Zin of onzin van de risicobeoordeling De verschillende stappen en de methodologische problemen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zin of onzin van de risicobeoordeling De verschillende stappen en de methodologische problemen"

Transcriptie

1 Zin of onzin van de risicobeoordeling De verschillende stappen en de methodologische problemen Ing. Jan Dillen MB, Federale Verzekeringen, Inleiding Arborisico's krijgen veel aandacht en dit vooral vanuit een maatschappelijk en psychologisch perspectief. De methode van risicobeoordeling van arborisico's zelf komt minder aan bod, niettegenstaande hierover veel onduidelijkheid bestaat. Ik zal aantonen dat de huidige RIE's subjectief en methodologisch inconsequent zijn en dat zij zeker geen risico van een bepaalde afgeronde taak bepalen. In vele risicomethoden wordt een bepaalde taak opgedeeld in verschillende bij deze taak horende risico's. De bij deze bij de taak horende risico's krijgen een bepaalde risicowaarde toegekend, doch één risicowaarde van de gehele afgeronde taak kan niet worden bekomen. Dit komt omdat de risicowaarden van de deelrisico's niet optelbaar zijn. Hierdoor wordt de huidige manier van werken door de arbodeskundigen, zowel intern in de onderneming als extern bij de arbodiensten, sterk in vraag gesteld. Hebben dergelijke RIE's nog wel zin? Kunnen dergelijke RIE's dan ook worden opgenomen in de Europese wetgeving en worden gehandhaafd? Komt de risicobeoordeling van arborisico's en vooral de hierbij horende problemen, voldoende aan bod in de opleiding van Veiligheidskundige? Ik sta hier, zoals zal blijken, eerder sceptisch tegenover. Op basis van argumenten zal worden aangetoond dat een verschuiving van de aandacht van de veiligheidsdeskundige van RIE naar de preventiemaatregelen, de veiligheid en gezondheid zal ten goede komen. Het uitgangspunt is dat de risicobeoordeling niet wordt opgemaakt voor de beoordeling op zich, maar om de veiligheid te verbeteren. Een risicobeoordeling die in de kast blijft liggen, en in de praktijk gebeurt dit spijtig genoeg te vaak, is bijgevolg zinloos. Hierdoor de titel van de paper 'Zin of onzin van de risicobeoordeling'. Eerst wordt de terminologie toegelicht aan de hand van de beschrijving van het risicobeoordelingsproces. Speciale aandacht zal gaan naar het probleem van de schalen, de maten en de vergelijkbaarheid van arborisico's, omdat door de risicobeoordelaars veel gebruikte risicomatrixmethoden met deze problemen geen rekening houden. Indien met de problemen van de schalen, de maten en de vergelijkbaarheid geen rekening wordt gehouden bij het gebruik van risicomatrixmethoden, zal de kwaliteit van de risicobeoordeling lager zijn. Het is daarom als risicospecialist van belang deze problemen te onderkennen. 1. De risicobeoordeling: terminologisch onduidelijk Bij het arbobeleid staat de risicobeoordeling centraal. De bij de risicobeoordeling gebruikte terminologie is veelal onduidelijk. Zowel in de wetgeving als in normen 'als regels van de techniek', worden termen niet éénduidig gebruikt. Sommigen spreken over risico-inventarisatie en -evaluatie RIE, bijvoorbeeld de checklist VCA (VCA, 2008) of de Arbowet, anderen over een risicoanalyse die bestaat uit de identificatie en het evalueren van risico's (KB, 1998). Naast de gebruikte terminologie bestaat over de methode van risicobeoordeling zelf weinig overeenstemming. Er wordt en werd teveel gekeken naar risico's vanuit een psychosociaal perspectief. Deze nadruk op psychosociale aspecten bij risico's, die zeker en vast van een groot belang zijn, mag echter de aandacht voor de methode van de risicobeoordeling zelf niet in het gedrang brengen. Bij de risicobeoordeling komt men direct tot terminologische problemen. Klassiek is het onderscheid tussen risico en gevaar, maar ook andere termen zoals identificatie, analyse,

2 evaluatie worden door de preventiedeskundige regelmatig gebruikt, en vragen daarom om verduidelijking. En zelfs binnen de verschillende stappen van de risicobeoordeling, is de terminologie dikwijls onduidelijk. Als er bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van de waarschijnlijkheid en de ernst van een ongewenste gebeurtenis, wordt deze kans en gevolgen dikwijls anders geïnterpreteerd. Voor een verduidelijking van de terminologie zou men zich moeten kunnen baseren op de wetgeving. Dit is echter niet mogelijk daar de wetgeving zelf geen éénduidige terminologie gebruikt. Vervolgens zou men zich kunnen wenden naar de normen, als stand der techniek. In eerdere publicaties heb ik aangetoond dat ook daar eerder sprake is van verwarrende terminologie (Dillen, 2010a). Daarom deze paper, als eerste aanzet tot het definiëren van een meer coherente terminologie aangaande de risicobeoordeling. Daarom wordt in deze paper de nadruk gelegd op 'de methode' in de titel. Een terminologie die hierna wordt voorgesteld is deze van de vier stappen uit figuur 1: risico-identificatie, -analyse, -evaluatie en preventiemaatregelen. Figuur 1 de vier stappen van het risicobeoordelingsproces 2. Het proces van risicobeoordeling Deze risicobeoordeling wordt hier voorgesteld aan de hand van vier stappen (figuur 1) Stap 1: De risicoidentificatie De eerste stap van het risicobeoordelingsproces, de identificatie, vormt een beeld van de aanwezige risico's. Een duidelijke definitie en formulering van de risico's is van belang in deze identificatiefase. Alhoewel op een rationele basis identificatiemethoden worden gekozen, is de identificatie voornamelijk een creatief proces van ideëengeneratie. Het resultaat van de risico-identificatie moet zijn: een opsomming van verschillende risico's behorende bij een taak of organisatie; het bepalen van wat de aard van de risico's zijn? het bepalen uit welke elementen het risico bestaat?

