GRIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 20 :
|
|
- Anneleen ten Hart
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 RIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 20 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 20 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t. IFIITIVUS PRESETIS CTIVI los te maken (et c.) IMPERTIVUS PRESETIS CTIVI maak los (et c.) IICTIVUS IMPERFECTI CTIVI ik maakte los (et c.) o.v.t. IICTIVUS ORISTI CTIVI ik maakte los (et c.) o.v.t. IFIITIVUS ORISTI CTIVI los te maken/ losgemaakt te hebben (et c.) IMPERTIVUS ORISTI CTIVI maak los (et c.) luvw luvei~ luvei luvomen luvete luvousi(n) poiw` poiei`~ poiei~ poiou`men poiei`te poiou`si(n) eijmiv eij` ejstiv(n) ejsmevn estev eijsiv(n) luvein poieiǹ eij`nai luè luvete ejvluon ejvlue~ ejvlue ejluvomen ejluvete ejvluon e[lusa e[lusa~ e[luse(n) ejluvsamen ejluvsate e[lusan lu`sai lu`son luvsate poivei poiei`te ejpoivoun ejpoivei~ ejpoivei ejpoiou`men ejpoiei`te ejpoivoun ejpoihvsa ejpoihvsa~ ejpoihvse(n) ejpoihvsamen ejpoihvsate ejpoihvsan poihvsai poihvson poihvsate ijvsqi ejvste hj`(n) hj`sqa hjǹ hj`men hj`te hj`san praesens = stam + uitgang imperfectum = augment + stam + uitgang Sigmatische aoristus = (augment) + stam + sigma + uitgang
2 IICTIVUS ORISTI CTIVI ik pakte (et c.) o.v.t. IFIITIVUS ORISTI CTIVI te pakken / gepakt te hebben (et c.) IMPERTIVUS ORISTI CTIVI e[labon e[labe~ e[labe(n) ejlavbomen ejlavbete e[labon labei`n labev lavbete pak (et c.) WERKWOOR luvomai poievomai duvnamai PRESESSTM luv- poie- duvna- IICTIVUS PRESETIS MEII ik maak me los (et c.) o.t.t. IFIITIVUS PRESETIS MEII zich los te maken (et c.) IMPERTIVUS PRESETIS MEII maak je los (et c.) IICTIVUS IMPERFECTI MEII ik maakte me los (et c.) o.v.t. IICTIVUS ORISTI MEII ik maakte me los (et c.) o.v.t. luvomai luvei luvetai luovmeqa luvesqe luvontai poiou`mai poiei` poiei`tai poiouvmeqa poiei`sqe poiouvntai duvnamai duvnasai duvnatai dunavmeqa duvnasqe duvnantai luvesqai poiei`sqai duvnasqai luvou luvesqe ejluovmhn ejluvou ejluveto ejluovmeqa ejluvesqe ejluvonto ejlusavmhn ejluvsw ejluvsato ejlusavmeqa ejlusavsqe ejluvsanto poiou` poiei`sqe ejpoiou`mhn ejpoiou` ejpoiei`to ejpoiouvmeqa ejpoiei`sqe ejpoiouǹto ejpoihsavmhn ejpoihvsw ejpoihvsato ejpoihsavmeqa ejpoihsavsqe ejpoihvsanto duvnaso duvnasqe ejdunavmhn ejduvnaso ejduvnato ejdunavmeqa ejduvnasqe ejduvnanto Thematische aoristus = (onregelmatige) aoristusstam + uitgang praesens = stam + primaire mediumuitgang imperfectum = stam + secundaire mediumuitgang Sigmatische aoristus = (augment) + stam + sigma + uitgang
3 IFIITIVUS ORISTI MEII zich los te maken / zich losgemaakt te hebben (et c.) IMPERTIVUS ORISTI MEII maak je los (et c.) IICTIVUS ORISTI MEII ik pakte me (et c.) o.v.t. IFIITIVUS ORISTI MEII zich te pakken / zich gepakt te hebben (et c.) IMPERTIVUS ORISTI MEI pak je (et c.) luvsasqai lu`sai luvsasqe ejlabovmhn ejlavbou ejlavbeto ejlabovmeqa ejlavbesqe ejlavbonto labevsqai labou` lavbesqe poihvsasqai poihvsai poihvsasqe ejgenovmhn ejgevnou ejgevneto ejgenovmeqa ejgevnesqe ejgevnonto genevsqai genou` gevnesqe Thematische aoristus = (onregelmatige) aoristusstam + uitgang
4 lle werkwoorden, die in de woordenlijst op evw eindigen, gaan als poievw; e vorm poievw komt overigens niet in de teksten voor: in een tekst is de 1 e persoon e.v. altijd poiw`. lle andere werkwoorden (die in de woordenlijst alleen op w eindigen) gaan als luvw. lle woorden, die in de woordenlijst op omai eindigen, gaan als luvomai; we noemen deze werkwoorden thematische werkwoorden, omdat er tussen de stam en de eigenlijke uitgang mai een themavocaal (e of o) staat. (Vanaf hoofdstuk 18 geeft Pallas als voorbeeld van het medium niet meer de deponentia bouvlomai en ajfiknevomai, maar de mediumvormen van luvomai resp. poievomai). lle werkwoorden, die in de woordenlijst op eomai eindigen, gaan als poievvomai; de vorm poievomai komt overigens niet in de teksten voor: in een tekst is de 1 e persoon e.v. altijd poiou`mai; we noemen deze werkwoorden thematische werkwoorden, omdat er tussen de stam en de eigenlijke uitgang mai een themavocaal (e of o) staat. lle werkwoorden,die in de woordenlijst op (andere letter)mai eindigen, gaan als duvnamai; we noemen deze werkwoorden athematische werkwoorden, omdat er tussen de stam en de uitgang mai géén themavocaal staat. Bij het medium gebruiken we voor alle tegenwoordige tijden (tot nu toe alleen het praesens) de zgn. primaire medium-uitgangen: -mai, -sai, -tai, -meqa, -sqe, -ntai. Bij het medium gebruiken we voor alle verleden tijden (tot nu toe alleen het imperfectum en de aoristus) de zgn. secundaire medium-uitgangen: -mhn, -so, -to, -meqa, -sqe, -nto. e werkwoorden, die in het rieks medium zijn (dus alle werkwoorden die in de woordenlijst op mai eindigen), maar in het ederlands actief vertaald worden, heten deponéntia (enkelvoud: depónens; in Pallas wordt de term medium tantum gebruikt). Betekenis van het medium (luvomai) : 1 (Wederkerend of direct reflexief medium) : zich losmaken Intransitief : ejgeivrw = wakker maken, ejgeivromai = wakker worden (zonder lijdend voorwerp) ; faivnw = tonen, zichtbaar maken, faivnomai = verschijnen, zichtbaar worden (zonder lijdend voorwerp). 2 (Belanghebbend of indirect reflexief medium) : voor zich / ten behoeve van zichzelf losmaken 3 (Causatief medium) : laten losmaken 4 (-) : uit eigen middelen losmaken, op eigen kracht losmaken 5 (Passivum) : losgemaakt worden..b. : deze aparte betekenissen hebben alleen de werkwoorden, die ook actief voorkomen; deponentia vertalen we actief: bouvlomai = willen. (.B. e passieve betekenis van het medium komt alleen voor in praesens en imperfectum; de aoristus heeft nl. nog een apart rijtje passivum). Het werkwoord eijmiv is onregelmatig. ls het onderwerp onzijdig meervoud is, staat het werkwoord in het enkelvoud: ta; tevkna luvei.
5 Bij een imperativus is de ontkenning niet ouj, oujk of oujc, maar mhv. Het augment staat altijd vóór de stam van het werkwoord: als een werkwoord dus met een voorzetsel begint (een zgn. samengesteld werkwoord), staat het augment achter dat voorzetsel: eijsbaivnw, impf. wordt eijsevbainon ; als dat voorzetsel op een klinker eindigt, valt die slotklinker weg: katabaivnw, impf. wordt katevbainon, behalve bij de voorzetsels peri- en pro- : peribaivnw, impf. wordt perievbainon ; probaivnw, impf. wordt proujvbainon. ls een werkwoord met een klinker begint, wordt deze klinker met het augment samengevoegd (verlengd) tot : a-, e-, h- (+ e-) wordt h- : ajkouvw, impf. wordt hjvkouon. o-, w- (+ e-) wordt w- : ojmologevw, impf. wordt wjmolovgoun. i- (+ e-) blijft i- : ijketeuvw, impf. wordt ijkevteuon. u- (+ e-) blijft u- : ujbrivzw, impf. wordt ujvbrizon. Een uitzondering is het werkwoord ejvcw: impf. eij`con. e sigmatische aoristus heeft als kenletter de sigma. Woorden, waarvan de stam (= 1 e persoon e.v. min de letter w) op een van de volgende letters eindigt, ondergaan enkele wijzigingen in de aoristus: -b, -p, -f, pt worden y bijv. : tuvptw (stam tuvpt), aor. e[tuya + s -g, -k, -c, tt worden x bijv. : diwvkw (stam diwvk), aor. ejdivwxa + s -d, -t, -q, z worden s bijv. : nomivzw (stam nomivz), aor. ejnovmisa + s -e + s wordt hs bijv. : poievw (stam poie), aor. ejpoihvsa Uitz. 1: kalevw (stam kale), aor. ejkalevsa; Uitz. 2: dokevw (stam doke), aor. ejdovxa e thematische aoristus heeft als kenmerk een aparte, onregelmatige aoristusstam, die je apart moet leren, zoals de onregelmatige werkwoorden in het ederlands. chter die aoristusstam komen uitgangen die gelijk zijn aan die van het imperfectum. (oor die andere aoristusstam kun je aoristus en imperfectum niet met elkaar verwarren)
6 e thematische aoristi die je tot nu toe moet kennen, zijn: praesens aoristus (1 e.v.) aoristusstam vertaling a[gw h[gagon ajgag- brengen, leiden aijrevw ei lon ejl- (in)nemen ajpoqnh/vskw ajpevqanon (ajpo)qan- sterven ajpofeuvgw ajpevfugon (ajpo)fug- wegvluchten ejntugcavnw ejnevtucon (ejn)tuc- ontmoeten, tegenkomen e[rcomai h\lqon ejlq- gaan, komen e[cw e[scon sc- hebben (aor. kreeg) lambavnw e[labon lab- nemen, (vast)pakken levgw ei\pon eijp- zeggen, spreken ojravw ei\don ijd- zien pivnw e[pion pi- drinken prosevrcomai prosh`lqon (pros)elq- gaan naar tugcavnw e[tucon tuc- treffen; krijgen ujpolambavnw ujpevlabon (ujpo)lab- antwoorden feuvgw e[fugon fug- vluchten aijsqavnomai hj/sqovmhn aijsq- (be)merken, waarnemen ajpovllumai ajpwlovmhn (ajp)ol- omkomen, sterven ajfiknevomai ajfikovmhn (ajf)ik- aankomen givgnomai ejgevnomhn gen- (geboren) worden, ontstaan; gebeuren ejrwtavw hjrovmhn ejr- vragen punqavnomai ejpuqovmhn puq- informeren, vragen (aor. vernemen) lleen de indicativus van de aoristus heeft een augment; de indicativus aoristi vertalen we dus als een verleden tijd: e[lusa = ik maakte los. e infinitivus van de aoristus heeft dus geen augment en vertalen we dus meestal als een tegenwoordige tijd: lu`sai = los te maken (in een.c.i. is de inf. aor. echter altijd voortijdig, en dus vertalen we hem daar met losgemaakt heeft/hebben ). Ook de imperativus van de aoristus heeft geen augment en vertalen we dus altijd als een tegenwoordige tijd: lu`son = maak los (qua vertaling is er dus geen verschil met imp. pr. luve). In een verhaal, dat zich in het verleden afspeelt, wordt soms een praesens-vorm gebruikt, om het verhaal te verlevendigen. Zo n praesens-vorm heet dan praesens dramaticum, praesens historicum of ooggetuige-praesens ; zo n vorm mag je naar keuze vertalen met een o.t.t. of een o.v.t. e aoristus heeft twee aspecten:
7 o Een korte, afgesloten handeling in het verleden (zoals het Latijnse perfectum; zowel in het Latijn als in het rieks geeft het imperfectum een langdurige, nog niet afgesloten handeling weer); o Het beginpunt van een handeling: basileuvw = ik ben koning ; ejbasileuvsa = ik werd koning. In een.c.i.-constructie (=ccusativus cum Infinitivo; in het ederlands een bijzin die met het voegwoord dat begint), is de infinitivus praesentis altijd gelijktijdig aan het hoofdwerkwoord: ivgnwskw to;n a[nqrwpon a[grion ei\nai : ik besef dat de man wild is. jegivgnwskon to n a[nqrwpon a[grion ei\nai : ik besefte dat de man wild was. In een.c.i.-constructie (=ccusativus cum Infinitivo; in het ederlands een bijzin die met het voegwoord dat begint), is de infinitivus aoristi altijd vóórtijdig aan het hoofdwerkwoord: ivgnwskw to;n a[nqrwpon Kirkhn lu`sai : ik besef dat de man Kirke heeft losgemaakt. jegivgnwskon to;n a[nqrwpon Kirkhn lu`sai : ik besefte dat de man Kirke had losgemaakt.
8 Zelfstandig naamwoord : 1 e declinatie (=a/h-groep) : hj mavch hj cwvra hj qavlatta th`~ mavch~ th`~ cwvra~ th`~ qalavtth~ th`/ mavch/ th`/ cwvra/ th`/ qalavtth/ th;n mavchn th;n cwvran th;n qavlattan aij mavcai twǹ macw`n tai`~ mavcai~ ta;~ mavca~ aij cw`rai twǹ cwrw`n tai`~ cwvrai~ ta;~ cwvra~ aij qavlattai tw`n qalattw`n tai`~ qalavttai~ ta;~ qalavtta~ oj despovth~ tou` despovtou tw`/ despovth/ to;n despovthn oij despovtai tw`n despotw`n toi`~ despovtai~ tou;~ despovta~ e woorden op h, waar in de woordenlijst geen genitivus bij staat, zijn vrouwelijk en worden vervoegd als mavch. e woorden op a, waar in de woordenlijst geen genitivus bij staat, zijn vrouwelijk. e woorden, waarvan de stam (=nom. e.v. minus a) eindigt op een -e, een i of een r, worden vervoegd als cwvra. e woorden, waarvan de stam (=nom. e.v. minus a) eindigt op een andere letter dan e, -i of r, worden vervoegd als qavlatta. lle woorden op h~, waar in de woordenlijst geen genitivus bij staat, zijn mannelijk en worden vervoegd als despovth~. Kenmerk van de dativus enkelvoud is de iota subscriptum. lle genitivi meervoud gaan uit op wn.
9 Zelfstandig naamwoord : 2 e declinatie (=o-groep) : oj dou`lo~ oj nou`~ to; qhrivon tou` douvlou tou` nou` tou` qhrivou tw`/ douvlw/ tw`/ nw`/ tw`/ qhrivw/ to;n dou`lon to;n nouǹ to; qhrivon oij dou`loi oij noi` ta; qhriva twǹ douvlwn twǹ nw`n twǹ qhrivwn toi`~ douvloi~ toi`~ noi`~ toi`~ qhrivoi~ tou;~ douvlou~ tou;~ nou`~ ta; qhriva e woorden op o~, waar in de woordenlijst geen genitivus bij staat, zijn meestal mannelijk en worden vervoegd als dou`lo~. Enkele woorden op o~, waar in de woordenlijst geen genitivus bij staat, zijn vrouwelijk (parqevno~: meisje, nh`so~: eiland, alle namen van eilanden op o~, enz.): zij worden ook vervoegd als dou`lo~, maar hebben uiteraard een vrouwelijk lidwoord. e woorden op ou~, waar in de woordenlijst geen genitivus bij staat, hebben een afwijkende nominativus en accusativus enkelvoud. lle woorden op on, waar in de woordenlijst geen genitivus bij staat, zijn onzijdig. Bij onzijdige woorden geldt altijd, dat nominativus = accusativus. Bij onzijdige woorden geldt altijd, dat nominativus en accusativus meervoud uitgaan op een a. Kenmerk van de dativus enkelvoud is de iota subscriptum. lle genitivi meervoud gaan uit op wn.
10 Zelfstandig naamwoord : 3 e declinatie (=medeklinkergroep) : oj swth;r to; sw`ma to; e[qno~ oj Swkravth~ tou` swth`ro~ tou` swvmato~ tou` e[qnou~ tou` Swkravtou~ tw`/ swth`ri tw`/ swvmati tw/` e[qnei tw/` Swkravtei to;n swth`ra to; sw`ma to; e[qno~ to;n Swkravth oij swth`re~ twǹ swthvrwn toi`~ swth`rsi(n) tou;~ swth`ra~ hj povli~ th`~ povlew~ th/` povlei th;n povlin aij povlei~ twǹ povlewn tai`~ povlesi(n) ta;~ povlei~ ta; swvmata twǹ swmavtwn toi`~ swvmasi(n) ta; swvmata oj basileuv~ tou` basilevw~ tw/` basilei` to;n basileva oij basilei`~ twǹ basilevwn toi`~ basileu`si(n) tou;~ basileva~ ta; e[qnh twǹ ejqnw`n toi`~ e[qnesi(n) ta e[qnh oj ijcqu`~ tou` ijcquvo~ tw/` ijcquvi> to;n ijcquǹ oij ijcquve~ tw;n ijcquvwn toi`~ ijcquvsi(n) tou;~ ijcqu`~ voc.: (w\) Swvkrate~ hj nau`~ th`~ newv~ th/` nhi>v th;n nauǹ aij nh`e~ twǹ newǹ tai`~ nausiv(n) ta;~ nau`~ oj Zeuv~ tou` iov~ tw/` iiv to;n iva voc.: (w\) Zeu` et als bij de 3e declinatie (=medeklinkergroep) in het Latijn, moet je van deze woorden de genitivus e.v. leren; de stam van het woord vind je door -o~ van de genitivus e.v. af te halen: swthr-, swmat-. Mannelijke en vrouwelijke woorden hebben dezelfde verbuiging. lle woorden op ma zijn onzijdig, hebben dezelfde stam en worden hetzelfde vervoegd als sw`ma. Ook hier geldt bij onzijdige woorden: nominativus = accusativus èn nom. en acc. m.v. eindigen op a. Woorden, waarvan de stam op een van de volgende letters eindigt, ondergaan enkele wijzigingen in de dativus meervoud: -b, -p, -f + - si(n) worden yi(n) bijv. : *Kuvklwp-si(n) wordt Kuvklwyi(n) (bij Kuvklwy) -g, -k, -c + - si(n) worden xi(n) bijv. : *gunaik-siv(n) wordt gunaixiv(n) (bij gunh;) -d, -t, -q + - si(n) worden si(n) bijv. : *swvmat-si(n) wordt swvmasi(n) (bij sw`ma) -n + -si(n) worden si(n) bijv. : *hjgemovn-si(n) wordt hjgemovsi(n) (bij hjgemwvn) -nt + -si(n) worden si(n), maar: de stam wordt verlengd! bijv. : *levont-si(n) wordt levousi(n) (bij levwn) bijv. : *pavnt-si(n) wordt pa`si(n) (bij pavnte~) (de verlengde stam is niet te zien, alleen te horen). e woorden pathvr (gen. patrov~), mhvthr (gen. mhtrov~), ajnhvr (gen. ajndrov~) en qugavthr (gen. qugatrov~) hebben een dativus m.v. op asi(n) : patravsi(n), mhtravsi(n), ajndravsi(n) resp. qugatravsi(n).
11 lle onzijdige woorden op -o~ (gen. -ou~) gaan als to; e[qno~ (niet te verwarren met mannelijke en vrouwelijke woorden op -o~, die gaan nl. als oj dou`lo~). eze onzijdige woorden op -o~ hebben als enige zelfstandige naamwoorden in het rieks een nominativus en accusativus meervoud op -h i.p.v. de gebruikelijke -a. Oorspronkelijk was de uitgang overigens -ea, hetgeen samengetrokken is tot -h. lle mannelijke eigennamen op -h~ gaan als oj Swkravth~ en hebben een aparte vocativus. (iet te verwarren met mannelijke zelfstandige naamwoorden op -h~, want die gaan als vanouds als oj despovth~). fgezien van de stam (i-) is er niets onregelmatigs aan de vervoeging van Zeuv~. lle (vrouwelijke) zelfstandige naamwoorden op -i~ gaan als hj povli~; hun stam eindigt afwisselend op een i- en een e-, hetgeen enkele eigenaardigheden in de vervoeging met zich meebrengt. lle zelfstandige naamwoorden op -eu~ gaan als oj basileuv~; hun stam eindigt afwisselend op een eu- en een e-, hetgeen enkele eigenaardigheden in de vervoeging met zich meebrengt. eze woorden zijn altijd mannelijk en duiden altijd een beroep aan; ook eigennamen op -eu~ horen in deze groep thuis. lle zelfstandige naamwoorden op -u~ gaan als oj ijcqu`~; hun stam eindigt op een u-. In deze groep komen zowel mannelijke als vrouwelijke woorden voor. e vervoeging van het woord hj nau`~ is onregelmatig. e zelfstandige naamwoorden, waarvoor in de woordenlijst het lidwoord hj staat, zijn altijd vrouwelijk (alle woorden op a en h van de 1 e declinatie, sommige woorden op o~ van de 2 e declinatie en veel woorden van de 3 e declinatie). e zelfstandige naamwoorden, waarvoor in de woordenlijst het lidwoord oj staat, zijn altijd mannelijk (alle woorden op h~ van de 1 e declinatie, de meeste woorden op o~ (en ou~) van de 2 e declinatie en veel woorden van de 3 e declinatie). e zelfstandige naamwoorden, waarvoor in de woordenlijst het lidwoord to; staat, zijn altijd onzijdig (alle woorden op on van de 2 e declinatie en alle woorden op ma van de 3 e declinatie).
12 Bijvoeglijk naamwoord : 1 e /2 e declinatie (=-o~, -h/a, -on-groep) : m. v. o. m. v. o. deinov~ deinh` deinovn makrov~ makrav makrovn deinou` deinh`~ deinou` makrou` makra`~ makrou` deinw`/ deinh`/ deinw`/ makrw`/ makra`/ makrw`/ deinovn deinhvn deinovn makrovn makravn makrovn deinoiv deinwǹ deinoi`~ deinouv~ deinai` deinwǹ deinai`~ deinav~ deinav deinwǹ deinai`~ deinav makroiv makrwǹ makroi`~ makrouv~ makraiv makrwǹ makrai`~ makrav~ makrav makrwǹ makroi`~ makrav e bijvoeglijke naamwoorden, waarvan de stam (=nom. e.v. minus o~) eindigt op een e, een i of een r, worden vervoegd als makrov~. (dus: vrouwelijk op a). e bijvoeglijke naamwoorden, waarvan de stam (= nom. e.v. minus o~) eindigt op een andere letter dan e, -i of r, worden vervoegd als deino`~. (dus: vrouwelijk op h). Ook ajvllo~ wordt vervoegd als deinov~, maar de nom./acc. e.v. is ajvllo. Een onregelmatige nom./acc. m. en o. hebben mevga~ (stam megal-) en poluv~ (stam poll-) : m. v. o. m. v. o. mevga~ megavlou megavlw/ mevgan megavloi megavlwn megavloi~ megavlou~ megavlh megavlh~ megavlh/ megavlhn megavlai megavlwn megavlai~ megavla~ mevga megavlou megavlw/ mevga megavla megavlwn megavloi~ megavla poluv~ pollou` pollw`/ poluvn polloiv pollwǹ polloi`~ pollouv~ pollhv pollh`~ pollh`/ pollhvn pollaiv pollwǹ pollai`~ pollav~ lle andere naamvallen dan nom/acc. m. en o. gaan als die van deinov~. Bijvoeglijk naamwoord : 3 e declinatie (=pa`~-groep; 3 uitgangen) : m. v. o. pa`~ pa`sa pa`n pantov~ pavsh~ pantov~ pantiv pavsh/ pantiv pavnta pa`san pa`n poluv pollou` pollw`/ poluv pollav pollwǹ polloi`~ pollav pavnte~ pavntwn pa`si(n) pavnta~ pa`sai paswǹ pavsai~ pavsa~ pavnta pavntwn pa`si(n) pavnta e vrouwelijke vormen van dit bijvoeglijk naamwoord gaan als qavlatta.
13 Bijvoeglijk naamwoord : 3 e declinatie (=hjduv~-groep; 3 uitgangen) : m. v. o. hjduv~ hjdei`a hjduv hjdevo~ hjdeiva~ hjdevo~ hjdei` hjdeiva/ hjdei` hjduvn hjdei`an hjduv hjdei`~ hjdevwn hjdevsi(n) hjdei`~ hjdei`ai hjdeiw`n hjdeivai~ hjdeiva~ hjdeva hjdevwn hjdevsi(n) hjdeva e vrouwelijke vormen van dit bijvoeglijk naamwoord gaan als makrav. Bijvoeglijk naamwoord : 3 e declinatie (=yeudh`~-groep en swvfrwn-groep; 2 uitgangen) : m./v. o. m./v. o. yeudhv~ yeudev~ swvfrwn sw`fron yeudou`~ yeudou`~ swvfrono~ swvfrono~ yeudei` yeudei` swvfroni swvfroni yeudh` yeudev~ swvfrona sw`fron yeudei`~ yeudw`n yeudevsi(n) yeudei`~ yeudh` yeudw`n yeudevsi(n) yeudh` swvfrone~ swfrovnwn swvfrosi(n) swvfrona~ swvfrona swfrovnwn swvfrosi(n) swvfrona e vervoeging van alle bijvoeglijke naamwoorden op -h~ (gen. -ou~) vertoont dezelfde eigenaardigheden als die van het zelfstandig naamwoord to; e[qno~ (dus ook hier bij wijze van uitzondering: nom./acc. m.v. onz. op -h); de bijvoeglijke naamwoorden uit deze groep hebben maar 2 uitgangen: een voor mannelijk èn vrouwelijk, een voor onzijdig. Ook alle bijvoeglijke naamwoorden op -wn (gen. -ono~) hebben maar 2 uitgangen: een voor mannelijk èn vrouwelijk, een voor onzijdig; de uitgangen zijn hetzelfde als die van het zelfstandig naamwoord oj swthvr. Een bijvoeglijk naamwoord staat òf voor òf achter het zelfstandig naamwoord; in het laatste geval word het lidwoord herhaald: oj deinov~ dou`lo~ = oj dou`lo~ oj deinov~. ls een bijvoeglijk naamwoord predicatief is gebruikt, staat er voor het bijvoeglijk naamwoord geen lidwoord : oj dou`lo~ movno~ baivnei. Congruentieregel : Een bijvoeglijk naamwoord staat altijd in dezelfde naamval, hetzelfde getal en hetzelfde geslacht als het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
14 Trappen van vergelijking : e comparativus (vergrotende trap) van de meeste bijvoeglijke naamwoorden eindigt op tero~ (v. tera, o. teron: vervoeging als makrov~, makrav, makrovn). e uitgang o~ van het bijvoeglijk naamwoord verandert in ovtero~ of wvtero~ : deilov~, comp. deilovtero~ ; sofov~, comp. sofwvtero~. Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een comparativus op wn of -ivwn (m. en v.) en on of ivon (o.) : beltivwn, ajmeivnwn, et c. e vervoeging van deze comparativi is als die van hjgemwvn. Betekenis van de comparativus : 1. Vergelijking : laffer dan = deilovtero~ hjv + nom. of deilovtero~ + gen. 2. Vergelijking van twee personen of zaken (in het ederlands gebruiken we in dit geval natuurlijk de overtreffende trap) = het lafst (van twee) : povtero~ deilovtero~ ejstivn; : wie van beiden is het lafste? 3. nogal laf, tamelijk laf = deilovtero~. (us: zonder vergelijking). 4. (al) te laf = deilovtero~ (us: zonder vergelijking). m. v. o. m./v. o. deilovtero~ deilotevra deilovteron beltivwn bevltion deilovterou deilotevra~ deilovterou beltivono~ beltivono~ deilovterw/ deilotevra/ deilovterw/ beltivoni beltivoni deilovteron deilotevran deilovteron beltivona bevltion deilovteroi deilovterwn deilovteroi~ deilovterou~ deilotevrai deilovterwn deilotevrai~ deilotevra~ deilotevra deilotevrwn deilotevroi~ deilotevra beltivone~ beltiovnwn beltivosi(n) beltivona~ beltivona beltiovnwn beltivosi(n) beltivona
15 e superlativus (overtreffende trap) van de meeste bijvoeglijke naamwoorden eindigt op tato~ (v. tavth, o. taton: vervoeging als deinov~, deinhv, deinovn). e uitgang o~ van het bijvoeglijk naamwoord verandert in ovtato~ of wvtato~ : deilov~, sup. deilovtato~ ; sofov~, sup. sofwvtato~. e bijvoeglijke naamwoorden, die een comparativus op (iv)wn hebben, hebben een superlativus op isto~ (v. isth, o. iston): bevltisto~. e vervoeging van deze superlativi is ook als die van deinov~, deinhv, deinovn). Betekenis van de superlativus : 1. Vergelijking : het lafst = deilovtato~. 2. zeer laf : deilovtato~ (us: zonder vergelijking). m. v. o. m. v. o. deilovtato~ deilotavth deilovtaton bevltisto~ bevltisth bevltiston deilovtatou deilotavth~ deilovtatou bevltistou bevltisth~ bevltistou deilovtatw/ deilotavth/ deilovtatw/ bevltistw/ bevltisth/ bevltistw/ deilovtaton deilotavthn deilovtaton bevltiston bevltisthn bevltiston deilovtatoi deilovtatwn deilovtatoi~ deilovtatou~ deilotavtai deilovtatwn deilotavtai~ deilotavta~ deilotavta deilovtatwn deilovtatoi~ deilotavta bevltistoi bevltistwn bevltistoi~ bevltistou~ bevltistai bevltistwn bevltistai~ bevltista~ bevltista bevltistwn bevltistoi~ bevltista Onregelmatige trappen van vergelijking : ajgaqov~ goed ajmeivnwn beter ajvristo~ best ajgaqov~ goed beltiwn beter bevltisto~ best karterov~ sterk kreivttwn sterker kravtisto~ sterkst zwak hjvttwn zwakker zwakst mevga~ groot meivzwn groter mevgisto~ grootst poluv~ veel pleivwn meer plei`sto~ meest (onz. plevon)
16 Functie van de naamvallen : ominativus : 1 Onderwerp 2 aamwoordelijk deel van het gezegde enitivus : 1 Bezit = possessivus = van 2a. fhankelijk van voorzetsels : ajvneu, ajntiv, ajpov, ejgguv~, e{neka, diav, ejk, ejpiv, katav, metav, periv, prov, plhvn, scedovn en ujpov. 2b. fhankelijk van werkwoorden : ajkouvw, ajposterevw, ajvptomai, ajvrcw, ejpiqumevw, ejpilanqavnomai, kratevw, metevcw, pauvomai, tuvgcanw en frontivzw. 2c. fhankelijk van bijvoeglijke naamwoorden : aijvtio~, ajvxio~ en ijerov~. 2d. fhankelijk van bijwoorden : e[xw. 2e. fhankelijk van zelfstandige naamwoorden : hj mnhvmh. 3 enitivus van vergelijking (=genitivius comparationis) : deilovtero~ ejmou` : laffer dan ik. ativus : 1 Meewerkend voorwerp = betrokken persoon 2a. fhankelijk van voorzetsels : a{ma, ejn, ejpiv, parav, prov~, suvn en ujpov. 2b. fhankelijk van werkwoorden : ajpokrivnomai, bohqevw, dialevgomai, dokevw, ejntugcavnw, ejpiceirevw, e{pomai, eu[comai, h{domai, hjgevomai, parakeleuvomai, parivstamai, pisteuvw, prosevrcomai, suvneimi en caivrw. 2c. fhankelijk van bijvoeglijke naamwoorden : eujvnou~, ejcqrov~ en ojmoi`o~. 2d fhankelijk van persoonlijke voornaamwoorden: oj aujto`~ (dezelfde als ). 3 Het middel waarmee je iets doet (zonder voorzetsel) 4 e oorzaak waardoor iets gebeurt (zonder voorzetsel) 5 Tijdstip (zonder voorzetsel) 6 ativus possessivus : altijd in combinatie met een vorm van het werkwoord eijmiv. ccusativus : 1 Lijdend voorwerp 2a. fhankelijk van voorzetsels : ajmfiv, diav, eij~, ejpiv, katav, metav, parav, periv en prov~. 2b. fhankelijk van werkwoorden : aijdevomai, aijtevw (2 acc.), ajfiknevomai eij~, ejrwtavw, hjgevomai (2 acc.), kalevw (2 acc.), keleuvw, lanqavnw, mevnw, nomivzw (2 acc.) en feuvgw. 2c. fhankelijk van bijvoeglijke naamwoorden : - 3 Tijdsduur (zonder voorzetsel) 4 Subjectsaccusativus (het onderwerp in een.c.i.-constructie) 5 ccusativus van betrekking (= accusativus respectus = accusativus limitationis) (zonder voorzetsel; vert.: wat betreft). Vocativus : 1 anspreekvorm
17 (e vocativus komt als aparte vorm vrijwel alleen voor bij de woorden op o~ en h~ in het enkelvoud : w\ dou`le, w\ devspota ; in alle andere gevallen is de vocativus gelijk aan de nominativus, al dan niet voorafgegaan door het woordje w\; ook sommige zelfstandige naamwoorden van de 3 e declinatie hebben een aparte vocativus; deze is echter zo onregelmatig, dat het zinloos is om ze allemaal te leren; het is voldoende om deze vocativi te kunnen herkennen, waarbij je vaak geholpen wordt door de aanwezigheid van het woordje w\). diav + gen. = door, door heen ; diav + acc. = door, wegens ejpiv + gen. = op ; ejpiv + dat. = aan, bij, op ; ejpiv + acc. = op af, naar. katav + gen. = vanaf naar beneden ; katav + acc. = verspreid over, ter hoogte van / volgens, wat betreft metav + gen. = (samen) met ; metav + acc. = na. parav + dat. = bij ; parav + acc. = naar (personen) periv + gen. = om, over ; periv + acc. = (rond)om, met betrekking tot prov~ + dat. = bij ; prov~ + acc. = naar(toe), tot. ujpov + gen. = door (toedoen van) ; ujpov + dat. = onder, aan de voet van.
18 Persoonlijk voornaamwoord : Ik Jij Hij Zij Het ejgwv suv ejmou` / mou souv / sou aujtou` aujth`~ aujtou` ejmoiv / moi soiv / soi aujtw`/ aujth`/ aujtw`/ ejmev / me sev / se aujtovn aujthvn aujtov Wij Jullie Zij (m.) Zij (v.) Zij (o.) hjmei`~ ujmei`~ hjmwǹ ujmwǹ aujtwǹ aujtwǹ aujtwǹ hjmiǹ ujmiǹ aujtoi`~ aujtai`~ aujtoi`~ hjma`~ ujma`~ aujtouv~ aujtav~ aujtav Het persoonlijk voornaamwoord voor hij, zij, het, zij (m.v.) komt nooit voor in de nominativus (Zie ook het aanwijzend voornaamwoord aujtov~). Bezittelijk voornaamwoord : Mijn Jouw Zijn Haar Zijn, ervan ejmov~ / ejmhv / ejmovn sov~ / shv / sovn Ons, onze Jullie Hun (m.) Hun (v.) Hun (o.) hjmevtero~ / hjmetevra / hjmevteron ujmevtero~ / ujmetevra / ujmevteron ejmov~ en sov~ gedragen zich precies als bijvoeglijke naamwoorden en worden vervoegd als deinov~. hjmevtero~ en ujmevtero~ gedragen zich precies als bijvoeglijke naamwoorden en worden vervoegd als makrov~. Een bezittelijk voornaamwoord van de derde persoon ontbreekt.
19 anwijzend voornaamwoord o{de = deze/dit (dichtbij). m. v. o. o{de h{de tovde tou`de th`sde tou`de tw/`de th/`de tw/`de tovnde thvnde tovde oi{de tw`nde toi`sde touvsde ai{de tw`nde tai`sde tavsde tavde tw`nde toi`sde tavde it aanwijzende voornaamwoord bestaat uit het lidwoord met -de eraan vast. anwijzend voornaamwoord ou to~ = die/dat (iets verder weg). m. v. o. ou to~ au{th tou`to touvtou tauvth~ touvtou touvtw/ tauvth/ touvtw/ tou`ton tauvthn tou`to ou toi touvtwn touvtoi~ touvtou~ au tai touvtwn tauvtai~ tauvta~ tau`ta touvtwn touvtoi~ tau`ta Het tweede deel van dit aanwijzend voornaamwoord gaat als ejkei`no~; het eerste deel bestaat uit ouj-, tou-, auj- of tau-: in de naamvallen waar het lidwoord met een h begint, komt oujresp. auj- te staan, waar het lidwoord met een t begint, komt tou- resp. tau- te staan. Waar in het tweede deel van het voornaamwoord een o -klank zit, komt in het eerste deel ouj- of tou- te staan, waar in het tweede deel van het voornaamwoord een a - of e -klank zit, komt in het eerste deel auj- resp. tau- te staan.
20 anwijzend voornaamwoord ejkeiǹo~ = die/dat (heel ver weg). m. v. o. ejkei`no~ ejkeivnh ejkei`no ejkeivnou ejkeivnh~ ejkeivnou ejkeivnw/ ejkeivnh/ ejkeivnw/ ejkei`non ejkeivnhn ejkei`no ejkei`noi ejkeivnwn ejkeivnoi~ ejkeivnou~ ejkei`nai ejkeivnwn ejkeivnai~ ejkeivna~ ejkei`na ejkeivnwn ejkeivnoi~ ejkei`na it aanwijzend voornaamwoord gaat net als deinov~, behalve in de nom. en acc. e.v. onz.: ejkei`no. l deze aanwijzende voornaamwoorden staan ofwel vóór het lidwoord en het zelfstandig naamwoord, ofwel achter lidwoord en zelfstandig naamwoord. anwijzend voornaamwoord : aujtov~ = zelf. m. v. o. aujto`~ aujthv aujtov aujtou` aujth`~ aujtou` aujtw`/ aujth`/ aujtw`/ aujtovn aujthvn aujtov aujtoiv aujtwǹ aujtoi`~ aujtouv~ aujtaiv aujtwǹ aujtai`~ aujtav~ aujtav aujtwǹ aujtoi`~ aujtav e vormen van aujtov~ (in gen., dat. en acc.) betekenen zelf, wanneer ze in geslacht, getal en naamval bij een zelfstandig naamwoord, eigennaam of voornaamwoord horen; in de nominativus betekent aujto`~ altijd zelf (Zie ook het persoonlijk voornaamwoord). e vormen van aujtov~ met een lidwoord ervoor betekenen: dezelfde, hetzelfde. ezelfde als = oj aujto;~ kaiv + nom. òf oj aujto;~ + dat.
21 Vragend voornaamwoord : tiv~ ; / tiv ; = wie?/wat? (zelfstandig) / welk(e)? (bijvoeglijk) : m./v. o. tiv~ tiv tivno~ tivno~ tivni tivni tivna tiv tivne~ tivnwn tivsi(n) tivna~ tivna tivnwn tivsi(n) tivna Let op: altijd met accent en vraagteken. e vervoeging is hetzelfde als die van het onbepaald voornaamwoord ti~ / ti. Onbepaald voornaamwoord : ti~ / ti : iemand / iets (zelfstandig) / een of andere, enkele(n), sommige(n), enige(e) (bijvoeglijk) : m./v. o. ti~ ti tino~ tino~ tini tini tina ti tine~ tinwn tisi(n) tina~ tina tinwn tisi(n) tina Let op : nooit een accent op de (eerste) i. e vervoeging is hetzelfde als die van het vragend voornaamwoord tiv~ / tiv.
GRIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 10 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 10 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 10 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM Lu poie IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t. IFIITIVUS
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 11 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 11 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 11 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu poie IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t. IFIITIVUS
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 12 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 12 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 12 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t.
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 13 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 13 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 13 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t.
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 18 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 18 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 18 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t.
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 17 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 17 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 17 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t.
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 19 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 19 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 19 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t.
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 16 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 16 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 16 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t.
Nadere informatie1. Overzicht grammatica 2V
Inhoudsopgave 1. OVERZICHT GRAMMATICA 2V... 2 A. LIDWOORD... 2 B. ONTKENNINGEN... 2 C. PERSOONSVORM... 2 D. NAAMVALLEN... 2 E. ZINSDELEN... 3 F. TERMINOLOGIE... 3 2. TOTAALOVERZICHT VERBUIGINGEN... 4 A.
Nadere informatieDetermineren Nomina 2 Niveau: Pallas 9
Bekend verondersteld: Naamvallen: nom., gen., dat., acc., sg. en pl. Rijtjes zelfst. naamw.: oj doulo~, oj despoth~, hj mach, hj cwra, to qhrion Rijtjes bijv. naamw.: deino~, makro~, mega~, polu~ Opdracht
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 21 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 2, t/m les 21 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 21 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM lu- poie- - IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t.
Nadere informatieAantekening Participium
Aantekening Participium 1. Vorm Er zijn vier verschillende mogelijkheden. Als voorbeeld nemen we het werkwoord luvw: benoeming vorm betekenis - ptc. prs. Act. luvwn, etc. losmakend - ptc. prs. Med. luovmeno~,
Nadere informatieLES IX LES IX. 9.2 Voorbeelden uit het Nieuwe Testament met vormen van de o.t.t.t. van eijmiv. Tot wanneer zal Ik met jullie zijn? (Matt.
1 LES IX 9.1 Inleiding In deze les willen wij uw aandacht vragen voor de onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd van het werkwoord eijmiv- ik ben. Zoals gewoonlijk bieden wij u weer voorbeelden met vormen
Nadere informatieMannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus
ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK
Nadere informatieLES XX LES XX Voorbeelden uit het Nieuwe Testament met vormen van de thematische aoristus van diverse werkwoorden
1 LES XX 20.1 Inleiding In deze les willen wij aandacht besteden aan de thematische aoristus. Normaliter vindt u de stam door de -w van de eerste persoon enkelvoud o.t.t. weg te halen. Voorbeeld: luvw:
Nadere informatieLES XV LES XV Voorbeelden uit het Nieuwe Testament met vormen van de v.t.t. van regelmatige werkwoorden.
1 LES XV 15.1 Inleiding In deze les behandelen we de voltooid tegenwoordige tijd van het regelmatige werkwoord. In grammatica's wordt deze tijd perfectum genoemd. De v.t.t. wordt gevormd door achter de
Nadere informatieejleluvkh ik had losgemaakt ejleluvkh- 1ste p. ev. v.v.t. v. (Komt niet voor in het N.T.)
1 16.1 Inleiding We gaan verder met de voltooid verleden tijd van regelmatige werkwoorden. Deze tijd wordt in grammatica's plusquamperfectum (meer dan voltooid) genoemd. Voor de stam met het voorvoegsel
Nadere informatieou%to" ejstin oj uijov" mou oj ajgaphtov"
1 18.1 Inleiding In deze les laten wij u alle vormen zien van het aanwijzend voornaamwoord ou%to". Dit woord komt in geslacht, getal en naamval overeen met het woord waar het bijhoort. Onder 18.4 worden
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 8
Pagina:1 8.1 De aoristus medium Voordat we zo het lezen van een stuk uit Johannes 3 gaan voorbereiden eerst nog de aoristus medium en de conjunctivus en het woordje Hieronder vindt u nog naast elkaar de
Nadere informatieODYSSEUS BIJ DE FAIAKEN
LES 15 ODYSSEUS BIJ DE FAIAKEN Wat ga je leren? - het medium tantum (deponentia) - het medium met eigen betekenis ( betekenis-medium of intransitief gebruik) - het wederkerend gebruik van het medium (
Nadere informatieajgw ujmin aujton ejxw
1 LES VI 6.1 Inleiding In deze les beginnen wij met de behandeling van het werkwoord. Wij willen geleidelijk alle tijden van het werkwoord in het Grieks langs lopen. Regelmatige werkwoorden hebben evevn
Nadere informatieAantekening bij de aoristus
Aantekening bij de aoristus Algemeen Het Grieks kent voor de verleden tijd twee werkwoordstijden: het imperfectum (ipf.) en de aoristus (aor.). Met betrekking tot de vorm van de aoristus, zijn er 4 soorten:
Nadere informatieBeknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament
Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse
Nadere informatieGEVAARLIJKE OPDRACHTEN
LES 4 GEVAARLIJKE OPDRACHTEN Wat ga je leren? - werkwoord: 3e persoon enkelvoud en meervoud - niet uitgedrukt onderwerp (subject) - bijvoeglijk naamwoord (adjectivum): nominativus en accusativus enkelvoud
Nadere informatieLES XIII LES XIII Voorbeelden uit het Nieuwe Testament met woorden van de tweede declinatie
1 13.1 Inleiding In deze les behandelen we de tweede declinatie. De tweede declinatie bevat voornamelijk woorden op -o" en op -on. In de voorbeelden laten wij u alle naamvallen enkel- en meervoud zien.
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 10
Pagina:1 10.1 Nog meer werkwoorden op - In de vorige les behandelden we het werkwoord Er zijn echter nog meer werkwoorden op -. Een ander bekende werkwoorden op - is = zetten. Toch worden deze laatste
Nadere informatieajrchv tou' eujaggelivou *Ihsou' Cristou' uijou' qeou
1 11.1 Inleiding In deze les maken wij een begin met de behandeling van de zelfstandige naamwoorden. Het Grieks heeft drie declinaties (verbuigingswijzen). De eerste declinatie, waarmee wij ons in deze
Nadere informatieDe verbuiging/uitgangen van Iuppiter.
De Miminumlijst Latijn en het woordenboek La/Ne (AUP) Suzanne Adema In onderstaande tabel staat van alle onderdelen van de Minimimlijst Latijn of ze terug te vinden zijn in het La/Ne van Amsterdam University
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieGRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO
GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015 juni 2014 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 11
Pagina:1 11.1 Nieuwe verbuigingen Straks zult u de "bergrede" gaan lezen. In deze bergrede komt het woordje "berg" voor. Het Griekse woord voor "de berg" is. Dit woord is onzijdig en wordt niet als verbogen.
Nadere informatieTekst 5 ., ; + overtreffende trap. ' =. Verbinden
Tekst 5 Socrates krijgt vroeg in de ochtend in de gevangenis bezoek van zijn vriend Crito. Omdat Socrates nog ligt te slapen, heeft hij zijn binnenkomst niet meteen opgemerkt. Zodra hij wakker is, begint
Nadere informatieLES X LES X Voorbeelden uit het Nieuwe Testament met vormen van de o.t.t.t. van regelmatige werkwoorden. Ik zal hem genezen. (Matt.
1 10.1 Inleiding In deze les behandelen we de onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd van het regelmatige werkwoord. Deze wordt gevormd door achter de stam van het werkwoord de uitgangen van de diverse
Nadere informatieDe imperativus... 2 De dativus... 2 Gebruik van de dativus... 2 De vocativus... 2 De Romeinse goden... 2 Tekst Tekst
LANG LEVE LATIJN! Inhoud Verantwoording.... 2 Waarom Latijn?... 2 Van niets tot wereldmacht.... 2 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd.... 2 Een mythisch begin.... 2 Het begin van Rome....
Nadere informatieLATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!
LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! Inhoud Verantwoording.... 7 Waarom Latijn?... 9 Van niets tot wereldmacht.... 11 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd.... 11 Een mythisch begin.... 11 Het
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. persoonlijk voornaamwoord (ejgw, su) wederkerend voornaamwoord (ejmautou, seautou, ejautou)
1 INHOUDSOPGAVE les I les II les III les IV les V les VI les VII les VIII les IX les X les XI les XII les XIII les XIV les XV les XVI les XVII les XVIII alfabet tweeklanken klemtoon alfabet (vervolg) o.t.t.
Nadere informatieLATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!
LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! 1 2 Inhoud Verantwoording.... 9 Waarom Latijn?... 12 Van niets tot wereldmacht.... 15 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd... 15 Een mythisch begin... 15 Het
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS HERHALING 2
Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieInhoud. Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht.
Inhoud Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht. Les 1. De uitspraak. De zin. Het werkwoord. De naamvallen. Inleiding Tekst 1. Tekst 1.1 Les 2 Aemulatio. De genitivus. De geslachten van
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen
CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief..
Nadere informatieLeren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2.
Leerlijn Latijn Leerjaar 3 ( zelfstandige gymnasia klas 3, scholengemeenschap klas 4) - heeft betrekking op leerstof - heeft betrekking op vaardigheden Kernconcept Inhoud Eisen aan de leerling Activiteit
Nadere informatieEindexamen Grieks vwo 2005-II
4.1 Beoordelingsmodel voor de vragen Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Tekst 1 Een Grieks gezantschap in Syracuse 1 µ µ (regel 3-4). Wanneer alleen als antwoord is
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 5
Pagina:1 5.1 De Aoristus (2) De verleden tijd kan in het Nederlands op twee manieren gevormd worden. 1. betalen - betaalde; koken - kookte. We noemen dit zwakke werkwoorden. 2. kijken - keek; vragen -vroeg.
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE
CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE STRUCTUUR VAN DE ZIN: DE BIJVOEGLIJKE BEPALING Pegasus p. 78-79 We kunnen een zin verdelen in... Sommige zinsdelen kunnen verder onderverdeeld worden in... Het belangrijkste woord
Nadere informatieGEVAARLIJKE OPDRACHTEN
LES 4 GEVAARLIJKE OPDRACHTEN 1. Herakles en de hydra van Lerna op een roodfigurige Griekse vaasschildering. 2. Herakles en de hydra van Lerna op een schilderij van de Italiaanse schilder en beeldhouwer
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieDetermineren Verba Aoristus: Sigmatische aoristus
Determineren Verba Aoristus: Sigmatische aoristus Opdracht 1: Geef de gevraagde aoristusvormen 1. 1 e sg. ind. aor. Act. < ajdikevw - 2. 1 e pl. ind. aor. Act. < aijtevw - 3. 2 e sg. imp. aor. Act. < ajkouvw
Nadere informatieDe geslachtsregels van de a-, o-, u- en e-stammen, inclusief de uitzonderingen manus en domus. Van de medeklinkerstammen de regels:
De minimumlijst Latijn bestaat uit drie delen: I vormleer, II syntaxis en III stilistische middelen. Deel I en II bevatten een opsomming van de taalkundige verschijnselen die kandidaten moeten kennen en
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieGriekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen
Griekse taalleer Vormleer van het Attisch dialect Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen 1998 Hoofdstuk 1 Het Naamwoord 1 De verbuiging van het naamwoord [1-9] 2 De eerste klasse van substantieven en adjectieven
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieEindexamen Grieks vwo 2005-I
4.1 Beoordelingsmodel voor de vragen Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Tekst 1 Alexander op bezoek in Athene 1 D 2 (toen) hij Alexandros (met de desbetreffende missie)
Nadere informatieDe Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars
De Edukese Taal Edukeser Språkerne Door Lars Fonologie Letter IPA Letter IPA A ɐ P B b Q C ʃ / k * R D S ʂ / s ** E F G H I J K L M N O T U V W X Y Z Å Æ Þ Ð Ø *= De c wordt in het Edukees soms als ʃ en
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatiedhloi" jij maakt duidelijk dhloi"- 2de p. ev. o.t.t. v. dhlow- ik maak duidelijk. Deze vorm komt niet voor in het Nieuwe Testament.
LES XLI 1 LES XLI 41.1 Inleiding In deze les willen wij het hebben over de o.t.t. en de o.v.t. van werkwoorden op -ow. Hoewel een blik in het woordenboek ons leert dat er een heel aantal werkwoorden op
Nadere informatieLES XLIII 1. Maar jullie weten niet vanwaar Ik kom.. (Joh. 8: 14) ..en U komt naar mij toe? (Matt. 3: 14)
LES XLIII 1 LES XLIII 43.1 Inleiding In deze les willen wij een begin maken met de behandeling van de zogenaamde deponentia. Dit zijn werkwoorden die eruit zien als een lijdende vorm, maar een actieve
Nadere informatieVisuele Leerlijn Taal
Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)
Nadere informatieODYSSEUS BIJ DE FAIAKEN
LES 15 ODYSSEUS BIJ DE FAIAKEN Odysseus moeizame thuisreis De toorn van Poseidon 1 Muze, verhaal van de man van velerlei wegen, die heel lang rondzwierf, nadat hij de heilige burcht van Troje verwoest
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden
Nadere informatieblz. verwijzen naar Kosmos 1 Woorden en Grammatica, 2006 1 e druk
Grieks Klas Periode Periode PTA 0 03 blz. verwijzen naar Kosmos Woorden en Grammatica, 006 e druk Kosmos Het Griekse schrift, les A en B Het Griekse schrift (voor de kerstvakantie) Grammatica: Grieks alfabet
Nadere informatieIk weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs
Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs 16-09-2016 Verzuipen, watertrappelen of zwemmen? ehaal je zwemdiploma Latijn of Grieks! Met de insteek van een diploma, of (met eigen vereisten) krijgen
Nadere informatieHANDLEIDING DIDASKO. Grieks / Latijn
HANDLEIDING DIDASKO Grieks / Latijn INHOUDSOPGAVE Installatie 1 Indeling scherm 1 WERKING 2-6 Openen 2 Instellen vensters 2 Woord 2 Woordenlijst 2 Notities 2 Printen / bewaren 3 Grammatica 3 Rechter muisknop
Nadere informatie6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling
Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig
Nadere informatieSamenvatting Frans Stencil Franse tijden
Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.
Nadere informatieOnline cursus spelling en grammatica
Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts
Nadere informatie* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.
1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind
Nadere informatieHandige lessen Zweeds
Handige lessen Zweeds Geschreven door Jules Beelen Uitgave van Zweeds Leren van J. Beelen Utrecht, 2016 Geschreven door Jules Beelen Eerste druk, 2016 2 2016 - Kopiëren verboden! Uitsluitend verkoop en
Nadere informatie1 Spelling en uitspraak
Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers
Nadere informatieARISTOTELES. Ethica Nicomachea. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charles Hupperts en Bartel Poortman
ARISTOTELES Ethica Nicomachea Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charles Hupperts en Bartel Poortman INHOUD Woord vooraf 7 Inleiding 9 I. Hoofdzaken van het leven en werk van Aristoteles
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn
CAPUT PRIMUM De uitspraak van het Latijn 1) Pegasus p. 12: het Latijn en zijn dochtertalen Kaart 1 : Het Latijn (de taal van Latium) werd gesproken in het Romeinse rijk. Kaart 3 : Het Latijn leeft voort
Nadere informatieToets grammaticale termen met sleutel
Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieBasis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal
Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.
Nadere informatieOnderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:
Nadere informatieVOORWOORD. René van Royen
VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond
Nadere informatieEigen vaardigheid Taal
Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatieInformatie cursus Sarnámi voor beginners
Informatie cursus Sarnámi voor beginners 1. Algemene gegevens Titel cursus Sarnámi voor beginners Aantal lessen 12 lessen exclusief een eindtoets Startdatum Ieder moment Einddatum Vier maanden na de start
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieGRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO
GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2014 juni 2013 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Examens (CvE). Het CvE is verantwoordelijk voor de afname
Nadere informatieNiveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad
Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden
Nadere informatieEindexamen Grieks vwo 2006-I
4.1 Beoordelingsmodel voor de vragen Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Tekst 1 Gesprek tussen Nestor en Telemachus 1 Ithaca Opmerking Fout rekenen: Mycene / het paleis
Nadere informatieSpelling & Formuleren. Week 2-7
Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE
Nadere informatiepagina 1 van 5 VAN IN
Éventail-junior En action 6 21 1 Luisteren: basistekst Éventail-junior En action 6 21 2 Luisteren: woordenschat Éventail-junior En action 6 21 3 Luisteren: venir Éventail-junior En action 6 21 4 Woordenschat
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatie