Uw mening over Europa 2020 Eindverslag juni 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uw mening over Europa 2020 Eindverslag juni 2010"

Transcriptie

1 EUROPESE UNIE Comité van de Regio's Raadpleging Uw mening over Europa 2020 Eindverslag juni 2010 EUROPESE UNIE Comité van de Regio's Rue Belliard/Belliardstraat, 101_1040 Bruxelles/Brussel _ BELGIQUE/BELGIË Tel / _ Fax +32 2/

2 Inhoudsopgave VOORWOORD... 4 BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN, EVALUATIE EN GEVOLGEN VOOR HET BELEID... 5 HOOFDSTUK 1 HET BELANG VAN GEDIFFERENTIEERDE TERRITORIALE DOELSTELLINGEN IN EUROPA DE EVENWICHTIGE BENADERING IN EUROPA 2020 VAN DE ECONOMISCHE, SOCIALE EN MILIEUPIJLERS DE CENTRALE STREEFCIJFERS AANVULLEN MET NATIONALE EN REGIONALE STREEFCIJFERS, GEZAMENLIJK VAST TE STELLEN DOOR ALLE RELEVANTE BELANGHEBBENDEN OPMERKINGEN EN SUGGESTIES M.B.T. DE CENTRALE STREEFCIJFERS % van de bevolking in de leeftijdsgroep van jaar moet werk hebben % van het EU-BBP moet worden geïnvesteerd in O&O "20/20/20"-klimaat- en energiedoelstellingen Onderwijsgerelateerde streefcijfers Het aantal mensen voor wie armoede dreigt moet met 20 miljoen dalen SUGGESTIES VOOR NIEUWE STREEFCIJFERS...12 HOOFDSTUK 2 HET BELEID VORMGEVEN DOOR HET BBP AAN TE VULLEN MET NIEUWE INDICATOREN VAN DUURZAME GROEI EN KWALITEIT VAN HET BESTAAN NOODZAAK VAN NIEUWE INDICATOREN NAAST HET BBP OM DE EUROPA 2020-STRATEGIE VORM TE GEVEN EN TE MONITOREN BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN DE BENODIGDE INDICATOREN HET AANWIJZEN VAN NIEUWE INDICATOREN SUGGESTIES VOOR MOGELIJKE EUROPA 2020-INDICATOREN...14 HOOFDSTUK 3 HOE KUNNEN STEDEN EN REGIO'S EEN ACTIEVE ROL SPELEN IN DE EUROPA 2020-STRATEGIE? PARTNERSCHAPPEN TUSSEN BESTUURSNIVEAUS ZIJN VAN CRUCIAAL BELANG VOOR EUROPA BIJDRAGE VAN DE LOKALE EN REGIONALE OVERHEDEN AAN EUROPA SAMENWERKING BIJ DE UITVOERING VAN KERNINITIATIEVEN Innovatie-Unie Jeugd in beweging Een digitale agenda voor Europa Efficiënt gebruik van hulpbronnen Industriebeleid in een tijd van mondialisering Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen Europees platform tegen armoede EEN SCEPTISCHE KIJK OP DE KERNINITIATIEVEN NIEUWE OPLOSSINGEN VOOR DE LOKALE EN REGIONALE GOVERNANCE VAN DE STRATEGIE, OF VERBETERING VAN BESTAANDE GOVERNANCESYSTEMEN Een veelvoud aan governancesystemen Invoering van nieuwe governancesystemen en verbetering van de bestaande kanalen voor de participatie van regio's en steden

3 HOOFDSTUK 4 EUROPA 2020 EN HET COHESIEBELEID: AANVULLEND EN ELKAAR VERSTERKEND BELEID WEDERZIJDS VERSTERKEND VERBAND TUSSEN EUROPA 2020 EN HET COHESIEBELEID Cohesiedoelstellingen hebben Europa 2020 nodig Europa 2020-doelstellingen hebben cohesie nodig Roep om cohesie in tijden van crisis DE LINK TUSSEN EUROPA 2020 EN HET COHESIEBELEID REKENING HOUDEN MET HET COHESIEBELEID EN EUROPA 2020 BIJ HET OPSTELLEN VAN DE EU-BEGROTING DE JUISTE HOEVEELHEID FINANCIËLE MIDDELEN WAARBORGEN EN DE UITGAVEN DOELGERICHTER, EENVOUDIGER EN RESULTAATGERICHTER MAKEN GELD UITGEVEN VIA PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN...30 HOOFDSTUK 5 EUROPA 2020 OP EEN DOELGERICHTE EN AANTREKKELIJKE MANIER VOOR HET VOETLICHT BRENGEN EUROPA 2020 MEER EN BETER VOOR HET VOETLICHT BRENGEN BOODSCHAPPEN AFSTEMMEN OP DOELGROEPEN EEN STRATEGIE DIE ZICHTBAAR IS VOOR HET ALGEMENE PUBLIEK EN VOOR SPECIFIEKE GROEPEN VAN BELANGHEBBENDEN SAMENWERKEN OP ALLE NIVEAUS OM EUROPA 2020 VOOR HET VOETLICHT TE BRENGEN INSTRUMENTEN DIE KUNNEN WORDEN GEBRUIKT OM EUROPA 2020 VOOR HET VOETLICHT TE BRENGEN

4 VOORWOORD In aansuiting op het Commissievoorstel "Europa Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" van 3 maart 2010 en de besprekingen in de Raad in maart 2010 heeft de Europese Raad tijdens zijn vergadering van juni 2010 formeel zijn goedkeuring gehecht aan deze nieuwe strategie 1. De centrale streefcijfers zijn vastgesteld, evenals de nieuwe geïntegreerde richtsnoeren. Verwacht wordt dat de zeven kerninitiatieven eind 2010 door de Europese Commissie zullen worden gepresenteerd. Bovendien zal een jaarlijkse monitoring en verslaglegging plaatsvinden om de uitvoering van de nieuwe strategie in goede banen te leiden. Reeds in mei 2009 heeft het Comité van de Regio's een raadpleging onder Europese regio's en steden gehouden over een nieuwe strategie voor duurzame groei 2. Op basis hiervan heeft het CvdR in december 2009 een initiatiefadvies 3 goedgekeurd, dat gedeeltelijk is verwerkt in bovengenoemd Commissievoorstel. Sommige kwesties die van belang zijn voor lokale en regionale overheden komen in de strategie echter nog steeds niet aan bod, met name de behoefte aan gedifferentieerde doelstellingen op territoriaal niveau; de behoefte aan indicatoren die verder gaan dan het BBP; de huidige rol van de lokale en regionale overheden in het uitstippelen en uitvoeren van de nieuwe strategie; de relatie tussen Europa 2020, het cohesiebeleid en de EU-begroting, alsmede de noodzaak om de nieuwe strategie bij alle EU-burgers onder de aandacht te brengen. Om die reden heeft het CvdR besloten deze kwesties verder uit te diepen en alle lokale en regionale overheden van de EU de gelegenheid te geven hun stem te laten horen via de raadpleging "Uw mening over Europa 2020", voor welk doel in maart 2010 een vragenlijst in alle EU-talen op de website van het monitoringplatform Europa 2020 is geplaatst. In dit verslag wordt een samenvatting gegeven van de 97 bijdragen die op 28 april 2010 waren ontvangen uit 21 van de 27 EU-lidstaten 4. Er hebben ongeveer evenveel steden als regio's aan deelgenomen. 24 respondenten zijn lid van het Monitoringplatform Europa 2020, een netwerk van circa 120 steden en regio's dat sinds 2006 toezicht houdt op de uitvoering van de Lissabonstrategie op lokaal en regionaal niveau. 10 respondenten zijn aangesloten bij het Burgemeestersconvenant, een samenwerkingsverband van meer dan 1700 EU-steden dat door de Europese Commissie in het leven is geroepen om een energieefficiënt beleid te stimuleren. Daarnaast hebben verschillende nationale en Europese verenigingen van lokale en regionale overheden en grensoverschrijdende groeperingen van regio's een bijdrage geleverd. Alle bijdragen zijn in de originele taal en het Engels, samen met de vragenlijst, te vinden op de website van het monitoringplatform Europa 2020 ( Onderstaande "Belangrijkste bevindingen" laten de thema's zien waarover de meeste respondenten het eens zijn, terwijl een uitgebreider overzicht van standpunten en suggesties is te vinden in het verslag zelf. De inhoud van het verslag vertegenwoordigt niet noodzakelijk het standpunt van het Comité van de Regio's Officiële documenten over Europa 2020 zijn te vinden op Voor het volledige verslag en de ontvangen bijdragen, zie Hoe de Lissabonstrategie er na 2010 moet uitzien (CdR 25/2009) Er werden geen bijdragen ontvangen uit Bulgarije, Cyprus, Ierland, Letland, Malta en Slovenië. De lijst met respondenten is aan het eind van dit document opgenomen. 4

