In de Amerikaanse televisieserie Mad Men wordt er regelmatig brand placement toegepast. In

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In de Amerikaanse televisieserie Mad Men wordt er regelmatig brand placement toegepast. In"

Transcriptie

1

2 Samenvatting In de Amerikaanse televisieserie Mad Men wordt er regelmatig brand placement toegepast. In een aantal afleveringen staat het automerk Jaguar centraal, hierbij wordt er zowel positief als negatief gecommuniceerd over het merk. Doel van dit onderzoek is het effect van sfeer bij brand placement op het merkimago in kaart te brengen. Om de effecten van sfeer bij brand placement te meten is er een experiment uitgevoerd onder 105 proefpersonen waarbij er zowel is gemeten middels een expliciete meetmethode als met een impliciete meetmethode. Er is geen effect van sfeer op het merkimago gevonden na uitvoering van een Impliciete Associatie Test (IAT). De resultaten van de expliciete meetmethode tonen echter aan dat er wel sprake is van een effect. Het gaat hier dus om een bewust proces waarbij de sfeer in het programma van invloed is op het merkimago. Een negatieve sfeer rond het merk in een televisieprogramma kan een negatief effect hebben op het merkimago. Sleutelwoorden: Brand placement, mood, sfeer, merkassociaties, merkattitude, merkimago, expliciete metingen, impliciete metingen, Impiciete Associatie Test, IAT. 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 4 Theorie 7 Merkimago 7 Sfeer 8 Expliciete en impliciete metingen 10 Methode 13 Ontwerp en proefpersonen 13 Experimentele stimuli 14 Procedure 15 Variabelen 16 Pre-test 20 Resultaten 21 Expliciete meting merkimago 22 Impliciete meting merkassociaties 23 Controle variabelen 24 Twee maten, twee antwoorden 26 Discussie 27 Praktische limitaties & management implicaties 31 Literatuur 32 Aantal woorden:

4 Inleiding Vodka Martini, shaken not stirred. Deze wereldberoemde catchphrase zal 007, oftewel James Bond, niet langer gebruiken in de gelijknamige films. In Skyfall, de nieuwste film rond deze Britse spion, drinkt hij namelijk een flesje Heineken in plaats van een shaken Martini. Dit is een goed voorbeeld van brand placement. Een merk betaalt veel geld (Heineken betaalde naar verluid 45 miljoen dollar) met als doel dat het merk wordt weergegeven in een film of in een televisieprogramma. Via deze media kan het merk, binnen een nietcommerciële context, een specifieke doelgroep bereiken (Barlasubramanian, Karrh & Patwardhan, 2006; Cowley & Barron, 2008; Karrh, 1998; Russell & Belch, 2005). Bovendien zijn de financiële inkomsten voor studio s en producenten een belangrijke reden om van brand placement gebruik te maken (Hudson & Hudson, 2006; Russell & Belch, 2005). Zonder de financiële steun van Heineken was er bijvoorbeeld geen nieuwe James Bond film gekomen (Rosen, 2012). De afgelopen decennia heeft brand placement onder adverteerders aan populariteit gewonnen, mede omdat traditionele televisiereclame door consumenten steeds meer wordt ontweken (Avery & Ferrero, 2000). Wanneer merken worden verwerkt in programma s of films in plaats van ervoor of erna, kan de kijker zich er moeilijker aan onttrekken (Cowley & Barron, 2008). Daarnaast dragen bestaande merken bij aan het realisme van een programma, iets dat door de kijker wordt gewaardeerd (Yang & Roskos-Ewoldson, 2007). Regisseurs kunnen merken op die manier gebruiken vanuit artistiek perspectief, om associaties op te roepen bij de kijker of om een bepaalde sfeer te creëren (Avery & Ferrero, 2000; Barlasubramanian, Karrh & Patwardhan, 2006). Brand placement komt niet alleen voor in films, ook in televisieprogramma s wordt het regelmatig toegepast. Zo worden in de Amerikaanse televisieserie Mad Men regelmatig merken verweven in de verhaallijn. In seizoen vijf van Mad Men staat het Britse automerk 4

5 Jaguar bijvoorbeeld een aantal afleveringen centraal 1. Naast de beelden van Jaguar modellen en scènes waarin vol lof wordt gesproken over Jaguar, wordt het automerk in de serie echter ook in verband gebracht met prostitutie en corruptie. Daarnaast wordt de kwaliteit van de auto s meerdere malen in twijfel getrokken. De vraag is of Jaguar daar als merk blij mee is. Het zorgt weliswaar voor exposure, maar mogelijk ook voor imagoschade (Fallon, 2012). Vlak na de uitzending van Mad Men gaf vicepresident Brand Development van Jaguar, David Pryor, aan dat hij er vanuit gaat dat mensen begrijpen dat de serie fictie is (Thomaselli, 2012). Er is echter niet onderzocht of dit ook daadwerkelijk het geval is. Het is niet duidelijk of de negatieve weergave van Jaguar in Mad Men bijvoorbeeld imagoschade heeft opgeleverd. Films en televisieprogramma s hebben het vermogen om in een korte tijd een bepaalde sfeer te creëren en een gevoel bij de kijkers op te bouwen. Deze sfeer is mogelijk van invloed op de associaties bij het geplaatste merk (Karrh, McKee & Pardan, 2003). Vanuit dit perspectief biedt brand placement adverteerders de mogelijkheid om positieve associaties rond een merk te creëren. Dit is in veel gevallen een hoofddoel van brand placement want positieve associaties kunnen een positief effect hebben op het merkimago (Lehu & Bressoud, 2007; Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2007). Het merkimago wordt gedefinieerd als de percepties en associaties van de consument rond het merk en hun marketingactiviteiten (Keller, 1993). Uit een onderzoek van Van Reijmersdal, Neijens en Smit (2007) blijkt dat er sprake is van een verband tussen brand placement en het merkimago. Er is hierbij onderzocht in hoeverre het imago van een merk in een televisieprogramma overeenkomt met het imago 1 Afgaande op de definitie van brand placement van Karrh (1998), gaat het hier niet om brand placement. Jaguar namelijk niet heeft betaald voor de plaatsing in Mad Men, waardoor er niet van branded content kan worden gesproken. Er kan dus onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds brand placement door een bedrijf waarbij er wordt betaald voor plaatsing zoals beschreven voor Karrh. Anderzijds is er ook een vorm van brand placement toegepast door een regisseur waarbij er niet wordt betaald. Omdat het voor de kijker echter niet van invloed is op kijkervaring of er betaald is voor de plaatsing of niet, is er in dit onderzoek geen onderscheid gemaakt. 5

6 van het programma na blootstelling. In het onderzoek blijven de effecten van de context waarin het merk wordt getoond, zoals de opgeroepen sfeer, echter onderbelicht. Studies waarin de effecten van sfeer in televisieprogramma s worden onderzocht, wijzen uit dat sfeer van invloed kan zijn op de verwerking van de vervolgens getoonde reclame. Kamins, Marks en Skimmer (1991), bijvoorbeeld, tonen aan dat als de sfeer die in het programma gecreëerd is congruent is aan de sfeer van de commercial die daarna wordt uitgezonden, dit een versterkend effect heeft op de merkevaluatie. Mogelijk kan de sfeer in een televisieprogramma, naast de evaluatie van commercials ook van invloed zijn op evaluatie van merken verwerkt in de programma s. Met andere woorden mogelijk is de sfeer bij brand placement van invloed op het merkimago. In de huidige studie wordt daarom onderzocht wat het effect is van sfeer bij brand placement op het merkimago. Er is reeds veel onderzoek gedaan naar brand placement in films (Lord & Gupta, 2010), daarom zal in deze studie de focus liggen op brand placement in televisieprogramma s. De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: In hoeverre is de sfeer van een televisieprogramma waarbinnen een merk of product wordt gepresenteerd van invloed op het merkimago? Doel van dit onderzoek is het hiaat in kennis omtrent de effecten van sfeer bij brand placement op merkimago op te vullen. Er is reeds onderzoek gedaan naar de modererende invloed van de prominentie van de merken in programma s en binding met de personages op merkimago (Cowley & Barron, 2008). Tevens zijn de effecten van sfeer voor televisiereclame in kaart gebracht. Voor een relatief nieuwe en aan populariteit winnende reclamemethode als brand placement ontbreekt deze kennis, terwijl televisiemakers en adverteerders juist op deze variabele invloed hebben (Karrh, McKee & Pardan, 2003). In hun artikel stimuleren Van Reijmersdal, Neijens en Smit (2007) daarom verder onderzoek naar de invloed van context (in dit onderzoek sfeer) op de effecten van brand placement. 6

7 Naast het verdiepen van de wetenschappelijk kennis omtrent brand placement draagt dit onderzoek bij aan de professionalisering van brand placement als marketing en communicatie methode. Omdat de toepassing van brand placement toeneemt en brand placement marketingmethode doorontwikkeld (Hudson & Hudson, 2006; Russel & Belch, 2005) is dit onderzoek direct relevant voor adverteerders en marketeers. Het geeft hen inzicht in de eventuele invloed van sfeer op het imago. Zij kunnen daar rekening mee kunnen bij de plaatsing van het merk in de editorial content. Adverteerders zullen het merk optimaal willen presenteren in een televisieprogramma zodat de gewenste invloed heeft op het merkimago. Theorie In dit hoofdstuk wordt bestaande kennis omtrent brand placement en de effecten van sfeer bij brand placement in kaart gebracht en geïnterpreteerd aan de hand het Spillover Effect (Ahluwalia, Unnava & Burkrant, 2001; Van Reijmersdal, Smit & Neijens, 2010) en het Mood Congruency Theory (Kamins, Marks & Skinner, 1991). Daarnaast wordt het nut van impliciete en expliciete maten geëxploreerd om mogelijke invloeden van sfeer bij brand placement op merkimago te onderzoeken. Merkimago Brand placement wordt als marketingmethode vaak ingezet om het imago van een merk positief te beïnvloeden (Lehu & Berroud, 2007). In deze studie wordt de breed gedragen definitie van merkimago van Keller (1993) toegepast. Een merkimago wordt gevormd op basis van subjectieve percepties van de consument. Het ontstaat uit een set associaties en interpretaties van het merk en de marketing gerelateerde activiteiten van het merk. De associaties zijn verbindingen tussen kennispunten en bepalen uiteindelijk wat een merk voor de consument betekent. Ook merkattitudes kunnen worden gezien als een set associaties. Het 7

8 gaat hierbij om merkevaluaties van mensen, positief dan wel negatief. De merkattitude is van invloed op het gedrag ten opzichte van het merk, maar is ook een goede voorspeller van het merkimago. Associaties bij een merk verschillen per individu, er zit echter wel veel overlap in de associaties die mensen bij een merk hebben (Faircloth, Capella & Alford, 2001; Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2007). Sfeer De manier waarop merken in televisieprogramma s worden geplaatst verschilt per merk, programma en scène. De gecreëerde sfeer rond een merk in een programma verschilt dus ook per placement. De effecten van sfeer zijn in het kader van brand placement niet eerder onderzocht waardoor een goede omschrijving van sfeer in dit kader ontbreekt. Echter, in eerder onderzoek van Kamins, Marks en Skinner (1991) is wel onderzocht hoe sfeer de gemoedstoestand van een kijker kan beïnvloeden, program induced mood genaamd (in de rest van het onderzoek wordt de term sfeer gehanteerd). De onderzoekers bestuderen de effecten van sfeer op de effectiviteit van commercials uitgezonden voor en na televisieprogramma s. Zij omschrijven dit als een kortstondige subjectieve gemoedstoestand die bij de kijker wordt oproepen, door een bepaalde sfeer die in een televisieprogramma is gecreëerd (Karrh, McKee & Pardun, 2003, Kamins, Marks & Skimmer, 1991; Mathur & Chattopadhyay, 1991). Het effect van sfeer wordt in het onderzoek van Kamins, Marks en Skinner (1991) geïnterpreteerd aan de hand van het Mood Congruency Theory. Bij deze theorie gaat men ervan uit dat mensen nemen meer informatie opnemen die congruent is aan de gemoedstoestand die zij op dat moment hebben dan informatie die incongruent is. Als er dus een bepaalde gemoedstoestand wordt opgeroepen, bijvoorbeeld door televisieprogramma, dan heeft de sfeer van het televisieprogramma invloed heeft op de verwerking van informatie die daarna wordt gegeven. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat als sfeer in de commercial 8

9 overeenkomt met de sfeer in het programma, dit een versterkend effect heeft op de merkevaluatie. Bij het onderzoek van Kamins, Marks en Skinner (1991) is er dus sprake van een zogenaamd spillover effect (Ahluwalia, Unnava & Burnkrant, 1991). Bij een dergelijk effect kan informatie in bijvoorbeeld een reclameboodschap overslaan op de associaties ten aanzien van een merk. Deze informatie of dit gevoel hoeft niet expliciet te worden genoemd. Ontbrekende informatie kan intuïtief worden aangevoeld of kan worden afgeleid aan de informatie die wel wordt voorgelegd. Mensen vullen de gegeven informatie bewust of onbewust zelf aan (Ahluwalia, Unnava & Burnkrant, 2001; Van Reijmersdal, Smit & Neijens 2010). In het onderzoek van Van Reijmersdal, Smit en Neijens (2010) is onderzocht of de evaluatie van een televisieprogramma kan overslaan op de evaluatie van de merken die in een programma zijn verwerkt. Er blijkt sprake van een spillover effect, kijkers stellen hun attitude ten opzichte van merken namelijk positiever bij na het zien van het programma. Als wordt aangenomen dat de sfeer van een televisieprogramma binnen een kort tijdsbestek een bepaalde gemoedstand bij de kijker kan opwekken (Karrh, McKee & Pardun, 2003), dan kan deze sfeer van invloed zijn op het imago van het getoonde merk dat door de kijker gecreëerd wordt. Er kan hier dus sprake zijn van een spillover effect. De sfeer die in een televisieprogramma wordt gecreëerd rondom een merk kan overslaan op de merkassociaties en met merkimago. Een merk geplaatst in een positieve sfeer kan hierdoor een positief effect hebben op het merkimago van kijkers. De negatieve sfeer rondom een merk in een televisieprogramma kan ook overslaan op het merkimago, echter in negatieve zin. De volgende hypothesen kunnen worden geformuleerd: H1: Brand placement in een televisieprogramma waarin een positieve sfeer is gecreëerd zal bij de kijkers tot een beter merkimago leiden in vergelijking met kijkers die niet zijn blootgesteld aan het merk in het televisieprogramma. 9

10 H2: Brand placement in een televisieprogramma waarin een negatieve sfeer is gecreëerd zal bij de kijkers tot een slechter merkimago leiden in vergelijking met kijkers die niet zijn blootgesteld aan het merk in het televisieprogramma. Expliciete en impliciete metingen De effecten van brand placement zijn in de afgelopen jaren op verschillende manieren onderzocht. Het gaat hierbij voornamelijk om expliciete metingen oftewel zelfrapportage. Proefpersonen worden voorafgaand aan de expliciete meting aan stimulus materiaal (manipulatie) blootgesteld waarna hen wordt gevraagd bewust na te denken over de getoonde informatie en deze bewust te herinneren (Schacter, 1987). Vervolgens krijgen zij een gerelateerde vraag of stelling voorgelegd over het stimulus materiaal en ze mogen daar op reageren via Likert schaal, multiple choice of een open antwoord (Reus, Van der Land & Moorman). Deze meetmethode is effectief voor het meten van de merkherinnering of herkenning (Schacter, 1987). Er zitten echter nadelen aan deze methode. Proefpersonen kunnen doorkrijgen wat de onderzoeker wil meten en geven dan mogelijk een instemmend antwoord omdat zij denken dat de onderzoeker dat graag wil horen (self-fullfilling prophecy). Vervolgens bevestigen zij een hypothese die helemaal niet klopt en worden op basis van foute resultaten verkeerde conclusies getrokken. Ook sociaal wenselijke antwoorden, als een proefpersoon bijvoorbeeld niet eerlijk durft te zijn, worden als probleem ervaren bij expliciete maten (Gawronski, LeBel & Peters, 2007; Reus, Van der Land & Moorman, 2008). Tevens zijn de uitkomsten van zelfrapportage afhankelijk van het zelfbeschouwend vermogen van de participanten. Veel onderzoekers zijn daarom niet overtuigd van de waarde van zelfrapportage. Zij achten mensen niet in staat een objectief beeld van hun eigen houding en gedrag te geven. Een groot gedeelte van het menselijk gedrag gebeurt ook op basis van onbewuste processen. Deze processen kunnen niet bewust worden gemeten, ze vinden 10

11 tenslotte onbewust plaats. Mensen kunnen hun houding en gedrag dus slechts gedeeltelijk expliciet/verbaal verklaren. (Gawronski, LeBel & Peters, 2007; Greenwald, McGhee & Schwartz, 1998; Reus, Van der Land & Moorman, 2008). Mede als reactie op de betrouwbaarheidsproblemen van expliciete maten worden impliciete maten de laatste jaren vaker toepast als methode om de associaties van proefpersonen te achterhalen. Oppervlakkige verwerking kunnen zij namelijk niet bewust herinneren. Er wordt dus in tegenstelling tot expliciete meetmethoden niet expliciet naar het stimulus materiaal gevraagd. Bij impliciete maten krijgen proefpersonen een bepaalde taak, die voor het oog niet gerelateerd is aan het stimulus materiaal. Proefpersonen hoeven dit materiaal dus niet bewust te herinneren om een effect van de manipulatie te meten. Bij een verslechtering of verbetering van de uitvoering van de taak kan de manipulatie als oorzaak worden aangewezen (Schacter, 1987). Een geaccepteerde methode om attitude te meten is bijvoorbeeld de Impliciete Associatie Test (IAT). Hierbij krijgen proefpersonen zowel associatie congruente als associatie incongruente eenheden voorgelegd, welke zij vervolgens zo snel en accuraat mogelijk moeten categoriseren. De snelheid en accuratesse van de categorisatie zullen namelijk afnemen wanneer er incongruente associaties worden voorgelegd. Voor de proefpersonen is de combinatie van het merk met incongruente associaties niet logisch waardoor zij er fractie langer over moeten nadenken dan bij een combinatie van een merk met een congruente associaties. Aan de hand van de reactietijden kan vervolgens worden afgeleid of de voorgelegde associaties overeenkomen met de persoonlijke voorkeuren van proefpersonen rond het merk. Indirect kan op die manier de attitude ten opzichte van het merk worden gemeten (Gawronksi, 2009; Gawronksi, LeBel & Peters, 2007). Veelal worden reclameboodschappen niet aandachtig bekeken (Yang & Roskos- Ewoldson, 2007), waardoor deze niet bewust en actief maar wel oppervlakkig (impliciet) 11

12 worden verwerkt (Reus, Van der Land & Moorman, 2008). Dit is mogelijk ook bij brand placement in televisieprogramma s het geval. Dit zou als gevolg kunnen hebben dat gevormde associaties niet bewust kunnen worden gerapporteerd en dus enkel met een impliciete maat gedetecteerd kunnen worden (Shapira & Krishnan, 2001). Expliciete maten schieten in dat geval tekort en zullen er andere maten moeten worden toegepast zoals een IAT (Gawronski, 2009). Onderzoekers vermoeden al langer dat het impliciete geheugen van invloed kan zijn op merkimago. Zo blijkt uit het onderzoek van Matthes, Schemer en Wirth (2007) dat wanneer mensen meerdere malen worden blootgesteld aan brand placement, maar zich niet herinneren dat het merk in het programma zat verwerkt, zij het merk als positiever beoordelen. De onderzoekers verklaren dit door oppervlakkige verwerking van brand placement. Dit sluit aan bij de bevinding van Ahluwalia, Unnava en Burnkrant (2001) dat informatie niet expliciet in de boodschap hoeft te worden opgenomen om alsnog te kunnen overslaan op bijvoorbeeld merkassociaties (spillover). Het is niet duidelijk of de impliciete en expliciete associaties aan elkaar zijn gerelateerd bij sfeer in televisieprogramma s en brand placement. Duidelijk is wel dat de impliciete effecten van brand placement veelal onbehandeld blijven terwijl inzicht in expliciete verwerking van brand placement niet langer voldoende is (Shapiro & Krishnan, 2001; Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2007; Yang & Roskos-Ewoldson, 2007). Beide maten lijken slechts gedeeltelijk inzicht te kunnen geven in de verwerking van brand placement (Van Reijmersdal, 2009). Een impliciete maat geeft meer inzicht in de automatische associaties terwijl een expliciete maat beter inzicht geeft in de bewuste en meer gecontroleerde attitude (Huntsinger & Smith, 2009; Shapira & Krishnan, 2001). Of een impliciete en een expliciet meetmethode het effect van sfeer bij brand placement op merkimago op een andere manier 12

13 kan meten is niet duidelijk en niet eerder onderzocht. De volgende onderzoeksvraag kan daarom worden samengesteld: RQ 1: In hoeverre meten impliciete en expliciete maten op een andere manier het effect van sfeer bij brand placement in televisieprogramma s op het merkimago? Methode Ontwerp en proefpersonen Om bovenstaande hypothesen te onderzoeken werd er een online experiment uitgevoerd met een mixed-subjects design. Er werden namelijk twee verschillen metingen verricht, een expliciete meting van merkimago en een impliciete meting van merkassociaties. In de expliciete meting werden de verschillen van effecten van sfeer onderzocht tussen drie verschillende condities, positieve sfeer, negatieve sfeer en een neutrale sfeer. Het gaat hier om een between-subjects design. Bij de impliciete meting werd er binnen de sfeergroepen voor elke proefpersoon onderzocht in hoeverre er sprake is van een verschil als het merk wordt gekoppeld aan positieve associaties en als het wordt gekoppeld aan met negatieve associaties. De impliciete meting heeft een within-subjects design. In totaal hebben 107 Nederlandse proefpersonen deelgenomen aan het onderzoek. Twee proefpersonen zijn tussentijds gestopt en opnieuw begonnen. Deze hebben mogelijk twee verschillende fragmenten gezien of niet de juiste aansluitende vragen voorgelegd gekregen. De proefpersonen zijn daarom niet opgenomen in de dataset. De 105 overgebleven proefpersonen waren tussen de 19 en 73 jaar oud (M = 29,13, SD = 11.61) en 47% was vrouw. Proefpersonen waren voornamelijk hoog (HBO of WO) opgeleid. De proefpersonen werden via persoonlijke netwerken en word-of-mouth methoden gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek. Hiervoor werden en sociale netwerken als Facebook, Twitter en LinkedIn ingezet. Proefpersonen hebben vrijwillig deelgenomen aan 13