3 het bepalen welke individuen of groepen zijn blootgesteld aan welke risico's? Dit laatste kan geen identificatie van het risico zijn, gezien bij de toewijzing van die nog te identificeren risico's aan de blootgestelden deze risico's al bekend zijn. De vraag die altijd in de risico-identificatiefase moet worden gesteld is wat er zal gebeuren met de niet geïdentificeerde risico's. Dit is niet de vraag die in de evaluatiefase zal gesteld worden welke risico's, op basis van de analyse van het risico, aanvaard worden. De vraag wanneer gestopt kan worden met ideëengeneratie in de identificatiefase is belangrijk Stap 2 : De risico-analyse In de risico-analysefase wordt aan de hand van modellen een waarde toegekend aan de in stap 1 geïdentificeerde risico's. De uitkomst van de risicoanalyse is dus een risicowaarde of minstens een rangschikking van de risico's, al dan niet berekend of gekwantificeerd. De gebruikte risicoanalysemodellen zijn veelal gebaseerd op aannames en niet alle mensen gaan uit van dezelfde aannames. Het waarderen van een risico, aan de hand van de kans en de gevolgen, kan bijgevolg geen objectieve informatie zijn maar is steeds subjectief. Dit wil niet zeggen dat de waardering louter arbitrair is, neen. Er zal een zekere overeenstemming bestaan tussen de waarden van risico's die ingeschat worden en de werkelijke risico's. Doch, een waardering is niet een hard bewijs voor het aanvaarden van de risicowaarde in stap 3 evaluatiefase. Ze kan bijgevolg nooit dienst doen bij het afdwingbaar maken van risicopreventiemaatregelen. Risicobeoordelingen zijn dan ook in mijn visie, geen mogelijkheid voor overheidsoptreden door de inspectiediensten, gezien hun subjectief karakter. Stap twee risicoanalyse krijgt door de kwantificatie veelal de meeste aandacht. Ik stel echter veel problemen vast bij deze risicoanalyse, bijvoorbeeld bij het gebruik en de toepassing van de matrixmethoden zoals de methode van Kinney (Kinney, 1980). Een voorbeeld van een risicomatrix wordt in figuur 2 weergegeven. De problemen bij de toepassing van dergelijke matrixmethoden waaronder Kinney, is te wijten aan onduidelijke voorafgaandelijke afspraken over hoe deze risicoberekeningsmethoden moeten worden toegepast. De opdeling van de risicoactiviteit in verschillende deelrisico s geeft problemen, maar ook de interpretatie van de factoren waarschijnlijkheid en ernst. De methode van Kinney voegt hierbij een derde factor blootstelling toe (Kinney, 1980). Welke ernstgraad wordt weerhouden: de meest waarschijnlijke ernst of de ernst met de grootste waarschijnlijkheid. Bijvoorbeeld: bij een contact met beweeglijke onderdelen is de meest waarschijnlijke ernst het verlies van ledematen i.c. vingers. Doch, onder uitzonderlijke ongevallen, bij val op deze bewegende delen of bij wegprojecteren van een onderdeel, kan een overlijden plaatsvinden. Welke ernst wordt weerhouden: blijvende invaliditeit dan wel overlijden? Zelfs bij voorafgaandelijk afspreken dat de factor waarschijnlijkheid betrekking heeft op de waarschijnlijkheid van de ongewenste gebeurtenis en niet op de waarschijnlijkheid van de gevolgen van deze gebeurtenis, dat de ernst wordt geïnterpreteerd als het meest ernstige gevolg van de ongewenste gebeurtenis en dat de bloostelling(sduur) wordt bekeken vanuit de totale risico-activiteit, zal verder blijken-zie volgend punt - dat de toepassing nog vele problemen oplevert. Ook de discussies over de te gebruiken methode(n) bij de identificatie, analyse en evaluatie, dit omdat de wetgeving geen enkele methode oplegt, geeft een grote nood aan bijkomende informatie over deze methoden, elk met zijn voor- en nadelen.

4 Figuur 2 Risicomatrix (VMS, p.26, 2009) Een belangrijk probleem bij de traditionele analyse gebaseerd op kans en gevolg, zoals tabel 2, is dat dikwijls een subjectieve inschatting van kans en/of gevolgen en de vermenigvuldiging van deze subjectief ingeschatte waarden, nooit een objectief risico kan geven. Toch benadert men het berekend risico dikwijls als 'objectief berekend', zonder met voorgaande subjectieve inschattingen rekening te houden. Ook voor nieuwe risico's zijn dergelijke matrix-methoden niet geschikt omdat men geen weet heeft van de mogelijke gevolgen, zoals bijvoorbeeld bij genetische manipulatie. Bepaalde methoden zoals Kinney of de risicograaf nemen een factor blootstelling mee in rekening, waarbij methodologisch er enkel sprake kan zijn van een risico als er blootstelling is. Geen risico zonder blootstelling waardoor deze derde factor eerder zinloos wordt Stap 3 Risico-evaluatie In de risico-evaluatiefase wordt de waardering van het risico gemaakt. Hier is er een onderscheid tussen de risicowaarde uit de vorige analyse en de waardering van het risico in de evaluatie. De risicowaarde is een getal of een rangschikking, de waardering heeft te maken met de aanvaardbaarheid van het risico. Hierover bestaat dikwijls verwarring. Centraal in deze evaluatiefase staat het vormen van een oordeel over de aanvaardbaarheid van het risico. Doch, het normatieve karakter van de risicobeoordeling beperkt zich niet tot deze risicoevaluatiefase. Ook de andere fasen zijn sterk normatief. Het normatieve element bij de risicobeoordeling is dus niet beperkt tot de waardering van het risico. Ook de waardering van de kansen en gevolgen in de analysefase (stap 2) en zelfs de keuze van de methode, zijn allen normatieve keuzes. Zo is bijvoorbeeld de waardering van de ernst van een ongewenste gebeurtenis, sterk normatief geladen. Elke risicobeoordeling is daarom waardegebonden en a priori subjectief. De evaluatie kan dan aanzien worden als normatief, terwijl de andere stappen zowel normatief als descriptief zijn, in dat opzicht dat veiligheidskunde staat voor een beschrijving hoe de verschillende risico's kunnen worden beoordeelt, welke methode(n) moeten worden gebruikt (normatief) als hoe de risico's kunnen worden vermindert (descriptief). Het feit op zich dat er een risicobeoordeling moet worden uitgevoerd is voorschrijvend of normatief. De evaluatiecriteria kunnen gebaseerd worden op vele punten, zoals de vergelijking van de risico's met natuurlijke risico's, de in het verleden aanvaardde risico's, ervaringsgegevens en regels van het vakmanschap, de normen of de wetgeving.

5 2.4. Stap 4 Preventiemaatregelen In de laatste fase wordt een beslissing genomen over de te nemen preventiemaatregelen. De keuze van de maatregelen zijn altijd een dilemma. Eigen aan de risicomaatregelen is dat ze een keuze zijn uit twee of meer oplossingen voor negatieve of ongewenste gebeurtenissen. Doel van deze fase is om de keuze van de verschillende preventiemaatregelen beredeneerd aan te pakken. Belangrijk is dus dat de risicobeoordeling aantoonbaar maakt dat de mogelijke preventiemaatregelen werden onderzocht en dat op basis van argumenten een bepaalde beslissing werd genomen. De keuze kan daardoor door de risicobeoordelaar(s) word(t)en beargumenteerd. De keuze van de preventiemaatregelen is gebaseerd op de preventiehiërarchie: risico aan de bron bestrijden, collectieve maatregelen en tot slot individuele bescherming (EEG, 1989). Nadat deze materiële preventiemaatregelen werden genomen kan geopteerd worden voor niet-materiële preventiemaatregelen zoals pictogrammen, opleiding, vorming en instructies. Op basis van de risicobeoordeling dienen dus preventiemaatregelen te worden gekozen. Bij zowel de risicobeoordeling als bij de keuze en implementatie van de preventiemaatregelen ontbreken duidelijke criteria wat wel en wat niet acceptabele risico's zijn. Er is niet één juiste risicobeoordeling en er is geen één juiste preventiemaatregel. Verschillende werkwijzen en oplossingen zijn mogelijk, waarbij sommige werkwijzen of oplossingen beter zijn dan de andere. Een rangschikking maken van beter naar slechter risico of preventiemaatregel is niet altijd mogelijk, niettegenstaande dit juist de risicobeoordeling is. Ik noem dit de risicoparadox: men wil in de risicoanalyse een rangschikking bekomen van hoge naar lage risico's, doch dit is door de incommensurabiliteit van de risico's en de maatregelen dikwijls niet mogelijk. Daarbij is het niet mogelijk om de huidige situatie, de situatie na de risicobeoordeling met preventiemaatregelen en alle tussenstappen te bekijken. Bepaalde alternatieven worden niet onderzocht, zijn onbekend of worden gewoon vergeten. 3. De problemen bij de risicobeoorderling en de gebruikte risicomethoden De risicomatrixmethoden zoals weergegeven in figuur 2 of bij de methode van Kinney (Kinney, 1980), geven problemen bij het gebruik. Het probleem van de schalen, het probleem van de maten en het probleem van de niet vergelijkbaarheid komen hierna aan bod Het probleem van de schalen bij de risicobeoordeling Bij vele risicomatrixmethoden, is de beoordeling gebaseerd op een subjectieve inschatting van kansen en gevolgen. De basis van elke risicoanalyse is immers een beoordeling van kans- en gevolg. Deze kans- en gevolgen worden bij de matrix-methoden subjectief ingeschat om te komen tot een risicograad. Bij de berekening van de subjectieve inschattingen bekomt men een getal waarvan de preventiedeskundige foutief veronderstelt dat deze voldoet aan een kwantificatie. Dit is een inbreuk op alle regels van de logica: subjectieve kwalitatieve inschatting van de kans maal subjectieve kwalitatieve inschatting van de gevolgen is gelijk aan de objectieve kwantitatieve risicograad. Dit is dus niet correct: een subjectieve inschatting van kans en gevolg kan nooit aanleiding geven tot een objectieve kwalitatieve inschatting van het risico. Om deze reden zijn de meeste risicomethoden geen kwantitatieve risicoanalysemethode maar kwalitatieve. Een risicoanalyse dient de gebruiker steeds te verzekeren dat de gebruikte methode en techniek juist is. Dit is niet het geval voor vele risicomethoden. Verschillende gebruikers passen de methode op een verschillende manier toe en de herhaalbaarheid is niet steeds gegarandeerd. Hoe komt dit? Een verklaring kan gevonden worden in de measurement theory. De kwantitatieve risicoanalyse dient immers gebaseerd te zijn op deze measurement theory die zich bezig houdt met meten van verschillende objecten met verschillende meetschalen.

6 De gebruikte risicomethoden moeten rekening houden met de gehanteerde schaal: de nominale schaal, de ordinale schaal, de intervalschaal of de ratioschaal. Bij de nominale schaal worden risico's benoemd: risico 1, risico 2, risico 3, enz. (of risico A, B, C, enz.). Er wordt enkel een naam toegekend aan een bepaald risico, als onderscheidend element, zonder speciale rekenkundige betekenis. Binaire schalen (0 en 1) zijn een voorbeeld van een nominale schaal, bijvoorbeeld 1: vervuild en 2 : niet vervuild. Of: ja (of 1) = lid van de Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde of neen (of 2) = geen lid NVVK. Bij de ordinaalschaal wordt wel gebruik gemaakt van een rangschikking. Bij de rangen in het leger of bij de rangschikking in opleidingsniveaus: Hoger Veiligheidskunde of Middelbare Veiligheidskunde, is er sprake van een rangschikking van hoog naar laag. Hetzelfde is het geval bij de 5-puntsschaal in de risicomatrixmethoden zoals de methode van Kinney, met drie factoren waarschijnlijkheid, blootstelling en ernst. De interval-schaal maakt steeds gebruik van getallen, die gerangschikt worden op een intervalschaal en een referentiepunt die vrij kunnen worden gekozen. De aanduiding van de tijd is een interval-schaal. 5 (17) uur in de middag is 7 uur later dan 10 uur in de ochtend, doch 10 uur in de ochtend is niet dubbel zoveel tijd als 5 uur in de middag. De gevolgen van een valrisico van 10 m hoogte is niet tien maal zo groot als van een val van 100 m hoogte. De risicomatrixmethoden zoals de methode van Kinney kunnen zeker niet aanzien worden als methoden die gebruik maken van een intervalschaal. De verhoudings- of ratio-schaal tenslotte, geeft verhoudingen weer. Dikwijls wordt gebruik gemaakt van een standaardeenheid, zoals de meter, de kilogram of de energie-eenheid Joule. Bij een risicomeetmethode volgens de verhoudingsschaal zal een risico met een factor 10 een dubbel zo groot risico vormen als een risico met factor 5. Dit is niet het geval bij het gebruik van de risicomatrixmethoden zoals de methode van Kinney. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen kwalitatieve of een kwantitatieve rangschikking van risico's. Een kwalitatieve risicobepaling bestaat uit ofwel nominaal, benoemen, ofwel ordinaal, ordenen. Daartegenover staat een kwantitatieve bepaling van het risico zoals bij de interval-schaal of de verhoudingsschaal met intervallen met een nulpunt. De risicomatrixmethoden, zoals Kinney, maken dus gebruik van de ordinale schaal en zijn dus een kwalitatieve risicobeoordelingsmethoden. Dit heeft belangrijke gevolgen. Zo is het optellen van dergelijke risico s daardoor dus onmogelijk. Enkel een rangschikking, van hoog naar laag, of indeling, naar naam, van de risico s is mogelijk. Nochtans is dit juist wat we als risicodeskundige willen. Er moet in onze risicoanalyse worden nagegaan wat het risico is van een activiteit, en niet wat de verschillende risico's van deze activiteit zijn. We delen immers een bepaalde activiteit op in verschillende risico's, en gaan voor deze individuele risico's na of ze aanvaardbaar zijn ja dan neen. Doch, dit is niet wat we willen. We willen de aanvaardbaarheid nagaan van de totale activiteit. Het optellen van de verschillende risico's is echter bij de risicomatrixmethoden of de methode van Kinney niet mogelijk. Dit brengt onmiddellijk ook fase 4 evaluatie in het gedrang. Zo zullen bij een bepaalde activiteit de verschillende risico's als klein worden berekend, doch kan de sommatie van deze kleine risico's aanleiding geven tot een onaanvaardbaar risico. Doch, vermits de optelbaarheid niet mogelijk is, kan dit niet worden geanalyseerd noch geëvalueerd. De kwalitatieve risicoanalyse is gebaseerd op een nominale of ordinale schaal, terwijl een kwantitatieve risico-inschatting gebruik moet maken van een interval- of ratio-schaal. Zowel bij de kwalitatieve als bij de kwalitatieve risicoberekening is een vergelijking tussen de risico s mogelijk. Ik ga er van uit dat de arbowetgeving spreekt over een kwantitatieve risicoanalyse. Kwantitatieve risico s zijn commensurabel, of volgens Van Daele meetbaar met dezelfde maatstaf, dus vergelijkbaar. In sommige gevallen is enkel een kwalitatieve risicobeoordeling mogelijk is in de zin van risico A is groter of kleiner dan risico B. Deze risico s hebben geen gemeenschappelijke maat en kunnen niet worden opgeteld. Deze risico s zijn incommensurabel. Van Daele die als incommensurabel geeft: onderling

