Hierbij wordt het werk van mijn college s Anuja Dangol, Thérèse Steenberghen en mezelf voorgesteld, met medewerking van Diederik Tirry.

Transcriptie

1 Hierbij wordt het werk van mijn college s Anuja Dangol, Thérèse Steenberghen en mezelf voorgesteld, met medewerking van Diederik Tirry. 1

2 Binnen WP4 hebben wij gewerkt rond de monitoring van ruimtelijk beleid in Vlaanderen, In het voorgaande steunpunt Ruimte en wonen hebben we hiervoor een specifiek instrument ontwikkeld, de ruimtemonitor, dat sectorale omgevingsanalysis weergaf De ontwikkeling van de ruimtemonitor versie 2,0 binnen dit steunpunt was een zoektocht naar een geïntegreerde en flexibele benadering van beleidsondersteuning en monitoring 2

3 We zijn gestart met het uitwerken van een conceptueel kader voor beleidsmonitoring dat bestaat uit twee luiken, Het eerste luik zijn omgevingsfactoren, zoals klimaat, demografie en socioeconomische ontwikkelingen, dus meetbare maatschappelijke tendensen Deze omgevingsfactoren bieden input voor beleidsplanning en maken een verantwoorde interpretatie van beleidseffecten mogelijk 3

4 Het tweede luik omvat de beleidsambities, en meer specifiek gaat het dan over de strategische en operationele doelstellingen en concrete actieprogramma s Deze beleidsambities worden zowel met andere beleidsdomeinen en beleidsniveaus afgetoetst, als met een brede waaier aan stakeholders Omwille van de complexiteit van onze Vlaamse ruimte moet er gekozen worden welke beleidsdoelstellingen via indicatoren in kaart gebracht worden 4

5 Beide luiken interageren met elkaar in wat we noemen strategische indicatorenbundels Dit zijn groepen van indicatoren die bewust samengenomen worden, om zo een integrale kijk op een specifiek thema of een specifieke beleidsdoelstelling mogelijk te maken Dit laat toe om op zoek te gaan naar synergiën en conflicten 5

6 Een volgende stap is de ontwikkeling van indicatoren Eén van de uitdagingen van duurzame planning is een ruimte efficiënt ruimtelijk beleid te realiseren, en hiervoor zijn inzichten in de ruimtelijke micro dynamiek van de woningmarkt nodig We hebben onderzocht hoe de micro dynamiek van de woningmarkt in kaart gebracht kan worden, met een focus op De snelheid van verkoop en vraagprijs van panden die te koop staan of gestaan hebben. 6

7 De vraag is hoe de nodige data verzameld kan worden? Iedereen die al eens gezocht heft naar zoekertjes van woningen online, weet dat de nodige informatie redelijk eenvoudig raadpleegbaar is op internet Het is inderdaad mogelijk om door middel van web data extractie systemen de nodige informatie en gegevens over individuele zoekertjes te verzamelen en op te slaan in een databank, Maar dit bleek een suboptimale manier van gegevensverzameling. Bovendien zijn er ook enkele juridisch belangrijke aandachtspunten 7

8 Via interviews met bedrijven die zoekertjes publiceren bleek een trans disciplinaire samenwerking een beter optie Ook hier zijn een aantal technische en organisatorische aandachtspunten, zoals overdracht en kwaliteitscontrole van de data en het erkennen van de commerciële logica van betrokken bedrijven De belangrijkste stap is het vinden en vastleggen van een gedeelde uitdaging en verantwoordelijk tussen beleid, onderzoek en private bedrijven 8

9 De beleidsondersteunende indicatoren worden vervolgens ter beschikking gesteld via de Ruimtemonitor De ruimtemonitor 2,0 is opgebouwd als een content management system, Het model omvat drie lagen die met elkaar interageren 9

10 De eerste laag bestaat uit de data en wordt daarom ook de data laag genoemd Deze data kan zowel uit aparte databestanden komen als uit externe databanken, en omvat zoal ruimtelijke informatie zoals kaarten, en niet ruimtelijke gegevens De ruimtelijke gegevens worden opgeslagen in een ruimtelijke databank, de niet ruimtelijke gegevens in een gemengde databank 10

11 De tweede laag wordt bovenop de datalaag gebouwd en heet de applicatielaag De applicatielaag bestaat uit verschillende software applicaties of toepassingen die, achter de schermen, samenwerken met elkaar De twee belangrijkste componenten zijn Drupal, een softwarepakket waarmee webapplicaties gebouwd kunnen worden, en geoserver, software die voorziet in webdiensten die het mogelijk maken om ruimtelijke informatie te laten zien, downloaden etc. 11

12 De derde laag is de presentatielaag, waarmee de informatie gepresenteerd wordt aan de gebruiker Deze presentatielaag bestaat uit een website, het geoloket, een interactief portaal, en webservices zoals het downloaden van data in een toegankelijk formaat Bv WFS laat toe om de link uit de ruimtemonitor te kopiëren en te plakken in je desktop GIS applicatie om zo de datalaag te zien en bewerken We gebruiken hiervoor open standaarden 12

13 Waarom gebruiken we open standaarden? Reden hiervoor is het belang van de uitwisseling van data Problemen met de uitwisseling van data zijn onder andere het gebruik van verschillende formaten, gebruik van specifieke software, geen standard beschrijving van de data. Bv wanneer je een databank het woord jaguar tegenkomt, is het niet altijd duidelijk of de kat of de auto bedoeld wordt 13

14 We hebben eigenlijk een semantisch uitwisselmodel nodig: Semantisch betekent dat het duidelijk is voor iedereen wat de betekenis is van een bepaald iets, en dat iedereen het daar ook over eens is Door middel van de principes van linked data hebben we zo n model ontwikkeld voor de uitwisseling van ruimtelijke data en metadata Linked data is een manier om op een gestandaardiseerde en gestructureerde manier gegevens te verdelen via internet 14

15 Wat is dan linked open data? Wel, open data betekent dat niet persoonsgebonden gegevens beschikbaar zijn voor iedereen in een gestandaardiseerd format Deze open data benadering was van bij de start de invalshek van de ruimtemonitor

16 We hebben dus een monitoringskader uitgewerkt en toegepast op de ontwikkeling van de Ruimtemonitor, We hebben inzichten gekregen in de verschillende mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe indicatoren. En we hebben een semantisch uitwisselmodel voor indicatoren ontwikkeld, dat door Linked Data principes de open data benadering mogelijk maakt Wat zijn nu onze belangrijkste aanbevelingen op basis van dit alles? 16

17 Eerst en vooral is het cruciaal om open standaarden te gebruiken voor het uitwisselen en ter beschikking stellen van data Indien alle beleidsdomeinen en beleidsniveaus dezelfde standaarden gebruiken voor hun data, kan deze data eenvoudig geïntegreerd worden over beleidsdomeinen en disciplines heen Als ook andere stakeholders zoals universiteiten, privébedrijven maar ook burgers dezelfde open standaarden gebruiken voor de publicatie van hun data, is er zelfs een trans disciplinaire data uitwisseling en verkenning mogelijk Hierdoor zal iedereen in staat zijn om met iedereen te communiceren op een efficiënte manier, waarbij iedereen hetzelfde verstaat 17

18 Het gebruik van open standaarden door een brede waaier aan stakeholders op verschillende niveaus maakt een flexibele monitoringsbenadering mogelijk. Dit laat toe om rekening te houden met onzekerheden over de manier waarop beleidsdoelen gerealiseerd kunnen worden, en ook met de verschillende partners met wie deze doelen gerealiseerd kunnen worden Een flexibele benadering van monitoring rust op twee pijlers, namelijk een adaptieve benadering waarbij de einddoelen aangepast worden aan veranderende contexten, en een participatieve bandering waarbij stakeholders zoals burgers en ondernemingen nadrukkelijk betrokken worden in de monitoring, zij het voor de aanlevering van data, ontwikkeling van de indicator etc. trans disciplinaire samenwerkingen zijn dan aan de orde 18

19 Deze evoluties betekenen ook dat transparantie van het ruimtelijk beleid niet langer beperkt kan blijven tot het louter laten inkijken van indicatoren die door de overhead ter beschikking gesteld worden via portaalsites Er moet meer aandacht zijn voor wederzijdse communicatie en nieuwe instrumenten die dit mogelijk maken, zoals citizen science en participatory mapping Het gebruik van open standaarden zoals linked open data verhoogt de bruikbaarheid van informatie buiten de eigen omgeving Hierdoor kunnen meer verbanden gevonden worden tussen data van uiteenlopende oorsprong, wat op zijn beurt toelaat nieuwe inzichten te verwerven over ruimtelijke thema s en vraagstukken waar de burgers, organisaties en bedrijven mee zitten 19

20 Maar er liggen ook nog wat uitdagingen op deze weg Linked data en het semantische web zijn een innovatieve en op zich jonge technologie die zich nog op de frontlijn van ontwikkeling bevindt Dit betekent dat de softwarepakkettenen standaarden nog volop in ontwikkeling zijn en dat de technologie nog niet breed geïmplementeerd is Er bestaat nog geen standard kookboek over hoe je op je organisatie volledig kan omvormen naar een linked open data instelling Het verder blijven ontwikkelen van kleine stappen en de vinger aan de pols houden En op een zeker moment de transitie maken, niet alleen binnen Ruimte Vlaanderen maar binnen de volledige vlaamse overheid 20