31005/320/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Transcriptie

1 31005/320/1/A/2 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan N.V. MARPOS voor het veranderen van een inrichting gelegen te BRUGGE. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, van 12 december 1990, van 21 december 1990, van 22 december 1993, van 21 december 1994, van 8 juli 1996, van 21 oktober 1997, van 11 mei 1999, van 18 mei 1999, van 9 maart 2001, van 21 december 2001 en van 18 december 2002; Gelet op het besluit d.d. 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 27 februari 1992, bij besluit van 28 oktober 1992, bij besluit van 27 april 1994, bij besluit van 1 juni 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 22 oktober 1996, bij besluit van 12 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 29 september 2000, bij besluiten van 20 april 2001, besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 7 september 2001, bij besluit van 5 oktober 2001 en bij besluit van 31 mei 2002 en het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad d.d. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit 17 juli 2000, bij besluit 13 oktober 2000, bij besluit 19 januari 2001, bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002 en bij besluiten van 14 maart 2003; Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op het besluit d.d. 15/01/1998 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het exploiteren van een havenontvangstinstallatie voor een termijn van 20 jaar; Gelet op het besluit d.d. 28/09/2000 van de Bestendige Deputatie waarbij de voorwaarde m.b.t. de aanvoer van afvalstoffen gewijzigd wordt voor een termijn van 5 jaar (daarna geldt de oorspronkelijk opgelegde voorwaarde); Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 30/01/2003, ingediend door N.V. MARPOS, gevestigd te Lodewijk Coiseaukaai Dudzele, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Lodewijk Coiseaukaai 43 te Dudzele (Brugge), kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer BRUGGE 15 AFD (DUDZELE) E 0682/7 met als voorwerp : een havenontvangstinstallatie uit te breiden en te wijzigen 1

2 Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X e b c.2 Opslag en sortering van: gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 29 Ton) Opslag en fysisch chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van: gevaarlijke slibs, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton (Totale eenheden: 275 Ton) Opslag en fysisch chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van: afgewerkte olie, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton (Totale eenheden: 250 Ton) Installaties voor de nuttige toepassing, als gedefinieerd in artikel 1.4 van het VLAREA, van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag. (er kan een overlapping zijn met andere deelrubrieken van rubriek 2.2) (Totale eenheden: 1125 Ton) b c Opslag en fysischchemische behandeling, al of niet in combinatie met mechanische behandeling, andere dan deze bedoeld in rubriek 2.3.7, van : gevaarlijke slibs (Totale eenheden: 275 Ton) Opslag en fysischchemische behandeling, al of niet in combinatie met mechanische behandeling, andere dan deze bedoeld in rubriek 2.3.7, van : afgewerkte olie (Totale eenheden: 275 Ton) 1 A G O R 1 A P J 1 A G M O R 1 A P J 1 A G M O R 1 A P J 1 A G O R 1 B X 1 A G M O R 1 A P J 1 A G M O R 1 A P J 2

3 2.3.8 Installaties voor de verwijderingshandelingen D1 tot en met D12, als bedoeld in artikel van het VLAREA, van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag. (er kan een overlapping zijn met andere deelrubrieken van rubriek 2 (Totale eenheden: 1125 Ton) Elektriciteit: tranformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kva tot en met kva (Totale eenheden: -200 kilo Volt- Ampere) Gassen: inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen ontspannen): koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioning installaties, met een tot. geïnst. drijfkr.: meer dan 200 kw (Totale eenheden: -55 kilo watt) Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: inricht. voor de opslag voor zeer giftige, giftige en ontplofbare stoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een opslagcap. van meer dan 1 ton (Totale eenheden: 6 Ton) Gevaarl. stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor oxyderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van > kg tem kg (Totale eenheden: kilogram) 1 A E G O R 0 B E J X A G R 0 B P J 3

4 Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van: > 500 l tem l (Totale eenheden: 6050 liter) Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, met uitzondering van deze bedoeld in rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van: meer dan l tem l (Totale eenheden: 6000 liter) Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: meer dan l tot en met l (Totale eenheden: liter) Gevaarlijke stoffen: opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt > 100 C (uitgez. deze bedoeld onder rubriek 48), met een tot. inhoudsvermogen van: l tot en met l (Totale eenheden: liter) Gevaarlijke stoffen: opslagplaatsen voor milieugevaarlijke stoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton tot en met 100 ton (Totale eenheden: 10 Ton) 2 G 0 4

5 Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: -1 Stuks (aantal)) 24.4 Laboratoria andere dan deze bedoeld in rubrieken en 24.3 (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) Stoomtoestellen en warm watertoestellen (vastgeplaatste): warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2 en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen, met waterinhoud vd sec. ruimte van: 25 l tot en met l (Totale eenheden: liter) Verbrandingsinrichtingen: verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproduktie (stookinstallaties e.d.) met een totaal warmtevermogen van: meer dan 500 kw tot en met kw (Totale eenheden: 411 kilo watt) Rubriek Product Hoeveelheid e gevaarlijke afvalstoffen 29 Ton b.2 slibcontainers Opslag: 1 containers van 25 Ton 25 Ton b.2 olie-afval Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton c.2 afvaloliën Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton olie-afval 1125 Ton b olie-afval Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton b olieslibcontainer Opslag: 1 containers van 25 Ton 25 Ton c olieslibcontainer 25 Ton c olie-afval Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton olie-afval 1125 Ton 5

6 Rubriek Product Hoeveelheid transformatoren -200 kilo Volt-Ampere luchtcompressoren -55 kilo watt gevaarlijke stoffen Opslag: 1 chemiekluis 6 Ton ontvetters 3500 kilogram corrosieve en irriterende stoffen Opslag: 1 chemiekluis 6000 kilogram gevaarlijke stoffen Opslag: 1 chemiekluis 6000 kilogram hectare 50 liter solventen Opslag: 1 chemiekluis 6000 liter solventen Opslag: 1 chemiekluis 6000 liter ontvetters 1000 liter stookolie Opslag: 1 tanks van liter liter P3- en/of P4 producten liter mazout Opslag: 5 multiboxen van 1000 liter 5000 liter afvalolie Opslag: 1 enkelwandige tank van liter bovengronds, ingekuipt liter P3- en/of P4 producten Opslag: 1 chemiekluis liter gevaarlijke stoffen Opslag: 1 chemiekluis 10 Ton verdeelslangen -1 Stuks (aantal) 24.4 labo's 1 Stuks (aantal) warmtewisselaars 400 liter warmtewisselaars liter stookinstallaties -349 kilo watt stookinstallaties 760 kilo watt Een havenontvangstinstallatie : Uitbreiden met : - de opslag in een gecompartimenteerde chemiekluis (KGA-kluis) van (totale uitbreiding max. 29 ton) : - giftige en schadelijke en milieugevaarlijke afvalstoffen (6 ton) - irriterende en corrosieve afvalstoffen (6 ton) - solventen (6 ton) - P3- en P4 producten (10 ton) - bovengrondse tank olie-afval (settlingtank, 250 m3), met warmtewisselaar met waterinhoud van 400 l - olieslibconctainer, 25 m³ - opslag ontvetters, l en l in bidons in de chemiekluis - opslag van l mazout in multibox in chemiekluis - een mazoutgestookte stookinstallatie met een thermisch vermogen van 760 kw - opslag van l stookolie in een opslagtank - een labo met de opslag van 50 l aceton - TL-lampen en batterijen (1 ton) 6

7 Wijzigen met : administratieve verwijdering (niet ingebruik genomen binnen de geldende termijn) van - een transfo van 200 kva - een luchtcompressor 55 kw - een warmtewisselaar met waterinhoud van l in de bovengrondse tank olie-afval - een stookinstallatie met een thermisch vermogen van 349 kw - stookoliepomp met één verdeelslang zodanig dat de inrichting voortaan zou omvatten: - een weegbrug - lospunt met tussenschot (2 x 50 m3) met pomp (15 kw) en 4 slibpompen (2 x 15 kw en 2 x 10 kw) - zeefinstallatie (2 x 7 kw) - decantatie (16 kw) - bovengrondse tank olie-afval (buffertank 500 m3) - bovengrondse tank olie-afval (settlingtank 250 m3), met warmtewisselaar met waterinhoud van 400 l - bovengrondse tank olie-afval (daytank (na decantatie) 250 m3), - een aktief koolfilter voor de behandeling van de luchtemissies van deze tanks - opslag spoelwater (niet-gevaarlijk-chemicaliën houdend afval van tankreiniging (scheepvaart) in een bovengrondse tank van 250 m3 inhoud - olieslibconctainer 25 m³ - de opslag in een gecompartimenteerde chemiekluis (KGA-kluis) van (totaal max. 45 ton) : - giftige en schadelijke en milieugevaarlijke afvalstoffen (10 ton) - TL-lampen en batterijen (5 ton) - irriterende en corrosieve afvalstoffen (10 ton) - solventen (10 ton) - P3- en P4 producten (10 ton) - opslag ontvetters, l en l in bidons in de chemiekluis - opslag van l mazout in multibox in chemiekluis - opslag afvalstoffen in 5 containers (max. 90 ton) voor respectievelijk metaalafval, glasafval, papier- en kartonafval, houtafval en gemengd containerafval met stalplaats voor 2 wachtcontainers - stalplaats voor max. 15 voertuigen nl. 1 heftruck en 14 vrachtwagens - een stookoliegestookte stookinstallatie met een warmtevermogen van 760 kw - een bovengrondse opslagtank voor l stookolie - het lozen van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (max. 0,15 m3/dag) - het lozen van bedrijfsafvalwater in de openbare riolering (max. 5 m3/uur en 120 m3/dag) - een labo met de opslag van 50 l aceton Gelet op het feit dat op datum van 10/02/2003 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; 7

8 Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd.23/03/2003 waaruit blijkt dat één bezwaar of opmerking werd ingediend, dat betrekking heeft op : verkeershinder; geurhinder; niet geschikte ligging in de nabijheid van een woonzone en dorpskern; Gelet op het gunstig advies dd. 21/03/2003 van het College van Burgemeester en Schepenen mits volgende bijzondere voorwaarden: - de aard van het aangevoerde olieafval en de samenstelling van het spoelwater dient voldoende gekend teneinde ongecontroleerde scheikundige reacties te voorkomen; de nodige maatregelen/voorzorgen dienen daarbij genomen worden opdat het opgeslagen olieafval en de spoelwaters geen aanleiding meer kunnen geven tot calamiteiten; in dit verband dient door een erkend deskundige veiligheid een onderzoek uitgevoerd m.b.t. de inrichting, de verschillende procedures die gevolgd worden (o.m. met betrekking tot acceptatie, tijdelijke opslag restlading/afvalstoffen), het opstellen van een noodprocedure, de uitvoering en eventueel de noodzakelijk te nemen maatregelen ter beperking van het risico; - door de brandweer dient een brandpreventie-onderzoek uitgevoerd worden in opdracht van het bedrijf met opstellen van een brandpreventieverslag en uitvoering van de noodzakelijke aanpassingen; binnen een periode van 9 maanden dienen de resultaten overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid en aan de adviesverlenende instanties (inclusief aan het Schepencollege); - de opslag van gevaarlijke afvalstoffen in vaten, bidons, containers, multibox, mag enkel gebeuren in de chemiekluis; - de nodige maatregelen dienen genomen worden om verspreiding van schadelijke stoffen en geurhinder in de omgeving afkomstig van de activiteiten te voorkomen en tot een minimum te beperken o.a. door een actief koolfilter te voorzien op de nieuwe opslagtank 250 m3; Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gunstig advies dd. 07/04/2003 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de afdeling ROHM van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en infrastruktuur; Gelet op het gunstig advies dd. 14/04/2003 van de afdeling Preventieve en Ambulante Gezondheidszorg van de administratie Gezondheidszorg van het departement van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; Gelet op het advies dd. 14/03/2003 van de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van de administratie Economie van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en landbouw; Gelet op het gunstig advies dd. 25/03/2003 van de Vlaamse Milieumaatschappij; Gelet op het gunstig advies dd. 09/04/2003 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij; Gelet op het gunstig advies dd. 25/04/2003 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie 8

9 Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied voor milieubelastende industrie van het gewestplan Brugge-Oostkust (d.d. 07/04/1977) waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : 2. De industriegebieden : 2.0. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk : bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop Voor de industriegebieden kunnen de volgende nadere aanwijzigingen worden gegeven : de gebieden voor milieubelastende industrieën. Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd; Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat er drie tanks vergund waren; dat nu een bijkomende tank wordt aangevraagd; dat de tank van 500 m3 als buffertank wordt beschouwd; dat de nieuwe tank van 250 m3 wordt voorzien van een warmtewisselaar ten behoeve van decantatie; dat er in de inkuiping plaats voorzien was voor een bijkomende tank; dat er geen problemen zijn naar afstandsregels en inkuipingscapaciteit toe; dat de aanpassing te maken heeft met een betere buffering van het inkomend olieafval en verder geen milieutechnische consequenties heeft; Overwegende dat er een gecompartimenteerde chemiekluis vergund was voor een opslag van max. 16 ton gevaarlijke stoffen; dat nu een uitbreiding gevraagd wordt tot 45 ton; dat de chemiekluis een oppervlakte heeft van 100 m2 en gecompartimenteerd is; dat er geen wijzigingen zijn aan de reeds vergunde chemiekluis; dat de exploitant enkel een grotere opslagcapaciteit vraagt; dat de chemiekluis voldoende ruim gedimensioneerd is om dit toe te laten en te exploiteren volgens de Vlarem II bepalingen; Overwegende dat het tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte bezwaar als volgt kan worden geëvalueerd : er wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar door het opleggen van de nodige voorwaarden; Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt kunnen weergegeven worden: we krijgen oliën binnen, nooit kerosine of benzine; er worden proeven gedaan door een labo indien we vermoeden dat de afkomst niet klopt; op de tanks staan meters voor de veiligheid die automatisch de kleppen doen sluiten als er te veel gevuld wordt; de brandweer is verwittigd en gaat de nieuwe installatie controleren; de oude installaties zijn 2-3 jaar geleden gecontroleerd; er is een te grote druk gekomen op een tank die dan naar boven kwam; nu zijn de tanks verankerd; nu staat alle gevaarlijk afval in de kluis en er is genoeg capaciteit; Overwegende dat deze elementen niets afdoen aan de hierboven vermelde overwegingen en vaststellingen; 9

10 Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Jan Durnez, gegeven in zitting van heden; Artikel 1 BESLUIT Aan N.V. MARPOS, gevestigd te Lodewijk Coiseaukaai Dudzele wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Lodewijk Coiseaukaai 43 te Dudzele (Brugge), kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer BRUGGE 15 AFD (DUDZELE) E 0682/7 met als voorwerp : een havenontvangstinstallatie uit te breiden en te wijzigen Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X e b.2 Opslag en sortering van: gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 29 Ton) Opslag en fysisch chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van: gevaarlijke slibs, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton (Totale eenheden: 275 Ton) 1 A G O R 1 A P J 1 A G M O R 1 A P J 10

11 2.2.5.c.2 Opslag en fysisch chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van: afgewerkte olie, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton (Totale eenheden: 250 Ton) Installaties voor de nuttige toepassing, als gedefinieerd in artikel 1.4 van het VLAREA, van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag. (er kan een overlapping zijn met andere deelrubrieken van rubriek 2.2) (Totale eenheden: 1125 Ton) b c Opslag en fysischchemische behandeling, al of niet in combinatie met mechanische behandeling, andere dan deze bedoeld in rubriek 2.3.7, van : gevaarlijke slibs (Totale eenheden: 275 Ton) Opslag en fysischchemische behandeling, al of niet in combinatie met mechanische behandeling, andere dan deze bedoeld in rubriek 2.3.7, van : afgewerkte olie (Totale eenheden: 275 Ton) Installaties voor de verwijderingshandelingen D1 tot en met D12, als bedoeld in artikel van het VLAREA, van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag. (er kan een overlapping zijn met andere deelrubrieken van rubriek 2 (Totale eenheden: 1125 Ton) Elektriciteit: tranformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kva tot en met kva (Totale eenheden: -200 kilo Volt- Ampere) 1 A G M O R 1 A P J 1 A G O R 1 B X 1 A G M O R 1 A P J 1 A G M O R 1 A P J 1 A E G O R 0 B E J X

12 Gassen: inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen ontspannen): koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioning installaties, met een tot. geïnst. drijfkr.: meer dan 200 kw (Totale eenheden: -55 kilo watt) Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: inricht. voor de opslag voor zeer giftige, giftige en ontplofbare stoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een opslagcap. van meer dan 1 ton (Totale eenheden: 6 Ton) Gevaarl. stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor oxyderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van > kg tem kg (Totale eenheden: kilogram) Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van: > 500 l tem l (Totale eenheden: 6050 liter) A G R 0 B P J 12

13 Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, met uitzondering van deze bedoeld in rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van: meer dan l tem l (Totale eenheden: 6000 liter) Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: meer dan l tot en met l (Totale eenheden: liter) Gevaarlijke stoffen: opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt > 100 C (uitgez. deze bedoeld onder rubriek 48), met een tot. inhoudsvermogen van: l tot en met l (Totale eenheden: liter) Gevaarlijke stoffen: opslagplaatsen voor milieugevaarlijke stoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton tot en met 100 ton (Totale eenheden: 10 Ton) Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: -1 Stuks (aantal)) 2 G

14 24.4 Laboratoria andere dan deze bedoeld in rubrieken en 24.3 (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) Stoomtoestellen en warm watertoestellen (vastgeplaatste): warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2 en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen, met waterinhoud vd sec. ruimte van: 25 l tot en met l (Totale eenheden: liter) Verbrandingsinrichtingen: verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproduktie (stookinstallaties e.d.) met een totaal warmtevermogen van: meer dan 500 kw tot en met kw (Totale eenheden: 411 kilo watt) Rubriek Product Hoeveelheid e gevaarlijke afvalstoffen 29 Ton b.2 slibcontainers Opslag: 1 containers van 25 Ton 25 Ton b.2 olie-afval Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton c.2 afvaloliën Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton olie-afval 1125 Ton b olie-afval Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton b olieslibcontainer Opslag: 1 containers van 25 Ton 25 Ton c olieslibcontainer 25 Ton c olie-afval Opslag: 1 tanks van 250 Ton 250 Ton olie-afval 1125 Ton transformatoren -200 kilo Volt-Ampere luchtcompressoren -55 kilo watt gevaarlijke stoffen Opslag: 1 chemiekluis 6 Ton ontvetters 3500 kilogram corrosieve en irriterende stoffen Opslag: 1 chemiekluis 6000 kilogram gevaarlijke stoffen Opslag: 1 chemiekluis 6000 kilogram hectare 50 liter solventen Opslag: 1 chemiekluis 6000 liter solventen Opslag: 1 chemiekluis 6000 liter ontvetters 1000 liter 14

15 Rubriek Product Hoeveelheid stookolie Opslag: 1 tanks van liter liter P3- en/of P4 producten liter mazout Opslag: 5 multiboxen van 1000 liter 5000 liter afvalolie Opslag: 1 enkelwandige tank van liter bovengronds, ingekuipt liter P3- en/of P4 producten Opslag: 1 chemiekluis liter gevaarlijke stoffen Opslag: 1 chemiekluis 10 Ton verdeelslangen -1 Stuks (aantal) 24.4 labo's 1 Stuks (aantal) warmtewisselaars 400 liter warmtewisselaars liter stookinstallaties -349 kilo watt stookinstallaties 760 kilo watt Een havenontvangstinstallatie : Uitbreiden met : - de opslag in een gecompartimenteerde chemiekluis (KGA-kluis) van (totale uitbreiding max. 29 ton) : - giftige en schadelijke en milieugevaarlijke afvalstoffen (6 ton) - irriterende en corrosieve afvalstoffen (6 ton) - solventen (6 ton) - P3- en P4 producten (10 ton) - bovengrondse tank olie-afval (settlingtank, 250 m3), met warmtewisselaar met waterinhoud van 400 l - olieslibconctainer, 25 m³ - opslag ontvetters, l en l in bidons in de chemiekluis - opslag van l mazout in multibox in chemiekluis - een mazoutgestookte stookinstallatie met een thermisch vermogen van 760 kw - opslag van l stookolie in een opslagtank - een labo met de opslag van 50 l aceton - TL-lampen en batterijen (1 ton) Wijzigen met : administratieve verwijdering (niet ingebruik genomen binnen de geldende termijn) van - een transfo van 200 kva - een luchtcompressor 55 kw - een warmtewisselaar met waterinhoud van l in de bovengrondse tank olie-afval - een stookinstallatie met een thermisch vermogen van 349 kw - stookoliepomp met één verdeelslang 15

16 zodanig dat de inrichting voortaan zou omvatten: - een weegbrug - lospunt met tussenschot (2 x 50 m3) met pomp (15 kw) en 4 slibpompen (2 x 15 kw en 2 x 10 kw) - zeefinstallatie (2 x 7 kw) - decantatie (16 kw) - bovengrondse tank olie-afval (buffertank 500 m3) - bovengrondse tank olie-afval (settlingtank 250 m3), met warmtewisselaar met waterinhoud van 400 l - bovengrondse tank olie-afval (daytank (na decantatie) 250 m3), - een aktief koolfilter voor de behandeling van de luchtemissies van deze tanks - opslag spoelwater (niet-gevaarlijk-chemicaliën houdend afval van tankreiniging (scheepvaart) in een bovengrondse tank van 250 m3 inhoud - olieslibconctainer 25 m³ - de opslag in een gecompartimenteerde chemiekluis (KGA-kluis) van (totaal max. 45 ton) : - giftige en schadelijke en milieugevaarlijke afvalstoffen (10 ton) - TL-lampen en batterijen (5 ton) - irriterende en corrosieve afvalstoffen (10 ton) - solventen (10 ton) - P3- en P4 producten (10 ton) - opslag ontvetters, l en l in bidons in de chemiekluis - opslag van l mazout in multibox in chemiekluis - opslag afvalstoffen in 5 containers (max. 90 ton) voor respectievelijk metaalafval, glasafval, papier- en kartonafval, houtafval en gemengd containerafval met stalplaats voor 2 wachtcontainers - stalplaats voor max. 15 voertuigen nl. 1 heftruck en 14 vrachtwagens - een stookoliegestookte stookinstallatie met een warmtevermogen van 760 kw - een bovengrondse opslagtank voor l stookolie - het lozen van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (max. 0,15 m3/dag) - het lozen van bedrijfsafvalwater in de openbare riolering (max. 5 m3/uur en 120 m3/dag) - een labo met de opslag van 50 l aceton Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 200 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, een bouwvergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwijking van het bepaalde 1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. 3. Wordt de in 2 bedoelde bouwvergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouwvergunning in laatste aanleg. 16

17 Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn 1. die aanvangt op behoudens wanneer : a) onderhavige milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning, vereist krachtens artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, op datum van onderhavige milieuvergunning niet definitief is verleend; de exploitant dient de datum waarop de bouwvergunning werd verleend bij ter post aangetekend schrijven mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 3 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op 14/01/2018, samenvallend met de einddatum van de basisvergunning d.d. 15/01/1998, verleend door de Bestendige Deputatie, behoudens wanneer : - de inrichting overeenkomstig het bepaalde in sub 1. a), later werd in gebruik genomen; in dat geval wordt de einddatum van onderhavige vergunning met een termijn overeenstemmend met deze latere in gebruikname naar later verschoven, behalve wanneer de einddatum samenvalt met de eerder verleende lopende vergunning(en). Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : VO1 : Algemene Milieuvoorwaarden - Algemeen : Hoofdstuk 4.1. en bijlage VO2 : Algemene milieuvoorwaarden - geluid : Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, en VO3 : Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater : Hoofdstuk 4.2 en bijlagen , en VO4 : Algemene milieuvoorwaarden - grond- en bodemwater : Hoofdstuk 4.3 en bijlage VO5 : Algemene milieuvoorwaarden - lucht : Hoofdstuk 4.4. en bijlagen (verwijzing), 4.4.2, 4.4.3, en (verwijzing) VO7 : Verwerking van afvalstoffen - algemeen : afdeling en subafdeling V17 : Opslag en behandeling van gevaarlijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen, niet elders vermeld : subafdeling V19 : Afvalolie : subafdelingen en

18 V46 : Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders : Afdelingen , en en bijlagen , , , , , en V61 : Thermische centrales, stookinstallaties en verbrandingsovens : hoofdstuk 5.20 (uitgezonderd afdeling : petroleumraffinaderijen) en hoofdstuk 5.43 V81 : Stoomtoestellen : hoofdstuk 5.39 Bijzondere voorwaarden: - de aard van het aangevoerde olieafval en de samenstelling van het spoelwater dient voldoende gekend teneinde ongecontroleerde scheikundige reacties te voorkomen; de nodige maatregelen/voorzorgen dienen daarbij genomen worden opdat het opgeslagen olieafval en de spoelwaters geen aanleiding meer kunnen geven tot calamiteiten; in dit verband dient door een erkend deskundige veiligheid een onderzoek uitgevoerd m.b.t. de inrichting, de verschillende procedures die gevolgd worden (o.m. met betrekking tot acceptatie, tijdelijke opslag restlading/afvalstoffen), het opstellen van een noodprocedure, de uitvoering en eventueel de noodzakelijk te nemen maatregelen ter beperking van het risico; - door de brandweer dient een brandpreventie-onderzoek uitgevoerd worden in opdracht van het bedrijf met opstellen van een brandpreventieverslag en uitvoering van de noodzakelijke aanpassingen; binnen een periode van 9 maanden dienen de resultaten overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid en aan de adviesverlenende instanties (inclusief aan het Schepencollege); - de opslag van gevaarlijke afvalstoffen in vaten, bidons, containers, multibox, mag enkel gebeuren in de chemiekluis; - de nodige maatregelen dienen genomen worden om verspreiding van schadelijke stoffen en geurhinder in de omgeving afkomstig van de activiteiten te voorkomen en tot een minimum te beperken o.a. door een actief koolfilter te voorzien op de nieuwe opslagtank 250 m3; Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad dd. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit van 17 juli 2000, bij besluit van 13 oktober 2000, bij besluit van 19 januari 2001 bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002 en bij besluit van 31/5/2002; In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht. Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. 18

19 Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Brugge, de 22/05/2003 Waren aanwezig: de HH. Paul BREYNE, Gouverneur-voorzitter; de Heer Jan DURNEZ, de heer Patrick VAN GHELUWE, de heer Gabriël KINDT, de heer Dirk DE FAUW, de heer Gunter PERTRY, mevrouw Marleen TITECA-DECRAENE, leden; de Heer Hilaire OST, Provinciegriffier De provinciegriffier, De gouverneur-voorzitter, Hilaire Ost Paul Breyne AANDACHT! Ingevolge de koppeling van de bouw- aan de milieuvergunning vervalt de krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending of aanplakking bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van AMINAL (Afdeling Milieuvergunningen, Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden. 19