7 onmeetbaar, geen gemene maat hebbende. Er kan enkel gesteld worden bij incommensurabele risico s dat het ene risico A beter, slechter dan wel even goed is als een andere risico B Het probleem van de maten Maar niet alleen de optelbaarheid van de risico s en de subjectieve inschatting geeft problemen bij de risicobeoordeling met de kwantitatieve risicomethoden. Er zijn nog andere zaken die steeds mee in rekening moeten worden genomen. Deze fundamentele problemen laten zich makkelijk aanvoelen. Bij het risico op een dodelijk ongeval voorzien de risicomethoden een bepaald getal. Hierbij is een dode veelal steeds gelijk, terwijl het makkelijk aan te tonen is dat dit niet het geval is. Met andere woorden een dode is niet steeds gelijk aan hetzelfde risicogetal, bij Kinney bijvoorbeeld 15. Een overlijden van een persoon van 22 jaar oud is niet gelijk aan een overlijden van een persoon van 60 jaar. En zelfs twee personen van 28 jaar die een risico lopen op een dodelijk ongeval vormen geen gelijke ernstgraad indien één van de twee getrouwd is en vader is van drie kinderen en geschoold is op universitair niveau terwijl dit voor de tweede persoon niet het geval is. Fundamenteler kan men trouwens oordelen dat het not done is om een mensenleven in een getal weer te geven: mensenlevens zijn geen nummers en getallen. Naast het probleem van de schalen, kampen de risicomatrices met het probleem van de maten. Kleine kans grote gevolgen ongevallen kunnen niet worden vergeleken met grote kans kleine gevolgen. Waarom niet? De reden is het probleem van de maten. Mijn stelling is dat de risico s die moeten worden vergeleken niet alleen commensurabel moeten zijn naar interval/ratioschaal, maar ook vergelijkbaar moeten zijn in risicogetal. Dit risicogetal dient een zelfde orde van grootte te hebben om te komen tot vergelijkbare risico s. Verder onderzoek moet bepalen in welke grootteorde of maten van de risicograden deze risico s dienen te hebben, om te komen tot voor de mens rangschikbare risico s. Ik stel een ordegrootte van 10 à 100 voor. Dit wil zeggen dat een risico van 10-9 niet kan vergeleken worden met een risico 10-3, gezien op dat moment het probleem van de maten speelt. Het verschil in ordegrootte van beide risico s is te groot. Reden voor dit probleem van de maten is de menselijke geest die schaalfactoren moeilijk kan vatten. Om dus twee risico s met mekaar te kunnen vergelijken dienen deze kwadratisch kwantitatief (kwantitatief2) of dubbel commensurabel te zijn: zowel naar ordegrootte in het risicogetal als naar interval/ratioschaal van de onderdelen kans en gevolgen dienen deze vergelijkbaar te zijn. Enkel dan zijn risico s commensurabel: als zowel naar risicogetal als naar kans/gevolgen de maatlat kwantitatief is. Zo zijn risicograden van de explosie van een kerncentrale of een autoongeval kwantitatief te vergelijken, doch de gevolgen en de kans op optreden is in het ene geval extreem klein (kans voor ongeval met een kerncentrale dan wel relatief groot voor een autoongeval). Beide risico s zijn commensurabel maar niet dubbel commensurabel of kwantitatief 2 (kwadratisch kwantitatief) en zijn dus niet vergelijkbaar Het probleem van de niet vergelijkbaarheid We hebben een risico van arbeidsveiligheid, een milieurisico, een risico van continue blootstelling aan schadelijke stoffen, enz. De risico s van transport van gas via de weg kan worden vergeleken met het risico van transport van gas via ondergrondse leidingen, maar kan dit ook worden vergeleken met het risico op elektrocutie? Deze risico s zijn niet vergelijkbaar door het verschil in de aard van het risico. Zelfs bij het gebruik van dezelfde methode blijven deze risico s niet vergelijkbaar gezien hun verschillen in aard. En zelfs hadden deze risico s dezelfde aard kan het voorkomen dat ze niet vergelijkbaar zullen zijn door het verschil in de schalen of maten. Men kan de kansen en de gevolgen van beide berekenen, doch: milieuschade is niet vergelijkbaar met dodelijke slachtoffers. Deze risico s zijn niet vergelijkbaar.

8 Er bestaat geen algemene meetlat of maat om beide te rangschikken (kwalitatief) of kwantitatief te berekenen. Wat is immers de milieuschade, hoe gaan we kosten van deze milieuschade in rekening brengen. Indien we het aantal doden bij een ontploffing van de ondergrondse leiding gaan vergelijken met het aantal slachtoffers bij een tankwagenongeval, hebben we wel te maken met kwantitatief vergelijkbare risico s. Voor beide situaties kunnen kansen en gevolgen worden berekend en kan een gemeenschappelijk maat worden vooropgesteld, bijvoorbeeld de isorisicocontourlijn 10-6 of de FN-curve. Om risico s te vergelijken hebben ze gemeenschappelijke kenmerken nodig. Anders kunnen ze niet met mekaar worden vergeleken. Onderzoek naar deze gemeenschappelijke kenmerken, vormt steeds de basis van elke risicobeoordeling. Vergelijken wil zeggen het opzoeken van de verschillen en de gelijkenissen. Er moeten wel verschillen en gelijkenissen kunnen worden opgemerkt. Een bezoek aan de arbeidsgeneesheer na een arbeidsongeval en een bezoek de zoo zijn vergelijkbaar: de gelijkenis is het bezoeken, het verschil tussen beide is dat het in het ene geval een minder aangenaam en in het andere geval een aangenaam bezoek is. Het verschil tussen vallen van hoogte bij het werken op een steiger en het vallen van een berg, is dat het in het ene geval gaat om een activiteit samenhangend met het uitvoeren van arbeid, terwijl in het tweede geval het risico zelf wordt gekozen. De gelijkenis is natuurlijk de val van hoogte. Beide risico s kunnen dus worden vergeleken. Doch is deze vergelijking onvoldoende in de risicoanalyse: men wil beide risico s kunnen rangschikken van hoog naar laag. Vergelijking wil in ons normaal taalgebruik zeggen dat risico 1 groter/gelijk/kleiner dan risico 2 is. Indien niet kan gezegd worden dat risico 1 groter of kleiner is dan risico 2, zijn deze risico s niet vergelijkbaar. Conclusie In voorgaande werd een model van risicobeoordeling voorgesteld bestaande uit een proces van vier stappen: identificatie, analyse, evaluatie en maatregelen. Een duidelijke definiëring van de begrippen lijkt op het eerste zicht abstracte haarkloverij, doch is noodzakelijk om te komen tot een gemeenschappelijke begripsvorming onder risicospecialisten. Deze methode van RIAEM lijkt op het eerste zicht eenvoudig. Twee risico s worden vergeleken met mekaar of één risico wordt vergeleken met een norm of standaard vastgelegd door de onderneming dan wel door de wetgever. Er wordt geopteerd voor die activiteit met de minste risico s. Indien het risico groter is dan de norm dienen risicopreventiemaatregelen te worden genomen om te komen tot een aanvaardbaar risico. In de praktijk liggen de zaken moeilijker. Zijn de risico s vergelijkbaar, worden dezelfde maten gebruikt en dezelfde schaal. Pas bij positief antwoord op deze drie vragen kunnen de risico s worden geanalyseerd. Toch een belangrijk gegeven waarmee de arbodeskundige rekening mee moeten houden. Tegelijkertijd worden door deze problemen bij de risicobeoordeling, speciaal de subjectiviteit bij de kwantificering van de arborisico's, vele door de arbodeskundigen gebruikte methoden voor RIE in vraag gesteld. Hebben deze RIE's nog wel zin indien een risico van een bepaalde taak niet kan worden uitgedrukt in één bepaalde risicowaarde, terwijl de huidige methoden uitgaan van een opdeling van risico's behorende bij de taak zonder dat deze kunnen worden opgeteld? Wanneer gebruik wordt gemaakt van de risicobeoordeling volgens de voorgestelde vier stappen, kan dit proces van risicobeoordeling aan de arbodeskundige een toegevoegde waarde bieden. Enkel op die manier, zonder stap 4 te vergeten, kan de vraag in de titel 'Zin of onzin van de risicobeoordeling' positief worden beantwoord. Alleen al het gebruik van een éénduidige terminologie kan veel verwarring vermijden.

9 Referenties Centraal College van Deskundigen VCA (2008), VCM Checklist Aannemers versie 2008/5, Leidschendam. Dillen, J. (2010a), Risicobeoordeling: risico-identificatie, -analyse, -evaluatie en maatregelen RIAEM, Handboek Preventieadviseur, Kluwer. Dillen, J. (2010b), Risicobeoordeling als besluitvormingsproces, Kluwer, Nieuwsbrief, Arbeidsveiligheid. Dillen, J. (2009a), Risicomanagement volgens ISO 31000, Arbeidsveiligheid van A tot Z, Kluwer, Dillen, J. (2009b), Veiligheidsgedrag beïnvloeden, Nieuwsbrief Arbeidsveiligheid, Extra nummer bij nr. 7. EEG (1989), Directive on the introduction of measures to encourage improvements in the safety and health of workers at work, Council Directive. Espinoza, N., Incommensurabilty: The Failure to Compare Risks; in Asveld, L., Roeser, S., The Ethics of Technological Risk, Earthscan, London, KB (1998), Koninklijk Besluit betreffende het beleid inzake welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid. Kinney, G.F., Graham, K.J. (1980), A Practical Safety Analysis System for Hazards Control, Journal of Safety Research, Volume 12, Number 1. Reason, J. (1995), Understanding adverse events: human factors; In: Vincent, C, ed., Clinical risk management, London. VMS (2009), Praktijkgids Risico Inventarisatie (PRI),

Start animatie. Volgende slide

Start animatie. Volgende slide Start animatie Volgende slide Welkom Zin en onzin van de risicobeoordeling? De stappen en de methodologische problemen Jan Dillen Technisch Adviseur Federale Verzekering Preventie-adviseur Inleiding: wat/doel

Nadere informatie

De moeilijke relatie tussen RIE en handhaving. Zin en onzin van de risicobeoordeling: de kleren van de keizer

De moeilijke relatie tussen RIE en handhaving. Zin en onzin van de risicobeoordeling: de kleren van de keizer Welkom De moeilijke relatie tussen RIE en handhaving Zin en onzin van de risicobeoordeling: de kleren van de keizer De stappen en de methodologische problemen Jan Dillen Technisch Adviseur Federale Verzekering

Nadere informatie

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode : De methode van Kinney is geen kwantitatieve doch een kwalitatieve risicoevaluatiemethode Hierbij wil ik aantonen

Nadere informatie

De moeilijke relatie tussen risico-identificatie en -evaluatie en de handhaving

De moeilijke relatie tussen risico-identificatie en -evaluatie en de handhaving De moeilijke relatie tussen risico-identificatie en -evaluatie en de handhaving Ing. Jan Dillen MBA (Federale Verzekering, BE) Samenvatting De wetgeving voorziet de opmaak in de arbeidsorganisaties van

Nadere informatie

Inleiding tot het opstellen van een elektronische enquête met LimeSurvey

Inleiding tot het opstellen van een elektronische enquête met LimeSurvey Inleiding tot het opstellen van een elektronische enquête met LimeSurvey Cursus Wetenschappelijk denken en Informatica voor leidinggevenden in het UZ Brussel (voorjaar 2011) 4-3-2011 Herhaling titel van

Nadere informatie

De methode: risicoidentificatie, -analyse, -evaluatie RIAE Het probleem van de schalen, de maten en de vergelijkbaarheid van arborisico's

De methode: risicoidentificatie, -analyse, -evaluatie RIAE Het probleem van de schalen, de maten en de vergelijkbaarheid van arborisico's De methode: risicoidentificatie, -analyse, -evaluatie RIAE Het probleem van de schalen, de maten en de vergelijkbaarheid van arborisico's Auteur: Ing. Jan Dillen MBA Het gebruik van risicoidentificatie,

Nadere informatie

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

Risicobeoordeling. Jan DILLEN

Risicobeoordeling. Jan DILLEN Risicobeoordeling Jan DILLEN 22 november 2012 Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2012 Wolters Kluwer Belgium NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel. 0200 30 144 Fax 0800 17

Nadere informatie

1. Methode van risicoanalyse Matrix risico-inschatting

1. Methode van risicoanalyse Matrix risico-inschatting 1. Methode van risicoanalyse Voor het evalueren van de risico s bestaan er verschillende methodes die, afhankelijk voor het te onderzoeken onderwerp, kunnen gekozen worden. In dit eindwerk is er geopteerd

Nadere informatie

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens Opleiding niveau Brandweerman Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid Kapt. Jean-Paul Heyens Inleiding en duiding Beschrijving van het Vakgebied Welzijn - Welzijn en welzijnswetgeving sinds 4 augustus 1996 - Kaderwet

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2. Risicoanalyse (RA) = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1 1 W W W. Y O U R S A F E T Y I N G O O D H A N D S. B E Overzicht 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader 2. Gevaar en risico 3. Risicoinventarisatie

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN 1.2 Kansveranderlijken en verdelingen 1 Veranderlijken Beschouw een toevallig experiment met uitkomstenverzameling V (eindig of oneindig), de verzameling van alle gebeurtenissen

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN DEFINITIE art 7 DEFINITIE ERNSTIG Welzijnswet 1996 art 94bis, 1 Codex art I.6-2 DEFINITIE ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld:

Nadere informatie

De veiligheidskundige als filosoof-logicus. Normen en waarden voor de veiligheidskundige

De veiligheidskundige als filosoof-logicus. Normen en waarden voor de veiligheidskundige De veiligheidskundige als filosoof-logicus Normen en waarden voor de veiligheidskundige Wat? Onderzoeksvraag: naar de diversiteit aan taken van de veiligheidskundige Aan de hand van metaforen; de VK als:

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL art 7 ERNSTIG Welzijnswet 1996, art 94bis, 1 KB Welzijnsbeleid 1998, art 26, 4 ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld: een plotse

Nadere informatie

RISICOANALYSE IN RELATIE MET PL EN SIL

RISICOANALYSE IN RELATIE MET PL EN SIL RISICOANALYSE IN RELATIE MET PL EN SIL Gijsbert Heenck Functional Safety Engineer 20 september 2017 Practical Safety Event 1 20 september 2017 Practical Safety Event 2 RISICOBEOORDELING EEN PLICHT 20 september

Nadere informatie

Toelichting risico-inventarisatie en evaluatie (RIE)

Toelichting risico-inventarisatie en evaluatie (RIE) Toelichting risico-inventarisatie en evaluatie (RIE) De risico s per risicoveld worden in kaart gebracht aan de hand van twee werkbladen. Het eerste werkblad is een analytische registratie van de werkomstandigheden.

Nadere informatie

MACHINEVEILIGHEID: RISICOBEOORDELING EN -REDUCTIE

MACHINEVEILIGHEID: RISICOBEOORDELING EN -REDUCTIE MACHINEVEILIGHEID: RISICOBEOORDELING EN -REDUCTIE DE RELATIE TUSSEN GEVAAR, RISICO EN PERFORMANCE LEVEL Bij het bouwen van nieuwe machines, maar ook bij het wijzigen van bestaande machines, is de EN ISO

Nadere informatie

RISICO-INVENTARISATIE

RISICO-INVENTARISATIE RISICO-INVENTARISATIE 1 Algemeen 1.1 Bij het opstellen van een risico-inventarisatie worden eerst alle gevaren geïdentificeerd (binnen de gestelde gebruiksgrenzen van het product), vervolgens wordt ingeschat

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 43 van 14 december 2001 met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid bij uitzendarbeid.

Nadere informatie

Risicoanalyse chemische agentia. Wettelijk kader

Risicoanalyse chemische agentia. Wettelijk kader Provikmo 10/10/2016 Risicoanalyse chemische agentia Wettelijk kader Prebes, 10/10/2016 Ing. Bart Muylle Zijn de risico s ten gevolge van blootstelling aan gevaarlijke chemische agentia op de arbeidsplaats

Nadere informatie

Ernstige Arbeidsongevallen

Ernstige Arbeidsongevallen Ernstige Arbeidsongevallen www.werk.belgie.be > Thema's > Welzijn op het werk > Arbeidsongevallen > Ernstige ongevallen ir Paul Van Haecke - TWW OVL 27 november 2015 1 INHOUD 1. Wetgeving EAO 2. Wat is

Nadere informatie

Inventarisatie van chemische agentia in Barco

Inventarisatie van chemische agentia in Barco Inventarisatie van chemische agentia in Barco Deel 1 Praktijkervaring & valkuilen Christophe Vermaete 2016 All rights reserved. 2016 GO4S safety consult VOF. All rights reserved. Waarom inventarisatie?

Nadere informatie

Globaal preventieplan

Globaal preventieplan // Globaal preventieplan 2017-2021 1. Doelstelling In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en het uitvoeringsbesluit van 27 maart 1998 (B.S. 31 maart 1998) Art. 10, stelt de werkgever, in overleg

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

Objectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis?

Objectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis? Objectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis? MEDISCHE AFDELING H Ziekte of ziek zijn kun je op allerlei manieren definiëren. Maar waar het een patiënt uiteindelijk

Nadere informatie

Risicogebaseerd denken De PDCA-cyclus De procesbenadering... 42

Risicogebaseerd denken De PDCA-cyclus De procesbenadering... 42 INHOUD VOORWOORD... 13 HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 15 1.1. Introductie... 15 1.1.1. Naar een visie op veiligheidsmanagement... 15 1.1.1.1. Het uitgangspunt van beheersing... 16 1.1.1.2. Het uitgangspunt

Nadere informatie

VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ UITVOERING VAN WELZIJNSWET EN IN HET BIJZONDER VAN DE HIERARCHISCHE LIJN

VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ UITVOERING VAN WELZIJNSWET EN IN HET BIJZONDER VAN DE HIERARCHISCHE LIJN VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ UITVOERING VAN WELZIJNSWET EN IN HET BIJZONDER VAN DE HIERARCHISCHE LIJN Werk brengt risico s met zich mee. Het productieproces, het transport, de werkorganisatie, de omgeving

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

Ilonka Sommen Groep IDEWE

Ilonka Sommen Groep IDEWE Het KB COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN Ilonka Sommen Groep IDEWE Informatie? Mevr. Sommen Ilonka Disciplineverantwoordelijke Arbeidsveiligheid www.idewe.be Tel: +32 (0)14 400 220 Ilonka.sommen@idewe.be

Nadere informatie

Plan van aanpak. Elektrisch materieel / installaties in kaart brengen Plan uitwendige invloeden opmaken

Plan van aanpak. Elektrisch materieel / installaties in kaart brengen Plan uitwendige invloeden opmaken Plan van aanpak KB 2012-12-04 Afdeling VIII Art. 23 Elektrisch materieel / installaties in kaart brengen Plan uitwendige invloeden opmaken Installaties < 1981/1983 Installaties > 1981/1983 Controle volgens

Nadere informatie

13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK

13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK 13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK Om een goed arbobeleid te voeren, moet je inzicht hebben in de risico s binnen de organisatie. Pas als dat beeld compleet is, kunnen de maatregelen en oplossingen worden

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

De waarde van een TRA voor het laboratorium. Introductie + Onderwerpen

De waarde van een TRA voor het laboratorium. Introductie + Onderwerpen De waarde van een TRA voor het laboratorium Risicomanagement voor het lab Joost van Doorn Introductie + Onderwerpen De waarde van een TRA voor het laboratorium VAPRO versterkt en ontwikkelt het menselijk

Nadere informatie

Een arbeidsongeval: wat nu?

Een arbeidsongeval: wat nu? Een arbeidsongeval: wat nu? 1. Wanneer is het een arbeidsongeval? Definitie Een arbeidsongeval veronderstelt: een plotselinge gebeurtenis; één of meerdere uitwendige oorzaken; het bestaan van een letsel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 58 van 25 oktober 2002 over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende het gebruik

Nadere informatie

In compliance en in control Zelf weten aan welke wet- en regelgeving

In compliance en in control Zelf weten aan welke wet- en regelgeving JAARGANG 5-2012 4 safety!law 11 safety!facts 12 safety!q&a 29 jolige collega of Werkgever aansprakelijk? het opstellen van een Blootstellingsscenario Welke maatregel past bij dit risico? Inspectiedruk

Nadere informatie

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving VL/NB Brussel, woensdag 23 april 2014 LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving Twee nieuwe KB's bepalen de toepassingsmodaliteiten van het concept 'licht ongeval' in de reglementering betreffende arbeidsongevallen,

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

Risicoanalyse brandpreventie Aanpak Mensura EDPB. Stijn Tielemans Preventieadviseur niveau I stijn.tielemans@mensura.be

Risicoanalyse brandpreventie Aanpak Mensura EDPB. Stijn Tielemans Preventieadviseur niveau I stijn.tielemans@mensura.be Risicoanalyse brandpreventie Aanpak Mensura EDPB Stijn Tielemans Preventieadviseur niveau I stijn.tielemans@mensura.be Mensura 1 groep, 3 activiteiten 2 3/06/15 Mensura Preventie & Bescherming In cijfers

Nadere informatie

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte (Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte Infodag contactpersonen & directie Rodolf Broers Karen Brems 1 Probleemstelling In de school meldt een aannemer zich aan om te komen bekijken welke sanitaire werken

Nadere informatie

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet:

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: 7.1.2 Bestrijding van ernstige arbeidsongevallen Wat is een ernstig arbeidsongeval? Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: Een ongeval dat zich op de arbeidsplaats

Nadere informatie

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12. Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.2012 G.Laridaen PAC Zuid Gent 28.03.2014 1 Elektrische installaties

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE ASPECTEN

PSYCHOSOCIALE ASPECTEN PSYCHOSOCIALE ASPECTEN Welke lessen kunnen we trekken uit de evaluatie van de pestwet? Sofie D Ours, Preventieadviseur Psychosociale IDEWE 20 september 2011 Kursaal Oostende PreBes vzw Diestersteenweg

Nadere informatie

SAFETY 4 DUMMIES. 20 september 2017 Practical Safety Event 1

SAFETY 4 DUMMIES. 20 september 2017 Practical Safety Event 1 SAFETY 4 DUMMIES 20 september 2017 Practical Safety Event 1 Marcel van Bolhuis Sales Manager Sales Nederland Noord Tel. +31 78 615 4766 Fax +31 78 615 4311 E-Mail Marcel.van.Bolhuis@euchner.nl Mob. +31

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Toelichting risicobeoordeling

Toelichting risicobeoordeling In dit document wordt een toelichting gegeven op de algemene aspecten van een risicobeoordeling. Meerdere keren wordt in deze toelichting de norm12100 genoemd. De volledige term is NEN-EN-ISO 12100:2010

Nadere informatie

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67)

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) 1. Welk ongeval moet aangegeven worden? Elk feit overkomen tijdens de uitoefening van de arbeidsovereenkomst of op de arbeidsweg

Nadere informatie

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement Inhoudsopgave Psychosociale risico s? De nieuwe wetgeving De psychosociale risicoanalyse

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014

De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014 De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014 Maddy Van Temsche Sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be Inhoud Wetgeving Psychosociale

Nadere informatie

OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB 24.02.2005)

OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB 24.02.2005) OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB 24.02.2005) De werkgever zorgt ervoor dat de Interne of Externe dienst voor Preventie op het Werk elk ernstig arbeidsongeval onmiddellijk onderzoekt en een

Nadere informatie

Notitie 1. Inleiding

Notitie 1. Inleiding Notitie Datum: 14 juli 2015 Project: Nauernasche Vaartdijk 50 Westzaan Uw kenmerk: - Locatie: Westzaan Ons kenmerk: V073260aa.00001.cvg Betreft: Externe Veiligheid, vervoer gevaarlijke Versie: 01_001 stoffen

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk : implementatie van de wetgeving naar de praktijk

De preventie van psychosociale risico s op het werk : implementatie van de wetgeving naar de praktijk De preventie van psychosociale risico s op het werk : implementatie van de wetgeving naar de praktijk Maddy Van Temsche sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be

Nadere informatie

Participatieve risico-inventarisatie op maat van kleine ondernemingen. De SOBANE-strategie

Participatieve risico-inventarisatie op maat van kleine ondernemingen. De SOBANE-strategie Participatieve risico-inventarisatie op maat van kleine ondernemingen De SOBANE-strategie De preventiestrategie SOBANE (Screening, Observation, Analysis, Expertise) en de DEPARIS-opsporingsmethode gaan

Nadere informatie

9-9-2013. Agenda. Bijeenkomst Veiligheidscoaches Gilde van Vrijwillige Molenaars. 1. Opening. 3. Arbowet- en regelgeving (1)

9-9-2013. Agenda. Bijeenkomst Veiligheidscoaches Gilde van Vrijwillige Molenaars. 1. Opening. 3. Arbowet- en regelgeving (1) Agenda Bijeenkomst Veiligheidscoaches Gilde van Vrijwillige Molenaars Zaterdag 13 april 2013 9 september 2013 1. Opening 2. Voorstelronde (Theun) 3. Arbowet- en regelgeving op de molen (Erik) 4. Veiligheid

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M81137 B.R. 6374 Beslissing van 13 juli 2009 De Eerste Kamer van de Commissie, samengesteld

Nadere informatie

Klantonderzoek: vraagstelling!

Klantonderzoek: vraagstelling! Klantonderzoek: vraagstelling! Vraagstelling bij klantonderzoek Om de juiste resultaten uit een klanttevredenheidsonderzoek te halen is het belangrijk dat de juiste vragen gesteld worden. Bij een klanttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Ervaring of Wetenschap? Loop even mee door de wereld van veiligheid

Ervaring of Wetenschap? Loop even mee door de wereld van veiligheid Ervaring of Wetenschap? Loop even mee door de wereld van veiligheid Dr Linda J. Bellamy, White Queen BV linda.bellamy@whitequeen.nl 1 Maar.. is WETENSCHAP een onderdeel van VEILIGHEID? http://mrlowerynewtonfalls.weebly.com/lab-safetyand-safety-procedures.html

Nadere informatie

Risico-inventarisatie en - evaluatie. Wim van Alphen

Risico-inventarisatie en - evaluatie. Wim van Alphen Risico-inventarisatie en - evaluatie Wim van Alphen Welke eisen worden aan de RI&E gesteld? Eisen aan de RI&E Volledig (vol > ledig) Betrouwbaar Moet een actuele RIE zijn. Actuele inzichten Onderwerpen

Nadere informatie

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN veiligheidsberichten -0-009 009/ ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN Zowel bij havenarbeid als logistieke arbeid kunnen onder bepaalde voorwaarden ook interimarbeiders tewerkgesteld

Nadere informatie

SOBANE methoden: Globale lichaamstrillingen NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise

SOBANE methoden: Globale lichaamstrillingen NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise SOBANE methoden: Globale lichaamstrillingen NIVEAU 3: ANALYSE INLEIDING Expertise PREVENTION Doelstellingen Aan de hand van tabellen, het risico verbonden aan globale lichaamstrillingen evalueren onder

Nadere informatie

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk Omschrijving Pagina 1 Inleiding 2 2 Risicoanalyse 2 3 Risicobeoordeling 4 4 Risicoreductie 7 1. INLEIDING: Het spreader

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsongevallen Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg steven.vandenbroeck@werk.belgie.be 5 juni 2018 1 Inhoud 1. Wetgeving 2. EHBO 3. Vergoeding

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

TOELICHTING APM FIETSPADEN

TOELICHTING APM FIETSPADEN Ype Wijnia Zwolle, 29 maart 2016 TOELICHTING APM FIETSPADEN Inleiding In SWF bestaat plan om 38 fietspaden vrijliggend te maken, waarbij het fietsverkeer gescheiden wordt van het overige verkeer Dit komt

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

Impactmeting: een 10 stappenplan

Impactmeting: een 10 stappenplan Impactmeting: een 10 stappenplan Stap 1: De probleemanalyse De eerste stap in een impactmeting omvat het formuleren van de zogenaamde probleemanalyse welke tot stand komt door antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Benefits Management. Continue verbetering van bedrijfsprestaties

Benefits Management. Continue verbetering van bedrijfsprestaties Benefits Management Continue verbetering van bedrijfsprestaties Agenda Logica 2010. All rights reserved No. 2 Mind mapping Logica 2010. All rights reserved No. 3 Opdracht Maak een Mindmap voor Kennis Management

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs

De preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs De preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs Maddy Van Temsche sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be 1 Inhoud 1. Film over

Nadere informatie

Studienamiddag Prebes

Studienamiddag Prebes Act Achieve Advance Studienamiddag Prebes Praktische ervaringen bij de toepassing van het KB machines en het KB arbeidsmiddelen Praktijkvoorbeeld tweede deel : 28/09/2012 Jan Schoonacker www.recticel.com

Nadere informatie

Risicomanagement: Veel kansen zijn nog niet benut!

Risicomanagement: Veel kansen zijn nog niet benut! Risicomanagement: Veel kansen zijn nog niet benut! Inleiding In 1995 deed risicomanagement bij gemeenten zijn intrede doordat deze verplicht werden gesteld een risicoparagraaf in hun begroting op te nemen.

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 128 van 20 juni 2008 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD:

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Zwangere vrouwen ervaren weinig tolerantie op het werk Werkgevers zouden een gezonde levensstijl moeten kunnen eisen Legionellose Werkgevers

Nadere informatie

RI&E Wat, waarom en hoe?

RI&E Wat, waarom en hoe? RI&E Wat, waarom en hoe? FEBEM / FEGE 4 juni 2012 Rik Brebels Corporate Advisor SHEQ van Gansewinkel Groep 1 Inhoud 1. RI&E 2. Taak Risico Analyse TRA 3. Plan van aanpak RI&E RI&E = Risico-inventarisatie

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/006 BERAADSLAGING NR. 11/005 VAN 11 JANUARI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Hoe schrijf je een invloedrijk advies? Of: zorg je ervoor dat de bestuurder luistert?

Hoe schrijf je een invloedrijk advies? Of: zorg je ervoor dat de bestuurder luistert? Hoe schrijf je een invloedrijk advies? Of: zorg je ervoor dat de bestuurder luistert? Korte introductie MZ Services: Bureau voor arbeidsverhoudingen Actief in overheid, zorg en profit in heel Nederland

Nadere informatie

Risico analyse uitvoeren op het laboratorium. PUOZ Labdag 4 december 2014 Workshop leiders Joris van den Heuvel en Oscar Smeets

Risico analyse uitvoeren op het laboratorium. PUOZ Labdag 4 december 2014 Workshop leiders Joris van den Heuvel en Oscar Smeets Risico analyse uitvoeren op het laboratorium PUOZ Labdag 4 december 2014 Workshop leiders Joris van den Heuvel en Oscar Smeets Programma Workshop 13.45-13.55 Welkom en inleiding 13.55-14.25 Aan de slag

Nadere informatie

ANALYSE van het BRANDRISICO een (poging tot) gestructureerde benadering

ANALYSE van het BRANDRISICO een (poging tot) gestructureerde benadering ANALYSE van het BRANDRISICO een (poging tot) gestructureerde benadering Guy Vanderschelde Brussel, 30 september 2016 info@belv.be 1 Spreker Inl safetyassessornucleaire controlerende overheid Takenpakket:

Nadere informatie

Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht

Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht Kwantitatieve Risicoanalyse P101897 aardgastransportleidingen Papendrecht Door: Omgevingsdienst Zuid Holland - Zuid, M. Jongerius Inhoud

Nadere informatie

Betere bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers door: - Uitwerken van preventiemaatregelen - Aanpassen werk- en productiemethoden

Betere bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers door: - Uitwerken van preventiemaatregelen - Aanpassen werk- en productiemethoden 1. DOEL Betere bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers door: - Uitwerken van preventiemaatregelen - Aanpassen werk- en productiemethoden 2. TOEPASSINGSGEBIED Ze is van toepassing op

Nadere informatie

Vanaf nu moeten, bij een ernstig arbeidsongeval, ook de psychosociale oorzaken opgenomen worden in het omstandig verslag.

Vanaf nu moeten, bij een ernstig arbeidsongeval, ook de psychosociale oorzaken opgenomen worden in het omstandig verslag. Februari 2016 Periodieke informatie van de preventiedienst InfoRisk ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN Het omstandig verslag en de oorzaken van psychosociale aard. De wet van 28 februari 2014 introduceerde bijzondere

Nadere informatie

Wat zegt de regelgeving over geweld, pesten en relationele problemen op het werk?

Wat zegt de regelgeving over geweld, pesten en relationele problemen op het werk? Wat zegt de regelgeving over geweld, pesten en relationele problemen op het werk? Maddy Van Temsche sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be Inhoud Wetgeving

Nadere informatie

1 Hoe gevaarlijk is het gebruik van een kolomboor zonder afscherming of noodstop? 1.1 Hoe is dit te berekenen in weborca?

1 Hoe gevaarlijk is het gebruik van een kolomboor zonder afscherming of noodstop? 1.1 Hoe is dit te berekenen in weborca? A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 39 21 F 030 274 44 42 veiligwerken@rivm.nl 1 Hoe gevaarlijk is het gebruik van een kolomboor zonder afscherming

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Een psychosociale. SONAR methode. risicoanalyse. Bart Vriesacker Psychosociale afdeling

Een psychosociale. SONAR methode. risicoanalyse. Bart Vriesacker Psychosociale afdeling Een psychosociale risicoanalyse SONAR methode Bart Vriesacker Psychosociale afdeling Bart Vriesacker Psychosociaal departement Contact bart.vriesacker@mensura.be 2 Agenda 1. De feiten 2. Uw uitdagingen

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

Van Bedrijfsrie naar V&G plan. Toon Westerburger

Van Bedrijfsrie naar V&G plan. Toon Westerburger Van Bedrijfsrie naar V&G plan Toon Westerburger Toon Westerburger Middelbaar veiligheidskundige Bijna 20 jaar werkzaam bij Arbode Adviseur RIE s, V&G plannen, VCA*/**/Petrochemie en VCU Opleider Basisveiligheid

Nadere informatie

VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL. Jan Goos

VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL. Jan Goos VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL Jan Goos VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL Bij het uitvoeren van werken op hoogte moet men steeds rekening houden met het valgevaar. Geïntegreerde veiligheid,

Nadere informatie