33011/263/1/A/3. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Transcriptie

1 33011/263/1/A/3 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende gedeeltelijk vergunning aan B.V.B.A. WESTCOMPOST voor het veranderen van een inrichting gelegen te IEPER. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, van 12 december 1990, van 21 december 1990, van 22 december 1993, van 21 december 1994, van 8 juli 1996, van 21 oktober 1997, van 11 mei 1999, van 18 mei 1999, van 9 maart 2001, van 21 december 2001, van 18 december 2002, van 16 januari 2004, van 6 februari 2004, van 26 maart 2004 en van 22 april 2005; Gelet op het besluit d.d. 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 27 februari 1992, bij besluit van 28 oktober 1992, bij besluit van 27 april 1994, bij besluit van 1 juni 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 22 oktober 1996, bij besluit van 12 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 29 september 2000, bij besluiten van 20 april 2001, besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 7 september 2001, bij besluit van 5 oktober 2001 en bij besluit van 31 mei 2002, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004 het besluit van 5 december 2003, het besluit van 14 mei 2004, het besluit van 14 juli 2004, bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 29 april 2005 en bij besluit van 3 juni 2005 en het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad d.d. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit 17 juli 2000, bij besluit 13 oktober 2000, bij besluit 19 januari 2001, bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, het besluit van 26 maart 2004, het besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005 en bij besluit van 22 juli Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op de besluiten d.d. 20/07/1995 en 02/05/1996 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het exploiteren en uitbreiden van een composteringsbedrijf voor een termijn tot 20/07/2015; Gelet op het besluit d.d. 06/04/2000 van de Bestendige Deputatie waarbij akte geweigerd wordt voor de compostering van bietenpulp; 1

2 Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid art. 33 ter en de bijhorende uitvoeringsbesluiten (inzonderheid besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2005 Besluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2001 tot uitvoering van artikel 33 ter van het mestdecreet); Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 13/07/2005, ingediend door B.V.B.A. WESTCOMPOST, gevestigd te Rozendaalstraat Ieper, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Rozendaalstraat 60 te Ieper, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer IEPER 8 AFD (BOEZINGE) B 0935/L met als voorwerp : een composteringsbedrijf uit te breiden en te wijzigen Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X a.3 Opslag en biologische behandeling van: Aërobe compostering van uitsluitend tuin en plantsoenafval met een opslagcapaciteit van: Meer dan 100 ton (Totale eenheden: Ton) c d Opslag en biologische behandeling van: compostering of vergisting, met of zonder methaanwinning van andere niet gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 2000 kubieke meter) Opslag en biologische behandeling van: andere biologische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 4000 kubieke meter) Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in rubrieken 3.4 of 3.6 begrepen bedrijfsafvalwater, met een debiet: tot en met 2 m3/u (Totale eenheden: 100 kubieke meter per jaar) 3.3 Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in rubriek 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen: (Totale eenheden: 100 kubieke meter per jaar) 1 A M O R 1 B E J 1 A G M O R 1 A G M O R B E J 1 B E J 2

3 Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen.: al of niet overdekte ruimte waarin gestald worden: 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (Totale eenheden: 5 Stuks (aantal)) Gassen: inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen ontspannen): koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioning installaties, met een tot. geïnst. drijfkr.: 5 kw tot en met 200 kw (Totale eenheden: 9,5 kilo watt) b Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: liter) Gevaarlijke stoffen: opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt > 100 C (uitgez. deze bedoeld onder rubriek 48), met een tot. inhoudsvermogen van: 200 l tot en met l (Totale eenheden: 4000 liter) Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): overige inrichtingen gekoppeld aan een opslag ingedeeld in 1ste klasse (Totale eenheden: 3 Stuks (aantal)) Hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten): inricht. voor het mech. behandelen en het vervaardigen van artikelen uit hout e.d. met een geïnstall. tot. drijfkr. van: meer dan 200 kw (Totale eenheden: -490 kilo watt) 1 A R 0 B 1 A R 1 N 3

4 Hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten): inricht. voor het mech. behandelen en het vervaardigen van artikelen uit hout e.d. met een geïnstall. tot. drijfkr. van: meer dan 200 kw (Totale eenheden: 1430,8 kilo watt) Motoren (machines) met inwendige verbranding: vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van: 10 kw tot en met 500 kw (Totale eenheden: 1555,8 kilo watt) 1 A R 1 N 2 1 N Rubriek Product Hoeveelheid a.3 tuin- en plantsoenafval Ton c kweekbodem 2000 kubieke meter d kweekbodem 2000 kubieke meter d kweekbodem 2000 kubieke meter bedrijfsafvalwater 100 kubieke meter per jaar 3.3 huishoudelijk afvalwater 100 kubieke meter per jaar kranen 3 Stuks (aantal) bulldozers 2 Stuks (aantal) luchtcompressoren 4 kilo watt luchtcompressoren 5,5 kilo watt b b b b Diesel: 1 dubbelwandige tank van 2400 liter bovengronds rode mazout: 1 dubbelwandige tank van 2400 liter bovengronds rode mazout :1 dubbelwandige tank van liter bovengronds rode mazout : 1 enkelwandige tank van 5000 liter bovengronds, ingekuipt 2400 liter 2400 liter liter 5000 liter Olie : 2 tanks van 1500 liter ingekuipt 3000 liter Afvaloliën: 5 vaten van 200 liter 1000 liter verdeelslangen 3 Stuks (aantal) hakselmachines -265 kilo watt houtmolens -225 kilo watt voorbrekers 328,5 kilo watt hakselaars 554,8 kilo watt hakselaars 547,5 kilo watt dieselmotoren 1555,8 kilo watt 4

5 een composteringsbedrijf : o wijziging van: - verwijdering hakselaar 265 kw en houtmolen 225 kw o uitbreiding met: - opslag groenafval ton - champost (kweekbodem) m³ - lozing 0,2 m³/uur, 1 m³/dag en 100 m³/jaar bedrijfsafvalwater in de riolering - lozing 0,2 m³/uur, 1 m³/dag en 100 m³/jaar huishoudelijk afvalwater in de riolering - stalplaats 5 voertuigen - 2 luchtcompressoren resp. 5,5 kw en 4 kw - 4 bovengrondse opslagplaatsen mazout resp l, l en 2 x l - 3 verdeelslangen - opslag olie 2 x l in bovengrondse tanks - opslag afvalolie l in vaten - 2 hakselaars resp. 547,5 kw en 554,8 kw, een voorbreker 328,5 kw - trommelzeef 125 kw Gelet op het feit dat op datum van 25/07/2005 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd. 7/09/2005 waaruit blijkt dat 2 schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen werden ingediend, die betrekking hebben op : stank- en geurhinder; stofhinder waardoor versgelakte en geschilderde elementen onder het stof komen; de onmogelijkheid om te werken met open deuren; noodzaak van voorzichtigheidsmaatregelen om discussies met de omliggende bedrijven te voorkomen; Gelet op het gunstig advies dd. 12/09/2005 van het College van Burgemeester en Schepenen mits - in het eerstvolgende plantseizoen het groenscherm verbreed en uitgebreid wordt met streekeigen soorten - de hoogte van de composthopen beperkt wordt tot maximaal 3 m - het afzeven steeds indoor gebeurt Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gedeeltelijk gunstig advies dd. 28/09/2005 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de afdeling ROHM van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en infrastruktuur; Gelet op het gunstig advies dd. 28/09/2005 van de afdeling Preventieve en Ambulante Gezondheidszorg van de administratie Gezondheidszorg van het departement van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; 5

6 Gelet op het gunstig advies dd. 31/08/2005 van de Vlaamse Milieumaatschappij; Gelet op het gedeeltelijk gunstig advies dd. 21/09/2005 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij; Gelet op het gedeeltelijk gunstig advies dd. 7/10/2005 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied voor milieubelastende industrie van het gewestplan Ieper-Poperinge dd. 14/08/1979 waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : 2. De industriegebieden : Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk : bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. de gebieden voor milieubelastende industrieën. Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd; Gelet op de ligging van de inrichting in een BPA Ieperleekanaal Uitbreiding II dd. 26/09/1991, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : zone voor industriële en ambachtelijke activiteiten Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is, met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de inrichting vergund was voor de opslag van m3 grondstoffen en m3 champost; dat dit voor de grondstoffen met een gemiddelde dichtheid van 500 kg/m3 betekent dat het gaat over ongeveer ton; dat nu een uitbreiding gevraagd wordt tot een opslag ton grondstoffen en afgewerkt product; dat nu een uitbreiding gevraagd wordt van de opslag van champost tot 4000 m3 opslagcapaciteit; Overwegende dat, gelet de totale terreinoppervlakte van 2,86 ha, de beschikbare oppervlakte voor het stapelen en een stapelhoogte van maximum 3 m (art Vlarem II), op het terrein max ton materiaal kan worden opgeslagen; dat derhalve in navolging van het unaniem advies van de provinciale milieuvergunningscommissie slechts vergunning kan verleend worden voor een uitbreiding tot ton ( ton grondstoffen, 500 ton afgewerkt compost, 250 ton schors, 250 ton teelaarde); dat de exploitant akkoord kan gaan met de beperking tot een opslag van ton groencompost maar niet met de beperking tot een verwerkingscapaciteit van ton; dat enkel de opslag zal beperkt worden; Overwegende dat de exploitatie aanleiding geeft tot restafval; dat al deze afvalstromen moeten worden afgevoerd naar een vergunde inrichting; 6

7 Overwegende dat het bedrijfsterrein nagenoeg volledig verhard is met een betonverharding; dat alle hemelwater wordt opgevangen en naar een bufferbekken wordt geleid om in het composteringsproces te worden aangewend; Overwegende dat tijdens het composteringsproces de afvalstoffen 7 x worden gekeerd; dat de totale composteerperiode 10 maanden duurt; dat onder de composteerhopen thans een persluchtleiding wordt gelegd om zo een geforceerde beluchting van de hopen te bekomen; dat anaërobe zones op die manier worden vermeden; Overwegende dat in de loop van 2004 door het VITO een geuronderzoek werd uitgevoerd bij 4 bedrijven op het industrieterrein Ieperleekanaal te Ieper; dat het bedrijf Westcompost één van de onderzochte bedrijven was; dat in Vlaanderen geen geurnormering bestaat; dat de verspreidingsberekeningen die uitgevoerd werden op basis van de geuremissies werden getoetst aan de Nederlandse richtwaarden; dat uit een Nederlandse studie blijkt dat 3 geureenheden per m³ een bruikbare richtwaarde is waarvan mag worden aangenomen dat de resterende hinder niet onaanvaardbaar is voor de woonomgeving; dat uit de metingen en berekeningen blijkt dat de inrichting geen aanleiding geeft tot onaanvaardbare geurhinder in de nabijgelegen woonwijken; dat niettemin de nodige maatregelen dienen genomen te worden ter bestrijding van de geurhinder ter hoogte van enkele dichterbijgelegen woningen; dat het belangrijkste aandachtpunt hierbij de opzethoogte van de composthoop is; dat het aangewezen is dat de opslaghoogte van de composthopen en de tussentijdse opslag van compost (d.i. alle hopen van het composteringsproces) gebeurt in hopen van max. 3 m hoogte; dat maatregelen met betrekking tot de procesvoering aangewezen zijn; dat in de studie een aantal standaardmaatregelen zijn vermeld die de geuremissies tijdens de procesvoering moeten verminderen; dat het aangevoerd materiaal maximaal 20% gras mag bevatten; dat het materiaal zo vlug mogelijk dient verwerkt te worden; dat dit vooral belangrijk is bij warm weer; dat in deze periode het materiaal binnen de 72 uur dient verwerkt te worden; dat bij andere omstandigheden het materiaal binnen de 5 dagen dient verwerkt te worden; dat het proces moet worden bewaakt met een voldoende regelmaat door controle van de temperatuur en het vochtgehalte; dat een beregeningsmethode aangewezen is; dat de composthopen regelmatig dienen gekeerd te worden; dat bij het keren er rekening dient gehouden worden met de weersomstandigheden; dat deze maatregelen als bijzondere voorwaarde worden opgelegd; Overwegende dat het lossen en de tijdelijke opslag van groenafval aanleiding kan geven tot vorming van bio-aerosolen die een potentiële impact kunnen hebben op de volksgezondheid; dat in de aanvaardingsvoorwaarden er duidelijk dient gesteld te worden dat het aangevoerd groenafval vrij moet zijn van gisting, rotting en van schimmelvorming; dat de exploitant verklaard heeft dat dit zal opgenomen worden in de aanvaardingscriteria; Overwegende dat indien blijkt dat de opgelegde voorwaarden niet volstaan om de hinder blijvend tot een aanvaardbaar niveau beperkt te houden er eventueel een geurstudie kan opgelegd worden waarin de mogelijkheid van het realiseren van de overige opties van het VITO- geuronderzoek onderzocht worden; 7

8 Overwegende dat abnormale stofhinder hoofdzakelijk wordt veroorzaakt bij het zeven van het compost en door het vrachtwagenverkeer op het bedrijfsterrein; dat het afzeven thans gebeurt onder een luifel die langs 2 zijden is dichtgemaakt; dat het volledig sluiten van de luifel niet mogelijk is; dat de zuidoostelijke zijde (kant aanpalende bedrijven Rozendaalstraat) over een voldoende lengte dient afgesloten te zijn zodat geen abnormale stofhinder voor deze dichtstbijgelegen bedrijven ontstaat; dat de exploitant tijdens de vergadering van de provinciale milieuvergunningscommissie verklaard heeft dat zal uitgevoerd worden; dat het tevens noodzakelijk is dat de circulatieruimten voor de voertuigen regelmatig worden gereinigd; dat de composthopen bevochtigd zijn bij het keren; dat de opslaghoogte van de composthopen beperkt wordt tot 3 meter; dat met deze maatregelen tegemoetgekomen wordt aan de klachten; Overwegende dat er enkel gedurende de dag gewerkt wordt; dat de machines zich bevinden tussen de opeengestapelde hopen groenafval en/of compost; dat deze hopen een geluidsbuffer vormen voor de omgeving; dat het geluid afkomstig van de compressoren verwaarloosbaar is; dat de geluidshinder tot een aanvaardbaar niveau is beperkt; Overwegende dat de hakselaar, houtmolen en voorbreker aangedreven worden met een dieselmotor; dat vermits deze inrichtingen als vast opgestelde motoren kunnen worden beschouwd ze eveneens onder de rubriek vallen; dat de rubriek ambtshalve aangepast wordt (1.555,8 ipv 125 kw); Overwegende dat een firma is aangesteld voor de bestrijding van ongedierte (in het bijzonder vliegen); dat er geen map ter inzage is waarin de genomen preventieve acties bijgehouden worden met notitie van vaststellingen; dat de exploitant bereid is dit uit te voeren; Overwegende dat het huishoudelijk afvalwater afkomstig is van de sanitaire installaties en geloosd wordt in de riolering van de Rozendaalstraat; dat het reële debiet geraamd wordt op 100 m3/jaar; dat het bedrijfsafvalwater afkomstig is van het hemelwater dat op de vulzone nabij de mazoutverdeelpompen terechtkomen; dat dit afvalwater geloosd wordt in de riolering van de Rozendaalstraat via een KWS-afscheider; dat de riolering gelegen is in een zuiveringszone A; dat alle hemelwater opgevangen wordt en naar een bufferbekken geleid wordt om het composteringsproces te worden aangewend; Overwegende dat alle mazouttanks bovengronds zijn; dat de tank van 5000 l enkelwandig en ingekuipt is; dat de overige tanks dubbelwandig zijn; dat de bovengrondse opslagplaatsen voor afvalolie worden voorzien van een opstaande rand, overeenkomstig vlarem II; dat de vaten met olie worden geplaatst op lekbakken; Overwegende dat de emissies van de dieselmotoren moeten voldoen aan de luchtemissievoorwaarden van vlarem II voor vast opgestelde motoren met inwendige verbranding; dat de installaties daaraan kunnen voldoen mits een degelijk onderhoud; Overwegende dat het gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen luidende als volgt : gunstig mits voorwaarden mbt. groenscherm, hoogte composthopen, indoor afzeven Niet kan in aanmerking genomen worden voor wat betreft het uitbreiden met ton groenafval En wordt weerlegd door bovenvermelde overwegingen; 8

9 Overwegende dat het gedeeltelijk gunstig advies van de Openbare Afvalstoffen Maatschappij, luidende als volgt : gunstig voor max ton groenafval; ongunstig voor 9000 ton groenafval niet kan in aanmerking worden genomen voor wat betreft meer dan ton groenafval en wordt weerlegd door bovenvermelde overwegingen; Overwegende dat de tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte bezwaren en opmerkingen als volgt kunnen worden geëvalueerd : er wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren door het opleggen van de nodige voorwaarden en door het beperken van de groenafval tot ton; Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt weergegeven kunnen worden : het stof is alleen van het zeven afkomstig; we wensen uit te breiden aan de zijde naar de buren toe; er wordt gesproeid bij het aan- en afrijden van de vrachtwagens; we gaan akkoord met de beperking tot ton opslag van groenafval en niet met een verwerkingscapaciteit zoals Ovam voorstelt omdat dit moeilijk na te gaan is; we zullen rekening houden met de voorwaarden van de afdeling Gezondheid; Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt, behalve voor wat betreft het uitbreiden met ton groenafval; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning gedeeltelijk toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Jan Durnez, gegeven in zitting van heden; 9

10 BESLUIT Artikel 1 1. Aan B.V.B.A. WESTCOMPOST, gevestigd te Rozendaalstraat Ieper wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Rozendaalstraat 60 te Ieper, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer IEPER 8 AFD (BOEZINGE) B 0935/L met als voorwerp : een composteringsbedrijf uit te breiden en te wijzigen Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X a c d Opslag en biologische behandeling van: Aërobe compostering van uitsluitend tuin en plantsoenafval met een opslagcapaciteit van: Meer dan 100 ton (Totale eenheden: Ton) Opslag en biologische behandeling van: compostering of vergisting, met of zonder methaanwinning van andere niet gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 2000 kubieke meter) Opslag en biologische behandeling van: andere biologische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 4000 kubieke meter) Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in rubrieken 3.4 of 3.6 begrepen bedrijfsafvalwater, met een debiet: tot en met 2 m3/u (Totale eenheden: 100 kubieke meter per jaar) 3.3 Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in rubriek 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen: (Totale eenheden: 100 kubieke meter per jaar) 1 A M O R 1 B E J 1 A G M O R 1 A G M O R B E J 1 B E J 10

11 Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen.: al of niet overdekte ruimte waarin gestald worden: 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (Totale eenheden: 5 Stuks (aantal)) Gassen: inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen ontspannen): koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioning installaties, met een tot. geïnst. drijfkr.: 5 kw tot en met 200 kw (Totale eenheden: 9,5 kilo watt) b Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: liter) Gevaarlijke stoffen: opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt > 100 C (uitgez. deze bedoeld onder rubriek 48), met een tot. inhoudsvermogen van: 200 l tot en met l (Totale eenheden: 4000 liter) Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): overige inrichtingen gekoppeld aan een opslag ingedeeld in 1ste klasse (Totale eenheden: 3 Stuks (aantal)) Hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten): inricht. voor het mech. behandelen en het vervaardigen van artikelen uit hout e.d. met een geïnstall. tot. drijfkr. van: meer dan 200 kw (Totale eenheden: -490 kilo watt) 1 A R 0 B 1 A R 1 N 11

12 Hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten): inricht. voor het mech. behandelen en het vervaardigen van artikelen uit hout e.d. met een geïnstall. tot. drijfkr. van: meer dan 200 kw (Totale eenheden: 1430,8 kilo watt) Motoren (machines) met inwendige verbranding: vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van: 10 kw tot en met 500 kw (Totale eenheden: 1555,8 kilo watt) 1 A R 1 N 2 1 N Rubriek Product Hoeveelheid a.3 tuin- en plantsoenafval Ton c kweekbodem 2000 kubieke meter d kweekbodem 2000 kubieke meter d kweekbodem 2000 kubieke meter bedrijfsafvalwater 100 kubieke meter per jaar 3.3 huishoudelijk afvalwater 100 kubieke meter per jaar kranen 3 Stuks (aantal) bulldozers 2 Stuks (aantal) luchtcompressoren 4 kilo watt luchtcompressoren 5,5 kilo watt b Diesel: 1 dubbelwandige tank van 2400 liter bovengronds b rode mazout: 1 dubbelwandige tank van 2400 liter bovengronds b rode mazout:1 dubbelwandige tank van liter bovengronds b rode mazout:1 enkelwandige tank van 5000 liter bovengronds, ingekuipt 2400 liter 2400 liter liter 5000 liter Olie:2 tanks van 1500 liter ingekuipt 3000 liter Afvaloliën:5 vaten van 200 liter 1000 liter verdeelslangen 3 Stuks (aantal) hakselmachines -265 kilo watt houtmolens -225 kilo watt voorbrekers 328,5 kilo watt hakselaars 554,8 kilo watt hakselaars 547,5 kilo watt dieselmotoren 1555,8 kilo watt 12

13 een composteringsbedrijf : o wijziging van: - verwijdering hakselaar 265 kw en houtmolen 225 kw o uitbreiding met: - opslag groenafval ton - champost (kweekbodem) m³ - lozing 0,2 m³/uur, 1 m³/dag en 100 m³/jaar bedrijfsafvalwater in de riolering - lozing 0,2 m³/uur, 1 m³/dag en 100 m³/jaar huishoudelijk afvalwater in de riolering - stalplaats 5 voertuigen - 2 luchtcompressoren resp. 5,5 kw en 4 kw - 4 bovengrondse opslagplaatsen mazout resp l, l en 2 x l - 3 verdeelslangen - opslag olie 2 x l in bovengrondse tanks - opslag afvalolie l in vaten - 2 hakselaars resp. 547,5 kw en 554,8 kw, een voorbreker 328,5 kw - trommelzeef 125 kw zodat deze voortaan zou omvatten : - totale opslagcapaciteit groenafval/compost ton waaronder ton groenafval, 500 ton afgewerkt product, 250 ton boomschors, 250 ton teelaarde - opslag champost (afgewerkte kweekbodem champignons) m³ - lozing 0,2 m³/uur, 1 m³/dag en 100 m³/jaar bedrijfsafvalwater in de riolering - lozing 0,2 m³/uur, 1 m³/dag en 100 m³/jaar huishoudelijk afvalwater in de riolering - stalplaats 5 voertuigen - 2 luchtcompressoren resp. 5,5 kw en 4 kw - 4 bovengrondse opslagplaatsen mazout resp l, l en 2 x l - 3 mazoutverdeelslangen - opslag olie 2 x l in bovengrondse tanks - opslag afvalolie l in vaten - 2 hakselaars resp. 547,5 kw en 554,8 kw, een voorbreker 328,5 kw - trommelzeef 125 kw 2. De vergunning wordt geweigerd wat betreft het volgende onderdeel : het uitbreiden met de opslag van ton groenafval Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 200 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, een bouwvergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwijking van het bepaalde 1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. 3. Wordt de in 2 bedoelde bouwvergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouwvergunning in laatste aanleg. 13

14 Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn 1. die aanvangt op behoudens wanneer : a) onderhavige milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning, vereist krachtens artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, op datum van onderhavige milieuvergunning niet definitief is verleend; de exploitant dient de datum waarop de bouwvergunning werd verleend bij ter post aangetekend schrijven mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 3 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op 20/07/2015, samenvallend met de einddatum van de basisvergunning d.d. 20/07/1995, verleend door de Bestendige Deputatie, behoudens wanneer : - de inrichting overeenkomstig het bepaalde in sub 1. a), later werd in gebruik genomen; in dat geval wordt de einddatum van onderhavige vergunning met een termijn overeenstemmend met deze latere in gebruikname naar later verschoven, behalve wanneer de einddatum samenvalt met de eerder verleende lopende vergunning(en). Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : V01: Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: Hoofdstuk 4.1 en bijlage V02: Algemene milieuvoorwaarden - geluid: Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, en V03: Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater: Hoofdstuk 4.2 en bijlagen , en V04: Algemene milieuvoorwaarden - grond- en bodemwater: Hoofdstuk 4.3 en bijlage V05: algemene milieuvoorwaarden - lucht: Hoofdstuk 4.4. en bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, en V07: Verwerking van afvalstoffen - algemeen: Afdeling en subafdeling V09: Composteringsinstallaties plantsoen- en tuinafval: subafdeling V13: Opslag en behandeling van bepaalde ongevaarlijke vaste afvalstoffen: subafdeling V26: Lozing van bedrijfsafvalwaters: Afdeling en bijlagen a) (sector vloeibare koolwaterstoffen lozing in de riolering) V37: Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen: 14

15 Hoofdstuk 5.15 V38: Gassen - algemeen: Afdeling V40: Gassen - koelinrichtingen - compressoren: Afdeling V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders: Afdelingen , en en bijlagen , , , , , en V57: Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen: Afdeling V59: Hout: algemeen: Afdeling V69: Motoren met inwendige verbranding: Hoofdstuk 5.31 bijzondere voorwaarden: a) De kwaliteit van het aangevoerde materiaal wordt gecontroleerd. b) Het aangevoerde materiaal wordt zo vlug mogelijk (binnen 72 uren bij warm weer en anders binnen de 5 dagen) verwerkt en in composthopen opgezet. Het percentage gras in de composthopen is beperkt tot 20%. c) De temperatuur en het vochtgehalte van de composthopen wordt regelmatig gemeten. Het materiaal wordt regelmatig bevochtigd. d) De composthopen worden regelmatig gekeerd. Bij het keren wordt rekening gehouden met de weersomstandigheden. Anaërobe zones worden vermeden. e) De circulatieruimten voor de voertuigen worden regelmatig gereinigd. f) De luifel voor het afzeven dient aan de zuidoostelijke kant (kant aanpalende bedrijven Rozendaalstreaat) over een voldoende lengte afgesloten worden. g) De opslaghoogte van de composthopen en de tussentijdse opslag van compost (d.i. alle hopen van het composteringsproces) gebeurt in hopen van max. 3 m hoogte. h) Verspreiding van bio-aerosolen dient zoveel als mogelijk voorkomen te worden. Er mag geen groenafval aanvaard worden met sporen van gisting, rotting of schimmelvorming. Dit moet duidelijk in de aanvaardingsvoorwaarden staan. i) Er dient een geschreven hygiëneplan opgemaakt te worden waarin de preventieve maatregelen vermeld worden die genomen worden ter bestrijding van vliegen en ander ongedierte. Bij iedere actie dienen de vaststellingen genoteerd te worden. Dit plan dient ter inzage te liggen op het bedrijf. Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad dd. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit van 17 juli 2000, bij besluit van 13 oktober 2000, bij besluit van 19 januari 2001 bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, bij besluit van 26 maart 2004 en bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005 en bij besluit van 22 juli 2005.; In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht. 15

16 Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Brugge, de 17/11/2005 Waren aanwezig: de HH. Paul BREYNE, Gouverneur-voorzitter; de Heer Jan DURNEZ, de heer Patrick VAN GHELUWE, de heer Gabriël KINDT, de heer Dirk DE FAUW, de heer Gunter PERTRY, mevrouw Marleen TITECA-DECRAENE, leden; de Heer Hilaire OST, Provinciegriffier De provinciegriffier, De voorzitter, Hilaire Ost Paul Breyne Gouverneur AANDACHT! Ingevolge de koppeling van de bouw- aan de milieuvergunning vervalt de krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van AMINAL (Afdeling Milieuvergunningen, Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert IIlaan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden. 16