14 het onderzoek. Om participatie te stimuleren werden er als incentive drie Mad Men DVD boxen verloot onder de deelnemers. Experimentele stimuli De proefpersonen werden blootgesteld aan een clip uit de Amerikaanse televisieserie Mad Men. Deze serie gaat over een reclamebureau in New York in de jaren zestig en toont veel impressies van bestaande merken. Er waren drie typen clips: positief, negatief en neutraal. De clips waren gemanipuleerd waardoor het effect van sfeer werd uitvergroot. Daarnaast werd mogelijke herkenning van scènes, onder proefpersonen die de gebruikte scènes al in de originele afleveringen hadden gezien, verminderd. Zij werden namelijk blootgesteld aan vernieuwd materiaal met een andere verhaalstructuur van de originele afleveringen. De gemanipuleerde scènes (positieve, negatieve of neutrale sfeer) werden in het middenstuk van de clips getoond. De fragmenten waren enkel verschillend wat betreft deze scènes waardoor de verschillen in groepsuitkomsten enkel aan de manipulatie kunnen worden toegeschreven. Aan begin en het einde van de clips werden er sfeer-neutrale scènes van een Mad Men aflevering getoond. Deze waren voor de drie clips hetzelfde, wat de interne validiteit doet toenemen. In de positieve clip was de gecreëerde sfeer in het programma positief ( Het automerk Jaguar werd in deze clip zowel verbaal en emotioneel geprezen. Het gaat om een scène waarin creatief directeur Don Draper, een personage uit de serie Mad Men, in een pitch het ultieme gevoel van een rit in een Jaguar weet over te brengen. Daarnaast werd de ontwikkeling van deze pitch in beeld gebracht. In de negatieve clip was de gecreëerde sfeer in het programma rond Jaguar negatief ( In deze clip werd Jaguar in verband gebracht met corruptie en prostitutie. Er werd bijvoorbeeld gesproken over het feit dat een 14

15 belangrijke persoon bij Jaguar kon worden omgekocht. Jaguar werd in deze conversaties negatief weggezet door de personages. Daarnaast werd getoond hoe een Jaguar niet wilde starten. In de derde clip, de neutrale clip werd een neutrale sfeer rond de geplaatste merken getoond ( In deze clip werd er niet over Jaguar gesproken maar over Heinz, de New York Times en Clearasil. Deze merken waren niet het onderwerp van gesprek waardoor de personages geen mening of houding toonden ten aanzien van deze merken. In totaal duurden de clips tussen de twaalf en vijftien minuten en waren alle scènes voorzien van Nederlandse ondertiteling. Procedure Het experiment werd afgenomen aan de hand van de online survey module Qualtrics. De proefpersonen werden random toegewezen aan één van de drie sfeergroepen met bijbehorende conditie (positief, negatief en neutraal). Voorafgaand aan het onderzoek werden de proefpersonen op de hoogte gesteld van het feit dat ze gingen kijken naar een videofragment en geïnstrueerd om dit te bekijken vanuit een situatie zoals zij normaal ook naar een televisieprogramma kijken. Er werd op die manier geprobeerd een zo natuurlijk mogelijke setting te creëren. Dit werd versterkt door het feit dat mensen konden deelnemen vanuit hun eigen huis, een real-life setting. Daarnaast wordt televisiekijken via laptop of tablet (Schievink, 2013) en kijken op momenten dat het de kijker zelf uitkomt, steeds alledaagser ( Sterke stijging online, 2012). De generaliseerbaarheid (ecologische validiteit) van het onderzoek neemt daarmee toe. Na het bekijken van het fragment kregen de proefpersonen eerst een drietal begripsvragen voorgelegd om te controleren of zij aandachtig hadden gekeken. Vervolgens werd de attitude ten opzichte van brand placement gemeten en is er gevraagd welke merken er werden getoond in het fragment (free recall). Na deze expliciete vragen werd middels een Impliciete 15

16 Associatie Test (IAT: Greenwald, McGhee & Schwartz, 1998) gemeten wat de impliciete associaties waren ten opzichte van Jaguar. Pas na afronding van de IAT werd de geholpen herinnering (recognition) gemeten omdat als proefpersonen zich bewust werden van het feit dat er werd onderzocht voor Jaguar, zij mogelijk de automatische associaties ten opzichte van Jaguar bewust of onbewust beïnvloeden. De resultaten van de IAT konden in een dat geval besmet raken. Vervolgens werd de expliciete attitude ten opzichte van Jaguar en de bekendheid met Jaguar gemeten. Het onderzoek werd afgerond met een aantal demografische vragen. Deelname aan het onderzoek nam ongeveer dertig minuten in beslag. Nadat proefpersonen het onderzoek hadden afgerond werden zij bedankt voor hun deelname en naar wens, ingelicht over het doel van het onderzoek. Variabelen Begripsvragen. Om te meten of proefpersonen het fragment aandachtig hadden bekeken en of zij de verhaallijn hadden gevolgd en begrepen werden er drie begripsvragen voorgelegd. Het gaat hierbij om drie gesloten vragen waarbij proefpersonen uit drie antwoordmogelijkheden konden kiezen: Waar ging het getoonde fragment over?, Waarom belt Roger Sterling met Jane? en Waarom is Megan boos op Don Draper in de laatste scène?. Naast deze begripsvragen werd expliciet gevraagd of proefpersonen het fragment aandachtig hadden bekeken, middels het item: Heeft u het fragment volledig bekeken?. Als proefpersonen antwoordden dat zij het fragment niet volledig hadden afgekeken werd gevraagd hoeveel minuten zij hadden gezien en waarom zij het af niet volledig hadden afgekeken. Attitude-schaal. De attitude ten opzichte van brand placement werd gemeten aan de hand van vier items. Proefpersonen werd gevraagd in hoeverre zij sluikreclame (brand placement) als slecht/goed, niet-leuk/leuk, oninteressant/interessant en onplezierig/plezierig ervaren op een 16

17 Likert schaal van 1 tot en met 7. De items laden op één schaal (EV = 2,73; R² =.68) en deze schaal blijkt betrouwbaar (Cronbach s alfa =.83; M = 4.06, SD = 1.09). Dit houdt in dat de samengestelde schaal 68% van de variantie in de variabele attitude ten opzichte van brand placement verklaart. Ongeholpen herinnering (free recall). Ongeholpen herinnering werd gemeten aan de hand van één item. Proefpersonen werd gevraagd welke merken waren besproken of zichtbaar in beeld waren geweest in het fragment. Zij kregen een score van één als zij het merk Jaguar wisten te benoemen. Werd er een ander merk of geen merk genoemd dan kregen zij de score nul. Merkimago-IAT. Om de impliciete associaties ten opzichte van het merk te kunnen meten werd er gebruik gemaakt van de Impliciete Associatie Test (IAT: Greenwald, McGhee & Schwartz, 1998). In dit experiment werden de automatische associaties met een doelcategorie gemeten, in dit geval Jaguar. Proefpersonen kregen woorden voorgelegd en werden vooraf geïnstrueerd om een respons te geven door op de letter A of op de letter L te drukken bij bepaalde stimuli. Bijvoorbeeld als een positief woord of een automerk (Jaguar) in beeld kwam, diende de proefpersoon op de letter A te drukken. Als het woord dat in beeld werd gebracht niet overeenkwam met de instructie (bijvoorbeeld een negatief begrip) dan diende de proefpersoon op de letter L te drukken. De begrippen die zijn gebruikt komen overeen met de begrippen die zijn voorgelegd bij de expliciete metingen. Gaven proefpersonen een foute reactie gegeven dan kwam er een rood kruis in beeld. Proefpersonen kregen zo de mogelijkheid om zichzelf te verbeteren. In totaal kregen de proefpersonen vijf blokken met elk twintig trials (begrippen of beelden) voorgelegd (Bluemke & Friese, 2008). Voorafgaand aan elk blok werden proefpersonen geïnstrueerd welke handeling zij moesten uitvoeren in het volgende blok. Het 17

18 eerste blok diende als oefening om proefpersonen te laten wennen aan de test. In dit blok werden vijf positieve begrippen (betrouwbaar, stijlvol, mooi, geweldig en goed) en vijf negatieve begrippen getoond (onbetrouwbaar, smakeloos, lelijk, verschrikkelijk en slecht). Elke begrip werd twee keer getoond. In de vier daaropvolgende blokken werden vijf positieve of negatieve trials vervangen met begrippen of afbeeldingen van automerken. Het tweede en vijfde blok waren fillerblokken. Deze zijn aan de IAT toegevoegd zodat het voor proefpersonen niet duidelijk was dat er werd onderzocht voor Jaguar en (voor zover mogelijk) om te voorkomen dat proefpersonen bewust over Jaguar gingen nadenken (Schacter, 1987). In deze fillerblokken werd een ander automerk dan Jaguar gekoppeld aan de positieve en negatieve begrippen. Het automerk Volvo werd in het tweede blok gekoppeld aan negatieve begrippen. In het vijfde blok werd het automerk Saab gekoppeld aan positieve begrippen. In het derde en vierde blok werd Jaguar eerst aan positieve begrippen gekoppeld en vervolgens aan negatieve begrippen. Afhankelijk van de koppeling kregen proefpersonen random vijf auto gerelateerde trials, vijf gekoppelde trials en tien niet-gekoppelde trials te zien. Elk nietgekoppelde begrip werd binnen een blok twee keer getoond. Enkel het kritische derde en vierde blok waren relevant voor dit onderzoek. Om te voorkomen dat er eventueel schijneffecten ontstonden, omdat proefpersonen vermoeid raakten of geoefend raakten nadat deze meer trials hadden afgerond, werd er voor het derde en vierde blok gecouterbalanced (Shapiro, McInnes & Heckler, 1997). De kans op strategisch reageren onder proefpersonen werd hierdoor verminderd (Bluemke & Friese, 2008). Random kregen de proefpersonen daarom in het derde blok de koppeling van Jaguar met positieve begrippen of de koppeling van Jaguar met negatieve begrippen voorgelegd. Het oefenblok, het tweede blok en het vijfde blok was voor elke proefpersoon hetzelfde. De volgorde van de te doorlopen blokken was enkel verschillend wat betreft het derde en vierde blok. 18

19 Geholpen herinnering (recognition). De resultaten van de IAT konden besmet raken op het moment dat de proefpersonen zich bewust werden van het feit dat er voor Jaguar werd onderzocht. Om dit te voorkomen werd de geholpen herinnering is pas na de IAT gemeten en werden proefpersonen op die manier ontmoedigd bewust na te denken over Jaguar. Dit werd gemeten aan de hand van één item. Er werden acht merklogo s getoond waarna werd gevraagd welke merken zij in de clip hadden gezien. Wanneer proefpersonen aangaven dat proefpersonen Jaguar hadden gezien of gehoord kregen zij de score één. Werd er een ander merk genoemd dan kregen zij de score nul. Merkimago-schaal. Het merkimago werd gemeten aan de hand van vijf items (Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2007). Proefpersonen konden op de volgende vraag: Ik denk dat Jaguar is, middels een 7-punts Likert schaal aangeven in hoeverre zij een Jaguar als betrouwbaar, stijlvol, mooi, geweldig en goed beoordeelden. De vijf items zijn naar eigen inzicht en kennis geselecteerd en komen overeen met de begrippen die zijn getoond in de IAT. De items laden op één schaal (EV = 3.27; R² =.65). De schaal verklaart 65% van de variantie in de variabele Expliciet Imago Jaguar. De schaal blijkt, na varimax rotatie betrouwbaar (Cronbach s alfa =.86; M = 5.40, SD = 0.94). Demografische gegevens. In het onderzoek werden een aantal demografische variabelen gemeten zoals leeftijd, geslacht en het opleidingsniveau. Ook de bekendheid met Jaguar als merk en de producten van Jaguar werd gemeten op een schaal van 1 (helemaal niet bekend) en 7 (heel bekend). De twee items laden, na viramax rotatie op één factor (EV = 1.77; R² =.88). De schaal is betrouwbaar en kan niet verder worden verbeterd (Cronbach s alfa =.87; M = 4.67, SD = 1.51). Daarnaast werd de bekendheid met Jaguar en Mad Men voorafgaand aan het onderzoek gemeten middels het item: Had je voor het onderzoek wel eens van Jaguar/Mad Men gehoord?. 19

20 Pre-test Om er zeker van te zijn dat de sfeer rond Jaguar in het fragment ook daadwerkelijk als positief, negatief en neutraal (controle groep) werd beoordeeld werd er voorafgaand aan het hoofdonderzoek een pre-test uitgevoerd. Proefpersonen van de pre-test hebben niet deelgenomen aan het hoofdonderzoek. Aan deze pre-test hebben in totaal 28 proefpersonen deelgenomen. De gemiddelde leeftijd was 28 jaar (SD = 9,38) en 40% was vrouw. Proefpersonen waren voornamelijk hoog opgeleid (HBO en WO). Bij de pre-test werden ze blootgesteld aan slechts één clip (sfeer was een between-subjects factor). Allereerst kregen zij een vijftal begripsvragen voorgelegd over het fragment om te meten of de proefpersonen het fragment aandachtig hadden bekeken. Vervolgens werd er gevraagd naar de indruk van de algemene stemming in het fragment (niet te verwarren met de sfeer rondom het merk in het fragment). De proefpersonen konden middels een 7-punts Likert schaal aangeven in hoeverre hun indruk van de algemene stemming zeer negatief (1) tot zeer positief (7) was. Er bleek geen significant verschil in de beoordeling van de stemming van het fragment wat betreft de het getoonde fragment (F (2, 22) = 1.69, p = n.s., η 2 = 0.13). De sfeer rond Jaguar in de fragmenten werd gemeten aan de hand van vier verschillende sfeer vragen. Proefpersonen werd gevraagd naar de algemene, verbale, visuele en emotionele indruk van Jaguar in de clip middels de volgende items: Hoe wordt er in de aflevering gesproken over Jaguar?, Wat voor een beelden werden er van Jaguar getoond in de clip? en Wat voor een gevoelens riep Jaguar op bij de personages in de clip? De samengestelde schaal van sfeer laadde, na viramax rotatie op één item (EV = 3.05; R² =.76) en bleek betrouwbaar (Cronbach s alfa = 0.89). Uit een enkelvoudige variatieanalyse bleek dat er, in tegenstelling tot de algemene setting, wel sprake was van een significant verband tussen het getoonde fragment en de indruk van de sfeer in het fragment rond het merk (F (2, 22) = 63.56, p <.001, η 2 = 0.85). De indruk van het fragment met een positieve sfeer (M = 20

21 5.95, SD = 0.19) was significant positiever dan de indruk van het negatieve fragment (t (16) = 9.56, p <.001; M = 2.75, SD = 0.22) en het neutrale fragment (t (15) = 7.66, p <.001; M = 3.96, SD = 0.23). De indruk van het negatieve fragment was significant negatiever (t (7.83) = -4.41, p <.01) dan het neutrale fragment. De fragmenten werden daarom op basis van het verschil in de beoordeling van de sfeer rond Jaguar in de fragmenten, als geschikt materiaal bevonden voor het hoofdonderzoek. Resultaten Allereerst worden de resultaten van de expliciete metingen uitgewerkt en vervolgens de uitkomsten van de Impliciete Associatie Test (IAT). Aan het einde van het hoofdstuk wordt de relatie tussen expliciete- en impliciete metingen wat betreft sfeer behandeld. In totaal hebben 104 deelnemers het fragment volledig bekeken. Eén proefpersoon heeft slecht tien minuten van het fragment bekeken. Omdat de (kritieke) gemanipuleerde scènes daardoor waren getoond is deze persoon wel meegenomen in het onderzoek. Alle deelnemers waren voorafgaand aan het onderzoek bekend met het automerk Jaguar en 63,8% was bekend met de serie Mad Men. Om te meten of proefpersonen het Mad Men fragment aandachtig hadden bekeken werden er drie begripsvragen voorgelegd, in 96.2% van de gevallen werden deze vragen goed beantwoord. Na het zien van de clip kon 97% zich ongeholpen herinneren dat Jaguar in het fragment werd getoond. Er is hierbij geen sprake van een significant verschil tussen de positieve en negatieve sfeerconditie (t (72) = 0.038, p = n.s.). Als zij werden geholpen door een lijst met acht merklogo s waarvan één Jaguar logo, konden alle deelnemers Jaguar aanwijzen als een merk geplaatst in het fragment (herkenning). De herinnering en herkenning van Jaguar na het zien van de fragmenten zijn onder proefpersonen erg hoog. De te hoge waarden verbloemen een mogelijk effect van sfeer op herkenning en herinnering, dit wordt ook wel het ceiling effect genoemd. 21

22 Expliciete meting merkimago In deze studie is onderzocht in hoeverre de sfeer binnen een televisieprogramma van invloed is op het merkimago van Jaguar. Expliciete meting van merkimago is middels vijf items gemeten waarbij proefpersonen op een Likert schaal van 1 tot met 7 konden aangeven in hoeverre zij Jaguar als betrouwbaar, stijlvol, mooi, geweldig en goed beoordelen. Uit de enkelvoudige factoren variantieanalyse (ANOVA) blijkt dat het hoofdeffect van de onafhankelijke variabele, de gecreëerde sfeer, een significant effect heeft op het imago van het merk (F (2, 102) = 3.54, p <.05, η 2 = 0.07). Het gaat hier om een zwak verband. Proefpersonen die zijn blootgesteld aan het positieve fragment zijn positief over Jaguar (M = 5.57 op een schaal van 1 tot en met 7, SD = 0.87). Uit de post hoc analyse (figuur 1) blijkt, dat proefpersonen die zijn blootgesteld aan het fragment met een positieve sfeer een positievere attitude hebben ten opzichte van Jaguar dan proefpersonen die zijn blootgesteld aan het fragment met een negatieve sfeer (M = 5.07, SD = 0.99). Na uitvoering van de Bonferroni correctie blijkt dit verschil slechts marginaal significant (t (72) = 2.32, p =.06). Er blijken geen significante verschillen tussen proefpersonen blootgesteld aan het fragment met de negatieve sfeer en proefpersonen die aan de neutrale conditie zijn blootgesteld (t (65) = , p = n.s.). Datzelfde geldt voor de verschillen tussen proefpersonen uit de groep met de positieve conditie en de groep blootgesteld aan de neutrale conditie (t (67) = -0.00, p = n.s). 22

23 Impliciete meting merkassociaties Om een volledig beeld te krijgen van de invloed van de sfeer binnen een televisieprogramma op het merkimago van een geplaatst merk is er naast expliciete metingen ook een IAT afgenomen. Proefpersonen kregen begrippen of beelden van een merk voorgelegd die zij middels een reactie (bijvoorbeeld de letter A of L intoetsen) moesten categoriseren. Jaguar werd in het ene blok gekoppeld aan het positieve begrippen en in het andere blok aan negatieve begrippen. Als proefpersonen beter en sneller reageerden bij een koppeling van Jaguar met positieve begrippen dan bij de koppeling met negatieve begrippen, dan is de associatie met het merk van deze proefpersoon relatief positiever dan bij proefpersonen die sneller reageerden bij koppeling met negatieve begrippen. Om de data te kunnen analyseren is deze bewerkt. Allereerst is het gemiddeld aantal fouten per blok over twintig trials berekend. Uit een twee-factoren variantieanalyse (accuracy en onderzoek flow 2 ) blijkt dat er geen sprake was van een effect van sfeer in het fragment (onafhankelijke variabele) op het aantal fouten (afhankelijke variabele) in het positieve Jaguar blok en negatieve Jaguar blok (F (2, 99) = 0.14, p = n.s., η 2 = 0.003). De gemiddelde reactietijden van de proefpersonen zijn berekend op basis van de correcte responsen. De foute reacties met bijbehorende reactietijden per trial en per proefpersoon zijn uit het databestand verwijderd (Bluemke & Friese, 2008). Deze overgebleven reactietijden dienden als index voor de merkassociaties bij het merk Jaguar. Extreme snelle of langzame reactietijden (outliers) kunnen de resultaten vertekenen, daarom werden reactietijden sneller dan 300 milliseconden en langzamer dan 3000 milliseconden niet meegenomen in het onderzoek. De gemiddelde reactietijden werden bekend over de twintig items uit het positieve Jaguar blok en de twintig items uit het negatieve Jaguar blok. Er kon een verschilscore 2 De onderzoek flow is in deze analyse meegenomen als onafhankelijke variabele. Het directe effect en interactie effect van deze variabele op het merkimago is echter niet relevant voor de toetsing van de hypothesen van dit onderzoek. 23

24 worden berekend door de gemiddelde reactietijd in het positieve blok te verminderen met het negatieve blok. Hoe hoger de waarde van de verschilscore, des te sneller was de reactietijd in het negatieve blok en des te negatiever de associaties met het merk. Anderzijds hoe lager de waarde van de verschilscore, des te sneller de reactietijd in het positieve blok en des te positiever de associaties met het merk. Als er wordt gekeken naar de verschilscore 3 dan blijkt na uitvoering van een tweefactoren variantieanalyse (verschilscore reactietijden en onderzoek flow) dat er in tegenstelling tot de expliciete metingen geen sprake is van een significant effect. De verschilscore van reactietijden op de IAT (afhankelijke variabele) verschillen niet significant per sfeerfragment (onafhankelijke variabele) F (2, 99) = 0.66, p = n.s., η 2 = Er blijkt geen significant effect van de sfeer waarin merken worden geplaatst op het merkimago, impliciet gemeten door de IAT. Controle variabelen In het onderzoek is ook de attitude ten opzichte van brand placement als reclamemethode gemeten. Dit is onderzocht middels vier items. Proefpersonen konden op een Likert schaal van 1 tot en met 7 aangegeven in hoeverre zij brand placement als goed, leuk, interessant en plezierig beoordeelden. Uit een enkelvoudige variantieanalyse blijkt dat de sfeer binnen een televisieprogramma geen directe invloed heeft op de attitude ten opzichte van brand placement (F (2, 102) = 1.05, p = n.s., η 2 = 0.02). Er blijkt echter wel sprake van een significante correlatie tussen de attitude ten opzichte van brand placement en het expliciete merkimago van Jaguar (r = 0.23, p <.05). Als de attitude ten opzichte van brand placement als 3 Er zijn tevens verschilscores berekend voor tien trials (Jaguar + positief of Jaguar + negatief) en voor vijf trials (vijf Jaguar gerelateerde trials in het positieve blok en vijf in het negatief blok). Het resultatenpatroon komt echter overeen met dat van de volledige blokken. 24

25 covariaat wordt meegenomen in de variantieanalyse 4 (ANCOVA) blijft het significante hoofdeffect van sfeer op merkimago staan (F (2, 101) = 3.16, p <.05, η 2 = 0.06). Tevens blijkt er een significant hoofdeffect van de attitude ten opzichte van brand placement op het merkimago van Jaguar (F (1,101) = 4.77, p <.05, η 2 = 0.05). Als er naar de verschillen tussen de groepen wordt gekeken dan blijkt uit de Repeated Contrasts analyse (figuur 2) dat proefpersonen die zijn blootgesteld aan de positieve conditie een significant positievere attitude hebben ten opzichte van Jaguar dan de proefpersonen die het negatieve fragment hebben gezien (p <.05; Mpositief = 5.57, SD = 0.87; Mnegatief = 5.07, SD = 0.99). De negatieve groep heeft ook een significant negatievere attitude ten opzichte van Jaguar dan de neutrale groep (p =.05; M = 5.57, SD = 0.89). Het merkimago verschilt niet tussen blootstelling aan de positieve conditie of de neutrale conditie. Wat betreft de impliciete meetmethode blijkt dat er net als bij de expliciete meting sprake is van een significante correlatie tussen de attitude ten opzichte van brand placement en de impliciete merkassociaties bij Jaguar (r = 0.18, p =.06). Het gaat hier echter om een marginaal significant effect. Uit een meervoudige variantieanalyse (MANCOVA) blijkt echter geen significant verschil in de reactietijden op de IAT per sfeerfragment, als er wordt gecontroleerd voor de attitude ten opzichte van brand placement (hoofdeffect) F (2, 98) = 1.12, p = n.s., η 2 = Er blijkt uit de IAT dus geen significant verschil bij de sfeer in televisieprogramma s 4 De onderzoeksflow is in zowel de expliciete ANCOVA als in de MANCOVA analyse (paragraaf controle variabelen ) meegenomen als onafhankelijke variabele. Het directe effect en interactie effect van deze variabele op het merkimago is echter niet relevant voor de toetsing van de hypothesen van dit onderzoek. 25

26 wat betreft de merkassociaties, als er wordt gecontroleerd voor de attitude ten opzichte van Jaguar. Er is echter wel sprake van een significant hoofdeffect van attitude ten opzichte van brand placement op de reactietijden op de IAT (F (1, 98) = 5.95, p < 0.05, η 2 = 0.06). De merkassociaties ten opzichte van Jaguar verschillen dus significant wat betreft de attitude ten opzichte van brand placement. Twee maten, twee antwoorden. Aan de hand van resultaten van de expliciete metingen blijven de hypothesen slechts gedeeltelijk behouden. Het gaat hier om marginaal significante resultaten waardoor er enkel kan worden gesproken van een vermoedelijk effect van sfeer in een televisieprogramma op het imago van een geplaatst merk. Als er echter wordt gecontroleerd voor de attitude ten opzichte van brand placement (ANCOVA) is er wel sprake van significant resultaten. De sfeer bij brand placement is van invloed op het merkimago. Plaatsing van een merk in een televisieprogramma waarin een positieve sfeer rond het merk is gecreëerd zal het imago echter niet doen verbeteren ten opzichte van geen blootstelling, waardoor H1 dus wordt verworpen bij het expliciet gemeten imago. Een merk in een televisieprogramma met een negatieve sfeer zal het merkimago wel negatief beïnvloeden ten opzichte van geen blootstelling. H2 wordt dus wel aangenomen bij het expliciet gemeten imago. Als er niet naar de expliciete metingen maar naar de (automatische) impliciete merkassociaties wordt gekeken, dan worden de hypothesen niet aangenomen. Er blijkt uit de IAT geen verband tussen de sfeer in een televisieprogramma en de merkassociaties ten aanzien van Jaguar. H1 en H2 worden dus voor impliciet gemeten merkassociaties niet behouden. Antwoord op RQ1 is dat er sprake is van een verschil in resultaten wat betreft het effect van sfeer bij brand placement in expliciete en impliciete metingen. Aan de hand van expliciete metingen is er een effect geconstateerd van sfeer op merkimago maar middels impliciete metingen niet. 26

27 Discussie Het doel van dit onderzoek is inzicht geven in effecten van sfeer in televisieprogramma s, op het imago van geplaatste merken. Daarnaast worden de verschillen tussen expliciete onderzoeksmethoden en impliciete onderzoeksmethoden geëxploreerd. Hierbij wordt er antwoord gegeven op de volgende onderzoekvraag: In hoeverre is de sfeer van een televisieprogramma waarbinnen een merk of product wordt gepresenteerd van invloed op het merkimago? Als er naar de uitkomsten van de expliciete onderzoeksmethode wordt gekeken dan is er sprake is van een significant verband tussen de gecreëerde sfeer binnen een televisieprogramma en het merkimago. Er lijkt hier sprake van een spillover effect (Ahluwalia, Unnava & Burnkrant, 2001; Fishbein & Ajzen, 1981). De sfeer rond het merk in een programma kan namelijk overslaan op het merkimago. Een merk geplaatst in een positieve sfeer, wordt als positief ervaren maar zal het merkimago niet direct doen verbeteren ten opzichte van mensen die niet zijn blootgesteld. Als de sfeer rond het merk in het programma echter negatief is, dan heeft dat wel een negatieve invloed op het merkimago. Het merkimago is in dat geval ook negatiever dan bij mensen die zijn blootgesteld aan het positieve fragment. Als er echter naar de uitkomsten van de Impliciete Associatie Test (IAT) wordt gekeken dan blijkt er helemaal geen sprake van een verband tussen sfeer en het imago van het geplaatste merk. Het maakt in dat geval niet uit op welke manier een merk in het programma wordt getoond, de sfeer in het programma slaat niet over op het merkimago zoals gemeten met een IAT. De uitkomsten van de expliciete onderzoeksmethoden en de impliciete onderzoeksmethoden verschillen enorm. Interpretatie van de resultaten wordt daardoor bemoeilijkt. Deze kunnen namelijk op twee manieren worden geïnterpreteerd. De eerste is dat er zoals voorspeld, sprake is van een verband tussen de sfeer bij brand placement en het 27

28 merkimago. In dat geval is de sfeer in een programma van invloed op het imago. Een expliciete maat geeft in dit geval een goed beeld van het effect, een effect dat is niet getraceerd door de toegepaste IAT. De toegepaste IAT blijkt uit eerder onderzoek een geschikte methode om automatische associaties te meten. Deze methode wordt echter veelal toegepast om bestaande associaties te meten, bijvoorbeeld een attitude ten opzichte van huidskleur en stereotypen (Gawronksi, 2009; Greenwald, McGhee & Schwartz, 1998). Het lijkt erop dat IAT voornamelijk bij diepgewortelde attitudes een effectieve onderzoekmethode is. Bij dit onderzoek is er echter voorafgaand aan het onderzoek gepoogd een associatieverandering te realiseren middels een manipulatie. Mogelijk heeft deze manipulatie een te bewust (nieuw) effect gecreëerd doordat de manipulatie te expliciet van aard (herinnering was bijna 100%) en is daardoor het effect niet door de IAT gedetecteerd. Een andere impliciete methode, waarbij er net als bij dit onderzoek wordt gepoogd attitudeverandering te realiseren middels manipulatie, geeft wellicht beter inzicht in een eventueel impliciet effect van de sfeer op imago bij brand placement. Mogelijk dat onderzoek middels associative self-anchoring beter inzicht geeft. Hierbij wordt er van uitgegaan dat op het moment dat mensen een product ervaren als hun eigendom, zij dit product impliciet associëren met zichzelf. Mensen hebben voornamelijk positieve evaluaties van zichzelf en daarmee dus positieve associaties ten aanzien van het product. Op basis van de keuze voor een bepaald product kunnen de impliciete associaties met het merk worden gemeten. Deze keuze kan mogelijk worden gemanipuleerd door sfeer bij brand placement waardoor het effect van sfeer op het merkimago kan worden gemeten (Gawronksi, Bodenhausen & Becker, 2007; Gawronksi & LeBel, 2008). Hier zal verder onderzoek naar moeten worden gedaan. Een andere mogelijkheid is dat er in tegenstelling tot uitkomsten uit dit onderzoek geen sprake is van een verband tussen sfeer en het merkimago bij brand placement. Het gebruik van expliciete maten heeft weliswaar wel geleid tot de vondst van een verband tussen de sfeer 28

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Logo s spelen een cruciale rol in de marketing communicatie en bij besluitvorming van consumenten: 70% van alle aankoopbeslissingen wordt namelijk in de winkel zelf gedaan

Nadere informatie

Product placement: Revealed

Product placement: Revealed Product placement: Revealed Onderzoek naar de invloed van product placement op merkherinnering en merkattitude Rôchelle Renfurm 5601525 Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Afstudeerseminar:

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

De invloed van valentie van de scène en vermakelijkheid van. het filmgenre op de impliciete en expliciete attitude ten

De invloed van valentie van de scène en vermakelijkheid van. het filmgenre op de impliciete en expliciete attitude ten De invloed van valentie van de scène en vermakelijkheid van het filmgenre op de impliciete en expliciete attitude ten opzichte van het merk bij brand placement. Master Thesis Naam: Myriam van Oosten Studentnummer:

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie 2015 De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorwerkstuk Student: Chiel Nibbeling Studentnummer: S4516095 E-mail: c.nibbeling@student.ru.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Let op! Dit programma bevat brand placement!

Let op! Dit programma bevat brand placement! Let op! Dit programma bevat brand placement! Een onderzoek naar de invloed van programmabetrokkenheid op de effectiviteit van waarschuwingen voor brand placement. Masterthesis Communicatiewetenschap Naam:

Nadere informatie

Sociolinguïstiek en sociale psychologie:

Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Nieuwe methodes voor attitudemeting Laura Rosseel, Dirk Geeraerts, Dirk Speelman OG Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek Inleiding sinds de jaren 1960

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE

HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE 1 INTRODUCTIE H:2 Waaraan kun je een effectieve merkenpositionering herkennen? Wat zijn de bronnen van klantgerichte merkmeerwaarde en welke effecten of voordelen

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorscriptie Sleutelwoorden: zelfcontrole, brand placement disclosures, merkevaluatie, persuasion knowledge,

Nadere informatie

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Auteur: Kars Tiecken Studentnummer: s4518209 E-mailadres: k.tiecken@student.ru.nl

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures

De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures Bachelorwerkstuk De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures Lauret Gerner s4219910 lauret.gerner@student.ru.nl 1 juni 2015 Begeleider: Dr. Loes Janssen Samenvatting Sinds

Nadere informatie

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt.

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt. Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er expliciet en impliciet van vindt. Onderzoek naar de invloed van customer magazines, digitaal versus print, op de impliciete en expliciete

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet?

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Een onderzoek naar de invloed van product placement disclosures op de merkevaluatie bij mensen met veel of weinig zelfcontrole Madeleine

Nadere informatie

Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding?

Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding? Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding? Het effect van beeldmerkprominentie op attitude en gedragsintentie door persuasion knowledge en transportatie in narratieve audiovisuele reclame Suzanne

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Een onderzoek naar het effect van affectieve betrokkenheid en product placement op de attitude ten aanzien van het programma.

Een onderzoek naar het effect van affectieve betrokkenheid en product placement op de attitude ten aanzien van het programma. Een onderzoek naar het effect van affectieve betrokkenheid en product placement op de attitude ten aanzien van het programma. Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Master

Nadere informatie

Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op. kijkersresponsen

Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op. kijkersresponsen Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op kijkersresponsen 24 juni 2016 Charlotte Kapeczuk (11077417) Masterscriptie Graduate School of Communication

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Team Mirror. Handleiding Team Mirror Rapport. Vertrouwelijk document uitgegeven door

Team Mirror. Handleiding Team Mirror Rapport. Vertrouwelijk document uitgegeven door Team Mirror Handleiding Team Mirror Rapport Vertrouwelijk document uitgegeven door www.unicorngroup.be Met deze handleiding geven we je als facilitator de nodige achtergrond om de resultaten van het Team

Nadere informatie

De ewom intenties van consumenten

De ewom intenties van consumenten De ewom intenties van consumenten Een experiment naar de verschillen in waarschuwingstijden bij een muziekvideo met product placement op de electronic word-of-mouth intenties van consumenten. En welke

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Richtlijnen effectieve OOH campagnes

Richtlijnen effectieve OOH campagnes Gebaseerd op 135+ Brand Lift studies Richtlijnen effectieve OOH campagnes Voorwoord In 2016 zijn de onderzoeksresultaten van 136 Out-of-Home campagnes geanalyseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

8. Nederlandse Samenvatting

8. Nederlandse Samenvatting 8. Nederlandse Samenvatting 164 Chapter 8: Nederlandse Samenvatting Marketeers hebben over het algemeen veel moeite met het verdedigen van de marketinguitgaven, ze ontbreken de kunde of de wil om de impact

Nadere informatie

Logo s en slogans: evaluatie van compleetheid in verschillende culturen.

Logo s en slogans: evaluatie van compleetheid in verschillende culturen. Logo s en slogans: evaluatie van compleetheid in verschillende culturen. Auteur: Bryan Bongers (s4189418) Telefoon: 0648496263 E-mail: b.a.m.bongers@hotmail.com Onderzoeksinstituut: Taal en Maatschappij

Nadere informatie

Logo s: Herkenbaarheid en Attitude ten opzichte van logo s met een complete of incomplete slogan. Bachelorscriptie

Logo s: Herkenbaarheid en Attitude ten opzichte van logo s met een complete of incomplete slogan. Bachelorscriptie Logo s: Herkenbaarheid en Attitude ten opzichte van logo s met een complete of incomplete slogan. Bachelorscriptie Auteur Onderzoeksinstituut Begeleider Onderzoeksschool Mick van Dalen s4074424 mick.van.dalen@student.ru.nl

Nadere informatie

Masterscriptie. LET OP! Dit programma bevat Product Placement

Masterscriptie. LET OP! Dit programma bevat Product Placement Masterscriptie LET OP! Dit programma bevat Product Placement Onderzoek naar de rol van zelfcontrole bij het effect van disclosures op de persuasion knowledge en de merkevaluatie van kijkers Naam: Studentnummer:

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren SAMENVATTING Op de Intensive Care (IC) worden fouten gemaakt, sommige met ernstige gevolgen voor de patiënt. Er is steeds meer bewijs dat deze fouten kunnen worden vermeden, of de gevolgen er van af te

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Ariane Cuenen Kris Brijs Tom Brijs Karin van Vlierden Stijn Daniëls Overzicht 1. Inleiding Programma

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Question 6 Multiple Choice

Question 6 Multiple Choice Question 1 Multiple Choice Het onderzoek van Strack e.a. (1988) waarin mensen op verschillende manieren een pen vasthielden terwijl ze cartoons beoordeelden toont aan dat: Question 2 Multiple Choice mensen

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN Een kwantitatief onderzoek onder jongeren in opdracht van het Interprovinciaal Overleg JEROEN HERMANS KJELL MASSEN AMSTERDAM, JULI 2017

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

jean mineur mediavision

jean mineur mediavision jean mineur mediavision achtergrond Jean Mineur Mediavision exploiteert bioscoopreclame voor 75 bioscopen in Nederland. In de bioscoop zorgt het overweldigende beeld en geluid ervoor dat adverteerders

Nadere informatie

Dit programma bevat product placement!

Dit programma bevat product placement! Dit programma bevat product placement! De rol van zelfcontrole bij het effect van product placement disclosures op de evaluatie van het geplaatste merk Cursus: Cursuscode: Student: Studentnummer: Mail:

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent.

Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent. Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent. Laura Schutte MS303B Vloggen lijkt erg makkelijk. Je filmt je dagelijkse leven en je deelt dit op internet, met name op YouTube.

Nadere informatie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens Onderzoek naar niewe medicijnen duurt jaren en doorloopt een aantal verschillende stadia. Tenslotte worden de medicijnen op mensen getest in klinische trials. Bij stap 1 wordt de veiligheid getest op gezonde

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Onderzoek in opdracht van VWS December 2017 244108113 Inhoud 1 Inleiding 01 2 Belangrijkste resultaten en samenvatting 07 3 In

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie