GEVAARLIJKE OPDRACHTEN
|
|
- Melanie Bosmans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 LES 4 GEVAARLIJKE OPDRACHTEN Wat ga je leren? - werkwoord: 3e persoon enkelvoud en meervoud - niet uitgedrukt onderwerp (subject) - bijvoeglijk naamwoord (adjectivum): nominativus en accusativus enkelvoud en meervoud - aanpassing van bijvoeglijk naamwoord aan zelfstandig naamwoord - a/h/o-groep van het bijvoeglijk naamwoord - samengestelde bijvoeglijke naamwoorden - drie werken van Herakles - status van de held WOORDEN TEKST 4A oj fivlo~ ejntau`qa mevga~, megavlh, mevga deinov~, deinhv, deinovn foberov~, foberav, foberovn mevn vriend daar groot verschrikkelijk, geducht angstaanjagend geeft aan dat er nóg een zin komt; die tweede zin begint met dev; mevn blijft onvertaald hj kefalhv qnhtov~ ajqavnato~ zhtei` eujrivskei makrov~, makrav, makrovn e[peita miva oujdevn hoofd, kop sterfelijk onsterfelijk (hij) zoekt (hij) vindt, ontdekt, treft aan lang daarna één (vrouwelijk) niets Advies: leer eerst de woorden t/m qnhtov~. Pas als je de hele tekst hebt vertaald leer je alle woorden. Houd bij het woorden-leren dezelfde methode aan die je is geadviseerd bij het leren van de woorden van Les 3. Grieks in het Nederlands - Geef de betekenis van de volgende Nederlandse woorden 1. bibliofiel (biblivon = boek) = 2. megafoon (fwnhv = stem) = 3. eureka = 4. filantroop = 5. homofiel (ojmoi`ò~ = gelijk) = Bijvoeglijk naamwoord: nominativus en accusativus enkelvoud en meervoud (-o~, -h/a, -on-groep) deinov~ geducht Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig makrov~ lang nom. ev. deinov~ makrov~ deinhv makrav deinovn makrovn acc. ev. deinovn makrovn deinhvn makravn deinovn makrovn nom. mv. deinoiv makroiv deinaiv makraiv deinav makrav acc. mv. deinouv~ makrouv~ deinav~ makrav~ deinav makrav 30
2 TEKST 4A Herakles en de slang Inhoud Tekst 4A 1. Vertaal regel 1 t/m Bekijk nu ill. 1. Vergelijk de inhoud van regel 8 met de vaasafbeelding op de illustratie. Wat valt je hierbij op? 3. Bedenk zelf een taktiek hoe Herakles dit monster te lijf moet gaan. 4. Waarom is de hydra een qhrivon deinovn (regel 4)? Geef de Griekse woorden uit het vervolg die dit aangeven. 5. e[cei ga;r kefala;~ ejnneva (regel 8): wat wordt door deze woorden verklaard? 6. hj mevsh (regel 9): welk Grieks woord moet je aanvullen? 7. Vertaal de tekst uit. 8. Herakles gebruikt bij zijn aanval op de hydra dezelfde taktiek als bij zijn aanval op de leeuw. Welke? 9. Vergelijk de hydra uit Tekst 4A met de leeuw van Les 3. Noem twee overeenkomsten. 10. Je ziet dat zowel het schieten van pijlen als het afhakken van koppen niet helpt. Hoe zou jij, als je Herakles was, de klus klaren? 11. Kijk nog eens naar ill. 1. Hoe kun je ook verklaren dat op de vaasschildering de hydra meer dan negen koppen heeft? Vertaling Tekst 4A 31
3 Grammatica Tekst 4A Bestudeer eerst de grammatica op pag. 31 en Geef uit regel 1 t/m 8 twee voorbeelden waar het onderwerp (subject) van het werkwoord is weggelaten. 2. In welke naamval staat: r. 4 qhrivon r. 9 kefalaiv r. 11 u{dran r. 12 ÔHraklh`~ 3. fivloi (r. 1): welke functie heeft dit woord? 4. megavlh (r. 7): waarom staat er niet megavlhn? (lees de grammatica op pag. 35) 5. foberav (r. 7): waarom staat er niet foberhv? 6. hj mevsh (kefalhv) (9): waarom staat er ajqavnato~ en niet ajqanavth? (lees de grammatica op pag. 35) TAALOEFENINGEN TEKST 4A A. - Vertaal de volgende zinnetjes - Onderstreep het (Griekse) bijvoeglijk naamwoord. 1. ÔO ÔHraklh`~ th;n deinh;n u{dran zhtei`, ajll oujc eujrivskei 2. ÔH fobera; u{dra deino;n qhrivon ejstivn 3. OiJ a[nqrwpoi oujk ejnneva kefalav~, ajlla; mivan kefalh;n e[cousin B. 1. Bedenk zelf de regel wanneer het Grieks ajll in plaats van ajllav gebruikt. Kijk hiervoor naar regel 15 van Tekst 4A. 2. Bedenk zelf de regel wanneer in het Grieks oujc in plaats van oujk wordt gebruikt. Kijk hiervoor naar zin 1 van oefening A. 32
4 WOORDEN TEKST 4B tiv... prw`ton me;n..., e[peita dev 1. wat? 2. waarom? eerst, daarna ajpokteivnei kalei` (hij) doodt (hij) roept Grieks in het Nederlands Geef de betekenis van de volgende Nederlandse woorden. Als je ze niet kent, zoek je de betekenis op. Schrijf de betekenis erachter. Noteer het Griekse woord waarvan het Nederlandse woord is afgeleid. 1. prototype = 2. protohistorie = TEKST 4B De slang krijgt hulp Inhoud Tekst 4B 1. Vertaal de tekst. 2. Kijk nu naar ill.1. De man rechts is Herakles vriend Iolaos. In iedere hand heeft hij een brandende fakkel. Wat zal hij daarmee doen? 3. a. Welk beest ontbreekt op ill.1? b. Welk figuur ontbreekt op ill. 1 die je wel op andere vaasafbeeldingen hebt gezien met Herakles? 4. Wie is de aujtov~ van regel 6? 5. Kijk naar ill. 2. De schilder heeft veel weggelaten. Noem enkele dingen. Vertaling Tekst 4B 33
5 Grammatica Tekst 4B Bestudeer nog eens de grammatica op pag Schrijf uit Tekst 4A alle (Griekse) combinaties van zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord op die in de nominativus staan. Bij gelijke combinaties is één voorbeeld voldoende. 2. Schrijf uit Tekst 4B de (Griekse) combinatie van zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord op die in de accusativus staat. 3. th;n fobera;n u{dran (r. 8): waarom staat deze woordgroep in de accusativus? 4. Geef uit Tekst 4B twee voorbeelden waar het onderwerp (subject) van het werkwoord is weggelaten. TAALOEFENINGEN TEKST 4B A. Geef van de volgende bijvoeglijke naamwoorden aan in welke naamval, geslacht en getal ze staan: 1. foberavn 2. makrav (3x) 3. deinovn (3x) 4. qnhtouv~ B. qnhtaiv deinovn megavlhn foberav - Zet de bovenstaande bijvoeglijke naamwoorden bij het juiste zelfstandig naamwoord - Zet de vertaling, geslacht en de naamval ernaast. 1. th;n u{dran 2. ta; qhriva 3. aij kefalaiv 4. to;n fivlon 34
6 WOORDEN TEKST 4C nevo~, neva, nevon a[llo~, a[llh, a[llo e{kasto~, ejkavsth, e{kaston 1. nieuw 2. jong ander ieder aujtivka hj pevtra kruvptei meteen, onmiddellijk rots, rotsblok (hij) verbergt Grieks in het Nederlands Geef de betekenis van de volgende Nederlandse woorden. Als je ze niet kent, zoek je de betekenis op. Schrijf de betekenis erachter. Noteer één of meer Griekse woorden waarvan het Nederlandse woord is afgeleid. 1. allochtoon (cqwvn = land) = 2. cryptogram = 3. neo-nazisme = 4. a. Van welk Grieks woord is de eigennaam Peter/Pieter afgeleid? b. Wat betekent deze naam dus? c. Bedenk nog andere namen die van dit woord zijn afgeleid. Opdracht woorden Les 4 Haal uit de woorden van 4A, 4B, 4C alle bijvoeglijke naamwoorden. Onderstreep welke je moeilijk vindt om te leren. TEKST 4C Een onsterfelijke kop Ontleedopdracht Hieronder zie je de Griekse Tekst 4C. Onderstreep de volgende zinsdelen in kleur. Naast de tekst kun je de vertaling opschrijven of aantekeningen maken Persoonsvorm Onderwerp Lijdend voorwerp Naamwoordelijk deel van het gezegde paars rood blauw groen 35
7 1 ÔO me;n ÔHraklh`~ ta;~ duvo neva~ kefala;~ ajpokovptei, oj d Iovlao~ th;n ajpotomh;n ejkkaivei. Tiv tou`to poiei` oj Iovlao~ Ou{tw~ a[llh kefalh; ouj blastavnei. 5 Epeita oj ÔHraklh`~ ta;~ loipa;~ qnhta;~ kefala;~ ajpokovptei, oj d Iovlao~ ejkavsthn ajpotomh;n ejkkaivei. Tevlo~ de; miva kefalhv ejsti loiphv: ajqavnato~ gavr ejstin. ÔO d ÔHraklh`~ th;n loiph;n kefalh;n ajpokovptei 10 kai; aujtivka katoruvttei: ujpo; ga;r pevtran megavlhn kruvptei th;n kefalh;n th;n deinhvn. Th;n d u{dran aujth;n ajnatevmnei kai; eij~ th;n colh;n tou;~ oijstou;~ bavptei! Inhoud Tekst 4C 1. Welke fase van de strijd geeft de vaasafbeelding van ill. 1 weer? 2. Welke kop van het monster op ill. 1 is onsterfelijk? Verklaar je antwoord. 3. ta;~ loipa;~ qnhta;~ kefalav~ (r. 5): hoeveel nog? Grammatica Tekst 4C Bestudeer eerst de grammatica op pag neva~ (r. 1): hoe wordt nevo~ verbogen: volgens deinov~ of volgens makrov~? Licht je antwoord toe. 2. a. Wat is het onderwerp van ejstin (r. 8)? b. Wat valt op aan de vorm ajqavnato~? 3. In regel 11 staan 2 woordgroepen in de accusativus. Leg uit dat deze een verschillende functie hebben. 4. Schrijft uit Tekst 4C de (Griekse) combinaties van zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord op die in de nominativus staan. 36
8 TAALOEFENINGEN TEKST 4C A. Geef van de volgende bijvoeglijke naamwoorden aan in welke naamval, geslacht en getal ze staan: 1. a[llhn 2. e{kaston (3x) 3. mevga (2x) 4. megavla~ 5. a[llo (2x) B. e{kasto~ - makrav - a[llou~ - mevga - nevan - deinoiv - Zet bovenstaande bijvoeglijke naamwoorden bij het juiste zelfstandig naamwoord 1. to; qhrivon 2. tou;~ fivlou~ 3. th;n kefalhvn 4. hj mavch 5. oj dou`lo~ 6. neva (3x) 7. makravn 8. nevoi 9. deinouv~ 10. foberaiv - Zet de vertaling, geslacht en de naamval ernaast. - Let op: één bijvoeglijk naamwoord hoort nergens bij! C. megavlhn - deinav - qhnhtoiv - ajqanavtou~ - foberovn Doe hetzelfde als bij opdracht B. 1. tou;~ qeouv~ 2. oij a[nqrwpoi 3. to;n fovbon 4. th;n kefalhvn 5. ta; qhriva D. - Vertaal de volgende zinnetjes - Onderstreep het (Griekse) lijdend voorwerp (object). 1. ÔH deinh; u{dra fivlon fobero;n e[cei 2. ÔO mevga~ ÔHraklh` `~ ta;~ mavca~ ta;~ neva~ zhtei` 3. ÔO fivlo~ Iovlao~ kai; eij~ th;n Levrnan baivnei 4. OiJ fivloi to; qhrivon pro;~ to;n despovthn fevrousin 5. Aujtivka a[llo fobero;n qhrivon eujrivskousin 37
9 6. OiJ fivloi th;n fobera;n u{dran ajpokteivnousin 7. AiJ pevtrai th;n kefalh;n th;n ajqavnaton kruvptousin 8. Tiv oj JHraklh`~ to;n fivlon kalei`; E. - Onderstreep het woord dat niet in het rijtje thuishoort. - Noteer ook waarom het er niet thuishoort. a. foberavn makravn nevan pevtran b. fivlou~ makrouv~ qeouv~ ajnqrwvpou~ c. e[peita aujtivka miva ou{tw~ d. qhrivon fivlon a[nqrwpon qeovn ILLUSTRATIES 1. De slang van Lerna werd in de Oudheid ook wel waterslang genoemd. Lerna was in de Oudheid door zijn vele moerassen een onvruchtbaar gebied. Sommige geleerden hebben het verhaal van het onschadelijk maken van de slang van Lerna een symbolisch verhaal genoemd, d.w.z. dat je het niet letterlijk moet opvatten, maar dat het verhaal een verklaring van iets geeft. Bedenk zelf wat door de dood van de hydra wordt verklaard. 2. De uitdrukking Augiasstal wordt in het Nederlands ook nog gebruikt. In de Volkskrant stond eens boven een artikel de volgende kop: Russische Augiasstal snakt naar democratie. Leg deze krantenkop uit. 3. Bekijk ill. 3. In welk opzicht klopt de tekst op pag. 32 over de Stymfalische vogels niet met de illustratie? Geen god, geen mens 1. Wat maakt bij de Grieken iemand tot een held? Noem tenminste 2 dingen. 2. De grootsheid van Herakles komt voor een deel door de manier waarop de Grieken verhalen vertellen. Leg dat uit. 38
10 3. Welke gebeurtenis maakte de held Herakles tot een god? 4. Wat is een dodenoffer? 5. Waarom vereerden de Grieken graag een held? 6. Geef een voorbeeld uit de vaderlandse geschiedenis van een held over wie de meest spectaculaire verhalen de ronde doen of deden. 7. Bekijk ill.5. Dit beeld is in de zestiende eeuw in Rome teruggevonden. Sindsdien is het één van de meest bewonderde beelden uit de Oudheid. a. Welke eigenschap(pen) van Herakles heeft de beeldhouwer met dit beeld willen benadrukken? b. Vind je dit beeld mooi of lelijk? Zeg ook waarom je het mooi of lelijk vindt. WOORDEN- EN GRAMMATICATEST - Vul de juiste woorden in. Let op: drie woorden kun je niet gebruiken! - Vertaal het zinnetje. 1. OiJ qeoi;... eijsin 2. ÔH u{dra... ejstin 3. OiJ fivloi th;n u{dran Pevtrai... kruvptousin. 5. AiJ kefalai; foberai ÔHraklh`~ a[llon filo;n Mavchn... eujrivskei - Woorden: th;n kefalh;n - eijsin - nevan - foberav - qnhtav~ - kalei` ` - ejstin - ajqavnatoiv - nevou~ - zhtou` `sin Herhaling woorden Deze woorden in Les 4 vind ik moeilijk: Grieks Nederlands Grieks Nederlands 39
11 LES 10 PATROKLOS Wat ga je leren? - aoristusstam - sigmatische aoristus type luvw en poievw - sigmatische aoristus van werkwoorden waarvan de stam eindigt op een p-, k- of t- klank - pseudo-sigmatische aoristus - het gebruik van de aoristus - Hektor en Andromache - Achilles en Patroklos Het afscheid van Hektor en Andromache 1. Het afscheid van Hektor en Andromache geldt als een zeer ontroerend moment. Schrijf de zinnen op die jou het meest raken. 2. Vat de argumentatie van Hektor kort samen. 3. Wat vind je van de argumentatie van Hektor? 4. In Les 9 heb je gelezen wat er van een Homerische held werd verwacht. Schrijf twee zinnen op uit dit verhaal die Hektor als typische held karakteriseren. 5. Vat de argumentatie van Andromache om Hektor te overreden in de stad te blijven, kort samen. Wat vind je van haar argumentatie? 6. Op welk punt verschilt de argumentatie van Andromache van die van Hektor? O36 106
12 O37 O38 7. Vergelijk ill. 1, en O36. Geef van iedere illustratie aan welk moment van de ontmoeting tussen Hektor en Andromache is afgebeeld. 8. Vergelijk op de twee afbeeldingen de figuur Hektor en geef met één woord de emotie aan die de schilder of tekenaar heeft willen uitdrukken. Hektor 1 (ill. 1) Hektor 2 (ill. O36) 9. Doe hetzelfde als in vraag 8 bij de figuur van Andromache. Andromache 1 (ill. 1) Andromache 2 (ill. O36) 10. Het Hektor-Andromache-Astyanax-motief is van alle tijden, getuige de advertentie van ill. O37. Bekijk deze cartoon goed en geef je commentaar over de volgende twee punten: a. Wat is de overeenkomst tussen deze cartoon en het Hektor-Andromache-thema? b. Wat vind je van deze cartoon? 11. Bekijk ill. O38. Voordat Hektor afscheid neemt van zijn vrouw en kind, heeft hij nog een ontmoeting met zijn moeder Hekabè. a. Bedenk zelf een kort gesprekje tussen moeder en zoon dat aansluit bij de situatie. b. Wat zullen de gedachten zijn van zijn vader Priamos, die links erbij staat? 107
13 WOORDEN TEKST 10A ajllav (bij gebiedende wijs) maar (kom) tivktw baren, ter wereld brengen i[sw~ misschien, waarschijnlijk Grieks in het Nederlands 1. a. Wat zal oligochronisch betekenen? b. Uit welke 2 Griekse woorden is dit samengesteld? ejlpivzw (+ inf.) ojlivgo~ mevga hopen, verwachten (te) weinig, gering erg, zeer (bijwoord) TEKST 10A Het verdriet van Patroklos Inhoud Tekst 10A 1. Vertaal regel 1 t/m Wat zit Patroklos dwars, denk je? 3. Controleer je antwoord door regel 5 en 6 te vertalen. 4. Vertaal regel 7 t/m Vergelijk r. 3 met r. 11. In beide regels komt een soortgelijke uitdrukking voor: a. Welke uitdrukkingen worden bedoeld? b. Hoe zijn de paqhvmata van r. 3 in het voorafgaande duidelijk gemaakt? c. Hoe wordt het tuvch van r. 11 in het vervolg nader omschreven? 6. Welke woordgroepen in regel 1-6 vormen een tegenstelling? 7. Vertaal regel a. Wat bedoelt Patroklos met deze woorden? b. Waarom verdient Achilles deze omschrijving? 9. Patroklos doet Achilles in het vervolg een verzoek. Wat zal dit verzoek inhouden? Kijk ook naar regel Vertaal de tekst uit. 11. Welke taktiek stelt Patroklos dus voor? Geef in eigen woorden weer. 12. Is Patroklos er zeker van dat zijn taktiek zal slagen? Licht je antwoord toe. 13. a. Wat bedoelt Patroklos met regel 20? b. Waarom denkt hij dat? 108
14 14. Waarom wordt Patroklos mevga nhvpio~ (r. 21) genoemd? 15. De laatste woorden (r ) geven de lezer al een suggestie over wat er gaat gebeuren. Wat wordt er gesuggereerd? Vertaling Tekst 10A Grammatica Tekst 10A Bestudeer eerst de grammaticale uitleg op pag Noteer uit regel 1 8 alle sigmatische aoristusvormen (6x) Zet de 1e persoon praesens erbij. 2. hjqevlhsen (r. 10): van welk werkwoord komt deze vorm? 109
15 3. Noteer uit regel 10 t/m 20 de twee infinitief-vormen van de sigmatische aoristus. 4. Noteer de naamval van de onderstaande woorden Verklaar het gebruik van de naamval. r. 1 crovnon r. 3 twǹ paqhmavtwn r. 8 Pavtrokle r. 14 soiv r. 15 se r. 17 ta; o{pla r. 19 twǹ ploivwn TAALOEFENINGEN TEKST 10A A. - Vertaal de volgende aoristusvormen: 1. e[lusa~ 2. lu`son 3. ejluvsate 4. luvsate 5. lu`sai 6. e[lusan 7. e[lusen 8. ejkavlesa 9. hjqevlhsan 10. ejkravthsa~ B. Vertaal de volgende zinnen: 1. OiJ Acaioi; ajmfi; to; Ilion ejpolevmhsan 2. ÔO Acilleu;~ pavlin th` `~ mavch~ metevcein oujk hjqevlhsen 3. ÔHma` `~ oujk e[peisen oj kako;~ ajnh;r tou;~ i{ppou~ aujtw`ǹ ajpokteivnein 4. ÔH biva hj tou` a[frono~ patro;~ ejpoivhse tou;~ pai` `da~ dakru` `sai WOORDEN TEKST 10B hj teleuthv provtero~ provteron a[rcw + gen. ejlauvnw einde eerder, vroeger eerder (bijwoord) 1. voorgaan, leiden 2. heersen over 1. (voort)drijven 2. optrekken, marcheren eu\ pistov~ cwrevw lamprov~ hj povli~ (acc. povlin) goed (bijwoord) trouw, betrouwbaar gaan schitterend stad Grieks in het Nederlands 1. Welk Nederlands woord is afgeleid van lamprov~? 2. Wat betekent het woord euthanasie letterlijk? 110
16 3. In welke betekenis wordt het woord euthanasie in het Nederlands gebruikt? 4. Het woord evangelie is afgeleid van eu\ en ajggeliva (= boodschap, vergelijk het woord a[ggelo~). Wat betekent het dus letterlijk? 5. Hoe wordt tegenwoordig de term evangelie gebruikt? Zoek op als je het niet weet. 6. Noem twee woorden die van povli~ zijn afgeleid. 7. a. Wat zal een oligarchie zijn? b. Uit welke 2 Griekse woorden is dit samengesteld? TEKST 10B Patroklos tegen de Trojanen Inhoud Tekst 10B 1. Uit de titel kun je min of meer afleiden wat Achilles reactie is op de vraag van Patroklos. Hoe is zijn reactie? 2. Vertaal regel 1 t/m tou` covlou (r. 3): waar is Achilles boos over? 4. ajpevlaune (r. 6): waarvandaan? 5. Wat verklaart gavr in regel 7? 6. Vertaal regel 10 t/m fovbon (r. 12): waarom waren de Trojanen bang, denk je? 8. Vertaal de tekst uit. 9. Wat verklaart gavr in regel 17? 10. Hoe denkt Patroklos onsterfelijke roem te verwerven? 11. Achilles geeft Patroklos de waarschuwing van r. 8 en 9 enerzijds omdat hij zeer bezorgd is om zijn vriend, maar ook vanuit een tamelijk egoïstisch motief. Welk motief wordt bedoeld? Betrek bij je antwoord de laatste vier woorden van de tekst. Vertaling Tekst 10B 111
17 Grammatica Tekst 10B Bestudeer eerst de grammaticale uitleg op pag a. Noteer uit regel 1 t/m 9 vijf voorbeelden van een sigmatische aoristus. b. Zet de 1e persoon praesens erbij. 2. In r. 7 staat mhv. Welke werkwoordsvorm moet er dus volgen? 3. movno~ (r. 14): hoe is movno~ hier gebruikt? 4. Leg uit waarom in r. 17 ajqanavtou staat en niet ajqanavth~. TAALOEFENINGEN TEKST 10B A. - Vertaal de volgende aoristusvormen - Zet bij medium-vormen een (m). 1. e[bleyen 2. nomivsai 3. ejlpivsate 4. levxon 5. ejpevmyamen 6. e[rriya~ 7. h\rxen 8. e[peisan 9. ejkruvyate 10. kalevsate 112
18 B. - Vertaal de volgende imperfectum-vormen - Zet daarna de imperfectum-vormen in de aoristus. 1. ejkeleuvomen 2. ejqauvmazen 3. ajpevpempe~ 4. h[lpizon (2x) 5. ejnovmizen 6. e[peiqe~ 7. ejkwluvete 8. h[rcomen 9. ejcwvrei 10. ejkovmizen C. Vertaal de volgende zinnen: 1. Oujk ajpepevmyamen tou;~ uijou;~ eij~ to;n povlemon: ouj ga;r ajqanavtou dovxh~ ejpequvmhsan 2. ÔO pathvr te kai; mhvthr ejdavkrusan peri; twǹ swmavtwn tw`ǹ paivdwn 3. Oujdei;~ oujk ejpoivhse w{sper oj pisto;~ fivlo~ aujto;n ejkevleusen 4. En de; toi` `~ lamproi` `~ o{ploi~ toi` `~ tou` ` Acillevw~ h\rce tw`ǹ stratiwtw`ǹ eij~ th;n mavchn 5. Pavtroklo~ oujk hjqevlhse provteron ajpo; th` `~ mavch~ ajpocwrh` `sai 6. ÔH qavlattav te kai; aij pevtrai e[tikton to;n a[frona a[ndra WOORDEN TEKST 10C to; davkruon qermov~ kaluvptw ajmfovteroi hj ceivr (ceirov~, dat. mv. cersiv) katav + gen. traan warm bedekken beide(n) hand, arm vanaf naar beneden to; provswpon hj douvlh kla(iv)w manqavnw a[diko~ gezicht slavin huilen, wenen (om) leren kennen, begrijpen, vernemen onrechtvaardig 113
19 Grieks in het Nederlands 1. Wat betekent het woord thermometer letterlijk? 2. Bedenk zelf nog twee andere Nederlandse woorden die samengesteld zijn met thermo(s). 3. Het woord chirurg komt van ceivr en e[rgon. Wat betekent het dus letterlijk? TEKST 10C Het verdriet van Achilles Ontleedopdracht Hieronder zie je de Griekse Tekst 10C. Onderstreep de volgende zinsdelen in kleur. Naast de tekst kun je de vertaling opschrijven of aantekeningen maken Persoonsvorm Onderwerp Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Overige zinsdelen (bijv. genitivus v. bezit) paars rood blauw oranje geel 1 Antivloco~ pro;~ to;n Acilleva h ke kai; davkrua qerma; e[leiben: «W Acilleu`, oj fivltato~ Pavtroklo~ oujkevti e[stin! Apevkteinen d aujto;n oj Ektwr, aujto;~ d ejkravthse twǹ swǹ o{plwn. To;n d Acilleva luvph~ nefevlh mevlaina ejkavluyen. 5 Amfotevrai~ de; cersi; spodo;n pollh;n kata; th;~ kefalh`~ e[ceen, lampro;n de; provswpon h/ [scunen. AiJ de; dou`lai aij tou` Patrovklou e[qeon ejk twǹ skhnwǹ kai; mevga e[klaion: provteron ga;r aujtai`~ oj Pavtroklo~ ajei; eu[nou~ h\n. Kai; oj Acilleu;~ aijnw`~ w/[mwxen. En de; th/` ajbuvssw/ qalavtth/ hj Qevti~ h[kouse th;n oijmwghvn. 10 Aujtivka de; th;n aijtivan th`~ oijmwgh`~ manqavnein hjqevlhsen. Anevbainen ou\n ejk th`~ qalavtth~ kai; tw/` uijw/` e[lege tavde: Tevknon ejmovn, tiv klaivei~ Tiv de; pevnqo~ se katevcei ÔO d Acilleu;~ meta; dakruvwn pollwǹ th/` mhtri; e[lexen: Mh`ter ejmhv, oj fivltato~ ejtai`ro~ Pavtroklo~ oujkevti e[stin: 15 ta; d ejma; o{pla kala; aujto;n ajpevdusen oj Ektwr kai; nuǹ e[cei! ÔH tuvch hj tou` Patrovklou a[dikov~ ejsti kai; timwriva~ ajxiva! ÔH de; Qevti~ to;n uijo;n w/[ktire kai; aujtw/` e[lexen: Meiǹon, tevknon ejmovn: ouj ga;r nuǹ o{pla soi e[stin! All Hfaisto~ oi ov~ tev ejstin o{pla neva poih`sai ejn hjmevra/ mia/`. 20 Eij d ejpoivhse ta; o{pla, tovte zhvthson to;n Ektora! 114
20 Inhoud Tekst 10C 1. Antilochos deelt Achilles drie dingen mee. a. Welke drie? b. Welke van deze drie lijkt ons, gezien het moment, onbelangrijk, maar is voor de Homerische held kennelijk wel belangrijk? 2. Regel 4 is een citaat uit de Ilias. Wat bedoelt Homeros met deze woorden? 3. Wat zal de betekenis zijn van de handeling van Achilles in r. 5? Wat doen wij wanneer we plotseling het bericht krijgen dat iemand die ons heel dierbaar is, is overleden? 4. Wat zal Thetis tegen haar zoon zeggen? Controleer je antwoord door alvast r. 19 te vertalen en ill. 7 en O39 te bekijken. 5. Welke twee gevoelens brengt de dood van Patroklos bij Achilles teweeg? 6. Thetis adviseert Achilles Hektor te gaan zoeken (r. 20). a. Wat betekent dit advies voor de keus die Achilles in tekst 9B heeft gemaakt? b. Welke verwachting wordt hiermee aan de lezer gegeven voor het vervolg van het verhaal? O39 115
21 ` 7. Bekijk ill. O39. a. Wie zijn de vrouwen die links en rechts staan toe te kijken? b. Welke onderdelen van de wapenrusting zijn al klaar? c. Aan welk onderdeel wordt nog gewerkt? d. Wie is Hefaistos (let op zijn plaats op het reliëf)? 8. Bekijk ill. 3 en 4. Uit welke onderdelen bestaat een wapenrusting? Grammatica Tekst 10C Bestudeer eerst de grammaticale uitleg op pag Noteer uit regel 1 t/m 8 alle aoristus-vormen Zet de 1e persoon praesens erbij. 2. Er zitten in deze tekst 4 werkwoordsvormen die van een pseudo-sigmatische aoristus (kunnen) zijn. Speur ze op. 3. Verklaar waarom er in r. 16 hj tuvch... a[dikov~ ejstin en niet hj tuvch ajdivkh ejstivn staat. 4. Waarom staat er in r. 9 ajbuvssw/ en niet ajbuvssh/? 5. Hoe is in r. 18 de dativus soi gebruikt? TAALOEFENINGEN TEKST 10C A. - Vertaal de volgende vormen van de pseudo-sigmatische aoristus 1. h[ggeilan 2. ajggeivlate 3. ajggei`lai 4. e[meinen 5. ejmeivnamen 6. a[ggeilon 7. ajpevkteinen (2x!) 8. ajpoktei`ǹai 9. h\ra~ 10. h\ran B. Vertaal de volgende zinnen: 1. ÔO twǹ Trwvwn hjgemw;n ajpevkteinen to;n fivltaton ejtai` `ron aujtou` 2. AiJ pai`de~ ajei; ejn th`/ aujth`/ oijkiva/ e[meinan 116
22 ` 3. Amfotevrai~ cersi; to; tou` filtavtou fivlou sw`ma h/ \ren 4. Hfaisto~ e{toimo~ h\n aujtw` / o{pla neva poih` `sai ejn hjmevra/ mia/` 5. AiJ dou` `lai to; provswpon tai` `~ cersi;n ejkavluyan, o{ti megavlh luvph aujta;~ katei`cen WOORDEN- EN GRAMMATICATEST - Vul de juiste woorden in. Let op: drie woorden kun je niet gebruiken! - Vertaal het zinnetje. 1. ÔO Phleu;~ path;r... oujk e[stin 2. ÔO Acilleu;~ pavlin th`~ mavch~ Aei; ejn... ejmeivnamen 4. ÔUmei`~... peri; twǹ nekrwǹ 5. Tou;~ stratiwvta~ eij~... e[pemyen 6. ÔH tuvch aujtou`... ejstin 7. Tai` `~ cersi; to; provswpon... - Woorden: ta;~ douvla~ - ejdakruvsate - th`/ oijkiva/ - qermov~ - ejkavluyan - a[diko~ - tou` Patrovklou - metevcei - h\rxan - to;n povlemon Bingo van Griekse werkwoordsvormen De docent leest werkwoordsvormen in het Grieks voor. De werkwoorden zijn afkomstig uit de lessen. Je kunt werkwoordsvormen verwachten van het praesens, imperfectum en aoristus. Hieronder zie je de vertaling van enkele van deze woorden. Let op: niet elk woord dat de docent voorleest komt voor op onderstaande kaart. De aoristusvorm is steeds vertaald met hebben Als je meent dat je de kaart helemaal hebt volgemaakt, roep je bingo! het interesseert me zij hebben gekeken jij had wij hebben opgetild wij voeren oorlog jij overreed wij vielen zij hebben geroepen zij zaten te baren jij hebt gezegd jullie stuurden weg ik huil jullie brachten weg zij had deel aan ik heb gewild 117
23 DE PAARDEN VAN ACHILLES Dit is een vertaling van een beroemde passage uit de Ilias. Het gaat over de onsterfelijke paarden van Achilles die op hun eigen wijze reageren op de dood van Patroklos. De vertaler heeft geprobeerd de dichterlijke taal van Homeros en de cadans van de versregels in het Nederlands over te brengen. Ver van het strijdgewoel stonden de paarden van Aiakos kleinzoon* * Achilles wenend, nadat ze de mare* hadden gehoord dat hun menner* * bericht * Patroklos door het geweld van de mannenverdelgende Hektor in t stof lag. Hen mocht de strijdbare zoon van Dióres Autómedon nóg zo 5 vaak met zijn klappende zweep aan het lopen proberen te brengen, nóg zo proberen te vleien, of nog zo dreigen met woorden t span wilde niet meer terug in de richting der vloot en de brede Hellespont lopen, noch naar het slagveld temidden der Grieken, maar als een zuil die volkomen bewegingloos staat op de grafterp 10 van een gestorvene, daar waar een man of een vrouw ligt begraven, zo bleef het tweespan bewegingloos staan met de prachtige kar en bogen hun hoofden ter aarde, terwijl uit hun wenende ogen om het verlies van hun wagenbestuurder verdrietige tranen neerstroomden over de grond. Hun weelderig haar werd* bezoedeld, * vuil 15 waar het, ter weerszij van t juk, van de beide jukkussens neerviel. Toen de Kronide* de wenende paarden zag staan kreeg hij meelij, * Zeus schudde vol deernis het hoofd en sprak in zichzelf hij de woorden: Ach, arme dieren, waarom heb ik u aan een sterfelijk man als koning Peleus geschonken, terwijl u noch sterft, noch veroudert? 20 Soms om verdriet bij die doodongelukkige mensen te lijden? Want er is nergens iets dieper rampzaligs te vinden dan mensen, niets van al wat er is dat ademt en rondkruipt op aarde. Maar met jullie, zomin als de prachtige wagen, zal Hektor, zoon van Priamos rijden ik wil niet dat dát zal gebeuren. 25 Heeft hij niet meer dan genoeg aan het tuig* en zijn ijdele grootspraak? * wapenrusting Maar ik zal kracht aan uw hart en uw knieën verlenen, opdat je veilig en wel ook Automedon naar de boogvormige schepen uit het gewoel van de strijd brengt. Ik schenk de Trojanen de krijgsroem Grieken te doden, totdat ze de stevige schepen bereiken 30 en tot de zon is gedaald en de heilige nacht is gevallen. Zo nu sprak Zeus en hij wist weer de paarden met moed te bezielen. De paarden van Achilles Vertaling H.J. de Roy van Zuydewijn 1. Op welke twee manieren geven de paarden uiting aan hun verdriet om Patroklos dood? 2. In regel 9 t/m 14 worden de paarden met iets vergeleken. a. Waarmee worden de paarden vergeleken? b. Wat is de overeenkomst tussen de paarden en datgene waarmee ze worden vergeleken? 3. Wat vind je van de uitspraak van Zeus in regel 21 en 22? 118
24 4. Leg uit waarom de vertaler wat plechtstatig Nederlands heeft geschreven. 5. Bekijk ill. 6. a. Welk moment van de oorlog heeft de schilder uitgebeeld? b. Wat heeft de schilder met dit schilderij willen uitdrukken? Herhaling woorden Deze woorden in Les 10 vind ik moeilijk: Grieks Nederlands Grieks Nederlands 119
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus
ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK
Nadere informatie1. Overzicht grammatica 2V
Inhoudsopgave 1. OVERZICHT GRAMMATICA 2V... 2 A. LIDWOORD... 2 B. ONTKENNINGEN... 2 C. PERSOONSVORM... 2 D. NAAMVALLEN... 2 E. ZINSDELEN... 3 F. TERMINOLOGIE... 3 2. TOTAALOVERZICHT VERBUIGINGEN... 4 A.
Nadere informatieAantekening Participium
Aantekening Participium 1. Vorm Er zijn vier verschillende mogelijkheden. Als voorbeeld nemen we het werkwoord luvw: benoeming vorm betekenis - ptc. prs. Act. luvwn, etc. losmakend - ptc. prs. Med. luovmeno~,
Nadere informatiewaarmee de dichter naar zijn eigen activiteit verwijst.
Tekst 1 Regel 321 Τὸν 1p 1 Noteer de naam van de persoon naar wie Τὸν verwijst. Regel 326 χόλον τόνδ In het vervolg van de tekst voert Paris een andere reden aan voor het feit dat hij niet deelneemt aan
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS HERHALING 2
Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.
Nadere informatieGEVAARLIJKE OPDRACHTEN
LES 4 GEVAARLIJKE OPDRACHTEN 1. Herakles en de hydra van Lerna op een roodfigurige Griekse vaasschildering. 2. Herakles en de hydra van Lerna op een schilderij van de Italiaanse schilder en beeldhouwer
Nadere informatieDoelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar
Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde
Nadere informatieDetermineren Nomina 2 Niveau: Pallas 9
Bekend verondersteld: Naamvallen: nom., gen., dat., acc., sg. en pl. Rijtjes zelfst. naamw.: oj doulo~, oj despoth~, hj mach, hj cwra, to qhrion Rijtjes bijv. naamw.: deino~, makro~, mega~, polu~ Opdracht
Nadere informatieHoe leer ik uit... Naam: Klas:
Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieExamen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2009 tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-12.00 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 72 punten te behalen.
Nadere informatieLatijn: iets voor jou?
: n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de
Nadere informatieExamen VWO. Grieks. tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2013 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieVOORWOORD. René van Royen
VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 3
Pagina:1 3.1 Meervoud In de vorige les hebben we ons uitsluitend beziggehouden met woorden in het enkelvoud. In deze les komt het meervoud aan de orde. Zie het volgende overzicht. geslacht manlijk vrouwelijk
Nadere informatieExamen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2016 tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.
Nadere informatieajgw ujmin aujton ejxw
1 LES VI 6.1 Inleiding In deze les beginnen wij met de behandeling van het werkwoord. Wij willen geleidelijk alle tijden van het werkwoord in het Grieks langs lopen. Regelmatige werkwoorden hebben evevn
Nadere informatieVoor jongeren in het praktijkonderwijs. Geen Amerikaanse aanval op Syrië
PrO -weekkrant Week 38 september 2013 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 16-22 september 2013 Geen Amerikaanse aanval op Syrië Foto: ANP Foto: Shutterstock Amerika valt Syrië voorlopig niet aan. Want
Nadere informatieWat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?
Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de
Nadere informatieLES IX LES IX. 9.2 Voorbeelden uit het Nieuwe Testament met vormen van de o.t.t.t. van eijmiv. Tot wanneer zal Ik met jullie zijn? (Matt.
1 LES IX 9.1 Inleiding In deze les willen wij uw aandacht vragen voor de onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd van het werkwoord eijmiv- ik ben. Zoals gewoonlijk bieden wij u weer voorbeelden met vormen
Nadere informatieGRIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 10 :
RIEKS, grammatica uit Pallas deel 1, t/m les 10 : Werkwoord : ieuwe grammatica uit les 10 in blauw. WERKWOOR luvw poievw eijmiv PRESESSTM Lu poie IICTIVUS PRESETIS CTIVI ik maak los (et c.) o.t.t. IFIITIVUS
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 2
Pagina:1 2.1 Naamvallen Als u de zin "De predikant gaf" leest, zult u het er ongetwijfeld mee eens zijn, dat die zin niet af is. Er moet nog een aanvulling komen. Dat is ook het geval met de volgende zinnen:
Nadere informatieGODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen
GODS GEZIN Studielessen voor 4-7 jarigen 2003 Geschreven door Beryl Voorhoeve en Judith Maarsen Oorspronkelijk bedoeld voor studie in kleine groepen in de Levend Evangelie Gemeente Gebruikte Bijbelvertaling
Nadere informatieWat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?
Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen
Nadere informatieVoordoen (modelen, hardop denken)
Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van
Nadere informatieExamen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2015 tijdvak 1 dinsdag 19 mei 9.00-12.00 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.
Nadere informatieDruk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.
Praten over boeken Kaartjes van iden hambers Handleiding bij onderstaande kaartjes: llereerst treft u een aantal pagina s aan met kaartjes met vragen. Deze zijn per categorie ingedeeld. -vragen: Eerste
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieVoordoen (modelen, hardop denken)
week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.
Nadere informatieOplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)
Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieBen jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!
Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw
Nadere informatieDeel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 8
Pagina:1 8.1 De aoristus medium Voordat we zo het lezen van een stuk uit Johannes 3 gaan voorbereiden eerst nog de aoristus medium en de conjunctivus en het woordje Hieronder vindt u nog naast elkaar de
Nadere informatieLatijn en Grieks in de 21ste eeuw
Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieKoningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande
Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie
Nadere informatieOPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieGESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een
Nadere informatieFASE 1 - BEREID JE VOOR
FASE 1 - BEREID JE VOOR STAP 1. BEDENK WAT JE WIL VERHAAL (EXODUS 1-4) Het verhaal van Mozes vind je in de Bijbel, in het boek Exodus. Daar kun je ook lezen hoe het verder ging. Hier vind je het verhaal
Nadere informatieExamen VWO 2015. Grieks. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieSOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN
SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna
Nadere informatieVakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN
Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN Doelen De termen lay-out, cursief en vetjes correct gebruiken De bedoeling van een lay-out inzien De bedoeling van cursieve en vetgedrukte woorden inzien.
Nadere informatieIiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal
Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal Op Toon Hoogte 182 Door Uw genade Vader Door Uw genade, Vader, mogen wij hier binnengaan. Niet door rechtvaardige
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieToets VWO Grieks. TSE 3, tijdvak 2 maandag 19 april uur. Bij deze toets hoort een bijlage.
Toets VWO 2010 TSE 3, tijdvak 2 maandag 19 april 15.00-16.15 uur Grieks Bij deze toets hoort een bijlage. Deze toets bestaat uit 22 vragen. Voor deze toets zijn maximaal 100 punten te behalen. Voor elk
Nadere informatieGRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG
GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE ONTLEDEN ZIN OEFENSITES NAAMWOORDELIJK
Nadere informatieLes 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieARISTOTELES. Ethica Nicomachea. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charles Hupperts en Bartel Poortman
ARISTOTELES Ethica Nicomachea Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charles Hupperts en Bartel Poortman INHOUD Woord vooraf 7 Inleiding 9 I. Hoofdzaken van het leven en werk van Aristoteles
Nadere informatieOntleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.
Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen
Nadere informatieBegrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL
Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening
Nadere informatieWat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.
Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me
Nadere informatieLesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog. Marte Jongbloed Roelof van der Schans
Lesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog Marte Jongbloed Roelof van der Schans Lees dit boek lekker rustig door. Beantwoord iedere keer als je een hoofdstuk uitgelezen hebt de vragen die bij dat hoofdstuk
Nadere informatieHandleiding Strategieles Voorspellen niveau A
Handleiding Strategieles Voorspellen niveau A Een onderdeel van Nieuwsbegrip Zilver zijn de strategielessen. De strategielessen zijn bedoeld om de strategieën voor begrijpend lezen bij de leerlingen te
Nadere informatieAfasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal
Nadere informatieSoms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.
Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.
Nadere informatieDe gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.
De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel
Nadere informatieHelp, ik moet een werkstuk maken!
Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 5
Pagina:1 5.1 De Aoristus (2) De verleden tijd kan in het Nederlands op twee manieren gevormd worden. 1. betalen - betaalde; koken - kookte. We noemen dit zwakke werkwoorden. 2. kijken - keek; vragen -vroeg.
Nadere informatiePdf versie uitleg Grammatica
Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen
Nadere informatiea. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?
5. Woordplaatjes Bijzondere woorden Woorden maken samen zinnen. Zinnen maken samen tekst. Een zin begint met een hoofdletter. Hij eindigt met een punt. Zo weet je hoe je moet lezen. De woorden staan netjes
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatieKnabbel en Babbeltijd.
Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte
Nadere informatieFormeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.
Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieTeksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.
Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl
Nadere informatieLees Zoek op Om over na te denken
Welkom bij de Online Bijbelcursus van Praise De bijbelcursus is wat voor jou als je: 1. Als je wilt weten wat christenen geloven. 2. Als je meer wilt begrijpen van de bijbel. 3. Als je wilt groeien in
Nadere informatieCVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3
CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De
Nadere informatieThema 10. We ruilen van plek
Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in
Nadere informatieHeilig Jaar van Barmhartigheid
Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra
Nadere informatieInhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197
Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,
Nadere informatieDe bruiloft van Simson
De bruiloft van Simson Weet je nog waar de vertelling de vorige keer over ging? Over Simson, de nazireeër. Wat is een nazireeër? Een nazireeër is een bijzondere knecht van God. Een nazireeër mag zijn haar
Nadere informatieStel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.
Stel: je komt een fee tegen en je mag één wens doen. Wat zou je wensen? Wat zou er daarna gebeuren? Hoe zou je je voelen? Schrijf hier een kort verhaaltje over. Stel: je wordt op een ochtend wakker en
Nadere informatieWORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur
WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur 1 Les één Welkom bij deze e-cursus waarin we je zullen laten zien hoe jij groter kunt worden en je problemen kleiner! Zijn er
Nadere informatieLES XV LES XV Voorbeelden uit het Nieuwe Testament met vormen van de v.t.t. van regelmatige werkwoorden.
1 LES XV 15.1 Inleiding In deze les behandelen we de voltooid tegenwoordige tijd van het regelmatige werkwoord. In grammatica's wordt deze tijd perfectum genoemd. De v.t.t. wordt gevormd door achter de
Nadere informatieOPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)
OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1) In de les leer je vaak nieuwe woorden. Je docent kan je helpen, maar je kan nieuwe woorden ook in het woordenboek opzoeken. Wat moet je doen? 1. Neem een woordenboek en
Nadere informatieLESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.
Vrijdag 15 januari 016 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: De leerlingen leren om kritisch te kijken naar de verschillende artikelen uit 7Days. De leerlingen leren strategieën toe te passen
Nadere informatieExamen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2012 tijdvak 1 dinsdag 22 mei 9.00-12.00 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.
Nadere informatieKlee. en Cobra. Opnieuw beginnen
Klee Lesmateriaal groep 5 en 6 deel 1: klassikale les op school bij de tentoonstelling Klee en Cobra Het begint als kind 28.01-22.04 2012 en Cobra Opnieuw beginnen Dit is Paul Klee En dit ook. En dit is
Nadere informatieTAALBESCHOUWING: BEPALINGEN
Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN Doelen Verdiepen van de beweeglijkheid van zinnen. Onderscheiden van nodige en bijkomende informatieve delen. Zinnen inkorten en langer maken. Materiaal Werkboek
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatieJohannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,
Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...
Nadere informatieLoopt vader met moeder in het park?
Oefening 3 Maak van de gewone zin een vraagzin. Kleur de persoonsvorm lichtblauw. 1. Vader loopt met moeder in het park. Loopt vader met moeder in het park? 2. Morgen ga ik boodschappen doen. Soms begint
Nadere informatieBij u schuil ik, u bent mijn schild,
Bij u schuil ik, u bent mijn schild, in uw woord stel ik mijn hoop. Psalm 119:114 inleiding Laten we eerlijk zijn: het is niet zo eenvoudig om regelmatig uit de Bijbel te lezen en te bidden. Onze volle
Nadere informatieOPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3
OPA-methode Inhoud 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2 Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 U kunt zinnen altijd in de vier OPA-volgordes schrijven 5 PP in taal 2001 versie april 2001 1 1. De OPA-methode
Nadere informatieLesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.
groep 8 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Verlengde instructie: Per kind een blad met
Nadere informatieWat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden
Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag
Nadere informatieJezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
Nadere informatieVraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?
Zondag 35 Zondag 35 gaat over het tweede gebod. Lees de tekst van Zondag 35. Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod? Antw : Dat wij God in generlei wijze afbeelden en op geen andere wijze vereren,
Nadere informatieajrchv tou' eujaggelivou *Ihsou' Cristou' uijou' qeou
1 11.1 Inleiding In deze les maken wij een begin met de behandeling van de zelfstandige naamwoorden. Het Grieks heeft drie declinaties (verbuigingswijzen). De eerste declinatie, waarmee wij ons in deze
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieDe gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten
De gelijkenis van de twee zonen Lees : Mattheüs 21:28-32 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel
Nadere informatie? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.
Zonder hulp: onduidelijkheden ophelderen 1. Lees de tekst actief. Schrijf de volgende tekens in de kantlijn bij de tekst om te laten zien dat je actief leest. X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht.
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is
Nadere informatieNieuwsbrief 3 De Vreedzame School
Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica
Nadere informatie