AMS 800 sluitspierprothese voor de blaas

Transcriptie

1 AMS 800 sluitspierprothese voor de blaas

2

3 In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot het plaatsen van een kunst sluitspierprothese voor de blaas. Deze prothese zorgt ervoor dat de incontinentie van urine wordt opgeheven zodat u weer op door u gekozen tijdstippen kunt plassen. In deze folder leest u meer over de aard en het gebruik van deze prothese, de operatieve ingreep en de periode daarna. Heeft u na het lezen nog vragen, dan kunt u altijd terecht bij uw behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling. Doel en werking van de AMS 800 Bij goedwerkende urinewegen wordt door de nieren urine geproduceerd en verzameld in de blaas. De sluitspier (sfincter) van de blaas houdt de plasbuis (urethra) afgesloten totdat de blaas voldoende gevuld is. Men kan deze sluitspier op een zelfgekozen moment ontspannen zodat de urine geloosd kan worden. Het kan zijn dat de sluitspier niet goed werkt of beschadigd is, bijvoorbeeld door een operatie aan de prostaat. In dat geval wordt de plasbuis niet of onvoldoende afgesloten, waardoor er sprake is van tussentijds ongewild urineverlies. Men is dan incontinent voor urine. Om deze incontinentie te verhelpen heeft een Amerikaanse firma de AMS 800 ontwikkeld. Dit is een afkorting van American Medical Systems. AMS 800 is een prothese die de werking van de uitwendige sluitspier nabootst. Om deze prothese in te brengen is een kortdurende operatie nodig. De prothese wordt ingebracht via het zitvlak en de lies, ter plaatse van het zitvlak, het scrotum en de onderbuik. De prothese is niet zichtbaar aan de buitenkant van het lichaam. De prothese bestaat uit: Een manchet die om de plasbuis is gelegd. Een ballonnetje dat naast de blaas ligt. Een pompje dat in het scrotum zit. Manchet, ballon en pompje zijn door slangetjes met elkaar verbonden. Zie onderstaande tekening. 1

4 Afsluitende manchet Controlepompje In rusttoestand is de manchet gevuld met een steriele vloeistof. Daardoor wordt de plasbuis licht samengeknepen en blijft de urine in de blaas. Om te kunnen plassen moet de manchet worden leeggemaakt en de vloeistof tijdelijk in het ballonnetje worden gebracht. Dit doet u door enkele keren op het onderste, zachte gedeelte van het pompje te drukken. De manchet is dan leeg, de plasbuis geopend en de urine kan geloosd worden. Na het plassen vult de manchet zich automatisch weer met vloeistof. Na enkele minuten is de manchet weer voldoende gevuld om de plasbuis goed af te sluiten. Voorbereiding Scheren Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer. Vette crème Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden. 2

5 Sieraden, piercings etc. Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft, dient u deze vóór de operatie van alle vingers te laten verwijderen. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele operatieteam een zogenaamde Time out genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd. Medicijnen De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend arts met u of u deze kunt door gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts. Dag van opname Een dag voor de operatie wordt u opgenomen op de Short Stay Unit of de verpleegafdeling Urologie. Soms wordt u op de dag van de operatie zelf opgenomen. U wordt ontvangen door een verpleegkundige die met u de gang van zaken tijdens de opname bespreekt. Eventueel volgt een gesprek met de zaalarts en de anesthesioloog. Als u medicijnen gebruikt dan verzoeken wij u deze in originele verpakking mee te brengen naar het ziekenhuis. In plaats daarvan kunt u ook een medicijnenlijst meebrengen met daarop: De naam van het medicijn. Dosering. Hoeveelheid. Tijdstip van inname. Eventueel kunt u uw apotheek vragen een geneesmiddelenoverzicht voor u samen te stellen. Verder heeft u toiletartikelen en dergelijke nodig voor een nacht. 3

6 Dag van de operatie De operatie Ter voorbereiding op de operatie krijgt u van de verpleegkundige een operatiejasje. Vaak krijgt u al op de afdeling rustgevende medicijnen. De verpleegkundige brengt u vervolgens naar de operatiekamer. Daar wordt u ontvangen en onder anesthesie gebracht. De schaamstreek wordt geschoren. De operatie zelf duurt ongeveer twee uur. De arts maakt een kleine snede onder het scrotum en in de lies. Via deze snede wordt de prothese geplaatst. Verkoeverkamer Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer) gebracht. Daar worden voortdurend de bloeddruk, pols, temperatuur en dergelijke gecontroleerd. Na de operatie heeft u: Een infuus; voor vocht en medicijnen. Een blaaskatheter; voor afvloeien van urine. Voor pijnbestrijding krijgt u paracetamol. Daarnaast kan extra pijnmedicatie worden afgesproken. Als alle controles in orde zijn, de pijn voldoende onderdrukt wordt en u voldoende wakker bent, mag u terug naar de verpleegafdeling. Verpleegafdeling Op de verpleegafdeling controleert de verpleegkundige steeds uw bloeddruk, pols en temperatuur. Bovendien vraagt hij/zij regelmatig of de pijn voldoende onder controle is. Als u zich goed voelt en niet misselijk bent, kunt u starten met drinken en daarna met eten. Als alles goed gaat wordt het infuus afgesloten. Eerste dag na de operatie U mag naar huis als: U zich goed voelt. De wondjes goed genezen zijn. De zwelling van het scrotum beperkt blijft. De pijn goed onder controle is. Enige zwelling, roodheid en pijn kort na de operatie is normaal en verdwijnt vanzelf na enkele dagen. 4

7 Bij ontslag krijgt u een recept mee voor antibiotica-tabletten. Deze kuur beschermt tegen infecties. U moet deze kuur van twee weken afmaken. De arts bepaalt wanneer de blaaskatheter kan worden verwijderd. Zodra dit het geval is zult u in eerste instantie nog incontinent zijn. De prothese is direct na de operatie nog niet geactiveerd, omdat de inwendige operatiewonden nog moeten genezen. Zodra de wondjes goed genezen zijn, meestal pas na ongeveer zes weken, zal de behandelend arts de prothese activeren. Gedurende deze periode gebruikt u incontinentiemateriaal. Weer thuis De eerste zes weken na de opname dient u voorzichtig te zijn bij bewegingen, werk en sport. Druk op het wondgebied, zwaar tillen en sporten moet u vermijden. Bewegingen en sporten waarbij u geblesseerd kunt raken aan de onderbuik moet u zeker niet doen! De hechtingen lossen vanzelf op. Het is van groot belang dat artsen en andere gezondheidszorgwerknemers ervan op de hoogte zijn dat u een chirurgisch implantaat draagt, zeker in noodgevallen. Bijvoorbeeld bij het inbrengen van een blaaskatheter kan de plasbuis of prothese beschadigen. Daarom is het verstandig uw medische identificatiekaart altijd bij u te dragen. Deze kaart krijgt u na de operatie en daarop staan alle bijzonderheden vermeld. Contact Voordat u naar huis gaat maakt de verpleegkundige een afspraak voor controle bij uw behandelend arts op de polikliniek. Dit is meestal zes weken na de opname. De prothese wordt dan geactiveerd. Uw behandelend arts maakt met u afspraken voor de volgende bezoeken aan de polikliniek. Als u tussentijds thuis last krijgt van onderstaande klachten, neemt u dan contact op met uw behandelend arts (niet met uw huisarts). Dit kan tijdens kantooruren via de polikliniek en buiten kantooruren via de verpleegafdeling of de Short Stay Unit. In het weekend belt u met de verpleegafdeling. Het gaat om klachten als: Ernstige aanhoudende pijn. Flinke roodheid, zwelling en warmte bij de operatiewondjes. Vloeistof die uit de wondjes komt. 5

8 In een latere fase kan de incontinentie gedeeltelijk of geheel terugkeren. Dit kan te maken hebben met veranderingen in de plasbuis of problemen met de prothese zelf. De plasbuis kan, op de langere duur, beschadigd raken door het manchet. Ook dan dient u contact op te nemen met uw behandelend arts. De prothese uitzetten Het kan soms nodig zijn dat de prothese wordt uitgezet, bijvoorbeeld omdat een blaaskatheter moet worden ingebracht. De AMS 800 heeft daarvoor een deactiveringsknop aan de bovenzijde van het controlepompje. Meestal zal een arts de prothese aan- en uitzetten. De precieze gang van zaken bij het deactiveren en weer activeren van de AMS 800 prothese staat beschreven in de gebruikershandleiding. Tot slot Deze folder beschrijft de algemene gang van zaken. Dat wil zeggen zoals het meestal verloopt bij het plaatsen van een AMS 800 prothese. In overleg met uw behandelend arts kan het in uw geval anders verlopen. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan uw behandelend arts of de verpleegkundige van de verpleegafdeling. Annuleren van afspraken Voor het annuleren van afspraken kunt u ook het contactformulier invullen op onze website: 6

9 Noteer hier uw vragen

10

11

12 Adres Polikliniek Urologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid GA Nijmegen Volg route 725, Poliplein C0 Short Stay Unit (SSU) Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid GA Nijmegen Volg route 821 Verpleegafdeling Urologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid GA Nijmegen Volg route 753, zone C5 Contact De polikliniek is telefonisch bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van uur (volg het keuzemenu) Short Stay Unit (maandag t/m vrijdag): Verpleegafdeling Urologie / Gynaecologie 24 uur per dag, 7 dagen per week: Radboud universitair medisch centrum