5 BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN, EVALUATIE EN GEVOLGEN VOOR HET BELEID EU-STEDEN EN -REGIO'S: EUROPA 2020 IS BELANGRIJK Aan de raadpleging van het Comité van de Regio's hebben 97 Europese regio's en steden uit 21 EUlidstaten deelgenomen. Zij hebben uitstekende documenten ingediend waaruit hun inzet blijkt voor de nieuwe Europa strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Zo leveren zij een schat aan commentaar, suggesties en concrete voorbeelden van hoe zij concreet kunnen meewerken aan de tenuitvoerlegging van de strategie. De respondenten appreciëren de evenwichtige benadering van de blauwdruk van de Europa 2020-strategie zoals die blijkt uit de prioriteiten en de ambitieuze engagement voor doelstellingen voor de hele EU. Zij menen ook dat de kerninitiatieven concrete instrumenten zijn om Europa 2020 dichter bij de EU-burgers te brengen. In de blauwdruk van de Commissie wordt echter onvoldoende rekening gehouden met de territoriale verscheidenheid en verschillen, wordt het BBP niet aangevuld met nieuwe indicatoren waarmee beleid kan worden vormgegeven, wordt er geen einde gemaakt aan de huidige versnippering van de beleidsprogramma's en bijbehorende financieringsinstrumenten, wordt administratieve vereenvoudiging niet tot prioriteit uitgeroepen, wordt er niet genoeg moeite gedaan om partnerschappen tussen nationale, regionale en lokale overheden te bevorderen en wordt niets gedaan aan het communicatieprobleem dat de nieuwe strategie dichter bij het dagelijkse leven van de burger moet worden gebracht. Mede als gevolg van de krappe termijn voor goedkeuring van de nieuwe strategie, zoals deze was voorgesteld bij de publicatie van de raadpleging, vrezen de meeste respondenten dan ook dat hun bijdrage tot de uitvoering en het succes van Europa 2020 gering zal zijn 5. Zij geven een waaier aan concrete suggesties voor de verbetering van de Europa 2020-blauwdruk en voor de geslaagde uitvoering ervan. UITSTIPPELING EN UITVOERING VAN DE NIEUWE STRATEGIE: UITDAGINGEN EN KANSEN 1. Europa 2020 houdt geen rekening met bestaande sociaaleconomische verschillen en de ongelijke verdeling van kansen tussen en in regio's en steden. Deze verschillen zijn het afgelopen decennium nog toegenomen en tonen niet alleen de "traditionele" kloof tussen ontwikkelde en achterblijvende regio's, maar zijn ook waarneembaar in een aantal van de meest ontwikkelde gebieden, bijvoorbeeld in arme buurten van meerdere EU-steden. Doordat Europa 2020 van bovenaf uitsluitend EU- en nationale doelen vastlegt, kunnen doelstellingen, indicatoren en streefcijfers met de voorgestelde beheersstructuur niet op maat worden gesneden om rekening te houden met die lokale en regionale verschillen. 5 De nationale hervormingsprogramma's die de lidstaten ten uitvoer zullen leggen om de Europa 2020-doelstellingen te helpen verwezenlijken zullen in het najaar van 2010 moeten worden gepresenteerd (situatie van juni 2010). 5

6 Door de doelstellingen, indicatoren en streefcijfers aan te passen aan verschillende lokale en regionale omstandigheden, zou de nieuwe strategie realistischer en doeltreffender worden: lokale troeven dragen bij tot duurzame groei en verbeteren de levensomstandigheden van de EU-burgers, waarmee de cohesie wordt versterkt. 2. Europa 2020 is geen stimulans voor de uitwerking van indicatoren inzake duurzame ontwikkeling als aanvulling op het BBP. De goedkeuring van dergelijke indicatoren, in het kader van een flexibele uitvoering van de nieuwe strategie waaraan alle betrokken bestuursniveaus en andere belanghebbenden hun steentje bijdragen, is noodzakelijk voor de vaststelling van lokale en regionale streefcijfers en helpt om de strategie op de meest geschikte manier op lokaal niveau te kunnen uitvoeren. De respondenten geven voorbeelden van mogelijke indicatoren. 3. De beleidsinstrumenten en bijhorende financieringsinstrumenten van Europa 2020 blijven net als bij de Lissabonstrategie versnipperd, zodat de kans bestaat dat zij geen resultaten opleveren. Bovendien is in Europa 2020 administratieve vereenvoudiging geen prioriteit. Beleidsinstrumenten en het gebruik ervan moeten worden gecoördineerd en vereenvoudigd, zodat doelgericht en samenhangend wordt gefocust op een beperkt aantal doelstellingen. Zo wordt ook de noodzakelijke onderlinge afstemming bevorderd tussen verschillende EU-beleidstakken, met inbegrip van het cohesiebeleid en beleid in andere relevante sectoren. 4. Of de Europa 2020-doelstellingen uiteindelijk worden bereikt, zal niet alleen afhangen van wát de betrokken overheden doen, maar nog veel meer van de vraag of hun optreden gecoördineerd en synchroon plaatsvindt. Bij de uitvoering van meerdere aspecten van de zeven aangekondigde kerninitiatieven zullen lokale en regionale overheden een sleutelrol spelen. Hun rol wordt echter niet erkend, noch bij de uitwerking van de doelstellingen en kerninitiatieven, noch bij de opstelling van de nationale hervormingsprogramma's. Er zijn verschillende landen waar ten minste sommige aspecten van de nieuwe strategie onder de bevoegdheid van de lokale en regionale overheden vallen, terwijl het Commissievoorstel een overhaaste top-down benadering beschrijft. Om de beloften van de strategie te kunnen waarmaken, is vanaf het begin coördinatie nodig tussen alle betrokken overheden. In het bijzonder in 2010 moeten lokale en regionale overheden, nationale regeringen en de EU samenwerken, eerst om de doelen te bepalen - ook op regionaal niveau - en vervolgens om de kerninitiatieven en nationale hervormingsprogramma's uit te werken en op te starten. In dit proces moeten de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid nauwgezet in acht worden genomen. 5. De blauwdruk stelt terecht dat cohesiebeleidsinstrumenten bijdragen aan de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen, maar maakt niet duidelijk hoe Europa 2020 kan bijdragen aan een grotere cohesie in de EU. Indien de strategie niet op flexibele wijze ten uitvoer wordt gelegd wordt misschien de kans gemist om met het plaatselijke menselijke kapitaal en andere troeven slimme, duurzame en inclusieve groei op gang te brengen. 6

7 De respondenten stellen unaniem dat Europa 2020 en het cohesiebeleid moeten worden gezien als elkaar versterkende beleidsinstrumenten waarmee duurzame groei kan worden bevorderd en de sociale, economische en territoriale samenhang kan worden vergroot. De bezorgdheid over territoriale cohesie neemt toe, ook in de rijkere EU-regio's. Daarom moet het cohesiebeleid bij de verwezenlijking van zijn herverdelingsdoelstellingen alle regio's blijven bestrijken. Het budget voor de Europa 2020-strategie en het cohesiebeleid mag niet worden verlaagd en zou zelfs indien mogelijk moeten worden verhoogd. Het is van nog groter belang dat de uitgaven gerationaliseerd en vereenvoudigd worden, en door de verbetering van de monitoring- en beoordelingsprocedures efficiënter worden gemaakt. Het loont ook de moeite om na te gaan hoe regio's en steden die hun uitgaven efficiënt beheren, kunnen worden beloond, om zo degenen die het beter willen gaan doen, te ondersteunen en degenen die ondermaats presteren, te bestraffen. Stedelijke overheden moeten een hoofdrol spelen als het erom gaat van Europa 2020 een succes te maken: zij kunnen de motor van de groei zijn, maar hebben te kampen met enorme problemen op het vlak van economische en sociale cohesie. De inspanningen in plattelandsgebieden om op een nieuwe en stevige basis tot meer groei te komen, verdienen ondersteuning. Groei en cohesie in de EU zouden er zeker baat bij hebben als in Europa 2020 ruimte wordt ingelast voor meer inspanningen om basisinfrastructuur waar nodig te verbeteren. Heel wat respondenten benadrukken dat coalities van regio's met beleidsmakende verantwoordelijkheden, incl. grensoverschrijdende coalities (zoals EGTS en macroregio's), ook als partners moeten worden beschouwd. 6. De Europese Unie voor het voetlicht brengen bij de burgers is altijd al geen sinecure geweest - Europa 2020 aan het grote publiek uitleggen, wordt zeker niet gemakkelijker. Hoe moeilijk de communicatie over Europa 2020 ook is, het lukt alleen als de nadruk wordt gelegd op de daadwerkelijke invloed van de strategie op duurzame ontwikkeling en op de lokale en regionale leefomstandigheden van de hele bevolking en bepaalde doelgroepen. Daartoe moet gebruik worden gemaakt van moderne communicatiemiddelen en van de hele actieve betrokkenheid van lokale en regionale overheden. EVALUATIE EN GEVOLGEN VOOR HET BELEID Dat de respondenten zoveel interesse hebben voor Europa 2020 hoeft niet te verbazen aangezien: de nieuwe strategie wordt voorgesteld in een tijd waarin de lidstaten en hun regio's en steden niet allemaal even hard worden getroffen door de ergste recessie in jaren, waardoor de bestaande sociaaleconomische verschillen nog groter worden en de groeiprognoses voor de EU als geheel slechter worden; de huidige bezorgdheid over monetaire stabiliteit in de eurozone een reden te meer is om een grotere begrotingsdiscipline te koppelen aan betere groeiprognoses voor de EU op de lange termijn; zo kunnen de lidstaten een duurzaam begrotingsbeleid gaan voeren en een langdurige recessie voorkomen. 7

8 In het licht van deze zorgwekkende economische situatie wordt het nog belangrijker om de Lissabonstrategie te vervangen door een nieuwe en efficiëntere strategie waarmee het Europese concurrentievermogen wordt vergroot, zodat er weer ruimte komt voor groei. Uit de bijdragen blijkt dat lokale en regionale overheden in de EU goed beseffen wat er op het spel staat. Zij hebben zich dienovereenkomstig doelen gesteld en willen doen wat nodig is om die doelen te bereiken (bijvoorbeeld via het burgemeestersconvenant). De overheden die hebben meegedaan aan de raadpleging zijn er echter niet zeker van dat de Europa strategie zoals die nu voorligt, de beloftes kan waarmaken. De Europa 2020-strategie biedt de broodnodige kans om de economische crisis het hoofd te bieden en duurzame ontwikkeling op de lange termijn te bevorderen, en om tegelijkertijd de levenskwaliteit van de EU-burgers te verbeteren en onderlinge verschillen af te vlakken. Om die kans zo goed mogelijk te benutten, moeten alle bestuursniveaus, ook lokale en regionale overheden, de gelegenheid krijgen om als permanente partners bij te dragen aan de uitstippeling en uitvoering van de Europa 2020-strategie. In 2010 moeten alle bestuursniveaus dus betrokken worden bij de vaststelling van de streefdoelen en de uitwerking van kerninitiatieven en nationale hervormingsprogramma's. Om die reden heeft het CvdR een Territoriaal Pact voor lokale en regionale overheden over de Europa 2020-strategie voorgesteld, zodat voor de toekomstige strategie een eigen inbreng op verschillende niveaus kan worden gegarandeerd middels een daadwerkelijk partnerschap tussen de Europese, nationale, regionale en lokale overheden. Naast dit pact zouden er nationale territoriale pacten moeten worden vastgesteld, in het kader waarvan de lidstaten met de regio's en steden zouden moeten samenwerken door actief gebruik te maken van de bestaande institutionele instrumenten. Het Comité van de Regio's zal via zijn monitoringplatform Europa 2020 de vooruitgang van de nieuwe Europa 2020-strategie in het veld op de voet blijven volgen en hierover regelmatig bij de Raad, de Commissie en het Europees Parlement verslag uitbrengen. 8

9 HOOFDSTUK 1 HET BELANG VAN GEDIFFERENTIEERDE TERRITORIALE DOELSTELLINGEN IN EUROPA De evenwichtige benadering in Europa 2020 van de economische, sociale en milieupijlers La stragrande maggioranza dei partecipanti valuta positivamente il nuovo equilibrio dato all'approccio del progetto di strategia Europa 2020, che si riflette nelle priorità di quest'ultima (ossia una crescita intelligente, sostenibile e inclusiva) e nel suo impegno ambizioso a realizzare gli obiettivi principali su scala UE 6. In particolare: i partecipanti ritengono che lo scopo di promuovere la crescita (sostenibile) sia fondamentale e che implichi un incremento della competitività dei paesi e dei territori, confermano che le preoccupazioni ambientali, in particolare in relazione ai cambiamenti climatici, dovrebbero essere considerate come una priorità principale, quasi tutti inseriscono il concetto della crescita "inclusiva" nel più ampio contesto della necessità di una maggiore coesione sociale e territoriale. Mentre la coesione sociale riguarda la creazione di maggiori opportunità di lavoro, la coesione territoriale affronta le disparità socioeconomiche esistenti non solo tra gli Stati membri e tra le regioni, ma anche all'interno di queste ultime, e, in particolare, all'interno delle zone più sviluppate dell'ue. 1.2 De centrale streefcijfers aanvullen met nationale en regionale streefcijfers, gezamenlijk vast te stellen door alle relevante belanghebbenden De meeste respondenten zijn het erover eens dat de streefcijfers een beleidsvormende functie hebben, en dat zij dus moeten worden gebruikt als een instrument om alle relevante belanghebbenden op verschillende territoriale niveaus (EU, nationaal, regionaal en lokaal niveau) te betrekken bij de multilevel-beleidsplanning. De meeste respondenten hebben dan ook aangegeven dat de indicatoren en streefcijfers de volgende kenmerken moeten hebben: zij moeten beperkt in aantal zijn, zoals het geval is in het huidige Europa 2020-voorstel; zij moeten duidelijk verband houden met de langetermijndoelstellingen van de strategie, en begrijpelijk zijn voor de burgers; zij moeten meetbaar zijn, aan de hand van standaarddefinities, zodat ze onderling kunnen worden vergeleken; zij moeten onderling verbonden en samenhangend zijn, om mogelijke conflicten tussen beleidsdoelstellingen te voorkomen; zij moeten zowel realistisch als ambitieus zijn; zij moeten flexibel worden aangepast aan de sociaaleconomische kenmerken van ieder gebied. 6 Gli obiettivi principali della strategia Europa 2020 sono trattati nel punto che segue. 9

10 Dit laatste punt is een van de belangrijkste bevindingen van de raadpleging: volgens de meeste respondenten vragen verschillende situaties en uitgangsposities om verschillende beleidsdoelstellingen, streefcijfers en beleid. Om ervoor te zorgen dat iedere lidstaat bijdraagt aan de Europa 2020-doelstellingen volgens zijn eigen nationale omstandigheden en uitgangspositie, heeft de Commissie de lidstaten gevraagd deze streefcijfers vóór de Europese Raad van juni te vertalen naar nationale streefcijfers. Gevraagd naar hun mening over deze benadering zeiden zo goed als alle respondenten dat de EU-streefcijfers niet als standaard-streefcijfers voor alle regio's en gemeenten van de EU moeten worden beschouwd. Zij denken dat er zowel op nationaal als regionaal niveau specifieke doelstellingen en streefcijfers moeten worden vastgesteld, waarbij ook aandacht moet worden geschonken aan stedelijke en plattelandsgebieden. Voor achtergebleven regio's zou de vaststelling van streefcijfers moeten helpen om alle beschikbare middelen te concentreren op het dichten van de kloof met de meer ontwikkelde gebieden. Hiermee krijgen Europa 2020 en het cohesiebeleid een hefboom waarmee de verwezenlijking van dezelfde doelstellingen kan worden bevorderd, op voorwaarde dat het cohesiebeleid voldoende financiële middelen ter ondersteuning van overheidsinvesteringen in convergentiegebieden. (Zie hoofdstuk 4 voor de standpunten van de respondenten over het verband tussen Europa 2020 en het EU-cohesiebeleid). Om geloofwaardige streefcijfers vast te stellen en de territoriale betrokkenheid te bevorderen zouden alle relevante belanghebbenden een rol moeten krijgen bij de vaststelling van streefcijfers. Verschillende respondenten hameren erop dat de subsidiariteits- en evenredigheidsbeginselen in acht moeten worden genomen bij de vaststelling van streefcijfers. De vaststelling van streefcijfers wordt over het algemeen beschouwd als een complexe taak, maar van cruciaal belang om de nieuwe strategie tot een succes te maken. Vandaar dat een overgrote meerderheid van respondenten van mening is dat de routekaart voor Europa 2020 ruimte moet bieden voor een eerlijke en doeltreffende raadpleging van en coördinatie tussen belanghebbenden, met name tussen de verschillende bestuursniveaus. 1.3 Opmerkingen en suggesties m.b.t. de centrale streefcijfers Veel respondenten hebben over elk van de vijf centrale streefcijfers iets op te merken, en hebben bijkomende streefcijfers voorgesteld voor hun land % van de bevolking in de leeftijdsgroep van jaar moet werk hebben Veel respondenten benadrukken het belang van een hoge werkgelegenheidsgraad, maar betwijfelen de haalbaarheid van de EU-doelstelling gezien de omstandigheden waarin hun land verkeert. Sommigen zeggen dat bij dit streefcijfer tevens moet worden gekeken naar de kwaliteit (en niet alleen de kwantiteit) van de werkgelegenheid: langdurige arbeidsverbanden verdienen de voorkeur boven precaire banen de terugdringing van deze laatste categorie zou volgens sommige respondenten een doelstelling op zich moeten worden. Velen van hen stellen voor bijzondere aandacht te besteden aan de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt. Ook wordt voorgesteld een streefcijfer op te nemen betreffende de mobiliteit van arbeidskrachten. 10

11 % van het EU-BBP moet worden geïnvesteerd in O&O Voor wat het tweede streefcijfer betreft (3% van het EU-BBP moet worden geïnvesteerd in O&O) zijn de respondenten verdeeld: ofwel vinden ze het streefcijfer niet realistisch (streefcijfer kan onmogelijk worden bereikt) ofwel niet ambitieus genoeg (streefcijfer zou veel hoger moeten zijn). Deze divergentie kan worden verklaard doordat regio's in verschillende uitgangsposities verkeren. Veel respondenten vinden dit streefcijfer niet concreet genoeg (of te weinig resultaatgericht) om tastbare resultaten op te kunnen leveren. Of zij vinden dat het niet helpt de kennisoverdracht aan ondernemingen te bevorderen. Wat de vaststelling voor O&O-streefcijfers betreft zou er een sterker verband moeten zijn tussen de behoeften van de reële economie en de doelstellingen op het stuk van hoger onderwijs, onderzoek en opleiding "20/20/20"-klimaat- en energiedoelstellingen Het derde pakket streefcijfers van Europa 2020 houdt verband met de "20/20/20"-klimaat- en energiedoelstellingen. Over het algemeen worden zij goed ontvangen door de respondenten, hoewel sommigen zeggen dat zij ambitieuzer zouden kunnen zijn. Anderen wijzen erop dat om deze streefcijfers te verwezenlijken, geschikte (financiële, wettelijke, technologische) voorwaarden nodig zijn. Sommigen wijzen op de noodzaak van nieuwe streefcijfers die de naleving van de huidige milieuregelgeving meten, een grotere focus op instandhouding van de biodiversiteit, bescherming en rationeel gebruik van waterbronnen Onderwijsgerelateerde streefcijfers Veel respondenten benadrukken dat onderwijs een nationale (of regionale) bevoegdheid blijft, en wijzen op het subsidiariteitsbeginsel. Het streefcijfer zou duidelijker moeten worden gedefinieerd, en zou ook de kwaliteit van het onderwijs moeten betreffen om aanvaardbaar te zijn. Sommigen zeggen dat het verkeerd is om te focussen op het aantal jaren dat men naar school gaat, omdat dit niet altijd een garantie voor kwaliteit is. Sommigen vinden dat de kwaliteit van het onderwijs en de aangeboden banen niet goed op elkaar aansluiten. Het centrale streefcijfer zegt niets over het belang van levenslang leren. De streefcijfers zouden meer betrekking moeten hebben op de kwaliteit van de educatieve vaardigheden (lezen, schrijven en rekenen, en computervaardigheden), en moeten worden uitgesplitst naar geslacht. Ook zou de vooruitgang van de onderwijssystemen moeten worden gemeten aan de hand van streefcijfers op het gebied van excellence en bevordering van ondernemerschap (via een doeltreffende wisselwerking tussen universiteiten, beroepsopleidingen en het bedrijfsleven) Het aantal mensen voor wie armoede dreigt moet met 20 miljoen dalen Het streefcijfer op het gebied van armoedebestrijding moet worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en etnische afstamming. Het begrip "voor wie armoede dreigt" moet beter worden gedefinieerd, rekening houdend met de verschillende socialezekerheidsstelsels en uiteenlopende percepties over de kwaliteit van het bestaan. De recente crisis heeft de noodzaak van armoedebestrijding alleen maar groter gemaakt, maar als gevolg van de aanhoudende begrotingsproblemen kunnen sociale investeringen in gevaar komen. 11

12 Verschillende respondenten wijzen erop dat de sociale streefcijfers meer betrekking moeten hebben op een eerlijke verdeling in het algemeen in plaats van het armoedepercentage alleen (bv. sociale cohesie). Ook de toegang tot de gezondheidszorg moet in een streefcijfer worden vervat. Sommigen vragen zich af hoe de sociale innovatie, d.w.z. nieuwe maatregelen op sociaal gebied, uitgevoerd door lokale actoren en gefinancierd met zowel publieke als private middelen zodat ondanks de huidige begrotingsbeperkingen een sterker sociaal beleid kan worden gevoerd kan worden bevorderd met adequate streefcijfers. Weer anderen onderstrepen de noodzaak van bijkomende streefcijfers op het stuk van actief ouder worden, gendergelijkheid en toegang tot de arbeidsmarkt voor jongeren met sociale problemen. 1.4 Suggesties voor nieuwe streefcijfers Veel respondenten stellen voor streefcijfers toe te voegen op het gebied van economie, infrastructuur en duurzame groei, het percentage startende ondernemingen, toegang tot vervoersinfrastructuur, duurzaam toerisme, toename van de lokale voedselproductie en gelijke voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden. Ook is voorgesteld een zesde centraal streefcijfer toe te voegen voor de doelstelling "verkleining van de verschillen tussen de regio's". Dit sluit aan op de opvatting van verschillende respondenten dat er een sterk verband moet zijn tussen het cohesiebeleid en de Europa 2020-strategie (zie hoofdstuk 4). Er worden echter geen praktische voorbeelden gegeven van hoe deze doelstelling op een andere manier kan worden verwezenlijkt dan met de huidige benadering van het cohesiebeleid, waarbij de uitgaven uit de structuurfondsen voornamelijk worden gericht op minder ontwikkelde regio's. Sommige respondenten wijzen erop dat de streefcijfers een grensoverschrijdende dimensie moeten hebben, en rekening moeten houden met de behoeften en doelstellingen van grensoverschrijdende regio's. 12

13 HOOFDSTUK 2 HET BELEID VORMGEVEN DOOR HET BBP AAN TE VULLEN MET NIEUWE INDICATOREN VAN DUURZAME GROEI EN KWALITEIT VAN HET BESTAAN 2.1 Noodzaak van nieuwe indicatoren naast het BBP om de Europa 2020-strategie vorm te geven en te monitoren De besluiten over de Europa 2020-doelstellingen op Europees, nationaal en mogelijk regionaal/lokaal niveau vereisen een reeks adequate, beschikbare en vergelijkbare indicatoren ten einde: alle relevante belanghebbenden te betrekken bij de besluitvorming; de uitvoering te monitoren; de resultaten te beoordelen. Gevraagd naar het soort indicatoren dat zou moeten worden gebruikt om de voortgang ten aanzien van de Europese streefcijfers te meten, geven de meeste respondenten een tweeledig antwoord: het BBP mag niet buiten beschouwing worden gelaten omdat het een wereldwijd gebruikte, vergelijkbare indicator is, maar deze zou moeten worden aangevuld met andere indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteit van het bestaan, sociale en duurzaamheidsaspecten; de indicatoren moeten niet alleen worden gebruikt voor monitoringsdoeleinden maar ook als instrument voor beleidsvorming. De meeste respondenten hebben hun antwoorden op basis hiervan verder uitgewerkt, en hebben gedetailleerd uiteengezet hoe de indicatoren eruit zouden moeten zien, met tal van voorbeelden en suggesties. 2.2 Belangrijkste kenmerken van de benodigde indicatoren De meeste respondenten zijn van mening dat de Europa 2020-indicatoren een aantal gemeenschappelijke kenmerken moeten hebben. In de eerste plaats zouden zij moeten overeenstemmen met en aansluiten op de basisdoelstellingen groei, duurzaamheid en cohesie. Dit is van belang als we willen dat de strategie werkelijk op drie pijlers is gebaseerd een economische, een sociale en een milieupijler en aan alle EU-burgers wordt meegedeeld en uitgelegd. n de tweede plaats zouden zij, om tijdens de gehele duur van de nieuwe strategie te kunnen worden gebruikt als beleidsvormings- en monitoringsinstrument, enerzijds op heldere wijze moeten worden gedefinieerd, zodat zij in de hele EU en naar verloop van tijd kunnen worden vergeleken. Zo zou op het gebied van onderwijs een differentiatie tussen landen moeten worden gemaakt bij de vaststelling van EUstreefcijfers; anderzijds zouden zij flexibel genoeg moeten zijn om te worden aangepast aan de verschillende sociaaleconomische situaties in regio's en gebieden. 13

14 In de derde plaats zouden de indicatoren, als gevolg van de sterke nadruk op territoriale samenhang (zie ook hoofdstuk 1 en 4), niet alleen duidelijk en eenvoudig moeten zijn, maar ook op (sub)regionaal niveau moeten worden uitgesplitst. Verder zouden zij op regionaal niveau, en soms ook op subregionaal (NUTS 3)-niveau, beschikbaar moeten zijn. De respondenten zijn zich ervan bewust dat de beschikbaarheid van gedetailleerde regionale gegevens financiële problemen kan opleveren, omdat zeer brede steekproeven moeten worden gehouden. Toch vinden zij dat deze problemen moeten worden overwonnen, omdat Europa 2020 anders een onmisbaar uitvoerings- en monitoringsinstrument ontbeert. 2.3 Het aanwijzen van nieuwe indicatoren De indicatoren van Europa 2020, en hun streefwaarden, kunnen niet van bovenaf worden opgelegd. Integendeel: als deze indicatoren een beleidsvormende functie moeten krijgen als zij moeten worden gebruikt om de nieuwe strategie uit te stippelen, ten uitvoer te leggen en te monitoren, en om de strategie over te brengen aan de burgers en ondernemingen in de EU dan zouden zij door alle relevante belanghebbenden gezamenlijk moeten worden vastgesteld, via een raadplegings- en coördinatieproces. De lokale en regionale overheden die aan het onderzoek hebben meegewerkt zijn bereid hun verantwoordelijkheid op zich te nemen om de nieuwe strategie tot een succes te helpen maken. Maar zij denken dat zij hiertoe niet in staat zijn als zij niet worden betrokken bij het hele proces - inclusief de vaststelling van nieuwe indicatoren en bijbehorende streefcijfers. 2.4 Suggesties voor mogelijke Europa 2020-indicatoren Gevraagd naar het soort indicatoren dat zou moeten worden gebruikt in het kader van Europa 2020, geven veel respondenten voorbeelden van indicatoren voor de uitvoering van de nieuwe strategie op nationaal en regionaal niveau. Sommige respondenten vragen zich af of de voorgestelde EU-streefcijfers op de specifieke omstandigheden van hun land van toepassing kunnen zijn. In het kader staat een overzicht van de ontvangen antwoorden. Voor ieder streefcijfer worden verschillende indicatoren voorgesteld die zouden kunnen worden gebruikt om de Europa doelstellingen of andere nationale en regionale beleidsprioriteiten te verwezenlijken. Sommige indicatoren worden nu al door meerdere regio's gebruikt. 14

15 Suggesties van respondenten voor Europa 2020-indicatoren Veel van de indicatoren op deze lijst zijn al goed bekend, net als hun bronnen, terwijl andere indicatoren nog nader zouden moeten worden onderzocht en uitgewerkt alvorens te kunnen worden gebruikt. Streefcijfer 1 - Werkgelegenheid Werkgelegenheidsgraad op de lange termijn Aantal nieuwe, duurzame arbeidsplaatsen Participatiegraad van vrouwen/jongeren/geschoolde arbeidskrachten Werkgelegenheidsgraad in hightech-sectoren Werkgelegenheidsgraad van legale immigranten / impact op BBP Langdurig werklozen Aantal jongeren dat geen onderwijs of opleiding volgt en geen werk heeft Streefcijfer 2 O&O en innovatie BBP bestemd voor O&O en innovatie Particuliere uitgaven voor O&O / Investeringen van het MKB in O&O (als % van de omzet) Toegang van burgers en economische actoren tot nieuwe technologieën / gebruik daarvan in de productieketen Product-/procesinnovatie (als percentage van totaal aantal verkochte industrieproducten en het aantal bedrijven dat aan innovatie doet) Aantal verleende octrooien (geregistreerd door het Europees Octrooibureau) per miljoen inwoners Hogesnelheidsinternet / percentage huishoudens en ondernemingen met toegang tot breedbandinternet Streefcijfer 3 - Milieu Ecologische voetafdruk Lucht- en waterkwaliteit/verontreiniging Afvalproductie: Terugwinning van grondstoffen / hoeveelheid gerecycleerde materialen per jaar Toxische materialen Energie: o Percentage hernieuwbare energie (van het totale verbruik van primaire energie) o Investeringen van ondernemingen in hernieuwbare energie o Percentage met hernieuwbare energie geproduceerde goederen o Totaal energieverbruik/besparing Totale broeikasgasemissies Groene oppervlakte per hoofd van de bevolking Milieukosten van de economische ontwikkeling Ecologische duurzaamheidsindex Het potentieel aan natuurlijke hulpbronnen Samenvattende indicatoren die rekening houden met de belangrijkste elementen van duurzame ontwikkeling en milieubescherming, zoals: o de reeks kernindicatoren van de EER; o de reeks EU-indicatoren voor duurzame ontwikkeling; o de index voor de individuele levensomstandigheden; o de indicator van echte vooruitgang (Genuine Progress Indicator); o de (regionale) index voor duurzame economische welvaart; de index voor de duurzame samenleving (Sustainable Society Index) o Streefcijfer 4 - Onderwijs Onderwijs- en opleidingsniveaus en resultaten: o Jongeren met een diploma o Aantal scholieren/studenten in een bepaalde leeftijdsgroep o Percentage mensen dat het verplicht onderwijs afmaakt in een bepaalde leeftijdsgroep o Percentage leerlingen dat de middelbare school verlaat met een erkend diploma o Beroepskwalificaties Hoger onderwijs: o Aantal doctoraten (per mensen) o Aantal afgestudeerden in exacte wetenschappen Taalvaardigheden o 15

16 Kostenefficiëntie van het onderwijs Vooruitgang als het gaat om het terugdringen van laaggeletterdheid Percentage vroegtijdige schoolverlaters Streefcijfer 5 - De sociale sfeer De menselijke ontwikkelingsindex (Human Development Index) Kwaliteit van het bestaan en welzijn: o huisvestingsnormen en toegang tot huisvesting o spreiding van en toegang tot gezondheidszorg o levensstandaard (zoals salarisniveau en koopkracht) o levensverwachting (en sterftecijfer) o waargenomen levenskwaliteit o veiligheid en criminaliteit Sociale integratie: o index van de sociale samenhang en integratie o index van de sociale integratie (toegang tot onderwijs, mobiliteit en openbare dienstverlening) o verschillen qua gezondheidszorg voor verschillende sociaaleconomische groepen o sociale betrekkingen o inkomensverdeling o de digitale kloof Armoede: o inkomen per capita o regionale armoede-index o percentage inwoners dat op basis van nationale statistieken onder de armoedegrens leeft o aantal mensen die door armoede worden bedreigd o de "Index Multiple Deprivation" (economische en sociale kerngegevens) o beroep op sociale bijstand (aantal begunstigden van sociale uitkeringen) Demografie (leeftijdsopbouw) Gendergelijkheidsindex Indicatoren voor niet-marktactiviteiten Andere voorgestelde indicatoren Indexen die de economische prestaties en de sociale vooruitgang meten (Stieglitz rapport) Investeringsniveau Productiviteit (BBP/BRP) Startende ondernemingen Volume van het goederenvervoer (als % van het BBP) Investeringen en particuliere financiering (hefboomeffect van overheidsuitgaven) Aanwezigheid van infrastructuur Aantal lokale overheden dat wordt bereikt door voor hen bedoelde programma's Indicatoren die een vergelijking met landen als de VS en Japan mogelijk maken Insulariteitsindicator (om te meten in hoeverre insulariteit een nadelige factor is) Gegevens uit het ESPON-programma (SPAN-3-project toekomstscenario's voor het Europese grondgebied op Nuts 3-niveau) OESO-indexen m.b.t. de participatiedemocratie 16

17 HOOFDSTUK 3 HOE KUNNEN STEDEN EN REGIO'S EEN ACTIEVE ROL SPELEN IN DE EUROPA STRATEGIE? 3.1 Partnerschappen tussen bestuursniveaus zijn van cruciaal belang voor Europa 2020 Een overweldigende meerderheid van de respondenten zegt dat Europa 2020 de samenwerking met lokale en regionale overheden nog steeds in concrete actie moet vertalen, en dat dit een cruciale tekortkoming van de blauwdruk van Europa 2020 is. Zij vinden dat er in de tekst explicieter moet worden verwezen naar de lokale en regionale overheden. Veel respondenten waarschuwen voor het gevaar dat de nieuwe strategie, indien de lokale en regionale overheden onvoldoende worden betrokken bij de vaststelling van nationale streefcijfers en de verdere uitwerking van de strategie: geen rekening houdt met specifieke territoriale omstandigheden, slecht zal aansluiten op ander relevant beleid op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Om ervoor te zorgen dat de strategie rekening houdt met regionale en lokale verschillen en aan uiteenlopende omstandigheden kan worden aangepast, zouden de regionale en lokale overheden een actievere rol moeten spelen bij het uitstippelen, uitvoeren en beoordelen van de nieuwe strategie. Hierbij zou dan wel het subsidiariteitsbeginsel moeten worden gerespecteerd, met name op het gebied van onderwijs en sociaal beleid, zoals door sommige respondenten wordt benadrukt. Dit betekent met name dat de verschillende bestuursniveaus zorgvuldig moeten samenwerken om indicatoren en streefcijfers vast te stellen, en om de kerninitiatieven uit te werken. Het vaststellen van geloofwaardige streefcijfers en de integratie daarvan in de territoriale beleidsprogramma's kost tijd. Verscheidene respondenten benadrukken dat het tijdschema voor de goedkeuring van de Europa strategie onvoldoende ruimte biedt voor een constructieve bijdrage van subnationale partners 7. In landen waar er een gestructureerde vorm van samenwerking tussen de centrale en subnationale overheid is zijn respondenten sceptisch over de mogelijkheid deze samenwerkingsstructuren te gebruiken voor het uitstippelen van de strategie, omdat het tijdschema zeer krap is. Volgens verschillende respondenten kan van de Lissabonstrategie worden geleerd dat als steden en regio's niet als partners worden beschouwd, zij niet het gevoel zullen hebben dat zij baat hebben bij de strategie, zodat zij deze ook niet als "hun eigen" strategie gaan beschouwen. "Geen partnerschap" betekent "geen ownership", wat dan weer leidt tot een gebrek aan coördinatie tussen de verschillende bestuursniveaus, en minder toegevoegde waarde voor de burgers. 7 Het probleem van het extreem krappe tijdschema voor de goedkeuring van de strategie en de geïntegreerde richtsnoeren werd ook erkend door de conferentie van commissievoorzitters van het EP op 5 mei Tijdens de Europese Raad van 17 juni 2010 zijn echter nog geen nationale streefcijfers goedgekeurd dit wordt verwacht voor het najaar van

18 3.2 Bijdrage van de lokale en regionale overheden aan Europa 2020 Veel respondenten zijn het erover eens dat Europa 2020 een brede strategie is die met tastbare acties op regionaal niveau ten uitvoer moet worden gelegd via een bottom-up benadering met een sterke lokale dimensie, zoals aanbevolen in het Barca-rapport. Dat is waarom de meeste respondenten zichzelf een actieve rol in Europa 2020 toebedelen. Naast hun betrokkenheid bij de vaststelling van streefcijfers en indicatoren en de praktische uitvoering ervan (zie hierboven), geven zij tientallen voorbeelden van manieren waarop zij aan Europa 2020 kunnen bijdragen: De respondenten wijzen op hun rol bij het beheer van de EU-structuurfondsen en de cofinanciering van het Europa 2020-beleid; zij kunnen de Europa 2020-doelstellingen ondersteunen via het cohesiebeleid. Indien nodig kunnen zij hun regionale programma's herzien om beter rekening te houden met Europa Zij benadrukken hun rol bij de verspreiding van informatie en de bevordering van een beter begrip van de EU-richtsnoeren en -voorstellen. Binnen de kerninitiatieven kunnen zij speciale projecten ontwikkelen, die samen met andere territoriale eenheden of andere belanghebbenden kunnen worden uitgevoerd. Respondenten uit grensregio's en -steden wijzen op hun rol bij grensoverschrijdende en transnationale projecten die bijdragen tot de Europa 2020-doelstellingen. Lokale en regionale overheden coördineren hun acties meestal met andere, niet-overheidsactoren (zoals universiteiten, ondernemers, kamers van koophandel, maatschappelijke organisaties, enz.) die aan Europa 2020 gerelateerde maatregelen nemen. Deze kunnen als intermediair fungeren om ook de lagere bestuursniveaus te betrekken en zo voor een efficiëntere en effectievere respons te zorgen. Verschillende respondenten wijzen op de mogelijkheid om bij overheidsaanbestedingen rekening te houden met de Europa 2020-doelstellingen. 3.3 Samenwerking bij de uitvoering van kerninitiatieven Regio's en steden proberen deel te nemen en bij te dragen aan alle kerninitiatieven van Europa 2020, zij het in verschillende mate afhankelijk van het kerninitiatief. Dit geldt met name voor regio's met wetgevende bevoegdheden op uiteenlopende terreinen. De kerninitiatieven moeten goed aansluiten op de lokale en regionale prioriteiten en inspanningen (zoals verschillende projecten die zijn gericht op verbetering van de levensomstandigheden), waarbij wordt gewezen op de logische aaneenschakeling tussen de EU en de lokale en regionale niveaus, die nodig is om Europa 2020 tot een succes te maken. Verscheidene respondenten hameren erop dat alle zeven kerninitiatieven moeten worden meegenomen in de huidige programmeringsfase van het regionaal beleid met name de maatregelen die door de structuurfondsen worden gecofinancierd en dat de lopende programma's zo nodig moeten worden aangepast. Vervolgens zouden de initiatieven in de volgende programmeringsfase meer aandacht kunnen krijgen. 18

19 De lokale en regionale overheden zouden telkens als dat nuttig is moeten worden geraadpleegd en/of worden betrokken bij kerninitiatieven (uitstippeling en tenuitvoerlegging, in samenwerking met de EU en de nationale regeringen)8. Zo kan hun specifieke rol en toegevoegde waarde worden gecoördineerd met die van andere bestuursniveaus. Andere relevante regionale actoren, zoals grensoverschrijdende allianties, macroregio's en Europese groeperingen voor territoriale samenwerking (EGTS) zouden eveneens als partners bij de kerninitiatieven moeten worden betrokken. Veel respondenten hebben hun huidige (en potentiële) bijdrage tot de maatregelen van de zeven kerninitiatieven gepresenteerd. Onderstaande lijst van voorbeelden is niet uitputtend Innovatie-Unie Voor initiatieven op innovatiegebied hebben veel respondenten besloten hun eigen plannen voor innovatie en onderzoek te ontwikkelen. Zij benadrukken hun rol bij de samenwerking met de privésector en kennisinstellingen. De regionale groeiprogramma's omvatten zeer vaak een innovatiestrategie die is gebaseerd op drie pijlers: ondernemerschap, een innovatief MKB en onderzoekclusters. Zo kunnen nieuwe technologieën op het gebied van o.a. openbaar vervoer, IT en milieu worden getest. Deze vorm van samenwerking is van groot belang en zou moeten worden gestimuleerd Jeugd in beweging Lokale overheden nemen concrete maatregelen voor uitwisselingen tussen jongeren, met name via nieuwe samenwerkingsverbanden (twinning) met Europese partners, en door studiebeurzen te verstrekken aan jonge studenten. Het initiatief "Europese Jongerenhoofdstad" stelt de betreffende gemeente in staat om, in de context van de Europese integratie, haar culturele, sociale, politieke en economische activiteiten die relevant zijn voor jongeren, onder de aandacht te brengen Een digitale agenda voor Europa Op dit gebied is een belangrijke rol weggelegd voor de regionale en lokale overheden, die dan ook bereid zijn hun steentje bij te dragen tot de praktische uitvoering ervan. Zo steunen zij de ontwikkeling van breedbandinternet in plattelandsgebieden en achtergestelde gebieden, waar de uiterst geavanceerde breedbandnetwerken niet veel vooruitgang boeken wegens gebrek aan overheidssteun. Dankzij breedband kunnen deze gebieden profiteren van de informatietechnologie, zoals de oprichting van nieuwe, innoverende bedrijven in de IT-sector. Andere initiatieven zijn reeds opgestart en zijn gericht op efficiëntere overheidsdiensten, door de invoering van e-government-toepassingen. Om de lokale inspanningen op dit gebied beter te kunnen ondersteunen zou de EU de randvoorwaarden voor de elektronische handtekening moeten verbeteren, en de invoering daarvan moeten bevorderen met de medewerking van de lokale en regionale overheden, omdat zij sleutelpartners zijn in de betrekkingen 8 In zijn resolutie over Een grotere betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de Europa 2020-strategie stelt het Comité van de Regio's voor om "uitdrukkelijk steun te geven aan het voorstel van het Europees Parlement om een "Territoriaal Pact van lokale en regionale overheden met betrekking tot de Europa 2020-strategie" tot stand te brengen, zodat voor de toekomstige strategie, middels een daadwerkelijk partnerschap tussen overheden op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, ownership op meerdere bestuursniveaus kan worden gegarandeerd". 19

20 met burgers en ondernemingen. Andere toepassingen die de lokale en regionale overheden kunnen helpen ontwikkelen zijn bijvoorbeeld e-gezondheidszorg en e-leren Efficiënt gebruik van hulpbronnen Op dit gebied zijn de lokale en regionale overheden nu al bezig om dwarsverbanden te leggen tussen ecoinnovatie, ondernemerschap, industriebeleid en consumenten. Sommige respondenten wijzen op hun lidmaatschap van het Burgemeestersconvenant. Lokale en regionale overheden kunnen geschikte locaties voor kleinschalige hernieuwbare energie-installaties aanwijzen, en kunnen gemeenten, huishoudens en lokale ondernemingen helpen om, afhankelijk van hun locatie en huisvesting, de meest geschikte hernieuwbare en energie-efficiënte technologieën te kiezen. In een poging om de ontwikkeling van een "energie-efficiëntie"-cultuur te bevorderen hebben veel lokale en regionale overheden een "groene agenda" goedgekeurd, waarin maatregelen staan zoals de modernisering en verbetering van drinkwater- en waterzuiveringsnetwerken, afvalbeheer en -recycling, duurzame mobiliteitsprojecten en initiatieven op het gebied van biodiversiteit, landbouw en bescherming van natuurlijke hulpbronnen. Sommige subnationale overheden maken een kritisch gebruik van overheidsaanbestedingen als een manier om productie- en consumptiepatronen milieuvriendelijker te maken Industriebeleid in een tijd van mondialisering De regio's hebben geïnvesteerd in activiteiten voor startende ondernemingen, vaak gecofinancierd door Europese regionale steun. De lokale en regionale overheden onderhouden vaak goede betrekkingen met particuliere partners. Hun initiatieven zijn gericht op het verbeteren van de voorwaarden voor ondernemingen, met name het MKB, en het bevorderen van een sterke, robuuste en internationaal concurrerende industriële structuur. In sommige gevallen zijn specifieke overheidsdiensten verantwoordelijk voor de follow up van ondernemersactiviteiten en het aantrekken van investeringen, of het vereenvoudigen van administratieve procedures. Zoals verscheidene respondenten hebben benadrukt spelen lokale en regionale overheden een essentiële rol bij de modernisering van de automobielindustrie (bv. bij de ontwikkeling van "groene" auto's) Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen Sommige respondenten benadrukken hun rol bij werkgelegenheidsprojecten die met EU-middelen (bv. het Europees Sociaal Fonds) worden gefinancierd. Andere noemen initiatieven om nieuwe banen te scheppen en bepaalde vaardigheden te ontwikkelen, zoals: het aanmoedigen van investeringen in toerisme, bewustmakingsinitiatieven in het onderwijs om het ondernemerschap op alle onderwijsniveaus te bevorderen, maatregelen om jeugdwerkloosheid te bestrijden, integratiemaatregelen voor kwetsbare wijken in grote steden, enz Europees platform tegen armoede Met betrekking tot de vaardigheden op nationaal niveau zijn sommige respondenten van mening dat de lidstaten het voortouw zouden moeten nemen bij de ontwikkeling van initiatieven om tegemoet te komen aan de behoeften van bepaalde groepen burgers die op de rand van armoede balanceren. Hun optreden is gericht op de ontwikkeling van een goed lokaal systeem voor sociale dienstverlening, dat voor iedereen toegankelijk is, en waarin "preventie" een fundamentele maatregel van armoedebestrijding is. De sociale 20

EUROPESE UNIE Comité van de Regio's

EUROPESE UNIE Comité van de Regio's EUROPESE UNIE Comité van de Regio's Raadpleging Uw mening over Europa 2020 Belangrijkste bevindingen, evaluatie en gevolgen voor het beleid Mei 2010 Belangrijkste bevindingen, evaluatie en gevolgen voor

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie industrie, onderzoek en energie 14.12.2010 2010/2211(INI) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie aan de Bijzondere Commissie beleidsuitdagingen

Nadere informatie

Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld.

Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld. Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld. Vragenlijst "Een tussentijdse herziening van Europa 2020 - het standpunt van de EU-regio's en -steden" Achtergrond De tussentijdse herziening

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME?

WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME? WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME? FACTSHEET 1. WORDT UW STAD DE EERSTE EUROPESE HOOFDSTAD VAN SLIM TOERISME? In lijn met een door het Europees Parlement voorgestelde voorbereidende

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie 10 april 2001 VOORLOPIGE VERSIE 2000/2243(COS) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

"Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten

Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten Deze conclusies zijn gebaseerd op het verslag: "Beoordeling van het vlaggenschipinitiatief

Nadere informatie

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen. Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Manifest voor de Rechten van het kind

Manifest voor de Rechten van het kind Manifest voor de Rechten van het kind Kinderen vormen de helft van de bevolking in ontwikkelde landen. Ongeveer 100 miljoen kinderen leven in de Europese Unie Het leven van kinderen in de hele wereld wordt

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(2018)0190 Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up Resolutie van het Europees Parlement van 19 april 2018 over de tenuitvoerlegging

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen Inhoud Mijn overtuigingen 2 Mijn prioriteiten 3 Bakens voor morgen 8 Laten we samen aan Europa bouwen 1 Mijn overtuigingen Mijn overtuigingen Een Europa,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij de

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij de COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.9.2008 SEC(2008) 2445 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Nadere informatie

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) 12.4.2014 L 109/43 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) (Voor de EER relevante tekst) (2014/208/EU)

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) 8642/03 ADD 1 EDUC 79 CODEC 518 OC 348 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Voorstel voor

Nadere informatie

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 mei 2016 (OR. en) 9273/16 SOC 336 EMPL 232 ECOFIN 477 SAN 206 EDUC 207 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van

Nadere informatie

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) SOCIAALDEMOGRAFISCHE FOCUS Deel economie en maatschappij Brussel, oktober

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ACP-UE/101.868/B 19.3.2015 ONTWERPVERSLAG over de financiering van de investeringen en de handel, met

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0339(COD) 11.4.2012. van de Begrotingscommissie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0339(COD) 11.4.2012. van de Begrotingscommissie EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Begrotingscommissie 11.4.2012 2011/0339(COD) ONTWERPADVIES van de Begrotingscommissie aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid inzake het voorstel

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 65 Haarlem, 21 augustus 2001 Onderwerp: EU-programma innovatieve acties art. 4 EFRO Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Het EU-programma de regio s in de nieuwe

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.4.2018 COM(2018) 207 final 2018/0102 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0048/40. Amendement. Gérard Deprez namens de ALDE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0048/40. Amendement. Gérard Deprez namens de ALDE-Fractie 8.3.2018 A8-0048/40 40 Overweging D bis (nieuw) D bis. overwegende dat elke verhoging van de begroting van de Unie niet mag leiden tot een stijging van de totale overheidsuitgaven in de EU en bijgevolg

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2017 COM(2017) 826 final 2017/0336 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/0143(CNS) 14.11.2008 ONTWERPADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de Commissie economische

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN SAMENVATTING Inhoud Deze studie

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie 9.12.2015 A8-0341/45 45 Overweging H H. overwegende dat klimaatverandering, niet-concurrerende energieprijzen en de bijzonder grote afhankelijkheid van onbetrouwbare leveranciers uit derde landen een bedreiging

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

Persoonsgegevens van de respondent

Persoonsgegevens van de respondent Concept voor vragen in een enquête over de uitkomst van onderhandelingen over de partnerschapsovereenkomsten en de operationele programma's Ver. 20.01.2015 Online raadpleging van het Comité van de Regio's

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 21.4.2017 JOIN(2017) 14 final 2017/0084 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

26 JANUARI 2011 PUNT 6 OPRICHTING VAN EEN PLATFORM VOOR EUROPESE GROEPERINGEN VOOR TERRITORIALE SAMENWERKING (EGTS) VOOR BESLUIT

26 JANUARI 2011 PUNT 6 OPRICHTING VAN EEN PLATFORM VOOR EUROPESE GROEPERINGEN VOOR TERRITORIALE SAMENWERKING (EGTS) VOOR BESLUIT Brussel, 21 december 2010 127 e VERGADERING VAN HET BUREAU VAN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S 26 JANUARI 2011 PUNT 6 OPRICHTING VAN EEN PLATFORM VOOR EUROPESE GROEPERINGEN VOOR TERRITORIALE SAMENWERKING (EGTS)

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (31.10) (OR. fr) 14719/08 SOC 633 OTA

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (31.10) (OR. fr) 14719/08 SOC 633 OTA RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 oktober 2008 (31.10) (OR. fr) 14719/08 SOC 633 OTA van: aan: Nr. Comv.: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken 13987/08 SOC 576 - COM(2008) 639

Nadere informatie

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID NOTA Korte samenvatting In deze

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RESULTAAT BESPREKINGEN van: Groep civiele bescherming d.d.: 16 april 2002 nr. vorig doc.: 7573/02 prociv

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.10.2018 C(2018) 6560 final UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 11.10.2018 tot vaststelling van een toezichtsmethodiek en de regelingen voor rapportage door

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2009 (03.06) (OR. en) 10394/09 SOC 375 JAI 339 AG 46 EDUC 106 SAN 158 NOTA van: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) aan: de Raad (EPSCO) nr.

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Het sociaal scorebord. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Het sociaal scorebord. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.4.2017 SWD(2017) 200 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Het sociaal scorebord bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES

Nadere informatie

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied: bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 21-01-1998 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C9 van 14/01/98 Advies van het Economisch en Sociaal Comité

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) 8035/17 JEUN 48 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 7679/17 JEUN 39 Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.10.2017 COM(2017) 582 final 2017/0253 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) PUBLIC 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512 IEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal aan: de Raad en de vertegenwoordigers

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.2.2017 COM(2017) 86 final 2017/0038 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de betrokken comités van de Economische

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470 BEGELEIDENDE NOTA van: de Raad (Werkgelegenheid en Sociaal beleid) aan: de Europese Raad van Nice nr. vorig

Nadere informatie

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Normalisatiepakket: mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 oktober 2010 (12.10) (OR. en) 14479/10 SOC 612 EDUC 158 ECOFIN 580 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 oktober 2010 (12.10) (OR. en) 14479/10 SOC 612 EDUC 158 ECOFIN 580 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 oktober 2010 (12.10) (OR. en) 14479/10 SOC 612 EDUC 158 ECOFIN 580 NOTA van: aan: Betreft: het Comité voor de werkgelegenheid het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid Uitdagingen voor jongeren en EU beleid Floor van Houdt Plv afdelingsleider voor Europese Commissie Date: in 12 pts Europa 2020 Strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei Aandacht voor jongeren

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie 25.1.2017 A8-0389/2 2 Visum 18 gezien de verklaring over de bevordering van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en non-discriminatie door middel van onderwijs (Verklaring

Nadere informatie

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) 6855/07 SOC 78 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Nadere informatie

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 6 mei 2019 (OR. en) 8653/19 EDUC 214 SOC 321 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Voorbereiding

Nadere informatie

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening. L 219/4 25.7.2014 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 799/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8461/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7875/17 + ADD

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen? Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen? Cascade van beleidsniveaus en beleidsteksten Beleid EU Strategie Europa 2020 Europees werkgelegenheidsbeleid Richtsnoeren

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0047 (NLE) 7098/17 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AELE 28 EEE 7 N 9 ISL 4 FL

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008 EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie cultuur en onderwijs 2009 7.3.2008 WERKDOCUMENT inzake het voorstel voor het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een actieprogramma ter verhoging

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2018) 398 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de toepassing van de artikelen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG

Nadere informatie

De horizontale sociale clausule en sociale mainstreaming in de EU

De horizontale sociale clausule en sociale mainstreaming in de EU Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie De horizontale sociale clausule en sociale mainstreaming in de EU De horizontale sociale clausule als oproep voor het intensifiëren van de samenwerking

Nadere informatie

Nederland. EUROBAROMETER 74 De publieke opinie in de Europese Unie. Najaar 2010. Nationaal Rapport

Nederland. EUROBAROMETER 74 De publieke opinie in de Europese Unie. Najaar 2010. Nationaal Rapport Standard Eurobarometer EUROBAROMETER 74 De publieke opinie in de Europese Unie Najaar 2010 Nationaal Rapport Nederland Representation of the European Commission to Netherlands Inhoud Inleiding Context

Nadere informatie

EU subsidies voor KRW opgaven

EU subsidies voor KRW opgaven EU subsidies voor KRW opgaven Themabijeenkomst op 26 november 2015 Govert Kamperman en Wimjan van der Heijden Waar staan we bij stil Kerndoelstellingen Europa Europa 2020-strategie EU subsidies, waar begint

Nadere informatie

Samenvatting concept geïntegreerd Meerjarenplan Bonaire

Samenvatting concept geïntegreerd Meerjarenplan Bonaire Samenvatting concept geïntegreerd Meerjarenplan Bonaire 2015-2025 Kralendijk, januari 2015 Contact: Openbaar Lichaam Bonaire Eilandsecretariaat Plasa Reina Wilhelmina 1 Kralendijk, Bonaire Caribbean Netherlands

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie 13.6.2017 A8-0208/50 50 Overweging 1 (1) Wat de reductie van de in de EU uitgestoten broeikasgassen betreft, schaarde de Europese Raad zich in zijn conclusies van 23-24 oktober 2014 over het kader voor

Nadere informatie

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) 10111/16 UD 129 AELE 45 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad nr. vorig doc.:

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0553 C8-0332/2015),

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0553 C8-0332/2015), Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(2015)0438 Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: aanvraag van Finland - EGF/2015/005 FI/Computerprogrammering

Nadere informatie

De begroting van de Europese Unie

De begroting van de Europese Unie Europees Economisch en Sociaal Comité De begroting van de Europese Unie Een adequate begroting voor de uitvoering van de taken van de EU NL Het EESC roept op tot een goede besteding van het geld van de

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2017 COM(2017) 267 final 2017/0106 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het kader van de betrokken comités van

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en) 12741/1/17 REV 1 NOTA van: d.d.: 10 oktober 2017 aan: Betreft: het Comité voor sociale bescherming SOC 610 EMPL 469 ECOFIN 770 EDUC 355 het Comité

Nadere informatie

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima donderdag 1 mei 2008 Lima (Peru) DV\721105.doc

Nadere informatie

Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) (Europees Globaliseringsfonds)

Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) (Europees Globaliseringsfonds) Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) (Europees Globaliseringsfonds) Met behulp van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) kan de Europese Unie steun verlenen

Nadere informatie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.5.2018 COM(2018) 333 final 2018/0167 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie 10.1.2019 A8-0441/ 001-015 AMENDEMENTEN 001-015 ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie Verslag Peter Kouroumbashev A8-0441/2018 Vaststelling van een specifiek financieel programma

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0165/2. Amendement. Andrew Lewer, Ruža Tomašić namens de ECR-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0165/2. Amendement. Andrew Lewer, Ruža Tomašić namens de ECR-Fractie 1.2.2016 B8-0165/2 2 Overweging H H. overwegende dat de toegankelijkheid van gebieden en verbindingen met eilanden belangrijke factoren zijn om insulaire gebieden aantrekkelijker te maken; overwegende

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en het Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer van de Europese Commissie

Nadere informatie

Tien vragen voor het debat

Tien vragen voor het debat Tien vragen voor het debat Bij de Conclusies en aanbevelingen van het tweede Cohesieverslag zijn tien vragen opgenomen voor een openbaar debat over de toekomst van het cohesiebeleid. In de volgende fiches

Nadere informatie

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

Openbare raadpleging in het kader van de fitness check van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Over u Uw naam of de naam van uw organisatie: Geen censuur op natuur! Mogen wij uw bijdrage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur Nr. 159 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2015 COM(2015) 614 final ANNEX 1 BIJLAGE bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN

Nadere informatie