resectie uitgevoerd; 2 recidieven bleven (nog) onbehandeld. Conclusie. Cryochirurgie als behandeling van benigne en laaggradig maligne bottumoren heeft nagenoeg dezelfde resultaten als een marginale resectie, maar heeft als voordeel dat een segmentale botresectie achterwege kan blijven, die anders een uitgebreide reconstructie vergt. Om de uitbreiding van het koude front tijdens de vries-dooicycli te bewaken wordt gebruikgemaakt van temperatuursensoren. Deze sensoren zijn gemonteerd in de punt van een injectienaald en deze worden om en in de gecuretteerde holte geplaatst (zie figuur 2e en 2f). De gemeten temperaturen worden grafisch op een computermonitor simultaan weergegeven (figuur 3). 2 De nummers van de sensoren corresponderen met die in figuur 2. Voor de leesbaarheid van de grafiek zijn de curven 1, 4 en 6 weggelaten: deze temperaturen waren te allen tijde boven de 0 C. Direct na het begin van het vriezen treedt er een zeer snelle daling op van de intralesio- a tumormarge Sinds de introductie van cryochirurgie in onze kliniek in 1991 werden 170 patiënten hiermee behandeld en gecontroleerd volgens een vast schema. Bij 120 patiënten was de follow-up langer dan 1 jaar; die patiënten worden in dit artikel gepresenteerd. b chirurgische marge methode De cryochirurgische techniek van bottumoren wordt schematisch weergegeven in figuur 1. De intramedullair gelegen bottumor wordt benaderd door een luik van voldoende grootte in de wand van de tumor te maken, zodat een nauwkeurige curettage met behulp van een scherp lepeltje of gemotoriseerde frees kan worden uitgevoerd, wat resulteert in een chirurgische marge. In de resterende holte wordt vervolgens een soort pistool gehouden, dat een spray van vloeibare stikstof produceert. Vloeibare stikstof heeft een extreem hoge koelcapaciteit met bevriezingssnelheden van meer dan 100 C/min. Daarnaast is een spray het geschiktst voor het bevriezen van onregelmatige oppervlakten van benige holten, zoals die achterblijven na curettage van bottumoren. Om zeker te zijn dat alle achtergebleven tumorcellen worden gedood, wordt de bevriezing tot in het gezonde weefsel doorgezet, resulterend in een cryochirurgische marge. Hierna laat men het weefsel spontaan ontdooien. Het in totaal 3 maal uitvoeren van deze vries-dooicycli is voorts een praktische oplossing voor de behandeling van insufficiënt bevroren gebieden tijdens eerdere cycli en voor het compenseren van de capaciteit van levend (tumor)weefsel om een thermische beschadiging te weerstaan. De achtergebleven holte wordt gevuld met homologe botsnippers, die na verloop van enige maanden worden geïncorporeerd en tot consolidatie van het defect leiden (figuur 2). c d cryochirurgische marge homologe botdonatie figuur 1. Schematische weergave van de cryochirurgische techniek: (a) een intramedullair gelegen bottumor wordt benaderd (b) via een luik in de wand van de tumor, waarna het grootste deel van de tumormassa wordt verwijderd door curettage met een scherpe lepel of een gemotoriseerde frees; er resteert een marge van tumorweefsel; (c) vervolgens wordt in de holte een soort pistool gehouden waaruit een spray van vloeibare stikstof komt, die zeer snel de wand van de holte bevriest tot in het gezonde weefsel voorbij de marge van de tumor; hierna laat men het weefsel uit zichzelf ontdooien; de vries-dooicyclus wordt 3 maal uitgevoerd; (d) de resterende holte wordt gevuld met homologe botsnippers, die na verloop van enige maanden worden geïncorporeerd, waarmee consolidatie van het defect is bereikt Ned Tijdschr Geneeskd november;143(45)
3 a b c d e f g h i j k l figuur 2. Aneurysmatische botcyste in het rechter onderbeen van een 11-jarige jongen: (a; b) conventionele röntgenopnamen laten een lytische opheldering zien in de distale tibia, die reikt tot net aan de distale groeischijf; MRI-opnamen (c: T 2 -gewogen; d: T 1 -gewogen) bevestigen deze bevindingen; (e; f) intraoperatieve röntgenfoto s ter lokalisatie van de aangebrachte temperatuursensoren: intramedullair proximaal (1), ter plaatse van de groeischijf (2 en 3), intra-articulair (4), extracorticaal (5 en 6); de intralesionale sensor nummer 7 werd later toegevoegd en is op de figuur niet te zien; (g; h) röntgenfoto s na curettage, cryochirurgie en opvulling van het resterende defect met homologe botsnippers; situatie respectievelijk 9 (i; j) en 16 maanden (k; l) na de operatie: de normale architectuur van het bot heeft zich hersteld; er zijn geen aanwijzingen voor recidief. nale temperatuur gemeten met sensor nummer 7; bij 170 C wordt het vriezen gestaakt en begint de fase van spontaan ontdooien, die ongeveer 10 min duurt. De overige, buiten de laesie gelegen sensoren laten een daling van de temperatuur zien, maar deze is niet van dien orde dat schade aan de omliggende weefsels wordt aange- Ned Tijdschr Geneeskd november;143(45) 2277
4 temperatuur (in C) tijd (in min) figuur 3. Weergave van het temperatuurverloop gedurende 3 opeenvolgende cryochirurgische behandelingen van een patiënt met een bottumor. De nummers corresponderen met de temperatuursensoren in figuur 2; alleen de sensoren 2 (...), 3 ( ), 5 ( ) en 7 ( ) zijn weergegeven. bracht. Opvallend is het gelijke temperatuurverloop in de 3 cycli, wat wijst op een zekere reproduceerbaarheid van deze methode. De duur van het vriezen en dus de uitbreiding van het koude front kan zodoende worden aangepast met als doel een evenwicht te vinden tussen enerzijds een effectieve behandeling en anderzijds het voorkómen van een onnodig groot vriesletsel van gezond weefsel en dus van onnodige morbiditeit. patiënten en resultaten Aneurysmatische botcyste. Onder de 120 patiënten die met cryochirurgie werden behandeld en gecontroleerd volgens een vast schema en bij wie de follow-up meer dan 1 jaar bedroeg, waren er 32 met een aneurysmatische botcyste. Deze benigne tumor verzwakt het bot door de vorming van een blazige cyste (zie figuur 2). Bij 2 patiënten werd een recidief vastgesteld; beiden ondergingen een tweede succesvolle cryochirurgische behandeling. 3 Simpele botcyste. Van 13 patiënten met een simpele botcyste hadden er 2 een recidief. De meesten hadden een eerdere, gefaalde behandeling met een injectie van corticosteroïden ondergaan. Deze benigne cyste komt overwegend bij kinderen voor en wordt vaak pas opgemerkt na het ontstaan van een pathologische fractuur. 4 Geen van de recidieven werd opnieuw behandeld, omdat het meestal ging om een partieel (klein) recidief met weinig kans op fractuur. Chondroïde tumor. Bij 43 patiënten met intramedullair gelegen chondroïde tumoren, variërend van chondromyxoïd fibroom, enchondroom en transiënte chondrotumor tot chondrosarcoom graad 1 (een lage maligniteitsgraad) werden geen recidieven gezien. 5 Reusceltumoren. Er waren 13 reusceltumoren, waarvan 4 lokaal recidiveerden en met aanvullende therapie werden behandeld (tabel). Eosinofiel granuloom. Eosinofiel granuloom (histiocytose X) van bot is een benigne bottumor gekenmerkt door lokale botdestructie (figuur 4). Deze tumoren worden bij voorkeur behandeld met de injectie van corticosteroïden. Sommige tumoren reageren echter niet op deze behandeling of zijn hiervoor ongeschikt door een ongunstige locatie, dreigende pathologische fractuur en/ of wekedelenuitbreiding; 7 patiënten met een dergelijk eosinofiel granuloom van bot werden succesvol behandeld met cryochirurgie. 6 Monostotische fibreuze dysplasie. Monostotische fibreuze dysplasie werd bij 12 patiënten cryochirurgisch behandeld; bij 1 patiënt ontstond een partieel asymptomatisch recidief, dat (nog) geen verdere behandeling behoefde. Bij de overige 50 behandelde patiënten was ofwel de follow-up korter dan 1 jaar ofwel ging het om kleine groepen patiënten met onder andere osteoblastoom, chondromyxoïd fibroom, fibromatose, chordoom of met metastase van een carcinoom. beschouwing Zoals met elke nieuwe techniek was er een leercurve bij de toepassing van cryochirurgie. Aanvankelijk werden de mate en duur van bevriezing bepaald op basis van de klinische blik van de operateur. Helaas ziet bevroren weefsel er bij elke temperatuur hetzelfde uit. Na de ontwikkeling en implementatie van het temperatuurmeetsysteem kregen wij inzicht in de bereikte minimumtemperaturen en met name in de uitbreiding van het koude front in de omgeving. 2 Het bleek dat de gemiddelde cryochirurgische behandeling veel ruimer, maar ook gedoseerder kon worden uitgevoerd, wat resulteerde in minder recidieven. Neurologische uitval, vooral van de N. radialis bij botcysten gelegen in de humerus, bleek altijd volledig reversibel te zijn. Dit komt waarschijnlijk, omdat een uitloper van de zenuwcel wordt bevroren en niet de celkern zelf, waardoor blijkbaar voldoende mogelijkheden voor regeneratie overblijven. Persisterende partiële neurologische uitval werd alleen gezien bij een patiënt met een sacraal gelegen reusceltumor. Bij 2 patiënten ontstonden tijdens de cryochirurgie cardiopulmonale problemen, waarschijnlijk op basis van gasembolieën als gevolg van de toepassing van de vloeibare stikstof. Met routinematige anesthesiologische bewaking is het mogelijk veneuze gasembolieën op indirecte wijze te signaleren. Aanvullend kan met een massaspectrometer N 2 in de uitademingsgassen gedetecteerd worden, maar pas nadat de veneuze gasembolieën zijn ontstaan. 7 Bij enkele patiënten werd peroperatieve endo-oesofageale echografie van het hart verricht teneinde gasembolieën in een nog vroeger stadium te signaleren, maar abnormale echobeelden werden niet gezien, noch hadden deze patiënten verschijnselen van embolieën. De kans op veneuze gasembolieën wordt sterk verlaagd door de opbouw van intramedullaire druk te voorkomen; dit wordt bereikt door in het bot een luik van voldoende grootte te maken, zodat de verdampende stikstof kan ontsnappen. Postoperatieve fracturen zijn niet alleen voor de patiënt erg vervelend, maar compromitteren ook de onco Ned Tijdschr Geneeskd november;143(45)
5 Gegevens van 120 patiënten met een bottumor die werden behandeld met curettage en homologe bottransplantatie en met een minimale followup van 1 jaar type bottumor aantal patiënten maanden complicatie bijzonderheden (met recidief) follow-up (uitersten) fractuur infectie overige aneurysmatische botcyste 32 (2) 41 (14-69) 3 (1 trauma) 3 (1 diepe 1 reversibel alle recidieven met cryochirurgie infectie) letsel behandeld: goed resultaat N. radialis simpele botcyste 13 (2) 32 (14-59) 1 1 reversibel recidieven partieel; reoperatie niet letsel nodig N. radialis enchondroom 21 (1) 28 (13-58) 2 (1 trauma) 1 recidief-enchondroom vinger; opnieuw behandeld met succes transiënte chondro- 15 (0) 35 (13-54) 3 (1 trauma) tumor/chondrosarcoom graad 1 chondroblastoom 7 (0) 43 (13-103) reusceltumor 13 (4) 34 (18-79) 1 1 artrose pols 2 recidieven opnieuw behandeld met succes, 1 marginale resectie van distale ulna, 1 marginale resectie van distale radius met allotransplantaatreconstructie eosinofiel granuloom 7 (0) 42 (13-65) 1 (trauma) * monostotische fibreuze 12 (1) 36 (13-72) recidief partieel en asymptomatisch displasie totaal 120 (10; 8%) 10 (8%) 5 (5%) *Radiologische bevindingen bij de patiënt met een traumatische fractuur staan afgebeeld in figuur 4. logische situatie: was er eerst sprake van een intracompartimentele ziekte, door de fractuur is deze veranderd in een potentiële extracompartimentele ziekte. Op het ontstaan van pathologische fracturen werd gaandeweg geanticipeerd met profylactische osteosynthese met plaat en schroeven van met name diafysair gelegen afwijkingen; deze werden sindsdien door ons nauwelijks meer gezien. Voor intramedullaire osteosynthese bestaat er een relatieve contra-indicatie, omdat deze technieken gepaard gaan met een potentiële contaminatie met tumorcellen van de gehele intramedullaire ruimte. Uit literatuurgegevens en uit eigen proefdieronderzoek a b c d e FIGUUR 4. Röntgenfoto s van het rechter femur van een 2 jaar oud meisje met (a) een eosinofiel granuloom; (b) curettage, cryochirurgie en opvulling met homoloog bot na operatie; (c) herstel, 5 maanden later; (d) fractuur na adequaat trauma 8 maanden na operatie (biopsie-uitslag: geen lokaal recidief); (e) volledige consolidatie 5 maanden na osteosynthese. Ned Tijdschr Geneeskd november;143(45) 2279
6 blijkt dat bevroren bot binnen een week avitaal is. De osteogenese, voortkomend uit normaal bot en botvlies vlak naast het bevroren bot, begint binnen enige dagen. De revitalisatie van dood bot door gelijktijdige resorptie en verbening duurt enige maanden. 8 Tot die tijd kan de betrokkene het bot niet volledig belasten. Onze ervaring is dat pathologische fracturen het vaakst enkele weken na de cryochirurgische behandeling optreden. Helaas ontbreekt ons tot op heden nauwkeurig inzicht in het biologische verloop van de sterkte van bot na cryochirurgie en hoe dit verband houdt met het remodelleringsproces. De botdefecten die overblijven na curettage en cryochirurgie worden doorgaans gevuld met een bottransplantaat. Bottransplantatie geniet in het algemeen de voorkeur boven toepassing van materialen als cement, omdat de intramedullaire ruimte zich dan normaal kan ontwikkelen, wat vooral bij kinderen een voordeel is. Bottransplantatie, cementering en osteosynthese worden door ons met name gecombineerd toegepast, indien de stabiliteit van het aangedane bot ernstig is aangetast. Deze situatie doet zich onder andere voor bij pathologisch gefractureerde condylen van het distale deel van het femur ten gevolge van een reusceltumor. Bottransplantatie heeft geen additionele betekenis voor de tumorcontrole. 9 Daarnaast blijven bottransplantaten, ondanks zorgvuldig testen, een bron van overdraagbare ziekten en infecties. Is het gebruik van een bottransplantaat dan nuttig voor het helen van het defect? Helpt het het bot te versterken en wordt het herstel van de botstructuur versneld? Zo ja, wat is beter: een allo- of een autotransplantaat? Onze huidige onderzoeken richten zich momenteel op deze vragen. Met de techniek van cryochirurgie kan men onnodig grote resecties vermijden zonder afbreuk te doen aan een goed oncologisch resultaat. In het bijzonder betreft dit de behandeling van intramedullaire chondroïde tumoren. Het onderscheid tussen met name de overgang van de benigne vorm, enchondroom, naar de laaggradig maligne vorm, chondrosarcoom, is moeilijk te maken. Cryochirurgie blijkt voor beide typen tumor effectief. In geval van specifieke omstandigheden kan de cryochirurgische techniek ook van waarde zijn bij de behandeling van middel- of hooggradig maligne bottumoren. Deze doen zich onder andere voor als marginale resectie van de tumor niet mogelijk is of zou resulteren in een onaanvaardbare morbiditeit, zoals bij tumoren gelokaliseerd in en rond de wervelkolom (chordoom) en bekken. Ook kan het zijn dat marginale of ruime resectie niet is geïndiceerd, maar lokale controle wel is gewenst. Deze situatie doet zich soms voor bij de behandeling van andere naar bot gemetastaseerde tumoren, maar ook bij in de weke delen gelegen reusceltumoren of synoviitis villonodularis pigmentosa. Om de effectiviteit van cryochirurgie in de orthopedische oncologie te beoordelen, dient vergelijking plaats te vinden met andere locoregionale adjuvante behandelingen of juist het nalaten ervan. Experimenteel onderzoek heeft aangetoond dat cryochirurgie veel effectiever botnecrose veroorzaakt dan de lokale applicatie van fenol (chemotoxisch) of cement (thermotoxisch). Klinische onderzoeken van simpele botcysten en aneurysmatische botcysten behandeld met alleen curettage laten recidiefpercentages zien van rond de 30; in combinatie met cryochirurgie dalen deze tot ongeveer Van de reusceltumoren behandeld met alleen curettage recidiveert gemiddeld 40%; adjuvante behandeling met fenol geeft zeer wisselende resultaten, met recidiefpercentages van 5 tot 66; 10 bij toepassing van cement variëren deze van 5 tot Het recidiefpercentage van onze cryochirurgisch behandelde reusceltumoren ervaren wij nog als te hoog; in de literatuur is een daling mogelijk tot onder de 5%. 10 conclusie Na acht jaar ervaring met cryochirurgie op de afdeling Orthopedie van het Academisch Ziekenhuis Nijmegen blijkt de belangrijkste winst van deze techniek in de orthopedische oncologie te zijn dat men nu beschikt over een zeer krachtige vorm van lokale adjuvante therapie, die effectief maar bovenal doseerbaar en controleerbaar is. abstract Favourable results of cryosurgery in 120 patients with benign or low-grade malignant bone tumours Background. Benign and low-grade malignant bone tumours are generally treated with intralesional curettage. At microscopic level tumour cells are left behind and may be responsible for a recurrence. Therefore adjuvant local treatment is necessary. Method. By spraying liquid nitrogen into the remaining cavity, tumour cells are frozen very rapidly. Ice crystals formed in the (tumour) cell will mechanically damage the cell resulting in cell necrosis. This combined treatment of surgery and freezing is called cryosurgery. Results. In 120 patients with a follow-up of at least 1 year the treatment results were good. The tumours were: aneurysmatic bone cyst (n = 32), simple bone cyst (n = 13), chondroid tumour (n = 43), giant-cell tumour (n = 13), eosinophilic granuloma (n = 7) and monostotic fibrous dysplasia (n = 12). There were 10 recurring tumours, some of them very small; 6 recurrences were treated successfully by cryosurgery again; in 2 recurrences marginal resection was carried out; 2 recurrences remained (as yet) untreated. Conclusion. Cryosurgery as a therapy of benign and lowgrade malignant bone tumours yields results nearly as good as marginal resection, and has the advantage that segmental bone resections, which need extensive reconstructions are avoided. literatuur 1 Oeseburg HB. Cryosurgical treatment of some bone tumors. An experimental and clinical investigation [proefschrift]. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen; Schreuder HWB, Egmond J van, Beem HBH van, Veth RPH. Monitoring during cryosurgery of bone tumors. J Surg Oncol 1997;65: Schreuder HWB, Veth RPH, Pruszczynski M, Lemmens JAM, Schraffordt Koops H, Molenaar WM. Aneurysmal bone cysts treated by curettage, cryotherapy and bone grafting. J Bone Joint Surg (Br) 1997;79: Schreuder HWB, Conrad 3rd EU, Bruckner JD, Howlett ATG, Sorensen LS. Treatment of simple bone cysts in children with curettage and cryosurgery. J Pediatr Orthop 1997;17: Ned Tijdschr Geneeskd november;143(45)
7 5 Schreuder HWB, Pruszczynski M, Veth RPH, Lemmens JAM. Treatment of benign and low-grade malignant intramedullary chondroid tumours with curettage and cryosurgery. Eur J Surg Oncol 1998;24: Schreuder HWB, Pruszczynski M, Lemmens JAM, Veth RPH. Eosinophilic granuloma of bone: results of treatment with curettage, cryosurgery, and bone grafting. J Pediatr Orthop B 1998;7: Schreuder HWB, Beem HBH van, Veth RPH. Venous gas embolism during cryosurgery for bone tumors. J Surg Oncol 1995;60: Keijser LCM, Schreuder HWB, Buma P, Weinans H, Veth RPH. Cryosurgery in long bones; an experimental study of necrosis and revitalisation in rabbits. Arch Orthop Trauma Surg [ter perse]. 9 Schreuder HWB. The cryosurgical treatment of benign and lowgrade malignant bone tumors [proefschrift]. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen; Malawer MM, Bickels J, Meller I, Buch RG, Henshaw RM, Kollender Y. Cryosurgery in the treatment of giant cell tumor. A long-term followup study. Clin Orthop 1999;359: Rock MG. Treatment of bone cysts and giant cell tumors. Current Opinion in Orthopaedics 1990;1: Malawer MM, Dunham W. Cryosurgery and acrylic cementation as surgical adjuncts in the treatment of aggressive (benign) bone tumors. Analysis of 25 patients below the age of 21. Clin Orthop 1991;262: Aanvaard op 30 juli 1999 Casuïstische mededelingen Transcraniële bypass met grote doorstroming ter preventie van hersenischemie c.a.f.tulleken, a.van der zwan en l.j.kappelle Bij de behandeling van reuzenaneurysmata van de A. carotis interna (ACI) en van sommige schedelbasistumoren is het nodig de ACI in de hals af te sluiten. Een aneurysma zal dan spontaan tromboseren en een tumor kan, omdat de carotisarterie die door de tumor heen loopt reeds is afgesloten, zo radicaal mogelijk worden verwijderd. Patiënten met een goed ontwikkelde circulus arteriosus cerebri (cirkel van Willis) zullen een afsluiting van de ACI zonder problemen verdragen. Via de andere ACI en de A. communicans anterior en via het vertebrobasillaire systeem en de A. communicans posterior zal er een collaterale flow ontstaan naar de ipsilaterale hemisfeer. Bij ongeveer eenkwart van de mensen is de circulus arteriosus echter onvolledig aangelegd en in dat geval is er een grote kans dat een afsluiting van de ACI tot een herseninfarct leidt. Preoperatief kan worden vastgesteld of de patiënt de ACI-afsluiting wel of niet zal verdragen door een ballon in te brengen in de ACI via de Seldinger-techniek en deze op te blazen. Bij de patiënt, die wakker is, moet dan worden onderzocht of er neurologische uitvalsverschijnselen ontstaan en bovendien wordt ook op dat moment een EEG-registratie gemaakt. Wanneer er uitvalsverschijnselen ontstaan of wanneer het EEG duidelijk verandert, zal men besluiten de ACI niet definitief af te sluiten, omdat de kans op een herseninfarct dan aanzienlijk is. Een recente en volgens ervaren radiologen zeer betrouwbare andere methode om na te gaan of een carotisafsluiting wordt verdragen, is om bij angiografie te kijken naar de veneuze uitstroom van het bloed uit de Universitair Medisch Centrum, Postbus , 3508 GA Utrecht. Kliniek voor Neurochirurgie: prof.dr.c.a.f.tulleken en dr.a.van der Zwan, neurochirurgen. Kliniek voor Neurologie: dr.l.j.kappelle, neuroloog. Correspondentieadres: prof.dr.c.a.f.tulleken. samenvatting Bij patiënten bij wie de A. carotis interna in de hals moet worden afgesloten wegens de aanwezigheid van een intracranieel reuzenaneurysma of voor de behandeling van een schedelbasistumor en bij patiënten met hersenischemie bij wie de A. carotis interna in de hals spontaan is afgesloten door atherosclerose kan een transcraniële bypass worden gemaakt om de hersencirculatie op peil te houden of te verbeteren. Reeds sinds de jaren zeventig worden zogenaamde lagestroombypasses gemaakt waarbij een tak van de A. temporalis superficialis verbonden wordt met een corticale tak van de A. cerebri media. Wegens het geringe kaliber van de betrokken bloedvaten is het gewenste effect op de hersencirculatie echter beperkt. Door Tulleken et al. is in de laatste 15 jaar een non-occlusieve, Excimer-laserondersteunde anastomosetechniek ontwikkeld waarbij het mogelijk is om op een veilige wijze een zogenaamde hogestroombypass te maken. Daarbij wordt een donorbloedvat, bijvoorbeeld de V. saphena magna, aan de ene zijde aangesloten op de A. carotis externa en aan de andere zijde intracranieel op de A. carotis interna, distaal van de afwijking. De gemiddelde doorstroming door deze bypass bedroeg bij ongeveer 90 patiënten 140 ml/min. Bij 3 als voorbeeld beschreven patiënten, een vrouw van 45 jaar met een reuzenaneurysma en als gevolg progressieve oftalmoplegie rechts, een vrouw van 31 jaar met een aneurysma in het rechter middenoor en een man van 40 jaar met een chemodectoom aan de schedelbasis, werd op non-occlusieve wijze een transcraniële hogestroombypass aangelegd, waarna de A. carotis interna zonder problemen kon worden afgesloten. betreffende hemisfeer. Als de veneuze uitstroom aan de kant van de afsluiting van de carotis vertraagd is, is dat een omineus teken en is de kans op een infarct groot (nog niet gepubliceerde onderzoeksresultaten). De patiënten die een ACI-afsluiting niet verdragen, komen in aanmerking voor het aanbrengen van een zogenaamde transcraniële bypass. Eind jaren zestig is deze operatie voor het eerst beschreven. Er wordt een kleine Ned Tijdschr Geneeskd november;143(45) 2281
Transcraniële bypass met grote doorstroming ter preventie van hersenischemie
5 Schreuder HWB, Pruszczynski M, Veth RPH, Lemmens JAM. Treatment of benign and low-grade malignant intramedullary chondroid tumours with curettage and cryosurgery. Eur J Surg Oncol 1998;24:120-6. 6 Schreuder
Nadere informatieCryochirurgie bij de behandeling van benigne, agressief benigne en laaggradig maligne bottumoren
Cryochirurgie bij de behandeling van benigne, agressief benigne en laaggradig maligne bottumoren Cryosurgery in the treatment of benign, aggressive benign and low-grade malignant bone tumours Auteurs Trefwoorden
Nadere informatieCryochirurgie Radboud universitair medisch centrum
Cryochirurgie In overleg met uw behandelend arts is besloten tot een behandeling met cryochirurgie. In deze folder krijgt u informatie over de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling.
Nadere informatieCover Page. Author: Verdegaal, Suzan H.M. Title: Diagnostics and treatment options in low-grade central chondrosarcomas Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43475 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Verdegaal, Suzan H.M. Title: Diagnostics and treatment options in low-grade central
Nadere informatieMoleculaire pathologie: kruispunt van morfologie, biochemie en genetica
Capita selecta Moleculaire pathologie: kruispunt van morfologie, biochemie en genetica f.t.bosman Het is opmerkelijk dat de methoden die door Rudolph Virchow 150 jaar geleden werden gebruikt om de conceptuele
Nadere informatieAneurysmatische Bot Cyste (ABC) De behandeling van een goedaardige zwelling van het bot
Orthopedie Aneurysmatische Bot Cyste (ABC) De behandeling van een goedaardige zwelling van het bot Algemeen Een Aneurysmatische Bot Cyste (ABC) is een goedaardige zwelling van het bot. Goedaardige tumoren
Nadere informatieStage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery
Clin staging Stage Tumour Early Node Loc advanced Metastasis Advanced Treatment Surgery Diagnosis Evaluation pulmonary Chemotherapy Radiotherapy Combinations Prognosis cardiac general Univ Hospital Leuven
Nadere informatieBeentumoren (=bottumoren)
Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct
Nadere informatie7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren)
Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december 2002 7,3 166 keer beoordeeld Vak Biologie Botkanker (oftewel: beentumoren) Inleiding Een kwaadaardige (of maligne) primaire beentumor (=botkanker) is
Nadere informatieHoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Nadere informatieLocally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg
Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b
Nadere informatieDiagnostiek en behandeling van botmetastasen
Richtlijnen Diagnostiek en behandeling van botmetastasen Michiel A.J. van de Sande, Jos A.M. Bramer, Paul C. Jutte, H.W.Bart Schreuder en P.D. Sander Dijkstra Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd.
Nadere informatieRichtlijn: Thorax wand tumoren
Richtlijn: Thorax wand tumoren Primaire thoraxwand tumoren zijn een multidisciplinaire topic waar verschillende groepen aan samenwerken. Ze komen zelden voor. Een overzicht van de verschillende histologische
Nadere informatieDarmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging
Darmkanker en uw DNA darmkanker nederland lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging Darmkanker Nederland Darmkanker Nederland wordt gesteund door een Raad van Advies. Deze bestaat uit specialisten
Nadere informatieEline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment
[Proefschriften] Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment Mammacarcinoom is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in
Nadere informatieDissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC
Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma Fanny Vuik Keuze Coassistent IC 17-09-2014 Inhoud. Casus Epidemiologie Indeling Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Conclusie Casus Man, 32 jaar.
Nadere informatieLymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen
Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28692 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Slingerland, Marije Title: Exploring novel formulations and new classes of anticancer
Nadere informatieMetastasen in de wervelkolom
Metastasen in de wervelkolom (uitzaaiingen in de wervelkolom) Orthopedie alle aandacht Metastasen in de wervelkolom (uitzaaiing) Wat zijn metastasen? Metastasen zijn uitzaaiingen van een bij patiënt en
Nadere informatieStereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Nadere informatieMogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,
Nadere informatiePien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk
Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieEchogeleide chirurgie voor mammacarcinoom
Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie
Nadere informatiePATIËNTSPECIFIEK PLANNEN EN UITLIJNEN VAN EEN KNIEPROTHESE
PATIËNTSPECIFIEK PLANNEN EN UITLIJNEN VAN EEN KNIEPROTHESE Dankzij 3D-printen kan een knieprothese optimaal gepland worden. Benige resecties van het femur en de tibia kunnen worden uitgevoerd met conventionele
Nadere informatieSarcoma State of the art deel 2
19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Sarcoma State of the art deel 2 Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Osteosarcoom Osteosarcoom is een primaire botkanker die zijn
Nadere informatieOsteonecrosis of the jaw (ONJ)
INLEIDING Welkom 1 2 Osteonecrosis of the jaw (ONJ) Hoe kunnen we dit voorkomen en als het toch optreedt, hoe kunnen we het managen? 3 Complication of bisphosphonate and denosumab use 1 Dit ga je echter
Nadere informatieOntwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatieSAMENVATTING 149 Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven omtrent biomateriaal-gerelateerde infecties in de Orthopedie. Als doelstelling van dit proefschrift wordt geformuleerd
Nadere informatieHeeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker?
Heeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker? Wouter Everaerts Dienst urologie, Uzleuven @EveraertsW 16 september 2017 Natuurlijke evolutie van prostaatkanker PIN Gelokaliseerd
Nadere informatieMelanoom Niet één diagnose, niet één standaardbehandeling
Melanoom Niet één diagnose, niet één standaardbehandeling Wolter J. Mooi VU medisch centrum Amsterdam Melanoomclassificatie Superficieel spreidend melanoom Nodulair melanoom Acrolentigineus melanoom Lentigo
Nadere informatieCHONDROSARCOOM KANKERCENTRUM
CHONDROSARCOOM KANKERCENTRUM WAT VINDT U IN DEZE BROCHURE 01 3 02 3 03 4 04 5 05 5 06 6 07 6 08 7 CHONDROSARCOOM 2 01 INLEIDING Deze informatiebrochure is bestemd voor mensen met een chondrosarcoom en
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieMinder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?
Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE
Nadere informatieProgressief beenlengteverschil door multipele enchondromatose
Casuïstiek Progressief beenlengteverschil door multipele enchondromatose Jan Dening en Ruud H.G.P. van Erve Achtergrond Casus Conclusie De ziekte van Ollier (multipele enchondromatose) is een zeldzame,
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieEen 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal
3 Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal Dos Winkel Introductie Sporten waarbij men met maximale kracht een bal moet werpen of slaan,
Nadere informatieMeer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell
Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell Techniek tot nu toe Conventionele simulatie Virtuele simulatie Techniek voor okselbestraling Klier levels I III Plexus brachialis
Nadere informatieTRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden
TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden Triple negatief borstkanker TNBC Geen ER Geen PR Geen HER2 (Nog) geen target
Nadere informatieSpeekselklier carcinoom
7.5.6. Speekselklier carcinoom 1. Algemeen Work up Standaard klinisch onderzoek Volledige ziektegeschiedenis Gewicht en gewichtsverlies > 10 % Halsonderzoek Controle van craniale zenuwen n. V2, n. V3,
Nadere informatieNieuwe strategieën voor de behandeling van chondrosarcomen. Nederlandse samenvatting
Nieuwe strategieën voor de behandeling van chondrosarcomen Nederlandse samenvatting Inhoud Chondrosarcomen: entiteit, gradering, behandeling en prognose Benigne versus maligne kraakbeenvormende tumoren
Nadere informatieRadiologisch beleid bij erfelijke borstkanker
Jaarlijks symposium MBC 21/10/2017 Genetica en borstkanker Radiologisch beleid bij erfelijke borstkanker dr. M. Keupers dr. S. Postema dr. R. Prevos prof. dr. C. Van Ongeval Radiologisch beleid bij erfelijke
Nadere informatiePersisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML. wat nu?
Persisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML wat nu? J.H.F Falkenburg Afdeling Hematologie Leids Universitair Medisch Centrum Geen conflicts of interest
Nadere informatieSamenvatting CHAPTER 8
Samenvatting CHAPTER 8 SAMENVATTING De hypothese van sequentiële tumor verspreiding lijkt aannemelijk volgens meerdere studies over de schildwachtklierbiopsie (Sentinel Lymph Node Biopsy; SLNB) met aanvullende
Nadere informatieEEN CHONDROSARCOOM WAT BETEKENT HET?
EEN CHONDROSARCOOM WAT BETEKENT HET? Oncologie/0137 Deze informatiebrochure is bestemd voor personen met een chondrosarcoom en alle anderen die hier heel dichtbij betrokken zijn zoals familie, vrienden,
Nadere informatieHPV als ziekteverwekker
HPV als ziekteverwekker Nathalie Reesink-Peters 27 februari 2009 Inhoud Introductie HPV Levenscyclus HPV, ziekte verwekker Oncogenese Therapie (van HPV gerelateerde ziekte) Indicaties moleculaire diagnostiek
Nadere informatieDutch Lung Surgery Audit (DLSA)
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatieMaligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie
Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt
Nadere informatieCasus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte
Nadere informatieFractuur behandeling. Chirurgie. Beter voor elkaar
Fractuur behandeling Chirurgie Beter voor elkaar 2 Inleiding Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten en de behandeling van een gebroken bot. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk
Nadere informatieEen pathologische proximale femurfractuur: denk ook aan een primaire beentumor
Klinische les Een pathologische proximale femurfractuur: denk ook aan een primaire beentumor Michiel A.J. van de Sande, Carla S.P. van Rijswijk, P.D. Sander Dijkstra en Antonie M.H. Taminiau Gerelateerd
Nadere informatiePost-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen. Hans Gelderblom
Post-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen Hans Gelderblom Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieTumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg
Tumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg Tumor eruit Ruime resectie in de neurochirurgie veelal niet mogelijk Dus: wanneer kunnen we spreken van geheel verwijderd Is dit altijd van belang?
Nadere informatieChondrosarcoom graad 1
Chondrosarcoom graad 1 Bij u is een chondrosarcoom van de laagste graad (graad 1) geconstateerd. Dit is een kwaadaardig gezwel in het bot, dat echter goed te behandelen is. In deze brochure leest u wat
Nadere informatieBisfosfonaten: klinische bevindingen in het maxillofaciaal gebied
Bisfosfonaten: klinische bevindingen in het maxillofaciaal gebied L. Renier M. Cos, J. Van de Perre, G. Van Hemelen, J. Defrancq, N. Nadjmi, F. Noorman van der Dussen, B. Vanassche, H. Vercruysse H.- Hartziekenhuis,
Nadere informatieDesmoïd-type fibromatose
Desmoïd-type fibromatose 25-05-2019 Patiëntendag Platform Sarcomen Milea J.M. Timbergen, arts onderzoeker Kees Verhoef (chirurg) Dirk Grünhagen (chirurg) Stefan Sleijfer (oncoloog) Erik Wiemer (bioloog)
Nadere informatieHoe is de sarcomenzorg geregeld binnen Nederland en wat is daarbij de rol van de verpleegkundig specialist
Hoe is de sarcomenzorg geregeld binnen Nederland en wat is daarbij de rol van de verpleegkundig specialist Nicolette Leijerzapf, verpleegkundig specialist MAJ van de Sande, PDS Dijkstra, RJP vd Wal oncologische
Nadere informatieVan Poliep naar colorectaal carcinoom. P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht
Van Poliep naar colorectaal carcinoom P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht Anatomie van de dikke darm APC mutation drives adenoma formation Poliep in het rectum 85% of the CRC develop through the
Nadere informatieDankwoord. Lucas Mevius bedank ik voor zijn inspirerende tips bij het schrijven van de samenvatting.
Dankwoord 113 Dankwoord De geboorte van dit proefschrift is niet alleen te danken aan alle co auteurs. Er is een groot aantal mensen achter de schermen aan wie ik veel erkenning schuldig ben. Allereerst
Nadere informatie1. Inleiding: De nieuwe TNM classifikatie stadiering. - onvolledigheden / aanvullingen. 3. De N factor: hoe in kaart brengen.
Mediastinum 1. Inleiding: De nieuwe TNM classifikatie stadiering 2. De N factor: impact op prognose: -vlgtnm - onvolledigheden / aanvullingen 3. De N factor: hoe in kaart brengen. 4. De N factor: impact
Nadere informatieInformatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. botcomplicaties.nl
Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker botcomplicaties.nl Inleiding Wat zijn de klachten? Deze brochure geeft u informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker.
Nadere informatieDutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)
Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De
Nadere informatie(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam
(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine
Nadere informatieONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN
NEDERLANDSE VERENIGING voor ONCOLOGIE ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN De Oncologiedagen worden georganiseerd door: NVvO, NKI-AVL en ERASMUS MC 1. Larynx- en hypofarynxafwijkingen 09-05-1970 2. Hormonen en
Nadere informatieKanker en het hart. de ultieme uitdaging?
Kanker en het hart de ultieme uitdaging? Rienk Rienks, cardioloog UMCU/CMH Hoe groot is het probleem? Stollingstoornissen bij kanker Kanker van het hart Hartproblemen bij (de behandeling van) kanker Nederland:
Nadere informatieOligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Nadere informatieImage-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting
169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28526 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Heijden, Lizz van der Title: Giant cell tumor of bone and tenosynovial tissue
Nadere informatieB. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B
B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieDISCLOSURE BELANGEN SPREKER
DISCLOSURE BELANGEN SPREKER Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties Sponsoring of onderzoeksgeld Aandeelhouder Adviseur Venture partner BMS, MSD Neon Therapeutics Adaptive, Amgen, Neon Therapeutics,
Nadere informatieSaffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom
Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit
Nadere informatieCover Page. Author: Vogelaar, F.J. Title: Clinical, pathological and molecular prognostic factors in colorectal cancer Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46975 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Vogelaar, F.J. Title: Clinical, pathological and molecular prognostic factors in
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Tissue microarray in prognostic studies on vulva cancer Fons, G. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tissue microarray in prognostic studies on vulva cancer Fons, G. Link to publication Citation for published version (APA): Fons, G. (2009). Tissue microarray in prognostic
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen. Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam
Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen Twee uitersten
Nadere informatiePORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017
PORTEC 4a studie Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 L Opzet presentatie Studie design In- en exclusie criteria Randomisatie Moleculair profiel bepaling Logistiek 2 Randomized phase III trial
Nadere informatieIs direct belasten mogelijk?
Fracturen van de onderste extremiteit Is direct belasten mogelijk? Bas Frietman, Arts-onderzoeker Disclosure Potentiële belangen verstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek
Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek mw. drs. S.B. van der Meulen Radioloog UMCG mw. dr. M.D. Dorrius Arts-assistent in opleiding tot radioloog UMCG Disclosure belangen spreker Geen potentiële
Nadere informatieMaarten Jansen. Local ablative therapies of malignant liver tumors
Maarten Jansen CA cryoablatie CLOCC chemotherapy + local ablation vs. chemotherapy HCC hepatocellulair carcinoom LITT lasergeïnduceerde thermotherapie PEI percutane ethanolinjectie RFA radiofrequente ablatie
Nadere informatieOp het scherp van de snede
Op het scherp van de snede Naam: Arnaud Vincent Functie: Neurochirurg, ErasmusMC, Rotterdam Neurochirugie Inleiding/geschiedenis functies hersenen methoden/techniek operaties In de hersenen: GLIOMEN Rondom
Nadere informatieGewrichtsprothese en Antibioticaprofylaxe
Gewrichtsprothese en Antibioticaprofylaxe Uitgangspunt Algemeen CBO Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van heup- en knieartrose Hematogene infecties van prothesen komen waarschijnlijk voor met een incidentie
Nadere informatieOntstaan en voorkomen Soorten gliomen Graad 1 Graad 2 Graad 3
Gliomen In het hoofd kunnen verschillende soorten tumoren voorkomen. In deze folder e vindt u alleen informatie over tumoren die ontstaan van het hersenweefsel zelf. Over andere soorten van tumoren, bijvoorbeeld
Nadere informatieSnelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht
Snelle mutatiescreening bij borstkanker Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Erfelijke borstkanker Tenminste 5% van de patiënten met mammacarcinoom Dominante overerving Oorzaak:
Nadere informatieOvariëlemassa s: de plaats van gynaecologische echografie.
h.-hartziekenhuis vzw Ovariëlemassa s: de plaats van gynaecologische echografie. Dr. Schmid Ann Gynaecologie 1 Even voorstellen Universiteit Antwerpen Zwolle - Klina - UZA - St.-Augustinus - St.-Vincentius
Nadere informatie10 e NKI AvL Mammasymposium
10 e NKI AvL Mammasymposium Een decennium lokalisatie van het niet palpabele mammacarcinoom M.T.F.D. Vrancken Peeters, Chirurg Netherlands Cancer Institute Antoni van Leeuwenhoek Hospital Amsterdam, The
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieBetere kwaliteit = betere uitkomst van zorg?
Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg? Symposium (Over)leven na Kanker Tilburg, 8 maart 2013 Dr. V. Lemmens Hoofd Sector Onderzoek, Integraal Kankercentrum Zuid Eindhoven Kwaliteit Kwaliteit: definitie?
Nadere informatieCinacalcet versus parathyroidectomie voor phpt na niertransplantatie
Cinacalcet versus parathyroidectomie voor phpt na niertransplantatie Marc Vervloet Amsterdam Papendal 15 december 2016 Head to head: PTx vs Cinacalcet Will there be a winner? Disclosure belangen spreker
Nadere informatieDr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST
Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST Het kan helpen om de feiten te kennen; (na)controles en meer Disclosure Belangen Spreker Geen (potentiële) belangenverstengeling
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi
XII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi naar Algemeen 568 Epidemiologie 568 1. Screening 568 2. Diagnostiek 568 2.1 Anamnese
Nadere informatieKankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister
6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting
Nadere informatieBestraling met protonen
Bestraling met protonen Een nieuwe ontwikkeling in de radiotherapie Stijn Krol, radiotherapeut-oncoloog Afdeling Radiotherapie LUMC/HollandPTC S.KROL@HOLLANDPTC.NL 2 Insert > Header & footer 15-okt-17
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24307 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Broek, Colette van den Title: Optimisation of colorectal cancer treatment Issue
Nadere informatiechirurgische behandeling van kanker
chirurgische behandeling van kanker p1 chirurgische behandeling van kanker p2 geen how I do it p3 wet van de afnemende meeropbrengst 2009 p4 chirurgische oncologie trends laatste 100 jaar meer is beter
Nadere informatieBASAALCELCARCINOOM FRANCISCUS VLIETLAND
BASAALCELCARCINOOM FRANCISCUS VLIETLAND Wat is basaalcelcarcinoom? Het basaalcelcarcinoom (of basocellulair carcinoom of basalioom) is de meest voorkomende vorm van huidkanker. Deze vorm van huidkanker
Nadere informatieTumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg
Tumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg Tumor eruit Ruime resectie in de neurochirurgie veelal niet mogelijk Dus: wanneer kunnen we spreken van geheel verwijderd Is dit altijd van belang?
Nadere informatie